Het jubeljaar van Erwin Olaf: ‘De illusie dat je oneindig leeft is voorbij’ (Vrij Nederland)

‘Ik stond te hijgen als een oude hond, ik kon niet voor- of achteruit. Mijn hart hield het niet, dat kreeg te weinig zuurstof.’ Op een berg bij Los Angeles, tijdens een van zijn laatste fotosessies, dacht Erwin Olaf dat zijn einde voortijdig nabij was.

Bekijk de foto's Nieuw werk van Erwin Olaf 24 januari 2019

‘Boven de vijftienhonderd meter begint het voor mij snel kritiek te worden, vanwege mijn longemfyseem. Ik werd onwel en vermoedde het begin van een hartaanval.’ De combinatie van hitte, ijle lucht en de as van verbrande Californische bomen leek hem fataal te worden. Wie weet speelden ook emoties over het overlijden van zijn moeder, een paar dagen eerder, een rol.

Een maand later zit de fotograaf opgewekt in zijn studio en kan het avontuur uitgebreid navertellen. Hij is geschrokken van zijn lichaam, de dood was daar in Californië echt veel te vroeg gekomen. ‘Dit jaar wordt een jubeljaar, dat wil ik echt niet missen.’

Een jubeljaar is het behalve voor hemzelf – emfyseem of niet, hij wil straks op 2 juli gewoon 60 jaar worden – ook voor de liefhebbers van zijn foto’s. Eerst is er vanaf half februari de grote overzichtstentoonstelling in het Haags Gemeentemuseum en het Fotomuseum. Hij heeft net bij de drukpers in Brugge staan waken over de kwaliteit van de bijbehorende catalogus die in vier talen zal verschijnen, met vier verschillende omslagen. ‘Vierhonderd pagina’s, jongen. Je kunt er iemand een doodklap mee geven.’ Hij is nog niet helemaal tevreden met wat er tot nu toe van de persen rolde. ‘De kleuren zijn al heel mooi, maar het zwart-wit is het nog net niet, daar moet nog even aan worden gewerkt.’

‘Dit jaar wordt een jubeljaar, dat wil ik echt niet missen.’

Later dit jaar zal zijn werk te zien zijn in het Rijksmuseum. ‘Taco Dibbits en ik zoeken naar thematische combinaties van mijn foto’s, die het Rijks vorig jaar heeft aangekocht, met schilderijen uit de collectie van het museum.’

Het is druk als altijd bij Fotostudio Erwin Olaf, waar de laatste prints worden afgewerkt voor de tentoonstelling in Den Haag. ‘Het bedrijf draait door, dat is een geoliede machine. Daar zorgt het roodharige monster wel voor.’ Dan heeft hij het liefdevol over Shirley den Hartog, de vrouw die zijn werkende leven runt en met wie hij een unieke zakelijke twee-eenheid vormt. Zij is er even tussenuit, maar ze heeft de studio zoals altijd in perfecte orde achtergelaten. Erwin Olaf zelf vertrekt straks voor een maand naar Vietnam – daar wil hij voor zijn feestjaar losbarst wat kleur op de wangen krijgen en letterlijk op adem komen. ‘Mijn longarts zegt: die Hollandse winters moet je voortaan zien te vermijden.’

https://www.vn.nl/wp-content/uploads/sites/3/2019/01/XeditPalm-Springs_American-Dream-Self-portrait-with-Alex_2018-1280x720.jpg

Klik op de foto om naar het fotodocument te gaan en meer van Erwin Olafs nieuwe werk te bekijken

 

Op tijd voor de begrafenis

Terugkijkend op zijn ademnood boven op die door bosbranden getroffen Californische berg krijgt hij het opnieuw benauwd. ‘We waren met een groot team op pad – assistenten, belichters, stylisten, modellen – en ze bleven maar vragen op me afvuren: “Wat wordt je point of view? Hoe wil je die verbrande auto precies in beeld? En hoe die verkoolde pine trees?“Geen idee waar ze het over hadden, ik was alleen maar bezig met overleven.’ Hij hapt weer naar adem bij de herinnering. ‘Je lichaam vraagt om zuurstof en het hart wil leveren, maar het krijgt te weinig van de longen en slaat dus op hol.’

De acute ademnood was maar één van de obstakels die van de Amerikaanse sessies een rampzalige onderneming dreigden te maken. De ploeg van zo’n vijftig mannen en vrouwen – ‘een kleine filmproductie’ – raakte collectief van slag toen een paar dagen voor de eerste shoot bekend werd dat de moeder en grootste fan van de fotograaf, Lida Springveld, na een lang ziekbed op 85-jarige leeftijd was overleden. ‘Ze was steeds in mijn gedachten als ik níét aan het werk was – als ik fotografeer, vergeet ik alles en iedereen.’ Om op tijd terug te zijn voor de begrafenis moest het team werkdagen inleveren. Toen bleek een van de locaties, een jarenvijftig-villa in een gated community, wegens burenruzies niet beschikbaar.

