Aloha! Een mooie roadtrip op Hawaï in de nieuwste Ford Mustang (TopGear)

‘500 mijl? Jeez, met 500 mijl kom je Texas nog niet eens uit.’ Een pauze. ‘Tenzij je naar Louisiana rijdt.’ Goed, dat hangt er toch ook een beetje van af waar in Texas je start, denk ik, maar ik ga er maar niet op in. Het zou alleen maar méér verwarring opleveren. De man is op vakantie. Even weg uit Texas. Dat had je vast al geraden.

Ik dacht dat 500 mijl rijden – 800 kilometer – over een eiland dat maar 70 bij 50 kilometer groot is best een aardige opgave was, maar Oahu mag dan Amerikaans zijn, het is iets heel anders dan Amerika. Het is een ukkepukkig plekje, kleiner dan de stad Houston. Maar het is uiterst geschikt voor ons doel, dus daar zijn we dan.

Alles is geregeld: filmsets, Mustang-meetings, surfen, vulkanen, idiote overhemden, een slalomrace, zelfs een gyrokopter. We kwamen, we zagen, riepen ‘aloha!’ en vertrokken weer. Er is maar één ding dat deze zaken met elkaar verbindt: geografie. Maar dit verhaal gaat dan ook over geografie; en geschiedenis. Dus laten we met die laatste beginnen.

TopGears Mustang-missie in The States

Heel lang geleden, in 2014, reden we met een Ford Mustang door Amerika. Niet zomaar door Amerika, nee – we bezochten elke staat. De gedachte was als volgt: de Mustang was destijds 50 jaar oud, de VS bestaan uit 50 staten, dus laten we ze allemaal bezoeken. We begonnen rechtsboven en eindigden linksonder.

Het was een verhaal dat epische cijfers opleverde: 17.984 kilometer in vijftien dagen, vier verschillende teams, 32 tanks brandstof. En belangrijker: slaapgebrek, hallucinaties, een geur in de cabine die je nog altijd doet kokhalzen en een diepe bewondering voor Amerika’s favoriete sportauto, de Mustang. Maar, probleem. Want zelfs ‘48 staten plus Alaska’ maken samen nog geen 50.

  • Ford Mustang GT TopGear magazine
    Foto: © TopGear / James Lipman
  • Ford Mustang GT TopGear magazine
    Foto: © TopGear / James Lipman
  • Kentekenplaat met Bwahhh
    Foto: © TopGear / James Lipman
  • Ford Mustang op Hawai groepje auto's zij
    Foto: © TopGear / James Lipman
  • Racer Hawai
    Foto: © TopGear / James Lipman
  • bord Tsunami gevaar
    Foto: © TopGear / James Lipman
  • Ford Mustang GT TopGear magazine
  • Ford Mustang GT TopGear magazine
  • Kentekenplaat met Bwahhh
  • Ford Mustang op Hawai groepje auto's zij
  • Racer Hawai
  • bord Tsunami gevaar

Het oorspronkelijke plan was om de Ford Mustang op een boot te zetten naar de laatste staat, Hawaï. Maar Ford wilde de auto tentoonstellen, compleet met z’n 49 stickers van de staten waar we waren geweest, en er was niet genoeg tijd meer om hem naar de eilandengroep en weer terug te krijgen. Het verhaal was niet af, en dat knaagt. Al jaren.

De Ford Mustang op Hawaï krijgen is nog moeilijk dan gedacht

Een van de problemen die we tegenkwamen op onze epische roadtrip was dat we wel een algemene indruk van ‘Amerika’ kregen, maar geen diepere kennis van de individuele staten. Deze keer mag ik dat rechtzetten. En het eerste waarvan ik die diepere kennis mag gaan opdoen: papieren en formulieren. Een paar dagen later zal iemand Hawaï beschrijven als ‘een eerste­wereldland met de bureaucratie van een derdewereldland’.

De Mustang, speciaal vanuit Michigan verscheept, zit klem bij de douane. Dus die dag ga ik kijken naar een slalomrace bij het Aloha Stadion, terwijl ik eigenlijk zou meedoen. Er was ooit een circuit op Oahu, maar dat sloot in 2006 de deuren, dus de autosportfans van het eiland zijn nu hierop aangewezen; een beetje rond pylonen rossen op een parkeerplaats.

Het heeft hun enthousiasme echter allerminst getemperd. En hun hoop blijft dat hun petities ooit gehoor zullen vinden. Er zijn veel militaire vliegvelden op Oahu die ook uitstekend dienst zouden kunnen doen als circuit, dus wie weet.

Met welke Ford Mustang rijden we op Hawaï?

Ik kan de auto de volgende dag ophalen. Het is de Mustang onder de Mustangs: een 5,0-liter GT, een turboloze V8 met een handbak, in Grabber Blue met als extra een Bronze-pakket. In plaats van in elke staat een sticker voor hem te halen, zoals we de laatste keer hebben gedaan, kwak ik ze er nu gewoon in één keer op. Ik doe dat in een poging om de Mustang wat makkelijker te laten opgaan in zijn omgeving. Wat een totaal verkeerde keuze zal blijken te zijn.

Ik zal je een geheimpje vertellen. Het plan was om voor dit verhaal twee Mustangs in te schakelen – deze, en onze originele uit 2014. Maar die is verdwenen. Ford kan ’m niet meer vinden. Hij zat ergens in een verzameling en nu is ie weg, zoek. Misschien doorverkocht, of uitgeleend aan een of andere dealer, waar ie ergens in een hoekje van het terrein stof staat te happen. Ze weten het gewoon niet.

