Brazilië wijst 20 miljoen euro van G7 voor bestrijden bosbranden Amazone af (ThePostOnline)

https://tpo.nl/wp-content/uploads/2019/08/amazone.jpg

De Braziliaanse regering heeft de hulp van de G7 bij het bestrijden van de grote bosbranden in de Amazone afgeslagen. De regering wil zelf over de invulling van de toegezegde hulpfondsen kunnen beschikken.

De G7-landen hadden eerder op de top in het Franse Biarritz besloten om 20 miljoen euro uit te trekken voor de bestrijding van de bosbranden in de Amazone. “We waarderen het aanbod, maar die fondsen kunnen beter besteed worden bij het herbebossen van Europa”, zei stafchef Onyx Lorenzoni namens de Braziliaanse president Jair Bolsonaro.

“Het Braziliaanse volk en de Braziliaanse regering beslissen hoe de middelen ingezet worden”, zei milieuminister Ricardo Salles eerder maandag in São Paulo. “In ieder geval is alle hulp welkom.”

Honderden nieuwe branden zijn ondertussen opgelaaid in het Amazonegebied, bleek maandag uit data. Het Braziliaans leger hielp maandag met twee Hercules-vliegtuigen met de bestrijding van het vuur. De minister van Defensie maakte bekend dat de situatie “niet gemakkelijk, maar onder controle” is.

ANP

Brazilië wijst 20 miljoen euro van G7 voor bestrijden bosbranden Amazone af

https://tpo.nl/2019/08/27/brazilie-wijst-20-miljoen-euro-van-g7-voor-bestrijden-bosbranden-amazone-af/

Brazilië wil G7-hulp voor Amazone niet hebben (Joop)

Brazilië zit niet te wachten op de 18 miljoen euro die de Verenigde Staten, Frankrijk, Duitsland, Italië, Japan, het Verenigd Koninkrijk en Canada tijdens de G7-top beschikbaar stelden voor de bestrijding van de bosbranden in de Amazone.

Eerder leek de Braziliaanse minister van Milieu Ricardo Salles wel geïnteresseerd in de G7-steun. Het geld van de rijkste industrielanden zou onder meer moeten worden ingezet voor extra blusvliegtuigen.

“We waarderen het, maar dat geld kan beter worden gebruikt voor de herbebossing in Europa”, verklaarde Onyx Lorenzoni. De kabinetschef van Jair Bolsonaro kon het niet nalaten om nog een sneer uit te delen aan de Franse president, die de G7-deal sloot.

“Macron kan nog niet eens een brand voorkomen in een kerk die op de werelderfgoedlijst staat. Wat wil hij ons land dan leren? Hij kan zich beter zorgen maken over zijn eigen land en de Franse koloniën.”

De Braziliaanse regering heeft zich de afgelopen dagen herhaaldelijk laatdunkend uitgelaten over Macron, omdat die de branden in de Amazone had uitgeroepen tot internationale crisis. Zo noemde de Braziliaanse minister van Onderwijs de Franse president een ‘opportunistische idioot’ en likete de uiterst rechtse Bolsonaro een seksistisch Facebook-bericht over het uiterlijk van Macrons echtgenote.

Cc-foto: Fábio Rodrigues Pozzebom

https://joop.bnnvara.nl/nieuws/brazilie-wil-g7-hulp-voor-amazone-niet-hebben

‘Akkoord om Amazone te redden nabij’ (Joop)

De Franse president Emmanuel Macron heeft verklaard dat er op de G7 bijna een akkoord is bereikt over het bestrijden van de massale bosbranden en de noodzakelijke herbebossing. Volgens Macron is iedereen het er over eens dat er hulp geboden moet worden. Het akkoord zou om “technische en financiële hulp” gaan. De Franse president zette het probleem van de Amazane-branden op de agenda door ze tot een internationale crisis uit te roepen. Volgens waarnemers was het onderwerp vanwege de overeenstemming een van de makkelijkste agendapunten op de top. Het akkoord is onder meer nog niet rond omdat veel afhankelijk is van de medewerking van de landen in het Amazone-gebied en die nog moeten instemmen. Macron heeft toestemming gekregen van de G7 om met al de betrokken landen in overleg te treden. “Terwijl we de soevereiniteit van de staten respecteren moeten we doelen stellen voor herbebossing en de betrokken landen helpen zich economisch te ontwikkelen,” stelt Macron.

Colombia wil een pact tussen de Amazone-landen sluiten om de ontbossing tegen te gaan.

