Annus Horribilis 2023 – De laatste stuiptrekking van de schrijvende aap Don Arturo (29) (GeenStijl)

https://image.gscdn.nl/image/71491d8d2d_1Annus_Horribilis_-_1024x900.jpeg?h=True&w=880&s=fa16c188e9094b649ecad5f0003e5c15

https://image.gscdn.nl/image/51cd81648d_1Annus_Horribilis_-_1024x900.jpeg?h=True&w=880&s=1c8be7c5f96afc689427a271e1542fc8

Donderdag 20 juli

Twiet van de dag

Wat een feest, vrienden. Ik ben erkend Timmermans-watcher (ik muntte zelfs zijn inmiddels door gans Nederland gebruikte koosnaam Frenske) en heb in nauw overleg met het politbureau van GeenStijl meteen besloten om zijn verkiezingscampagne voor de Linkse Walm op de voet te gaan volgen. Mijn bevindingen, analyses en voorspellingen kunt u na het zomerreces van de Tweede Kamer wekelijks lezen in het enige echte Frenske Journaal: vrij en onverveerd, fair & balanced

De ware Frans Timmermans openbaarde zich aan mij in een ogenschijnlijk luchtige Facebook-posting, op 16 augustus 2014. Hij prees het boek Gevelde Eiken aan, met daarin gesprekken tussen de Franse schrijver/politicus André Malraux en oud-president Charles De Gaulle. 

Ik vind het vreselijk wanneer een insipide klerk als Frenske dweept met mijn held Malraux. La condition humaine is verplicht leesvoer voor iedereen en luister naar deze schitterende potkast

Frenske over Gevelde Eiken: 

Terecht en bijzonder dat Elsevier aandacht besteedt aan de vertaling van dit geweldige boek. Ik las het toen ik in Frankrijk studeerde en nadacht over welk beroep ik zou kiezen. Het gesprek tussen een groot schrijver en een groot staatsman leek mij vooraf interessant als stijlfiguur, maar lezend trof mij toch vooral de kracht van het menselijke retrospectief, de zelfkritiek van De Gaulle, die ik tevoren alleen maar voor grenzenloos arrogant hield. Een uniek boek dat ook 45 jaar na het gesprek de moeite waard is, want de essentie van internationale politieke verhoudingen komt er in terug. De titel verwijst naar het prachtige gedicht dat Victor Hugo schreef bij de dood van Théophile Gautier. In mijn woorden: “Oh, welk een woest lawaai maken de eiken die in de schemering worden geveld voor Hercules’ brandstapel!” 

Timmermans die uit de losse pols Victor Hugo vertaalt, zich spiegelt aan twee Franse legendes en bewondering heeft voor zelfkritiek: zo zie ik hem graag. Wat de diplomatieke brille van Timmermans betreft: iedereen is vergeten dat Frenske als MinBuza een Venezolaans drugsbaas en tevens de rechterhand van Hugo Chávez liet ontsnappen van Aruba, doodsbang voor Caracas, dat dreigde met een militaire invasie op ons overzees grondgebied. De DEA en de VS waren woedend. Tot zover Frenske de diplomaat. Zo kennen we Frenske: likken naar boven en trappen naar onderen. Carvajal, bijgenaamd El Pollo, is overigens vorige week door Spanje uitgeleverd aan de VS.

Ik ontmoette Timmermans voor het eerst in het Europees Parlement. Hij was broodmager, kamde zijn laatste haartjes over zijn glimmende schedel en leek in niets op de mastodont die hij nu is. Hij drong zich overal op, en met name aan de entourage van de PvdA-delegatie. Opzichtig slijmen kon hij als de beste, net als schouderklopjes geven, en iedereen stoof weg zodra Frenske in aantocht was. Ik ben hem al snel gaan volgen op zijn Facebook-wandje, en vooral toen hij minister van Buitenlandse Zaken mocht worden, blij als Asha ten Broeke die manager is geworden van een Jamin-filiaal. 

Een eigenaardige eigenschap van Frans Timmermans is dat hij alles - maar dan ook alles - naar zichzelf toetrekt, als middelpuntvliedende kracht van Europa. Frans de Super-Europeaan. Het is natuurlijk de sublimering van zijn minderwaardigheidscomplex, maar dat is voer voor psychologen. 

De talloze postings over de Tweede Wereldoorlog op zijn FB-wandje eindigden altijd bij Frans Timmermans. Alles draait om hem. 

“Vandaag met ons koningspaar op staatsbezoek in Polen. Mijn vader heeft zeer levendige herinneringen aan de bevrijding van Breda door de Poolse 1ste Pantserdivisie van generaal Maczek. Hij was zes en herinnert zich nog de gevechten in de straat en dat de Polen de bretels doorsneden van de Duitse soldaten die zich hadden overgegeven, zodat dezen hun broek moesten ophouden en niet weg konden rennen. Maar vooral herinnert hij zich de bij mijn grootouders ingekwartierde Poolse soldaten, die zo ontzettend verlangden naar de bevrijding van hun vaderland.” 

En: “Dit weekend wordt veel aandacht besteed aan Operation Market Garden, precies 70 jaar geleden. Bijna 35 jaar geleden werd ik door mijn toenmalige schoonvader, een Arnhemmer die tijdens de oorlog was geëvacueerd, ingewijd in alle facetten van “A Bridge too Far. Het leidde er onder meer toe dat ik de rol van de Polen ging bewonderen. Vind nog steeds dat misschien wel mijn mooiste actie als kamerlid was om samen met Hans van Baalen te werken aan eerherstel van generaal Sosabowski en zijn moedige mannen. Vandaag wil ik wederom onze Poolse bevrijders eren.” 

Ook de kersttoespraak van Beatrix trok Timmermans naar zich toe: “Schitterende kersttoespraak van onze vorstin. Vertrouwen is het cement van de samenleving. Maar je kan het niet opleggen, het moet groeien tussen mensen, tussen verschillende bevolkingsgroepen. Met hernieuwd vertrouwen kan Nederland de toekomst aan. Dus een goede toekomst hebben we als Nederlanders zelf in de hand. Daarom zeg ik: zalig kerstfeest voor u allen en al uw dierbaren!” 

Echt stuitend werd het als Timmermans de holocaust er bij sleepte: “Buurvrouw vertelt tussen neus en lippen dat de toenmalige (en eerste) bewoner van ons huis tijdens de oorlog joodse onderduikers in de tuin heeft verstopt. Bij een bombardement is het onderkomen nog bijna geraakt, maar gelukkig hebben de onderduikers de oorlog overleefd. Ben er stil van. Mooi project, om dit eens helemaal uit te zoeken als ik in de toekomst weer vrije tijd heb.” 

Vervolgens blijkt dat er zelfs een beroemde joodsche schilder in het huis van Frans Timmermans was ondergedoken. “Opmerkelijk verhaal over de Duitse schilder Rudi Zeller, die in de oorlog ondergedoken zat in het huis waar wij nu wonen. Tussen ’42 en ’48 maakte hij zijn portretten in de kamer waar nu Mare slaapt. Een bijzondere gedachte.” 

Timmermans sleept vaders, schoonvaders, buurvrouwen en Beatrix aan de haren er bij om zijn punt te maken: alle wegen leiden naar Frenske. Toen hij verwekt en geboren werd, vonden er naar zijn zeggen zonsverduisteringen plaats in Maastricht. Kortom: Timmermans is de moddervette uitvoering van Harry Mulisch, maar dan zonder diens humor en zonder diens schrijftalent. 

Frenske is een slecht, egomaan mens, met een aantal alarmerende kenmerken van een narcistische psychopaat. Dat moge duidelijk zijn. En wie dat niet ziet, heeft stront in de ogen. Enfin, ieder land krijgt de zonnekoning die het verdient. 


Vrijdag 21 juli

Ik ben dol op Argentinië, Argentijnen, het Spaans dat ze spreken en op Lunfardo, het bargoens van de hoeren en de zeemannen en de criminelen van Buenos Aires. Het land heeft geweldige schrijvers voortgebracht: Roberto Arlt, Julio Cortázar, Jorge Luis Borges en last but not least Ernesto Sabato. Zijn boek El túnel herlees ik minstens 1 keer per jaar. Meneer Bol: '

Het zal wel volstaan als ik zeg dat ik Juan Pablo Castel ben, de schilder die María Iribarne heeft vermoord.' Hiermee begint het verhaal van de geobsedeerde liefde van een kunstschilder voor de enige vrouw die zijn werk begrijpt. En de enige voor wie hij zijn mensenhaat opzij kan zetten. Castel klampt zich aan hun zielsverwantschap vast en begint te geloven dat hij zijn liefde alleen kan perfectioneren als hij haar weet te reinigen van alle verwijten en beschuldigingen – door haar te doden. Met haar blinde echtgenoot, diens rokkenjagende neef Hunter en de onuitstaanbare Mimí als bizarre getuigen voltrekt zich een onvermijdelijk drama.

De Tunnel inspireerde Albert Camus tot het schrijven  van De Vreemdeling

En The Cure baseerde Killing an Arab weer op dat schitterende boek van Camus. 

Standing on a beach 
With a gun in my hand 
Staring at the sea 
Staring at the sand 
Staring down the barrel 
At the Arab on the ground 
See his open mouth 
But hear no sound
I’m alive I’m dead 
I’m the stranger Killing an Arab

En verder ben ik gek op Roberto Emilio Goyeneche alias El Polaco, Carlos Gardel, Julio Sosa en natuurlijk Mercedes Sosa. En Maradona! En van dit geweldig lied van Rodrigo, La Mano de Dios, gezongen door Pluisje zelf, krijg ik tranen in mijn ogen. What a geezer! En ik reed met Rob Muntz en Willem Davids de Dakar Rally dwars door Argentinië en Chili: 15 delen voor de VPRO

“Vanwaar deze fascinatie voor die gluiperige, pathetische en  vooral hysterische Argentijnen, Don Arturo?” hoor ik de ongeschoolde reaguurders denken. Nou, jelui snappen dat of jelui snappen dat niet, chicos. Ik zat vandaag de serie op Netflix over de Argentijnse bokslegende Carlos Roque Monzón Ledesma te bingen en toen wist ik weer precies waarom ik zo van dat land hou. Er is geen stad ter wereld na New York  met zoveel valse nichten en mensen van het Oude Volk, en dat geeft Buenos Aires, in combinatie met de vergane glorie, zijn unieke karakter. 

De serie deed me denken aan die bloedstollende film noir: El Secreto de sus Ojos

Bij het zien van zulke meesterwerkjes krijg ik spontane Fernweh naar Argentinië.

Elf jaar geleden had ik voor een habbekrats bijna een boerderijtje met alpaca’s gehuurd in San Salvador de Jujuy, een prachtig stadje met een geweldig klimaat, helemaal in het noorden van Argentinië, aan de voet van de Andes. Maar  het werd dus de Algarve, omdat de familie van mijn toenmalige verloofde Paula eiste dat ze de Nieuwe Wereld inruilde voor het Avondland en daarom woon ik nu in de Algarve.

Snik…. 

Social

Zaterdag 22 juli

Als ik het NOS journaal en het RTL Unilever Bulletin moet geloven, is Zuid-Portugal veranderd in een hel. De Death Valley van Europa. Eerder dit jaar had de weerman van RTL Unilever Nieuws schokkende beelden laten zien van de Arade-rivier, die uitmondt in een delta bij Portimão, op een uurtje rijden van mijn Villa Vischlugt. De treurbuisweerman, Maurice Middendorp, maakte de bankbintjes wijs dat de rivierbedding droog was komen te liggen door te weinig regen als gevolg van de klimaatcrisis. Mijn makker Erik de Vlieger, die vlak bij de delta woont, reageerde boos en schreef aan de weerclown dat de Arade bij deze monding geen zoetwaterrivier is, maar een zoute stroom die met de getijden meebeweegt. Het oeroude fenomeen van eb en vloed dus. Bovendien, aldus de Vlieger, was de afgelopen winter helemaal niet droog geweest maar juist veel natter dan de winter van het jaar daarvoor. 

