Karlijn reist in deze hectische tijden door de VS: ‘Dit land staat op het punt over te koken’ (VIVA)

Karlijn van Houwelingen (32) is correspondent van het AD en zeven regionale kranten in de Verenigde Staten. Bijna dagelijks brengt ze nieuws en achtergronden vanuit een politiek verscheurd land in hectische tijden. ,,Ik heb altijd de lezer in mijn achterhoofd: wat zou die willen en moeten weten van wat zich hier afspeelt?”

In samenwerking met het AD

Is er nog hoop in Amerika? Correspondent Karlijn van Houwelingen reist in aanloop naar de verkiezingen dwars door het land, naar tien plaatsen die Hope heten. Vandaag deel 1: Hope, Maine. ‘Dit land staat op het punt over te koken.’

Rampzomer

Amerika smacht naar troostvoedsel. Barbecuevlees, kaasmacaroni – het vliegt de keuken van chef Andrew Bridge uit. Dat komt, denkt hij, omdat zo’n bord langzaam gerookte runderborst je in crisistijd het idee geeft dat alles normaal is. De VS beleefde een rampzomer. En toch, terwijl coronarecords werden gebroken en horecabaas na horecabaas ermee stopte, opende Bridge hier in Maine stoïcijns de deuren van zijn eerste eigen restaurant. Bij Station 118, gevestigd in een oud benzinestation, stond op dag één een rij tot om de hoek. De verwachte omzetcijfers worden naar verluidt continu gebroken. Er zijn al plannen voor meer vestigingen, het liefst langst de hele oostkust van de VS.

,,Ik denk niet zoals een normaal mens. Als de pandemie erger wordt, maak ik me wel zorgen als het zover is’’, zegt Bridge als hij de rookoven vol varkensvlees en kippendijen even met rust kan laten. Volhouden, en je vooral niet druk maken om dingen waar je geen controle over hebt – zo kun je in het gehavende Amerika van vandaag nog steeds vooruit komen, daar is hij van overtuigd.

,,Misschien heb ik het mis, al heb ik flink wat gereisd. Ik denk dat dit een van de beste landen in de wereld is. Er is een overvloed aan kansen, enorme diversiteit aan mensen, diversiteit aan ruimte – je vindt hier elk klimaat, van besneeuwde bergen tot regenwoud en woestijn. En het ligt eigenlijk allemaal voor het grijpen, als je bereid bent hard te werken, vastberaden bent, en niet luistert naar wat andere mensen zeggen.’’

Andrew Bridge (42) woont in Hope, een dorpje in kuststaat Maine. Het is mijn eerste halte op een wekenlange reis door 23 staten die ik Project Hope heb genoemd. De afgelopen maanden schreef ik zoveel deprimerende verhalen over de VS dat ik, met de verkiezingen op komst, wil weten of de Amerikanen er net zo zwaarmoedig van zijn geworden als ik. Bovendien, de eerste branden in het westen kondigen wéér een apocalyptisch bosbrandenseizoen aan, de democratie en rechtsstaat staan onder grote druk. De VS werd al geregeerd door het grote geld, de regering Trump is nu bezig van de overheid een veredelde dependance van zijn vastgoedbedrijf te maken.

Humeur

Hoe is het humeur van de Amerikanen, nu de pandemie maar slachtoffers blijft maken en het virusleed gepaard gaat met armoede? Wat doet het met ze, de tv die brandende winkelpanden en plunderaars toont? Hebben ze nog hoop voor de toekomst van de VS? Het was altijd zo’n optimistisch land, waar het enthousiasme niet op kon. Als het je ergens niet zinde, of je had jammerlijk gefaald, dan pakte je gewoon je spullen en trok je westwaarts, nieuwe kansen achterna. Klopt dat beeld nog? Het antwoord op de vragen zoek ik in tien steden en dorpen met de goedgemutste naam Hope, symbolen van het optimisme van de eerste bewoners.