“Natuurlijk is de Amazone Braziliaans grondgebied maar het probleem van de regenwouden is echt een wereldwijd vraagstuk,” aldus de Duitse bondskanselier Angela Merkel. Over de uitvoering van plannen als herbebossing verschillen de landen wel van mening. De Braziliaanse reactie op de plannen van de – veelal Europese – G7-landen luidt dat juist Europa al het oerbos heeft op het eigen continent heeft gekapt. Volgens de Europeanen is het daarentegen zaak van dergelijke fouten te leren.

De Boliviaanse president Evo Morales heeft al verklaard dat internationale hulp welkom is. In het zuidoosten van Bolivia woeden hevige branden en Morales heeft zijn verkiezingscampagne gepauzeerd om zich op het probleem te richten.

Het Braziliaanse leger is zondag gestart met de bestrijding van de branden door onder meer twee C-140 Hercules vliegtuigen in te zetten bij het blussen. 44.000 militairen zijn beschikbaar gesteld maar het is nog onduidelijk wat die gaan doen en waar. Ook worden er veiligheidstroepen ingezet om illegale ontbossing tegen te gaan. Vorige week nog had Brazilië alle kritiek van de hand gewezen maar nadat Macron dreigde het handelsakkoord Mercosur tussen de EU en het land te blokkeren, veranderde het beleid. Premier Mark Rutte had zich tegen dat dreigement gekeerd omdat het volgens hem “niets oplost”.

Onder Bolsonaro is het aantal boetes dat is uitgedeeld wegens illegale ontbossing dramatisch teruggelopen tot het laagste niveau in tien jaar tijd. Er werden in de afgelopen acht maanden nog geen 7000 boetes uitgeschreven, 30 procent minder dan het jaar daarvoor. Het aantal bosbranden daarentegen is verdubbeld naar 70.000. De Braziliaanse regering stelt dat veel branden plaatsvinden op grondgebied dat al eerder ontbost is. Volgens Bolsonaro is er geen sprake van een abnormale situatie.

De NASA weerspreekt de verklaring van Bolsonaro, meldt de VRT:

Het aantal bosbranden in het Braziliaanse Amazonewoud ligt dit jaar veel hoger dan anders. Bovendien zijn de branden ook veel intenser. Dat zegt nu ook de Amerikaanse ruimtevaartorganisatie NASA, die zo de satellietgegevens van het Braziliaanse agentschap INPE bevestigt. En nog opvallend: “Hoewel droogte in het verleden de activiteit in het brandseizoen aanwakkerde, wijzen de timing en de locatie van de branden dit jaar meer op het platbranden van bossen dan op droogte.”

cc-foto: Steve Eason

https://joop.bnnvara.nl/nieuws/akkoord-om-amazone-te-redden-nabij

Het tijdperk van megavuren is aangebroken. Kan de mens het tij nog keren? (Motherboard Vice)

De wereld staat in de fik. Met die gedachte sta ik 99 van de 100 dagen op, maar dit keer is het geen hysterische metafoor: het poolgebied brandt als nooit tevoren, en in Rusland is dit jaar tot nu toe een bosgebied ter grootte van Duitsland afgebrand.

Zelfs Groenland, waar onlangs in een dag zoveel ijs gesmolten is dat je heel Nederland kan bedekken met een halve meter water, zelfs daar staat het in de fik.

Het vooruitzicht van een door smeltwater verdronken wereld waar het nog resterende landoppervlak wordt geteisterd door 21ste eeuwse megavuren fascineert me sinds ik vorig jaar beelden zag van een familie die het dorpje Paradise in Californië probeert te ontvluchten.

Ze zitten in een auto. Het lijkt avond en behalve de weg staat alles in de fik. Uit kolkende, gele rook komt af en toe een tegenligger tevoorschijn, en de moeder perst er snikkend een gebedje uit. Na vijftig seconden vuur en duisternis breekt opeens een blauwe hemel open. Het blijkt klaarlichte dag.

Het is alsof je een apocalyptische attractie uitrijdt, een totaalervaring waarin de toekomst zit verpakt, perfect gecureerd om mensen de stuipen op het lijf te jagen en nooit meer schijt te hebben aan de opwarming van het klimaat. Oh, en die natuurbrand in Rusland? Die is honderd keer groter dan de brand in Paradise.

Wat is er aan de hand? Kunnen we de branden nog stoppen, of zijn we, zoals de Franse filosoof Bruno Latour zegt, “gemuteerd naar een andere wereld” waarin megavuren de norm zijn?

Door een bijzonder geluk krijg ik begin augustus de mogelijkheid om in de slipstream van Grigory Kuksin, hoofd van de Greenpeace-brandweerteams in Rusland, kennis te maken met een groep vrijwillige brandbestrijders in Karelië, een gebied zo’n vijf uur reizen boven Sint-Petersburg, tegen de grens van Finland aan. Deze noordelijke provincie is meer dan drie keer zo groot als Nederland, en bestaat voor 97 procent uit bos.