  • Ford Mustang krijgt sticker
    Foto: © TopGear / James Lipman
  • Ford Mustang V8-motor met sticker
    Foto: © TopGear / James Lipman
  • Ford Mustang C-stijl
    Foto: © TopGear / James Lipman
  • Ford Mustang schuin achter instappen
    Foto: © TopGear / James Lipman
  • Ford Mustang surfplank op dak rijdend achterkant
    Foto: © TopGear / James Lipman
  • Ford Mustang rijdend achterkant
    Foto: © TopGear / James Lipman
  • Ford Mustang surfplank op dak op het strand
    Foto: © TopGear / James Lipman
  • Ford Mustang krijgt sticker
  • Ford Mustang V8-motor met sticker
  • Ford Mustang C-stijl
  • Ford Mustang schuin achter instappen
  • Ford Mustang surfplank op dak rijdend achterkant
  • Ford Mustang rijdend achterkant
  • Ford Mustang surfplank op dak op het strand

Het zou een leuke vergelijking zijn geweest omdat er eigenlijk niet zoveel is veranderd in de afgelopen negen jaar. Naar het schijnt heeft Ford voor de zevende generatie elektrificatie overwogen, en hybridetechniek, en toen besloten precies te doen wat het altijd al deed: schuif er een Coyote V8 in, maak alles nét iets hipper, klop het stof van je handen, knik langzaam en zeg: ‘Yep, dat is een Mustang.’

De Mustang ziet er hetzelfde uit als vroeger, maar is toch anders

Oh, er zijn ook dingen veranderd. De motor haalt beter adem, waardoor het vermogen met zo’n 30 pk stijgt naar 480 pk, en de besturing is sneller geworden (met een ratio van 15,5:1 in plaats van 16:1) en heeft stijvere bevestigingspunten gekregen.

Maar zoals je aan de oude vertrouwde proporties en het overbekende uiterlijk kunt zien, heeft hij nog altijd dat stalen onderstel met McPherson-veerpoten vóór en een multilink ophanging ­achter. Ons exemplaar heeft er dan nog een Performance Pack bij (Torsen-sperdifferentieel, veerpootbrug, bredere velgen en banden, grotere remmen van Brembo), maar moet het zonder de eveneens ­optionele MagneRide-dempers stellen.

Hawaï heeft het zwaar op het moment dat we langskomen

Ik ben bepakt en bezakt en rij vanuit Honolulu naar het noorden, met de meute mee. Voor de meeste Amerikanen is Hawaï het vakantieland. Ze verblijven allemaal in Honolulu, de grote stad, maar zwermen ’s ochtends als een soort springtij uit over het eiland, om in de avond weer terug te keren. Zes belangrijke eilanden vormen de Hawaïaanse keten en Oahu mag dan niet het grootste eiland zijn, het is met gemak het dichtstbevolkte en populairste van het stel. Het verkeer kruipt voort.

Pearl Harbor glijdt aan mijn linkerkant voorbij. Ik had een plan – ik wilde dit verhaal besluiten met de Mustang geparkeerd op het dek van de USS Missouri, het schip waarop de Japanners hun overgave tijdens de Tweede Wereldoorlog tekenden – maar mijn bezoek hier valt samen met de tragische bosbranden op Maui en de marine is te hulp geroepen bij de bluswerkzaamheden. Maui is niet ver weg, wat de branden persoonlijk maakt voor de lokale bevolking; er wordt gevreesd dat de vlammen ook naar hier zouden kunnen overslaan.

Maar Hawaï betekent ook surfen

Het landschap wordt hoger naarmate de Mustang zich verder noordwaarts gromt, over een centraal gelegen plateau met landbouw, tussen de twee bergketens die het eiland domineren. Bij Waialua bereik je de noordelijke kust, het paradijs voor surfers. De hele kustlijn staat bekend om de enorme golven die vanuit het noordelijke gedeelte van de Stille Oceaan hierheen geduwd worden en van deze plek het mondiale mekka van de surfsport hebben gemaakt.

Ik ga niet naar het strand, maar naar een bouwvallige oude suikerfabriek die nu een thuis biedt aan makers van surfboards. Eric Arakawa geeft al bijna 50 jaar surfboards hun vormen. En die vormen, daarin zit hem de kunst. ‘Het basisprincipe is: hoe langer het board, hoe groter de golven die je aankunt’, vertelt hij. ‘Maar de echte sleutel is het profiel van de rand – dat bepaalt hoe je je bij een bocht “in de golf graaft”.’

Hoe maken ze eigenlijk zo’n surfboard?

Surfboards zijn op zich simpel. Ze zijn gemaakt van schuim met een hoge dichtheid en een houten strip, de stringer, die van de neus naar de staart loopt en extra stijfheid en beheersbaarheid moet opleveren. Maar kijk wat verder en je ziet dat kunst en wetenschap hier in feite hand in hand lopen.

Het primaire design gebeurt met behulp van een computer, de ruwe vormen krijgen hun beslag als de stringer wordt geplaatst en op maat wordt gezaagd. Dan komt de kunst: het met de hand vormen, om elk board de vereiste karakteristieken en perfecte afwerking te geven. Tot slot krijgt het geheel een laatste laag van glasvezel en worden de vinnen geplaatst.

  • Shirt 'Thank God for Surfing'
    Foto: © TopGear / James Lipman
  • TG-redacteur en surfboard maker
    Foto: © TopGear / James Lipman
  • Surfdudes
    Foto: © TopGear / James Lipman
  • Surfplank op Ford Mustang
    Foto: © TopGear / James Lipman
  • Shirt 'Thank God for Surfing'
  • TG-redacteur en surfboard maker
  • Surfdudes
  • Surfplank op Ford Mustang

Elk deel van het proces en elk onderdeel van het board is belangrijk, van de verschillende houtsoorten die voor de stringer gebruikt kunnen worden tot de vorm van de vinnen. ‘Wij bouwen alle boards op maat voor onze klanten, houden rekening met hun lengte en gewicht, hun ervaring en het soort golven dat ze te lijf willen gaan’, gaat Eric verder. ‘En de typische surfer hier heeft normaal gesproken niet één board, maar een aantal, voor alle uiteenlopende omstandigheden.’

