Bangladesh leert Nederland omgaan met klimaatrampen (OneWorld)

https://www.oneworld.nl/app/uploads/2020/11/erosie-4-875x587.jpeg

Door de aanleg van een dijk is het land van Asob Banu beschermd tegen het wassende water.

Stormen, een stijgende zeespiegel en erosie van rivieroevers jagen de bevolking van Bangladesh op de vlucht. Hoelang kunnen zij nog met klimaatverandering meebuigen? ‘Met al die rampen hier kun je maar beter iets achter de hand hebben.’

De grijzende Jabar Hossain zit met zijn rug naar de rivier, zijn blik strak gericht op de gele stoppels van het geoogste rijstveld. Op de grond liggen rijstkorrels op een stuk plastic te drogen in de zon. Een van zijn geitjes snoept ervan. Hossain (50) laat het gebeuren. Het is zijn laatste oogst hier in Caring Char, een gebied aan de zuidkust van Bangladesh.

Nog een paar weken, hooguit twee maanden, dan verdwijnt zijn rijstveld onder water. De Meghnarivier heeft al zijn halve erf opgeslokt en uit voorzorg heeft hij zijn huis al afgebroken. Het bouwpakket van golfplaten, houten balken en palen ligt kilometers landinwaarts opgeslagen naast de binnendijk. Bedden, kasten en ander huisraad zijn tijdelijk gestald in een gehuurde kamer. Zijn jongste kinderen zitten op een islamitische kostschool in de buurt, de oudsten zijn getrouwd en wonen bij hun schoonfamilie.

Door erosie langs de grote rivieren raken jaarlijks zeker 50 duizend Bengalen ontheemd

“Mijn vrouw en ik blijven hier zolang het kan”, zegt Hossain, wijzend naar een strohut die zij nu delen met hun drie koeien en vijf geiten. Het is het enige onderkomen in de wijde omgeving. Alle buren zijn inmiddels vertrokken. “Wij moeten onze bomen nog kappen en de groenten oogsten. We hebben het geld hard nodig om nieuw land te kopen. Net zoals tien jaar geleden, toen we hier kwamen.”

Door de erosie langs de grote rivieren raken jaarlijks zeker 50 duizend Bengalen ontheemd. Maar er komen ook duizenden hectaren nieuw land bij. De rivier schuurt de oevers uit en verplaatst regelmatig haar stroomgebied. Van dat sediment ontstaan in de rivierbedding zandplaten, die geleidelijk uitgroeien tot eilanden (chars).

https://www.oneworld.nl/app/uploads/2020/11/erosie-1-875x587.jpeg

Het land van Jabar Hossain en zijn vrouw wordt langzaam opgeslokt door de rivier.

De bewoners van het gebied leven al eeuwen met de overstromingen, bodemverzilting en erosie door klimaatverandering waarmee andere landen in de toekomst ook geconfronteerd zullen worden. En dus letten ingenieurs wereldwijd goed op hoe de Bengalen zich beschermen tegen het wassende water. Karin Sluis, CEO van ingenieursbureau Witteveen en Bos, vertelde hierover onlangs op BNR Nieuwsradio.

Sluis: ‘Je zou verwachten dat ingenieurs uit Nederland naar Bangladesh komen om eens even uit te leggen hoe het moet, maar er is juist sprake van grote wederkerigheid. Wij hebben daar geleerd hoe je op een veel grotere schaal die natuurlijke processen kunt gebruiken en wij passen dat in de praktijk nu, mede dankzij Bangladesh, in Nederland toe.’

Nieuw land

Al sinds de jaren 60 voert de Bengaalse overheid een beleid van inpolderen en bedijken van land. Voor het dichtbevolkte, arme en voornamelijk op landbouw gerichte Bangladesh is land een schaars en kostbaar goed. Daarom heeft de overheid in 1994 het Char Development & Settlement Project (CDSP) opgezet, een samenwerkingsverband van zes departementen om nieuwe nederzettingen te ontwikkelen. Nederland was een van de financiers.