Het is ook het meest westelijke deel van de Russische taiga. Taiga betekent naaldwoud in het Russisch, maar het bosgebied strekt zich uit tot over de grenzen van dit gigantische land. Het ligt als een brede, groene kroon op de noordelijke helft van de wereld, van Scandinavië in het westen, naar Rusland en via Alaska en Canada tot aan IJsland en het noordelijkste puntje in Schotland. Het is het grootste bos op aarde. Het gebied is bijna twee keer zo groot als de VS en vertegenwoordigt 30 procent van alle bosbedekking van de wereld.

De milieu-omstandigheden in dit hele gebied zijn vergelijkbaar, en satellietsystemen laten zien dat over de hele taiga zowel de duur als de intensiteit van de branden toeneemt. In dit verhaal ga ik op zoek naar de oorzaken hiervan.

Na vier uur in een trein en een uur in een taxi zit ik op de rand van een rubberen motorboot. Het meer waar we op varen is net zo groot als Nederland. Een potige dame giert de boot van links naar rechts door een zeewaardige golfslag heen. “Vroeger bevroor dit hele meer”, zegt een Rus met een vissershoed, “maar nu niet meer.” Hij zal de komende dagen wel vaker dit soort abrupte inlichtingen verschaffen. Even later wijst hij naar een van de vele eilandjes: “Daar werden vroegen nucleaire wapens getest. Ik zou er geen paddenstoelen plukken.”

We varen langs een muur van bomen die zich langs de kust uitstrekt naar de horizon. De enige onderbrekingen zijn eilandjes met nog meer bomen. De omgeving is gevormd door de laatste ijstijd, die duurde tot 11.000 jaar geleden. Niets bewijst dat de mens hier ook maar enige invloed heeft gehad, waardoor alles er nogal prehistorisch uitziet. Het is moeilijk voor te stellen dat dit hele gebied verandert doordat wij mensen ergens anders koolstof de lucht in pompen.

Als je goed kijkt, zie je hier en daar een eilandje dat pas afgebrand lijkt. Vooral de eilandjes die al een tijdje geleden zijn afgebrand zijn mooi. De silhouetten van nieuwe boompjes – berken bovenaan, want die groeien het snelst – steken af tegen het extreme groen van de ondergroei; een soort oersoep van mossen, paarse distels en dennen. “Het is alsof de natuur zichzelf opnieuw uitvindt,” schreeuw ik enthousiast tegen de Rus met de vissershoed. Hij knikt, en kijkt me aan alsof ik krankzinnig ben.

Als de boot eindelijk aanmeert en ik vraag waarom we stoppen blijkt dat dit afgelegen eiland de ideale plek voor het kamp is omdat het zo ‘gemakkelijk’ te bereiken is. Drie zomermaanden per jaar overleeft hier een troep vrijwilligers die, omdat de Russische brandweer het vertikt, probeert de talloze brandjes in de omgeving te blussen. Hun actieradius is zo’n 200 vierkante kilometer. “Sommige mensen noemen het een gevecht tegen windmolens,” zegt Kuksin over zijn schouder als we uitstappen, maar of zijn missie even zinloos is als die van Don Quichot betwijfel ik.

Kuksin werkt nu voor Greenpeace, maar is al sinds 1998 een spil in de bestrijding van brand in Rusland. Met eenzelfde groep vrijwilligers stond hij aan de basis van een nationaal park in een gebied vlakbij Moskou dat “het moederland van granen” heet. Samen met zijn jeugdvriend Misha, een gigantische man met een Bretonse streep en een zeer kort lontje, probeert hij dat succes nu te kopiëren naar het Ladogameer en nog twaalf andere plekken in Rusland en Siberië.

In het weekend dat ik hem meemaak, geeft Kuksin constant telefonische interviewtjes aan lokale en nationale nieuwsstations, en het verbaast me hoe openlijk kritisch hij is op Poetins regering. Tien jaar geleden is er een bezuiniging doorgevoerd op brandbestrijding. Er werden zogenoemde ‘controlezones’ uitgestippeld: gigantische regio’s waar de staat, verwarrend genoeg niets tegen brand onderneemt. Kuksin noemt het bullshit: “Branden moeten geblust worden als ze net beginnen.” Teams van vrijwilligers door heel Rusland nemen nu het heft in eigen hand. Het team rondom het Ladogameer blust elk jaar tientallen potentiële vuurhaarden. Het totale aantal branden in Rusland wordt door deskundigen op 50.000 tot 70.000 per jaar geschat, maar dat aantal hoopt Kuksin omlaag te krijgen door met mediacampagnes en educatieprogramma’s (inmiddels op 8000 scholen) aan de bevolking duidelijk te maken dat mensen 90 procent van de natuurbranden veroorzaken. Kuksin’s team is voorlopig de enige die met dit soort campagnes bezig is, want de Russische overheid houdt voorlopig nog vol dat natuurbranden vanzelf ontstaan.