De acute ademnood was maar één van de obstakels die van de Amerikaanse sessies een rampzalige onderneming dreigden te maken.

Ondanks die tegenslagen heeft de Palm Springs-expeditie een schat aan nieuw materiaal opgeleverd, zegt Erwin Olaf terwijl we aan de lange eettafel in de studiokeuken naar de Amerikaanse foto’s kijken. ‘Er hing een engeltje boven ons hoofd, misschien was het mijn moeder wel. Ik kreeg zelfs de licht bewolkte dag die ik me had gewenst, waardoor het licht iets mystieks kreeg.’

Vanuit Nederland waren de locaties gescout en de modellen uitgekozen. Als altijd had hij schetsen gemaakt van de scènes. ‘Je bent aan het casten, je bekijkt honderd foto’s, je bedenkt situaties. Lang blijft dat een puur esthetische exercitie – in den beginne is per slot van rekening altijd het beeld. De inhoud sluipt later als vanzelf in de foto’s.’ Het echte werk is het kneden en fijnslijpen tijdens de shoot zelf, zegt hij. ‘Dan kom je onder grote druk te staan, het is hectisch, tijd is geld, veel geld in dit geval, je fantasie botst op de realiteit. Hoe goed ik het ook voorbereid, veel berust uiteindelijk op toeval. Als ik op locatie fotografeer, neem ik impulsieve beslissingen en werk ik op intuïtie.’

Fictioneel geouwehoer

Ondanks de extreme vermoeidheid gaf Palm Springs een kick. ‘Er gloorde een nieuwe richting in mijn werk, door de andere techniek die je nodig hebt buiten de studio. We hadden uitgebreid studie gemaakt van oude voorbeelden van licht uit de jaren vijftig en zestig, toen er veel op locatie werd geflitst vanuit de camera.’ Waar hij vroeger de beperking van de studio zocht, bleek de combinatie van binnen- en buitenwereld iets extra’s op te leveren. ‘We kregen af en toe een stukje van het verhaal cadeau.’

‘Fictioneel geouwehoer, iedereen moet er zelf maar iets van vinden.’

Een van de uitgangspunten was een ‘interraciale’ casting, volgens zijn stelregel dat we vanzelf alle kleuren van de regenboog krijgen als we allemaal maar de liefde met elkaar blijven bedrijven. ‘Ik wilde laten zien dat er tegenwoordig zoveel mooie kleuren huid zijn. Maar als je eenmaal gaat fotograferen, merk je dat je onherroepelijk verzeild raakt in een raciaal discours.’

Als de cast eenmaal op locatie bij elkaar komt, gaat zo’n project een eigen leven leiden, zegt Erwin Olaf. ‘Bijvoorbeeld de houding die deze jongen (op de hoofdfoto, red.) aannam. Die refereert aan de klassieke beeldhouwkunst, maar ook aan de protesthouding van Colin Kaepernick tijdens het spelen van het Amerikaanse volkslied.’ En die twee jongens in die villa uit de jaren vijftig, de een in zwembroek en de ander in legerkleding uit de tijd van de Korea-oorlog, hadden nooit van plaats kunnen wisselen, merkte hij tijdens het fotograferen.

‘Toen ik de schetsen maakte, dacht ik: ik zie straks wel wie wat aantrekt. Maar een donkere jongen kon destijds hoogstwaarschijnlijk niet geloofwaardig zijn als bewoner van dat riante villacomplex. De zoon des huizes was zonder twijfel wit en de donkere jongen stond op het punt om in Korea te sneuvelen in de strijd tegen het communistische gevaar. Fictioneel geouwehoer, iedereen moet er zelf maar iets van vinden.’

Blijf vrij van geest. Lees onze nieuwsbrief.
Ontvang de beste verhalen van Vrij Nederland in je mail, twee keer per week.

Het was voor het eerst sinds jaren dat hij weer zo’n typische mannenfoto maakte, nadat hij jarenlang met vrouwelijke modellen had gewerkt. Hij liet de jongens liefdevol met de voorhoofden tegen elkaar staan als ‘een teken van liefde, maar wel typisch mannelijk, niet iets tussen man en vrouw.’

