Hoe bereid ik me voor op een klimaatramp? (OneWorld)

https://www.oneworld.nl/app/uploads/2020/01/doomsday_prepping_ingekleurd3-875x712.jpg

Het klimaat is opgewarmd door de mens, zegt het nieuwste IPCC-rapport. Waarom lukt het dan toch niet om mijn gedrag te veranderen? vraagt journalist Rosa Boland zich af. Ze gaat op zoek naar inspiratie om in actie te komen.

Ik behoor tot de inmiddels grote groep mensen die weet dat klimaatproblemen in belangrijke mate door mensen worden veroorzaakt, dat er in mijn leven nog voelbare gevolgen van klimaatverandering zullen zijn en dat gedragsverandering noodzakelijk is. Toch kom ik niet in actie, maar kruip ik apathisch onder een dekentje als ik het zoveelste onheilspellende klimaatrapport lees. Ik kan me geen wereld voorstellen waarin we doen wat nodig is om de temperatuur niet verder te laten stijgen dan twee graden. Met als gevolg dat ik zelf ook weinig doe.

Dat kan liggen aan het feit dat wij mensen onze toekomstige ik als een complete vreemdeling zien; we zijn niet in staat ons in te leven in zijn of haar problemen en gevoelens. In een onderzoek waarin mensen beslissen hoeveel slokjes van een smerige cocktail zij respectievelijk zichzelf en hun toekomstige ik laten nemen, moet de toekomstige ik steevast meer slikken. Ook als het aankomt op klimaatverandering is duidelijk dat we niet veel geven om onze toekomstige ik.

Klimaatverandering is een ongeopende rekening die we lieverniet onder ogen willen zien

In een ander onderzoek worden mensen die zijn getroffen door orkaan Sandy onder de loep genomen. Het blijkt dat zelfs deze mensen niet zijn te porren voor een duurzame levensstijl. Ze willen terug naar de normaliteit van vóór de ramp, ook al weten ze dat ‘normaal’ ook een fossiele economie betekent, die de kans op een volgende natuurramp verhoogt. Klimaatverandering is een soort ongeopende rekening die we maar niet onder ogen willen zien.

De rijkste mensen op aarde lijken ondertussen wél rekening te houden met hun toekomstige zelf. Grote verdieners uit Silicon Valley laten bunkers bouwen in Nieuw-Zeeland, vele anderen laten safe rooms bouwen in hun huizen. Sommigen gaan contracten aan om hun lichaam na hun dood te laten invriezen, met het idee dat ze in betere tijden weer tot leven gewekt kunnen worden.

Ik heb geen geld voor dat soort fratsen en pak het liever wat fantasierijker aan. Maar hoe bereid ik me voor op een nieuwe wereld, of kan ik me in ieder geval wat meer inleven in de vreemdeling die mijn toekomstige ik nu nog is? Ik geef mijn verbeelding een kick-start met kunstwerken uit landen waar al (klimaat)chaos heerst.

Buitenlandse investeerders kopen grond met waterbronnen terwijl niet alle Ghanezen schoon drinkwater hebben

Zo toonde De Kerk in Arnhem een expositie over sociale rechtvaardigheid en klimaatverandering. Onder de titel Stormy Weather uitten kunstenaars over de hele wereld er hun zorgen. Dat levert geen clichébeelden op van vervallen steden en een apocalyptisch land vol zombies, maar een reële blik op de sociale problemen die ontstaan wanneer een samenleving door schaarste en chaos genoodzaakt is opnieuw te bepalen wie waar recht op heeft – wat me een goede voorbereiding op de toekomst lijkt.

Kunstenaar Serge Attukwei Clottey heeft jerrycans in stukjes gesneden en die vervolgens aan elkaar gesmolten tot een groot geel gordijn dat midden in de kerk hangt. In Ghana worden deze gele jerrycans Kufuor gallons genoemd, naar de voormalige president van Ghana, John Agyekum Kufuor, die ze massaal liet verspreiden tijdens de veelvuldige perioden van droogte in het land. Inmiddels dragen de plastic tanks zelf bij aan een milieuramp; de grote hoeveelheid verloren geraakt plastic verstopt het riool in de grote steden en brengt dieren op het strand en in de zee in gevaar.

Clottey wil met zijn werk de rol aantonen die privilege speelt bij milieurampen. Per e-mail laat hij weten: ‘Op dit moment wordt er veel grond met waterbronnen opgekocht door buitenlandse investeerders. Ondertussen hebben niet alle Ghanezen schoon drinkwater. Mijn werk symboliseert de scheidslijn tussen de stedelijke ruimte, waar nog altijd veel zwerfafval ligt, en de nieuwe, moderne woonwijken.’

Klimaatverandering zorgt ook dat mensen hun handen uit de mouwen steken en samenwerken

Het is een mooie illustratie van hoe mensen met de minste middelen het hardst getroffen (zullen) worden door klimaatchaos. Het dwingt me om na te denken over mijn rol als inwoner van een welvarend land. (Ik heb mijn plastichuishouding bepaald niet op orde.)

Een ander tentoongesteld werk laat zien hoe een ramp ook in staat is mensen te verbinden. In Deep Weather van de Zwitserse videokunstenaar Ursula Biemann zien we hoe duizenden mensen in Bangladesh samen de strijd aangaan tegen de stijgende zeespiegel door met de hand dijken te bouwen van modderzakken. Het grijpt me aan dat klimaatverandering niet alleen voor verdeeldheid zorgt, maar er ook voor zorgt dat mensen de handen uit de mouwen steken en samenwerken.

Geen historische wortels

Niet alleen beeldend kunstenaars, ook sommige schrijvers wagen zich aan de vraag waarom het zo moeilijk is om actie te ondernemen tegen klimaatverandering. Zoals Lieke Marsman, met haar boek Het tegenovergestelde van een mens. Ze weet daarin goed het verlammende effect van klimaatverandering te beschrijven: ‘Het rare aan angst is dat de wereld in angst nog precies zo is als hij daarvoor was, en toch lijkt alles voorgoed veranderd, juist omdat het voelt alsof alles voor altijd hetzelfde zal zijn. Hoe zal ik het zeggen, het is alsof de lucht voor je ogen beweegt: wat je ziet is wat er is, maar je kijkt door een waas.’

De hoofdpersoon uit de roman is een klimaatwetenschapper die worstelt met de vraag hoe ze zich moet verhouden tot de opwarming van de aarde. Het is een van de weinige fictieboeken over klimaatverandering waarin een dystopisch spektakel uitblijft. En het is fijn om te lezen over iemand die ook constant de psychologische druk voelt van dat onheilspellende probleem dat ‘klimaatverandering’ heet.