Een surfboard gaat het dak op

De Mustang hoort een board te dragen. Ik heb een imperiaal meegenomen (die we voor het laatst gebruikten om ski’s te vervoeren op een Audi R8) en hop, daar gaat een van Arakawa’s lichte, elegante boards het dak van de Mustang op. Ik vraag Sean, de zoon van Eric, of de Mustang een beetje voor een bonafide, geloofwaardige surfersauto kan doorgaan. Een wat moeizame grijns.

‘Als je er hier tof wilt uitzien, heb je een Toyota Tacoma pick-up nodig. Een Mustang?’ Hij zucht. ‘Dat is wat de toeristen rijden.’ Ah. Ik zag deze al een beetje aankomen. Mustangs, vooral de open versies, zie je op Oahu op elke hoek van de straat en worden gereden door mensen die waarschijnlijk een MPV op het vliegveld achterlieten toen ze hierheen vlogen.

We rijden langs de kust, de Mustang draagt de vinnen van het board als een stel hoorns. Maar Sean heeft gelijk, hij ziet eruit als een… nou ja, als een knalblauwe Mustang tussen de massa’s Tacoma’s van de échte surfers. Het is hier ongelooflijk mooi. Kleurrijke gebouwen, het uitzicht dat over de weelderige vegetatie leidt naar zacht zand en een zee die zich alleen met behulp van diepe poëzie afdoende laat beschrijven. Het is nog niet eens het topseizoen voor surfers, maar de topdrukte is hier altijd.

We organiseren een Ford Mustang meeting op Hawaï

Het is tijd om ergens naartoe te gaan waar de Mustang zich duidelijk beter thuis zal voelen: onze geheel eigen Mustang-meeting. Het is zes uur ’s avonds in hartje Honolulu en bij Magic Island, een kunstmatig schiereiland, is nergens een parkeerplekje te vinden. Dus zetten we de Mustang maar even op een laden/lossenplek.

Het maakt niemand wat uit, het is een prachtige avond en iedereen lijkt met zijn persoonlijke fitnesstraining bezig te zijn. De achtergrond, met palmbomen, het strand van Ala Moana, de wolkenkrabbers en de ondergaande zon – het is verbluffend, zij het een tikje cliché. Honolulu gebruikt exotische bomen om de aandacht af te leiden van het beton en het verkeer, en er hangt een Las Vegas-achtige zweem omheen.

  • Ford Mustang generaties meeting
    Foto: © TopGear / James Lipman
  • Hawai Mustang club shirt
    Foto: © TopGear / James Lipman
  • TG redacteur in oude Ford Mustang
    Foto: © TopGear / James Lipman
  • Stuur oude Ford Mustang
    Foto: © TopGear / James Lipman
  • Eigenaar van een oude Ford Mustang
    Foto: © TopGear / James Lipman
  • Ford Mustang meeting
    Foto: © TopGear / James Lipman
  • Ford Mustang generaties meeting
  • Hawai Mustang club shirt
  • TG redacteur in oude Ford Mustang
  • Stuur oude Ford Mustang
  • Eigenaar van een oude Ford Mustang
  • Ford Mustang meeting

Hoe dan ook, bij de Aloha Mustang and Shelby Club of Hawaii hebben ze het idee dat onze Ford de eerste Mustang van de zevende generatie is die wiel op Hawaïaanse bodem heeft gezet. De aanwezigen drommen om de auto heen.

Wat van liefhebbers van de nieuwste Ford Mustang?

Het interieur wordt breeduit bewonderd, vooral de heldere displays met de verwisselbare lay-outs en de nieuwe Drift Brake. Dit is Ford op zijn brutaalst en creatiefst. Het is een elektrische handrem met een heel fysieke actie; snel drukken of trekken schakelt hem in of uit, je kunt hem iets verder omhoog trekken om de auto af te remmen, of Drift Mode in te schakelen, waarbij een korte ruk onmiddellijk de achterwielen blokkeert. Ik ben er niet bij in de buurt geweest. Erewoord.

Het maakt de groep niet uit dat de Mustang weinig is veranderd, ze zijn vooral opgelucht dat hij zijn V8 nog heeft. Zelfs Terrence Iwamoto, die wel een Mustang-shirt draagt, maar rijdt in een Mach-E. Ik vraag Lester Hirano, eigenaar van een bijzonder fraaie Mustang uit ’68, wat hij vindt van de Mach-E. Hij checkt eerst even of Terrence buiten gehoorafstand is.

Wat vinden Mustang-rijders van de elektrische Mach-E?

‘Nou ja, hij is de president van de club, dus we moesten die Mach-E wel binnenlaten, maar een Mustang is het niet. Hij zou die badge niet mogen dragen.’ Je ziet later hier en daar een rilling over een rug lopen als Terrence vertelt over de nieuwe boom box die hij misschien wel wil kopen, die onder de Mach-E past en hem als een V8 laat klinken.

Er is een mooie verscheidenheid aan auto’s hier, van een originele uit 1966 tot een GT500 uit 2021. Ik vraag, omdat dat me altijd heeft geïntrigeerd, of ze hier de Mustang zien als een musclecar. ‘Daar is ie te klein voor’, ‘het is een sportauto’, ‘een musclecar moet de tweedeurs versie zijn van een vierdeurs sedan’. In Europese ogen is dit een grote, gespierde auto, maar zelfs in Hawaï, waar men geneigd is kleinere auto’s te rijden, en dan veelal van Japanse of Koreaanse makelij, wordt de Mustang gewoon gezien als een sportauto.

