‘Bosbranden tastbaar signaal van opwarming’ (Kennislink)

Door klimaatverandering komen er meer bosbranden, maar bosbranden dragen zelf ook bij aan de opwarming van het klimaat. Al ruim twintig jaar onderzoekt Guido van der Werf de wisselwerking tussen bosbranden en klimaatverandering. “Bij lange droogte, veel wind en hoge temperatuur, loopt elk bos wel kans om in de fik te gaan.”

Klimaatwetenschapper Guido van der Werf.
Anouk Franck.

Black summer. Zo noemden de Australiërs hun zomer van 2019-2020. Tijdens een hittegolf legden hevige bosbranden 24 miljoen hectare in as in het zuidoosten van het land. “Die branden stootten evenveel kooldioxide uit als de wereldwijde luchtvaart in een heel jaar.” Guido van der Werf, hoogleraar Fysische Geografie aan de Vrije Universiteit in Amsterdam, onderzoekt al ruim twintig jaar de wisselwerking tussen bosbranden en klimaatverandering. “Dat doen we op mondiaal niveau, met satellieten van NASA en ESA. We monitoren iedere plek op aarde op bosbranden en zien grofweg vier keer per dag of er nieuwe branden bijgekomen zijn.” Met die satellietgegevens, drones en rekenmodellen maakt Van der Werf een schatting van de CO2-uitstoot van die branden.

Hoe groot is de CO2-uitstoot van alle bosbranden vergeleken met andere uitstoot?

“Alle bosbranden wereldwijd zijn bij elkaar gelijk aan dertig procent van de uitstoot uit fossiele brandstoffen. Maar dat is geen eerlijke vergelijking. Een bosbrand is in principe klimaatneutraal: er brandt bos af, maar dat zorgt ook voor aangroei van jonge boompjes, die CO2 opnemen. Netto is de uitstoot dus minder. In de tropische bossen gaat dat echter niet op: bos wordt daar afgebrand om plaats te maken voor landbouw en veeteelt. Er gaat koolstof de lucht in als CO2, en dat wordt niet meer opgenomen. Die toevoeging betekent extra klimaatverandering. Wat voor de CO2-uitstoot dus vooral telt, is brand bij ontbossing en die staat gelijk aan vijf procent van de uitstoot van fossiele brandstoffen.”

Video: Een overzicht van de branden per maand van 2000-2015, uit de Global Fire Emissions Database (GFED) gebaseerd op NASA-satellietgegevens.

Wat zijn de ergste bosbranden geweest qua CO2-uitstoot?

De bosbranden in Zuidwest-Australië van 2019-2020 stootten evenveel kooldioxide uit als de wereldwijde luchtvaart in een jaar. Op de foto een brand in de Gosper Mountains, New South Wales, december 2019.

“Dat zijn de ontbossingsgebieden in de tropen, waar branden niet thuishoren. Dat bos komt niet meer terug, dus daar is een netto uitstoot van CO2. En het kunnen grote hoeveelheden uitstoot zijn, zeker als het een El Niño-jaar is. Het natuurverschijnsel El Niño zorgt ervoor dat het klimaat rond de evenaar droger en tot wel drie graden warmer is dan normaal. De grootste El Niño ooit gemeten was in 1997-1998. Toen is in Indonesië vier Petagram aan CO2 de lucht in gegaan uit de smeulende veenmoerasbossen – dat is vier miljard ton CO2, een tiende van de huidige uitstoot door fossiele brandstoffen wereldwijd.”

“Een ander extreem voorbeeld van hevige bosbranden waren die in Zuidoost-Australië van 2019-2020. Twee maanden lang stond het hele zuidoosten van Australië in de fik tijdens een hittegolf. De uitstoot daarvan was vergelijkbaar met die van de wereldwijde luchtvaart voor een heel jaar, of twee procent van de mondiale uitstoot uit fossiele brandstoffen.”

Satellieten en drones: zo meet je de uitstoot van bosbranden

Guido van der Werf berekent de mondiale uitstoot van bosbranden met gegevens van de NASA-satellieten Terra en Aqua. “Die monitoren allebei elke plek op aarde twee keer per dag op bosbranden, al ruim twintig jaar lang. Uit die satellietgegevens halen we waar de branden zijn.” In combinatie met andere satellietgegevens over de begroeiing maken de onderzoekers rekenmodellen om te schatten hoeveel biomassa (bomen, grassen, strooisel, dood hout) de lucht in gaat.

Door in het veld door rookpluimen heen te vliegen, meten ze in welke vorm de biomassa in rook is opgegaan. Bij de verbranding van biomassa komen vooral kooldioxide (CO2), koolmonoxide (CO) en methaan (CH4) vrij. Methaan en kooldioxide warmen het klimaat op. De effecten van de rookpluim zelf zijn ingewikkelder, aldus Van der Werf. “Witte rook reflecteert zonlicht en koelt daarmee het klimaat af, maar zwarte rook in de vorm van roetdeeltjes absorbeert zonlicht en warmt het klimaat op. Het netto-effect van die twee typen rook weten we nog niet.”

Ten slotte volgen de onderzoekers waar de biomassa in de lucht naartoe gaat. Dat is vooral bij roet uit die zwarte rook belangrijk. “Als roet op de polen terechtkomt, kleurt het ijs donker, waardoor het minder zonlicht reflecteert en sneller smelt.”

Video: Een drone meet de uitstoot van een savanne-brand in Botswana. Tom Eames en Roland Vernooij, Vrije Universiteit Amsterdam.

Bosbranden zijn slecht voor het klimaat. Maar zijn ze ook slecht voor de bossen zelf?

“Lang niet altijd. In veel gebieden horen bosbranden bij het bos. Elk bos heeft wel een mate van branden, al verschilt de frequentie sterk. De graslanden van de savannes van Afrika en het noorden van Australië kunnen jaarlijks branden in het droge seizoen, dat is normaal. Die ecosystemen zijn geëvolueerd met branden. De savannebranden vormen ongeveer de helft van de CO2-uitstoot uit bosbranden, en daarmee de dominante categorie. Interessant genoeg nemen die branden af door een toename van welvaart: hoe meer de economie van een land groeit, hoe minder savanne er overblijft, en hoe minder branden er zijn.”

Savannes zoals hier in Oeganda, branden bijna jaarlijks. In savannes is brand onderdeel van het ecosysteem.

“Rond de Middellandse Zee en in Zuidoost-Australië zijn bosbranden ook vrij normaal, maar niet jaarlijks. In het boreale gebied, zoals Siberië, brandt een bos grofweg slechts eens in de tweehonderd jaar. Branden hebben bepaalde functies, zoals het verjongen van een bos. Ze zorgen voor een mozaïek van jonge en oude bomen, waardoor je meer biodiversiteit krijgt en een veerkrachtiger bos. Tegelijk zijn ze ook gevaarlijk voor mensen die in of bij een bos wonen. Die dualiteit vind ik fascinerend.”

“In tropische regenwouden horen branden van nature niet thuis. De meeste bosbranden zijn daar aangestoken. Als je wilt ontbossen, is afbranden het goedkoopste. De mensen daar hebben vaak geen keus. Tijdens veldwerk in de Amazone praatte ik met de mensen over verlies van biodiversiteit en CO2-uitstoot als gevolg van bosbranden. Ze keken me vreemd aan. Zij moeten daar leven, wonen, geld verdienen. Vergeet ook niet dat een deel van die branden ontstaat, omdat wij sojabonen importeren voor het voeren van onze koeien.”

Nemen bosbranden toe nu het klimaat opwarmt?

Bosbranden in Siberië, gezien door de Copernicus Sentinel-2 satelliet op 25 juli 2021. Juist bij de poolcirkel warmt de aarde sneller op, met een langer brandseizoen als gevolg.

“Zeker. Bos brandt goed bij meer droogte, meer wind, en hogere temperatuur. De temperatuur neemt langzaam toe, maar het uitdrogen gaat veel sneller. Die droogte komt snel boven bepaalde drempels. In Australië werd het zo heet bij de branden dat je veel bliksem kreeg. De brand creëert zijn eigen onweer, en kan zich dan snel verspreiden naar andere gebieden.”

“Klimaatverandering heeft de grootste invloed op het boreale gebied. Het klimaat is er al vier of vijf graden Celsius opgewarmd. Het seizoen wordt langer, er is een langere droge periode, en er is meer bliksem. De taiga van Siberië brandt nu vaker dan voorheen en ook in de noordelijker gelegen toendra zien we langzaam meer branden komen. Daar zijn geen bossen, maar wel bodems met veel organisch materiaal. Deze branden kunnen een heel seizoen blijven smeulen. Sommige branden in het boreale bos blijven ondergronds smeulen en overwinteren onder een laag sneeuw; het volgend voorjaar komt de brand op dezelfde plek bovengronds.”

Moeten we ons in Nederland ook zorgen maken over bosbranden?

“Ook hier wordt het warmer, dus neemt het brandgevaar toe. Er komen langzaam meer branden, maar ze zullen niet snel heel groot worden. Ons land is dichtbevolkt met weinig aaneengesloten bos, op de Veluwe na. Er zijn veel barrières als wegen of weilanden, waar een brand stopt. Het typische Nederlandse zomerweer met zo nu en dan een regenbui helpt de branden ook niet, hoewel ook hier de droge periodes langer gaan worden.”

“Branden kun je voorkomen door goed bosbeheer. In Nederland betekent dat minder naaldbos en meer loofbos. Naaldbos heeft een brandbare strooisellaag, loofbos blijft vochtiger. Ook de aanleg van brandgangen vermindert brandgevaar. Maar preventie heeft zijn grenzen: bij lange droogte, veel wind en hoge temperatuur, loopt elk bos wel kans om in de fik te gaan.”

In april 2020 zette het leger Chinook-helikopters in om een brand op de Deurnsche Peel te blussen. Hoewel effectief op korte termijn, maakt blussen het landschap op lange termijn brandbaarder, aldus Van der Werf.

“Goed bosbeheer gaat ook over de vraag wat voor landschap je wil. Hoe vaker je blust, hoe brandbaarder je landschap wordt. Als je geen brandjes toelaat, krijg je een bos met meer en grotere bomen. In plaats van regelmatig een klein brandje heb je dan eens in de zoveel jaar een grote brand die zich moeilijk in toom laat houden.”

Zijn bosbranden een waarschuwing voor de toekomst?

“Bosbranden kun je zien als de kanarie in de kolenmijn. De opwarming van één of twee graden Celsius merk je niet zo snel, maar de toename in bosbranden zijn daarvan een tastbaar signaal. Ik ben niet iemand die zich snel zorgen maakt, maar de branden in de tropische bossen zijn zo zonde en de toekomst daarvan ligt deels ook in onze handen. In Indonesië en Zuidoost-Azië is het meeste oerbos al verdwenen. In Afrika is nog wat meer tropisch bos. Het regenwoud in de Amazone is verreweg het grootst en delen zijn redelijk goed beschermd. Toch is daar de ontbossing weer aan het toenemen. Er zijn zorgen dat de Amazone onder een bepaalde omvang omslaat van een bos naar een brandbare savanne. Met een of twee droge en warme jaren gebeurt dat niet, maar verdere opwarming en droogte in combinatie met brand versnelt dat proces. Het zou eeuwig zonde zijn als we dat kantelpunt overgaan.”

Video: de ontbossing van het Amazone regenwoud van 1984 tot 2018. Google Earth Timelapse (Google, Landsat, Copernicus), 2019. CC-BY 2.5.

Guido van der Werf vertelt op zondagmiddag 18 december over zijn onderzoek naar de invloed van bosbranden op het klimaat in NEMO Science Museum. Deze kerstlezing van het virtuele onderzoekscentrum NESSC (Netherlands Earth System Science Center) is gratis bij te wonen. Entreekaarten zijn te reserveren op de site van NESSC.

Lees verder:

‘Het vuur bleef maar groeien en groeien’

Joris Tielens
https://www.nemokennislink.nl/publicaties/bosbranden-tastbaar-signaal-van-opwarming/

Overzicht achtergrondgesprekken klimaatmisleiding (Nieuwsuur)

Voor deze aflevering van #Ophef over klimaatmisleiding hebben wij een aantal stellingen aan diverse wetenschappers voorgelegd. Daarnaast hebben wij twee psychologen gevraagd een en ander in perspectief te plaatsen. De wetenschappers volgen eerst. Onderaan dit document staan de uitgewerkte gesprekken met de psychologen.

Heleen de Coninck, universitair hoofddocent in innovatiestudies en duurzaamheid bij de afdeling Milieukunde aan de Faculteit der Natuurwetenschappen, Wiskunde en Informatica aan de Radboud Universiteit. Ze is ook hoogleraar socio-technische innovatie en klimaatverandering aan de TU Eindhoven.

Wij legden Heleen de Coninck deze stelling als eerste voor: 'De mens is slechts verantwoordelijk voor 4 procent van de CO2-uitstoot (en stelt dus niet zoveel voor)'.