Als het hoernaille de kijkbuiskindertjes al voor de gek houdt met fopnieuws uit de Algarve, kunt u ervan uitgaan dat klimapocalypseberichten uit verre landen nog meer  gefabriceerd zijn dan het fake news over de Algarve. Neem de Vlaamse klimaathystericus Wim Loodst. Die vloog naar Death Valley in de Verenigde Staten en klaagde daar - zwetend en puffend in zijn zwembroek - over de extreme hitte en werd het lachertje van Twitter. Het was 51 graden en dat kwam volgens meneer Loodts door de opwarming der aarde. “Je kan geen 10 minuten buiten staan of je voelt de zon al branden”, vertelde hij aan VTM Nieuws. Maar ho even, meneer, die temperaturen zijn daar normaal en daar dankt ‘the Valley’ haar naam aan.

Mij zullen ze niet zo snel horen klagen over het weer. Ik woonde vier jaar in Asunción, de hoofdstad van Paraguay, en daar was het regelmatig 48 graden in de schaduw. Als het kwik in de winter soms onder de twintig graden daalde, sprak men op het journaal over een koufront en trokken de inheemse indianen truien aan en zetten ze mutsen op. 

Er zijn trouwens nog opvallend weinig bosbranden dit jaar, in Portugal. Ik kijk elke dag even naar Fogos.pt, waar alle fikkies tot in de details worden vermeld. Brandweerwagens staan natuurlijk dag en nacht paraat in de kazernes in de Algarve en de spuitgasten lummelen wat en maken gebbetjes met passerende schoolmeisjes. Senhor Bombeiro mag zijn slang overal in hangen, want het beroep staat hier bijna net zo hoog aangeschreven als profvoetballer. Wanneer er een brandweerman is gesneuveld tijdens het blussen, komt zijn begrafenis uitgebreid in het journaal. Verder heeft Portugal geen levende helden, op een handjevol Yolanthe Bacalhau-achtige zeepsterren en Ronalda na. Toen ik hier net woonde, fikte de hele bergketen achter mijn toenmalige hut af. De lucht was zwart, er heerste een Egyptische duisternis. Alles zat onder het roet, op de stranden was het een smeerboel. Het is nu net zo droog als toen en bovendien blaast er een verzengende föhn.

In de Algarve was het de hele afgelopen  week tegen de veertig graden - vrij normaal voor de tijd van het jaar -  en ik vreesde met grote vreze dat eerdaags Frenske Timmermans langs zou komen om klimaatslachtoffers de hand te schudden in het kader van zijn naderende lijsttrekkerschap van de Linkse Walm. De mollige Ridder der Climapocalypse wijzigde echter op het laatste moment het reisschema van zijn campaign trail en daalde af naar Chaudfontaine in België voor een audiëntie met het handjevol overlevenden van de gruwelijke overstromingen in 2021.  Na afloop vloog de privé helikopter van Timmermans (voor de kenner: een Mil Mi-26) nog even door naar het met drie Michelinsterren gedoteerde restaurant Hof van Cleve in Kruisem, waar Frenske een persconferentie gaf voor een troep juichende journalisten uit België en Nederland. 

Social

Ik ben in de regel vrij zen, zoals de trouwe lezer van mijn Anus weet, maar vanochtend had ik een totaal onverwachte woede-uitbarsting in de Aldi van Almancil, naast de Apolónia, mijn favoriete kruidenier. Van de zes kassa’s was er slechts eentje geopend, en daar stond een rij van vijftien man voor. Het personeel, een mannetje en vrouwtje of vijf, stond op zijn gemakske pakken suiker te stapelen en de vloer te moppen. Mag er nog een kassa open, brulde ik, welhaast krankzinnig geworden van zoveel inefficiency. Werd iedereen woedend op mij! Inclusief de Portugese en niet-Portugese wachtenden! Why's Everybody Always Pickin' On Me?

Meestal kan ik wel tegen, maar nu even niet, met die hitte.  

Professor Arie Pos schreef over dit typisch Portugese fenomeen het volgende in Portugal voor Bonvivanten

Dat onuitroeibare maar niet zelden contraproductieve improvisatietalent moet van bovenaf in toom worden gehouden door een ijzeren hiërarchie, strenge sturing en een strikte begrenzing van competenties. Dat is meteen het geheim van de lage productiviteit in Portugal. Iedereen wordt slechts geacht te doen wat hem van hogerhand is opgedragen en moet daar geen vragen over stellen of gaan improviseren. Eigen initiatief is streng verboden. Iedereen heeft zijn afgebakende functie en opdracht. Zo wordt de improvisatie en de daaruit als vanzelf voortvloeiende chaos beteugeld. Dat jij ongeduldig in een rij staat te wachten bij een kassa waar niemand zit terwijl drie man winkelpersoneel elders bezig is een pallet suiker uit te pakken, is geheel des Portugezen en is er moeilijk uit te rammen. Lang wachten en lang in de rij staan is men gewend. Het is een soort ritueel waar de Portugees de tijd voor neemt, met een praatje hier en een praatje daar, dat pas na lange tijd iets van gemopper krijgt. Ik vermaak me zeer om mensen die voordringen, meestal betrekkelijk welstellende oudere dames met rare kleurspoelingen. Die lopen meteen naar het begin van de rij met een ‘vraagje’, wat een kort praatje wordt, met aan het eind iets als ‘Ach, geeft u me even drie broodjes en een onsje ham, dan ben ik weg’. Er wordt geen 

nee gezegd en als de rij gaat morren wacht de bediende besluiteloos af. Zeggen dat die of die eerder aan de beurt was is not done. Je zou er een klant door kunnen verliezen. Soms levert het minutenlang gebekvecht onder klanten op. De rij slaat het geamuseerd gade en wacht rustig door. En dan die pallet suiker. Je zal toch ook al wel eens in andere winkels hebben gemerkt dat Portugezen niet aan multitasken doen. Bij mijn bakkertje sta ik gerust tien minuten te wachten terwijl er maar één klant voor mij is, die door twee meisjes wordt bediend. De ene maakt tergend langzaam, maar met veel zorg en toewijding, een koffie verkeerd en neemt met de klant het hele kraslotenassortiment door, terwijl de andere zich naar de keuken spoedt om met evenveel zorg en toewijding een tosti te bereiden en niet meer verschijnt voordat die klaar is. Intussen groeit de rij wachtenden achter mij. Als de eerste gewoon het koffiekopje onder de automaat had gezet en mij de klaarliggende zak met vijf broodjes had aangereikt, was ik binnen twee minuten weggeweest. Het tostimeisje had in de tijd dat ze in de keuken wachtte een stuk of tien mensen aan brood kunnen helpen. Maar zo gaat dat dus niet. Men is met één ding voor één klant tegelijk bezig en daar neemt men de tijd voor. Je zou er de deugden van toewijding en onverdeelde aandacht in kunnen zien. Maar je hebt ook bakkers waar het wel vlot gaat. Daar heeft de baas of bazin dan meestal in dezelfde negotie gewerkt in Frankrijk of Zwitserland. En natuurlijk kunnen suikeruitpakkers niet zomaar even achter de kassa gaan zitten. Caissière m/v is een verantwoordelijk beroep waarvoor de doorgaans ongeschoolde jongeling het vertrouwen van de baas moet verwerven en langdurig ervaring moet opdoen. Het zou een chaos worden als iedere vakkenvuller maar achter de kassa kroop zodra er een rij klanten staat te wachten. Wie vult die vakken dan? Nee, Tuur, de jongens was opgedragen dat de suiker van de pallet moest en dan doen ze dat, ook al stort de hele Aldi rond ze in. En de kassière (vind ik nog altijd een hilarisch woord met dat houtenklazerige Hollandse ‘kassie’ en die frivole Franse uitgang) gaat pas achter de kassa zitten als de bedrijfsvoerder omroept ‘Juffrouw Ofélia, kassa 3’. Zo is het voor de Portugees zoals het moet, en zo is het goed.

Social

Maandag 24 juli

Lummeldagje, in ene ruk de serie Halston uitgekeken. Wat een verademing op Netflix, tussen al die woke moraliserende shit. Zuipen, kettingroken, snuiven, pijpen, kontneuken zonder kapotjes, supervalse nichtenhumor, een geweldige soundtrack en geen enkele boodschap. Heerlijk! Heimwee naar de jaren tachtig.

Social

Dinsdag 25 juli

Hoog bezoek! Cees Groenewegen komt mij in Villa Vischlugt interviewen voor zijn Portugal Portal. De reaguurders weten dat ik mediaschuw ben, maar voor KC maak ik een uitzondering. Het is natuurlijk een aardige opwarmer voor de feestelijke Portugese presentatie van Portugal voor Bonvivanten, aanstaande zondag in Oliejahoo. Komt allen!

Social

https://www.geenstijl.nl/5171740/annus-horribilis-2023-de-laatste-stuiptrekking-van-de-schrijvende-aap-don-arturo-29/

Annus Horribilis 2023 – De laatste stuiptrekking van de schrijvende aap Don Arturo (16) (GeenStijl)

Ik ben gewoon een vreselijk saai mannetje zonder drank en drugs. Zelfs voor hobby’s ben ik te saai.

https://image.gscdn.nl/image/641fe21a97_1Annus_Horribilis_-_1024x900.jpeg?h=True&w=880&s=4f02a3eada0d08aba6858229734314fe

https://image.gscdn.nl/image/0152cfedba_1Annus_Horribilis_-_1024x900.jpeg?h=True&w=880&s=a696308d7287def84b0cf7fbd48c2e32

Donderdag 20 april

De belangrijkste conclusie na een maand geheelonthouding: ik ben gewoon een vreselijk saai mannetje zonder drank en drugs. Zelfs voor hobby’s ben ik te saai. Als kind spaarde ik tenminste nog voetbalplaatjes, sigarenbandjes, munten, speldjes en postzegels. De hamster in mij is dood, want ik verzamel helemaal niets meer. Ik vind verzamelaars sowieso een beetje sneu. Alsof je al die spulletjes mee kunt nemen naar de eeuwige jachtvelden. 

Dat ik niet hamster is trouwens niet helemaal waar, want ik heb een stuk of honderd koffiecapsules van L’OR (intensiteit 13, Barista) vier tubes scheercrème van het merk Palmolive, vier tubes Uriage crème  tegen seborrheic dermatitis (een soort schurft, met hele gore huidschilfers) en negentig rollen toiletpapier van het Portugese topmerk Renova (Deca, 4 vellen, subtiel geparfumeerd). De simpele reden is dat al deze spullen in de aanbieding waren, want ik ben bepaald geen prepper. 

Preppers zijn pas echt zielig. Mijn vriendin woonde lang aan de Spiegelplas in Nederhorst den Berg en op vrijdagmiddag vertrokken er uit de jachthaven altoos bootjes met volwassen kerels die als Rambo waren uitgedost, met camouflage-kleding, Navy Seals baseball caps, muskietengaas, fuiken, een tent en tot de tanden bewapend met survival-messen en hengels, alsof ze de Vietcong gingen uitroeien. In de Spiegelplas liggen eilandjes en daar bleven die stumperds dan tot zondagmiddag “overleven”, rukkend op pornoblaadjes, slap bakkie-bakkie-ouwehoeren met maten op andere eilandjes en maandag weer lekker jasjedasje naar het assurantiekantoor.