Het natuurlijke proces van landwinning duurt zo’n 20 tot 30 jaar, zo lang kunnen erosieslachtoffers niet wachten

“Een stuk land biedt arme mensen houvast, een basis om geld te verdienen”, zegt ingenieur Zulfiquer Azeez van CDSP in havenstad Noakhali. De resultaten van het project vormen het bewijs; de armoede is fors gedaald in het projectgebied dat nu een half miljoenmensen telt. De bewoners hebben betere huizen, meer bezittingen, meerdere inkomstenbronnen en hun kinderen gaan naar school. “Maar nieuw land goed bewoonbaar maken, vereist investeringen in oeverbescherming en infrastructuur. Dat kost tijd en geld.”

Het natuurlijke proces van landwinning, waarbij zandplaten in de rivierbedding ontstaan die uiteindelijk uitgroeien tot eilanden, duurt zo’n twintig tot dertig jaar. Dan komt de overheid in actie en poldert het eiland in met dijken. Zo lang kunnen Jabar Hossain en andere erosieslachtoffers niet wachten.

Dat weten lokale bendes, de ‘muscle men’. Zodra de mangroven en andere bomen, die het departement van bosbouw heeft aangeplant, stevig geworteld zijn, claimen gespierde bandieten het nieuweland als graasland. Zij zijn jarenlang heer en meester van het gebied, innen pacht voor vee en rijstbouw, en verkopen het land later in kleine percelen aan door erosie ontheemde boeren.

Twee keer per dag, bij vloed, stroomde het huis vol met water

Toen Hossain met zijn gezin tien jaar geleden in Caring Char neerstreek, ruilde hij twee koeien voor een kwart hectare grond. Aanvankelijk kon hij er alleen zoutbestendige rijst op verbouwen. Beginnende polders zijn nog niet zo droog en er zit nog veel zilt water in de grond, waar niet veel op wil groeien. Het kolonistenbestaan was hard voor Hossain, maar hij had nog geluk: binnen drie jaar werd Caring Char ingepolderd door CDSP.

De struise Asob Banu (55) die in 2001 met man en tienerzonen in Nangulia Char (het eiland dat grenst aan Caring Char) neerstreek, was ruim tien jaar overgeleverd aan de bendes, de verzilte grond en de getijden. “Er was hier helemaal niks: geen wegen, geen stroom, geen telefoon, geen overheid. En twee keer per dag bij vloed stroomde het huis vol met water. Tot aan mijn knieën.” Banu stond er alleen voor. Man en zonen waren maanden van huis om elders als dagloner geld te verdienen.

“Dat is verleden tijd.” De komst van de dijk en de overheid heeft de boeren uit hun isolement gehaald en de ‘muscle men’ onttroond. Banu is nu eigenbaas. “Wij zijn nu officieel landeigenaar, we kunnen leven van de opbrengst en investeren in een tractor en een waterpomp, in ons huis en in de school voor de kleinkinderen. Het leven is goed. Dat willen we niet kwijtraken.”

Natte voeten

Het nieuwe land van Nangulia Char oogt lieflijk, alsof het er altijd is geweest. De dijkwegen zijn omzoomd met hoge pijnbomen, huizen omringd met fruitbomen. In het polderland is het een en al bedrijvigheid; er wordt geoogst, geploegd en nieuwe rijst aangeplant. Elk stukje grond wordt benut. Rond visvijvers en sloten groeien courgettes en pompoenen langs palen omhoog, in de bermen bloeien bonenplanten, en op elk erf scharrelen duiven, kippen, eenden, ganzen.

Alleen de cycloonschuilplaatsen die boven het landschap uitsteken, herinneren de bewoners voortdurend aan de gevaren van de oprukkende erosie. Het bezorgt de kolonisten slapeloze nachten. Ze weten maar al te goed hoe machtig en meedogenloos de Meghnarivier kan zijn. Zij eisen extra onderhoud, betere oeverbescherming, hogere dijken, meer drainagekanalen.

https://www.oneworld.nl/app/uploads/2020/11/erosie-2-1-875x587.jpeg

De loop van de rivier verandert door erosie en dwingt boeren te verhuizen.