"Natuurlijk er is een vrij grote CO2-cyclus, maar het gaat erom dat je de balans aan het verstoren bent. Dus we voegen meer CO2 toe, terwijl de aarde maar beperkt meer CO2 opneemt. En daardoor stijgt de concentratie van CO2 in de atmosfeer, wat hoofdzakelijk door de mens komt."

En hoe weten we dat die extra CO2 door de mens komt?

"Dat weten we omdat we kunnen kijken hoe het koolstofatoom in het CO2-molecuul eruitziet. Dat is een isotoop die alleen maar voorkomt door verbranding van fossiele brandstoffen. Dan weet je dat dus komt doordat mensen kolen, gas en olie hebben opgegraven en dat hebben verbrand. En dat zien we duidelijk terug in de moleculen.

Ik moet ook zeggen dat we het nog weinig horen hoor, dat mensen ontkennen dat de toename van CO2 in de atmosfeer door mensen is veroorzaakt. In de discussie rondom de vraag of klimaatverandering echt door de mens komt, hoorde je eerst: de CO2-toename komt niet door menselijke uitstoot. Inmiddels hoor je dat gelukkig niet veel meer, dat is echt een enkeling.

Waar je nog wel sceptische geluiden over hoort is de relatie: zorgt de toegenomen CO2-uitstoot in de atmosfeer ook voor de toegenomen temperatuur? Dat kunnen we nooit helemaal hard maken, omdat we geen tweede aarde hebben waar we een experiment mee kunnen doen.

Maar voor de opwarming hebben we ook geen andere verklaring dan de toename van broeikasgassen in de atmosfeer. De toegenomen temperatuur volgt een trend van toegenomen uitstoot van CO2 en het sluit ook aan bij metafysische mechanismen.

Een andere verklaring is er niet. Wat je soms ook nog als argument hoort, is dat wij met onze aarde wel vaker grote temperatuurschommelingen hebben ervaren en dat we ons daar wel op aan kunnen passen, dat die impact wel meevalt."

Hoe zou u die weerleggen?

"Het lijkt er helaas op dat de impact niet meevalt, we zien nu eigenlijk al sneller dan we hadden verwacht ernstige gevolgen. Zoals de toename van hittegolven en orkanen - die ook steeds natter worden, wat weer zorgt voor meer wateroverlast. We zien de extreme gevolgen nu al beginnen, zoals het extreme weer. Dat is niet te verklaren zonder de relatie van de toegenomen CO2-uistoot van de mens.

Zeker kunnen we ons aanpassen en dat moeten we ook zeker doen, maar er zijn ook grenzen en die worden ook steeds duidelijker. Ecosystemen die zich niet meer kunnen aanpassen en dat we bijvoorbeeld gebieden krijgen waar je bijvoorbeeld niet kan zijn als mens- omdat je vanwege de temperaturen en de luchtvochtigheidsgraad daar niet langer dan een half uur kan leven. Gebieden waar dat regelmatig voorkomt, die zullen er ook steeds meer zijn. Dus ja, die impact valt in ieder geval volgens de wetenschappelijke resultaten niet mee."

Dit is de lijn van CO2 in de atmosfeer sinds 1960: we zitten nu op het hoogste niveau in 800.000 jaar, maar hoe kan dat, we meten toch nog niet zo lang?

"Je kunt de CO2-concentratie (en die van methaan, en ook temperatuur) meten door het analyseren van luchtbelletjes in diepe ijslagen van ijs dat er al zo lang ligt, op Antarctica. Zie daarvoor ook hier in het Zesde Assesment Report van het Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC)."

Maarten Loonen, universitair hoofddocent Arctische Ecologie aan de Rijksuniversiteit Groningen. Poolonderzoeker, komt al langer dan 25 jaar op Spitsbergen om onderzoek te doen.

Stelling: 'De verbleking van koralen is een natuurlijk proces'.

"Koralen leven in symbiose. Wat symbiose inhoudt, is dat ze van elkaar afhankelijk zijn. Dus het koraal kan niet zonder alg. De structuur blijft staan als de alg dood is, maar hij groeit niet meer.

Je zou eventueel kunnen zeggen dat klimaatzones gaan opschuiven maar daar heb je ook niet meteen een andere plek waar de koralen zich kunnen ontwikkelen. Bovendien zijn het langzame groeiers. Dus ze hebben heel wat tijd nodig om te groeien. Het is in ieder geval zo dat juist het Great Barrier Reef steeds meer gebleekt koraal heeft.

Een probleem met klimaatverandering is dat de processen vaak niet per se nieuw zijn, zoals dus koraalverbleking, maar de mate waarin ze optreden komt door de klimaatverandering veroorzaakt door de mens. Dus je hebt altijd al wel een beetje te maken gehad met verblekend koraal, maar dat is niks vergeleken bij wat er op dit moment gebeurt. In hele grote oppervlaktes gaat het koraal nu dood.

Het koraal is een eigenlijk een beestje maar die heeft het plantje nodig om aan z'n voedsel te komen. Wat dan overblijft is gewoon de structuur die ze samen hebben opgebouwd. En die is dan wit, omdat er geen algen in zitten. Wat overblijft is het lege huis, maar de inwoners zijn gesmoord.

Dus ja, koraal is calciumcarbonaat, dat klopt, maar dat het functioneert zonder algen is volslagen onzin."

Stelling: 'Bosbranden worden aangestoken door mensen, dat komt niet door klimaatverandering'.

"Ook in afgelegen gebieden in Canada en Siberië komen bosbranden steeds vaker voor. Het heeft te maken met de droogte die is toegenomen door de klimaatverandering. Is het een vonkje, dan kan het inderdaad af en toe zijn dat het wel menselijke herkomst heeft, maar het kan ook gewoon bliksem zijn. We hebben natuurlijk gewoon altijd allerlei mogelijkheden van vuur in de natuur. Omdat het zo droog is, zijn het dan grote oppervlaktes die eraan gaan.

Het klopt dat er altijd al bosbranden zijn geweest en een deel daarvan wordt inderdaad aangestoken door mensen. Maar dat is enkel een selectieve weergave van de feiten, het verdraaien van de feiten door het gebruik van halve informatie. Het is een gevaarlijke mens, die dat zegt.

De oppervlaktes die in brand staan - daar wordt met satellieten naar gekeken - zijn steeds groter. En dat is niet omdat meer mensen het gaan aansteken, dat is absoluut niet het geval. Het heeft te maken met dat het allemaal droger wordt en dus branden zich makkelijker verspreiden.

Stelling: 'Het Noordpoolijs is vanaf 1979 aan het afnemen, maar het ijs is vanaf 2012 weer aan het toenemen.'

"Onzin. Dit jaar staat de minimum ijshoeveelheid op de Arctische Oceaan op plaats 10. Als je kijkt naar de interactieve zee-ijs-oppervlakgrafiek dan zie je dat er rond mei een korte periode was dat er geen verschil was tussen het ijsoppervlak in 1989 en 2022. Maar de twee lijnen zijn bijna het hele jaar erg verschillend."

Stelling: 'De hoeveelheid ijs op Groenland stijgt.'

"Over het ijs op Groenland. Dat is een dagelijkse grafiek in deze link. Die laat gewoon zien dat je over een jaar een periode hebt dat het zo koud is dat alle neerslag blijft liggen en in de zomer een periode dat er op het oppervlak veel smelt. Als je even doorkijkt naar het tabblad [mass and height changes] dan zie je in de grafiek hoe de totale Groenlandse ijsmassa afneemt sinds 2003."

Stelling: 'De ijsberenpopulatie is verdubbeld.'

"Over ijsberen: er worden meer ijsberen op land gezien. Ook in mijn studiegebied neemt het aantal waarnemingen toe. Maar dat heeft erg te maken met herstel van een grote jachtdruk en minder met zee-ijs. Goede uitleg is hier te vinden."

We zien er dus meer, maar er zijn veel aanwijzingen dat er minder zijn. Maar voor goede wereldwijde tellingen is het te moeilijk. Een witte beer op het ijs is moeilijk te zien en ze zijn zo goed geïsoleerd dat ook met warmtecameras het niet lukt om de ijsberen te zien. Enkel rond de neus en ogen verliezen ze een beetje warmte."

Michiel van den Broeke, hoogleraar polaire meteorologie aan de Universiteit Utrecht en wetenschappelijk directeur van het Instituut voor Marien en Atmosferisch Onderzoek Utrecht (IMAU).

We legden hem de volgende stelling voor: 'IJs op Groenland gebaseerd op Surface Mass Balance is aan het groeien'.

"Ah, dit is geloof ik al honderdduizend keer weerlegd, maar het blijft maar terugkomen. Dus: zo'n ijskap wordt gevoed door sneeuwval, die verliest massa door smeltwater wat vervolgens van de ijskap wegloopt, maar ook door het afkalven van ijsbergen.

Die som van sneeuwval en smeltwater, dat noemen we de Surface Mass Balance. Die is over het algemeen positief: er valt meer sneeuw op die ijskap dan dat er smeltwater wegstroomt. En dat wordt door klimaatsceptici vaak gebruikt om te zeggen: zie je wel de ijskap groeit nog, want de Surface Mass Balance is positief.

Maar de Surface Mass Balance is maar de helft van het verhaal, want die ijskap produceert ook ijsbergen. De Titanic liep op een ijsberg van Groenland. Om de totale massabalans van die ijskap te bepalen moet je ook die ijsbergen meerekenen. Gekeken naar die cijfers zie je dat die ijskap de afgelopen decennia alleen maar massa heeft verloren."

Misinformatie en klimaatverandering, dat is zoiets wat met elkaar verbonden is. Merkt u dat veel in de afgelopen decennia?

"Ik weet niet of mensen die dit retweeten het gewoon niet begrijpen, of dat ze het expres doen om verwarring te zaaien. Dat weet ik niet. Ik weet niet wat motivatie is van de mensen om dit te doen. Vaak staan mensen meer open voor dingen die passen in hun eigen wereldbeeld dan dingen die daar tegenin gaan.

Het klimaatprobleem is bij het overgrote deel van de mensen nu echt wel duidelijk, net als de noodzaak om actie te ondernemen. Wat voor actie kan je het over hebben, maar mensen zien echt wel dat er een probleem is en dat we zo niet kunnen doorgaan. Ik zie dit echt als achterhoedegevecht, die misinformatie verspreid door klimaatsceptici."

Stelling: 'De mens is slechts verantwoordelijk voor 4 procent van de co-uitstoot en dat stelt dus niet zoveel voor'.

"Dat is ook weer pertinente onzin, natuurlijk. We weten dat sinds het begin van de Industriële Revolutie de CO2-concentratie in de atmosfeer is gestegen met bijna 50 procent en we kunnen aan de hand van de isotopische samenstelling van dat koolstof in de atmosfeer zien dat het komt door het verbranden van fossiele brandstoffen. Het is een allang bewezen feit. De extra bewezen CO2 in de atmosfeer is door mensen veroorzaakt.

Wat mij verbaast, als het past in het straatje van die mensen, dan geloven ze ineens aan de wetenschappelijke resultaten.

Wat zij beweren is natuurlijk gebaseerd op het in kaart brengen van die koolstofcyclus en dat is ook door de wetenschap gedaan, de klimaatwetenschap. Dat geloven ze dan wel, omdat ze het kunnen gebruiken in hun eigen argument. Ze gebruiken alleen datgene wat in hun straatje past en vervolgens alle andere logische gevolgtrekkingen, worden genegeerd. Dus dat vind ik ook heel erg inconsequent. Zeg dan dat je de gehele wetenschap niet gelooft, maar dan heb je ook verder helemaal geen gegevens om mee aan de slag te gaan. Dus het is allemaal erg zwak.

Ik zou er ook voor willen pleiten om ja, als het enigszins mogelijk is deze mensen niet al te veel om platform te bieden, en het te omschrijven als een achterhoedegevecht. We moeten voorwaarts en we moeten echt actie gaan ondernemen."

Michiel van den Broeke trok zijn medewerking aan onze video in, toen hij om een reactie op de wederhoor van Meeus werd gevraagd. Aangezien bovenstaand interview al had plaatsgevonden, hebben wij besloten dit toch mee te nemen in deze verantwoording.

Jan Rotmans, hoogleraar Transitiekunde en Duurzaamheid aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. We legden Jan Rotmans een aantal claims voor en hij reageerde:

"Ik vind dat jullie geen aandacht zouden moeten besteden aan dit soort misclaims, elke vorm van aandacht voor klimaatscepsis of -ontkenning is misplaatst en genereert alleen maar nog meer verwarring en dat is nu juist wat deze lieden proberen te realiseren.

De klimaatwetenschap is helder en eensgezind, vorig jaar verscheen nog een wetenschappelijk artikel. Daarin zijn bijna 80.000 wetenschappelijke klimaatartikelen gescreend, met als resultaat dat meer dan 99 procent van deze wetenschappelijke artikelen onderstreept dat de mens het klimaat beïnvloedt."