Ze liggen overwegend in plattelandsgebieden, plekken waar Donald Trump zijn meest gedreven aanhangers vindt. Ongeveer een derde van de Amerikanen woont buiten steden. Trump heeft zijn presidentschap nadrukkelijk in het teken gezet van hun leefwijze. De grote stad is in zijn retoriek een wetteloos oord vol gevaar en Democraten. Hoe kijken de bewoners van small town USA naar ‘hun’ president, nu zijn regeertermijn eindigt met diepe crisis?

Hoop?

In een van de meest hopeloze weken in de moderne Amerikaanse geschiedenis pak ik mijn spullen. In Kenosha, Wisconsin, vallen twee doden als een gewapende tiener met sympathie voor Trump twee linkse betogers neerschiet. Een paar dagen later doodt een linkse demonstrant in Portland met zijn vuurwapen een rechtse tegenbetoger. Door sommige steden lopen gewapende milities, burgers vechten hun politieke meningsverschillen uit op straat. Het reisschema lijkt even heel futiel. Hoop? Het land valt uit elkaar.

Psychologenvereniging APA meldt dat de ‘collectieve mentale gezondheid’ van het Amerikaanse volk flinke klappen heeft gekregen. Maar liefst acht op de tien Amerikanen ervaart stress vanwege zorgen over de toekomst van het land. Het land waar het altijd groter, beter en meer kon, is pessimistisch geworden. Zelfs New York, baken van onverstoorbaarheid, is vergeven van verhuiswagens. Geschrokken inwoners trekken in de pandemie naar veiliger, minder dichtbevolkte oorden.

Ik sluit me met fotograaf Sergio Avellaneda tijdelijk bij die uittocht aan als we naar de schilderachtige kuststaat Maine rijden. We volgen de rotsachtige kustlijn naar het noorden, langs vuurtorentjes en vissersdorpjes die onzichtbaar blijven vanaf de hoofdsnelweg naar de Canadese grens. Zodra we de afslag richting Hope nemen verschijnen Trump-vlaggen en Trump-bordjes in de berm, soms in een visuele strijd met de Biden-bordjes van de buren. De Trumpisten winnen. In de bossen rond Hope is op een enkele boom een bordje gespijkerd waarop iemand met onvaste hand ‘Black Lives Matter’ heeft geschilderd.

Circusolifanten met artritis

Hope is een creatief, ondernemend dorp, zeggen de bewoners. Een van hen bouwt doedelzakpijpen, een ander restaureert antieke brandweerwagens. Een lokale dierenarts besloot een jaar of acht geleden een opvang in te richten voor twee gepensioneerde circusolifanten met artritis, Rosie en Opal. Het werd het einde van dokter Laurita (56). Hij struikelde in het olifantenhok en stikte toen een van de ruim 3000 kilo zware dames op zijn borst stapte. Hope Elephants bestaat niet meer. Er is wel een winkel die al sinds 1832 op dezelfde plek staat. Als je een vintage rode pickuptruck met ‘HOPE’ op de nummerplaat voorbij ziet rijden weet je: daar gaat de brandweercommandant.

,,De mensen hier hebben een sterke band, ongeacht aan welke kant van het politieke spectrum ze staan’’, zegt Heidi Kelley (37), thuisblijfmoeder van twee, en tijdelijk thuisonderwijzer nu de school van haar oudste mondkapjes verplicht en schooltijden heeft ingekort (‘het leek me nogal overweldigend, voor een 5-jarige’). De inwoners houden hun nauwe band graag in stand, dus politiek is niet toegestaan in de dorpsgroep op Facebook.

De overbuurman van Heidi Kelley kwam beleefd vragen wat ze ervan dacht, toen hij een Trump-bordje in de berm had gezet. Hij woont hier net en wilde niet dat het scheve gezichten zou geven. ,,Ik voel me soms een soort vredesstichter’’, vertelt Heidi. ,,Mijn familie is heel conservatief, en ik heb veel vrienden aan de andere kant van het politieke spectrum.”