De Mustang is zachter en volwassener

Tot besluit krijg ik een paar tips over wegen waar het goed rijden zou moeten zijn. De volgende morgen vertrek ik in alle vroegte naar de zuidelijke hoek van het eiland, voor een zonsopgang bij de machtige Koko-krater. De Mustang is er inderdaad behoorlijk op vooruitgegaan; hij is minder hard geworden, de ophanging voelt volwassener en meer in control aan en de besturing is steviger.

Ik vermoed dat ie nog wat meer finesse zou hebben met de adaptieve MagneRide-dempers, maar uit eerdere ervaringen weet ik dat ook een ‘gewone’ Mustang niet uit elkaar valt op de limiet. Sterker: dan wordt ie alleen maar beter. Maar voor dit soort overpeinzingen hebben we op dit moment geen tijd, want tien minuten vóór zonsopgang komen de toeristen met hun selfiesticks.

De bekendste weg van Hawaï die jij vast ooit hebt gezien

Ik trek me terug om de meest verbazingwekkende weg van het eiland in me op te nemen. De H3-snelweg is nogal controversieel. Hij werd in 1997 opgeleverd en loopt over het hele eiland, over een van de meest ongerepte valleien, en slingert zich dan door de met groen bedekte bergen. Er was lokaal bijzonder veel weerstand tegen, niet in de laatste plaats vanwege de bouwkosten van bijna 1,3 miljard dollar.

In feite rijd je, op viaducten hoog boven de bodem van de vallei, door de toppen van de bomen. Het uitzicht is verpletterend, maar je kunt voelen dat het wringt. Ik ben nu onderweg naar Kualoa Ranch. Daar heb je waarschijnlijk nog nooit van gehoord, maar ik kan je garanderen dat je het gezien hebt. Hier komt Hollywood naartoe als het op zoek is naar een tropisch, bergachtig, onbewoond eiland. Jurassic Park, Lost, King Kong – ze zijn allemaal, plus nog een stuk of 200, hier opgenomen.

Ook offroad kan de Ford Mustang uit de voeten

Ik rijd een stukje over een onverharde weg; de Mustang blijkt robuust genoeg om daar geen enkele moeite mee te hebben. Hij is wat ruwer dan je gemiddelde sportauto, maar je kunt er behoorlijk precies mee overweg. Alles, van pedalen tot stuur en knoppen, vereist enige kracht, maar hé: dit is een Mustang, het hoort er ook wel een beetje borstharig aan toe te gaan. Er is dus zwaarte, maar er is ook precisie.

De V8 brabbelt er gezellig op los bij deze lage toerentallen en de Mustang klimt omhoog naar Jumanji Ridge en voorbij Kong’s Skull zonder één keer te schrapen of zijn wielen te laten doorslaan. Behalve dan wanneer ik daar zin in heb. Bij de zeldzame kansen die ik krijg om de V8 even open te draaien, buldert hij lekker.

  • Ford Mustang bij botten
    Foto: © TopGear / James Lipman
  • Ford Mustang hawaiiaanse danseres in grille
    Foto: © TopGear / James Lipman
  • Ford Mustang offroad ver weg
    Foto: © TopGear / James Lipman
  • Ford Mustang offroad boven
    Foto: © TopGear / James Lipman
  • Ford Mustang interieur
    Foto: © TopGear / James Lipman
  • Ford Mustang bij botten
  • Ford Mustang hawaiiaanse danseres in grille
  • Ford Mustang offroad ver weg
  • Ford Mustang offroad boven
  • Ford Mustang interieur

Hij klopt zichzelf op die manier graag op de borst, maar belangrijker is het feit dat zijn prestaties ook hoger in de toeren langer effectief blijven; dit is de eerste ‘basis-Mustang’ die ik ooit heb gereden die serieus snel is en gemakkelijk overweg kan met zijn massa. Maar echt superresponsief is ie nou ook weer niet. Hij laat opgebouwde toerentallen maar langzaam weer zakken en er zit wat sloomheid in de aandrijflijn.

Hoe we in een gyrokopter terecht zijn gekomen

Je kunt wel zien waarom Hollywood hier zo graag komt. Het is esthetische perfectie, het brede, grazige dal dat wordt geflankeerd door torenhoge, ondoordringbare groene rotsmuren. Maar je bekijkt ze altijd vanaf beneden. Geen van de wegen, en zelfs maar heel weinig paden, gaan echt de bergen in – ze zijn te steil, het heeft geen zin. En ik had het prima gevonden het daarbij te laten, maar toen diende een mogelijkheid zich aan…

Het begon als een plan om een plek te vinden waar ik de Mustang echt de vrije teugels kon laten, maar omdat alle vliegvelden op Oahu militair terrein zijn, kon ik dat wel uit mijn hoofd zetten. Maar vliegen in een gyrokopter? Nou ja, meer óp een gyrokopter? Dat bleek geen punt. Ik zei ja omdat James Alaggio eruitzag als iemand die ik kon vertrouwen, die een benijdenswaardig cv met vliegactiviteiten had en klonk alsof hij begreep hoe de natuurkundige wetten werken die deze mechanische langpootmug in de lucht houden.

  • Gyrokopter op Hawaï zijkant
  • Gyrokopter op Hawaï dashboard
    Foto: © TopGear / James Lipman
  • Gyrokopter op Hawaï TG-redacteur surfhandje
    Foto: © TopGear / James Lipman
  • Gyrokopter op Hawaï in de lucht
    Foto: © TopGear / James Lipman
  • Gyrokopter op Hawaï over schouder piloot
    Foto: © TopGear / James Lipman
  • Gyrokopter op Hawaï uitzicht
  • Gyrokopter op Hawaï zijkant
  • Gyrokopter op Hawaï dashboard
  • Gyrokopter op Hawaï TG-redacteur surfhandje
  • Gyrokopter op Hawaï in de lucht
  • Gyrokopter op Hawaï over schouder piloot
  • Gyrokopter op Hawaï uitzicht

Het was duizelingwekkend, de meest vrije vorm van gemotoriseerd vliegen die je maar kunt bedenken. En de meest oncomfortabele, als het regent. Maar van een kilometer hoogte krijg je een ander perspectief, je begrijpt hoe het weer hier werkt, hoe de bergen de regen uit de wolken wringen en de oostkust nat en groen houden, en het westen droog en gebruind.

