De enige manier om dit klimaatakkoord nog te redden (Joop)

https://joop.bnnvara.nl/content/uploads/2018/12/15279859012_16a37e1e96_k.jpg

cc-foto: United Nations Photo

Wie de bevolking de paniek in wil jagen, moet een tekst van 233 pagina´s op haar loslaten helemaal vol met alinea´s als de volgende:

Dat perspectief bieden we door de voorwaarden voor opschaling, innovatie, grotere efficiëntie en kostenreductie te scheppen, financiering beschikbaar te maken en voorstellen te doen om via beprijzing en subsidiëren de resterende onrendabele top van gebouwgebonden maatregelen, infrastructuur en duurzame bronnen weg te nemen. Het gaat dan om een schuif in de energiebelasting waardoor investeringen in verduurzaming worden gestimuleerd en om aantrekkelijke financieringsvormen waardoor de investeringen ook kunnen worden betaald. Verdere stimulans en handelingsperspectief worden geboden door via normering kenbaar te maken naar welke (eind)situatie gebouwen gebracht moeten worden om in de toekomst zonder aardgas verwarmd te kunnen worden.

Wij lezen dit op pagina 23 van het Ontwerp van het Klimaatakkoord, zoals dat dezer dagen door Ed Nijpels over Nederland is uitgestort. Het hele weekend hebben wij daarover gewichtige politici gehoord die allemaal zeiden dat het heel wezenlijk was, wat al die mensen bij elkaar gezet hadden en vooral heel urgent maar dat het eerst doogerekend moest worden door het Centraal Planbureau en het Planbureau voor de Leefomgeving, waarvan de meeste burgers nu voor het eerst horen. Ze zeggen erbij dat dit waarschijnlijk niet voor de Statenverkiezingen zal lukken want wij begrijpen allemaal wel dat 233 pagina´s suggesties en ideeën niet in een paar weken kunnen worden ‘doorgerekend’.

Dit alles doet denken aan het referendum over de Europese Grondwet: men publiceerde een enorme tekst in gruwelijk jargon. Het was genoeg om een krant van achtenveertig pagina´s te vullen (op tabloid dat wel) die in grote stapels op de benzinestations gratis was te bekomen. Het publiek kreeg te horen dat het welzijn van de hele wereld afhankelijk was van dit grondwettelijk ontwerp. Het bedacht zich vervolgens wat het in consumentenprogramma´s op de televisie strijk en zet te horen kreeg: teken geen documenten die je niet kunt overzien. En zo werd de Grondwet, een betrekkelijk onschuldig stuk dat alleen maar de gang van zaken binnen de Europese Unie bevestigde, als een levensgevaarlijk document door de kiezers weggestemd.

Als er nog een referendum bestond, zou dit ontwerp voor een klimaatakkoord, hetzelfde lot ondergaan. Meteen, onmiddellijk. Los van de werkelijke inhoud, los van de merites die het stuk ongetwijfeld heeft.

Dat de ‘doorrekening’ (wat is zo’n doorrekening in hemelsnaam waard, kunnen opstellers van plannen het allemaal zelf niet doorrekenen als ze zo precies weten wat er moet gebeuren?), dat die doorrekening pas na de Provinciale Statenverkiezingen kan worden voltooid, zal nog meer wantrouwen wekken. De politici durven kennelijk geen keuzes te maken voordat zij zeker zijn van hun postje op het Binnenhof. Ook hier zullen zij van een koude kermis thuis komen: accepteer geen offerte als er geen duidelijke prijs opstaat.

De milieubeweging, de FNV en Jesse Klaver hebben inmiddels afstand genomen van het hele akkoord omdat het de industrie ontziet en de rekening neerlegt bij de kleine man. Ze hebben wel bijna tot het einde meegepraat zodat een gedeelte van hun denken zeker in de tekst verwerkt zit. Hun vertrek is op zich niet voldoende reden om het verhaal van Nijpels zomaar af te wijzen.

Tegelijkertijd is het duidelijk dat er onder de bevolking geen draagvlak voor bestaat. Waarom niet? Het ontwerp van een klimaatakkoord is het resultaat van eindeloos overleg tussen belangenorganisaties en lobbyclubs van allerlei snit. Aan de klimaattafels zaten mannen en vrouwen die deelbelangen vertegenwoordigden en/of bepaalde visies op het klimaat en de inrichting van de samenleving maar niemand die echt het grondvlak van de samenleving vertegenwoordigde. U en ik, de mensen die je op de stations samen ziet drommen op weg naar het werk, de zzp’ers in hun oude bestelwagentjes, de kassameisjes, de avondstudenten en de pizzarijders. Hun dagelijkse levenservaring speelde geen enkele rol tijdens al dat vergaderen van die belangengroepen met hun jargon, hun en hun poldertrucs. Dat blijkt uit elke regel van die 233 pagina´s.