Zelf kwam hij achter de camera vandaan voor een variant van David Hockneys Portrait of an Artist (Pool with Two Figures) uit 1972 – toevallig kort na de Palm Springs-sessie geveild voor het recordbedrag van 90 miljoen dollar. ‘In dat zelfportret van de fotograaf wil ik de onbereikbaarheid van de schoonheid laten zien, het verlangen naar wat je niet meer bent. Je kunt dan wel je feesttenue aantrekken, je blijft een oude kerel van zestig, met je ommuurde paradijselijke tuin.’

Ook dat paradijselijke valt bij nader inzien tegen, want waar de achtergrond bij David Hockney weelderig groen is, zie je bij Erwin Olaf vergeeld gras en een kale berg. ‘De productie stelde voor om dat gras groen te spuiten. Heel fijn als mensen zoiets voor je willen doen, maar ik wilde dat juist niet. Het verdroogde gras geeft de verzonnen, kunstmatige wereld van Palm Springs iets mooi schrijnends.’

https://www.vn.nl/wp-content/uploads/sites/3/2019/01/XeditPalm-Springs_The-Farewell_2018-1280x720.jpg

Klik op de foto om naar het fotodocument te gaan en meer van Erwin Olafs nieuwe werk te bekijken
Dat lichaam gaat meer lijden

Voor ze aan de slag gingen in Palm Springs waren Shirley en Erwin in Los Angeles geweest om te praten over Erwins eerste speelfilm, Een schitterend gebrek, een verfilming van het boek van Arthur Japin. Ze aten er met Reinout en Danielle Oerlemans, met wie hij dat filmproject ooit was begonnen, met Joop en Janine van den Ende, bewonderaars van zijn werk, en met een casting director uit Hollywood. Het was een positieve avond, het filmproject was besproken, de tafelgenoten toonden zich bereid om mee te denken en te helpen. De toegang tot grote sterren lag open, er was zicht op financiering. ‘Die film zat dus voor in mijn hoofd tijdens het Palm Springs project,’ zegt Erwin Olaf. ‘Ik werd daar steeds ongeruster over omdat een week fotograferen met zo’n groot team al nauwelijks lukte. Hoe moest het dan met een filmproductie van drie maanden?’

Na de laatste shoot reden ze meteen naar het vliegveld om op tijd te zijn voor de begrafenis van Erwins moeder. ‘Ik stapte in en gooide de schuifdeur van de productiebus dicht. Daarna keek ik naar Shirley en zij keek naar mij. Ik zei: ik ga die speelfilm níét maken. En Shirley antwoordde: ik wilde net tegen je zeggen dat je die film niet moet doen. Daarmee was het beklonken.’

Terug in Nederland was er eerst de begrafenis, maar al vrij snel daarna belde hij alle betrokkenen bij de film, Arthur Japin als eerste. ‘Arthur reageerde heel emotioneel.’

‘Laatst heb ik een vroeger sekscontact gefotografeerd, een oudere acrobaat uit voormalig Oost-Duitsland.’

Pas door de reactie van Japin besefte hij dat zes jaar van voorbereidingen nu voor niets waren geweest. ‘En ik realiseerde me meteen ook hoeveel ik in die periode lichamelijk achteruit was gegaan, ik ben nu echt een zieke kerel geworden. Ik ga niet stoppen met werken, maar aan de andere kant: I ain’t seen nothing yet, dat lichaam van mij gaat meer lijden. Je kunt wel zoveel willen, maar de illusie dat je oneindig leeft is voorbij. Ik weet nu dat ik me moet gaan voorbereiden.’

Oude Duitse acrobaat

Binnenkort roept hij zijn personeel bij elkaar om te vertellen dat hij een nieuwe weg inslaat. Nee, Shirley en hij stoppen niet met de Studio. Want hoe slechter zijn lichaam eraan toe is, hoe beter het gaat met de kunst. ‘Er is die reeks tentoonstellingen, maar daarnaast worden mijn foto’s nu overal verkocht, van Seoul tot Parijs en van Amsterdam tot Shanghai – en in mijn nieuwe New Yorkse galerie, Edwynn Houk Gallery.’

Voorlopig gaat hij nog niet ‘rondschuifelen in een studio aan de Middellandse Zee om daar geweldige stillevens met dooie takken te maken’. Wel wil hij in de Studio meer ruimte geven aan jonge fotografen. ‘Er lopen hier talentvolle jongens en meisjes rond, ik ga de rol van mentor met verve spelen.’ Daarnaast barst hij alweer van de plannen. Hij gaat verder met de bewegende foto’s, de moving billboards, die in Den Haag te zien zullen zijn. ‘En ik wil verdwijnende identiteiten onderzoeken: adel, religie, circus. Laatst heb ik een vroeger sekscontact gefotografeerd, een oudere acrobaat uit voormalig Oost-Duitsland. Die vertelde meeslepend over het uitstervende circusleven.’