Je ziet de stranden, de riffen en de vorm van de oceaanbodem die zo bepalend is voor hoe de golven hier breken. En je realiseert je dat Hawaï, die serie stipjes in de Stille Oceaan, eigenlijk maar bitter weinig met de rest van de Verenigde Staten te maken heeft.

Het verschil tussen de Ford Mustang in Europa en op Hawaï

Ik denk er nog eens over na als ik later terug naar het zuiden roffel. De Ford Mustang is een krachtig symbool van Amerika – dat was ook een van de redenen dat hij zo populair was toen hij in 2016 naar Europa kwam. Mensen kochten niet zozeer een auto, als wel een statement van stars & stripes.

Maar in Hawaï zien ze de Ford Mustang anders. Hij vertegenwoordigt de scheiding tussen het vasteland dat de eilanden als pretplek ziet en de mensen die er permanent wonen. Er is een ‘wij en zij’-mentaliteit, een gevoel dat de Amerikanen zich aan Hawaï hebben opgedrongen toen de eilanden in 1959 deel van de unie werden.

En het blijft verwonderlijk, nietwaar, dat terwijl in Europa de Ford Fiesta, Focus en Mondeo dood of stervende zijn en plaatsmaken voor crossovers, hybrides en elektrificatie, de Mustang in Amerika doorgaat alsof er niets aan de hand is. En hij komt volgend jaar ook onze kant op – V8, 300 gram CO2 per kilometer, et cetera.

Had de Mustang niet allang elektrisch moeten zijn?

Net als bij de VS en Hawaï strijken de twee strategieën elkaar tegen de haren in. Het gerucht wil dat deze Mustang een opvullertje is en dat Ford zich uiteindelijk, tegen het eind van dit decennium, zal neerleggen bij het onvermijdelijke en met een hybride of elektrische versie zal komen. Ik vind het in dit geval niet eens moeilijk om tot een oordeel te komen.

Ik weet dat het een rationele, zakelijke beslissing is en dat de Mustang heus verkocht zal worden aan mensen die toch al dol op hem waren. Maar in plaats van de laatste te zijn die het gebouw verlaat, had Ford ook de eerste kunnen zijn die de sprong waagde en de Mustang een nieuwe plek kunnen geven, in een nieuw tijdperk. Hij zou beter zijn gevallen bij de Hawaïanen – maar net iets minder bij mijn vriend uit Texas.

Met dank aan: @Nakedgyro, arakawasurfboards.com, Jarrod Silcox en ohanamotorsportsfoundation.com, alohamustang.org, kualoa.com, GoJump Hawaii, Dillingham Airfield, Anna Metcalfe en Savanna Gonzalez van hawaii.gov, het team bij Pearl Harbor en de USS Missouri

https://topgear.nl/autotest/ford-mustang-hawai/

Toyota Tundra TRD Pro heeft een GRILLE (TopGear)

Toyota houdt zich al een tijdje bezig met compleet uit de klauwen gegroeide grilles – met hun luxemerk Lexus. Al gaat het daar om een zogeheten trapezoïde exemplaar dat zowaar nog aardig staat bij het design van de meeste modellen ook. Iets anders ligt dat bij deze Toyota Tundra TRD Pro, de Amerikaanse full-size pick-up van het merk die voor 2022 is vernieuwd.

Moet ie er echt zo agressief uitzien? En moet die grille echt zo hoog zijn? Misschien moeten we met ons definitieve oordeel even wachten tot Toyota meer dan één foto van de nieuwe Tundra heeft vrijgegeven. Al zijn er al wel enkele andere plaatjes online gelekt.

De Toyota Tundra TRD Pro gaat het gevecht aan

Het lijkt erop dat Toyota het grote-grillenspel niet wil overlaten aan de concurrenten van Ford en Chevrolet, die beide de afgelopen jaren ook nogal zijn uitgedijd in hun frontale oppervlak. De vraag is: wordt het inmiddels allemaal niet een beetje overdreven? Idioot, zelfs?

Goed – meer info over de nieuwe Toyota Tundra volgt zodra het merk de pick-up officieel onthult. En we zouden zeggen: wen er maar aan, want er zullen er vast ook een handvol hun weg naar onze contreien vinden.

https://topgear.nl/autonieuws/toyota-tundra-trd-pro-heeft-grille/

Extreme E gaat racen door het Amazonegebied (TopGear)

Als iemand aan je vraagt om een locatie op te noemen waar absoluut geen motorsportevenement gehouden kan worden, wat zou je dan zeggen? Olympisch dorp in Rusland? Groenland? Ook zou je, gezien de huidige situatie, het Amazonegebied kunnen zeggen. Als de laatste twee in je hersenpan kwamen, dan zit je er naast. Tenminste, volgens de organisatie van de Extreme E.

Wat is de Extreme E Rally?

Extreme E Rally is het rallybroertje van de Formule E en gaat van start in 2021. Met 1.650 kilo zware, 557 pk sterke elektrische offroaders genaamd Odyssey 21 nemen de teams het tegen elkaar op. Van Afrika tot in Amerika, van op de Himalaya tot in de woestijn racet de revolutionaire raceklasse. En het blijft niet alleen bij racen.