De eerder genoemde gehamsterde luxe WC-rollen verdienen enige toelichting. Niets kan mij in grotere woede ontsteken dan inferieur pleepapier waar je vinger tijdens het vegen doorheen schiet en dat je dan de poep uit je nagels moet krabben met de nagelvijl van moeder de vrouw. Portugezen zijn behoorlijk op de penning en bij mensen thuis en in de horeca hebben ze altijd het allergoedkoopste pleepapier. En dat terwijl het land één groot woud van eucalyptusbomen is. De eucalyptus wordt hoofdzakelijk gebruikt voor pleepapier, de invasieve boom (komt uit Australië) fikt als een fakkel en is daarom de ideale aanstichter van bosbranden. Goedkoop is duurkoop, want uit wraak veeg ik dan gewoon een hele rol weg. Dat zal ze leren. 

Overigens heeft Renova, een puur Portugees merk, ook zwart wc-papier. Bijna 4 euro per rol en dus eigenlijk vooral leuk als verjaardagskado. Het voordeel van zwart pleepapier is dat je dan tenminste niet kunt zien of er een aambei open gescheurd is tijdens het vegen. Ik overweeg trouwens een anal bleaching want dan ben je gewoon in 1 veeg klaar en hoef je tenminste geen tarrels meer weg te bikkelen. 

Misschien moet ik de klusjesman maar eens bellen voor mijn lekkende bidet, want er is niet lekkerders dan een keiharde straal water in je reet, en bovendien is een bidet veel beter voor het milieu dan wc-papier.

Eigenlijk is het behoorlijk cynisch dat ik mijn hele leven tegen saaiheid heb gevochten en uiteindelijk gewoon een saai mannetje ben geworden, een insipide huismus. Ik begin steeds meer op mijn oerdegelijke vader te lijken. Nog een paar jaar en ik ben net zo oud als pa toen hij doodging. Scary. De kakkineuze familie van mijn moeder vond pa een sukkel, een kluns en een nerd. Hij was summa cum laude afgestudeerd aan de Landbouwhogeschool van Wageningen en kletste nooit mee met de broers van mijn moeder over voetbal en andere banaliteiten. Als mijn moeder weer eens was opgenomen in het gesticht in Wolfheze (waarom bouwen ze gekkenhuizen altijd naast een spoorlijn, zie Santpoort), werd ik vaak bij kwaadaardige ooms geparkeerd. Die maakten steevast dezelfde grapjes over mijn pa. De ooms hadden tijdens de Tweede Wereldoorlog naar hun zeggen in het verzet gezeten en terwijl zij met een katapult stenen schoten naar de mof, zat mijn pa te trutten met zijn herbarium of naar de sterren te kijken. Ontelbare keren ben ik jankend weggerend. Mijn vader was mijn steun en toeverlaat in die tijd, mijn lieve anti-held van wie ik alles mocht. 

Eens waren we bij de Pier in Scheveningen en gaf mijn vader mij tien gulden. Dat was een enorm bedrag in die tijd en al helemaal voor pa, die in het beste geval een paar stuivers voor de koffie op de KEMA in zijn van ellende uit elkaar vallende portemonnee had. Mama riep altijd dat pa niet met geld kon omgaan, en dat klopte. Zij deed de boekhouding en de huishoudkas. Op zaterdag stuurde ze pa naar de markt met een boodschappenbriefje en precies het bedrag dat hij nodig had. Ze behandelde hem als een kind. Altijd kwam hij, al dan niet uit nijd, met de verkeerde boodschappen thuis. In Scheveningen zette hij mij af bij de ingang van de Pier en ging schelpen zoeken op het strand. Ik heb de tien gulden verkwanseld aan grijpautomaten en muntenschuivers. Uiteraard won ik niets en toen ik papa na een uur weer terugzag, huilde ik tranen met tuiten van berouw. Hij aaide mij over de bol, trok aan zijn sigaar en zei dat geld de wortel van al het kwaad in de wereld was. Hij mompelde vervolgens een Bijbeltekst, iets als: ‘Die het geld liefheeft, wordt het geld niet zat. Die wijsheid komt uit Prediker 5, vers 9: ‘Die het geld liefheeft, wordt van het geld niet zat; en wie den overvloed liefheeft, wordt van het inkomen niet zat. Dit is ook ijdelheid.’

Ik hecht geen enkele waarde aan geld en dat kwam mooi uit tijdens mijn decennia durende drugsverslaving. Met het geld dat ik heb weggerookt en weggesnoven, had ik een aardig huis, een auto, een jacht en een renpaard kunnen kopen, maar ik ben totaal niet materialistisch. Ik heb een gruwelijke hekel aan gierige mensen en dat heb ik te danken aan mijn vader, al ben ik meer het type ‘geld moet rollen’. De enige munten die bij papa rolden, waren de stuivers voor de koffieautomaat op de KEMA. Zijn salaris ging direct naar mama.

Social

Mijn pa heeft - goddank - slechts 1 dag in militaire dienst gezeten. Tijdens de eerste de beste oefening brak hij zijn been. Veel leed is de lieve, overgevoelige man bespaard gebleven. Ik moest aan hem denken toen ik het boek Wij waren geen soldaatHet leger was voor losers las. Vuijsje is socioloog en journalist en een van de alleraardigste linksmensen die ik ken. En veel gezelliger en liever dan zijn broer Bertus die bivakkeert in het Rosa Spierhuis te Laren, waar hij samen met Henk Spaan de verpleegsters het leven zuur maakt. Bovendien heeft Herman een zeer charmante dochter die ook nog eens voortreffelijk kan dichten, maar dit uiteraard terzijde. Enfin.

Ik ben bepaald geen pacifist (dit vind ik bijvoorbeeld heerlijk om naar te kijken), maar ik ben van lichting 1959 en hoefde de koningin dus niet te dienen. Als ik wel had moeten komen opdraven, was ik naar de keuring gegaan in het ondergoed van mama, op haar pumps, met lekker veel hairspray in mijn lange haar, odeklonje onder mijn oksels en mijn smoel rood geverfd met haar lippenstift. Mijn broertje tien jaar jonger, ging wel en vertelde mij smakelijke verhalen over zijn dienstplicht in een kazerne op de Utrechtse Heuvelrug, nabij Rhenen: blowen, pornokijken, spotgoedkoop bier drinken, een beetje kanonnen poetsen en aan het einde van de maand 800 guldentjes opstrijken. Een vrolijk liedje van Rijk de Gooyer over de dienstplicht ter afsluiting.

Video

Vrijdag 21 april

Al een maand geen katers meer. Dat is een van de grootst voordelen van niet meer zuipen. Ik ben een ochtendmens, sta op voor het krieken van de dag, ga dan in de schemering met de honden wandelen op  het strand van de Ria Formosa, en daarna tikken. Met een kater des doods ben ik twee dagen kwijt, om nog maar te zwijgen over de desastreuze en vooral contraproductieve deliria en dientengevolge een grondige hekel aan de mensheid en aan het nutteloze bestaan.  

Nu sta ik bijna fluitend op (bijna, want ik ben nog steeds intens verdrietig over het verlies van mijn hondje Jamba) en heb ik zin in de dag. Nadeel: de nazi in mij heeft zin om de alom tegenwoordige zuipende toeristen te neutraliseren. In de Algarve wemelt het van de expats die al beginnen te zuipen zodra de 10 in de klok zit. Heel erg Nederlands is dat, dat er gezopen moet worden zodra de koperen ploert zich even laat zien. De mantra van de Hollander op vakantie: Zon = feest = zuipen.

Vergelijk het met Wadden-alcoholisme: toeristen die zich een delirium slempen op de ochtendveerboot om het Sil de Strandjutter-gevoel te krijgen. Die ouwe Nederlandse alcoholisten in de Algarve roepen vaak: ja maar, die Portugezen drinken ook een borreltje bij het ontbijt. Zeker en waar, maar dat zijn vissers die de hele nacht verkleumd op woelige baren varen. Die drinken een paar neutjes als slaapmutsje en gaan daarna naar bed. Over alcoholisten gesproken: ooit heb ik LEF  Magazine gehaald, het tijdschrift van de Vakbond voor Alcoholisten, geheel betaald door de roverheid. Ik ben in goed gezelschap want in de laatste editie staat een groot interview met nitwit Dave Roelvink. 

In mijn nieuwjaarscolumn voor de Volkskrant schreef ik destijds heel opgewekt: Op 1 januari woonde ik precies vier jaar in de Algarve en het was weer eens de hoogste tijd voor een reality check. Van een decadente wereldburger die ’s ochtends in een bilveter over het strand van Copacabana jogde en ‘s avonds het wel en wee van Latijns-Amerika met Mario Vargas Llosa besprak tijdens een knabbeltje ceviche in Lima, was ik verworden tot een Algarviaanse keuterboer, met dien verschille dat ik een toonbaar gebit heb. Met dat mooi oud worden en opdrogen zat het wel snor, maar moest ik niet nog een keer groots en meeslepend de wereld bestormen? Ik schreef over mijn hartewens om ooit in New York te gaan wonen maar het werd Tel Aviv terecht. Rond het millennium woonde ik in De Stad Die Nooit Slaapt en keek ik iedere week met een clubje archetypische bloedmooie joodse dames naar Seinfeld. Tel Aviv was eigenlijk een soort New York, maar dan met hummus en ongecompliceerde seks. Ik was toentertijd een jonge god en mijn leventje in de hippe Shenkinstraat deed niet onder voor dat van Jerry Seinfeld. Eigenlijk was ik gewoon Jerry, maar dan zonder zijn neuroses.

Inmiddels begon het te gloren, die eerste januari. Ik rook de sinaasappelbloesem en wandelde met de honden naar het strand. Fuck dat hele New York ook, dacht ik. Het onzinnige plan was mij enkel door het hoofd geschoten omdat ik weer eens met drinken was gestopt. En wat schreef LEF, het vakblad voor alcoholisten naar aanleiding van mijn column?

Fuck dat hele New York ook, dacht ik. Het onzinnige plan was mij enkel door het hoofd geschoten omdat ik weer eens met drinken was gestopt’: zo eindigde de nieuwjaarscolumn van schrijver-journalist Arthur van Amerongen. Omdat de obstinate Arthur graag een loopje neemt met de feiten, weet ik nooit of zijn mededelingen waar zijn of niet. Maar ik geloof wel dat hij een alcoholist is. En ik geloof ook dat hij er zo nu en dan mee ophoudt: met drinken. En in die alcoholvrije perioden heeft hij kennelijk zin om te verhuizen, of om, zoals hij in de betreffende column in De Volkskrant schrijft, ‘nog een keer groots en meeslepend de wereld te veroveren’. Zin in actie dus. Herkenbaar. Want je moet toch wat. Als je niet drinkt. Niks aan de hand toch, hoor ik je denken. Klopt, maar toen concludeerde de Leffer: Ik ben heel benieuwd naar wat Martin en ik de rest van het jaar gaan doen. Martin! Martin van Amerongen! Ik ben godverdomme Arthur van Amerongen, stelletje geheelonthoudende subsidiesponzen. Van zulke fouten ga ik nou aan de drank, klootzakken van LEF! 