Als de regering draagvlak zoekt voor een klimaatakoord, dat dient ze de moed te hebben om een nationale dialoog te organiseren over dit onderwerp: in dorpshuizen en in zaaltjes achter buurtcafés. Waar mensen welkom zijn om voor eigen rekening te spreken. Je zou dat bijvoorbeeld kunnen aanpakken volgens het model dat David Van Reybrouck heeft ontwikkeld met zijn G1000 van volksvergaderingen. Niet eentje, maar tientallen in het hele land.

Het proces mag best een jaar of twee duren. Natuurlijk zijn er politici die ineens vreselijke haast willen maken of roepen dat het allemaal snel gefikst moet worden maar dat zijn dezelfden die de afgelopen tien jaar te veel op hun beloop hebben gelaten. Zij zijn wel de laatsten om te zeggen dat er nu onmiddellijk actie moet komen.

Dit is de enige manier om de Aanzet voor een Klimaatakkoord om te werken tot een beleidsdocument met serieus draagvlak onder de bevolking. En anders krijgen we wrok, veenbrand, misère haat en maatschappelijk conflict.

https://joop.bnnvara.nl/opinies/de-enige-manier-om-dit-klimaatakkoord-nog-te-redden

De overheid bedrijft cultureel kolonialisme als ze zich bemoeit met het uiterlijk van Zwarte Piet (Joop)

De fracties van NIDA, een islamitische partij met een vooruitstrevende inslag, de PvdA en GroenLinks in de Rotterdamse gemeenteraad hebben het college vragen gesteld over Zwarte Piet. Hoe zichtbaar zal die in het straatbeeld zijn? Dat is in principe geen zaak van het stadsbestuur. De intocht van Sinterklaas is een particuliere aangelegenheid waarin het Rotterdams Studenten Corps, ja die ballenclub van de Erasmus Universiteit, een hoofdrol speelt. Dat heeft verleden jaar al  langdurige gesprekken over de kwestie gevoerd met een organisatie die zegt op te komen voor Rotterdammers met een Afrikaanse achtergrond. Dat leidde tot een duidelijke conclusie: met Zwarte Piet moet het afgelopen zijn. Hij wordt in twee jaar uitgefaseerd. In 2019 mag nog maar tien procent van Sint Nicolaas’ knechten zwart zijn. Daarna is het helemaal afgelopen. Het bijvoeglijk naamwoord “Zwarte” is meteen al in de ban gedaan.

De Rotterdamse raadsleden zijn echter bang dat organisatoren van andere intochten – op wijkniveau – zich niet aan dit akkoord zullen houden zodat daar Zwarte Piet zwart blijft. Wat kan de gemeente doen om dit te voorkomen?

https://joop.bnnvara.nl/content/uploads/2018/09/4117709299_bd79f0726a_z-370x247.jpg

cc-foto: Selmer van Alten

De achtergrond van dit alles is de bij velen levende overtuiging dat Zwarte Piet bedoeld is als een karikatuur van de Afrikaan en als zodanig discriminatie aankweekt. Ook zou er een band bestaan tussen Pietermanknecht en de slavernij. Hier tegenover staat de gedachte dat Zwarte Piet zijn wortels vindt in oeroude Europese tradities rond vruchtbaarheidssymbolen (waar dacht je dat zak en roe echt voor stonden?) en duivelachtige begeleiders van de goden, met name Wodan. Sint Nicolaas zou een gekerstende versie van deze Germaanse oppergod zijn.

Zulke denkbeelden worden door de tegenstanders van Zwarte Piet met verontwaardiging en woede van de hand gewezen. Voor hen is en blijft hij racisme. Dat is bij miljoenen Nederlanders hard aangekomen. Natuurlijk: het kwam wel eens voor dat een kindje in de tram zei: “Daar zit Zwarte Piet”, maar dat misverstand werd door de gemiddelde ouder snel weggenomen. Zwarte Piet is een persoon uit een mythische wereld die ondanks zijn kleur niet met Afrika of het Caribisch gebied wordt geassocieerd. Sinterklaas en zijn knecht maken allebei deel uit van een jaarlijkse maskerade waarin niet alleen kinderen worden bedot maar ook de volwassenen elkaar in het ootje nemen. Dat komt bijvoorbeeld tot uiting in de gedichten die Sint en Piet aan hun surprises toevoegen, die zelf vaak genoeg ook heel anders zijn dan ze schijnen. Geen mens denkt bij deze carnavaleske rituelen aan Afrika of het Caribisch gebied.