Bijbelse waarden

De buurman hoefde zich overigens geen zorgen te maken. Ze stemde zelf in 2016 ook op Trump, en is van plan dat in november weer te doen. Niet dat ze nou zo’n fan is van de persoon Donald Trump, maar ze ziet in hem de man die Bijbelse waarden leidend maakt, door bijvoorbeeld pogingen om abortus in te perken te steunen. Haar geloof is belangrijk. Het bestrijden van buitensporig politiegeweld tegen zwarte landgenoten ook, vindt ze. ,,Maar ik wil niet zomaar ergens in meegaan om sociale status te verkrijgen. Als ik dingen op sociale media zou zetten, of een bord zou ophangen, vind ik dat het ook waar en duidelijk moet zijn in mijn leven.’’

Op de muur van de tweehonderd jaar oude schuur naast haar huis heeft Heidi Kelley een paar jaar geleden wel met kerstlichtjes het woord ‘hope’ gevormd. Omdat ze in Hope woont, en omdat het hier over een paar weken om vier ’s middags al donker is. Dan kunnen voorbijgangers wel een beetje hoop en licht gebruiken. In het dunbevolkte noorden van de VS moet je het samen zien te rooien.

Standvastig

,,De mensen in Maine, wat hun politieke voorkeur ook is, zijn wat realistischer’’, zegt chef Andrew Bridge. ,,Over een paar maanden wordt het hier koud en donker en heel stil. We zijn mentaal en emotioneel standvastig, dat maakt het mogelijk om het hier vol te houden.’’

We ontmoeten hem om zes uur ’s ochtends, als hij luistert naar De Goelag Archipel, een audioboek over Sovjet-strafkampen, terwijl hij varkensschouders marineert. Later op de dag heeft hij geen tijd. Aan het eind van de middag gaat hij naar bed, om rond twee uur ’s nachts op te staan zodat zijn klanten voor de lunch vers gerookt vlees van lokale boeren kunnen bestellen.

De inwoners van Maine zijn lokaal geteeld voedsel meer gaan waarderen, nu veel grenzen dicht zijn en de bevoorrading van grote supermarktketens lang te wensen over liet, merkt Ron Howard (66). Hij heeft de leiding op de bosbessenboerderij van de familie Brodis, die hier al zes generaties wilde bessen oogst. Wilde bosbessen zijn zoeter, gezonder en gevarieerder dan geteelde neefjes. Om de struiken te onderhouden gebruikt Howard technieken die de oorspronkelijke bewoners van Noord-Amerika duizenden jaren geleden ontwikkelden.

Zijn schoonmoeder verhandelt elke zomer vers geoogste bessen vanuit haar huis. Maar nu een nieuw virus door het land waart leek dat geen goed idee, zoveel bezoekers over de vloer, en plukkers die in oma’s badkamer naar de wc gaan. Zo kwam het dat ook de familie Brodis juist in dit crisisjaar grote stappen heeft gezet. Vooraan op de heuvel waar de bessen groeien staat een gloednieuw winkel- en sorteerpand.

Directe verkoop aan de bewoners van Hope en omgeving moet de bessenboerderij overeind houden nu restaurants veel minder bessentoetjes verkopen. Handelaren betaalden al steeds minder voor wilde bosbessen. Ze importeren gecultiveerde bessen uit China of Mexico. ,,Veel wilde bosbessenboeren zijn ermee gestopt’’, vertelt Howard. ,,Ze kunnen maar krap een maand per jaar bessen oogsten, terwijl de bessenimport uit de rest van de wereld het hele jaar doorgaat.’’

Zorgen

Invoertarieven op buitenlandse bessen, dat zou kunnen helpen, in zijn ogen. Trump probeerde met zulke importbelastingen de afgelopen jaren verschillende Amerikaanse industrieën een steuntje in de rug te geven, tot schrik van veel voorvechters van vrijhandel. De president heeft hard gewerkt om Amerikaanse bedrijven te steunen, vindt Howard.