Ik merk dat ik heel veel tijd overhoud nu ik niet meer zuip. Het saaie nazimannetje in mij brult: “Tijd voor de grote lenteschoonmaak! Aufräumen! Wat heet lente, het is hier 26 graden. De verloofde zit in Nederland, ik heb het rijk alleen en grijp mijn  kans. Ter aanmoediging kijk ik even naar een opruimfilmpje van die geile Marie Kondo en de geest is uit de fles. Uitmesten. Minimaliseren! Laat licht en lucht uw woning binnentreden! Alleen hebbedingetjes die mij een harde tokimeki geven, mogen blijven. Gelukkig heb ik amper bezittingen. Die kunnen toch niet mee naar de hel. De bibliotheek - eufemisme voor een zooitje bij elkaar geraapte boeken - is een afgrijselijk stofnest. Daar moet de beuk in. Ik heb reisgidsen over Portugal en de Algarve in alle talen en uit alle tijden. De enige die mijn schoonmaakwoedeaanval overleven, zijn de Michelin 2019 en die van brombeer José Rentes de Carvalho: Portugal - een gids voor vrienden. Hoeveel reisgidsen zou Floortje Dessing hebben? De oude Confucius zei eens dat het beter is een mijl te reizen dan om duizend boeken te lezen. Ik vind dat gelul want het is een misverstand dat reizen verrijkt. Dwangmatige globetrotters zijn meestal onuitstaanbare betweters, stompzinnige kilometervreters die ditjes & datjes uitbraken over een spotgoedkoop stinkpension op de zoutvlakte van Uyuni in Bolivia. Met lichte tegenzin ruim ik een versleten exemplaar van In Patagonia. Dat monumentale boek van Bruce Chatwin was voor mij de enige aanleiding om naar de aars van de wereld te reizen (de Algarve is de aars van Europa, dus de cirkel is rond). Uiteindelijk zat ik vanwege een vulkaanuitbarsting een maand vast in Ushuaia op Vuurland. Het droevige vreten daar is mijn enige herinnering. Reizen maakt dom. Van tante Marie mag ik maar dertig boeken overhouden. Oude, vergeten exemplaren moet ik van haar wakker maken door heel hard in mijn handen te klappen. De boeken die flauw en zielloos reageren, gaan mee met de vuilnisman. Hupsakee, daar gaat De Metsiers van Hugo Claus. Doei, Vrouwenzand van Robert Anker. Ciao, Allerzielen van Cees Nooteboom. De Gouden Doerian van Marja Pruis reageert helemaal niet op mijn geklap. Opzouten, ondankbare rotboeken. Laat licht en lucht mijn bibliotheek binnentreden. Banzai!

Social

Zaterdag 22 april

De meest kinderachtige en meest ongelezen column in de Volkskrant is die van de De Betrouwbare Mannetjes. Niet eens goed voor een glimlach. Vandaag weer zo’n misbaksel, getiteld Vul nu de enquête van de Betrouwbare Mannetjes in.  In het najaar van 2022 verslechterde de negatieve stemming in Nederland verder. Dat blijkt uit een enquête van het Sociaal en Cultureel Planbureau dat deze week verscheen. 62% van de Nederlanders vindt dat het de verkeerde kant opgaat met het land. Daar staat tegenover dat 85% van de Nederlanders nog steeds tevreden is over hun eigen leven. Vul in: 1 (zeer oneens) 2 (oneens) 3 (neutraal) 4 (eens) 5 (zeer eens) 28. Ik overweeg naar Portugal te emigreren om dan vanuit daar verder te gaan met de hele dag twitteren hoe kut alles in Nederland is. 

Ik neem aan dat de betrouwbare mannetjes op mij doelen want ik stik natuurlijk van woede als ik het Nederlandse nieuws volg en twitter dan hoe kut alles is in het treurige vaderland. Overdreven laconiek roep ik wel eens dat kritiek geven op afstand – de zogeheten helicopterview – heel verfrissend werkt, maar dat is dus niet zo. Machteloos en tot op het bot verzuurd voel ik me als ik de laptop dichtklap omdat de honden weer eens moeten vreten en schijten. De overstelpende haatpost gaat me ook niet in de koude kleren zitten, want ik ben niet van steen noch van Teflon. Helaas denken mijn lezers denken vaak dat mijn cursiefjes gedrenkt zijn in ironie en dat ik helemaal chill en zen ben in de Algarve: de godganse dag met de honden op het strand banjeren, als de negen in de klok zit een drupje brandy om het af te leren, vervolgens een natte lunch op het strand, om 1600 uren gereetveterd chillen in een loungetent en daarna nog even een Romeinse orgie meepikken in de jeugdherberg van Albufeira. Maar het tegendeel is waar: ik zit mij hier in mijn strandhut de godganse dag helemaal op te vreten over de kuttoestand in Nederland. En nu ook nog eens zonder alcohol en dope. Bah.  

Social

Zondag 23 april

Naar de vlooienmarkt in Faro met de Nijmannetjes. Kip eten. De beste en goedkoopste piri-piri vind je namelijk op de zondagse vlooienmarkten in de Algarve. De kippen worden daar gegrild op enorme roestige en rokende installaties die zo als decor zouden kunnen dienen in een willekeurige Mad Max-film. De Frango piri-piri eet men aan lange houten tafels, op een klapstoeltje, en al met al kost een hele kip hooguit 8 eurootjes. De piri-piri (Swahili voor rode duivel) is een variëteit van de pepersoort capsicum frutescens. Die peper komt oorspronkelijk uit Amerika en is door Portugese zeevaarders naar Afrika gebracht. Daar werd het al snel deel van een kruidenmix, ook wel in de vorm van een olie. Piri-piri olie bestaat in zijn eenvoudigste vorm uit olie, cayennepeper, chilipeper en keukenzout. Een veelgebruikt mengsel bestaat uit een handgemalen melange van de Spaanse paprika, sel gris (Frans zeezout), piri-piri-pepers, oregano, gember, kardemom, knoflook en uiensnippers. De zeemannen namen deze mix uit Mozambique en Angola mee naar Portugal waar het nu een populair ingrediënt in de nationale keuken is. Vanuit Portugal begon het zich via Zuid-Afrika en India over de rest van de wereld te verspreiden. De restaurantketen Nando's  richt zich op met piri-piri gemarineerde kipgerechten. Overigens heb ik in Zuid-Afrika, Zimbabwe en Zambia uit pure noodzaak een paar keer bij Nando’s gedineerd maar dat was nou bepaald niet om over naar huis te schrijven. Laat ik me voorzichtig uitdrukken: ik kreeg ineens vreselijke heimwee naar een satékroket van Febo (die desnoods een paar uur in de muur had liggen garen en dientengevolge niet helemaal knapperig meer was). Mijn favoriete kippentent is Frango da Ria, aan de N125 tussen Olhao en Fuseta. Ze hebben een schoorsteen die niet zou misstaan tussen de Hoogovens en dat is een goed teken. Eet je daar ongans aan kip en hou een plekje over de doce de casa, het toetje van het huis. De doce de casa roept herinneringen op aan Saroma, maar ook aan tiramisu. Pudding of gecondenseerde melk, slagroom, een koekje en nog wat geheimen van de kok: het is een goddelijk dikmakertje. En voor de vunzige smerige gore rot-alcoholisten (ik ben een good sport): Neem een lekkere bel Portugese brandy bij de bica! Hier geen nat glas zoals in Nederland, waar je zo maar 8 euro aftikt voor een smerige Joseph Guy, maar een vorstelijk bel Macieira voor een schijntje. Tip van Tuur, en ik kan het weten: Portugal is niet de juiste plek als je met drinken wilt stoppen.

Social

Iedereen weer boos omdat ik vetschaam. Ik herinner mij die rel rond rond socialite Olcay Gulsen, die als twee druppels water op Katrien Duck lijkt. De eendenbek had iets gemeens gesnaterd over dikke vrouwen en fitness. Nou is het algemeen bekend dat dikke mensen veel gezelliger zijn dan broodmagere mensen en dat je altijd met ze kunt lachen. Dikkerdjes zijn dan ook onlosmakelijk verbonden met de moderne geschiedenis van de humor: denk maar aan Roscoe ‘Fatty’ Arbuckle, Oliver Hardy, Lou Costello, John Candy, John Belushi, Dawn French, Rita Corita, Roseanne Barr, Mimi Kok, Hanneke Groenteman, Asha ten Broeke en Linda Duits. Bij ons thuis werden de stripverhalen van Billie en Bessy Turf – de dikste studentjes van de wereld – verslonden. Grapjes over moddervette tantes vlogen tijdens de warme maaltijd over de tafel, maar als ze op visite kwamen, werden ze hoffelijk en respectvol behandeld. al keek ma heel bezorgd wanneer de gasten puffend in haar antieke stoeltjes ploften. Ik plaagde de zwetende kamerolifanten vaak met scheetkussens en jeukpoeder. En als ik in gedachten mijn ouwe heer weer stikkend van het lachen naar de keuken zie vluchten, denk ik: zo slecht had ik het nou ook weer niet thuis. 

Mijn moeder riep altoos als ze een dik iemand zag: ‘Ieder pondje gaat door het mondje.’ Meestal voegde ze daar zonder enige ironie aan toe: ‘Dikke mensen eten altijd, Tuurtje. Let er maar eens op.’  Zelf was Mien zo mager dat ze door de brievenbus kon, dus ze had makkelijk praten. Toen socialite Halina Reijn in een column iets over een zeekoe schreef, waren, net als bij eendenbek Olcay, de rapen gaar. Actreutel Reijn is vel over been en dat deed pijn bij de gekwetste corpulenten. Slanknijd dus. 

Ik ben sinds ik met drinken ben gestopt - zaterdag vijf weken clean, jippie - zeker twee kilo lichter geworden. Ik kan zowaar de poepert weer zelfstandig vegen (note to self: even anal bleaching googelen en andere methodes om tarrels te bestrijden) en het strikken van de veters is ook weer mogelijk.

Over vetzakken gesproken: Marieke Elsinga - die met haar bakkes tussen de draaideuren van een winkelcentrum heeft geklemd gezeten - voerde in haar dramatische kijkcijferflop Alles is Muziek twee zwaarlijvige Aziatische mannen op en zei: “Ze komen helemaal uit Tokio, Japan. Dit duo staat bekend omdat zij echt werkelijk de gekste geluiden kunnen maken met hun lichaam. Ik heb hier een pompje waarmee je ballonnen op kunt blazen. Wat kunnen ze met dit pompje in combinatie met hun lichaam?”

Social

Toen waren de rapen gaar want televisieprofessor Tina Nijkamp schreef schuimbekkend: “Nota bene twee maanden na een groot artikel in de Volkskrant waarin duidelijk werd dat Meneer Cheung uit Ik Hou van Holland anno 2023 echt niet meer zou kunnen, lijkt het erop dat Alles is Muziek zich daar niks van aantrekt. In de nieuwe promo voor aankomende zaterdag is te zien dat de twee Aziatische mannen die vorige week als ‘kermisattractie’ werden opgevoerd omdat ze geluid kunnen maken met hun navel, er deze zaterdag wéér in zitten. Heeft Alles is Muziek z’n eigen Meneer Cheung? Hoe kan dit?

Juffrouw Nijkamp, die er uitziet als een oude versie van Linda de Mol na een goedkope botoxbehandeling, moet haar klep houden. Die twee Aziatische zeekoeien verdienen met veel plezier hun centjes met deze optredens, en ik zou er graag voor betalen als ze Asha ten Broeke eens flink zouden sandwichen. 

Ook vet geil is de taartscene (vanaf 1 uur 41)  in de briljante, zeer onderschatte film De Mantel der Liefde van Adriaan Ditvoorst. Wat een genot om die heerlijke Mimi Kok, ook wel bekend als Gé Braadslee, in haar blote gat te zien rond huppelen! Voor de volledigheid: Adriaan Ditvoorst (Bergen op Zoom, 23 januari 1940 – aldaar, 18 oktober 1987) was een Nederlandse filmregisseur. Met zijn sombere, bizarre en lyrische films werd hij al snel het boegbeeld van de Nederlandse experimentele film. Zijn talent bleek ook zijn zwakte: de regisseur was zo eigenzinnig dat hij zich moeilijk kon aanpassen aan de eisen van het publiek, met als gevolg dat vrijwel al zijn films financiële tegenvallers waren. Gebrek aan succes en problemen in zijn privéleven zorgden ervoor dat hij in 1987 zelfmoord pleegde. En de rest leest u hier maar. En hier een mooi gefilmd portret van Ditvoorst. 

Maandag 24 april

Zo maar een huilbui omdat ik Jamba mis. De enige remedie is meteen met Tita en Matcha naar het strand te gaan. De geest moet waaien. Tijdens de lange wandeling denk ik dat de dood van Jamba mogelijkheden biedt voor een hondje in het asiel. Ik wil weer drie honden. Tita is 13 en wordt nu snel oud. Ze mist haar zus. Ze wandelt vrolijk mee, eet goed en poept goed, maar haar botten zijn versleten. Een beetje vers bloed in de roedel kan geen kwaad, al zorgt Matcha (pas 5) voor veel leven in de alcoholvrije brouwerij.