Maar dat lijkt niet altijd mogelijk, ook niet bij Caring Char. Het project daar is na zeven jaar alweer aan het instorten: de dijk is verzakten verzwolgen door het water – waardoor weten ingenieurs nog niet. “Groot herstelwerk is op dit moment niet mogelijk”, verklaart ingenieur Zulfiquer van CDSP. “Dat is te riskant, de stroming is te sterk.” Met een sjaal om zijn hoofd tegen de ochtendkou, staat de ingenieur aan de oever van de Meghnarivier op de meest westelijk punt van Caring Char.

De erosieschade loopt in de miljoenen. Over een jaar zal het hele gebied verdwenen zijn

De rivier lijkt wel een zee; de overkant is niet te zien, het wassende getij klotst tegen de aarden wal. Zulfiquer kijkt over de afgebrokkelde rand van de weg naar het water. Een paar honderd meter verderop steekt nog net een stuk van de sluis uit de rivier. Het is de tweede sluis die is weggespoeld. De ingenieur was bij de bouw betrokken, net als bij de aanleg van de vijf kilometer lange weg dwars over Caring Char waar nu nog één kilometer van over is. De erosieschade loopt in de miljoenen.

Zulfiquer: “Over een jaar is Caring Char verdwenen, het aangrenzende Noler Char mogelijk binnen tien jaar als de erosie zo doorgaat. We moeten eerst weten wat er speelt, waar die eroderende stroming vandaan komt.” Voorlopig komen er in elk gevalgeen nieuwe dijken of dammen. De oude dijk verder landinwaarts wordt de nieuwe verdedigingslinie.

Een derde minder land

“In de toekomst wordt het alleen maar erger”, voorspelt water- en klimaatexpert Ainun Nishat van het Centre for Climate Change and Environmental Research (C3ER) in Dhaka. Hij onderzoekt al jaren de effecten van klimaatverandering in Bangladesh. Tussen 1990 en2018 werd het land getroffen door 154 overstromingen, stormen en andere klimaatgerelateerde rampen, die tientallen miljoenen Bengalen troffen en miljarden euro schade aanrichtten. “Klimaatverandering is een feit, de aarde warmt op, de zeespiegel stijgt, het weer wordt onvoorspelbaar en steeds extremer.”

Bengalen hebben net als Nederlanders een hekel aan natte voeten

Bangladesh is uitermate kwetsbaar; de helft van het land ligt minder dan 12,5 meter boven zeeniveau, dat blijft stijgen. Het Intergouvernementele Panel for Climate Change (IPCC), een VN-orgaan dat de wetenschappelijke basis van klimaatverandering beoordeelt, voorziet dat Bangladesh zonder tegenmaatregelen in2100 een derde van de landoppervlakte voorgoed kwijt is. “Erosie is geen klimaatverandering, het is een natuurlijk proces, maar het wordt wel degelijk beïnvloed door veranderingen in het klimaat.”

Door een hogere zeespiegel en smeltende gletsjers stroomt er meer water door de rivieren. Zwaardere stormen zorgen ervoor dat die grotere hoeveelheid harder gaat stromen, met als gevolg erosie. Nishat heeft er alle begrip voor dat de bedreigde eilandbewoner dijkbescherming eisen. “Bengalen hebben net als Nederlanders een hekel aan natte voeten. Daarom zijn wij, net als jullie, gebieden gaan inpolderen en omdijken.”

https://www.oneworld.nl/app/uploads/2020/11/erosie-3-875x587.jpeg

Kustbewoners breken hun huis af en slaan het landinwaarts op.

De eerste polders in Bangladesh dateren uit de jaren 60. Inmiddels staat de teller op 139 polders. In de kustgebieden zijn de leefomstandigheden van miljoenen Bengalen erdoor verbeterd en is de economische groei bevorderd, constateren onderzoekers in de vuistdikke rapporten van het Bangladesh Deltaplan 2100. Maar de polderontwikkeling creëert ook nieuwe problemen, omdat het de natuurlijke processen verstoort, waardoor afvoerkanalen dichtslibben en het water in de polders stagneert en de eilanden verzilten. Het polderconcept overboord zetten gaat de onderzoekers te ver, maar gezien de klimaatverandering is het evident dat het concept vernieuwd en aangepast moet worden. De sleutelvraag is hoe?