Gaat de fotograaf, ooit opgeleid tot journalist, echt een meer documentair pad inslaan – de vorm van fotografie waartegen hij zich lange tijd heeft afgezet? ‘Met de technische en inhoudelijke kennis die ik heb opgebouwd, kan ik nu terugkeren naar een vorm van verslaggeving. Ja, júíst nu de musea eindelijk hun poorten openen voor mijn geënsceneerde fotografie.’

Erwin Olaf, Gemeentemuseum Den Haag en Fotomuseum Den Haag, 16 februari t/m 12 mei.

Het bericht Het jubeljaar van Erwin Olaf: ‘De illusie dat je oneindig leeft is voorbij’ verscheen eerst op Vrij Nederland.

https://www.vn.nl/erwin-olaf-jubileumjaar/

Klimaatjournalist Bernice Notenboom: ‘De Noordpool en ik zijn door de jaren heen verweerd’ (Vrij Nederland)

De temperatuur loopt op deze herfstdag toepasselijk hoog op in de Climate Planet-tent – een twintig meter hoge wereldbol op het Utrechtse Jaarbeursplein, met daarbinnen nóg een metershoge globe. Rondom planeet aarde luisteren een paar honderd mensen naar Bernice Notenboom, Noordpoolreizigster en klimaatkruisvaarder.

Dit interview komt uit onze ecospecial 'Zo verbeteren we de wereld'. Bestel 'm hier. Lees verder

Haar chique witte jurk contrasteert met de foto’s tegen de tentwand waarop ze dik ingepakt en zo te zien halfbevroren in de camera blikt. Behalve naar haar kijken we, vanuit ruimtevaardersperspectief, naar planeet aarde midden in de zaal. Die bol is kwetsbaar, is de onuitgesproken boodschap, en er is voor zover we weten geen tweede van. Uit de documentaire die in 360 graden op de globe is geprojecteerd, bleek al overduidelijk dat we bezig om de aarde naar de gallemiezen te helpen.

‘Hoe mooi gedaan ook, zo’n depressieve film zou ik zelf nooit maken,’ zegt Notenboom er later over. ‘De plaatjes zijn prachtig, maar het is te veel. Al is er, met de klimaatconferentie in Katowice in het vooruitzicht, reden tot somberheid. Wat een gebrek aan ambitie. Maar wat wil je, Polen is geheel afhankelijk van kolen.’

Na afloop staan vertegenwoordigers van grote Nederlandse bedrijven op om in woord en beeld te getuigen van hun bekering tot de missie van een duurzamere samenleving. CEO’s zijn een week met haar op expeditie geweest naar Spitsbergen en hebben daar van wetenschappers gehoord en met eigen ogen gezien wat de desastreuze gevolgen zijn van de opwarming van de atmosfeer.

‘Na hun terugkeer formuleerden banken en verzekeraars samen de Spitsbergenambitie,’ zegt Bernice Notenboom een paar dagen later in de Amsterdamse Pijp, waar ze kantoor houdt. Dat convenant komt erop neer dat de financiële instellingen de CO2-uitstoot zullen meten van hun investeringen, en ernaar streven dat die assets CO2-neutraal zijn. ‘Het zal nog wel even duren voor ze echt zover zijn,’ zegt Notenboom. ‘Ze zitten nog veel te diep in de fossiele industrie.’

https://www.vn.nl/wp-content/uploads/sites/3/2018/11/BerniceNotenboom_VrijNederland_2018_cDesirévandenBerg__87A2164_preview-640x896.jpg

Fulltime ontdekkingsreizigster

Bernice Notenboom (1962) groeide op als stadskind in Rotterdam, de natuur leerde ze kennen door wandelvakanties in de Alpen. Ze studeerde in Amsterdam en later in Denver, Colorado. ‘Daar woonde ik vlakbij de ruige natuur van de Rocky Mountains en ging ik om met mensen die net als ik van extreme sporten hielden.’

Na een korte carrière bij Microsoft en een tijdje als raftinggids in de Grand Canyon werd ze fulltime ontdekkingsreizigster en avonturierster. Sinds het begin van deze eeuw trok ze met nomaden door Pakistan en Mongolië, ging ze in Jemen op zoek naar sporen van de koningin van Sheba, beklom ze de Matterhorn en de Mount Everest en zakte ze per kajak de rivier de Niger af in Mali, van de hoofdstad Bamako naar Timboektoe.

Binnen één generatie hebben wij de helft van het Noordpoolijs respectloos laten verdwijnen. Dat is een keiharde waarheid die ik tijdens mijn expedities onder ogen moest zien.’