,,Maar we zijn hier in Maine juist de mogelijkheid om naar China te exporteren kwijtgeraakt, omdat er in de handelsoorlog gewoon minder schepen die kant op gaan. Dat raakt ons. Ik zou ongeveer dezelfde dingen gedaan willen zien, maar dan op een meer ordelijke manier, in plaats van zo’n klap met de hamer.’’ Daarom denkt hij toch voor Biden te stemmen. ,,Ik denk gewoon dat het riskant is, Trump als president. Hij zegt de verkeerde dingen op de verkeerde momenten.’’

Ron Howard maakt zich zorgen over zijn kleinkinderen van 13, 10 en 8. Ze missen onderwijs en sociale contacten, omdat ze lang niet naar school zijn geweest vanwege het virus. Toen het net opkwam dacht hij nog dat alle maatregelen een tikje overdreven waren. Dat gevoel is verdwenen sinds hij hoorde over een bruiloft in het zuiden van Maine waar in augustus bijna de helft van de gasten besmet raakte. Het leidde tot zeker 175 infecties en zeven sterfgevallen.

,,Ik verwacht een heel zwaar 2021’’, sombert Howard. Het virus verdwijnt niet zomaar, denkt hij. En meer economische problemen kan de familie Brodis niet gebruiken – als de bevolking van Hope en omgeving minder te besteden heeft worden met de hand geoogste wilde bosbessen al snel van de boodschappenlijstjes geschrapt.

Andrew Bridge maakt zich niet vaak zorgen, maar alle politieke spanningen zitten hem ook dwars. ,,Ik wil gewoon dat mensen met elkaar kunnen opschieten. We zijn op het punt dat mensen neergeschoten worden om hun politieke standpunten, of in elkaar geslagen omdat ze op mannen of vrouwen vallen.’’

Zijn zakenpartner, Troy Crane, laat het woord ‘burgeroorlog’ vallen, als de twee een moment pauze nemen op het terras van hun restaurant. ,,Iedereen staat met zijn vuisten omhoog’’, ziet Bridge. ,,Het land staat op het punt over te koken, mensen zijn waakzaam, gewapend en klaar om te vechten.’’

Het is dat hopeloos bedorven politieke klimaat dat maakt dat barbecuechef Bridge ook in het ogenschijnlijk zo saamhorige, bloeiende Hope vrijwel niemand meer vertelt op wie hij straks stemt. ,,Als ondernemer zou je wel gek zijn’’, zegt hij. De ene klant staat hier in de rij in een Trump-shirt, de volgende met Biden-logo op de borst. Hij wil alleen kwijt dat hij beide kampen ‘krankzinnig’ vindt, en niemand op het stembiljet ziet echt het beste voor heeft met het Amerikaanse volk. ,,Maar zelfs als ik zeg dat ik van allebei een beetje goed vind, kan ik zo een steen door een ruit krijgen.’’

Correspondent Karlijn van Houwelingen reist voor het AD in aanloop naar de verkiezingen dwars door het land, naar tien plaatsen die Hope heten. Tot aan de verkiezingen op 3 november, vind je iedere week haar intrigerende verhalen (ook) op onze website.

Het bericht Karlijn reist in deze hectische tijden door de VS: ‘Dit land staat op het punt over te koken’ verscheen eerst op V!VA - Niets te verbergen.

https://www.viva.nl/reizen/karlijn-reist-in-deze-hectische-tijden-door-de-vs-dit-land-staat-op-het-punt-over-te-koken/

Linda (36): ‘Ik help het klimaat door geen kinderen op de wereld te zetten’ (VIVA)