Volgens Marsman is het lastig om over klimaatverandering te schrijven. “Het is een heel abstract begrip”, zegt ze. “En het ligt ook nog eens voor een deel in de toekomst. Dat maakt het ongrijpbaar. Hoe schrijf je over een stijgende zeespiegel? Of over CO2-deeltjes? Het zijn nieuwe begrippen en ze hebben dus geen historische wortels die verhalen of mythen met zich meebrengen. Die moeten allemaal nog bedacht worden. Zodra de omvang van de gevolgen van klimaatverandering toeneemt, zal denk ik ook het aantal fictieromans volgen.”

Er is weinig Nederlandse literatuur over klimaatverandering

Literair tijdschrift Guernica besteedde al een keer een heel nummer aan ‘cli-fi’ (climate fiction). Ook hier weinig apocalyps. Er is vooral aandacht voor de druk die sociale relaties ondervinden in tijden van (aankomende) rampen en schaarste.

Een verhaal is van Lydia Millet en speelt zich af in een toekomst waarin natuur alleen nog voor de allerrijksten is. De hoofdpersoon werkt in een vakantieresort waar de elite komt kijken naar ‘zeldzame’ bosdieren als herten. Het leven wordt in haar wereld bepaald door een autoritair regime, en ze put hoop uit kijken naar die rijke bezoekers, die laten zien dat er ‘nog steeds mensen bestaan die precies doen waar ze zin in hebben’.

In deze verhalen gaat klimaatverandering over verstikkende lucht, over bosbranden en overstromingen, maar ook over hoe onze geest omgaat met de onzekere toekomst. Zoals in het mooie verhaal van Helen Phillips, waarin een moeder zich zo veel zorgen maakt over de eventuele toekomstige rampen, dat haar relatie met haar jonge dochter dreigt te verzuren. Totdat ze leert om haar gevoelens van angst er gewoon te laten ‘zijn’, zonder ze steeds te willen wegdrukken of te laten verdwijnen.

Excentriekelingen

Je kunt je natuurlijk ook veel concreter voorbereiden op toekomstige rampen. Ik bel met doomsday prepper Jeroen Klaassen. Deze nuchtere psycholoog laat zien dat preppers echt niet altijd tot op de tand bewapende excentriekelingen zijn. Hij verkoopt onder andere spullen waarmee mensen zich thuis kunnen voorbereiden op stroomuitval en overstromingen. “Mensen komen pas in actie als iets dichtbij komt”, zegt hij. “Toen bekend werd dat in het water rond Dordrecht de chemische stof GenX was aangetroffen, zag ik een hoop waterfilters die kant op gaan.”

Zo begon het ook bij hem. Toen hij nog in Rotterdam woonde, werd zijn omgeving een keer getroffen door een stroomstoring. Zijn oudste zoon was net geboren en Klaassen besefte dat hij zonder luxe en moderne middelen niet goed voor zijn kind kon zorgen. In de vriezer ontdooide de moedermelk. Het fornuis om de melk mee op te warmen, werkte niet. “Op dat moment besloot ik om me voor te bereiden op dit soort situaties. Ik dacht: Ik ben niet alleen verantwoordelijkheid voor mezelf, maar ook voor dit kleine hummeltje.”

Met het eten dat ik in huis heb, houd ik het een paar weken vol

Zijn voorbereidingen komen niet alleen van pas in geval van nood, maar dragen ook bij aan een duurzame levensstijl. Zo probeert Klaassen zo veel mogelijk groenten en kruiden uit eigen tuin te eten en heeft hij zijn eigen kippen. “Ik lig niet wakker van klimaatverandering. Ik vind het vooral leuk om na te denken over de toekomst. Stel, de supermarkt is helemaal leeggekocht omdat er een natuurramp aankomt, wat doe ik dan? Ik heb een voorraadkast vol blikken soep zodat ik daar geen last van zal hebben. Met het eten dat ik in huis heb, hou ik het een paar weken vol. Dat is genoeg, ik ben geen doemdenker en geloof dat de boel na een tijdje weer op orde komt.”

Wel probeer hij uit te zoeken of de planten in de moestuin nog goed kunnen groeien als het klimaat verandert. Want onze manier van landbouw is niet erg toekomstbestendig, ziet hij. “Door die enorme velden met steeds dezelfde gewassen raakt de bodem uitgeput en wordt het voedsel steeds slechter.”

Klaassen snapt wel dat een noodsituatie zo ver van mensen afstaat dat ze veelal het nut van voorbereiding niet zien. “Ik zeg weleens: ‘Je betaalt toch ook je brandverzekering, ook al ga je er niet van uit dat je huis afbrandt?’ Toch komen ze niet zelf in actie. Mensen kunnen nou eenmaal slecht vooruitdenken”, zegt hij laconiek.

Je kunt er ook plezier in hebben: nadenken over hoe je je kunt voorbereiden op een ramp

Klaassen houdt er rekening mee dat anderen zijn kant op komen als ze zonder levensmiddelen komen te zitten. “Ik heb een waterfilter gekocht, dat een paar jaar geleden nog een paar honderd euro kostte, en nu nog slechts drie tientjes. Door de vraag naar waterfilters in ontwikkelingslanden is er veel innovatie geweest op dit gebied. Met dit waterfilter kan ik de hele buurt van water voorzien.”

Hij heeft er vooral veel plezier in: nadenken over de toekomst en hoe hij zich kan voorbereiden op een ramp. “Ik weet dat ik op eigen houtje voor mezelf en mijn gezin kan zorgen en dat geeft me een gevoel van vrijheid.”

Dat is de juiste houding, lijkt me – mijn toekomstige ik moet iets doen wat voldoening geeft. Wat precies, dat is een zoektocht waar ik nu aan kan beginnen.

Dit artikel verscheen eerder in OneWorld-magazine in 2019.

Preppen: zo gek nog niet

‘Als ik kwaad ben, schrijf ik het best’

Rosa Boland

Het bericht Hoe bereid ik me voor op een klimaatramp? verscheen eerst op OneWorld.

https://www.oneworld.nl/lezen/klimaat/hoe-bereid-ik-me-voor-op-een-klimaatramp/

Elk jaar meer vuur (tot de bossen op zijn) (OneWorld)

https://www.oneworld.nl/app/uploads/2020/08/iStock-1189160696-875x583.jpg

Bosbrand in de Amazone.

Bosbranden zijn van alle tijden en soms zelfs noodzakelijk voor verjonging van de natuur. Maar de branden worden niet alleen steeds talrijker en heviger, ze duren ook langer. Zo lang dat de natuur geen kans meer krijgt zich te herstellen.

Jaar na jaar zijn de bosbranden wereldwijd talrijker en heviger. Zuid-Europa lijdt al weken onder grote natuurbranden. In Griekenland woeden honderden bosbranden die niet onder controle te krijgen zijn, maar ook Italië, Albanië en Turkije voeren een uitputtende strijd tegen het vuur. Vorig jaar kwamen er in Australië 34 mensen en 3 miljard dieren om het leven en maakten branden een gebied dat ruim drie keer zo groot is als Nederland met de grond gelijk. In Californië werd in 2020 eveneens een vuurrecord gebroken. Het jaar daarvoor had het vuur de Amazone in zijn greep, ruim 7 miljoen hectaren land gingen verloren. En 2018 was het jaar waarin meer Europese landen dan ooit kampten met bosbranden.