Zelf betalen

De natuur kan de mens een handje helpen, signaleert het Deltaplan. In een van de polders in Satkhira, in het zuidwestelijke kustgebied van Bangladesh, mag de rivier alweer een paar jaar haar gang gaan en de polder van een nieuwe vruchtbare sliblaag voorzien – en tegelijkertijd de afvoerkanalen schoonspoelen. Het klinkt goed, maar de aanpak stuit op praktische bezwaren. De boeren, die jarenlang hun land moeten afstaan, weten niet of en hoe ze gecompenseerd gaan worden, zeker als ze moeten migreren om elders werk te vinden.

Noakhali geeft CDSP het nieuwe land wat meer ruimte dooreen kleiner gebied in te polderen, zodat de natuur haar werk kan doen. Klimaatexpert Nishat betwijfelt of die aanpak werkt. “Vroeger was dat misschien mogelijk, maar nu is daarvoor in Bangladesh geenruimte meer. Er wonen al te veel mensen. Die willen geen voedselhulp, die eisen beter dijkonderhoud om zelf rijst te verbouwen.”

https://www.oneworld.nl/app/uploads/2020/11/erosie-hoofdbeeld-875x587.jpeg

Erosie van de Meghnarivier, bij de Bengalese stad Noahkali.

Bengaalse kustbewoners zijn vooral op zichzelf aangewezen. De mensen op het platteland, die direct slachtoffer zijn van klimaatgerelateerde rampen, investeren zelf het meeste geld in de rampenbestrijding, blijkt uit recent onderzoek van het International Institute for Environment and Development (IIED). De plattelandsbewoners geven bijna 2 miljard dollar per jaar uit aan preventieve maatregelen, zoals het ophogen, versterken of herstellen van huizen en oevers. Dat is twee keer zoveel als het Bengaalse overheidsbudget, en ruim twaalf keer het bedrag dat internationale organisaties aan hulpgelden geven voor het Bengaalse platteland. Lokale initiatieven kunnen maar mondjesmaat aanspraak maken op overheidsfinanciering.

Met al die rampen hier, kun je maar beter iets achter de hand hebben

“Experimenteren en uitproberen. Je aanpassen aan het klimaat leer je in de praktijk”, is het devies van de Bengaalse klimaatdeskundige Saleemul Huq. Hij is als wetenschapper lid van het IPCC. “Het hele kustgebied beschermen is op den duur een onmogelijke opgave”, zegt hij. “Men zal keuzes moeten maken en misschien hele gebieden moeten opgeven.” En dan gaat de voorkeur uit naar de grote steden in plaats van dorpen met landbouwgrond. Voorlopig pleit Huq voor tijdelijke bescherming. “Elk jaar dat de mensen langer kunnen profiteren van hun grond is meegenomen. Zo kunnen ze een buffer opbouwen en zich voorbereiden op de toekomst.”

Kolonisten weten wat hun te doen staat. Zij bereiden zich mentaal en financieel voor op een nieuwe toekomst elders. De een opent een winkel, een ander gaat kalkoenen vetmesten of koopt een brommer of landbouwmachines. Asob, die haar boerderij niet kwijt wil, legt alvast geld opzij om landinwaarts grond te kopen. “Met al die rampen hier, kun je maar beter iets achter de hand hebben.”

Dit artikel verscheen eerder in OneWorld Magazine.

Zijn ook verwoestende bosbranden het nieuwe normaal?