Eenmaal aan land wijst iemand naar een kale, winderige steenvlakte waar mijn koepeltent alvast pal in het midden is opgezet. Direct achter de tent, in een klein stukje bos, toont hij mij een enorme berg stront met een wc erop. Op de meest extreme uitstulping van het gesteente staat een dekzeilen imitatie-joert weg te waaien. Het blijkt de sauna te zijn.

Het is tragikomisch dat een soort die zulke onsamenhangende ruïnes produceert ook in staat is om de stofwisseling van een planeet te veranderen.

Deze tegenstrijdigheid is een centraal aspect van het klimaatprobleem: we bouwen Tesla’s en overwegen te verhuizen naar Mars, maar gooien tegelijkertijd overal en nergens sigaretten op licht ontvlambare veengronden. Ik lig in mijn kleine koepeltent na te denken over de zinloosheid van dit alles, totdat de granieten ondergrond me uiteindelijk in een vacuüm van droomloze oneindigheid trekt waar af en toe alleen een vleug van het toilet doorheen wasemt.

“Negen van de tien branden in Rusland wordt door mensen veroorzaakt”

“Negen van de tien branden in Rusland wordt door mensen veroorzaakt,” vertelt Kuksin de volgende ochtend tijdens het ontbijt. In de regio waar ik nu ben zijn de boosdoeners vooral kampvuurtjes en sigaretten, maar in de Zuid-Siberische gebieden, waar nu de grootste brand is, zijn boeren verantwoordelijk.

“Russische boeren verbranden gras [elk jaar een gebied zo groot als Italië, red.] omdat ze denken dat het de grond vruchtbaar maakt, maar dat is een mythe. Grasbranden kunnen vervolgens weer bos- en veenbranden veroorzaken.” Het verbranden van gras is daarom verboden, maar het gebeurt nog steeds, en er wordt nauwelijks iets tegen gedaan. Veel boeren zien grasbranden niet als probleem, zolang hun eigen dorp maar geen gevaar loopt. Mensen die het dichtst bij de vuren wonen waarschuwen de brandweer meestal niet eens, omdat ze denken dat vuur vanzelf ontstaat.

Kuksin en zijn team proberen die mindset te veranderen. “Het vuur blussen met vliegtuigen, zoals het Russische leger nu doet, heeft geen zin. We moeten ervoor zorgen dat mensen de branden niet alleen als een natuurlijke tragedie zien, maar als iets waar de mens iets tegen kan doen.”

In en rondom de taiga ligt veel veengrond, en veen brandt ondergronds. Als je een sigaret op de grond gooit, of een kampvuurtje maakt, lijkt het vuur misschien uit als je wegloopt, maar in werkelijkheid verspreidt het vuur zich soms tot wel meters diep de grond in. Het oude plantenmateriaal brandt langzaam door tot het vuur de oppervlakte weer bereikt, soms tientallen kilometers verderop. Veel mensen denken daarom dat brand een natuurlijke oorsprong heeft, terwijl het in werkelijkheid komt door een alledaagse menselijke handeling.

De mens veroorzaakt dus bijna alle branden: check. Maar hoe zit het met de gebieden waar nauwelijks mensen wonen? Het noordpoolgebied bijvoorbeeld, waarom brandt het daar als nooit tevoren?

Om daarachter te komen bel ik met Sander Veraverbeke, Earth Systems-wetenschapper aan de Vrije Universiteit Amsterdam. Veraverbeke onderzoekt de interactie tussen de koolstofcyclus en de biosfeer. In 2017 publiceerde hij een studie in Nature waarin hij de invloed van bliksem op het ontstaan van recente branden in de boreale bossen analyseert. “Veel mensen denken: het wordt warmer, dus het brandt meer. Dat is deels wel zo, maar wat ze vergeten is dat de meeste branden in het hoge noorden beginnen door een bliksemschicht. Dat is heel anders dan in zuidelijke gebieden, waar het bijna altijd de mens is.” In sommige regionen van Canada en Alaska, het gebied waarnaar hij onderzoek doet, verklaart bliksem 95 procent van alle grotere branden boven de vier vierkante kilometer.