Extreme E zal niet een glitter & glamour-paddock hebben zoals de Formule 1. Nee, de Extreme E maakt gebruik van een boot, de St. Helena. De boot fungeert niet alleen als paddock. Er wordt ook onderzoek gedaan naar klimaatverandering per locatie. Met de hashtag #RaceForThePlanet moet de Extreme E baanbrekend worden.

In korte stages van 6 à 10 kilometer racen de teams 1-tegen-1. Na de groepsfase blijven er acht teams over die in een knock-out-systeem uitvechten wie de winnaar is. Een van die teams is Veloce Racing XE. Bij dit team staat Adrian Newey (je weet wel, die ontwerper van Red Bull) aan het roer. Newey zet zijn zoon Harrison in de auto (die zwarte auto op de voorlaatste foto) met als teamgenoot Formule E-kampioen Jean-Eric Vergne. De eerste drie tegenstanders van Newey zijn al bekend en komen uit de Formule E: ABT, HWA en Venturi.

Racen in het Amazonegebied

Oprichter en CEO van Formule E en Extreme E Alejandro Agag is erg blij met de race in het Amazonegebied. ‘Extreme E wil graag zijn positie als revolutionaire raceklasse op het hoogste niveau inzetten om aandacht te generen voor onze planeet en zijn unieke ecosystemen. Problemen als ontbossing en bosbranden zijn problemen voor de gezondheid van de Amazone op de lange termijn.’

‘Precies één maand geleden stond ik hier op dezelfde plek, toen zag ik ongerepte bossen. Deze bossen zijn nu door brand gedecimeerd. Het gaf voor mij persoonlijk aan hoe erg de situatie is waar de Amazone mee wordt geconfronteerd’, vult hij aan. De Amazone wordt ook wel de longen van de aarde genoemd.

Het wordt niet alleen maar drie dagen lang racen in het Amazonegebied. De Extreme E wil op verschillende manieren aandacht generen voor milieuproblemen. Een van die manieren is het planten en beschermen van een bomengebied met dezelfde omvang als de racelocatie.

Daarnaast gaat de organisatie per locatie elk team in de gaten houden omtrent waterverspilling en uitstoot. Na de race in Zuid-Amerika, zal er nog drie keer geracet worden in de middle of nowhere. Waar dat is, horen we nog van de organisatie.

Zitten we over een paar jaar allemaal te kijken naar elektrische Dakar-achtige rallyauto’s die het tegen elkaar opnemen op een ijsvlakte? De video hieronder geeft een eerste indruk van Extreme E.

Extreme E: vooruitblik op seizoen 1

Extreme E

Het bericht Extreme E gaat racen door het Amazonegebied verscheen eerst op TopGear.

https://topgear.nl/autonieuws/extreme-e-rallybroertje-formule-e/

Volkswagen Buggy: het geweldige verhaal (TopGear)

Volkswagen stuurde vandaag een schets de wereld in van een nieuwe Volkswagen Buggy. Tijd om te kijken waar het allemaal begon, meer dan 50 jaar geleden. We gaan langs bij de uitvinder, Bruce Meyers. Hij is geen normale 87-jarige. Hij is de bedenker van de Baja 1000 en creëerde een van ‘s werelds meest iconische auto’s – de Manx Buggy.

‘Ik ben niet slim, maar ik ben wel getalenteerd. Ik kan tekenen, mijn ruimtelijk gevoel is goed ontwikkeld, ik weet veel van glasfiber en ik ben een geile ouwe rukker. Ik heb geracet op Bonneville, surfplanken ontworpen en nog nooit een business plan geschreven. Dat alles – en alles van mij – zit in de Manx buggy.’

In 2014 viert de Manx buggy zijn 50ste verjaardag. Een auto die niet alleen hip werd tijdens de opkomst van de Californische strandcultuur, waar hij was ontstaan, maar deze ook definieerde. Meyers was ook de geestelijk vader van de Baja 1000, en close racing in het zand in plaats van op het circuit.

Daarnaast profiteerde de Manx buggy slim van een van Volkswagens meest gevierde ontwerpen en onderschepte deze auto de kettingbrief over saai automotive design. Hij is meer dan 300.000 keer gekopieerd en deze Volkswagen buggy is zijn bedenker een fortuin schuldig. Letterlijk.

De Manx buggy ziet er dan ook enorm en onbehoorlijk schattig uit. ‘Toen ik als kleine jongen in Newport Beach woonde – voor de buggy’s, de auto’s en het leven van beachboys op het strand – deed ik iets met stripboeken’, vertelt Meyers. Zijn enorm kleurrijke huis en werkplaats in Valley Center, in de buurt van San Diego, zijn voor deze senior de normaalste zaak van de wereld. ‘Mickey Mouse reed rond in kleine auto’s met van die fantastisch grote wielen. Ik wilde er zo de pagina mee af rijden. Ik had nooit gedacht dat ik dat ook echt zou doen, maar ik had wel een beetje het idee dat auto’s in mijn leven een grote rol zouden gaan spelen.’

Geen grote verrassing

Wat niet zo’n grote verrassing was. Zijn vader deed als coureur in 1906, 1907 en 1908 mee aan Indianapolis en hij was tevens een van de drie mensen die Henry Ford – de Henry Ford – ervan overtuigden een dealernetwerk op te zetten. ‘Dat was denk ik ook de reden dat ik toen nogal van Fords gecharmeerd was. Als je destijds in een ander merk reed, vond ik je toch een beetje een sukkel. Maar op het moment dat de grote depressie toesloeg, gingen de Fords van onze familie – en ook de Buicks en Lincolns – allemaal de deur uit. Vervolgens werd ik in 1944 opgeroepen om in het leger te dienen.’