Social

Dinsdag 25 april

Social

Ik word net als mijn gewaardeerde collega Hans ook heel erg moe van de staatshofnarren Groenteman en Van Roosmalen. Let maar eens op wie ze niet belachelijk maken: hun broodheren. En dan die Aaf, de vrouw die iedere man stante pede tot homofiel omtovert. Ik werd dan ook niet bepaald verdrietig van het goede nieuws dat Mr. Ed-Brandt Corstius het uitgemaakt heeft met de allerengste gnoom van Nederland toen ze achter kwam dat ET van de verkeerde kant is.

Social

https://www.geenstijl.nl/5170278/annus-horribilis-2023-de-laatste-stuiptrekking-van-de-schrijvende-aap-don-arturo-16/

Europese Patriotten – Op zoek naar de Portugese ziel in bedevaartsoord Fátima (GeenStijl)

Aflevering 1 van onze nieuwe serie Europese Patriotten INCLUSIEF PODCAST

https://image.gscdn.nl/image/65ba5f69c9_amerongenfatima.jpg?h=True&w=880&s=d939997e5e3af22f00d4d4641c9b5e74

https://image.gscdn.nl/image/5f0b96e010_I_See_Fascists_Everywhere_-_1280x720.jpg?h=True&w=880&s=4e4391952f91d7bddd96fd0ff0fff8e0

Ik woon nu elf jaar in de Algarve en snap nog steeds helemaal niets van de Portugezen, ondanks het feit dat ik talloze keren ging dineren bij een herenclub in Faro. De stokoude Zé, een begrip in de wijde omgeving, ontving in zijn vervallen paleisje in het hart van de stad zijn vriendenclub, de malta: notabelen, een voetbaltrainer, een advocaat, een oude journalist, een herenboer, een slager, een visser, et moi. Ik was al snel uitgenodigd door mijn toenmalige huisbaas Alvaro, want in Portugal geldt de mantra: amigo do meu amigo, meu amigo é.

Iedereen nam drank mee en geld voor de cataplana, de typisch Algarviaanse kookpot waarin alle mogelijke vissoorten gaan. Zé (descanse em paz) bereidde het godenmaal in zijn eentje. De gesprekken, rijkelijk geplengd met wijn, brandy, aguardente en medronho, gingen altijd over Sporting Lissabon en Benfica. Buiten Porto zelf en het noorden van het land, is niemand fan van Porto. Dat maakt een discussie over voetbal wel zo overzichtelijk, al blijft dat fanatieke geouwehoer over voetbal natuurlijk vreselijk, in welk land ter wereld dan ook.

En verder lieten de notabelen elkaar vieze filmpjes zien, op hun mobieltjes. Portugese humor ligt op het niveau van Mister Bean en Benny Hill: de bananenschil, de man in de jurk, grappen over schoonmoeders en ik denk dat ik met een scheetkussen hier ook hele zalen plat krijg. Ik heb de ziel van de Portugalidade helaas niet kunnen ontdekken tijdens deze feestmalen, hoogstens de ziel van Bacchus.

Een kleine anekdote tussendoor: de colleges Portugees van schrijver/vertaler August Willemsen aan de Universiteit van Amsterdam waren legendarisch. Om 9 uur ‘s ochtends kwam de goede man aanzeulen met flessen cachaça, limoenen, ijs en rietsuiker en werd de Braziliaanse ziel verklaard aan de hand van een spoedcursus caipirinhas stampen. Leuker kan men alcoholisme niet maken.

https://image.gscdn.nl/image/cc72c71ebc_IMG-20221212-WA0079.jpg?h=True&w=880&s=f77ca9af7b81a96da3797c52ea862c5e

Portugalidade, ook wel lusitanidade genoemd, is wat mij betreft de kern en de ziel van het Portugese patriottisme. Lexicoloog dr. Vitor de Sousa schreef hierover: het eerste geregistreerde gebruik van het begrip dateert uit de tijd na de Tweede Wereldoorlog van de Novo Estado. Het ophemelen van Portugal als een wereldleider, zowel wat betreft de omvang van de gebieden die onder zijn controle staan als het aantal burgers dat Portugees als eerste taal spreekt, was een essentieel kenmerk van de propaganda van het regime. Het concept van een nationale identiteit met een sociale psychologie en cultuur die zich uitstrekte van de Minho tot Timor in het oosten (en ten opzichte van de onafhankelijke staat Brazilië in het westen) werd beschouwd als een wereldwijd verschijnsel. De dagen van het koninkrijk en de welvaart die het het vaderland en de kolonies bracht, zullen nooit vergeten worden.

Fátima, Fado en Futebol waren in de tijd van dictator Salazar de pijlers van de Portugalidade: Fátima voor het geloof, fado voor de saudade en futebol voor de glorie van het vaderland. Brood en spelen dus. Saudade in de woorden van Arie Pos: het magische, zogenaamd onvertaalbare begrip, gekoppeld aan het fado-fatalisme. Er zijn twee soorten fado: de studentikoze fado van Coimbra en de zelfkant-fado van Lissabon. De teneur: het gevoel van onvervuld verlangen waar ze de naam saudade voor hebben gereserveerd. Het kan het gemis van iets van vroeger betreffen, maar ook het onvervulbare verlangen naar iets in de toekomst. Fado is volks, heeft niets te maken met het verlies van de grandeur van grote Portugal. Fado komt ook niet voort uit Afrikaanse slavenliederen. Wel zijn er Moorse invloeden.

De fado wordt vooral gespeeld in Coimbra en Lissabon. Met de malta van Zé zag ik een paar voetbalwedstrijden van Portugal tijdens het EK, toen het land kampioen werd, en het gemopper over met name maricas Ronaldo was fanatieker dan de euforie over de winst tegen Frankrijk in de finale. Wat mij betreft zit de Portugese ziel vooral in de sacrale lunch, maar goed. In de queeste naar de Portugalidade resteert het katholieke geloof.

Portugal lijkt een met katholicisme doordesemd land maar in de praktijk merk ik er weinig van. De leden van de herenclub waren godloochenaars en vloekten als ketellappers. De kerken in de Algarve zijn vrijwel altijd leeg, op wat oude besjes na.

De meest katholieke stad van Portugal is Braga. Reisgidsen noemen Braga het Rome van Portugal, vanwege het enorme aantal kerken in de binnenstad en voegen daar aan toe: ‘bidden doe je in Braga, werken in Porto en feesten in Lissabon’. In Nederland kennen we de variant van Jules Deelder: In Rotterdam verdienen ze het, in Den Haag verdelen ze het en in Amsterdam smijten ze het over de balk. Voor Portugezen is Braga de stad van de 5 P’s. Padres, paneleiros, putas e a puta que os pariu: priesters, flikkers, hoeren en de hoer die hen baarde.

Hoeren zijn er bij mijn weten niet in Fátima, paneleiros des te meer. Met Rob Muntz en Arie Pos nam ik deze potkast op, met beeld en geluid, en als u een nog doorwrochtere uitleg wil over het wonder van Fátima, moet u gewoon verder lezen.

Video

Mijn goede vriend, oud-collega bij de Groene Amsterdammer en vooraanstaand Lusitanoloog René Zwaap, is de grootste Fátima-kenner van Nederland. Op zijn kenmerkende luchtige wijze analyseert hij hier het Wonder van Fátima. Volgens de overlevering heeft het dorp Fátima zijn naam te danken aan een Moorse prinses die zich in de twaalfde eeuw tot het christendom bekeerde om in het huwelijk te kunnen treden met een Portugese edelman, en die daarom op last van haar getergde familie werd vermoord. De naam kan ook ergens anders vandaan komen: tijdens de Moorse overheersing van Portugal, die duurde van de achtste tot de dertiende eeuw, was de streek van Fátima regelmatig het toneel van mystieke verschijningen van Fátima, de door de sjiitische moslims aanbeden dochter van de profeet Mohammed. Zeker is dat in deze streek lang een Fátima-cultus heeft bestaan, precies zoals die onder Marokkaanse Berbers nog steeds wordt aangetroffen. Daarbij komt het wonder van Fátima goed van pas.

Zwaap: Het wonder van Fátima blijkt het beste instrument om het Portugese volk te ‘rekatholiseren’. In de zomer van 1936 trekt een half miljoen Portugezen op bedevaart naar Fátima. In een herderlijk schrijven meldt het episcopaat onder leiding van Salazars oude studievriend aartsbisschop Manuel Cerejeira: ‘Sedert O.L. Vrouwe van Fátima is verschenen aan de hemel te Fátima, daalde een bijzondere zegen neer over de Portugese natie. De vreselijke reeks van vervolgingen is beëindigd en een nieuw tijdperk van gewetensvrijheid en katholieke opbloei is aangebroken.’ In 1940 sluiten Salazar en de katholieke kerk een nieuw concordaat. De anti-clericale maatregelen van de oude republiek worden daarmee ongedaan gemaakt, zij het dat de officiële scheiding tussen Kerk en Staat tot teleurstelling van bisschop Cerejeira intact blijft. De vurige wens van de kerk om echtscheidingen weer te verbieden wordt niet gehonoreerd, wel wordt de kerk vrijgesteld van belastingen en krijgen de missionarissen in de Afrikaanse gebiedsdelen staatssteun bij hun ‘beschavingsmissie om de inheemsen te bekeren tot het katholieke geloof en het Portugalisme’.

In 1928 krijgt de Nederlandse architect Gerardus Samuel van Krieken de opdracht in Fátima een groot sanctuarium te bouwen op de plek waar Maria zou zijn verschenen. Daar stond al een kleine kapel, een replica van het in 1922 met buskruit opgeblazen originele gebedshuis, maar die maakte plaats voor een enorme basiliek in neo-barokke stijl, met daarvoor een plein dat groter is dan het Sint-Pietersplein in Rome. Fátima moest van Salazar het kloppende hart worden van de katholieke staatsgodsdienst. Op 12 mei 1929 trekt Salazar met een stoet ministers op bedevaart naar Fátima. Op 13 oktober 1930 gaat de Portugese kerk met de zegen van het Vaticaan over tot de officiële goedkeuring van de Mariaverschijningen in Fátima. Was de kerk eerst mordicus tegen de ‘heidense’ cultus van Fátima, nu ontfermen de priesters zich over het heiligdom, inclusief de gulle giften die tal van bedevaartgangers achterlaten. De toestroom van bedevaartgangers komt snel op gang: in 1923 worden er in Fátima 144.000 bezoekers gemeld, vijf jaar later zijn dat er al 588.000. Onder leiding van Salazars fanatieke propagandachef Antonio Ferro ontstaat er een door de staat georganiseerde cultus van persoonsverheerlijking rondom de figuur van Salazar als vader des vaderlands. Salazar is de man die Portugal zal herstellen in de grandeur uit de dagen van Vasco da Gama en Bartholomeus Diaz. Portugal, zo is de boodschap, is nog steeds een wereldmacht, met koloniën in Afrika (Angola, Mozambique, Guinee, São Tomé e Principe, de Kaapverdische eilanden) en Azië (Oost-Timor, plus Macau in China en Goa in India), en doet voor geen enkele andere Europese grootmacht onder.