Twee dingen komen samen: extreme droogte in regio’s waar het nooit zo warm en droog is, en bliksem. Omdat er meer warmte is, verdampt er bovendien meer water. Daardoor ontstaat er meer wolkvorming, en dat is weer een voorwaarde voor bliksem. De laatste 40 jaar is de hoeveelheid bliksem in de noordelijkste plekken van Canada en Alaska met zo’n 2 tot 5 procent per jaar toegenomen. “We zagen duidelijk de link tussen klimaatopwarming en een toename van bliksem. Niet alleen meer bliksem: we zagen ook dat het hoger in het noorden plaatsvindt. De opwarming reikt verder naar het noorden, waardoor alles opschuift.”

“Als we het model doorkalibreren naar het einde van de eeuw verwachten we nog 3 keer meer bliksem.”

Hij en zijn team zijn nu bezig met een studie waarin ze deze effecten verder modelleren voor de hele arctische zone. “Als we het model doorkalibreren naar het einde van de eeuw verwachten we nog drie keer meer bliksem.” Een voorspelling maken is moeilijk, maar de verwachting is dat dit tegen het einde van de eeuw bij gelijke vegetatie tot twee of zelfs drie keer zoveel branden zal leiden als nu het geval is.

Hij benadrukt dat brand in essentie niet slecht hoeft te zijn voor een ecosysteem. Het wordt pas schadelijk als een omgeving geen tijd heeft om te herstellen, en dat is nu het geval. Waar de taiga vroeger eens in de honderd jaar brandde, brandt het nu elke tien tot twintig jaar.

Dat heeft grote gevolgen voor de plantengroei en de dieren in deze regio, maar ook de rest van de wereld ondervindt er de gevolgen van. De miljarden bomen die dit jaar verbrand zijn nemen geen CO2 meer op. Daar komt bij dat 35 procent van grondkoolstof in deze noordelijke veengronden ligt opgeslagen. Als dat opbrandt verdwijnt al die koolstof vanuit de grond de atmosfeer in, wat het broeikaseffect weer versterkt. Deze koolstof ligt al honderden jaren opgeslagen, en dat wordt niet meer opgenomen voordat de volgende brand over het gebied raast.

Nog een bijkomstigheid is dat er een roetlaag ontstaat op het poolijs, waardoor de zon niet meer gereflecteerd wordt maar wordt opgenomen, wat het smelten ervan versnelt. “Dat het nu brandt in Groenland verwondert me echt: dat zie ik wel als de kanarie in de koolmijn,” zegt Veraverbeke als ik hem vraag of deze branden de nieuwe norm zijn.

Moeten we ons hiertegen verzetten, of eraan wennen? Als ik het aan Kuksin vraagt, is hij duidelijk: “Het maakt mij niet zo heel veel uit of een brand door bliksem of door een mens is veroorzaakt. Als we de menselijke branden kunnen voorkomen, helpt dat ook in de strijd tegen klimaatverandering, omdat er dan minder CO2 vrijkomt.”

Het is een noodzakelijk praktische houding die ik ben gaan bewonderen in de tijd die ik met hem doorbreng. Want als we de volgende ochtend om zes uur weer in de motorboot zitten op weg naar een veenbrand 200 kilometer verderop, ervaar ik de schaal van het probleem. Niet alleen omdat de reis negen uur zal duren, maar ook omdat het blussen van zelfs een kleine veenbrand extreem veel werk is.

Het schemert als we ‘s avonds aankomen op de plek waar elk jaar opnieuw maandenlang veenbranden woeden. We rijden al een paar uur over een nagenoeg onbegaanbare weg tussen paarse veldbloemen die hoger zijn dan onze auto. Het beetje licht dat de zon nog afgeeft is flets door een permanente laag rook die over het landschap ligt. Het laatste stukje moeten we lopen omdat de auto vast komt te zitten in een modderplas.

Kuksin wil ons laten zien hoe het land brandt, maar ook hoe moeilijk het is om er iets tegen te doen als het eenmaal in brand staat. We moeten eerst een beekje vinden waar we water uit kunnen halen. Dat duurt een uur. Als we er een gevonden hebben lopen we naar een plek waar de rook dichter is dan op de meeste plekken. We banen ons een weg door de paarse bloemen, en aan het einde van een veld ligt een gat van een meter diep waar het veen is weggebrand. Overal rondom ons staat de grond in brand. Om het te blussen moet de brandspuit diep de grond in gedrukt worden, een waar pleuriswerkje. Een lange thermometer moet diep de grond in gedrukt worden om zeker te weten dat het vuur gedooft is. Telkens moet de spuit er weer in. Een team van negen vrijwilligers en brandweerlieden doet er uiteindelijk drie uur over om een stukje veen van tien bij tien vierkante meter te blussen. Het is bijna donker als het vuur ‘uit’ is. Overal om ons heen komen de rookpluimen nog uit de grond.