'The extent of the scientific consensus on human-caused climate change is of great interest to society. If there remains substantial genuine scientific doubt about whether modern climate change is human-caused, then the case for mitigation of greenhouse gas emissions is weakened.'

"Kortom, er is geen klimaatcontroverse, want 100 procent zekerheid bereik je in de wetenschap vrijwel nooit. Maar we gaan ook niet meer discussiëren of de aarde rond of plat is, dus wat mij betreft hierover ook niet. Jullie 'misconcepties' zijn zo evident dat het zonde van de tijd is daar aandacht aan te besteden.

Zo is de mondiale natuurlijke CO2-uitstoot veel groter dan de door de mens veroorzaakte uitstoot, maar dat is niet relevant, want wat de mens uitstoot verstoort de natuurlijke CO2-balans en leidt tot een versterking van het broeikaseffect en resulteert in klimaatverandering.

Ik ben zelf net op Groenland en Spitsbergen geweest en daar gebeuren dramatische dingen vanuit klimaatoogpunt. De klimaatverandering daar verloopt drie tot zes keer sneller dan het wereldwijd gemiddelde, en dat is veel relevanter dan of het drijfijs op de Noordpool afneemt, wat overigens in de zomer wel significant het geval is.

En we kennen de omvang van de ijsberen niet nauwkeurig, alleen bij benadering, maar essentieel is dat de habitat van de ijsbeer wordt bedreigd door het smelten van landijs op Groenland en Spitsbergen.

En het aantal natuurrampen neemt al decennia toe en ook daarbij is een onomstotelijk verband met klimaatverandering. Australië is het beste bewijs van een continent wat voortdurend wordt geteisterd door natuurrampen zoals overstromingen, droogteperioden en bosbranden. Ook daar zie je significante koraalverbleking, wat weliswaar een natuurlijk proces is, wat traag verloopt, maar de mens versnelt deze koraalverbleking, wat uiteindelijk weer leidt tot koraalafsterving.

Het zou veel interessanter zijn voor jullie om aandacht te besteden aan de vele kantelpunten in het klimaatsysteem die tot een versnelling van het klimaatsignaal kunnen leiden, met alle gevolgen van dien.

Op Groenland en Spitsbergen waren de klimaatonderzoekers niet meer 'concerned', maar 'scared', omdat zij dingen waarnemen die niet meer kunnen worden verklaard vanuit hun modellen. Velen zijn in paniek omdat zij de media niet kunnen overtuigen van de ernst en noodzaak van wat zich momenteel afspeelt in de Poolgebieden "

Valerie Trouet is een Belgisch bio-ingenieur en is verbonden aan de Universiteit van Arizona in de VS. Ze bestudeert al meer dan twintig jaar de klimaatverandering aan de hand van jaarringen van bomen.

"Ferdinand Meeus heeft geen enkele credibiliteit als wetenschapper en al helemaal niet als klimaatwetenschapper. Hij heeft in zijn hele carrière maar vier wetenschappelijke artikelen gepubliceerd, de laatste in 1983 (!) en geen enkel artikel had ook maar iets met klimaat te maken:

Waarom die man ineens door de media uitgenodigd wordt om over het klimaat te praten is me een raadsel en ik ben niet geneigd om hem nog meer aandacht te geven, zelfs als het is om zijn stellingen te weerleggen. Hiermee gaan we terug naar de jaren 90, waar de meningen van complete leken gelijkgesteld werden in de media aan die van klimaatexperts rond de idee van 'beide zijden van het debat tonen'.

Stelling: 'Er is geen toename van bosbranden, en de branden die er zijn komen doordat mensen ze aansteken'.

"Wat de oorzaak van de bosbranden is, doet niet ter zake, of die door mensen zijn aangestoken of door blikseminslag. Wat belangrijk is, is niet hoe een bosbrand wordt aangestoken, maar wat de toestand van het bos is wanneer de brand ontstaat.

Om een voorbeeld te geven: als je een brandende sigaret gooit in een Nederlands bos na een regenbui in januari, gaat er geen bosbrand ontstaan, al gooi je duizend brandende sigaretten. Doe je hetzelfde in een kurkdroog bos hier in Arizona waar het droog is, dan veroorzaak je gegarandeerd een bosbrand en hoe droger het bos, hoe groter de brand.

Dus klimaatopwarming draagt zeker bij tot de toenamen van bosbranden die we zien hier in de VS, in Europa, in Australië. Door de opwarming zijn bossen droger en zijn de branden ook heter en moeilijker te blussen.

Stelling: 'De mens is slechts verantwoordelijk voor 4 procent van de CO2-uitstoot (en stelt dus niet zoveel voor).'

"Dat klopt, maar is tegelijk nonsens. Niemand zegt dat die 100 procent van de CO2 het probleem is, het broeikasgaseffect op zich is niet het probleem, in tegendeel. Het is het verhoogde broeikasgaseffect wat het probleem is. En die verhoging komt door de procenten die wij uitstoten.

Het broeikasgaseffect - waarbij de temperatuur op aarde door CO2 in de atmosfeer op een leefbare temperatuur van gemiddeld 15C wordt gehouden - is juist nodig. Zonder CO2 in de atmosfeer zou de aarde een ijsbol zijn en onleefbaar. Maar over haar evolutie, heeft de aarde een evenwicht gevonden waarin over lange tijd evenveel CO2 in de atmosfeer wordt uitgestoten als dat er door het aardsysteem (planten en oceanen) wordt opgenomen.

Daardoor is over de voorbije 800.000 jaar (tenminste) de hoeveelheid CO2 in de atmosfeer weinig verandert: tussen de 200 (tijdens de ijstijden) en de ~300 (tijdens de warme periodes tussen de ijstijden) parts per million.

Hoewel wij verantwoordelijk zijn voor 'maar' 4 procent van de jaarlijkse globale CO2 uitstoot, is de hoeveelheid CO2 in de atmosfeer over de voorbije eeuw gestegen van ~320ppm rond 1960 (wanneer de metingen begonnen zijn) tot 416ppm vandaag.

Dat is veruit, veruit het hoogste niveau over de voorbije 800.000 jaar en geeft aanleiding tot het verhoogd broeikasgaseffect. Waarbij de aarde niet gewoon haar 'evenwichtstemperatuur van 15 graden aanhoudt, maar door de verhoogde hoeveelheid CO2 niet in evenwicht blijft, maar opwarmt.

De 4 procent zijn de procenten waarmee de aarde van nature geen uitweg weet, daar is het aardsysteem niet aan gewend om die extra CO2 ook op te nemen op dezelfde korte termijn als dat wij ze uitstoten."

Leo Meyer is als klimaatwetenschapper betrokken bij de Nederlandse IPCC-delegatie en is expert reviewer van conceptrapporten. Daarnaast is hij gastdocent aan de Universiteit Utrecht over klimaatverandering.

De heer Meeus profileert zichzelf als IPCC expert-reviewer' wat betekent deze titel?

"Een 'IPCC expert reviewer' betekent dat hij misschien één keer een commentaar heeft opgestuurd op een of ander concept van de vele rapporten van het IPCC. Die gaan veel reviewronden in en iedereen die zichzelf gekwalificeerd acht mag commentaar leveren. Kijk, als je kritiek hebt op de rapporten van IPCC, doe dan mee met z'n reviewronde, dan kan je je kritiek uiten. En als dat hout snijdt, dan wordt daar rekening mee gehouden.

Het is een beetje een schijndeskundigheid. Ik ben ook een expert-reviewer, en er zijn er heel veel, vele duizenden. Je moet met een 'self-declaration' komen dat je ergens verstand van hebt, je hoeft dus ook niet met een cv te komen en in principe wordt ook eigenlijk nooit iemand afgewezen, behalve als het heel duidelijk doorgestoken kaart is. Ik heb zelf dat proces ook vele malen begeleid.

Het feit dat iemand klimaatsceptisch is en zich profileert als geweldige wetenschapper, betekent niet per se dat zijn commentaren niet deugen. Dan moet je altijd toch naar de inhoud van het verhaal kijken. Maar het bekende verhaal 'klimaatverandering is van alle tijden en de mensen daar geen invloed op', dat is al lang weerlegde onzin."

Hoe zou u dat dan weerleggen?

"We weten een aantal dingen 100 procent zeker als vaststaande feiten.

De concentratie van broeikasgassen in de atmosfeer neemt toe. We weten zeker dat de mens daarvan de allervoornaamste bron is. We weten ook zeker dat die broeikasgassen netto leiden tot een opwarmend effect van van de aarde. We weten ook zeker dat de temperatuurstijging die we nu al wereldwijd gemerkt hebben - van 1,2 graden - alleen verklaard kan worden door de invloed van de mens op de broeikasgassen.

Binnen het IPCC zijn we daar eerst heel voorzichtig mee begonnen, in de jaren 90 was het: 'Nou ja, in theorie weten we dat dat zo is' en 'we zien nu de eerste tekenen in de atmosfeer dat dat wel eens zo zou kunnen zijn'.

In het laatste IPCC-rapport van augustus vorig jaar staat: de invloed van de mens is een established fact. Door betere beschikbare data en omdat het signaal van klimaatverandering steeds beter te zien was, is het gewoon een vastgesteld feit. Net zo goed als dat als u een steen loslaat, dat die naar beneden valt, en niet naar boven. Punt.

Toen het klimaatprobleem politiek internationaal aan de orde werd gesteld met het eerste klimaatverdrag in 1992 waren er natuurlijk belanghebbenden die de bui al zagen hangen. Dat waren voornamelijk de olielanden die ook op alle mogelijke manieren de wetenschap in twijfel probeerden te trekken.

Dus dat fenomeen was er, en dat mensen selectief zijn in welke bronnen ze hanteren. De media wilden graag een tegengeluid laten horen, waarin zij bijvoorbeeld iemand van het IPCC aan het woord lieten tegenover een vermeende professor die het er niet mee eens was.

In zo'n situatie ontstaat er dan wat we een false balance noemen. De burger die twijfelt en het allemaal niet precies weet, ziet twee geleerden tegen elkaar bekvechten en haalt dan z'n schouders op en denkt: het zal allemaal wel. Daar heeft in het verleden de media en ook de NOS wel een rol in gespeeld, maar dat is sterk veranderd.

Klimaatsceptici zoals meneer Meeus bestaan nog steeds, alleen naarmate de effecten van klimaatverandering steeds zichtbaarder werden en de bewijzen van de invloed van de mens steeds overtuigender, is die groep eigenlijk qua invloed kleiner geworden.

En waar gaat de discussie eigenlijk nou voornamelijk over? Ja, dat weten we allemaal wel, maar wat doen we er aan en wat mag het kosten? Daar kun je natuurlijk totaal verschillend over denken. Dat gaat niet zozeer over wetenschappelijke feiten.

Hoeveel van de de serieuze klimaatwetenschappers is overtuigd van de invloed van de mens op grond van alle bewijzen die er liggen?

Onder de echte klimaatwetenschappers bleek dat vrijwel 100 procent.

Maar je had altijd nog mensen die dan niet echt klimaatwetenschapper zijn, maar bijvoorbeeld geoloog of chemicus. Of we hebben zelfs tandartsen erbij gehad. Maar dus ook mensen die zich naar het publiek toe afficheren - dat doet deze heer Meeus kennelijk - van kijk eens hoe geleerd ik wel niet ben. Dan denken mensen: 'nou ja, dan zal het toch wel waar zijn wat ie zegt'.

Het IPCC (het wetenschappelijke VN Klimaatpanel) concludeerde in 2021 dat de invloed van de mens op het klimaat inmiddels een vaststaand feit is, dus het is geen kwestie meer van een verschil van mening of twijfels onder klimaatonderzoekers.

Wanneer kun je jezelf klimaatwetenschapper noemen?

Aan de hand van je publicaties in wetenschappelijke peerreview-tijdschriften of grote bijdragen aan IPCC-rapporten. Dus aan wetenschappelijk materiaal, wat gereviewed is en dus bloot heeft gestaan aan kritieken van je peers. Dat je niet met onzin aankomt en dan kun je jezelf klimaatwetenschapper noemen.

Dat is natuurlijk heel breed, want het kan gaan over de werking van stofje X op plantje Y tot en met grote vraagstukken over de energietransitie die ook met klimaatverandering te maken hebben. Maar in de eerste plaats gaat het over de natuurwetenschappelijke achtergrond van klimaatverandering en de effecten daarvan, op mens, dier en plant. Dat kan je echt onder natuurwetenschappen rekenen.

Maar verder heb je natuurlijk ook te maken met economie, sociale wetenschappen, bestuurskunde, psychologie, er is een heel spectrum van de wetenschap die zich hier tegenaan bemoeit.

Stelling: 'Noordpoolijs was vanaf 1979 aan het smelten, maar het ijs is vanaf 2012 weer aan het toenemen.'