Goede bosbranden

Eerst even dit: bosbranden zijn niet per se slecht. Bepaalde bossen horen zo nu en dan te branden. “Een goed voorbeeld zijn de boreale bossen, waar een brand eens in de honderd tot driehonderd jaar voor verjonging zorgt”, vertelt Guido van der Werf, hoogleraar mondiale koolstofcyclus aan de Vrij Universiteit Amsterdam.” Dan gaat het om bossen in het hoge noorden van Rusland, Scandinavië, Alaska en Canada. Er zijn  zelfs boomsoorten die brand nodig hebben voor voortplanting, legt Van der Werf uit. Doordat bijvoorbeeld alleen bij oververhitting de knoppen met zaden openspringen. “Ook op savannes zijn branden noodzakelijk om het gebied open te houden; zonder brand zou het dichtgroeien met minder biodiversiteit tot gevolg.” Dat klinkt misschien tegenstrijdig, maar as zorgt voor vruchtbare grond en in een uitgedund bos kan de zon jonge begroeiing laag bij de grond bereiken.

Vijftien van de twintig meest verwoestende bosbranden in Californië vonden na 2000 plaats

Ook Californië kent bossen die van nature zo nu en dan branden. Denk aan Yosemite National Park en El Dorado National Forest. De daar veel voorkomende dennenbomen hebben er zelfs een natuurlijk afweersysteem voor ontwikkeld: dikke basten beschermen de boom en takken zitten hoog, veilig voor de natuurlijke branden die mede daardoor laag blijven. Gezonde bomen daarom stand, en oude of zieke bomen maken plaats voor nieuwe aanwas.

Toch is het opvallend dat vijftien van de twintig meest verwoestende branden ooit geregistreerd in Californië, na het jaar 2000 plaatsvonden. Tussen 1978 en 2018 vervijfvoudigde bovendien het gebied dat jaarlijks afbrandt. Je kunt dus volgens Van der Werf gerust zeggen dat de bosbranden in Californië inmiddels proporties en frequenties hebben aangenomen die onnatuurlijk en ongewenst zijn.

Slash and burn

“Een ander voorbeeld van ongewenste branden, zijn de branden in tropische bossen; de vegetatie is er niet op berekend”, vertelt Van der Werf. “De branden zijn daar onnatuurlijk en hebben vaak met ontbossing te maken.” Bosbranden zijn namelijk in regenwouden zoals de Amazone van nature bijzonder schaars; zelfs in een droog seizoen is de natuur er te vochtig om op natuurlijke wijze – denk aan blikseminslagen – vlam te vatten. Het overgrote deel van de branden ontstaat dan ook door menselijk toedoen, en is het resultaat van al dan niet illegale ontbossing – vaak voor landbouw. Bomen worden gekapt en te drogen gelegd, waarna de boel in de fik wordt gestoken zodat vruchtbare grond ontstaat. Deze techniek wordt ook wel slash and burn genoemd.

Een uitgedund regenwoud heeft een drogere grond en is een stuk brandgevoeliger

Zo’n aanpak is funest voor een ecosysteem. Een gezond regenwoud zorgt door een een kringloop van veel water opnemen en weer afgeven voor haar eigen regen. Een uitgedunde versie van het woud verliest die functie, heeft drogere grond en is een stuk brandgevoeliger, waardoor de door boeren gestichte brandjes uit de hand kunnen lopen, zoals vorig jaar gebeurde. Van der Werf: “De Amazone had als we naar de afgelopen decennia kijken in 2019 trouwens een vrij ‘gemiddeld’ jaar, maar kreeg enorm veel media-aandacht. Dat kwam ook doordat ontbossing weer is toegenomen, na sterke afnames sinds 2005. En uiteraard is een gemiddeld jaar niet hetzelfde als een goed jaar.”

Nieuwe branden

En hoewel het Wereld Natuur Fonds vorig jaar in een rapport constateerde dat er steeds meer branden zijn, zegt dat nog niet alles. “Wereldwijd zien we juist een afname van verbrand gebied”, gaat Van der Werf verder. Goed nieuws? “Nee, dat komt met name doordat voorheen veel branden op de savannes plaatsvonden. Die savannes horen dan juist weer wel iedere paar jaar te branden, maar worden vooral in Afrika langzaamaan omgezet in landbouwgrond, en dan zijn er minder branden. We zien daarentegen een toename van branden in de bossen in boreale gebieden, in sommige tropische bossen, op de toendra, in de VS en in sommige gebieden met meer gematigde klimaten, zoals delen van Australië.”

Wat was er in Australië vorig jaar aan de hand? De bosbranden die het continent in de greep hielden, waren het gevolg van een buitengewoon droge herfst en winter, gevolgd door een buitengewoon hete zomer. Het overgrote deel van Australië kampte in de herfst en de winter van 2019 met extreem weinig regenval. Voor enkele gebieden werd zelfs de minste regenval sinds 1900 gemeten, meldt het Bureau voor Meteorologie van de Australische overheid. Aansluitend werden er tussen september en november voor grote gebieden bovengemiddelde temperaturen of zelfs de hoogste temperaturen ooit gemeten. En nee, er is geen sprake van een warme uitschieter; de temperaturen in Australië zien we de afgelopen decennia gestaag stijgen.

Global Fire Emissions

Wetenschappers zijn het erover eens: bosbranden zijn heviger en duren langer door een veranderend klimaat, nog eens versterkt door ander menselijk handelen op het vlak van ontbossing en natuurmanagement – het gebeurt soms ook dat brandweerlieden in bepaalde bossen te veel branden blussen, zoals in onderstaande video te zien is, evenals andere voorbeelden van geslaagd en niet-geslaagd natuurmanagement in de VS.

Ruim driehonderd experts kwamen in een rapport in opdracht van de Amerikaanse overheid tot de conclusie: ‘Klimaatverandering vergroot de kwetsbaarheid van veel Amerikaanse bossen door branden, insectenplagen, droogte en uitbraken van ziekte.’ De Australische klimaatwetenschapper Lesley Ann Hughes zei in 2018 tegen The Guardian: ‘Klimaatverandering gaat over ongekende omstandigheden die normaler worden. Wat twintig jaar geleden normaal of gemiddeld was, is nu niet langer normaal of gemiddeld. Die ongekende omstandigheden, dat is waar klimaatwetenschappers voor gewaarschuwd hebben.’