Dit zijn de zorgwekkende gevolgen van smeltende permafrost

Hilde Janssen

Het bericht Bangladesh leert Nederland omgaan met klimaatrampen verscheen eerst op OneWorld.

https://www.oneworld.nl/lezen/klimaat/bangladesh-leert-nederland-omgaan-met-klimaatrampen/

Hoe redden we de biodiversiteit (en dus onszelf)? (OneWorld)

https://www.oneworld.nl/app/uploads/2020/10/image-2-875x525.png

Bijna 70 procent van alle diersoorten op aarde is de afgelopen halve eeuw uitgestorven – door toedoen van de mens. Herstellen we die biodiversiteit niet, dan zijn ook wij binnen 100 jaar verdwenen. Hoe kunnen we het tij nog keren?

Onze relatie met de natuur is kapot en we moeten nú actie ondernemen om dit te herstellen. Dat is de alarmerende conclusie uit het Living Planet Report van het World Wildlife Fund (WWF), dat vorige maand verscheen. Sinds 1970 is de populatie van alle dieren op aarde met 68 procent gedaald. Dat klinkt heftig en dat is het ook, maar het rapport zegt ook dat we nog niet verloren zijn.

De belangrijkste bevindingen van het Living Planet Report

Van 1970 tot nu:

  • Zijn populaties wilde dieren over de hele wereld met gemiddeld 68 procent in omvang afgenomen (in tropische gebieden in de Verenigde Staten is dit zelfs 94 procent).
  • Zijn populaties van zoetwaterdieren met gemiddeld 84 procent afgenomen in omvang.
  • Is 75 procent van het ijsvrije landoppervlak op aarde door de mens aangetast.
  • Is 85 procent van de waterrijke gebieden verloren gegaan.
  • Wordt nog maar 13 procent van de oceanen gezien als ‘wildernis’ die niet direct beïnvloed wordt door mensen.
  • Wordt een derde van het eten dat geproduceerd wordt, nooit opgegeten.
  • Wordt 30 procent van het hele landoppervlak van de aarde gebruikt voor landbouw.

Om ernstigere gevolgen te voorkomen, moeten we nú actie ondernemen om de natuur te behouden en herstellen, zeggen activisten. Bending the curve, noemt het WWF dit. Volgens de organisatie is er voor het ombuigen van deze ontwikkeling een combinatie nodig van extra behoud, duurzame productie en duurzame consumptie. Hiermee komt de verantwoordelijkheid bij zowel overheden en bedrijven als bij burgers te liggen. De drie belangrijkste manieren om het tij te keren, en hoe jij daar zelf aan bij kunt dragen.

1. De productie en consumptie van voedsel veranderen

De insecten sterven uit. Nou en?

De afgelopen tienduizend jaar (ook wel het ‘Holoceen’) was klimatologisch een van de meest stabiele periodes die de aarde gekend heeft. Cruciaal daarvoor is de biodiversiteit: het leven van miljoenen soorten dieren en planten is zodanig met elkaar verweven dat ze elkaar en de aarde ondersteunen. Van olifanten en walvissen tot planten en insecten, ze spelen allemaal een rol. Zo neemt plankton in de oceanen koolstof op, houden kuddes grote grazers op de Afrikaanse steppen het grasland vruchtbaar door het te bemesten en weerkaatst poolijs zonlicht zodat de aarde koel blijft. De biodiversiteit zorgde ook voor een betrouwbare cyclus van seizoenen, die de mensheid de mogelijkheid gaf om voedsel te produceren. Ook wij zijn dus direct afhankelijk van een rijke en gebalanceerde biodiversiteit. Toch is het juist het menselijke handelen dat de afgelopen jaren de krimp heeft veroorzaakt.

Een plantaardig(er) dieet is de snelste oplossing om ruimte te besparen

We kunnen meer ruimte voor de natuur creëren door te veranderen hoe het land gebruikt wordt – en dus wat we eten. Een plantaardig(er) dieet is de snelste oplossing om ruimte te besparen. Het verbouwen van gewassen neemt namelijk veel minder ruimte in dan het produceren van vlees en zuivel – omdat de dieren zelf ruimte nodig hebben, maar vooral omdat voor al het veevoer ontzettend veel land gebruikt wordt. Verbouwen van planten produceert ook flink minder broeikasgas omdat dieren methaan1produceren bij het verteren van voedsel en de mest dat daarna ook uitstoot.