"Dan zijn ze stekeblind. Als je de grafieken bekijkt over de tijd, dan zie je dat het zowel het volume - dus de ijsmassa - als het oppervlak over de tijd is afgenomen. Daar zitten natuurlijk nogal wat schommelingen in, omdat het weer variabel is en het klimaat op die termijn ook.

Wat je vaak ziet is dat er twee kaarten vergeleken worden die de grote lijn missen. Het komt er een beetje op neer dat als je 's nachts tweemaal een foto maakt, je dat dan als bewijs gebruikt om te zeggen dat de zon niet bestaat.

Je moet echt naar trends kijken, naar de lange termijn. Met selectief winkelen in momentopnames kom je niet naar nieuwe feiten.

Tussen 2002 en 2012 liep die de gemiddelde stijging in temperatuur wat achter dan wat we uit de modellen zouden verwachten vanwege de toename van broeikasgasconcentraties. Toen is er ook meteen rond geroepen van: kijk, het klimaat verandert helemaal niet en er is geen verband.

Maar als je kijkt naar de trend vanaf na de Tweede Wereldoorlog tot en met heden, dan zie je dat er wel meer van die schommelingen zijn geweest. Soms gaat het wat langzamer. Soms gaat het wat harder. Daar kunnen perioden van jaren in zitten. Op het moment lijkt dat allemaal weer wat harder te gaan. Gemiddeld als je die lijn een beetje daar doorheen trekt, dan zie je onmiskenbaar volstrekt duidelijke stijging.

De achtergrond is natuurlijk altijd wel belangrijk: waarom doen mensen dit? Omdat de maatregelen die daaruit volgen, die treffen je tot en met achter de voordeur. Hoe je reist, hoe je eet, nou ongeveer alles, dus dat is helemaal niet leuk natuurlijk. Ik had ook dolgraag gewild dat die klimaatsceptici gelijk hadden, dan konden we lekker doorgaan waar we mee bezig waren.

Maar we lopen dus helaas tegen de grenzen van de groei aan op velerlei terrein: klimaat, stikstof, nou, ga maar tijdje door. Dat roept begrijpelijke onvrede op. Dan val je de wetenschap aan. Want, die heeft het bij het verkeerde eind. Dan hoef je die maatregelen niet. En als dat niet helpt, dan val je de wetenschappers aan, en je gaat ze desnoods bedreigen. Al die onderstromen die zijn te begrijpen."

Stelling: 'Verbleking koralen is een natuurlijk proces'.

"Wat we weten is dat koralen slecht tegen opwarming kunnen. Waar ze nog slechter tegen kunnen is de verzuring, omdat de CO2 uit fossiele brandstoffen, ook in de zee terechtkomt. Daardoor wordt de zee zuurder en dat verstoort alle mogelijke processen."

Stelling: 'Er is geen toename van bosbranden, en de branden die er zijn, komen doordat mensen ze aansteken.'

"Het is volstrekt duidelijk dat het aantal, de omvang en de duur van bosbranden is toegenomen. Het is overigens wel een vrij recent verschijnsel. Het kan best zijn dat een aantal zijn aangestoken, maar de schade die ze aanrichten door een hoge temperatuur, uitdroging en een harde wind, ja, die wordt dan een stuk groter dan wanneer het veel kouder is en veel vochtiger en er geen harde wind staat. Dus de klimatologische omstandigheden spelen een rol.

Wat ook een rol speelt is de vicieuze cirkel van warmer weer, dat zorgt voor meer verdamping, dat zorgt voor droger gebied en ieder bos wordt dan een soort potentiële brandstapel. Dat natuurlijke bosbranden niet zijn toegenomen, lijkt mij extreem onwaarschijnlijk."

Stelling: 'De mens is slechts verantwoordelijk voor 4 procent van de CO2-uitstoot (en stelt dus niet zoveel voor).'

"Dat is ook weer een kwestie van welke getallen vind je leuk om te kiezen voor je berekening. Als je natuurlijke uitstoot van het totale ecosysteem neemt - die overigens ook in balans weer wordt opgenomen door dezelfde ecosystemen - en je neemt daar de menselijke uitstoot bij, dan is dat uiteindelijk een klein percentage.

Als jij een bad hebt en je laat er een klein straaltje in en dat loopt niet weg, dan wordt dat bad toch langzaam en zeker voller en gaat het overstromen.

Men meet al heel lang systematisch het gehalte aan CO2 in de atmosfeer en als je daar een grafiek van maakt, dan zie je die toenemen, met seizoenschommelingen erin.

En ja, dan kan je nog afvragen: waar komt die CO2 dan vandaan? Daar kunnen we van aantonen dat die van menselijke oorsprong is, die CO2-moleculen hebben als het ware rugnummers, dat zijn de zogeheten isotopen. Daaruit kan je zien dat die van fossiele herkomst zijn.

Dus we weten zeker dat die toename van meer dan 50 procent sinds de negentiende eeuw, dat die geheel te wijten is aan wat wij zelf aan fossiele brandstoffen verstoken en nog een aantal processen waar veel CO2 bij vrijkomt, zoals productie van cement bijvoorbeeld. En niet te vergeten, ontbossing op grote schaal. Dat is ook een bewezen feit."

Bart Strengers, Senior beleidsonderzoeker Klimaatverandering en Biomassa bij het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL). Senior wetenschappelijk onderzoeker Climate Change and Biomass.

U bent twintig jaar betrokken bij de discussie, klimaatwetenschapper, hoe ziet u de relatie tot misinformatie?

"De afgelopen 20 jaar daarmee bezig geweest, nu wel iets minder; ook omdat die echt wel van aard veranderd is. Eerst waren er bij zo'n grote partij als de VVD sceptici over of klimaatverandering door de mens veroorzaakt is, nu zie je dat echt niet meer. Eerder bij de FvD bijvoorbeeld.

Bij sceptici speelde dan bijvoorbeeld de vraag: hoe gevoelig is het klimaat nou eigenlijk? 'Anderhalve' of 'vier-en-een-halve-graad' opwarming is nogal een verschil.

Dus de onzekerheid in de klimaatwetenschap is tot op de dag van vandaag vrij groot. En dat is een lastige boodschap en dat is ook lastig te communiceren, want mensen snappen dat niet goed. Die willen gewoon weten van: ja, hoe, hoe gaat het nou veranderen?

En als je twijfel wil zaaien, dan ga je dus zeggen 'de studies die wijzen op een lage klimaatgevoeligheid, zijn veel beter dan alle studies die uitkomen op een hogere klimaatgevoeligheid. En je gaat dus de onzekerheden die daar spelen heel erg uitvergroten en de onzekerheid in de studies die jou welgevallen zijn, die ga je minimaliseren. En dat is buitengewoon effectief.

Dat je dus eigenlijk al een vooringenomen standpunt hebt. Je haalt de studies erbij die dat bevestigen en die blaas je op, en dan klinkt dat heel aannemelijk."

Is er een omwenteling geweest in hoe media en politiek met het thema omgaan?

"Sinds Parijs 2015 zie je echt wel een verandering in het denken over klimaatverandering. En het is natuurlijk ook wel een geleidelijk proces, deels simpelweg door de effecten; klimaatverandering wordt steeds zichtbaarder. Dat ziet iedereen. We zien veel meer extremen in weer, we zien meer warmte op aarde, op allerlei plekken. Ook dit jaar was er weer veel droogte, en hitte in Europa, in Amerika, in China, in Pakistan. Alles bij elkaar is het gewoon steeds duidelijker dat het klimaat echt aan het veranderen is en dat dit met onze CO2-uitstoot te maken heeft. En de meeste mensen snappen dat ook wel."

Stelling: 'Noordpoolijs was in 1979 aan het smelten, maar het ijs is vanaf 2012 weer aan het toenemen. De ijsberen zijn dan ook verdubbeld in populatie'.

"Als je het hebt over ijs heb je het over dikte, oppervlakte en de variatie over het jaar, zo'n ijsmassa is een continu bewegend geheel, waarbij je in september op je minimum zit en ergens in maart/februari op het maximum.

Het minimum oppervlak is gehalveerd ten opzichte van 1979. Maar ook de gemiddelde dikte is sterk afgenomen met zelfs iets meer dan de helft waardoor het volume en dat is natuurlijk uiteindelijk waar het om gaat, is afgenomen met 80 procent op het minimum, in eind september.

Het ijs is dus al grotendeels verdwenen sinds 1979. Dat het ijs oppervlakte sinds 2012 toeneemt is dan niet zo gek, want toen was het absolute minimumrecord in oppervlak en de jaren die daarop volgden lieten weer een groter oppervlak zien. Het staat vrijwel vast dat in een van de komende jaren weer een nieuw minimumrecord wordt gevestigd (in oppervlakte of volume of beide) en daarna zal weer daarmee worden vergeleken.

Dat is nog wel een interessante manier waarop klimaat sceptici vaak redeneren. Dat ze een uitzonderlijke periode nemen om mee te vergelijken. Bijvoorbeeld het jaar waarin het ijsoppervlak op zijn allerlaagst was (2012) of een jaar dat uitzonderlijk warm was (1998); we noemen dit 'the escalator'. Om dan de tien jaar daarna te kunnen zeggen: kijk, het is de jaren erna alleen maar kouder; dus die opwarming is echt een verzinsel. Dan laat je 'eerlijke' data zien, maar dan laat je het hele verhaal eraan vooraf weg."

Over een paar decennia is de Noordelijke IJszee waarschijnlijk min of meer ijsvrij in september vermoeden vele wetenschappers. Op zich maakt het niet zo veel uit wanneer dat precies het geval zal zijn. Feit is dat nu al het meeste ijs simpelweg verdwenen is en in een onwaarschijnlijk korte periode van 50 jaar. Geologisch gezien is dat helemaal niks. Tijdens het Holoceen, ofwel de afgelopen 14.000 jaar was het ijsoppervlak min of meer constant; uiteraard met de jaarlijkse fluctuatie.

De beste website over de ontwikkelingen ten aanzien van sneeuw en ijs is van het National Snow and Ice Data Center. Wat ik altijd goed volg, is de ijsontwikkeling in de Noordelijke IJszee. Op 18 september werd het minimum-oppervlak bereikt waarmee dit jaar op plek 10 staat van jaren met het minste ijsoppervlak.

Ook geven ze continue info over de smeltcondities op Groenland. Op 3 september was een zeer opmerkelijke gebeurtenis:

"Unprecedented in the 44 years of continuous satellite monitoring, a late season heat wave and melt event occurred in Greenland from September 2 to 5. At the peak on September 3, more than one-third (36 percent) of the ice sheet, or around 600,000 square kilometers (232,000 square miles) had surface melting.

Er is ook een mooi filmpje over de ontwikkeling van het oppervlak (dus zonder de dikte). Daarin zie je dat als je de trend vanaf 2007 gaat bekijken er geen afname in oppervlak zou zijn. Dat is natuurlijk cherry picking want de trend vanaf 1979 is een dramatische afname met 50 procent.

Stelling: 'Verbleking van koralen is een natuurlijk proces.'

"Het is een bekend feit dat hittestress ertoe leidt dat die algen afsterven. Dat zien we grootschalig gebeuren, zoals in de Great Barrier Reef. Die heeft een gigantische verbleking gehad ten gevolge van hittegolven. Er zijn jaren geweest waarin 70 procent verbleekte.

Dat komt van nature uiteraard ook voor, alleen de frequentie waarop is sterk toegenomen. Koralen zijn juist een van de meest duidelijke indicatoren van klimaatverandering in de oceanen. Kijk, vroeger werd het ook warmer dan 30 graden. De frequentie van extremen neemt nu eenmaal structureel toe, waardoor een vergelijking met een incident eigenlijk zelden opgaat.

Mensen die dit verspreiden zijn vaak ideologie-gedreven, die zijn bang voor overheidsingrijpen in de vrije markt; dus dat moet worden bestreden. Dat is vaak wat minder wetenschappelijk en ze rapen van alles bij elkaar.

Ook heb je mensen die een bepaalde gedrevenheid hebben, ook vanuit de wetenschap, die misschien een soort geldingsdrang hebben. Want ja, als jij een gemiddelde wetenschapper bent, dan krijg je niet zo snel zo veel aandacht. Dan ben je vooral heel genuanceerd, en dat is niet zo spannend voor de doorsnee burger.

Maar als jij heel vaak roept dat het allemaal kolder is, dan vindt de media het veel spannender. Dus het is een beetje die false balance die optreedt."

Stelling: 'De mens is slechts verantwoordelijk voor 4 procent van de CO2-uitstoot (en stelt dus niet zoveel voor).'

"De koolstofcyclus is enorm. Als het herfst is, dan gaan al die blaadjes vallen, dan verteren al die blaadjes, wat enorm veel CO2-uitstoot oplevert. En in de lente worden die allemaal weer opgenomen want dan gaan die bomen weer groeien. Van nature is er dus een enorme cyclus van CO2, en als je dat als uitstoot rekent, en daar de menselijke uitstoot tegen afzet, dan is het inderdaad niet zo veel.