In een opwarmende wereld kunnen bosbranden vaker voorkomen

Ook Van der Werf ziet dat het oude normaal niet meer terugkeert. Hij is een van de wetenschappers achter de Global Fire Emissions Database. De database brengt bosbranden wereldwijd in kaart en bekijkt hun impact op de hoeveelheid CO2 in de lucht. Hij zegt: “In een opwarmende wereld kunnen dit soort branden vaker voorkomen en daarmee zal de tijd tussen twee branden minder worden. Het gevolg is dat er minder tijd is voor aangroei, waardoor er netto koolstof van de biosfeer naar de atmosfeer gaat.” Dat zit zo: bij verbranding van bomen komt door die bomen opgeslagen CO2 vrij, die niet door nieuwe bomen kan worden opgeslagen doordat er te snel een nieuwe brand woedt. “De vegetatie zoals we die nu kennen in bijvoorbeeld het zuidoosten van Australië, kan dan veranderen in een savanne-achtig landschap – meer grasvlakten, minder hoge bebossing – waardoor je vaker branden hebt, maar met een lagere intensiteit.”

De wrange conclusie: hevige bosbranden zullen in de toekomst uiteindelijk minder vaak voorkomen, simpelweg doordat de bossen er dan niet meer zijn.

Elk jaar een recordjaar

Uit een rapport van het Wereld Natuur Fonds (WNF) uit 2020 blijkt dat het aantal natuurbranden niet alleen toeneemt, de branden zijn ook heviger en duren langer.  Ook zijn er elk jaar meer bosbranden dan het jaar ervoor. 75 procent van alle natuurbranden wordt bovendien veroorzaakt door de mens. De gemiddelde duur van het bosbrandenseizoen is door steeds extremere temperaturen en weersomstandigheden de afgelopen 35 jaar met 19 procent gestegen. Daardoor heeft de natuur te weinig tijd om te herstellen en komen vooral jonge dieren in de problemen, omdat er onvoldoende voedsel overblijft.

Een eerdere versie van dit artikel verscheen op OneWorld.nl in augustus 2020.

En de branden in Centraal-Afrika dan?

Voor Bolsonaro zijn boeren belangrijker dan bomen

Channa Brunt

Het bericht Elk jaar meer vuur (tot de bossen op zijn) verscheen eerst op OneWorld.

https://www.oneworld.nl/lezen/klimaat/zijn-ook-verwoestende-bosbranden-het-nieuwe-normaal/

Zijn ook verwoestende bosbranden het nieuwe normaal? (OneWorld)

https://www.oneworld.nl/app/uploads/2020/08/iStock-1189160696-875x583.jpg

Bosbrand in de Amazone.

Bosbranden zijn van alle tijden en soms zelfs noodzakelijk voor verjonging van de natuur. Maar de branden worden niet alleen steeds heviger, ze duren ook langer, volgens een rapport van WNF. En de grootste veroorzakers zijn wij zelf.

Update 28 augustus 2020

Uit een rapport van het Wereld Natuur Fonds (WNF) blijkt dat 75 procent van alle natuurbranden veroorzaakt wordt door de mens. Daarnaast zijn er wereldwijd sinds april 13 procent meer natuurbranden dan in dezelfde periode vorig jaar. Het aantal natuurbranden neemt niet alleen toe; de branden zijn ook heviger en duren langer. De gemiddelde duur van het bosbrandenseizoen is door steeds extremere temperaturen en weersomstandigheden sinds de afgelopen 35 jaar met 19 procent gestegen. Hierdoor heeft de natuur te weinig tijd om te herstellen en komen vooral jonge dieren in de problemen als er onvoldoende voedsel is.

Ten minste 34 mensen en naar schatting 3 miljard dieren kwamen begin dit jaar om het leven bij de bosbranden in Australië. 12,6 miljoen hectare land werd volgens het Australische ministerie van Binnenlandse Zaken door de branden met de grond gelijkgemaakt – een gebied dat ruim drie keer zo groot is als Nederland. Half februari kwam eindelijk de regen, die na acht maanden een einde maakte aan de branden.

Bij de in de media breed uitgemeten bosbranden in de Amazone vorig jaar, verbrandden ruim 7 miljoen hectaren land. Zweden maakte in 2018 de heftigste bosbranden mee die het land zag sinds zulke branden werden gedocumenteerd. 2018 was sowieso het jaar waarin meer Europese landen dan ooit kampten met bosbranden. Veel daarvan vonden plaats in beschermde Natura 2000-gebieden; van alle verbrande grond lag 36 procent in zo’n beschermd gebied – in totaal 50 duizend hectare.

Goede bosbranden

Eerst even dit: bosbranden zijn niet per se slecht. Bepaalde bossen horen zo nu en dan te branden. “Een goed voorbeeld zijn de boreale bossen (in het hoge noorden in Rusland, Scandinavië, Alaska en Canada, red.) waar een brand eens in de honderd tot driehonderd jaar voor verjonging zorgt”, vertelt Guido van der Werf, hoogleraar mondiale koolstofcyclus aan de Vrij Universiteit Amsterdam. “Er zijn zelfs boomsoorten die brand nodig hebben voor voortplanting (doordat bijvoorbeeld alleen bij oververhitting de knoppen met zaden openspringen, red.). Ook op savannes zijn branden noodzakelijk, om het gebied open te houden; zonder brand zou het dichtgroeien met lagere biodiversiteit tot gevolg.” Dat klinkt misschien tegenstrijdig, maar as zorgt voor vruchtbare grond en in een uitgedund bos kan de zon jonge begroeiing laag aan de grond bereiken.

Vijftien van de twintig meest verwoestende bosbranden in Californië vonden na 2000 plaats

Ook Californië kent bossen die van nature zo nu en dan branden. Denk aan Yosemite National Park en El Dorado National Forest. De daar veel voorkomende dennenbomen hebben er zelfs een natuurlijk afweersysteem voor ontwikkeld: dikke basten beschermen de boom en takken zitten hoog, doorgaans veilig voor de natuurlijke branden die mede daardoor laag aan de grond blijven knisperen. Gezonde bomen houden stand, oude of zieke bomen maken plaats voor nieuwe aanwas.

Toch is het opvallend dat vijftien van de twintig meest verwoestende branden ooit geregistreerd in Californië, na het jaar 2000 plaatsvonden. Tussen 1978 en 2018 vervijfvoudigde daarbij het gebied dat jaarlijks afbrandt. Je kan dus gerust zeggen dat de bosbranden in Californië inmiddels proporties en frequenties hebben aangenomen die onnatuurlijk en ongewenst zijn.

Slash and burn

“Een ander voorbeeld van ongewenste branden, zijn de branden in tropische bossen; de vegetatie is er niet op berekend”, aldus Van der Werf. “De branden zijn daar onnatuurlijk en veelal aan ontbossing gekoppeld.” Bosbranden zijn in regenwouden zoals de Amazone van nature bijzonder schaars; zelfs in een droog seizoen is de natuur er te vochtig om op natuurlijke wijze – denk aan blikseminslagen – vlam te vatten. Het overgrote deel van de branden ontstaat dan ook door menselijk toedoen, en is het resultaat van al dan niet illegale ontbossing – vaak voor landbouw. Bomen worden gekapt en te drogen gelegd, waarna de boel in de fik wordt gestoken zodat vruchtbare grond ontstaat. Deze techniek wordt ook wel slash and burn genoemd.