Het lijkt inderdaad een gevecht tegen windmolens. Door er snel bij te zijn kunnen veenbranden als deze nog voorkomen worden, maar dit naar Nederlandse maatstaven verlaten gebied is nog redelijk dichtbij de bewoonde wereld. In de uitgestrekte gebieden in Oost-Siberië of het Noordpoolgebied wonen nauwelijks mensen. Brandbestrijding in die regio’s lijkt voorlopig nauwelijks mogelijk. Alleen in Jakoetsk branden volgens de laatste cijfers van NASA nog zo’n 155 branden. Omdat er weinig mensen wonen zijn deze branden geen bedreiging voor mensen en “objecten van de economie.” Maar het laten branden is geen optie want de gezondheidseffecten zijn gigantisch. Volgens schattingen hebben de hoge temperaturen als gevolg van bosbranden in 2010 het leven van 55.000 mensen gekost. De onvrede over smog begint nu ook serieuze vormen aan te nemen en mensen eisen dat de overheid de branden in Siberië blust. Poetin heeft daarom eind vorige maand 4.000 militairen naar Siberië gestuurd met blusvliegtuigen en ander grof geschut, zonder veel succes. Behalve de gezondheidseffecten, is ook de CO2-uitstoot van de branden die ver van de bewoonde wereld liggen gigantisch. Elke zomermaand dit jaar verdwijnt er een jaarproductie koolstof van een land als Zweden in de lucht.

Om deze grote afgelegen megabranden te voorkomen moeten de bestrijders er snel bij zijn. Met een netwerk van moderne satellieten kunnen we binnenkort elke brand ter wereld binnen drie uur detecteren. Dat betekent dat we theoretisch gezien de hele wereld tegen brand kunnen beveiligen. Maar hoe maak je de afweging of een brand wel of niet de moeite waard is om te blussen?

Wanneer besluit je om brand te voorkomen, en wanneer niet? Zelfs deze vraag lijkt onmogelijk te beantwoorden.

“We willen branden bestrijden om het klimaateffect te bestrijden, niet alleen om mensen te redden,” zegt Veraverbeke “maar daarvoor moet je een kosten-batenanalyse maken. De wetenschappelijke wereld probeert nu tot zo’n afweging te komen door koolstof een monetaire waarde te geven.” Door de sociale kosten van CO2-uitstoot van natuurbranden door te berekenen, is de hoop dat we dan tot een soort van economische legitimering voor dure brandbestrijdings- of preventieprogramma’s kunnen komen. Het is een elegant idee, maar als elke boom monetaire waarde heeft, vliegen we dan ineens wél naar Nova Zembla om een brand te blussen?

Elke keer als we over efficiency, cost-benefit of risk-managementprotocollen praten, hebben we het over mensen, niet over het klimaat. Het kan het klimaat niets schelen dat wij hebben besloten dat de ene boom het wel waard is om geblust te worden, en de ander niet. De CO2-waarde van bomen die ver weg staan is hetzelfde als bomen die dichtbij staan. En juist op de plekken waar geen mensen wonen zijn de branden het grootst.

Na drie uur veenbranden blussen voelt het alsof de binnenkant van mijn neusvleugel in een pot sambal heeft gehangen. Voor m’n gevoel staan er als we wegrijden nog 10.000 velden in de fik. Het is gemakkelijk om te denken dat het geen zin heeft.

Satellieten vertellen ons alleen waar het nog brandt, niet wat het cumulatieve nut is van individuele daden. Kuksin bestrijdt zijn hele leven vuur, ontmoet duizenden mensen en overtuigt er misschien honderden om ook het vuur te bestrijden, en die op hun beurt misschien ook weer. Tegelijkertijd laait elk jaar opnieuw het vuur op, dit jaar meer dan ooit tevoren.

Ik ben naar Rusland gegaan om te zien wat de mens kan doen tegen de megavuren. Het was mijn ambitie om terug te komen met een eenduidig verhaal waar we verder mee kunnen, maar ik geloof niet dat dat bestaat. De uiteindelijke les is misschien om je niets van aan te trekken van alle redenen om iets niet te doen. Verantwoordelijkheid nemen. Geven om de wereld. De vrijwilligers laten me zien dat in de bezigheid zelf, de verlossing van de twijfel zit.

https://www.vice.com/nl/article/mbmex4/waarom-staat-de-wereld-in-de-hens-en-kunnen-we-er-wat-aan-doen

Voor Bolsonaro zijn boeren belangrijker dan bomen (OneWorld)

President Brazilië geeft voorrang aan soja en vee

https://www.oneworld.nl/app/uploads/2018/11/06155200/branches-brazil-environment-1225236A-875x583.jpg

De gigantische bosbranden in de Amazone zijn geen toeval, maar aangestoken als vorm van illegale ontbossing. Bewust beleid van Bolsonaro, waarin regenwoud moet wijken voor soja en veeteelt.