Het probleem is alleen dat de menselijke uitstoot eenrichtingsverkeer is, en dat telt dus alleen maar op bij het totaal in de koolstofcyclus. Ten gevolge van menselijk handelen. Er is geen andere bron dan de mens die ertoe geleid heeft dat de CO2-concentratie in de atmosfeer is toegenomen met 50 procent (namelijk van 218 ppm pre-industrieel naar 419 ppm nu). En dat de uitstoot ten opzichte van de cyclus van de natuur relatief klein is, is totaal irrelevant.

Een van de bekendste klimaatsceptici in Nederland is twitteraar Ferdinand Meeus. In de uitzending van Ongehoord Nieuws van 24 mei 2022 zegt hij onder meer dat het ijs op Groenland niet smelt, maar juist toeneemt. Bart Strengers reageert:

Er ligt geen ijs op de Noordpool; er drijft ijs. IJs ligt op Groenland. De figuur die je laat zien is een schoolvoorbeeld van cherry picking, want vergelijkt 2022 (1 jaar) met het enorme dieptepunt in 2012.

Je ziet trouwens dat 2020 vrijwel net zo weinig ijsoppervlak liet zien als 2012. Daarnaast gaat het om ijsvolume en de enorme afname van het meerjarige ijs. Conclusie: de algemene trend is gewoon neerwaarts. Om te zeggen dat het de afgelopen 10 jaar niet is afgenomen is een 'escalator'-redenering.

Uiteraard zou het kunnen dat het tempo van afname (zeker van het oppervlak) afneemt naarmate we dichter bij de nul komen (inmiddels is er immers bijna 75 procent volumeafname). En zelfs 2022 ligt onder de 90-procent-range.

Er is dus helemaal geen sprake van een ongemakkelijk feit. Er is ook geen sprake van alarmisme. Er is sprake van een enorme afname van het ijsvolume in een enorm korte tijd die we de afgelopen duizenden jaren niet hebben gezien met een tegen zekerheid grenzende oorzaak: klimaatverandering. Daar gaat het om.

Je kunt discussiëren over de vraag hoe het verder gaat en wanneer de Noordelijke IJszee ijsvrij zal zijn (hoewel er altijd wel wat ijs zal overblijven). Daar wordt ook veel over gediscussieerd tussen wetenschappers en waarschijnlijk is er sprake van een asymptoot: ofwel een afname die tegen 'het eind', ofwel het punt waarop er geen zomerijs meer is, steeds langzamer gaat (nogmaals we zitten al op driekwart).

Dus dat de lijn niet lineair naar nul gaat zou heel goed kunnen. Dat ontkent niemand volgens mij. Ik snap ook niet waar zijn claim vandaan komt dat NASA dat zou vinden: ze schrijven dat er 'decadal' afname is van 12,8 procent. Dat is een feit, maar geen claim dat de afname dus lineair is en lineair door zal gaan. Het is ook niet van wezenlijk belang wanneer we precies op nul zitten. Wat van belang is, is dat klimaatverandering een enorme impact heeft en nog zal hebben op het Noordpoolgebied.

Het lijkt het me belangrijk dat er vooral aandacht wordt besteed aan dat mechanisme van doelpalen verplaatsen, zoals Meeus dat doet over de SMB. Dat is namelijk het karakteristieke patroon in discussies met pseudosceptici. Meeus trekt een aantoonbaar onjuiste conclusie over het ijs op Groenland en weigert dat toe te geven als hij daarop wordt gewezen. In plaats daarvan probeert hij de discussie te verleggen naar iets anders. Dat is wat vaak gebeurt als je probeert met hen in discussie te gaan. Dat patroon signaleren lijkt me veel belangrijker dan de details over Surface Mass Balance en afkalving.

Roderik van de Wal, hoogleraar 'Sea level change and coastal impacts', Universiteit Utrecht, climatologist/glaciologist.

De bovenste kaart is uit het IPCC AR6-rapport. De lijnen laten zien dat Groenland sinds begin jaren negentig kleiner aan het worden is (verklaart ongeveer 1 cm zeespiegelstijging).

We weten dat dit komt door een afname van de oppervlaktemassabalans enerzijds en anderzijds door het verlies van ijs door ijsbergproductie.

Dit kun je zien in dit plaatje:

De Surface Mass Balance wordt door atmosferische processen bepaald en de ijsbergproductie door de beweging van het ijs en de interactie met de oceaan. Oppervlaktemassabalans en ijsbergproductie zijn grotendeels onafhankelijke processen maar kunnen beide wel beïnvloed worden door klimaatverandering, apart behandelen is zinvol omdat je het op verschillende manieren meet en omdat er verschillende fysische processen aan ten grondslag liggen.

Ik heb geen idee waar de heer Meeus zijn wijsheid over Groenland vandaan heeft. Of ijsbergcalving een jaar wat meer of wat minder is is niet ter zake doende, het gaat om het totale massaverlies.

Kijk naar dit community effort-figuurtje uit het Nature-verhaal van A. Shepherd uit 2020:

Daarin is met drie nagenoeg onafhankelijke methodes gekeken naar het massaverlies van de ijskap. De laatste keer dat de ijskap-massa gewonnen heeft, is waarschijnlijk in 1998 geweest (dunne zwarte lijntje boven de nul). In 2005 zie ik niks bijzonders gebeuren.

Misschien bedoelt Meeus dat -82 minder negatief is dan -96 in de tabel? Waar het echter om gaat is dat alle getallen op de bovenste rij negatief zijn. Gedurende 2007-2012 is het totale massaverlies zelf beduidend hoger dan daarvoor door de sterk negatieve SMB zoals je in het tabelletje kan zien.

Groenland is massa aan het verliezen.

Jan Wuite, glacioloog-geoloog Universiteit van Luxemburg.

Wij meten de afkalving van het ijs op Groenland in het ESA project Greenland Ice Sheet CCI+ samen met de Denen (GEUS). Er is sinds 2015 een gestage stijging te zien van enkele Gt/y. Ter illustratie, bijgevoegd een slide die ik presenteerde op EGU afgelopen jaar.

Uiteindelijk draait het inderdaad natuurlijk om de totale massa balans, de Surface Mass Balance bepaalt hoeveel water er in de emmer bij komt (input), de afkalving hoe ver de kraan open staat (output). Door het apart te behandelen kun je beter de oorzaken van veranderingen onderzoeken.

ESA heeft onlangs een hele mooie visualisatie gemaakt van de totale hoeveelheid ijs die ieder jaar verloren gaat op aarde, uitgesplitst naar bron.

Peter Siegmund, meteoroloog KNMI, heeft 30 jaar ervaring als onderzoeker bij het KNMI op het gebied van klimaat en klimaatverandering.

"De dagrecords van dit jaar in Nederland (2022, tot en met 20 september) zijn als volgt. Tussen haakjes de temperaturen in °C. Betreft temperatuur in De Bilt sinds 1901 Maximumtemperatuur: Record hoogste waarden: 1 januari (13,2), 22 maart (19,6), 14 augustus (32,2), 25 augustus (32,6) Record laagste waarden: 18 september (13,3) Minimumtemperatuur: Record hoogste waarden: 1 januari (10,9), 2 januari (10,2), 9 februari (8,3), 17 augustus (17,5) Record laagste waarden: geen Dit jaar zijn er tot nu toe, zoals verwacht, meer hoogte-dagrecords dan laagte-dagrecords. Deze dagrecords zijn ook te zien in grafieken. De zwarte lijn van dit jaar snijdt op de record-datums de rode of blauwe lijn.

Hoogleraar psychologie Paul van Lange, van de Vrije Universiteit.

"Klimaatverandering is een van de moeilijkste sociale dilemma's. Het is een conflict tussen het eigen belang op de korte termijn en het collectieve belang op de lange termijn. Je moet tegen je eigen belang in handelen voor dat gezamenlijke belang en dat voelt tegennatuurlijk. Minder vlees eten of minder vliegen.

Volgens mij is dat sociale dilemma de kern, want: handel maar eens in tegen je eigen belang. Of tegen dat van je familie: 'nee, we gaan dit jaar niet op vliegvakantie'. Dat is lastig.

En zeker wanneer het gaat om verstrekkende consequenties waarin een onzekerheidsmarge zit, want: 'loopt het wel zo'n vaart?'. Mensen zijn heel gevoelig voor dat eigen belang.

Ieder mens heeft behoefte aan structuur in z'n leven, een zogenaamde 'status quo bias' zoals we dat noemen, dat betekent dat mensen tegen verandering zijn, want ze zijn gewend aan de oude situatie.

Een klimaatverandering: het is abstract en groot. Het heeft een enorme omvang en het is een mondiaal probleem. Het is niet makkelijk kleinschalig te maken. Dat is psychologisch ook heel lastig, want: 'wat KUNNEN we nog doen?' Normaal zijn mensen doelgericht, maar in dit geval gaat het om abstracte doelen en daar heb je dan ook nog de hele wereld voor nodig, IEDEREEN moet meedoen. Je kunt mensen eigenlijk niet opzadelen met de feiten, die zijn te complex.

Daarnaast leven we in een cultuur waarin je heel snel ziet wanneer mensen of bedrijven niet bijdragen en dat is ondermijnend.

Kijk maar naar de drukte op Schiphol. Daar zit een heel belangrijk signaal in. Het zegt eigenlijk: 'kijk iedereen vliegt er maar op los'. Mensen willen dan niet als enige de moraalridder uithangen. Dat soort rechtvaardigen worden dan gebruikt. Dus als je ziet dat anderen niet mee, of niet helemaal meedoen dan kan dat ondermijnend werken. Zeker ten aanzien van je eigen motivatie om er wat aan te doen.

Dat vraagt om een cultuuromslag.

Een manier om klimaatverandering dichterbij te brengen is mensen bijvoorbeeld te wijzen op hun nageslacht. Wat voor wereld wil je achterlaten? Daar zijn mensen gevoelig voor, dan breng je het probleem van klimaatverandering dichterbij.

Of je maakt het mondiale probleem kleiner. Welke gemeente heeft de schoonste stad, welk bedrijf is het schoonste bedrijf?

Je zou denken dat iemand zoals Klimaatminister Rob Jetten, die zich maximaal inzet voor het klimaat op een hoog voetstuk staat, daar rekening mee houdt, maar dat is niet het geval. Mensen willen zich niet direct houden aan de hoge normen die zo'n persoon communiceert. Mensen denken dan al snel: 'ik kan of ik wil niet aan die hoge normen voldoen'. Men houdt er niet van als normen niet makkelijk haalbaar zijn.

De mens is van goede wil, maar het moet hem niet te veel kosten, niet alleen financieel maar ook niet persoonlijk of immaterieel. Als je mensen een hoge norm voorschrijft door bijvoorbeeld te stellen dat ze geen vlees mogen eten dan wordt het te opdringerig. Daar kunnen mensen slecht tegen.

Ik denk dat onder de klimaatsceptici een aantal mensen goed op de hoogte is. Maar hoe hard de wetenschap ook is, je kunt in de wetenschap altijd wel een uitzondering vinden op een wetmatigheid. Behalve dan op zwaartekracht, haha.

Voor veel wetmatigheden kan je een uitzondering bedenken of er twijfel over hebben. Als je je verdiept in hoe de natuur zich ontwikkelt dan zie je een trend, maar je ziet ook uitzonderingen. Een scepticus die zich verdiept in allerlei finesses over het klimaat kan uitzonderingen ontdekken die klimaatverandering ontkrachten.

Mensen moeten vertrouwen hebben in de klimaatwetenschappers. Maar er zal altijd iemand zijn die ergens een bepaalde twijfel bij heeft. Want niet alles heeft dus een pure wetmatigheid. Mensen willen dan weten: wat is dan precies het aandeel van het menselijke gedrag, hoe groot is dat aandeel? Kunnen wij er wel wat aan doen?

Je hebt als klimaatwetenschapper dat vertrouwen continue nodig. Eenlingen kunnen veel impact hebben met misinformatie, waarmee men dingen ontkracht op een manier die niet juist is. Dingen worden uit proportie getrokken. Zoals wanneer er een strenge winter is en dat mensen dan zeggen: zie je nou wel klimaatverandering bestaat niet, omdat ze het grotere geheel niet (willen) zien.

Kijk: als je gemotiveerd bent om de uitzonderingen te zien en alles te ontkrachten dan kom je als klimaatscepticus een heel eind.

En mensen denken ook dat klimaatwetenschappers dingen overdrijven. Dat ze op aandacht uit zijn. En dat is ook niet helemaal onwaar. Kijk maar naar het verleden. Zure regen. Daar hoor je nu niemand meer over.

Mensen leven in bubbels. Ze willen likes scoren. Men denkt: het is toch informatie van anderen. En het is voor sommige mensen welgevallige informatie. Ze zien een bewijs: 'het is toch minder ernstig dan we allemaal dachten'.