Een uitgedund regenwoud heeft een drogere grond en is een stuk brandgevoeliger

Zo’n aanpak is funest voor een ecosysteem. Een gezond regenwoud zorgt door een nauw samenspel van klimaat en begroeiing namelijk voor haar eigen regen, door een kringloop van veel water opnemen en weer afgeven. Een uitgedunde versie van het woud verliest die functie, heeft drogere grond en is een stuk brandgevoeliger, waardoor de door boeren gestichte brandjes uit de hand kunnen lopen, zoals vorig jaar gebeurde. Van der Werf: “De Amazone had als we naar de afgelopen decennia kijken in 2019 trouwens een vrij ‘gemiddeld’ jaar, maar kreeg enorm veel media-aandacht. Dat kwam ook doordat ontbossing weer is toegenomen, na sterke afnames sinds 2005. Uiteraard is een gemiddeld jaar niet hetzelfde als een goed jaar.”

Nieuwe branden

“Wereldwijd zien we juist een afname van verbrand gebied”, gaat Van der Werf verder. Goed nieuws? “Nee, dat komt met name doordat voorheen veel branden op de savannes plaatsvonden. Die savannes horen dan juist weer wel iedere paar jaar te branden, maar worden vooral in Afrika langzaamaan omgezet in landbouwgrond, en dan zijn er minder branden. We zien daarentegen een toename van branden in de bossen in boreale gebieden, in sommige tropische bossen, op de toendra, in de VS en in sommige gebieden met meer gematigde klimaten, zoals delen van Australië.”

Wat was er in Australië precies aan de hand? De bosbranden die het continent in de greep hielden, waren het gevolg van een buitengewoon droge herfst en winter, gevolgd door een buitengewoon hete zomer. Het overgrote deel van Australië kampte tussen januari en september (herfst/winter in Australië) vorig jaar met extreem weinig regenval. Voor enkele gebieden werd zelfs de minste regenval ooit gemeten (sinds 1900), meldt het Bureau voor Meteorologie van de Australische overheid. Aansluitend werden er tussen september en november voor grote gebieden bovengemiddelde temperaturen of zelfs de hoogste temperaturen ooit gemeten. En nee, er is geen sprake van een warme uitschieter; de temperaturen in Australië zien we de afgelopen decennia gestaag stijgen.

Global Fire Emissions

Onder de streep zijn wetenschappers het erover eens: bosbranden zijn heviger en duren langer door een veranderend klimaat, nog eens versterkt door ander menselijk handelen op het vlak van ontbossing en natuurmanagement – het gebeurt soms ook dat brandweerlieden in bepaalde bossen te veel branden blussen, zoals in onderstaande video te zien is, evenals andere voorbeelden van geslaagd en niet-geslaagd natuurmanagement in de VS.

Ruim driehonderd experts kwamen in een rapport in opdracht van de Amerikaanse overheid tot de conclusie: ‘Klimaatverandering vergroot de kwetsbaarheid van veel Amerikaanse bossen door branden, insectenplagen, droogte en uitbraken van ziekte.’ De Australische klimaatwetenschapper Lesley Ann Hughes zei in 2018 tegen The Guardian: ‘Klimaatverandering gaat over ongekende omstandigheden die normaler worden. Wat twintig jaar geleden normaal of gemiddeld was, is nu niet langer normaal of gemiddeld. Die ongekende omstandigheden, dat is waar klimaatwetenschappers voor gewaarschuwd hebben.’

In een opwarmende wereld kunnen bosbranden vaker voorkomen

Het nieuwe normaal? Van der Werf is naast hoogleraar een van de wetenschappers achter de Global Fire Emissions Database. De database brengt bosbranden wereldwijd in kaart en bekijkt hun impact op de hoeveelheid CO2 in de lucht. Hij zegt: “In een opwarmende wereld kunnen dit soort branden vaker voorkomen en daarmee zal de tijd tussen twee branden minder worden. Het gevolg is dat er minder tijd is voor aangroei, waardoor er netto koolstof van de biosfeer naar de atmosfeer gaat.” Dat zit zo: bij verbranding van bomen komt door die bomen opgeslagen CO2 vrij, die niet door nieuwe bomen kan worden opgeslagen doordat te snel een nieuwe brand woedt. “De vegetatie zoals we die nu kennen in bijvoorbeeld het zuidoosten van Australië, kan dan veranderen in een savanne-achtig landschap – meer grasvlakten, minder hoge bebossing – waarin je vaker branden hebt, maar met een lagere intensiteit.”

De wrange conclusie: hevige bosbranden zullen in de toekomst uiteindelijk minder vaak voorkomen, simpelweg doordat de bossen er dan niet meer zijn.

Dit artikel verscheen eerder op OneWorld.nl in januari 2020.

En de branden in Centraal-Afrika dan?

Voor Bolsonaro zijn boeren belangrijker dan bomen

Channa Brunt

Het bericht Zijn ook verwoestende bosbranden het nieuwe normaal? verscheen eerst op OneWorld.

https://www.oneworld.nl/lezen/klimaat/zijn-ook-verwoestende-bosbranden-het-nieuwe-normaal/

Zijn de bosbranden in Australië het nieuwe normaal? (OneWorld)

https://www.oneworld.nl/app/uploads/2020/01/1280px-Bandipur_fires_2019-875x583.jpg

De verwoestende bosbranden in Australië komen nog geen halfjaar na de enorme branden in de Amazone. Zijn deze natuurrampen een voorproefje van hoe de toekomst eruitziet?

Ten minste 28 mensen en naar schatting een miljard dieren (exclusief kikkers, vleermuizen en insecten) kwamen al om het leven bij de bosbranden in Australië. Inmiddels werden 8,4 miljoen hectaren land door de branden met de grond gelijkgemaakt – een gebied dat bijna drie keer zo groot is als Nederland. Januari en februari zijn doorgaans de warmste maanden op het continent, en naar verwachting kan Australië pas in maart weer rustig ademhalen.

Bij de in de media breed uitgemeten bosbranden in de Amazone vorig jaar, verbrandden ruim 7 miljoen hectaren land. Zweden maakte in 2018 de heftigste bosbranden mee die het land zag sinds zulke branden werden gedocumenteerd. 2018 was sowieso het jaar waarin meer Europese landen dan ooit kampten met bosbranden. Veel daarvan vonden plaats in beschermde Natura 2000-gebieden; van alle verbrande grond lag 36 procent in zo’n beschermd gebied – in totaal 50 duizend hectare.