Dit jaar zijn de pelgrimages naar het goddelijke gehucht rond 13 mei, 12 juni en 12 en 13 juli. Het is een vertrouwd beeld: langs de Portugese kronkelwegen wandelen duizenden pelgrims in knalgele fluorescerende hesjes naar Fátima om de diverse verschijningen van de Maagd in 1917 te herdenken. Twee wandelroutes vormen de officiële bedevaartgang naar Fátima: een noordelijke en een zuidelijke. De Caminho do Norte is tweehonderd kilometer lang en begint in Porto. Gelovigen die vanuit het zuiden komen, nemen de 126 kilometer tellende Caminho do Sul vanuit Lissabon. Tijdens de route ondersteunen honderden vrijwilligers de pelgrims op zogenaamde assistentie-posten. Het ziet er levensgevaarlijk uit, temeer omdat Portugese automobilisten zo ongeveer de gevaarlijkste en meeste krankzinnige van Europa zijn. Regelmatig las ik in de Correio da Manhã dat er bedevaartgangers waren doodgereden. Zo gezond is pelgrimeren onder Moeder Maria’s hoede dus ook weer niet.

https://image.gscdn.nl/image/882cd69b1d_IMG_20221212_182335_267.jpg?h=True&w=880&s=ee490c8a914c92054e29c5951d844aa0

Ik ben inmiddels drie keer in Fátima geweest. Misschien is het een merkwaardige passie voor een genetische papenvreter maar ik ben dol op roomse poppenkast.

Zo was ik in Lourdes, Santiago de Compostela en het Duitse Kevelaer, bezocht ik de Zwarte Madonna in het Poolse Częstochowa, kuste ik de Maagd van Caacupé in Paraguay en telde ik de krukken en de protheses bij het graf van de heilige Charbel in Libanon. Tijdens mijn langdurige verblijf in Jeruzalem, als student en als correspondent, leerde ik de heilige plekken kennen als mijn broekzak. Mijn voorkeur ging uit naar de diverse graven van de Heere Jezus en het graf van Maria in de Dormition-abdij. Allemaal boerenbedrog natuurlijk want moeder en zoon zijn ten hemel gevaren.

De een na laatste keer dat ik Fátima bezocht, reisde ik in het kader van mijn boek Saudades met het openbaar vervoer. Zingend stapte ik uit op station Chão de Maçãs-Fátima (ik vond die dubbele naam geenszins alarmerend toen ik mijn treinkaartje kocht) en verlangde naar een ijskoude douche in mijn pension, gevestigd in een voormalig jongensweeshuis op een boogscheut van het Sanctuarium. Het gehucht Chão de Maçãs lag er bij alsof de pest was uitgebroken. Even hoopte ik dat ik met mijn domme kop een station te vroeg was uitgestapt, maar de enige passant, een laveloos keuterboertje, prevelde dat dit hét treinstation van Fátima was. Portugese treinstations liggen vaak buiten de bebouwde kom maar nooit op een afstand van twintig kilometer van het oord waarnaar het vernoemd is. Ik had net Jezus-sandalen van het merk Ecco gekocht en besloot te gaan wandelen, in de bloedhitte. Zo kon ik meteen mooi in de ziel van de pelgrim kruipen. De eerste tien kilometer waren een eitje. Ik zong wandelliederen van Schubert, werd eventjes één met de natuur, maar na twee uur kwamen de blaren. Bovendien verzwikte ik mijn enkel en was mijn water op. In de wijde omgeving woedden bosbranden, het waaide keihard en ik was omringd door uiterst ontvlambare eucalyptusbomen. Mijn telefoon had geen bereik en er was geen één auto gepasseerd. Ik meende zelfs gieren boven mijn hoofd te zien cirkelen.

Mijn moedertje vertelde mij graag voor ik slapen ging het bijbelverhaal over de profeet Elisa die door kindertjes werd uitgescholden voor kaalkop. Twee beren vraten de 42 jongetjes vervolgens met huid en haar op. Zou ik nu eindelijk gestraft worden voor mijn blasfemische spotternijen over de Heilige Moeder en haar zoon en tot vreugde van menigeen als een ketter in vlammen opgaan?

Op 27 juli is het 53 jaar geleden dat Salazar stierf, maar de stilte rond zijn sterfdag is oorverdovend. Behalve in Fátima. Daar draagt men de despoot op handen, want hij zorgde ervoor dat het gat een pauselijk goedgekeurd pelgrimsoord werd. Papa Pius XII over Salazar: ‘De Heer heeft de Portugese natie een regeringsleider gegeven die niet alleen de liefde van zijn volk wist te winnen maar ook het respect en de waardering van de wereld.’

De Portugalidade en het Portugese patriottisme blijken in de praktijk toch iets complexere begrippen dan Futebol, Fado e Fátima en Deus, pátria e família. Daarover meer in de volgende afleveringen van Europese Patriotten.

A Deus e até a próxima

https://image.gscdn.nl/image/3aca1ec357_IMG_20221213_090436_286.jpg?h=True&w=880&s=cefac2e48859f7df0572f812ee450414

https://www.geenstijl.nl/5168630/europese-patriotten-op-zoek-naar-de-portugese-ziel-in-bedevaartsoord-fatima/

De Portugal Post: een nieuwe en vooral geestige reisgids over Portugal (ThePostOnline)

https://tpo.nl/wp-content/uploads/2022/01/de-portugal-post-1.jpg

OPINIE

De leukste reisgids voor Portugal is die van José Rentes de Carvalho. Hij heeft een vlijmscherpe mening over zijn moederland en over Nederland. Rentes is bovenal bijzonder geestig. In zijn gids adviseert hij de lezer de Algarve maar over te slaan, omdat daar niks te zien en te doen is.

Portugal, een gids voor vrienden verscheen in 1989 en werd maar liefst twintig keer herdrukt. Het boek geniet een cultstatus en is officieel niet meer verkrijgbaar, maar ik kom het regelmatig tegen op vlooienmarkten in de Algarve.

De gelauwerde romancier heeft een uitgesproken mening. Zo schrijft hij in de inleiding, bijna dreigend:

“Het alleen of in groepsverband op een gebied neerstrijken van toeristen lijkt in zijn gevolgen op een ware plaag, ook al krijgt die plaag over het algemeen de zegen van overheden, neringdoenden en zelfs van hen die er op korte of lange termijn onder te lijden hebben.

Vandaar dat met de ondertitel – Een gids voor vrienden – gemeend werd onderscheid te maken tussen hen die Portugal binnenvallen met het geweld en de lompheid van een wild invasieleger en hen die beseffen dat doordringen in andermans intimiteit – of dat nu een huis is of een land – terughoudendheid vereist, bescheidenheid, eerbied voor andere zeden en gewoonten en het respecteren van een aantal formaliteiten.”

Aan het einde van Portugal, een gids voor vrienden schrijft Rentes de Carvalho bijna achteloos dat men de Algarve gerust kan overslaan. Een man naar mijn hart dus.

Não fode, nem sai de cima

Het motto van de gids is van Confucius:

“Wie veel reist wordt wijs, wie wijs is blijft thuis.”

Rentes komt uit Trás-os-Montes in het hoge noorden, een woeste streek. De Portugezen uit het noorden illustreren het weerbarstige karakter van mijn Algarvios met de uitdrukking não fode, nem sai de cima: hij neukt niet, maar gaat er ook niet vanaf. Voorbeeld: een Nederlander wil een huis kopen en de vraagprijs voor die hut is een ton. Hij vindt dat uiteraard te veel en biedt 95 duizend euro. Het is niet uitgesloten dat de Algarvio het bod afslaat, zelfs als hij de centen hard nodig heeft. Liever laat de beste man de boel tien jaar leegstaan en verrotten, dan dat hij die stomme kaaskop dolgelukkig maakt met de gevraagde korting. De Algarvio reupt zijn huis zonder lekker te ejaculeren, omdat hij de ander niets gunt.

Ik vertoef momenteel in het noorden, waar ik met mijn goede vriend Arie Pos, vertaler, schrijver en Komrij-biograaf, werk aan een reisgids in de geest van Rentes. De gids komt in de zomer van 2023 uit bij Ezo Wolf. We schrijven over alle typisch Portugese kenmerken, clichés en verschijnselen als não fode, nem sai de cima. Vandaag krijgt u een voorproefje.

Saudade

Het magische, zogenaamd onvertaalbare begrip, gekoppeld aan het fadofatalisme.

Er zijn twee soorten fado: de studentikoze fado van Coimbra en de zelfkant-fado van Lissabon. De teneur: het gevoel van onvervuld verlangen waar ze de naam saudade voor hebben gereserveerd. Het kan het gemis van iets van vroeger betreffen, maar ook het onvervulbare verlangen naar iets in de toekomst. Fado is volks, heeft niets te maken met het verlies van de grandeur van grote Portugal. Fado komt ook niet voort uit Afrikaanse slavenliederen. Wel zijn er Moorse invloeden.

 

Artikel gaat verder na afbeelding.

https://tpo.nl/wp-content/uploads/2022/12/thumbnail-8.jpeg

https://tpo.nl/wp-content/uploads/2022/12/thumbnail-7.jpeg

 

Advocaten

Zijn praktisch nooit gespecialiseerd. Je hebt ze overal voor nodig. Nemen zaken aan waar ze niks van weten. Neem altijd een advocaat van een internationaal georiënteerd kantoor, nooit de dorpsadvocaat.

Aguardente

Pas er mee op. Drink medronho, geen licor de medronho, maar aguardente de medronho.

Amália

Koningin van de fado, die de laatste 30 jaar van haar leven onverstaanbaar zong. Gelukkig kent iedereen haar teksten.

Anjerrevolutie

Op het juiste moment stond er toevallig een Nederlands vliegtuig met een lading rode anjers op het vliegveld van Lissabon, vandaar de naam.

Architectuur

Follies Gerrit Sintra.

Armoede

Veel erger dan je denkt.

Arrumadores

Junks die je in de grote steden helpen met parkeren en boodschappen dragen. Worden gedoogd door de overheid.

Auto

De heilige koe. De auto was vroeger de huiskamer van de Portugees, ingericht met vlaggen, ja-knikkende honden, een Fatima-reliek, heilig water uit de Jordaan en fleurig kunstnijverheidsweefwerk over de versleten bekleding. Nu is het de te dure jas op afbetaling waar geen vlekje of krasje op mag komen.

Bacalhau

Nationaal lievelingsgerecht. Op vele wijzen te bereiden, van 365 tot duizend en één, als je de reisgidsen en kookboekjes voor toeristen mag geloven. Bakkeljauw kan je ook gewoon kopen bij de Surinaamse toko. Hoef je niet voor naar Portugal. 

Banken

Fascistische instellingen, altijd foute architectuur. Verstrekken alleen risicoleningen aan de dertien families die zo’n 90% van Portugal bezitten – industrie, import en export, verzekeraars, energie en telecom, vastgoed en, natuurlijk, de banken.

Belasting

Makkelijker dan in Nederland, zie advocaat.

Benfica/Porto/Sporting

Als je geen verstand van voetbal hebt: vermijd de discussie in de kroeg.

Bosbranden

Het land staat nog steeds vol met eucalyptus, die branden als fakkels. Er verandert niets na de bosbranden. Er worden geen brandgangen aangelegd, aanplant van eucalyptyus wordt niet verboden, bos en veld worden niet schoongemaakt. Kortom, ieder jaar dezelfde ellende. Maar elk jaar komt de regering wél met een andere smoes. Nu natuurlijk de klimaatcrisis.

Brood

Heilig. Als een broodje op de grond valt, geven ze er een kus op. Een gaatje in een brood noemen ze de ziel van de bakker.

Buitenlanders

Worden tegemoetgetreden met ingebakken achterdocht – zie Xenofobie. Je hoort er nooit echt bij. Inburgeringscursus bestaat niet.

Bureaucratie

Go with the flow. Wantrouw alles en iedereen met een pet en achter een overheidsloket. Hou ze ver van u weg.

Chamuça

Samosa, enige wat is ingeburgerd van de eetcultuur der koloniën.

Chanfana

Geitenstoof in rode wijn. (H)eerlijk vlees op de botten van een ouwe stinkbok. Heel lang koken en twee weken in de bijkeuken veredelen onder een dikke laag eigen vet. Voor de liefhebber.