En die informatie krijgen klimaatsceptici gevoed aan mensen die denken dat de overheid selectief met het probleem omgaat of het te veel aandacht geeft of het overdrijft. En met al die ontkrachtende informatie spelen ze in op het idee dat mensen hun levensstijl niet heel erg hoeven te veranderen.

En daarmee kun je op sociale media in realiteit scoren, maar met name in de perceptie vooraf. Dat mensen denken: oh dit is wel prettig, dit is nieuwswaardig want het gaat tegen een bepaalde trend in en daardoor zullen ze dit toch wel omarmen.

Zodra iets sociaal wordt dan wordt het al lastiger, dan gaan mensen er meer geloof aan toe kennen. Al die conspiracy theories zijn sociale fenomenen, waarbij mensen elkaar weten te voeden. Als mensen niet zo snel met elkaar zouden communiceren dan zouden conspiracy theories veel minder een rol kunnen spelen. Die spelen nu een veel grotere rol.

Je kunt op sociale media ook heel makkelijk wetenschappelijk overkomen, met een grafiekje bij wijze van spreken. Met statistiek. En dat is iets waar mensen snel fouten maken: samenhangen zien als vorm van causaliteit, dat ze ergens foutief oorzaak en gevolg in zien. Als scepticus kun je met statische gegevens doen alsof het heel zuiver is, terwijl dat niet zo is.

Sommige klimaatsceptici zullen best heel wat feitelijke informatie hebben, maar in sommige feiten moet je wel trends zien en grotere verbanden, in plaats van dat je op heel kleine dingen gaat inzoomen en dat je die gaat delen omdat je daar een doel mee hebt.

Het zijn altijd mensen die geen vertrouwen hebben, met name als het gaat om het klimaat. Dat is dan motivationeel gedreven, mensen hebben er belang bij om twijfel te zaaien over klimaatverandering. En dan kom je weer uit op de 'status quo bias', en op de kern: het eigen belang en dat je daar niet tegen in wilt handelen. Mensen willen geen verandering en willen hun levensstijl niet aanpassen."

Liza Luesink, gedragspsycholoog.

Waarom wordt de rol van de mens ten aanzien van klimaatverandering gebagatelliseerd? Hoe werkt dat mechanisme psychologisch?

Keuzes maken die klimaatverandering tegengaan zijn niet leuk. We houden niet van verlies. We willen graag ons huidige leven behouden en niet aanpassen: we houden van vliegen naar mooie bestemmingen, warme huiskamers, shoppen en nog zoveel meer. Gewoontegedrag dat we als ons hele leven vertonen en 'normaal' was, 'moeten' we nu 'ineens' aanpassen. Bij vervelende dingen hebben we automatisch een vermijdende houding, de natuurlijke reactie is om van negatieve dingen weg te gaan.

Het beeld van klimaatverandering is vaak dramatisch, een ramp. Hoe langer de berichtgeving duurt, hoe meer we afgestompt raken ('apocalypse fatigue'). We hebben de neiging om ons af te sluiten voor negatieve berichten. We kunnen het simpelweg niet aan om ons er dagelijks ellendig over te (blijven) voelen. Dit zie je ook bij oorlogen of de coronapandemie. In het begin zijn we geschrokken en bang en ontstaan er vele acties, maar dat drijft op urgentie en wilskracht. Na verloop van tijd vervallen we automatisch in ons oude patroon.

Ik las ooit ergens: "De grootste bedreiging voor de aarde is de overtuiging dat de ander haar wel gaat redden." Dit noemen we in de psychologie het bystander effect of de diffusion of responsibility. Als er meer mensen/organisaties verantwoordelijk zijn, gaan we naar elkaar kijken tot de ander iets doet. Ontkenning kan dan ook optreden: als ik nou doe alsof ik het niet weet/zie, dan hoef ik er ook niet naar te handelen. Een ander zal het wel doen of: als het echt erg wordt hoor ik het wel.

Hoe het toch komt dat bijna iedereen in Nederland het erover eens is (94 procent, CBS) dat er sprake is van klimaatverandering, maar dat betrekkelijk weinig mensen daar iets aan willen doen? Vleesschaamte? Vliegschaamte? Het neemt niet toe. Hoe komt dat?

Als het gaat om eigen gedrag versus eigen intenties is er sprake van een intention-behavior gap. We hebben een bepaalde intentie, in dit geval milieubewust leven maar we gedragen ons daar niet naar. Ook wel de 'green gap' genoemd in de context van duurzaam leven. Het is ook de vraag vanuit welke motivator je kijkt. Mensen doen het niet voor het milieu, maar omdat het tocht, omdat ze geld kunnen besparen of omdat het gezonder is.

Een van de dingen die ontstaat is cognitieve dissonantie: we praten het goed 'maar ik heb geen kinderen' of 'ik vlieg nooit', dus ik mag. Of je gaat het relativeren: ach het klimaat verandert altijd. Dit noemen we in de psychologie cognitieve dissonantie-reductie, in normaal Nederlands: goedpraten. Waar we dit vaak zien, is bij discussies over vlees eten.

Veel mensen die vlees eten, zijn tegelijk tegen een slechte behandeling van dieren. Waarom eten we dan toch vlees? Een oplossing voor dit interne conflict is om bijvoorbeeld te denken dat dieren 'een ander pijngevoel' hebben.

In een onderzoek werd gekeken of mensen een ander oordeel hadden over de pijnbeleving van een koe wanneer zij zelf vlees aten of noten. En ja hoor, als je een paar stukjes vlees aan het eten was, gaf je lagere scores aan de mentale beleving van de koe, dan de groep die noten at. We praten het dus voor onszelf goed. En wat ook helpt om ons eigen inconsequentie goed te praten? Vegetariërs wijzen op hun inconsequente gedrag: 'Je eet wel vis? En leren schoenen dan?'.

Inconsistentie in gedrag is onbetrouwbaar: we vermijden het liefst onzekere uitkomsten en dus vermijden we het liefst onbetrouwbare mensen. Op automatisch niveau beoordelen we iemand die inconsistent is dus negatiever. Voor ons eigen gedrag hebben we excuses: het ligt aan dingen buiten ons. We kennen oorzaken toe aan de gebeurtenis en niet aan onszelf.

Voor andermans gedrag zijn we minder mild, en attribueren we het al snel aan de persoon zelf (Rob Jetten). Ook niet raar: we hebben immers minder zicht op de situatie van de ander dan op de situatie van onszelf. En dus is het logisch dat we de invloed van situationele factoren op ons eigen gedrag wel zien, maar de situationele factoren die van invloed zijn op andermans gedrag niet. Hierdoor bekritiseren we ook het gedrag van een ander makkelijker, het zal namelijk wel aan die persoon zelf liggen en niet aan de omstandigheden die er op dat moment zijn.

Is het klimaat misschien niet té complex om te behapstukken? En waarom zijn er mensen die de klimaatsceptici toch geloven? Hoe werkt dat in ons brein? Moeten we die klimaatsceptici wel aandacht geven?

Ja. De informatie rondom klimaat is complex, het begrip CO2 bijvoorbeeld is super abstract. Je kunt je er weinig bij voorstellen. Ook subsidietrajecten zijn complex; je kunt er een studie van maken. Het systeem lokt nu niet-duurzaam gedrag uit: de trein is te duur en op elke straathoek is fast fashion te koop. Gedrag is niet zo rationeel als we denken. Je kunt wel bedenken 'ik ga korter douchen of minder warm', maar als je er dan eenmaal onderstaat voel je vooral hoe fijn het is en denk je niet meer goed na.

Daarnaast is ons brein überhaupt niet zo goed in de enorme hoeveelheid informatie verwerken die we op een dag over ons heen krijgen. We filteren informatie daarom grof (pikken eruit wat ons uitkomt) en vullen kennis gaten op met wat zich voordoet. We maken de hele dag door denkfouten. Drie voorbeelden:

Confirmation bias: We zoeken informatie die onze overtuiging bevestigt. Als je in Google intypt "is vaccineren gevaarlijk" dan vind je bevestiging voor je zorg.

Availability Heuristic: Als we informatie snel kunnen ophalen, ervaren we dat als belangrijker of waarheidsgetrouwer. Indrukwekkende emotioneel geladen boodschappen blijven beter hangen dan feitelijke informatie. Vaak zijn boodschappen van klimaatscepticisme gekleurd met heftig emotionele termen. Zoals: "Zelfs als je dat allemaal gelooft, wat dus op volkomen duistere, hekserijachtige quasiwetenschap berust", aldus Thiery Baudet bij Pauw.

Illusory truth effect: hoe vaker we iets horen, hoe meer we denken dat het waar is. Hoe vaker je bijvoorbeeld valse informatie berichten op social media ziet, hoe groter de kans is dat je gaat denken dat het waar is. Denk aan de bekende 'Dat heb gestaan op Facebook'.

Wat er ook ontstaat, mede door (social) media-bubbels, zijn twee groepen. De bekende ingroup vs. outgroup: 'ze zullen ons wel weer naaien'. Mensen trekken de boodschapper uit de 'outgroup' hoe dan ook in twijfel.

Reactie persdienst Katholieke Universiteit Leuven.

"Wat betreft uw vraag over Ferdinand Meeus kunnen wij u het volgende meegeven: de uitspraken van de heer Meeus zijn ten persoonlijke titel en houden geen verband met de KU Leuven."

We hebben uiteraard Ferdinand Meeus om wederhoor gevraagd. Bij dezen zijn antwoorden:

U zegt in een uitzending van Ongehoord Nieuws dat het ijs op Groenland niet afneemt, maar juist toeneemt. Waarom neemt u in uw onderbouwing het afkalvende ijs niet mee?

Wegens tijdgebrek was het voor mij niet mogelijk om alle facetten van het complexe klimaatsysteem te bespreken in de door u bedoelde uitzending van Ongehoord Nieuws van 24 mei 2022. Ik heb afkalvend ijs wel in detail besproken in dit OpinieZ-artikel.

Metingen van het ijs op Groenland via de Surface Mass Balance (SMB) tonen aan dat er nu meer ijs ligt dan het 30-jarig referentiegemiddelde. Deze SMB-metingen houden geen rekening met ijsafkalvingen. Om een goede reden: omdat het mechanisme en de oorzakelijke verbanden van ijsafkalving aan de rand van een ijsplaat niet alleen een functie zijn van de temperatuur, maar ook van het gewicht (dikte) van de ijsplaat en de morfologische structuur van de rotsachtige ondergrond. Het is dus zinvol om ijsafkalvingen apart te behandelen, zoals in detail wordt uitgelegd in voorvermeld OpinieZ-artikel, met verwijzing naar recente studie over afkalvingen door wetenschappers van het Deense Instituut voor Glaciologie en Klimaat. Belangrijke waarneming is dat er sinds 2005 geen stijging is van de ijsafkalvingen.

Ook zegt u dat het ijs op de Noordpool toeneemt en het aantal ijsberen zijn verdubbeld, waar heeft u deze cijfers vandaan?

De grafiek met toename van het ijs op de Noordpool komt van o.a. NASA-satellietmetingen, bijgehouden door het US National Snow and Ice Data Center. Ik denk niet dat er discussie kan zijn over de betrouwbaarheid van deze metingen. Er ligt vandaag meer ijs op de Noordpool dan 10 jaar geleden. Dat zijn harde feiten, die iedereen kan afleiden uit de grafiek.

Sinds het begin van de satellietmetingen in 1980 was er een dalende trend met een minimum in het jaar 2012. Sindsdien is de dalende trend gestopt. Na 2012 is de ijsoppervlakte licht gestegen. Vandaar mijn tweet dat er nu ongeveer 1 miljoen km2 meer ijs ligt dan 10 jaar geleden. Dat zijn harde feiten. Deze "ongemakkelijke" feiten passen niet in het alarmistische verhaal van de smeltende polen.

De golvende beweging van de hoeveelheid ijsoppervlakte wordt veroorzaakt doordat in de zomer het ijs gedeeltelijk smelt, waarna het in de winter weer aangroeit. Klimaatwetenschappers van topuniversiteiten Harvard en Cambridge hadden voorspeld dat het zomerijs (september) ging verdwijnen. Meer informatie kan u hier vinden in mijn OpinieZ-artikel. Er ligt meer ijs op de Noordpool dan tien jaar geleden.

Er is nogal wat discussie over al dan niet dalende trend van het Noordpoolijs. Men gebruikt dan het cijfer van september, het moment waarop het ijsoppervlak zijn minimum heeft bereikt door de zomersmelt. Dit is een mooi voorbeeld van het verschil tussen enerzijds de metingen zelf en anderzijds de interpretatie van de metingen. Ik geef de waardes en de grafiek zoals te vinden op de NASA-website. Volgens de NASA en de meeste klimaatwetenschappers is er een constant lineair dalende trend. Zo'n interpretatie past mooi in de theorie van alarmerend smelten van het Noordpoolijs. Maar er is ook een evenwaardige andere interpretatie mogelijk op basis van een trendbreuk rond 2008, met 2012 als minimum waarde. Nadien is de dalende trend gestopt. Oordeel zelf en kijk naar de waardes in de rode rechthoek. Alleen de toekomst kan uitwijzen welke interpretatie de juiste is.