‘De marine was heftig. Toen ik buiten de kust van Okinawa was gestationeerd, moest ik eens van een vliegdekschip springen, omdat deze door een kamikaze-aanval, waarbij 389 mensen omkwamen, in brand was gevlogen. Daarna liet ik het onderwerp auto’s een tijdje rusten en heb ik me enkele jaren teruggetrokken.’ Meyers ging naar de zuidelijke zeeën en startte een handelspost op een atol. Daarna zeilde hij naar Tahiti waar hij onder de Polynesische zon in een kleine, gammele hut leefde.

‘Vanaf het moment dat ik weer terug was in Amerika had ik gedachten om opnieuw naar het zuiden te vertrekken. Toen had ik als maker van surfplanken door het bouwen van boten al een beetje met glasfiber gewerkt. Daarom begon ik aan de bouw van een twaalf meter lange catamaran. Ondertussen genoot ik van het leven door een beetje te surfen en te blowen en startte ik een opleiding aan de kunstacademie. Verder vermaakte ik me vooral met het racen van een Ford Highboy uit 1932 op de zoutvlaktes van Bonneville, zat ik achter de meiden aan en chillde ik in Pismo Beach waar ik genoot van de waterpompers [zo genoemd vanwege hun watergekoelde motoren, red.] – de eerste duinbuggy’s.’

‘De motor en de transmissie van deze buggy’s zat helemaal tot op de achteras gemonteerd. Aan het uiteinde van iedere as hadden ze twee soms zelfs drie aan elkaar gelaste wielen en het chassis was naar voren toe wel zeven meter lang. Ze spuugden vlammen en waren erg vermakelijk, maar ik wist dat ze ook erg inefficiënt waren.’

‘Ik surfte, ging naar de kunstacademie en zat achter de meiden aan’

‘Toen zag ik eens iemand rijden op de bodemplaat van een Kever. Hij reed over het rulle zand als een schaatser over bevroren water, ook al had hij slechts 35 pk en vier inch wielen. Al het gewicht op de achteras was voor woestijnachtige omstandigheden enorm slim. Daarom reden Mexicanen ook rond in pick-ups met watervaten van bijna 200 liter achterin. Op deze manier hadden de aangedreven wielen de meeste grip, omdat ze in het zand werden gedrukt.’

‘Maar er was nog een ander ingrediënt. De wielophanging van Volkswagen met in lengterichting geplaatste wieldraagarmen.’ Meyers tilt zijn linkerarm op en strekt deze voor zich uit, handpalm naar beneden en een naar beneden bungelende wijsvinger. Dan slaat hij met zijn andere hand tegen de vinger aan, naar zich toe. Bewegingen van zijn wenkbrauwen vertellen me in Technicolor dat ik hetzelfde moet doen. ‘Zie je? Het doet geen pijn. Als je probeert de vinger naar boven te slaan, doet het wel pijn.’ Ik volg zijn aanwijzingen. Jij nu vast ook. Het doet inderdaad pijn. ‘Zo werkt een wielophanging met in lengterichting geplaatste wieldraagarmen ook. Dat is de reden waarom deze apparaten zich zo makkelijk door het zand bewegen. Die hele set-up van VW – motor en onderstel – zette me aan het denken. Ik zou iets heel innovatiefs kunnen bouwen. Maar ik had nog geen idee dat ik daarmee ook verantwoordelijk zou worden voor de Baja 1000.’

Bruce was niet de enige. In 1960 bood de in LA gevestigde VW-dealer en leverancier van tuning-onderdelen EMPI een metalen kit aan met de naam Sportster. Deze kostte ongeveer 500 dollar en was ontworpen als een kit die direct op een verkorte bodemplaat, inclusief onderstel, van een VW gemonteerd kon worden. In theorie perfect. Zoek een Keverwrak, gooi de carrosserie weg, verkort de bodemplaat en schroef op het geheel een andere, lichtere carrosserie. Na een lang weekend werken hoefde je de neus alleen nog maar in de richting van het zand te wijzen en had je heel veel plezier in het verschiet. Maar er was een probleem. De nieuw te monteren carrosserie was een rechttoe-rechtaan festival van hoekige lijnen. Het zag er gewoonweg niet uit.

De boodschap was plezier

‘Ik ben kunstenaar en ik wilde een gevoel van beweging aan de Manx toevoegen. Duinbuggy’s hebben een boodschap: plezier. Het is een genot om met ze te rijden en zo moeten ze er ook uitzien. In die tijd was dat nog niet het geval. Dus keek ik waar ik dit verbeteren kon. Zo wilde ik bijvoorbeeld de bovenkant van de wielkasten plat maken zodat er een paar biertjes op konden staan, de zijkanten moesten hoog genoeg zijn om te voorkomen dat modder en zand in de ogen van de inzittenden terecht kwam, de techniek moest uitwisselbaar zijn met die van de Kever en het moest mogelijk zijn hem zelf te bouwen. Daarna voegde ik er zoveel mogelijk Mickey Mouse-avontuur aan toe.’

‘De bovenkant van de wielkasten moest vlak zijn, zodat er een paar biertjes op konden staan, de zijkanten moesten zand uit je ogen houden’

‘De eerste auto’s die ik in 1964 maakte, noemde ik de monocoques. Ik bouwde er twaalf en ze waren compleet van glasvezel, dus zonder bodemplaat. De Kever-motor en de wielophanging waren daaraan gemonteerd. Op dat moment vertrouwde ik het materiaal nog niet. In Old Red – auto nummer 1 – had ik matten, stof en hars bij me [om de auto repareren, red.], omdat ik dacht dat ik op mijn kont eindigde als de auto onderweg in tweeën zou breken.’

‘Het was een sterke, kleine auto en ik kreeg er steeds meer vertrouwen in. Ik ging er mee naar de duinen, maakte sprongen en gaf hem flink op zijn lazer. Later dat jaar was ik bij Big Bear Lake met mijn maatje Ted Mangels. We daagden wat motorrijders uit en ik besloot dat ik ze tijdens een race wilde verslaan. Zij zeiden dat motoren het beste waren, ik zei dat ze het nooit van mijn Volkswagen buggy konden winnen. We bedachten een race van Tijuana naar La Paz om te kijken wie er over de afstand van 832 mijl off-road, ruim 1.300 kilometer, het snelst was.’