Meer nog dan de hoogte en de hitte trok de ijzige kou van Siberië, Groenland, de Zuid- en de Noordpool. Vanaf het moment dat ze elf jaar geleden voor het eerst over de Noordpool skiede, is ze gefascineerd door het arctische gebied. Zorgen over het slinken van die geliefde ijskap maakten haar tot een betrokken klimaatjournalist: nergens anders zijn de gevolgen van de klimaatverandering tenslotte zo goed zichtbaar als tegen de 90 graden noorderbreedte. Van de 7 miljoen vierkante kilometer ijs zijn er nog maar 3,5 miljoen over – een gebied ter grootte van Europa is gesmolten.

‘Dat wij binnen één generatie de helft van het Noordpoolijs respectloos hebben laten verdwijnen,’ zegt Notenboom, ‘is een keiharde waarheid die ik tijdens mijn expedities keer op keer onder ogen heb moeten zien.’

Blijf vrij van geest. Lees onze nieuwsbrief.
Ontvang de beste verhalen van Vrij Nederland in je mail, twee keer per week.
Bij de gratie van de golfstroom

Ze heeft net de laatste correcties aangebracht in Arctica. Mijn biografie van de Noordpool. Dat boek begint met een liefdesverklaring aan de Noordpool, die haar ondanks alle klimaatzorgen nog steeds gelukkig maakt en die onmisbaar is voor alle aardbewoners. ‘Het ijs en de sneeuw weerkaatsen 90 procent van de zonne-energie terug naar de ruimte, dat weerkaatsingseffect heet de albedo,’ doceert Notenboom. ‘Zo vervult de Noordpool haar functie als airconditioning van de wereld.’

Het verdwijnen van sneeuw en ijs vermindert niet alleen die albedo, het is nog erger: het water dat voor sneeuw en ijs in de plaats komt, absorbeert juist warmte. ‘Dat versnelt dus de opwarming van de aarde, waardoor het ijs er nog eerder smelt. Het is een neergaande spiraal en als er niets verandert, is de ijskap in 2030 vrijwel verdwenen. Dat is op termijn het einde van de Noordpool en ook fataal voor de rest van de wereld.’

Voor West-Europa zal het gevolg op den duur vreemd genoeg betekenen dat de warme golfstroom stukje voor stukje naar het zuiden wordt geduwd, wat grote gevolgen zal hebben voor de leefbaarheid hier. ‘Wij kunnen in West-Europa alleen maar leven bij de gratie van die golfstroom. Als die wegblijft, wordt het hier onleefbaar koud. Volg maar eens de 52ste breedtegraad vanuit Amsterdam: dan kom je terecht in Alaska en Siberië.’

Vatbaar voor drift

Behalve over haar eigen ervaringen en over de toekomst van het arctische gebied, schrijft ze in haar boek ook over de barre ontdekkingsreizen van Umberto Cagni, Robert Peary, Fridtjof Nansen, George DeLong en andere grote poolreizigers. Zij doolden vaak maanden rond op de Noordpool, iets wat nu alleen al door de afnemende ijskwaliteit niet meer zou kunnen. ‘Het ijs vormt zich steeds later in het jaar en smelt steeds eerder, soms zelfs al in februari. Ook is het op sommige plaatsen is het nog maar tientallen centimeters – dat dunne ijs is vatbaar voor drift.’

Maar toch, het is dat ze voor een poolexpeditie al gauw een miljoen euro kwijt is, geld dat ze zelf moet zien binnen te halen bij sponsors en subsidiegevers, anders zou Notenboom het liefst morgen alweer afreizen naar het hoogste noorden.

‘Ontneem me alle comfort, laat het leven op me afkomen: sneeuwstormen, drift, geulen en scheuren,’ schrijft ze over haar natuurlijke biotoop. ‘Ik voel me thuis in de ijzige wereld, ik schrik niet terug voor de tegenslagen en ben verbonden met een macht die me laat zien wie ik werkelijk ben.’

https://www.vn.nl/wp-content/uploads/sites/3/2018/11/afbeelding-3-_preview-1280x854.jpg

Deze foto’s van de ijskappen zijn gemaakt door Martin Hartley tijdens afgelopen expeditie van Bernice Notenboom naar de Noordpool. Ze staan ook in haar boek Arctica. Mijn biografie van de Noordpool.
Langdurige droogte

Sinds ze een huis heeft vlakbij de IJsselmeerdijk woont Bernice Notenboom afwisselend in Canada en daar. ‘Mijn huis staat in het zeer protestante gedeelte van mijn dorp, ze vinden me vast een rare. Ik ben soms een paar maanden op pad of in Canada en zorg dus niet altijd even goed voor de plantjes.’