IJsberenpopulatie

Informatie over de toename van de ijsberenpopulatie in het Arctische gebied staat in dit recente rapport van evolutionair bioloog dr. Susan Crockford. Over de absolute getallen is er wel wat onzekerheid, maar niet over de forse stijging van de populatie. Ook hier weerleggen de feiten de doemvoorspellingen over uitstervende ijsberen.

Hoeveel IPCC-publicaties heeft u gereviewed?

Ik was Expert Reviewer van het zesde Assessment Report (AR6), Working group I, Climate Change 2021, "The Physical Science Basis". Het rapport telt 4950 bladzijden. Er waren wereldwijd ongeveer 750 Expert Reviewers met in totaal 28.500 comments. Mijn bescheiden bijdrage was 35 comments (ongeveer de gemiddelde score per reviewer).

Wat is uw reactie op de stelling dat de term 'IPCC-expert-reviewer' schijndeskundigheid suggereert?

Mijn ervaring is dat zulke beweringen meestal worden gebruikt voor persoonlijke aanvallen bij gebrek aan inhoudelijke argumenten. Zoals in dit geval door een factchecker van Knack. Het loont daarom om te kijken naar wat het IPCC zelf zegt over de rol van de Expert Reviewer in het schrijven van de klimaatrapporten.

Na mijn nominatie kreeg ik op 2 mei 2019 een mail van het IPCC met de volgende verduidelijking over de rol van de Expert Review:

'The Expert Review is a formal component of the IPCC assessment process to provide a balanced and comprehensive assessment of the latest scientific findings. The IPCC Procedures state that the review process will be objective, open and transparent, with an open invitation for experts to register, seeking a range of views, expertise, and geographical representation.'

De expert review is dus een belangrijk formeel onderdeel bij de totstandkoming van de IPCC-rapporten, waarbij verschillende standpunten en expertise worden meegenomen. Zij is zeker geen platform voor vertoon van schijndeskundigheid. Meer gedetailleerde informatie over de rol van de Expert Reviewer is hier te vinden.

In principe kan iedereen zich via een online-procedure aanmelden en registreren, behalve als de persoon geen relevante expertise heeft. Het IPCC stelt:

'Because the aim of the expert review is to get the widest possible participation and broadest possible expertise, those who register are accepted unless they fail to demonstrate any relevant qualification.'

Waarom tweet, schrijft en spreekt u met regelmaat over klimaatkwesties zonder dat u daar een wetenschappelijke achtergrond in heeft?

Die bewering is onjuist. Ik heb geen diploma met 'klimaatwetenschapper' als label. Maar verreweg de meeste IPCC-wetenschappers hebben dat diploma ook niet. Zij zijn - net als ik - specialist in een bepaald deelgebied van het complexe klimaatsysteem. Er zijn glaciologen, paleontologen, bosbouwdeskundigen, fysici, chemici, meteorologen enz. Mijn vakgebied is organische chemie met als specialiteit fotochemie en fotofysica (dissertatie Katholieke Universiteit Leuven 1981). Uit mijn vakgebied komen de basiswetten van het CO2- broeikaseffect en van de energiebalans van onze planeet. Die twee factoren samen bepalen ons klimaat. Vanuit die expertise heb ik dan ook als IPCC Expert Reviewer het laatste assessment-report 'AR6, Werkgroep I over "The Physical Science Basis"' van commentaar voorzien

Wat is uw belangrijkste motief/drijfveer om u zo actief met het klimaatdebat bezig te houden?

Als wetenschapper heb ik helaas vastgesteld dat erover klimaat heel eenzijdige uitspraken worden gedaan door politici, ambtenaren en wetenschappers. Vaak worden er fel overdreven doemvoorspellingen gedaan op basis van uiterst onwaarschijnlijke toekomstscenario's. Recent werd dit nog benadrukt door enkele topklimaatwetenschappers verbonden met het IPCC. Zie mijn OpinieZ-artikel hierover.

Ik heb ook vastgesteld dat de technische rapporten van het IPCC veel genuanceerder zijn dan wat we meestal te horen krijgen in de media. Gelukkig komt er langzaam maar zeker een tegenbeweging vanuit de klimaatwetenschap op gang. Twee belangrijke stemmen zijn de hoogleraren Koonin en Pielke. Prof Steven Koonin was wetenschappelijk adviseur van president Obama en geniet breed respect in de klimaatwetenschap. Prof. Pielke is bekend van zijn boek The rightful place of science. Disasters & Climate Change. Hij baseert zich op de IPCC-rapporten om aan te tonen dat er geen robuuste bewijzen zijn om extreme weersomstandigheden (overstromingen, orkanen) toe te schrijven aan global warming.

Ik probeer, in navolging van Koonin en Pielke, in het Nederlandstalig gebied een kleine bijdrage te leveren om klimaatgerelateerde misinformatie te bestrijden met de feiten zoals ze zijn. Ik doe dat via Twitter en mijn artikelen op onder meer OpinieZ.com. Let wel: ik baseer me op de IPCC-rapporten en beschikbare informatie over wetenschappelijke metingen. In tegenstelling tot andere klimaatwetenschappers hecht ik minder aan theoretische modellen, aangezien die een veelheid van aannames en variabelen bevatten. Overigens zijn de technische IPCC-rapporten veel genuanceerder en minder "alarmistisch" dan het beeld wat er in de mainstream pers over wordt gecreëerd.

https://nos.nl/l/2451071

Moet ook Nederland vaker deze wagen inzetten? ‘We zijn onvoldoende voorbereid’ (Nieuwsuur)

Overal in Zuid-Europa woeden bosbranden. Het zijn er veel, ze zijn hevig én ze begonnen vroeger dan in andere jaren.

Het jaar begon droog en in de lente zagen experts al dat het een zwaar brandseizoen kon worden. Landen konden zich dus even voorbereiden, maar om de gevaren van bosbranden écht te vermijden, moet Europa structureel anders met de natuur omgaan, zeggen bosbrand-experts. Ook Nederland zou veel meer aan vuurbeheer moeten doen.

Bij branden stellen we nu vaak nog de verkeerde vragen, zegt natuurbrandonderzoeker Cathelijne Stoof (Wageningen University & Research). "Er wordt vooral gekeken: wat veroorzaakte het vlammetje? Is het droog, wie stak de brand aan? Maar de vraag die bijna nooit gesteld wordt is: waardoor heeft het vlammetje zo'n grote brand kunnen veroorzaken?"

Het antwoord op die vraag is vaak het landschapsbeheer, zegt Stoof. Of eigenlijk het gebrek daaraan. "In Zuid-Europa zijn grote, verlaten gebieden waar mensen van platteland naar stad zijn vertrokken. Heuvels zijn er overwoekerd met planten, waar branden goed gedijen. Grassen en struiken dienen als laddertje voor het vuur om naar de toppen van bomen te klimmen. Dan is die brand niet meer te controleren."

Dennenbossen gevaarlijker

Vaak ontstaan branden in droge dennenbossen waar de bodem vol ligt met licht ontvlambare naalden en takken, zegt Merijn van Leeuwen, bosbrandexpert van het Wereld Natuur Fonds. "In het Middellandse Zeegebied worden massaal eucalyptusbomen geplant omdat die heel snel en recht omhoog groeien. Ze zijn daardoor heel handig voor de papierindustrie en om palen van te maken, maar ze trekken ook al het vocht uit de grond."

Stoof benadrukt: natuurbranden hoeven helemaal niet slecht te zijn. "Branden zijn natuurlijke processen. Sommige planten en dieren zijn zelfs afhankelijk van brand op zijn tijd. Natuurbranden worden pas gevaarlijk als ze in de buurt komen van mensen, heel groot worden en niet meer te controleren zijn."

Als er een gevaarlijke bosbrand uitbreekt, kan de Nederlandse brandweer dit soort speciale bosbrandvoertuigen inzetten:

Er zijn veel dingen die we kunnen doen om gevaarlijke bosbranden te voorkomen, zeggen de experts. Het belangrijkste, volgens Stoof: brandgevoelige overwoekering tegengaan. "Struiken onder bomen weghalen en gebieden maaien of begrazen."

Wat ook goed werkt, zegt ze, is een zogenoemd mozaïeklandschap creëren. "Hier wat bos, hier wat struiken, daar een olijfgaard. In risicovolle gebieden bedrijf je bewust landbouw om overwoekering te voorkomen en branden te houden op plekken waar die geen kwaad kunnen."

Deze aanpak vergt wel dat er mensen naar het platteland terugkeren. Dus moeten er goede voorzieningen zijn, zoals wegen, internet en scholen. Stoof: "En dat die mensen hun brood kunnen verdienen door het landschap te beheren."

Vaker extreme branden

De hele maatschappij heeft dus een rol in deze aanpak. Integraal vuurbeheer, noemt Stoof dat. "In Nederland zijn we bijvoorbeeld een kei in integraal waterbeheer; alle betrokken partners uit alle verschillende hoeken zijn met water bezig."

Maar wat betreft vuur staat ons land er nog niet goed genoeg voor, zegt Stoof. "We moeten er rekening mee houden dat extreme branden ook in Nederland kunnen voorkomen." Vorig jaar waarschuwde de brandweer al bosbranden in Nederland onbeheersbaar dreigen te worden door klimaatverandering.

Op dit moment is er in de meeste veiligheidsregio's sprake van fase 2, 'extra alert':

Volgens natuurbrandexpert Van Leeuwen is het vooral belangrijk dat we bossen anders gaan beheren. "Dennen- en sparrenbossen, die we ook in Nederland veel hebben, worden kurkdroog. Daar moet je takken op de grond opruimen."

"Bij een gevarieerd loofbos, met eiken en lindes en ook struiken beneden, hoeft dat niet. Dus we moeten goed nadenken of we de plantages met dennenbomen, vooral bedoeld voor biomassa-installaties en de houtindustrie, nog wel willen in Nederland."

Én het waterbeheer moet anders, zegt Van Leeuwen. "We maken nu overal slootjes om water snel af te voeren. Dat is fijn in maart als je met grote machines het bos in wilt. Maar in de zomer heb je dan kans op brand door droogte."

'Burgers moeten geen domme dingen doen'

Ook wijzelf hebben een belangrijke rol, zegt Stoof. "Elke burger is er verantwoordelijk voor dat we geen domme dingen doen. Dus op dagen met natuurbrandgevaar niet in het bos een kettingzaag gaan gebruiken, niet je auto in hoog gras parkeren en geen onkruidbrander gebruiken."

Stoof pleit ervoor dat één ministerie officieel leidend wordt in het vuurbeheer. "Het is een complex onderwerp, maar valt officieel onder geen enkel ministerie. Ik ben bang dat er eerst een ramp met doden moet gebeuren voordat dit onderwerp hoog op de politieke agenda komt."

https://nos.nl/l/2437046

IPCC: gevolgen klimaatverandering steeds erger; ‘nu razendsnel aan de slag’ (NOS journaal)

Klimaatverandering en het steeds vaker voorkomen van extreem weer hebben ernstiger gevolgen voor mens en natuur dan eerder werd gedacht. Dat concludeert het VN Klimaatpanel IPCC, dat vandaag een rapport presenteert waaraan door honderden wetenschappers is meegewerkt. De wereldwijde effecten zijn nu al ingrijpend en deels onomkeerbaar. De tijd om maatregelen te nemen om nog ernstiger consequenties te voorkomen, raakt snel op.

De verbranding van fossiele brandstoffen en de uitstoot van broeikasgassen moeten sneller worden teruggebracht, aldus het klimaatpanel. Nu al zijn miljoenen mensen blootgesteld aan de risico's van acute voedselonzekerheid, bosbranden en overstromingen als gevolg van extreem weer. Sinds de verschijning in 2014 van het vorige rapport dat inging op de gevolgen van klimaatverandering, wordt de impact een stuk ernstiger ingeschat.

Vooral als de aarde met meer dan 1,5 graad opwarmt, nemen die risico's fors toe. Denk aan het sneller smelten van het ijs op Antarctica en Groenland en het verlies van dier- en plantsoorten, waardoor de biodiversiteit verder onder druk komt te staan.

Uitstoot tegengaan

Ook signaleert het IPCC dat er grenzen zitten aan de mogelijkheden voor mens en dier om zich aan het veranderende klimaat aan te passen. Deze vaststelling gaat in tegen de aanname die soms gehoord wordt, dat aanpassen beter is dan snelle(re) uitstootreductie. Maar daar maakt het IPCC nu dus korte metten mee. Aanpassen, adaptatie genoemd, is belangrijk, maar dat kan niet tot in het oneindige, is een van de conclusies van het rapport. En dus is de noodzaak om CO2-uitstoot versneld tegen te gaan, groot. Tegelijkertijd zou wel meer moeten worden ingezet op adaptatie, omdat daarmee veel leed kan worden voorkomen, stelt het IPCC.