Linda (36) heeft een sterk verantwoordelijkheidsgevoel voor het klimaat. Ze worstelt dagelijks met haar keuzes: zijn deze duurzaam genoeg? Om haar ecologische voetafdruk binnen de perken te houden, wil ze geen kinderen. ‘Ik hou van reizen, paardrijden door Kirgizië, hiken door Ethiopië. Ik vlieg twee keer per maand voor mijn werk. Ik rijd auto. Allemaal activiteiten die mijn ecologische voetafdruk vergroten. Waar ik me dagelijks schuldig over voel, want het klimaat lijdt eronder en ik moet beter mijn best doen om mijn impact hierop te verkleinen. Maar als dat schuldgevoel weer eens opspeelt, kan ik dat wel enigszins goedpraten voor mezelf: zo’n milieubarbaar ben ik nou ook weer niet, want ik heb in elk geval geen kinderen en wil ze ook niet. Dat weet ik al sinds ik me kan herinneren. Maar een twaalfjarige die stellig verklaart geen kinderen te willen, wordt door haar omgeving natuurlijk niet serieus genomen. Dat gevoel zou vanzelf wel komen, werd me keer op keer verteld. Ook toen ik ouder werd en mijn kinderwens uitbleef, was het: wacht maar, je verandert nog wel van mening. Andere mensen wisten blijkbaar precies hoe mijn toekomstige ik zich zou voelen. Maar bij mij is het gevoel géén kinderen te willen alleen maar versterkt naarmate ik ouder werd. Wat mij betreft is de wereld al vol genoeg en ik heb niet de behoefte om hier nog meer mensen aan toe te voegen. Mensen die gericht zijn op meer en nog meer: meer spullen, meer geld, meer succes, meer vakanties. Waardoor we de aarde leegzuigen. Je hoeft het nieuws maar aan te zetten om te zien wat de gevolgen hiervan zijn: temperatuurstijging, droogte, hittegolven, overstromingen, bosbranden, schade aan ecosystemen, mislukte oogsten. Als de voorspelling uitkomt dat de aarde in 2050 10 miljard mensen telt, die blijven consumeren en verbruiken zoals we nu doen, zal de aarde dat niet kunnen opbrengen. Dat ik geen kinderen heb, zal voor de wereldwijde klimaatproblemen niets uitmaken maar voor mij wel. Ik kan het niet verantwoorden voor mezelf om een kind toe te voegen aan de wereld. Ik zou veel meer voor het milieu kunnen doen, maar na mij, als ik er niet meer ben, houdt mijn klimaatimpact in elk geval op.’ ‘Ik zou veel meer voor het milieu kunnen doen, maar als ik er niet meer ben, houdt mijn klimaatimpact in elk geval op’ Red de wereld ‘Het milieu ging me altijd al aan het hart. Ik ging Veeteelt studeren in Wageningen met het idee: weg met de intensieve veeteeltindustrie, weg met de megastallen. Ik had niet de illusie dat de hele wereld vegetariër, laat staan vegan, zou worden. Vlees, kaas en eieren zullen op het wereldmenu blijven staan, dus de veeteeltsector blijft ook bestaan. Ik kon me hiertegen verzetten en weigeren daaraan mee te werken of ik kon het proberen te verbeteren en de boel in elk geval diervriendelijker te maken. Tijdens mijn studie had ik er vertrouwen in: ik zou de wereld gaan veranderen. Naïef, weet ik nu. Door de jaren heen en door verschillende – internationale – banen kreeg ik door dat de wereld niet zo simpel in elkaar steekt en je deze ook niet zomaar verbetert. Tijdens mijn eerste baan bij de overheid ervoer ik hoe langzaam besluitvorming ging, hoe traag regels ingevoerd werden op wereldschaal. Ik was hard aan het werk, maar het meeste wat ik deed was vrij zinloos en had geen enkel effect op het verminderen van de bio-industrie. Dus nu probeer ik op mijn kleine schaal met ander werk toch iets bij te dragen. Als regiomanager bij een veevoerbedrijf leid ik grote projecten. Doel is om dieren superefficiënt te voeren en met supplementen gezond te houden zodat er minder sterfte is. Toen ik begon met werken, stierf bij sommige bedrijven wel dertig procent van de veestapel. Met de juiste begeleiding kunnen deze bedrijven zonder antibiotica en met een enorm gereduceerde uitval van dieren, hun bedrijf draaiende houden. Ja, die dieren sterven alsnog omdat de wereld vlees blijft eten. Maar er is in elk geval minder onnodige sterfte. Dus ik heb wel het gevoel dat ik iets bijdraag. Ik vind mijn werk echt fantastisch, maar twijfel bijna wekelijks of ik hier wel mee door kan gaan omdat het haaks staat op mijn principes: ik werk wel in een industrie met een gigantische CO2-uitstoot. Als ik dan door een groot rundveebedrijf in Oeganda loop, voel ik me een soort Jekyll and Hyde. Aan de ene kant sta ik echt te genieten van mijn werk en de landen die ik voor mijn werk mag bezoeken, maar aan de andere kant zie ik elke keer ook weer hoe kapot de wereld hiervan – en van wat ik dus doe – gaat.’ Frikandellen ‘Ik probeer altijd goede duurzame keuzes te maken. Ik ben vegetariër. Vegan lijkt me bijna onmogelijk want in bijna alles zit dierlijke ingrediënten: in snoep zit gelatine wat van varkens afkomstig is, in koekjes zit melkpoeder en eigeel. Als vegan zou ik me constant schuldig voelen en stressen of ik toch niet per ongeluk iets dierlijks heb verorbert. Dus ik richt me op wat voor mij haalbaar is. Wat niet altijd bevorderlijk is voor smakelijke gerechten. Van de zomer at ik van die taaie vegaburgers op de barbecue die helemaal niet lekker waren. Ik sloot me aan bij Facebook-groepen die producten redden van de markt om verspilling tegen te gaan.