Hoe idyllisch het er ook is, als je goed oplet, zijn de gevolgen van de klimaatverandering nooit ver weg. Ooit werd de IJsselmeerdijk hier verhoogd om het water buiten te houden, een eeuw later dreigt er juist een tekort aan water.

‘Vanochtend om zes uur stapte ik in mijn ochtendjas de deur uit, klom over de dijk en dook zo het water in, dat lager staat dan ooit en dus relatief warm is.’ De langdurige droogte heeft behalve voor de scheepvaart ook gevolgen voor de zoetwatervoorziening van Noord-Holland. ‘24 miljoen kubieke meter kraanwater wordt hier jaarlijks uit het IJsselmeer gepompt, maar doordat het water zo laag staat, is het bij het innamepunt nu veel te zout. Afgelopen zomer werd voor het eerst in de geschiedenis overwogen om tankschepen zoet water te laten invaren vanaf een diepere locatie in het IJsselmeer.’

De laatste ijsbeer

Noem haar liever geen activist, maar een zeer bevlogen waarnemer en verslaggever is Bernice Notenboom wel. Het enige wat haar lijkt te kunnen afremmen, is haar fysieke gestel dat zwaar heeft geleden onder alle ontberingen.

‘Ik heb mezelf als reder geregistreerd onder de vlag van Mongolië. Ik had zonder problemen kernafval van Moermansk naar Rotterdam kunnen laten vervoeren.’

De jury van de Duurzame Top Honderd boog onlangs nog diep voor het feit dat Notenboom, ‘toch niet meer de jongste’, niet alleen haar kennis en overtuiging in de strijd werpt, maar ‘zelfs haar lichaam’. In Arctica vergelijkt zij zichzelf met de Noordpool: allebei damaged goods. ‘We zijn door de jaren heen beschadigd en verweerd. Op elke expeditie krijg ik het voor mijn kiezen: een bevroren lip, gevoelloze vingers en tenen en mijn knieën zijn toe aan vervanging.’

Het gesleep en gesjouw met een loodzware slee over ijsschotsen, scheuren en sneeuwbergen heeft zijn tol geëist. Volgende week reist ze naar Salt Lake City waar een specialist de knoop zal doorhakken: heeft een zevende knieoperatie nog zin, of moet ze aan de kunstknie.

Bernice Notenboom voert haar strijd niet alleen op het ijs, maar ook met boeken en documentaires. Ze maakte de film Seablind nadat ze de roetdeeltjes had laten analyseren die ze tot haar verbijstering aantrof op de ooit maagdelijke Noordpoolsneeuw. ‘Ik kwam terecht in de meest vervuilende, minst transparante en minst gereguleerde industrie ter wereld, die van de vracht- en cruiseschepen. ‘In Seablind zijn we helemaal losgegaan toen we merkten dat je je als individu als vlaggenstaat kon registreren,’ herinnert Notenboom zich. ‘Ik heb mezelf voor de duur van de opnames als reder geregistreerd onder de vlag van Mongolië, dat ging gemakkelijk, hoewel dat land helemaal niet aan welke zee dan ook grenst. Ik had zonder problemen kernafval van Moermansk naar Rotterdam kunnen laten vervoeren.’

Wat voor haar een angstbeeld is, een ijsvrije Noordpool, is voor de Russische scheepvaart een winstgevend vooruitzicht. ‘De Russen varen de helft van die noordoostroute al: ze vervoeren vloeibaar aardgas en olie van schiereiland Yamal naar Japan.’ Maar haar echte nachtmerrie zijn de cruiseschepen met toeristen die straks de laatste ijsbeer willen gaan zien, en de laatste ijsberg. ‘Toeristen willen steeds verder naar het noorden, afgelopen jaar voeren drie cruiseschepen onder Russische vlag door de noordwestelijke passage, waarvan er eentje prompt vastliep op een ijsberg. Dat gaat een keer goed mis, met alle vervuiling door stookolie vandien.’

https://www.vn.nl/wp-content/uploads/sites/3/2018/11/afbeelding-26-_preview-1280x852.jpg

Veertig graden

Behalve aan het IJsselmeer woont Bernice Notenboom middenin de Canadese Rocky Mountains, in Fernie, British Columbia, een ski- en mijndorp met een paar duizend inwoners. ‘Ik woon in een bos, met de bergen op de achtergrond. In de winter vriest het er vaak zo’n veertig graden, dus ik kan er prima trainen voor mijn expedities.