Brazilië’s president Jair Bolsonaro die 1 januari in functie trad, is een man van extreme beslissingen, die er ook niet voor terugschrikt om van mening te veranderen als het protest te groot is. En dat gebeurde nadat hij verkondigde de ministeries van Landbouw en Milieu in één ministerie te willen samenvoegen. ‘s Lands bekendste supermodel Gisele Bündchen, tevens een nationaal ikoon van de natuurbescherming, klom in de pen: ‘De natuur is het belangrijkste goed dat we hebben op aarde en het behoud ervan is essentieel voor de toekomst van onze kinderen en toekomstige generaties’, schreef ze in een brief aan Bolsonaro.

Update (22 augustus 2019)

Afgelopen week gingen beelden van massale bosbranden in het Amazoneregenwoud de wereld over. Er komen rond deze tijd van het jaar altijd bosbranden voor in het gebied, maar nu is het aantal bosbranden drastisch gestegen: met 83 procent ten opzichte vorig jaar. Die toename is geen natuurlijk verschijnsel: de meeste branden zijn opzettelijk aangestoken door boeren, mijnbouwers en houthandelaren, als vorm van illegale ontbossing.

Vorige maand gaf het Braziliaanse agentschap voor ruimteonderzoek INPE een indicatie voor de ontbossingscijfers van het afgelopen jaar. De houtkap in het Amazoneregenwoud is met 88 procent toegenomen ten opzichte van juni 2018.

Als reactie op het onderzoek werd de directeur van INPE ontslagen door Bolsonaro; hij geloofde de cijfers niet, en beschuldigde de organisatie van het manipuleren van de cijfers. Ook worden NGO’s die pogen om illegale ontbossing tegen te gaan, actief tegengewerkt. De NGO’s krijgen minder middelen van de overheid, en openstaande boetes aan bedrijven worden kwijtgescholden.

Gevaar nog niet geweken

Bolsonaro heeft weliswaar een belangrijke concessie gedaan door de ministeries van Milieu en Landbouw niet samen te voegen. Ook beloofde hij uiteindelijk niet uit het Klimaatakkoord te stappen, iets dat hij eerder wel aankondigde van plan te zijn.

Brazilië ratificeerde het Klimaatakkoord van Parijs in september 2016 en verplicht zich daarmee om de uitstoot voor 2025 met 37 procent terug te brengen en voor 2030 met 43 procent, allebei in vergelijking met het niveau in 2005. Brazilië heeft als land de hoogste CO2-uitstoot van Latijns-Amerika.

Maar het gevaar voor de Amazone is nog niet geweken. Voor Bolsonaro gaan de belangen van de boeren voor de natuur. Hij wil dus ook de soevereiniteit over de Amazone behouden en verzet hij zich tegen plannen die onder andere worden gesteund door ex-president Santos van buurland Colombia om een groot oppervlak van de Amazone tot internationaal beschermd gebied te verklaren.

De ontbossing in Brazilië vormt bijna 3 procent van de wereldwijde CO2-uitstoot

Fernando Ramos

Bolsonaro vindt bovendien dat er geen belemmering moet zijn voor het agrarische bedrijfsleven. “De explosieve bevolkingsgroei leidt tot ontbossing. Je kunt geen soja op het terras van je gebouw telen of vee houden in de tuin”, zo verklaarde hij tegen de pers.

Zelfs de agrosector was tegen, de landbouwbedrijven die met hun grootschalige soja- en veeteelt voor een groot deel verantwoordelijk zijn voor de ontbossing in Brazilië. De reden was weinig idealistisch. De boeren zijn bang dat ze hun producten niet meer kunnen verkopen als hun land straks bekendstaat als ontbosser.

Bos: ‘belangrijk om CO2 te verminderen’

Het handhaven van bos is in Brazilië verreweg het belangrijkste middel om de uitstoot van koolstofdioxide (CO2) te verminderen, aldus Fernando Ramos, senior-onderzoeker bij het INPE, het Braziliaanse instituut voor ruimteonderzoek in São José dos Campos in de deelstaat São Paulo, omdat Brazilië – de grootste CO2-uitstoter van Latijns-Amerika – relatief weinig vervuilende industrie heeft. Het land haalt het grootste deel van zijn stroom uit waterkrachtcentrales en niet uit vervuilende kolencentrales, zoals er in Europa nog veel staan.