Overbevissing en bijvangst moeten stoppen, zeggen 300 wetenschappers

Zoals gezegd zijn ook onze wateren in gevaar. Overbevissing en bijvangst moeten stoppen, was de boodschap die meer dan driehonderd wetenschappers begin september bij de EU neerlegden. Bioloog en documentairemaker David Attenborough stelt in zijn nieuwe documentaire dat een visverbod in een derde van de kustzeeën naar schatting genoeg zou zijn om iedereen van vis te voorzien. Doordat de vissen in die gebieden gezonder worden en zich vermenigvuldigen, trekken ze naar de gebieden waar wel gevist mag worden.

Dit kun jij zelf doen om duurzamer te eten:

Minder vlees en zuivel consumeren. Een plantaardig(er) dieet is een belangrijke stap die (bijna) iedereen kan zetten. Om impact te maken hoeft niet iedereen in één keer 100 procent vegan te gaan. Het is al goed als je twee of drie dagen per week vlees- en zuivelvrij eet. Met twee dagen geen vlees en zuivel bespaar je namelijk net zoveel CO2-uitstoot als een autorit van 30 kilometer.

Check of je vis duurzaam gevangen is. Je kan dit zien aan het blauwe MSC- en groene ASC-keurmerk op de verpakking. Visserijen krijgen dit keurmerk als ze voldoen aan drie principes: genoeg vis in de oceanen laten zitten, de natuurlijke omgeving niet aantasten en goed natuurbeheer volgen, dat er voor zorgt dat de regels eerlijk worden toegepast en worden nageleefd. Daarnaast is het altijd beter om te kiezen voor een vis die niet lijdt onder overbevissing.

Verminder je voedselverspilling. Een derde van al het geproduceerde voedsel in de wereld wordt nooit opgegeten. Deze verspilling vindt overal in het proces plaats, van de boerderij tot op je bord en in je keuken, als je eten weggooit. Het verwerken van al dat afval draagt met ongeveer 8 procent flink bij aan de totale broeikasgasuitstoot. Probeer daarom slim boodschappen te doen, gebruik een lijstje en ga niet met een lege maag naar de supermarkt.

2. Bestrijden van klimaatverandering

Voor het eerst in tienduizend jaar is de gemiddelde temperatuur op aarde significant veranderd. De gemiddelde luchttemperatuur, die tot de jaren 90 vrij stabiel was, steeg de afgelopen dertig jaar al met meer dan 1 graad Celsius. Ook zit er meer broeikasgas in de lucht dan ooit. Dit betekent niet dat we vóór de jaren 90 geen extra warmte produceerden, maar tot dan werd dit opgenomen door oceanen waardoor de gevolgen onzichtbaar bleven. Omdat de gezondheid van de oceanen mede daardoor achteruit is gegaan, kunnen ze dit nu niet meer doen.

Een regenwoud houdt tot wel zeven keer de hoeveelheid koolstof vast die mensen jaarlijks uitstoten

Zijn ook verwoestende bosbranden het nieuwe normaal?

In augustus vorig jaar en januari dit jaar werden de gevolgen van de opwarming duidelijker dan ooit met enorme bosbranden in de Amazone en Australië. Hiermee ging het leefgebied van miljoenen dieren in vlammen op. Het regenwoud vormt de habitat van de helft van alle diersoorten op het land en in een relatief kleine strook van 10,4 vierkante kilometer kunnen tot wel 750 verschillende soorten bomen staan. Bomen waarin dieren leven en die bovendien allemaal CO2 opnemen en dus helpen om de opwarming van de aarde tegen te gaan. Een regenwoud houdt tot wel zeven keer de hoeveelheid koolstof vast die elk jaar door mensen wordt uitgestoten. Maar wat doet de mens? We kappen ze en planten oliepalmen waar bijna geen dieren in kunnen leven. Zo is al de helft van de regenwouden verloren gegaan.