Goede bosbranden

Eerst even dit: bosbranden zijn niet per se slecht. Bepaalde bossen horen zo nu en dan te branden. “Een goed voorbeeld zijn de boreale bossen (in het hoge noorden in Rusland, Scandinavië, Alaska en Canada, red.) waar een brand eens in de honderd tot driehonderd jaar voor verjonging zorgt”, vertelt Guido van der Werf, hoogleraar mondiale koolstofcyclus aan de Vrij Universiteit Amsterdam. “Er zijn zelfs boomsoorten die brand nodig hebben voor voortplanting (doordat bijvoorbeeld alleen bij oververhitting de knoppen met zaden openspringen, red.). Ook op savannes zijn branden noodzakelijk, om het gebied open te houden; zonder brand zou het dichtgroeien met lagere biodiversiteit tot gevolg.” Dat klinkt misschien tegenstrijdig, maar as zorgt voor vruchtbare grond en in een uitgedund bos kan de zon jonge begroeiing laag aan de grond bereiken.

Vijftien van de twintig meest verwoestende bosbranden in Californië vonden na 2000 plaats

Ook Californië kent bossen die van nature zo nu en dan branden. Denk aan Yosemite National Park en El Dorado National Forest. De daar veel voorkomende dennenbomen bijvoorbeeld, hebben er zelfs een natuurlijk afweersysteem voor ontwikkeld: dikke basten beschermen de boom en takken zitten hoog, doorgaans veilig voor de natuurlijke branden die mede daardoor laag aan de grond blijven knisperen. Gezonde bomen houden stand, oude of zieke bomen maken plaats voor nieuwe aanwas. Toch is het opvallend dat vijftien van de twintig meest verwoestende branden ooit geregistreerd in Californië, na het jaar 2000 plaatsvonden. Tussen 1978 en 2018 vervijfvoudigde daarbij het gebied dat jaarlijks afbrandt. Je kan dus gerust zeggen dat de bosbranden in Californië inmiddels proporties en frequenties hebben aangenomen die onnatuurlijk en ongewenst zijn.

Slash and burn

“Een ander voorbeeld van ongewenste branden, zijn de branden in tropische bossen; de vegetatie is er niet op berekend”, aldus Van der Werf. “De branden zijn daar onnatuurlijk en veelal aan ontbossing gekoppeld.” Bosbranden zijn in regenwouden zoals de Amazone van nature bijzonder schaars; zelfs in een droog seizoen is de natuur er te vochtig om op natuurlijke wijze – denk aan blikseminslagen – vlam te vatten. Het overgrote deel van de branden ontstaat dan ook door menselijk toedoen, en is het resultaat van al dan niet illegale ontbossing – vaak voor landbouw. Bomen worden gekapt en te drogen gelegd, waarna de boel in de fik wordt gestoken zodat vruchtbare grond ontstaat. Deze techniek wordt ook wel slash and burn genoemd.

Een uitgedund regenwoud heeft een drogere grond en is een stuk brandgevoeliger

Zo’n aanpak is funest voor een ecosysteem. Een gezond regenwoud zorgt door een nauw samenspel van klimaat en begroeiing namelijk voor haar eigen regen, door een kringloop van veel water opnemen en weer afgeven. Een uitgedunde versie van het woud verliest die functie, heeft drogere grond en is een stuk brandgevoeliger, waardoor de door boeren gestichte brandjes uit de hand kunnen lopen, zoals vorig jaar gebeurde. Van der Werf: “De Amazone had als we naar de afgelopen decennia kijken in 2019 trouwens een vrij ‘gemiddeld’ jaar, maar kreeg enorm veel media-aandacht. Dat kwam ook doordat ontbossing weer is toegenomen, na sterke afnames sinds 2005. Uiteraard is een gemiddeld jaar niet hetzelfde als een goed jaar.”

Nieuwe branden

“Wereldwijd zien we juist een afname van verbrand gebied”, gaat Van der Werf verder. Goed nieuws? “Nee, dat komt met name doordat voorheen veel branden op de savannes plaatsvonden. Die savannes horen dan juist weer wel iedere paar jaar te branden, maar worden vooral in Afrika langzaamaan omgezet in landbouwgrond en dan zijn er minder branden. We zien daarentegen een toename van branden in de bossen in boreale gebieden, in sommige tropische bossen, op de toendra, in de VS en in sommige gebieden met meer gematigde klimaten, zoals delen van Australië.”

Terug naar Australië. Wat is daar precies aan de hand? De bosbranden die het continent nu in de greep houden, zijn het gevolg van een buitengewoon droge herfst en winter, gevolgd door een buitengewoon hete zomer. Het overgrote deel van Australië kampte tussen januari en september (herfst/winter in Australië) vorig jaar met extreem weinig regenval. Voor enkele gebieden werd zelfs de minste regenval ooit gemeten (sinds 1900), weet het Bureau voor Meteorologie van de Australische overheid. Aansluitend werden er tussen september en november voor grote gebieden bovengemiddelde temperaturen of zelfs de hoogste temperaturen ooit gemeten. En nee, er is geen sprake van een warme uitschieter; de temperaturen in Australië zien we de afgelopen decennia gestaag stijgen.

Global Fire Emissions

Onder de streep zijn wetenschappers het erover eens: bosbranden zijn heviger en duren langer door een veranderend klimaat, nog eens versterkt door ander menselijk handelen op het vlak van ontbossing en natuurmanagement – het gebeurt soms ook dat brandweerlieden in bepaalde bossen té veel branden blussen, zoals in onderstaande video te zien is, tussen andere voorbeelden van geslaagd en niet-geslaagd natuurmanagement in de VS.

Ruim driehonderd experts kwamen in een rapport in opdracht van de Amerikaanse overheid tot de conclusie: ‘Klimaatverandering vergroot de kwetsbaarheid van veel Amerikaanse bossen door branden, insectenplagen, droogte en uitbraken van ziekte.’ De Australische klimaatwetenschapper Lesley Ann Hughes zei in 2018 tegen The Guardian: ‘Klimaatverandering gaat over ongekende omstandigheden die normaler worden. Wat twintig jaar geleden normaal of gemiddeld was, is nu niet langer normaal of gemiddeld. Die ongekende omstandigheden, dat is waar klimaatwetenschappers voor gewaarschuwd hebben.’

In een opwarmende wereld kunnen bosbranden vaker voorkomen

Het nieuwe normaal? Van der Werf is naast hoogleraar een van de wetenschappers achter de Global Fire Emissions Database. De database brengt bosbranden wereldwijd in kaart en bekijkt hun impact op de hoeveelheid CO2 in de lucht. Hij zegt: “In een opwarmende wereld kunnen dit soort branden vaker voorkomen en daarmee zal de tijd tussen twee branden minder worden. Het gevolg is dat er minder tijd is voor aangroei, waardoor er netto koolstof van de biosfeer naar de atmosfeer gaat.” Dat zit zo: bij verbranding van bomen komt door die bomen opgeslagen CO2 vrij, die niet door nieuwe bomen kan worden opgeslagen doordat te snel een nieuwe brand woedt. “De vegetatie zoals we die nu kennen in bijvoorbeeld het zuidoosten van Australië kan dan veranderen in een savanne-achtig landschap – meer grasvlakten, minder hoge bebossing – waarin je wel vaker branden hebt maar met een lagere intensiteit.” Een wrange conclusie dus: hevige bosbranden zullen in de toekomst uiteindelijk minder vaak voorkomen, simpelweg doordat de bossen er dan niet meer zijn.