‘Om eerlijk te zijn dacht ik niet dat we het zouden halen – de wedstrijd kwam vooral voort uit bravoure en grootspraak. Maar toen stond Ted de volgende dag ineens voor mijn deur met opgerolde kaarten onder zijn arm. Even later kropen we over de vloer om de route uit te stippelen, gemiddelde snelheden te berekenen en tankstops te markeren. Volgens onze wetenschappelijke berekeningen konden we de route afleggen in ongeveer 30 uur. De motorrijders hadden het over 40 uur gehad, dus daarmee we gaven onszelf een kans.’

Ik wilde niet verliezen, dus we namen extra brandstof mee. Ted en ik gokten dat we het met 220 liter moesten kunnen redden, dus monteerden we 136 liter brandstof in vaten op de auto. De overige hoeveelheid bevestigden we in drie lege gasflessen aan de zijkant van de auto. Tenslotte hadden we voor de zekerheid ook nog 85 liter in melkflessen tussen onze benen. Het was dom, maar op dat moment dachten we fuck it. Uiteindelijk legden we het traject in 34 uur en 45 minuten af waarmee we de motorrijders vijf uur voor waren.’

‘Toen ik thuis kwam, besloot mijn toenmalige vrouw, die op de advertentieafdeling van een automagazine werkte, het aan de hele wereld te vertellen. Ik hoopte daardoor een aantal kits te verkopen om de kosten te dekken, maar zij dacht dat het meer waard was dan dat. Ze schreef 100 redacties aan en op het moment dat het verhaal drie dagen later het nieuws haalde werden we platgebeld. Binnen enkele dagen had ik 350 bestellingen genoteerd. Ik heb zelfs de eigenaar van EMPI, die met me wilde samenwerken, afgewezen.’

‘Ik wist het toen nog niet, maar Old Red en ik hadden op dat moment het startsein gegeven voor off-road racen.’

‘Er wilden zoveel motorrijders en coureurs meedoen dat Ed Pearlman besloot om de National Off-Road Racing Association op te richten. Op deze manier werd in 1967 de Mexicaanse 1000 verreden, met zijn eigen bestuursorgaan. Dat jaar eindigde een Meyers Manx als eerste in het algemeen klassement en een ander exemplaar werd tweede in zijn klasse. Uiteindelijk eindigde mijn weddenschap met een aantal motorrijders in de Baja 1000.’

De Manx van Bruce ademde een en al Californische strandcultuur. In die zin was zijn Volkswagen buggy de gloeidraad in de lamp die de naoorlogse wereld verwarmde en oplichtte en zo mangelmachines (voor het doen van de was) en Spam-worst deed vergeten. Als Venice Beach niet bij jou om de hoek zat, had je tenminste de duinbuggy nog. Het succes van dit nieuwe voertuig was dan ook overweldigend. Tijdens de tweede editie van de Baja 1000 had Bruce een bijna-fataal ongeluk.

een nieuw ontwerp voor de Manx

Door zijn verwondingen liep hij een achterstand op in levertijd. Daarop maakte hij een nieuw ontwerp van de Manx, geschikt voor een volledige bodemplaat van VW – zoals het rode, hier afgebeelde exemplaar, waardoor z’n werklast verminderde. Desondanks bleef het moeilijk om aan de vraag te kunnen voldoen. Toen viel hem ineens iets op. Hij zag ‘zijn’ auto ineens overal, ook op plaatsen waar hij hem niet had geparkeerd.

‘Het ontwerp is makkelijk te kopiëren. Je maakt een afgietsel van de glasfiber-carrosserie waar je vervolgens je eigen carrosserie weer van kan produceren. Ik had zelfs een patent uit 1965 en heb er in 1969 een aangeklaagd voor patentbreuk.’ De rechter stelde Manx echter in het ongelijk met als verklaring dat zijn model al een jaar in gebruik was voordat hij patent aanvroeg. ‘Ik had in hoger beroep kunnen gaan, maar ik was al 30 mille aan proceskosten kwijt en die andere gast had een veel gemenere advocaat.’

‘In totaal is de Manx ongeveer 300.000 keer gekopieerd. In 1994 bezocht ik een buggy-festival in Le Mans. Op het circuit leidde ik een optocht van 1.100 auto’s, maar de auto van mij was de enige echte Meyers. Veel mensen, waaronder ikzelf, hebben zich laten meeslepen, omdat ik veel geld heb verloren. Het is duidelijk dat ik enkele verkeerde beslissingen genomen heb. Ik kon het woord Volkswagen buggy een tijd zelfs niet meer horen. Maar ik werd moe van mezelf en mijn gemok, dus startte ik een club.’

‘Een autoclub wordt meestal gedefinieerd doordat mensen die een bepaalde auto gekocht hebben, bij elkaar komen. Bij ons zijn de clubleden echter mensen die hun auto zelf gebouwd hebben. Je ziet auto’s die nog samen met pa in elkaar zijn geschroefd. In sommige gevallen is de vader er niet meer, maar de auto nog wel. Dat is belangrijker dan geld. Het is de reden dat je deze auto’s ook nu nog steeds kunt kopen. Mensen ontwikkelen met een Volkswagen buggy een diepere band en daardoor hebben ze een grotere glimlach dan iedere andere auto geven kan. Daar wordt ik blij van. Het is een mooie bijdrage om geleverd te hebben.’

Het bericht Volkswagen Buggy: het geweldige verhaal verscheen eerst op TopGear.

https://topgear.nl/autonieuws/volkswagen-buggy-geschiedenis/