Opwarming van de Aarde (Wikipedia – Recente wijzigingen)

Klimatologische veranderingen: betere verwoording zodat duidelijk is a) dat smelt al aan de gang is b) dat polaire amplificatie niet alleen door albedo komt.

← Oudere versie Versie van 29 dec 2018 om 21:00
Regel 165: Regel 165:
 
== Verwachte gevolgen ==
 
== Verwachte gevolgen ==
 
=== Klimatologische veranderingen ===
 
=== Klimatologische veranderingen ===
Door het stijgen van de gemiddelde temperatuur wordt verwacht dat een deel van de [[gletsjer]]s, het (land)[[IJs (water)|ijs]] op de [[geografische pool|polen]] en op [[Groenland]] gaat smelten, waardoor het [[zeeniveau]] stijgt. Een bijkomend gevolg van deze smeltende ijskappen is een afname van de albedo, het weerkaatsende effect van het ijs. Minder ijs betekent minder weerkaatsing – dus meer absorptie van zonlicht, met als gevolg een verdere toename van de temperatuurstijging. Dat is de voornaamste reden dat de relatieve toename van de temperatuur aan de polen het hoogst is. Er wordt een zeespiegelstijging tussen de 26 en 82 centimeter verwacht in de periode 1981-2100 ten opzichte van de referentieperiode 1986-2005 (over de 20e eeuw geschat op 1 à 2 millimeter per jaar, 3 millimeter per jaar sinds 1992). De stijging van de zeespiegel wordt veroorzaakt door twee effecten: er komt smeltwater vanuit de ijskappen en de gletsjers in de oceaan terecht en het water wordt warmer en zal daardoor [[Thermische uitzetting|uitzetten]].<ref name="AR5WG1">{{Aut|IPCC WG1}} [http://www.climatechange2013.org/images/report/WG1AR5_TS_FINAL.pdf Technical Summary] in [http://www.ipcc.ch/report/ar5/wg1/ Climate Change 2013: The Physical Science Basis]</ref>
+
Bij verdere stijging van de gemiddelde temperatuur zal het smelten van [[gletsjer]]s, kleine ijskappen, het (land)ijs op [[Antarctica]] en [[Groenland]] doorzetten, waardoor het [[zeeniveau]] stijgt. Een bijkomend gevolg van het smelten van ijs is een afname van de [[albedo]], het weerkaatsende vermogen van het oppervlak. Minder ijs betekent minder weerkaatsing – dus meer absorptie van zonlicht, met als gevolg een verdere toename van de temperatuurstijging. Dat is een voorname reden dat de relatieve toename van de temperatuur aan de polen het hoogst is. Er wordt een zeespiegelstijging tussen de 26 en 82 centimeter verwacht in de periode 1981-2100 ten opzichte van de referentieperiode 1986-2005 (over de 20e eeuw geschat op 1 à 2 millimeter per jaar, 3 millimeter per jaar sinds 1992). De stijging van de zeespiegel heeft twee componenten: er komt smeltwater vanuit de ijskappen en de gletsjers in de oceaan terecht en het zeewater wordt warmer en [[Thermische uitzetting|zet daardoor uit]].<ref name="AR5WG1">{{Aut|IPCC WG1}} [http://www.climatechange2013.org/images/report/WG1AR5_TS_FINAL.pdf Technical Summary] in [http://www.ipcc.ch/report/ar5/wg1/ Climate Change 2013: The Physical Science Basis]</ref>
   
 
Wanneer de temperatuur toeneemt, neemt ook de verdamping van warm (zee)water toe, wat mondiaal gezien leidt tot meer [[neerslag (atmosfeer)|neerslag]]. Bij de polen en in hoger gelegen gebieden valt die neerslag in de vorm van sneeuw, hetgeen de krimp van de ijskappen weer afremt.<ref name="AR5WG1" /> Er zijn grote regionale verschillen in de effecten op de hoeveelheid neerslag: op sommige plaatsen zal het juist minder gaan regenen. Ook is het mogelijk dat de toename in verdamping van water groter is dan de neerslagtoename. Op een aantal plaatsen kan klimaatverandering leiden tot meer droogte, met als mogelijke gevolg meer kans op [[bosbrand]]en en [[woestijn]]vorming. De kracht van de [[Golfstroom]] zal waarschijnlijk geleidelijk afnemen door de smeltende polen. Dit kan in een uiterst geval juist een daling van de gemiddelde temperatuur voor West-Europa betekenen. Het precieze verloop hiervan is echter allerminst zeker en de scenario's hierover geven dan ook verschillende uitkomsten. Het [[Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut|KNMI]] verwacht geen grote effecten op de Golfstroom voor 2100, en geen afnemende temperaturen. Men verwacht over het algemeen wel een toename van extreme weersomstandigheden. De gevolgen van de opwarming op de intensiteit en frequentie van [[orkaan|orkanen]] zijn nog niet duidelijk.
 
Wanneer de temperatuur toeneemt, neemt ook de verdamping van warm (zee)water toe, wat mondiaal gezien leidt tot meer [[neerslag (atmosfeer)|neerslag]]. Bij de polen en in hoger gelegen gebieden valt die neerslag in de vorm van sneeuw, hetgeen de krimp van de ijskappen weer afremt.<ref name="AR5WG1" /> Er zijn grote regionale verschillen in de effecten op de hoeveelheid neerslag: op sommige plaatsen zal het juist minder gaan regenen. Ook is het mogelijk dat de toename in verdamping van water groter is dan de neerslagtoename. Op een aantal plaatsen kan klimaatverandering leiden tot meer droogte, met als mogelijke gevolg meer kans op [[bosbrand]]en en [[woestijn]]vorming. De kracht van de [[Golfstroom]] zal waarschijnlijk geleidelijk afnemen door de smeltende polen. Dit kan in een uiterst geval juist een daling van de gemiddelde temperatuur voor West-Europa betekenen. Het precieze verloop hiervan is echter allerminst zeker en de scenario's hierover geven dan ook verschillende uitkomsten. Het [[Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut|KNMI]] verwacht geen grote effecten op de Golfstroom voor 2100, en geen afnemende temperaturen. Men verwacht over het algemeen wel een toename van extreme weersomstandigheden. De gevolgen van de opwarming op de intensiteit en frequentie van [[orkaan|orkanen]] zijn nog niet duidelijk.
https://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=Opwarming_van_de_Aarde&diff=52888707&oldid=52888548