Het bericht Linda (36): ‘Ik help het klimaat door geen kinderen op de wereld te zetten’ verscheen eerst op V!VA - Niets te verbergen.

https://www.viva.nl/tijdschrift-viva/klimaat-duurzaam-geen-kinderen/

Hoofdredacteur Debby: ‘‘Minder’ is het nieuwe mantra in 2019’ (VIVA)

De aarde warmt al jaren op en dat heeft aantoonbaar grote gevolgen. 
Onze poolkappen smelten, temperaturen verbreken recordhoogtes en de kans op bosbranden, aardbevingen en tsunami’s nemen toe. Dat is geen bangmakerij of activistenpraat, maar gewoon keiharde wetenschappelijke feiten. Oké, het onderwerp is misschien niet sexy en je scoort er zeker geen vrienden mee in de kroeg. Maar feit blijft dat we wereldwijd veel te veel energie verbruiken, CO2 uitstoten en troep achterlaten. Wist je dat we eigenlijk drieënhalve aardbol nodig hebben om aan onze plasticconsumptie te voldoen? Daar moet iets aan gedaan worden, sexy of niet. Inmiddels ligt er een klimaatakkoord en moeten we hard aan de bak om er nog wat van te maken. ‘Minder’ is het nieuwe mantra in 2019. Dat een beter milieu bij jezelf begint, weten we al sinds het Postbus 51-spotje uit de jaren negentig. 
VIVA’s Kimberly vatte de koe bij de horens en ging de uitdaging aan om een maand lang zero waste te leven. Zonder plastic leven, hoe moeilijk is dat eigenlijk? Kimberly – die groothandel-hoeveelheden kauwgom (gemaakt van onder meer plastic) wegkauwt en een broertje dood heeft aan afval scheiden – zag er als een berg tegenop, maar deed het uiteindelijk zonder morren. Hoe? Dat lees je in de nieuwe editie van VIVA.

Debby Gerritsen
Hoofdredacteur VIVA

Volg Debby ook op social media:
Instagram | Twitter

Deze editorial is afkomstig uit VIVA 02-2019. Deze editie ligt t/m 16 januari in de winkel. Je kunt de editie ook hieronder online bestellen.

»BESTEL VIVA ONLINE | KLIK HIER«

Het bericht Hoofdredacteur Debby: ‘‘Minder’ is het nieuwe mantra in 2019’ verscheen eerst op V!VA - Niets te verbergen.

https://www.viva.nl/tijdschrift-viva/hoofdredacteur-debby-5/