Ontbossing en corona

Ook corona is een gevolg van ontbossing, zegt het WWF in zijn Living Planet Report. Doordat de leefruimte van veel dieren kleiner wordt, trekken ze naar bevolkte gebieden. Dier en mens leven te dicht op elkaar waardoor er steeds meer ziektes ontstaan die overdraagbaar zijn van dieren op mensen. Zulke ziekten noemen we zoönosen.

Covid-19, SARS, ebola, malaria en AIDS zijn allemaal voorbeelden van zoönosen. Hoe die bij mensen terechtkomen verschilt. Het verdwijnen van bepaalde dieren zorgt er bijvoorbeeld voor dat een zoönose een nieuwe route naar ons ‘vindt’. In India nam bijvoorbeeld het aantal besmetting met rabiës (hondsdolheid) toe toen de gieren aan het verdwijnen waren. Besmette koeienkarkassen werden nu in plaats van door gieren, opgegeten door verwilderde honden die dichter bij de mens staan dan gieren. Zij droegen de ziekte via beten over op mensen.

Attenborough roept ons op om onmiddellijk te stoppen met ontbossing, en gewassen als oliepalmen en soja alleen te verbouwen op land dat lang geleden ontbost is. Een manier om deze omgang met land te bevorderen is door boeren en andere landeigenaren subsidie te geven om inheemse bomen te planten. In Costa Rica zorgde dit ervoor dat er binnen 25 jaar weer dubbel zoveel bomen stonden.

Marokko haalt 40 procent van zijn energiebehoefte uit zonnepanelen en windmolens in de Sahara

Daarnaast, zegt hij, moeten we zo snel mogelijk overal de overstap maken naar hernieuwbare energie; zon, wind, water en aardwarmte. Een goed gidsland hiervoor is Marokko, dat op het moment 40 procent van zijn energiebehoefte uit zonnepanelen en windmolens in de Sahara haalt. Door de makkelijke verbinding met Zuid-Europa zou het land tegen 2050 de opgewekte energie kunnen exporteren. In tegenstelling tot kolen, olie en gas veroorzaakt het opwekken van deze energie bijna geen CO2-uitstoot. Bovendien raakt de energiebron de komende miljarden jaren niet op. Vooralsnog blijven banken en pensioenfondsen in fossiele brandstof investeren; volgens Attenborough en andere klimaatactivisten is het daarom tijd dat ook zij verantwoordelijk worden gehouden en hun steentje bijdragen.

Wat jij zelf kunt doen om je uitstoot te verlagen?

Verbruik minder energie en stap over op duurzame energie. Het beste zou zijn om over te stappen op hernieuwbare energie zoals zonne-energie, wind- en waterkracht. Als je de mogelijkheid hebt, stap dan over naar een groene energiemaatschappij en/of installeer bijvoorbeeld zonnepanelen. Check ook of jouw bank bijdraagt aan milieuvervuiling en stap anders over naar een groenere bank.

Koop minder spullen. De grootste klimaatimpact van de gemiddelde Nederlander komt van spullen die we kopen. Dit hebben we alleen niet in de gaten, omdat het gaat om een indirecte uitstoot van CO2 in plaats van een directe zoals bij autorijden. Probeer dus minder te kopen, en ga vaker voor tweedehands. Minder verspilling gaat ook hier op: gooi niet zomaar dingen weg. Probeer iets te repareren en ga in eerste instantie voor betere kwaliteit die langer meegaat.

Zoek uit hoe groot jouw voetafdruk op aarde eigenlijk is. Op deze site kun je dat testen, aan de hand van vragen over je woonsituatie, voeding, lifestyle, vervoer en vakantie. Hier en hier vind je meer tips om je levensstijl te verduurzamen.

3. Investeren in de natuur als oplossing

Op dit moment vragen wij 1,6 keer meer van de aarde dan ze ons kan geven. We hebben bossen, waterrijke gebieden, oceanen en andere belangrijke ecosystemen aangetast en vernietigd. De afname van de biodiversiteit is een voorbeeld van het afzwakken van de natuurlijke bronnen. In de komende honderd jaar zullen miljoenen soorten (500.000 dieren en planten en nog eens 500.000 insectensoorten) met uitsterven bedreigd worden, voorspelt het WWF.