En de branden in Centraal-Afrika dan?

Voor Bolsonaro zijn boeren belangrijker dan bomen

Channa Brunt

Het bericht Zijn de bosbranden in Australië het nieuwe normaal? verscheen eerst op OneWorld.

https://www.oneworld.nl/duurzaamheid/zijn-de-bosbranden-in-australie-het-nieuwe-normaal/

Hoe bereid ik mijn toekomstige ik voor op een klimaatramp? (OneWorld)

https://www.oneworld.nl/app/uploads/2020/01/doomsday_prepping_ingekleurd3-875x712.jpg

Journalist Rosa Boland komt maar niet in actie tegen klimaatverandering omdat ze zich geen voorstelling kan maken van de toekomst. Ze gaat haar apathie te lijf met kunst, literatuur en een gesprek met een doomsday prepper. ‘Mensen komen pas in actie als iets dichtbij komt.’

Ik behoor tot de inmiddels grote groep mensen die weet dat klimaatproblemen in belangrijke mate door mensen worden veroorzaakt, dat er in mijn leven nog voelbare gevolgen van klimaatverandering zullen zijn en dat gedragsverandering nodig is. Toch kom ik niet in actie, maar kruip apathisch onder een dekentje als ik het zoveelste onheilspellende klimaatrapport lees. Ik kan me geen wereld voorstellen waarin we doen wat nodig is om de temperatuur niet verder te laten stijgen dan twee graden. Met als gevolg dat ik zelf ook weinig doe.

Dat kan liggen aan het feit dat wij mensen onze toekomstige ik als een complete vreemdeling zien; we zijn niet in staat ons in te leven in zijn of haar problemen en gevoelens. In een onderzoek waarin mensen beslissen hoeveel slokjes van een smerige cocktail zij zichzelf en hun toekomstige ik laten nemen, moet de toekomstige ik steevast meer slikken. Ook op het gebied van klimaatverandering is het duidelijk dat we niet veel geven om onze toekomstige ik.

Klimaatverandering is een ongeopende rekening die we maar niet onder ogen willen zien

In een ander onderzoek worden mensen die zijn getroffen door orkaan Sandy onder de loep genomen. Het blijkt dat zelfs deze mensen niet zijn te porren voor een duurzame levensstijl. Ze willen terugkeren naar de normaliteit van vóór de ramp, ook al weten ze dat ‘normaal’ ook een fossiele economie betekent, die de kans op een volgende natuurramp verhoogt. Klimaatverandering is een soort ongeopende rekening die we maar niet onder ogen willen zien.

De rijkste mensen op aarde lijken ondertussen wél rekening te houden met hun toekomstige zelf; al spreekt er weinig verbeeldingskracht uit hun voorzorgsmaatregelen. Al zeven van de grootste verdieners uit Silicon Valley lieten een bunker bouwen in Nieuw-Zeeland en vele anderen kochten er huizen waar ze safe rooms lieten inbouwen. Anderen geven de hoop helemaal op en gaan contracten aan om hun lichaam na hun dood te laten invriezen, met het idee dat ze in betere tijden weer tot leven gewekt kunnen worden.

Ik heb geen geld voor dat soort fratsen en pak het liever wat fantasierijker aan. Maar hoe bereid ik me voor op een nieuwe wereld, of kan ik mij in ieder geval wat meer inleven in de vreemdeling die mijn toekomstige ik nu is? Ik geef mijn verbeelding een kick-start met kunstwerken uit landen waar al (klimaat)chaos heerst.

Buitenlandse investeerders kopen grond met waterbronnen terwijl niet alle Ghanezen schoon drinkwater hebben

In De Kerk in Arnhem ga ik de confrontatie aan met een expositie over sociale rechtvaardigheid en klimaatverandering. Onder de titel Stormy Weather tonen kunstenaars over de hele wereld hun zorgen. Hier geen clichébeelden van vervallen steden en een apocalyptisch land vol zombies, maar een blik op de reële sociale problemen die volgen wanneer een samenleving door schaarste en chaos opnieuw bepaalt wie waar recht op heeft – een goede voorbereiding op de toekomst, zo lijkt me.

Midden in de kerk hangt een groot, geel gordijn gemaakt van plastic. Kunstenaar Serge Attukwei Clottey heeft jerrycans in stukjes gesneden en de stukjes vervolgens aan elkaar gesmolten. In Ghana worden de gele jerrycans Kufuor gallons genoemd, naar de voormalige president van Ghana, John Agyekum Kufuor, die ze massaal liet verspreiden. De jerrycans werden gebruikt tijdens de veelvuldige perioden van droogte in het land. Inmiddels dragen de plastic watertanks zelf bij aan een milieuramp; de grote hoeveelheid verloren geraakt plastic verstopt het riool in de grote steden en brengt dieren op het strand en in de zee in gevaar.

Clottey wil met zijn werk laten zien welke rol privilege speelt bij milieurampen. Per e-mail laat hij weten: “Op dit moment wordt er veel grond met waterbronnen opgekocht door buitenlandse investeerders. Ondertussen hebben niet alle Ghanezen schoon drinkwater. Mijn werk symboliseert de scheidslijn tussen de stedelijke ruimte, waar nog altijd veel zwerfafval ligt, en de nieuwe, moderne woonwijken.”

Klimaatverandering zorgt ook dat mensen hun handen uit de mouwen steken en samenwerken

Het is een mooie illustratie van hoe mensen met de minste middelen het hardst getroffen (zullen) worden door klimaatchaos. Het dwingt me om na te denken over mijn rol als inwoner van een welvarend land. (Ik heb mijn plastichuishouding bepaald niet op orde.)

Een ander werk in de tentoonstelling laat zien hoe een ramp mensen ook kan verbinden. In Deep Weather van de Zwitserse videokunstenaar Ursula Biemann zien we hoe duizenden mensen in Bangladesh samen de strijd aangaan tegen de stijgende zeespiegel door met de hand dijken te bouwen van modderzakken. Het is wel mooi om te zien dat klimaatverandering niet alleen voor verdeeldheid zorgt, maar er ook voor zorgt dat mensen hun handen uit de mouwen steken en gaan samenwerken.

Geen historische wortels

Na dit museumbezoek duik ik in de literatuur. Sommige schrijvers wagen zich aan de vraag waarom het zo moeilijk is om actie te ondernemen tegen klimaatverandering. Zoals Lieke Marsman, met haar boek Het tegenovergestelde van een mens. Ze weet daarin mooi het verlammende effect van klimaatverandering te beschrijven: ‘Het rare aan angst is dat de wereld in angst nog precies zo is als hij daarvoor was, en toch lijkt alles voorgoed veranderd, juist omdat het voelt alsof alles voor altijd hetzelfde zal zijn. Hoe zal ik het zeggen, het is alsof de lucht voor je ogen beweegt: wat je ziet is wat er is, maar je kijkt door een waas.’