Chaperonneren

Broer of neef gaat mee met je Portugese vriendin om te controleren of jelui geen ondeugende dingen gaan doen. Is aan het verdwijnen, maar dr. Pos heeft het nog meegemaakt.

Chinese winkels

Niet goed, geld weg.

Condomínio fechado

Gated community. Voor rijke Portugezen die zich willen afzonderen van het gewone volk, dat als crimineel wordt beschouwd tenzij anders wordt bewezen.

Cozido

Stoofschotel.

Corruptie

Heeft u even?

Democratie

Portugal kent een partijdictatuur.

Dictatuur

Hoe kan je met zo weinig mogelijk inspanning de bevolking bang krijgen.

Doces conventuais

‘Kloosterzoetigheden’, waarin traditioneel grote hoeveelheden eierdooiers werden verwerkt, het restproduct van het vroeg-industriële, meer specifiek katholieke eierenverbruik. De nonnetjes gebruikten het eiwit voor de ouweltjes en de boordjes van meneer pastoor. Het eigeel werd met kolossale hoeveelheden suiker verwerkt tot schrikbarende calorie- en cholesterolbommetjes, die kleurrijke namen kregen als nonnenbuikjes, abten-oren, kloosterbultjes en spek uit de hemel.

Doutores e Engenheiros

Beleefde maar lege aanspreektitels voor iemand waarvan men vermoedt dat hun/het/hij/zij meer dan lagere school heeft. Stel jezelf ook altijd voor als doutor of engenheiro als je tot iemand door wil dringen waarvan je vermoedt dat die meer dan lagere school heeft.

Drugs

Zeer illegaal, maar zeer voorradig. Voor de goede orde: softdrugs zijn totaal verboden en ook harddrugs kun je beter onder je pet houden, maar ze zijn in elk zichzelf enigszins respecterend stads- of dorpsparkje te koop.

Emigranten

Herkenbaar aan lelijke huizen, eenderde van de bevolking. Parijs is de grootste Portugese stad ter wereld. Groter dan Lissabon, daarna Luxembourg.

Europese Unie

Beste wat Portugal kon overkomen, al zijn er nu twijfels.

Façadecultuur

Doe je (belang)rijker voor dan je bent. Zie Auto’s en Hypotheken.

Familieziek

Trouw geen Portugees, en vooral geen man.

Gastvrijheid

Je komt zelden bij ze thuis. Je wordt afgestald aan de voordeur. Tenzij je van hele goede familie bent.

Gay Portugal

Zie Gerrit Komrij. Portugal is veel homovriendelijker dan men denkt. Dubbele moraal – zie Katholiek. Het is veiliger hand in hand met je vent in de Algarve te lopen dan in Amsterdam.

Salazar

Grootste Portugees aller tijden. In de maand januari verschijnt de eerste etappe van mijn nieuwe project Europese Patriotten op GeenStijl (columns, foto’ s en podcasts) en komt u alles te weten over de man en vooral over kwesties die u nooit durfde te vragen.

Koffie

Beste van Europa, 70 cent per bakkie.

Hoffelijkheid

Is belangrijk. Zeg nooit jij tegen iemand tenzij je op goede voet staat met die persoon.

Onzekerheidsvermijding

Een van de belangrijkste kenmerken van de Portugese volksaard. Zie Burocratie.

Politie

Uw beste vriend, nooit tutoyeren, blijf onderdanig. Geen 50 euro bij je rijbewijs stoppen.

Portugalidade

Het Portugees zijn, waarvan de wortels in ‘s lands geschiedenis worden gezocht, maar niemand weet waar.

Prostitutie

Langs de kant van de weg en via contactadvertenties in de Correio da Manha.

Punctualiteit

Het land van het onthaasten, waar de Nederlander nooit aan went.

Spanjaarden en Portugezen

Never the twain shall meet.

Taxi

Spotgoedkoop, keurige chauffeurs. Uber nog goedkoper.

Televisie

Nederland jaren vijftig. Kommersjele tv bracht geen verbetering.

Tias

Tantes. Doorrookte dames met altijd een borreltje in de hand.

Tremoços

Lupineboon, cafésnack voor bij een biertje. De droom van petomanen en flatulenten.

Verantwoordelijkheid nemen

Niet. Zie onzekerheidsvermijding.

Verkeer

Slechtste chauffeurs van Europa. Maximumsnelheid is de minimumsnelheid.

Verkeersslachtingen

Mijd de weg rond kerst, pasen en in de zomer.

Verzekeraars

Oplichters.

Vis

Altijd verse vis, en goedkoop. Hoed u voor kweekvijvervis en diepvriesvis uit Spanje.

Voetbalgekte

Heeft u even?

Volksgeloof

Heeft u even?

Vreemdelingenpolitie

Zeer corrupt.

Vrijmetselarij

Staat binnen een staat, wordt enorm gewantrouwd.

Vrouwensnorren

Een van de zeven schoonheden. Veel vrouwen lijken op Fernando Pessoa. Vrouw komt bij de kapper: ‘Kunt u even mijn snor doen?’

Vuurwerk

Alleen op huwelijken en communiefeesten, altijd in de zomer. Zie Bosbranden.

Wijn

Zie gids.

Ziekenhuizen

Vermijd ze als het kan, vol menselijke taferelen (picknick in de gang en op de zaal).

 

Muy muy buenas estimados suscriptores del Portugal Post

Leuk dat jullie weer kostbare tijd offeren om op de hoogte te blijven van het wee, maar vooral het wel van het Iberisch schiereiland in deze barre tijden. U weet dat ik wel eens klaagde over droogte. En dat de vogeltjes half november alweer dachten aan het bouwen van een nest. Regen vroeg ik jullie ons te sturen. Nou, u gaf gul durf ik wel te zeggen. Gelukkig geen tropische moesson maar echte Nederlandsche zeurregen. Je raakt niet doorweekt in een minuutje, maar na het rondje met de hondjes ben je tot op je vel zeik- en zeiknat. Heerlijk. De natuur is er blij mee.

Vervolgens een heuse koudegolf waarbij de sneeuwgrens casa Raúl tot op een slordige vijftig kilometer naderde. De kachel moest zowaar aan. Niet alleen om het vocht buiten te houden maar ook om de kou (vijf graden om zes uur ‘s ochtends, brrrr) buiten te houden. En zowaar een dikke trui, sjaal en dikke jas vanwege de wind bij het buiten vertoeven. ¡Invierno! Winter!

De gehele streek kwam aardig in de stemming, dat wil zeggen, je zag geen kip meer op straat. Iedereen hokte samen op verwarmde plekken en de restaurants, traditioneel zonder verwarming alhier, bleven zo goed als leeg. Goed, dat had meer te maken met de hoge kosten van Black Friday dan met de kou, maar toch.

Kerstsfeer

Over Black Friday gesproken, er moeten behoorlijk grote bomen gekapt worden om de belachelijk grote televisies die in grote hoeveelheden de Mediamarkt en Carrefour verlieten onder te kunnen leggen in de kadootjesfrenzie die kerst sinds de ver-Cocacolaisering in een stroomversnelling is gekomen.

Verder dus de donkere, stille dagen voor kerstmis. Zou je zeggen. De afgelopen week liep ik er gewoon weer lekker zomers bij in T-shirt. Niet teveel zwaar werk wegens versnelde zweetreacties door een best-wel-brandend-zonnetje. De heatpipes en de zonnepanelen maakten er verder een energieneutraal weekje van. In deze zware economische tijden, pellets bijvoorbeeld tweemaal zo duur als een jaar geleden (dank u weledelgestrenge hooggeleerde windbuil te Brussel)! Al met al lekker om een wandelingetje over de vrijwel uitgestorven boulevard van Cambrils te maken.

En dáár kwam Raúlito helemaal in de kerstsfeer. Een heuse Spaanse kerststal bracht herinneringen terug aan de tijd dat ik in Limburg woonde, de kerststal in Arcen!

 

Artikel gaat verder na afbeelding.

https://tpo.nl/wp-content/uploads/2022/12/IMG_20221214_145808_1-scaled.jpg

 

Romantisch nietwaar? Goed, een beetje gejat uit de RTL8/Hallmark run to christmas, pero bueno. Authentieker wordt het niet lieve lezers. Nu nog een sneeuwman erbij en el ambiénte is àf.

Jullie zullen begrijpen dat zelfs een verstokte kerstnegeerder als ikzelf na zo’n bombardement van feel-good-happiness, niet te verwarren met de eat-good-happiness die dezer dagen door alle supermarkten op ons wordt afgevuurd en vele mannen de keuken indrijft om levensgevaarlijke experimenten uit te voeren, helemaal overtuigd was dat er dít jaar maar eens een boom in huis moest komen. Een heuse kerstboom.

Krakkemikkige schlemiel

Nu heb ik de mazzel een stukje grond te bezitten waar wel het een en ander groeit, maar geen kerstbomen. Nu verkoopt één van mijn buren wel van die dingen, dus maar eens even gaan kijken. Dat was schrikken kan ik ustedes wel verklappen. Godjeallemachtig. Omgerekend kost een ‘kerstboom’ alhier iets van een eurootje. Per centimeter in de hoogte even ter verduidelijking. Dus voor de prijs van drie kuub prima kachelhout kan je een uit Noord Europa aangeleverd boompje kopen dat een gedeelte van zijn naalden al verliest bij het verlaten van het tuincentrum. Want je mag voor dat geld niet verwachten dat ze het ding ook nog water geven in de tijd dat ‘ie in de brandende zon staat te wachten op de kluns die zijn vrouw wil verrassen, nou ja, enzovoort.

Al een paar weken hik ik aan tegen het snoeien van een cypressenhaag. Er zijn steeds klusjes die spoedeisender zijn, derhalve. En mijn elleboog was ontstoken. Trouwens, mijn knie, enkel, heup, andere knie, schouder en nek, ze doen allemaal pijn. Pero bueno, een kerstboom. Door de poort komend na het trieste bezoek aan de bomenboer zag ik hem. Onze boom. Fier stak hij uit boven de andere bomen, die overigens nodig gesnoeid moeten worden, of had ik dat al verteld? Een tak waar ik vorig jaar niet bij kon zonder gevaar voor eigen leven en dus maar had laten zitten, zwaaide naar me. “Hier ben ik!”, “¡Aquí estoy!” leek hij te roepen.

Gewapend met trap, lasso en zaag – Pechtold ain’t got nothing on me – ging Raúl de houthakkert zijn boom claimen. Nu denken jullie; wat stelt die gast zich aan. Kan ik jullie niet ongelijk in geven. Toch was het voor een ouwe, krakkemikkige schlemiel nog best wel een dingetje, op vier meter hoogte overhangen om een tak te zagen onderwijl met de lasso spanning erop te houden zodat hij niet aan de verkeerde kant van de heg naar beneden zou vallen. Een schier oneindig ravijn in.

Had ik al eens verteld dat ik hoogtevrees heb?

Maar nu, ladies and gentlemen, we’ve got him!

 

Artikel gaat verder na afbeelding.

https://tpo.nl/wp-content/uploads/2022/12/Raulitos-boom-scaled.jpg

 

Mooi is ‘ie nietwaar? Raúlito’s minimalistische kerstboom. Ik ga er verder niets aan doen. Het is goed zo.

Fijne kerst rakkers en denk ook eens aan de dieren. Voor hen is het óók niet makkelijk allemaal.

¡Feliz Navidad!

 

De in dit artikel geuite meningen en standpunten zijn die van de auteur en weerspiegelen niet noodzakelijkerwijs de meningen of standpunten van TPO.

 

Lees meer van Arthur van Amerongen en doneer!