Naast het bos heeft ook de zee bescherming nodig. Sinds de jaren 50 is al 90 procent van alle grote vissen (tonijn, kabeljauw) in de zee gevangen, terwijl deze nodig zijn om het ecosysteem in stand te houden. Dit systeem speelt een grote rol in het tegengaan van klimaatverandering. Het oppervlak van de oceaan neemt namelijk CO2 op, en dat kan het minder goed doen als het niet ‘gezond’ is.

Even ter herinnering: de aarde heeft zichzelf al miljarden jaren in leven gehouden. Een effectieve manier om de biodiversiteit te bevorderen is dan ook om de natuur gewoon zijn ding te laten doen. ‘We moeten simpelweg doen wat de natuur altijd heeft gedaan’, zegt Attenborough dan ook: ‘Als wij voor de natuur zorgen, zorgt de natuur voor ons.’ De bioloog doelt op oplossingen waarbij we samenwerken met de natuur en behoud, herstel en beheer gecombineerd worden.

Er wordt vaak teruggegrepen op techniek om de gevolgen van klimaatverandering tegen te gaan, maar technologie is vaak duur en vooral effectief op korte termijn. Natuurlijke oplossingen zijn lange termijn opties en hebben meer voordelen. Want niet alleen zullen ze de biodiversiteit en ons beschermen tegen de effecten van de opwarming van de aarde, maar ze gaan die zelf ook tegen.

Koraal wordt nu al op meerdere plekken op de wereld gekweekt om in het rif geplant te worden

Bossen planten is waarschijnlijk het bekendste voorbeeld van de natuur gebruiken als oplossing. Bomen nemen CO2 op, dragen bij aan een betere bodemkwaliteit en verbeteren de luchtkwaliteit. Maar behalve het bos heeft ook de kust bescherming nodig. Mangrovebossen en koraalriffen moeten beschermd en hersteld worden om vissen hun broedplaatsen terug te geven en mensen te beschermen tegen overstromingen en vloedgolven. Koraal wordt nu al op meerdere plekken op de wereld gekweekt om in het rif geplant te worden.

Wat kun jij zelf doen om de natuur te laten bloeien?

Creëer een groen balkon of tuintje. Een heel bos planten in je eentje wordt lastig, maar ook hier geldt dat alle kleine beetjes helpen. Zeker in de stad is het belangrijk dat we meer natuur om ons heen hebben. Hoe meer groen, hoe aantrekkelijker voor insecten en vogels die er zo weer een stukje leefgebied bij krijgen. Als je dus de mogelijkheid hebt, zet dan zoveel mogelijk planten op je balkon, of creëer een groen dak. Dit vangt water op, vermindert de vervuiling en houdt huizen koel (en dat scheelt weer stroom voor een eventuele airco in de zomer). Als je een tuin hebt, haal daar dan alle tegels uit en plant gras en planten in de plaats.

Teken petities of doneer. Op onder andere de website van het WWF vind je verschillende petities die overheden onder druk hopen te kunnen zetten om de natuur en het klimaat prioriteit te maken.

De natuur, biodiversiteit, het klimaat en de gezondheid van de mens zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Herstel van de stabiliteit van de aarde begint dus bij het herstellen van de biodiversiteit. Doen we dat niet, dan is die stabiliteit en onze veiligheid binnen honderd jaar verdwenen. In de woorden van David Attenborough: ‘Het gaat niet alleen om het redden van de planeet, het gaat om het redden van onszelf.’

‘Waarom vechten we tegen corona zonder de oorzaak te bespreken?’

Hier gaat jouw spaargeld naartoe

Suzan Wolfhagen

  1. Een broeikasgas dat veel sterker is dan CO2. ↩︎

Het bericht Hoe redden we de biodiversiteit (en dus onszelf)? verscheen eerst op OneWorld.

https://www.oneworld.nl/lezen/klimaat/hoe-redden-we-de-biodiversiteit-en-dus-onszelf/