De hoofdpersoon uit de roman is een klimaatwetenschapper die worstelt met de vraag hoe ze zich moet verhouden tot de opwarming van de aarde. Het is een van de weinige fictieboeken over klimaatverandering waarin een dystopisch spektakel uitblijft. Het is fijn om te lezen over iemand die ook leeft met de psychologische druk van dat onheilspellende probleem ‘klimaatverandering’ op de achtergrond.

Volgens Marsman is het lastig om over klimaatverandering te schrijven. “Het is een heel abstract begrip”, zegt ze. “En het ligt ook nog eens voor een deel in de toekomst. Dat maakt het ongrijpbaar. Hoe schrijf je over een stijgende zeespiegel? Of over CO2-deeltjes? Het zijn nieuwe begrippen en ze hebben dus geen historische wortels die verhalen of mythen met zich meebrengen. Die moeten allemaal nog bedacht worden. Zodra de omvang van de gevolgen van klimaatverandering toeneemt, zal denk ik ook het aantal fictieromans volgen.”

Er is weinig Nederlandse literatuur over klimaatverandering

Afgezien van het boek van Marsman is er weinig Nederlandse literatuur over klimaatverandering. Dat is jammer, want lezen over een held die klimaatverandering de baas wordt lijkt mij wel inspirerend. In het Engelse taalgebied is er al veel meer ‘cli-fi’ (climate fiction) voorhanden. Het literaire tijdschrift Guernica besteedde er in maart dit jaar een heel nummer aan. Ook hier weinig apocalyps. Er is vooral aandacht voor de druk die komt te staan op sociale relaties in tijden van (aankomende) rampen en schaarste.

Er is een verhaal van Lydia Millet dat zich afspeelt in een toekomst waarin natuur alleen nog voor de allerrijksten is. De hoofdpersoon werkt in een vakantieresort waar de elite komt kijken naar ‘zeldzame’ bosdieren als herten. Het leven wordt in haar wereld bepaald door een autoritair regime. Daarom put ze hoop uit kijken naar die rijke bezoekers, omdat het bewijst dat er ‘nog steeds mensen bestaan die precies doen waar ze zin in hebben’.

Klimaatverandering gaat in deze verhalen over verstikkende lucht, over bosbranden en overstromingen, maar ook over hoe onze geest omgaat met de onzekere toekomst. Zoals in het mooie verhaal van Helen Phillips, waarin een moeder zich zo veel zorgen maakt over de eventuele toekomstige rampen, dat haar relatie met haar jonge dochter dreigt te verzuren. Totdat ze leert om haar gevoelens van angst er gewoon te laten ‘zijn’ zonder ze steeds te willen wegdrukken of steeds met anderen in gesprek te willen laten verdwijnen.

Excentriekelingen

Tot slot bel ik met doomsday prepper Jeroen Klaassen. De nuchtere psycholoog laat zien dat preppers echt niet altijd tot op de tand bewapende excentriekelingen zijn. Hij verkoopt spullen waarmee mensen zich thuis kunnen voorbereiden op stroomuitval en overstromingen. “Mensen komen pas in actie als iets dichtbij komt”, zegt hij. “Toen bekend werd dat in het water rond Dordrecht de chemische stof GenX was aangetroffen, zag ik een hoop waterfilters die kant op gaan.”

Zo begon het ook bij hem. Toen hij nog in Rotterdam woonde, werd zijn omgeving een keer getroffen door een stroomstoring. Zijn oudste zoon was net geboren en Klaassen besefte dat hij niet goed voor zijn kind kon zorgen zonder luxe en moderne middelen. In de vriezer ontdooide de moedermelk. Ook het fornuis om de melk mee op te warmen, deed het niet meer. “Op dat moment besloot ik om me voor te bereiden op dit soort situaties. Ik dacht: ik ben niet alleen verantwoordelijkheid voor mezelf, maar ook voor dit kleine hummeltje.”

Met het eten dat ik in huis heb, houd ik het een paar weken vol

Zijn voorbereidingen komen niet alleen van pas in geval van nood, maar dragen ook bij aan een duurzame levensstijl. Zo probeert Klaassen zo veel mogelijk groenten en kruiden uit eigen tuin te eten en heeft hij kippen. “Ik lig niet wakker van klimaatverandering. Ik vind het vooral leuk om na te denken over de toekomst. Stel, de supermarkt is helemaal leeggekocht omdat er een natuurramp aankomt, wat doe ik dan? Ik heb een voorraadkast vol blikken soep zodat ik dit probleem niet krijg. Met het eten dat ik in huis heb, hou ik het een paar weken vol. Dat is genoeg, ik ben geen doemdenker en geloof dat de boel na een tijdje weer op orde komt.”

Hij probeert wel uit te zoeken of de planten in de moestuin nog goed kunnen groeien als het klimaat verandert. Want onze manier van landbouwen is niet erg toekomstbestendig, ziet hij. “Door die enorme velden met dezelfde gewassen raakt de bodem uitgeput en wordt het voedsel steeds slechter.”

Klaassen snapt het wel, dat een noodsituatie zo ver van mensen afstaat dat ze veelal het nut van voorbereiding niet zien. “Ik zeg weleens: ‘Je betaalt toch ook je brandverzekering, ook al ga je er niet van uit dat je huis afbrandt?’ Toch komen ze niet zelf in actie. Mensen kunnen nou eenmaal slecht vooruitdenken”, zegt hij laconiek.

Je kunt er ook plezier in hebben: nadenken over hoe je je kunt voorbereiden op een ramp

Klaassen houdt er rekening mee dat anderen zijn kant op komen als ze zonder levensmiddelen komen te zitten. “Ik heb een waterfilter gekocht, dat een paar jaar geleden nog een paar honderd euro kostte, en nu nog slechts drie tientjes. Door de vraag naar waterfilters in ontwikkelingslanden is er veel innovatie geweest op dit gebied. Met dit waterfilter kan ik de hele buurt van water voorzien.”

Hij heeft er vooral veel plezier in: nadenken over de toekomst en hoe hij zich kan voorbereiden op een ramp. “Ik weet dat ik op eigen houtje voor mezelf en mijn gezin kan zorgen en dat geeft me een bevrijdend gevoel.” Dat is de goede houding, volgens mij – mijn toekomstige ik moet iets doen dat voldoening geeft. Wat precies, dat is een zoektocht waar ik nu aan kan beginnen.

Dit artikel verscheen eerder in OneWorld-magazine.

Preppen: zo gek nog niet

‘Als ik kwaad ben, schrijf ik het best’

Rosa Boland

Het bericht Hoe bereid ik mijn toekomstige ik voor op een klimaatramp? verscheen eerst op OneWorld.

https://www.oneworld.nl/duurzaamheid/hoe-bereid-ik-mijn-toekomstige-ik-voor-op-een-klimaatramp/