Wie dat zonder meer afdoet als racisme maakt dezelfde fout als destijds de koloniale autoriteiten en de katholieke kerk op het eiland Curaçao, toen ze de uit Afrika afkomstige tradities van de bevolking als zedeloos trachtten uit te roeien. Dat ze in de Afrikaanse cultuur een geheel andere betekenis hadden, werd niet geaccepteerd. Net zo min als tegenspraak van de betrokkenen zelf. Zij werden tot zwijgen gebracht en bestraft.

René V. Rosalia publiceerde daar in 1997 een diepgaand en indrukwekkend proefschrift over met de titel Tambú, de legale en kerkelijke repressie van Afro-Curaçaose Volksuitingen. Hij introduceert in zijn boek ook het begrip “autorepressie”. Een gedeelte van de Curaçaose bevolking liet zich de vooroordelen van het gezag aanpraten en streed mee tegen de cultuur die hun voorouders ondanks ontvoering en slavernij hadden weten te redden. Rosalia komt tot de conclusie dat de jongere generaties  op het eiland deze autorepressie van zich hebben afgeschud.

Het belangrijkste in Rosalia’s studie is echter het door hem blootgelegde mechanisme: de paters en de bestuurders lieten hun eigen manier van kijken los op verschijnselen die uit een heel andere cultuur en een heel ander werelddeel kwamen dan het hunne. Vervolgens verklaarden zij die eigen manier van kijken voor alleenzaligmakend, waarop de veroordelingen konden beginnen. Een andere visie weigerden zij principieel serieus te nemen. Die was primitief. Die onwetende Curaçaoënaars  begrepen zelf niet waar ze mee bezig waren. Daarom moesten ze worden gecorrigeerd.

Het ingrijpen van de Rotterdamse raadsleden doet erg aan deze vorm van koloniale onderdrukking denken. Zij leggen hun interpretatie van Zwarte Piet op aan de hele bevolking – Zwarte Piet is racisme – en vragen vervolgens om maatregelen tegen wat zij zien als de karikaturisering van een bevolkingsgroep. De argumenten van de traditionele sinterklaasvierders worden zonder meer van de hand gewezen. Zij gelden niet. Zij komen voort uit domheid en vooroordelen. Hun tradities zijn zoals de Amerikanen het zouden zeggen beyond the pale en verdienen daarom officiële bestrijding. Zwarte Piet moet uit het straatbeeld worden verwijderd en zijn fans dienen te worden heropgevoed zodat zij hun zonde erkennen. De Rotterdamse raadsleden met hun vragen denken niet anders dan de ambtenaren van gouverneur Wouters in de jaren dertig, zij spiegelen zich aan de paters en de broeders van het bisdom Curaçao.

In een multiculturele stad met veel uiteenlopende levensstijlen is dat een gevaarlijke weg. Zo wordt namelijk een begin gemaakt met het opleggen van een Leitkultur, zoals de Duitsers het noemen, een dominante cultuur waarin alles wat aanstoot geeft verboden wordt. Religieuze kledij bijvoorbeeld die door delen van de bevolking met vrouwenonderdrukking in verband wordt gebracht. Dat kan alleen maar tot haat en veenbranden van verzet leiden.

Nu al worden tradities en gewoontes gepolitiseerd. Dat kan alleen maar leiden tot vergiftiging van het politieke debat.  Wij zien bijvoorbeeld hoe echte racisten proberen de figuur van Zwarte Piet te kapen om daarmee demagogie te bedrijven.

Beter is het als de overheid en de volksvertegenwoordigers zich uitermate terughoudend opstellen als het gaat om culturele uitingen in de openbare sfeer. Laat de organisatoren van sinterklaasoptochten het zelf uitzoeken. Bemoei je er niet mee. Bestrijd liever armoede en daadwerkelijke discriminatie op de arbeidsmarkt en elders in het openbare leven. De tijd van het cultureel kolonialisme is voorbij.

The post De overheid bedrijft cultureel kolonialisme als ze zich bemoeit met het uiterlijk van Zwarte Piet appeared first on Joop.

https://joop.bnnvara.nl/opinies/overheid-cultureel-kolonialisme-uiterlijk-zwarte-piet