In Fernie ben ik het liefst om te schrijven.’ Anders dan je zou verwachten, doet gidsland Canada nog minder aan klimaatmaatregelen dan Nederland, al is woningisolatie er vanzelfsprekend: ‘Anders word je keihard afgestraft met je energierekening.’

Een deel van haar huis verhuurt ze aan een ingenieur die werkt in de kolenmijn vlakbij. ‘Die mijn is er al tweehonderd jaar en was het bestaansrecht van Fernie. Elke dag denderen er vijftien treinen met metallurgische kool door het dorp, bedoeld voor de export naar China. Op termijn moet die mijn dicht. Maar voorlopig draait alles nog om fossiele energie.’

‘Vooral aan de industrietafel gebeurt geen flikker.’

Deze zomer was de hitte niet te harden in Fernie. ‘Het was 40 graden in mijn dorp, waar het ’s zomers normaal gesproken 25 graden is, en er viel nul regen,’ vertelt Notenboom. ‘Er waren meer dan twaalfhonderd bosbranden alleen al in British Columbia.’ Canada zou zó het meest duurzame land ter wereld kunnen worden. ‘We hebben water, wind, zon. Biomassa en hout hebben we ook. Maar de wil ontbreekt om de omschakeling te maken.’

Grote storm

En Nederland? De Spitsbergenambitie van expeditie Notenboom is op een van de klimaattafels terechtgekomen waaraan eindeloos wordt gepolderd. ‘Vooral aan de industrietafel gebeurt geen flikker,’ aldus Notenboom. Voorlopig houdt de Nederlandse regering het bij beloftes aan Groningen en de wens om geld te verdienen aan de klimaatzaak door onze expertise aan het buitenland te verkopen.

Profiteren van dreigende rampspoed door kennis te exporteren klinkt misschien cynisch, maar als het iets bijdraagt, mag het van Notenboom. ‘Je moet het allebei doen, adaptatie en voorkomen van uitstoot. We weten hier hoe we moeten dealen met te veel zoet, zout of brak water. Mijn eigen huis aan het IJsselmeer is tijdens de grote storm van 1916 in zijn geheel naar een veiliger plek verplaatst toen een dijkdoorbraak dreigde. In Texas had je de great storm van 1900, toen hebben ze de dijken verhoogd, maar de eeuw erna hebben de Amerikanen nauwelijks nog iets aan kustbeveiliging gedaan. Andere landen adviseren hoe ze zich kunnen aanpassen aan het nieuwe klimaat levert meteen geld op. Dat is aantrekkelijker voor de politiek dan inzetten op verandering van ons eigen gedrag omdat dat ons ooit financiële schade zal berokkenen.’

https://www.vn.nl/wp-content/uploads/sites/3/2018/11/afbeelding-34_preview-640x960.jpg

De enige vegan

Op een abstracte dreiging die te ver in de toekomst ligt, kan ons brein zich nu eenmaal niet voorbereiden, leerde Notenboom van psychologen als Daniel Kahneman. ‘Volgens de psychologie moet een abstracte kwestie als de klimaatcrisis aan drie voorwaarden voldoen voordat mensen bereid zijn in beweging te komen. Ten eerste: ze moeten echt begrijpen waarom het nodig is. Ten tweede: overstappen naar een duurzamer leven moet geen pijn doen. En ten derde: ze willen niet voor gek worden versleten. Niemand wil graag de enige vegan zijn in zijn vriendengroep, degene in de familie die nooit vliegt, die ene buurvrouw die haar huis op eigen kosten CO2-neutraal verbouwt.’

Dat psychologische mechanisme werkt bij CEO’s van grote ondernemingen niet anders. ‘Dus is het goed als je een week met elkaar op een bootje zit, los van raden van bestuur en aandeelhouders die in je nek hijgen met hun winstverwachtingen. Je hebt een week de tijd om te praten met mensen op hetzelfde niveau in andere bedrijven, óók over je twijfels. Jammer genoeg loopt de wil tot veranderen toch vaak vast op het niveau van de raden van commissarissen, waarin dinosauriërs als Van der Veer of Wijers zitten.’

Als klimaatbewuste westerling koop je dan toch een aflaat in de vorm van CO2-compensatie, ‘maar die onzin gaan we in de film ontrafelen.’

Sky Gods

Het komende jaar maakt Notenboom haar nieuwe film Sky Gods, over de snelle groei van de luchtvaart. Vliegtuigen zijn verantwoordelijk voor 4 procent van de CO2-uitstoot en als we doorgaan met goedkoop en onbeperkt vliegen, kan dat oplopen tot 16 procent in 2035. Het vliegtoerisme zal toenemen omdat Chinezen steeds meer gaan vliegen en Indiërs uiteindelijk ook. ‘Net als bij Seablind betrek ik alle stakeholders bij deze film, ook luchthavens en airlines.’