Bomen laten staan of aanplanten is dus belangrijk, omdat die koolstofdioxide vasthouden. Ramos: “We spelen een belangrijke rol op wereldniveau, want de ontbossing in Brazilië neemt bijna 3 procent van de wereldwijde CO2-uitstoot in beslag.” Het INPE brengt door middel van satellietbeelden de mate van ontbossing in Brazilië in kaart.

Ontbossing tegengaan

In de periode van 2002 tot 2014 was er relatief weinig ontbossing in het Latijns-Amerikaanse land, zo staat vermeld in een rapportage van klimaat en bosexperts uit 2014. Maar onder de tweede regering van de linkse president Dilma Rousseff (2014-2016), nam de illegale ontbossing weer toe nadat Rousseff het budget voor preventie tegen houtkap had verkleind.

Ramos: “Als we niks doen, gaat het terug naar de niveaus van voor de periode Lula” [president in Brazilië van 2003 tot en met 2010, red.]. Tijdens zijn regering werd er een reductie van de ontbossing van bijna 20.000 naar een kleine 6500 vierkante kilometer gehaald, zo staat in de rapportage.

In tien jaar zou er een bosgebied ter grootte van Groot-Brittannië verloren gaan

In een artikel op de website Mongabay leggen Ramos en een aantal andere auteurs uit wat er gebeurt als Brazilië niet meer optreedt tegen illegale ontbossing: de onderzoekers hebben met simulatiemodellen berekend dat het land dan 25.600 vierkante kilometer per jaar kwijtraakt, 265 procent meer dan in 2017. In tien jaar zou er een bosgebied ter grootte van Groot-Brittannië verloren gaan. Ramos: “Een deel hiervan bestaat uit natuurreservaten en territoria van de oorspronkelijke bewoners en dat is buitengewoon zorgwekkend.” Als Bolsonaro niet optreedt tegen ontbossing, neemt de emissie in Brazilië met 1,3 gigaton per jaar toe, aldus de auteurs van het artikel op Mongabay. Dat is precies de hoeveelheid die Brazilië in mindering moet brengen tot 2025.

Boskap: ‘helemaal niet nodig’

Volgens Fernando Ramos is het helemaal niet nodig om bos te kappen voor landbouw. “Dat is al lang berekend. Er is genoeg braakliggend land dat met behulp van moderne technologie gereed gemaakt kan worden voor soja of runderen.” Brazilië, een van de grootste landbouwproducenten ter wereld, kan de wereld makkelijk blijven voeden, aldus Ramos. Volgens hem is het een kwestie van goede wil.

Intussen gaan er ook stemmen op om een wereldwijd akkoord voor het behoud van biodiversiteit af te sluiten met dezelfde impact als het Klimaatakkoord van Parijs. Cristiana Paşca Palmer, hoofd biodiversiteit bij de Verenigde Naties, verklaarde tegen de Britse krant The Guardian: “Het verlies van biodiversiteit dat al hoog is door verwoesting van het leefgebied, verontreiniging en invasie van bedreigende soorten, wordt de komende dertig jaar nog groter door klimaatverandering en de groei van de wereldbevolking.” Ze prees de Franse president Emmanuel Macron, die verklaarde dat de klimaatkwestie niet kan worden opgelost zonder een halt toe te roepen aan het verlies aan biodiversiteit. Macron heeft zijn aanstaande Braziliaanse collega Bolsonaro opgeroepen om zich aan de afspraken van Parijs te houden.

Wat gaat Nederland als belangrijke handelsnatie doen?

Nederland is een van de belangrijkste handelspartners van Brazilië. Wat gaat de regering doen als Bolsonaro zijn ontbossingsplannen straks gaat doorvoeren?

“We wachten af wat de daadwerkelijke beleidsagenda van Bolsonaro wordt. We zullen hem en zijn regering beoordelen op hun daden”, zo laat een woordvoerder van minister Kaag van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking via e-mail weten aan OneWorld. Hij duidt dat het ministerie wil blijven investeren in een goede werkrelatie met Brazilië en wijst erop dat Nederland bijdraagt aan een Braziliaans actieplan voor mensenrechten en het bedrijfsleven. Ook steunt Nederland Braziliaanse boeren met kennis over intensivering van de landbouw, waardoor de boeren minder grond nodig hebben voor hun bedrijf.

Dit artikel verscheen eerder op OneWorld.nl op 6 november 2018.

 

Internationale wetenschappers: bos is beste techniek om klimaat te beheersen

De Trump van de tropen

Hoeveel is ons bos waard?

Wies Ubags

Het bericht Voor Bolsonaro zijn boeren belangrijker dan bomen verscheen eerst op OneWorld.

https://www.oneworld.nl/duurzaamheid/voor-bolsonaro-zijn-boeren-belangrijker-dan-bomen/