 

De Portugal Post: een nieuwe en vooral geestige reisgids over Portugal

https://tpo.nl/2022/12/18/de-portugal-post-een-nieuwe-en-vooral-geestige-reisgids-over-portugal/

De Boze Blanke Man – Holle bolle boze roze Frenske (GeenStijl)

De Boze Blanke Man en de Ondergang van Nederland, deel 19

https://image.gscdn.nl/image/ffa090a635_5a9ca71fb9_Eredoctoraat_Frans_Timmermans_TU_Delft.jpg?h=True&w=880&s=3bf0fbc8ca0a8445a9af7f4ee3e82b25

https://image.gscdn.nl/image/8373cf8d3a_Boze_Blanke_Man_-_1116X1024.jpg?h=True&w=880&s=e93efbd0e510ed38a366a6451275b7d0

Voor deze serie heb ik een lijstje met klassieke Boze Blanke Mannen opgesteld en fier bovenaan staat Frans Timmermans. Frenske - die in 1990 van D66 overstapte naar de PvdA - is namelijk een vat vol frustraties, vijandigheid, wraakzucht en testosteron en kan elk moment exploderen. De belangrijkste Nederlander op het wereldtoneel is een kinderachtige driftkikker die ontploft als hij wordt tegengesproken.

Inmiddels heeft Holle Bolle Frans zich omringd met paladijnen, lakeien, kontenlikkers, cheerleaders en jaknikkers en zijn angstige hofhouding doet mij denken aan het sprookje De nieuwe kleren van de keizer. Al die rimmers roepen de hele dag, tussen het tarrelgeknabbel door, dat Frenske de mooiste, aardigste en liefste man van de wereld is, de klimaatmessias die de wereld gaat redden van de klimapocalyps.

De Nederlandse media laten het volk graag geloven dat hij een warme, betrokken man is, onbaatzuchtig, altruïstisch, een dappere en bevlogen idealist die zich onvermoeibaar inzet voor de rechten van homo’s, Joden, Roda JC, moslims, vrouwen: ja, voor wie of wat spant Frans zich eigenlijk niet in? Maar Frenske - die zich tijdens zijn tien jaarlijkse verschijningen in Buitenhof door zijn mede-Limburger Twannie Huys graag laat aanspreken met "excellentie", veinst aardigheid en is totaal niet waarachtig.

Zijn frustraties zijn makkelijk te herleiden. Zo wilde hij in 2011 Commissaris van de Koningin worden in Limburg maar werd hij pijnlijk gepasseerd door CDA'er Theo Bovens. Timmermans genoot de meerderheid van de vertrouwenscommissie om hem commissaris van de koningin te maken, maar miste hij op drie stemmen na het gouverneurschap aan de net verkiesbaar gestelde Bovens.

https://image.gscdn.nl/image/869c3cf10e_5a9ca71fb9_Eredoctoraat_Frans_Timmermans_TU_Delft.jpg?h=True&w=880&s=f1c7ad1667ab48ed46171a6e46b637af

De Limburger schreef dat de PVV een cruciale rol heeft gespeeld in de nipte overwinning van Bovens. Geert Wilders en PVV-fractieleider in Limburg Laurence Stassen zouden koste wat kost de benoeming van Timmermans willen tegengaan. Wilders zou via VVD-gedeputeerde Mark Verheijen invloed hebben gehad waardoor een deel van de VVD-fractie toch voor Bovens koos, in plaats van voor Timmermans. Dus eigenlijk is het de schuld van Geert Wilders dat de Europese onderdanen van Frenske straks alleen nog maar gras en wormen mogen eten, niet meer auto mogen rijden en niet meer op vakantie mogen.

Kort daarna stelde Frenske zich kandidaat voor de baan van Commissaris van Mensenrechten bij de Raad van Europa en kreeg hij opnieuw nul op het rekest, ondanks deze polyglotte noodkreet op YouTube. Wat was ie toen nog knap en mager!

In 2010 wilde hij buitenlandwoordvoerder worden voor de PvdA maar ook dat baantje ging aan zijn neus voorbij. Een woedende en tot op het bot gekwetste Frenske verdomde het vervolgens een half jaar lang naar de Tweede Kamer te gaan.

In februari 2012 wilde Timmermans lijsttrekker worden van de PvdA nadat hij – als een ware Brutus – Job Cohen ten val had gebracht. De dolksteek in de rug van zijn partijgenoot was dodelijk maar het leiderschap van de Partij ging niet door.

En toen moest hij de grootste dreun in zijn in feite mislukte loopbaan - met het flyeren en canvassen op tochtige braderieën in de negorij van Nederland als hoogtepunt - nog incasseren: Frenske wilde baasje van Europa worden maar werd pijnlijk gepasseerd door Von der Leyen. Timmermans was ervan overtuigd dat hij zou winnen, maar achteraf bezien bleek dat hij door een briljant diplomatiek steekspel tussen Frankrijk en Duitsland geen enkele kans te hebben gemaakt op dat door hem zo begeerde baantje.

En nu neemt Timmermans wraak hij met z'n Green deal, waar zijn onderhorigen miljarden voor mogen ophoesten.

Ik ken Frenske nog uit de tijd dat ik met PvdA-europarlementariër Edith Mastenbroek was getrouwd. Frenske zat toen nog gewoon in de Tweede Kamer maar liep de deuren van het Europese Parlement al plat. Hij was broodmager, had geen baard en was, in mijn herinnering, een overkammer. Een overkammer is een kalende man die het restant van zijn haar over de kale delen van het hoofd kamt. In niets leek hij op de Vader Abraham, de Paulus de Boskabouter, de Kabouter Plop of de Humpty Dumpty die hij nu is. 

Vilein was hij al wel, zo vernam ik toen al van zeer betrouwbare bronnen uit de PvdA. Een matennaaier, een backstabber: Timmermans schuwde geen enkel middel om zijn doel te bereiken. Toen Frenske minister van Buitenlandse zaken werd, ben ik hem intensief gaan volgen. Dat was één groot feest. Hij liet zich als een Hollandse toerist met iedere hoogwaardigheidsbekleder op de foto zetten, of het nou de honoraire consul was van Liechtenstein of een of andere despoot achter de Oeral. Zonder grandeur en zo blij als Billie Turf die een uur gratis mag snoepen bij de Jamin. Timmermans in Brussel werd ook één groot mediaal feest. Een olifant in de porseleinkast. De circuspoedel, de dansende geit en de butler van Juncker the Drunker.

De ware Frans Timmermans, die bij leven al is heilig verklaard door hemzelf en vooral door de parlementaire pers omdat hij zes talen spreekt (Nederland had net zo goed Ivo Niehe naar Brussel kunnen sturen), waaronder een soort posh homo-Engels dat werd gesproken door Quentin Crisp, openbaarde zich ooit in een ogenschijnlijk luchtige Facebook-posting. Hij prees het boek Gevelde Eiken aan, met daarin gesprekken tussen de Franse schrijver/politicus André Malraux en oud-president Charles De Gaulle. "Terecht en bijzonder dat Elsevier aandacht besteedt aan de vertaling van dit geweldige boek. Ik las het toen ik in Frankrijk studeerde en nadacht over welk beroep ik zou kiezen. Het gesprek tussen een groot schrijver en een groot staatsman leek mij vooraf interessant als stijlfiguur, maar lezend trof mij toch vooral de kracht van het menselijke retrospectief, de zelfkritiek van De Gaulle, die ik tevoren alleen maar voor grenzenloos arrogant hield. Een uniek boek dat ook 45 jaar na het gesprek de moeite waard is, want de essentie van internationale politieke verhoudingen komt er in terug. De titel verwijst naar het prachtige gedicht dat Victor Hugo schreef bij de dood van Théophile Gautier. In mijn woorden: "Oh, welk een woest lawaai maken de eiken die in de schemering worden geveld voor Hercules’ brandstapel!"" Timmermans die uit de losse pols Victor Hugo vertaalt en zich spiegelt aan twee Franse legendes. Zo zie ik hem graag.

Frenske is een klassieke windvaan en een ongeneeslijke ijdeltuit. Bovendien is hij een pathologische leugenaar maar dat is de roomse Limburger, gepokt en gemazeld door de jezuïeten en andere toffelemoonse imposteurs, gewoon. Hoe weet je wanneer Frans Timmermans liegt? Als hij zijn mond opent! Frenske handelt louter en alleen ter meerdere eer en glorie van zichzelf. Hij gaat daarbij over lijken, zoals gebleken is uit zijn snoeiharde leugens over de ring, de passagiers van MH17 die elkaar diep in de ogen keken alvorens neer te storten en zijn valse gesnotter. 

Frans Timmermans is een narcist met een (Limburgs) minderwaardigheidscomplex, kampend met onbeheersbare woedeaanvallen. Dat bleek tijdens het beruchte interview met Jeroen Pauw. Even daarvoor had de woordsmid getriomfeerd in Brussel. Na de klaterende maidenspeech en aansluitende zegetocht in Brussel dacht Timmermans de week in stijl af te sluiten met een onemanshow bij Pauw, à la zijn grote voorbeeld Toon Hermans. Dronken van het succes nipte hij tijdens het interview aan een glas whisky, wat natuurlijk robuuster en veel staatsmannelijker staat dan een sip glaasje wijn. Ik vermoed dat de drank hem te loslippig maakte. Er was natuurlijk afgesproken dat Pauw niet over over de ring zou beginnen en de dierbaren die voor ze stierven elkaar minuten lang in de ogen keken. Ik denk dat Frans, tipsy en pisnijdig door de vraag die hem niet beviel, het zuurstofmasker spontaan verzon. Toen al duldde Frenske geen enkele tegenspraak en zagen we zijn ware, despotische gezicht. Pauw had nog beter tegen president Kim Jong-un van Noord-Korea kunnen zeggen dat die eens wat minder moet gaan eten. Dat Frenske tot overmaat van ramp ook nog eens een verschrikkelijk kinderachtig menneke is, blijkt wel uit het feit dat hij zich nooit meer door Pauw wil laten interviewen.

Ik sta te boek als een ietwat verbeten Timmermans-watcher en soms wordt er gesuggereerd dat ik een persoonlijke vete uitvecht met Frenske en dat ik jaloers op hem ben. Jaloers op zijn morbide obesitas en zijn Ziekte van Michelin zeker! Hij is de belangrijkste Nederlander in het buitenland en het is het mijn taak en plicht om de man te blijven analyseren en te duiden, zoals dat een persmuskiet betaamt. Het is toch werkelijk schandalig hoe Nederlandse hoernalisten - met Twannie Huys voorop - buigen als knipmessen als de Keizer Zonder Kleren voorbij schrijdt. Als hun idool een scheet heeft gelaten, zeggen deze hermelijnvlooien: "Sjonge jonge, wat ruikt het hier lekker, net of iemand lever met uien staat te bakken." Nooit maar dan ook nooit wordt er een kritische vraag gesteld aan Timmermans, uit angst dat hij dan ontploft van woede en dat de vraagsteller bedolven wordt onder een lawine ingewanden, fecaliën en vet.

Gelukkige ben ik niet de enige die de permanente boosheid, die in Frenske woedt als een veenbrand, heeft geconstateerd. De website van RTL Nieuws schreef eens: "Er zitten nare kantjes aan de Limburger: lange tenen, snel geïrriteerd, verliest regelmatig zijn geduld en slaat om zich heen als hij door een politieke tegenstander wordt aangepakt. Want daar houdt Timmermans niet van; hij kan op venijnige wijze karaktermoord plegen op zijn tegenstander. Heel wat Kamerleden die het wagen om maar de geringste vorm van kritiek op de minister te spuien, kennen de uitbarstingen van Timmermans maar al te goed."

Aan voorspellingen over Frenske waag ik mij niet meer, want ik zat er vaak naast en had zijn vlucht naar voren totaal niet verwacht. Wel denk ik dat de vleugeltjes van onze Heerlense Icarus vroeg of laat zullen afbreken. Niet alleen door de warmte van de zon, maar vooral omdat ze de tweehonderd kilo van Frenske niet langer kunnen torsen.

https://www.geenstijl.nl/5167436/de-boze-blanke-man-holle-bolle-boze-roze-frenske/