Alarmisme is haar vreemd, zegt Notenboom. Iedereen weet inmiddels wel dat vliegen slecht is en dat er grote financiële belangen spelen. Liever zoekt ze naar creatieve oplossingen, samen met de industrie en de consumenten, waarbij ze ook zichzelf niet buiten schot laat. ‘Een paar weken geleden besloot ik mijn vlucht naar China af te zeggen – ik zou erheen vliegen voor mijn film en dat leek me plotseling hopeloos inconsequent.’

Als klimaatbewuste westerling koop je dan toch een aflaat in de vorm van CO2-compensatie, ‘maar die onzin gaan we in de film ontrafelen. Kijk maar eens op de site van een vliegtuigmaatschappij als je de CO2-uitstoot van je vlucht wil compenseren. Dan vind je een vaag bericht dat die compensatie naar een of ander Panamees dorpje gaat, om het regenwoud daar te beschermen. Verder nul informatie, je sust je geweten met een zwart gat. Ja, dat geldt ook voor mijzelf, met mijn retourtjes Amsterdam-Vancouver.’

Consumenten zijn medeverantwoordelijk. ‘Wijzelf zijn de reizigers die voor een appel en een ei de hele wereld overvliegen.’

In Sky Gods richt Notenboom zich op de CO2-productie van de luchtvaart: ‘Als er elk uur van de dag 25.000 vliegtuigen in de lucht zijn die enorm veel CO2 uitstoten, wat gebeurt er dan in de stratosfeer?’ Ze gaat op zoek naar alternatieven voor de onbelaste fossiele brandstof – ‘waarom zou starten en landen, waarbij de meeste uitstoot plaatsvindt, niet elektrisch kunnen?’ En ze zal voorbeelden laten zien van alternatieven voor het vliegverkeer zoals hyperloops en hogesnelheidslijnen. ‘China is een voortrekker, Beijing-Shanghai is nu maar drieënhalf uur met de trein en comfortabeler en gezonder dan per vliegtuig. In Europa moeten bestemmingen als Berlijn en Kopenhagen veel sneller per trein bereikbaar worden.’

De verantwoordelijkheid ligt niet alleen bij overheden die sturend moeten optreden en de vervuiler moeten laten betalen, maar ook bij luchthavens en bij low cost maatschappijen als easyJet en Ryanair, vindt Notenboom. ‘De baas van Ryanair, Michael O’Leary, lijkt geen moreel besef te hebben. Hij voelt geen enkele verplichting om iets te doen voor het klimaat.’ En tenslotte: consumenten zijn medeverantwoordelijk. ‘Wijzelf zijn de reizigers die voor een appel en een ei de hele wereld overvliegen. Wijzelf willen de spullen die we bestellen morgen gratis op de deurmat hebben en ook weer gratis terugsturen. Dat zorgt voor een wereldwijd gesleep met goederen.’

IJsbreker

Wat is haar volgende bestemming? ‘Ik word ongelukkig als ik te lang op één plaats blijf en ik heb dus ongelooflijk veel gereisd en fantastische avonturen beleefd. Maar ik kan nooit meer een van de eerste reizigers in Birma zijn, waar ik clandestien de grens overging, of een historische voettocht maken op de grens tussen Pakistan en India, waar ik precies op het moment was van de aanslag op de Twin Towers. Ik was op veel plekken de eerste of de enige en die ervaringen kun je niet herhalen.’

Wel heeft ze alvast haar oog laten vallen op de nieuwe zijderoute, waarmee China via Centraal Azië het Westen wil bereiken. En ook haar geliefde Noordpool blijft ondanks alles lonken. ‘Volgend jaar probeer ik mee te gaan op de Mosaic-expeditie. De Duitse ijsbreker Polarstern vertrekt dan vanuit het Noorse Tromsø, met het doel zich vast te laten vriezen in het arctische gebied en dan een heel jaar rond de Noordpool te drijven om wetenschappelijk onderzoek te doen.’

Bernice Notenboom wil niets liever dan aanmonsteren en weet zeker dat het haar gaat lukken: ‘Ze zoeken mensen die het arctische gebied heel goed kennen. En die met een geweer kunnen omgaan. Dan moeten ze mij dus hebben.’

Bernice Notenboom, Arctica. Mijn biografie van de Noordpool. Prometheus, € 24,99.

Het bericht Klimaatjournalist Bernice Notenboom: ‘De Noordpool en ik zijn door de jaren heen verweerd’ verscheen eerst op Vrij Nederland.

https://www.vn.nl/bernice-notenboom-de-noordpool/