Het rapport gaat in op alle mogelijkheden die er op dat gebied zijn. Bijvoorbeeld op het gebied van infrastructuur en de energiesector, en maatregelen tegen wateroverlast. Ook zou 30 tot 50 procent van het aardoppervlak beschermde natuur moeten zijn, omdat daarmee negatieve gevolgen voor de biodiversiteit en mensen kunnen worden beperkt.

Het in stand houden van de biodiversiteit is volgens de klimaatwetenschappers van fundamenteel belang. En hoewel miljarden mensen zeer kwetsbaar zijn voor klimaatverandering, zijn er wel grote verschillen tussen regio's. De allerarmsten worden als eersten getroffen. De risico's van klimaatverandering kunnen gevolgen hebben voor allerlei sectoren. Ook kan het leiden tot sociale onrust, conflicten en migratiestromen.

Ongeveer de helft van de wereldwijd onderzochte plantensoorten is in de richting van de polen verschoven, of naar grotere hoogte. Een toename van extreme hitte heeft ertoe geleid dat er in sommige gebieden al veel soorten verloren zijn gegaan. Het uitsterven van sommige soorten is mogelijk al onomkeerbaar. Andere effecten naderen het punt dat ze niet meer terug te draaien zijn, zoals de gevolgen voor het ecosysteem van het Noordpoolgebied als gevolg van het dooien van de permafrost.

Razendsnel aan de slag

"De risico's komen harder op ons af", zegt Maarten van Aalst van de Universiteit Twente en directeur van het Rode Kruis-klimaatcentrum, die meewerkte aan het rapport. "We zien overal in de wereld de gevolgen, maar we zien ook dat de risico's harder toenemen dan eerder werd gedacht. Ten opzichte van het vorige rapport zijn eigenlijk alle risico's erger bij minder vergaande temperatuurstijging."

Het nieuwe rapport signaleert ook dat sommige effecten op elkaar inwerken en elkaar versterken. Bijvoorbeeld overstromingen die plaatsvinden na periodes van droogte, of extreme regenval na een bosbrand waardoor aardverschuivingen kunnen optreden. Ook worden mogelijke nieuwe risico's benoemd die kunnen ontstaan als neveneffect van klimaatbeleid. Bijvoorbeeld de productie van bio-energie (met biomassa), die een bedreiging kan vormen voor de biodiversiteit of de voedselproductie.

"Al dit soort risico's zijn nu nog hanteerbaar", zegt Maarten van Aalst, "maar we moeten wel razendsnel aan de slag om het niet echt uit de hand te laten lopen."

https://nos.nl/l/2419221

Satellieten leiden tot een revolutie in de sustainable finance sector (IIR)

Tijdens het Sustainable Finance Climate Risk Event, dat wordt gehouden op 16 & 17 september aanstaande, vertelt Niels Wielaard van Satelligence meer over de inzet van radar- en satelliettechnologie in de financiële sector. (english version below)

“Financiële instellingen hebben behoefte aan betrouwbare en geloofwaardige data om de duurzaamheid van investeringen en prestaties aan te tonen. Satellietinformatie speelt hierin een steeds prominentere rol,” vertelt Niels Wielaard van Satelligence.

“Satellietinformatie is niet langer een nice to have, of een interessante gadget. Met satellite-based remote sensing leveren we steeds meer kerninformatie om environmental, social & governance (ESG) factoren en duurzame prestaties te meten,” zegt Niels Wielaard, oprichter en CEO van Satelligence, dat met onder andere radars en laser satellietsensoren inzichten genereert over de milieurisico’s en verduurzaming van natuur en landbouw in tropische gebieden. “We staan aan de vooravond van een structurele integratie van satellietdata in de dagelijkse werkprocessen van financiële instellingen die werken aan bijvoorbeeld de verduurzaming van het investeringsportfolio.”

De in Nederland gevestigde scale-up Satelligence, die met vijf kantoren actief is over de hele wereld, gebruikt kunstmatige intelligentie om data van radars en satellieten te verwerken. De technologie wordt toegepast om duurzame issues, zoals ontbossing, CO2-uitstoot en bosbranden, inzichtelijk te maken voor onder meer banken, verzekeraars, investeringsmaatschappijen en ketenpartners zoals ngo’s. “De urgentie van de data die we kunnen genereren met remote sensing is groter dan ooit. We brengen ontwikkelingen in beeld die relevant zijn voor alle spelers die betrokken zijn bij het milieu, het klimaat en de biodiversiteit in tropische gebieden met een mix van bossen en landbouw. Tegelijkertijd groeit het besef dat satellietinformatie praktisch toepasbare data en inzichten creëert die voorheen niet voorhanden was.” Een satelliet is in staat om vanaf afstand bijvoorbeeld de kap en groei van bossen en gewassen, brandschade, of de vervuiling van rivieren in kaart te brengen, waardoor een controle op locatie niet meer altijd nodig is.

Betrouwbare en geloofwaardige informatie

Wielaard is een van de sprekers tijdens het Sustainable Finance & Climate Risk Event, dé Nederlandse conferentie voor de duurzame financiële sector, en deelt tijdens een breakout-sessie op 17 september de lessons learnt van een recent project van de Rabobank. Satelligence werkt samen met de Rabobank om real-time satellite-based monitoring in te zetten voor de verduurzaming van voedselproductie en voor een transparante vastlegging van CO2 in boslandbouw in ontwikkelende landen.

Onder de noemer Rabo Carbon Bank, specifiek in project Acorn, stimuleert Rabobank onder andere de implementatie van regeneratieve ecosystemen zoals boslandbouw. Wielaard: “Landbouwproducenten worden gesteund om bijvoorbeeld rond de gewasteelt ook bomen te planten. Dat zorgt voor meer CO2-reductie, meer biodiversiteit en meer inkomsten voor de boeren. Daarnaast kunnen bedrijven die hun CO2 uitstoot verminderen door aankoop van credits er hun carbon footprint mee compenseren, daar waar verminderen niet mogelijk is. Een heel mooi model, waarvoor betrouwbare en geloofwaardige informatie over de investeringen en effecten van deze klimaatvriendelijke landbouwsystemen nodig is. Je wilt immers zeker weten dat de bomen geplant zijn en de biomassa groeit. Met kunstmatige intelligentie en satellietinformatie zijn we in staat om die groei in tropische gebieden te kwantificeren en monitoren, zonder dat er overal kostbare en tijdsintensieve inspecties ter plaatse nodig zijn.”

Inschrijven voor het Sustainable Finance & Climate Risk Event op 16 & 17 september aanstaande?
Bestel hier eenvoudig je tickets. Of download de brochure voor meer informatie.

 

Techniek en organisatie

Remote sensing is een technische ondersteuning van een organisatorisch proces, benadrukt Wielaard. “Satellietinformatie legt een onafhankelijke en wetenschappelijke onderbouwde basis om een complexe situatie in een tropisch gebied en een vaak internationale handelsketen in kaart te brengen. Om claims over de inzet van bijvoorbeeld verantwoorde biomassa te onderbouwen, moet er eerst allerlei processen worden ingeregeld. Denk aan de eigendomsverhoudingen van de landbouwgronden, de handelsvoorwaarden van de emissierechten en de controle van de aanplanting.”

De inzet van satellietinformatie creëert betrouwbare inzichten om besluiten te nemen over onder meer impact investments, ziet Wielaard. “Een bank of andere grote investeerder die wil laten zien proactief bezig te zijn met duurzaamheid, krijgt met behulp van satellietinformatie een onafhankelijk bewijs over de juiste uitvoering van duurzame projecten. Als je bijvoorbeeld investeert in een project om extra bomen te planten in tropische regenwouden, dan wil je niet dat er later blijkt dat er helemaal geen bomen zijn geplaatst, of dat klimaatbossen zijn verbrand.” Satelligence kijkt ook mee met het investeringsportfolio van financiële instanties. “We plaatsen de satellietgegevens dan in de context van de hele grondstoffenhandelsketens – van perceel tot fabriek en winkel. Onze data geven inzichten in de milieu-risicoprofielen van alle leveranciers van de handelaren en voedingsmiddelenbedrijven waarin wordt geïnvesteerd.”

Innovatieve toepassing

De combinatie van satelliettechnologie en kunstmatige intelligentie is geen toekomstmuziek meer, maar een waardevolle innovatie om daadwerkelijk vandaag nog toe te passen, benadrukt Wielaard. “De technische ontwikkelingen gaan nog altijd razendsnel: de kwaliteit van de informatie neemt toe, de rekenkracht van computers verbetert, en er is een steeds betere vertaalslag mogelijk van satellietdata naar gegevens die banken en andere financiële spelers nodig hebben. Kunstmatige intelligentie is geen toverstokje dat allerlei complexe issues plotseling doet verdwijnen – maar uiteindelijk is technologie ook niet de bottleneck. De uitdaging ligt in het integreren van de data in de dagelijkse werkprocessen.”

De ervaringen van Satelligence leren dat de meeste voortgang wordt geboekt door koplopers die daadwerkelijk aan de slag zijn gegaan met kleinschalige projecten, die verder worden uitgebouwd qua thematiek en/of locatie. “Ga vooral starten en ervaar al doende wat er wel en niet werkt voor je bedrijf”, adviseert Wielaard. “Dan leer je het meeste. Niet alleen over de juiste contextualisering en integratie van de satellietdata in de werkprocessen, maar ook over hoe de verschillende betrokken partijen met elkaar communiceren.”

De relevantie en meerwaarde van remote sensing voor een duurzame financiële sector heeft zich echt al bewezen, vindt Wielaard. “Satellietinformatie geeft de zekerheid en geloofwaardigheid die financiële instellingen – en andere partijen die serieus werk maken van verduurzaming – zo belangrijk vinden. Hoe meer instellingen remote sensing nu oppakken, hoe meer we straks samen leren over efficiënte werkprocessen om er optimaal gebruik van te maken.”

Wilt u het Sustainable Finance & Climate Risk event op 16 en 17 september bijwonen, meldt u dan hier aan als deelnemer. Of download de brochure voor meer informatie.

 

 

English version

Satellites are Revolutionising the Sustainable Finance Sector

Financial institutions are turning to satellites for the reliable and credible data they need to demonstrate the sustainability and performance of their investments. “Satellite information is playing an increasingly prominent part in this,” says Niels Wielaard, CEO of Satelligence, a Netherlands-based scale-up that produces satellite data to ensure that your sustainable investments are sound.

“Satellite data is no longer a nice-to-have, or just an interesting gadget. With satellite-based remote sensing, we are able to provide much deeper insight into sustainable performance and measure environmental, social & governance (ESG) factors.” Satelligence uses radars and laser satellite sensors to generate insights into environmental risks of agriculture and forested land in tropical areas. “We are on the eve of the structural integration of satellite data into the daily processes of financial institutions building a more sustainable investment portfolio.”

Satelligence, which has five offices around the world, uses artificial intelligence to process the data from radars and satellites. The technology is used to provide insights for banks, insurers, investment companies, chain partners and NGOs about sustainability risks like deforestation, CO2 emissions and forest fires.

“The need for the data we can generate with remote sensing is greater than ever. We are mapping developments that are relevant to all players involved in environment, climate and biodiversity projects in tropical regions. There is a growing awareness that satellite information creates practical applicable data and insights. From afar, our satellites are able to track risks as diverse as the felling and growth of forests and crops, fire damage, river pollution and many more. In this way, we minimise the need for costly, time consuming on-location checks and enable immediate action.”

Reliable and Credible Information

Wielaard is one of the speakers at the Sustainable Finance & Climate Risk Event, the Dutch conference for the sustainable finance sector, where he will share lessons learned from a recent Rabobank project at a breakout session on 17 September. Satelligence is working with Rabobank to deploy real-time satellite-based monitoring that will make food production more sustainable. Their data enables the transparent reporting of emissions reductions and of the CO2 captured by agroforestry projects in developing countries.

Under the Rabo Carbon Bank Project Acorn initiative, Rabobank is stimulating the implementation of regenerative ecosystems. Wielaard explains, “We support smallholders in planting trees in the areas where they cultivate their crops, which in turn reduces CO2 levels, increases biodiversity and generates more income for farmers. Where reductions aren’t possible, companies can reduce their CO2 emissions by purchasing credits that compensate for their carbon footprint. This carbon trading model requires reliable and credible information about the effects of investments in climate-friendly agroforestry projects. Investors need to be assured that trees have been planted and that biomass is growing.”

Technology and Organization

“Remote sensing offers a technical solution to an otherwise bewildering organisational process,” Wielaard emphasizes, “Satellite information provides an independent and scientifically substantiated basis for mapping out complex situations in tropical areas where there’s often an international chain of trade involved. In order to substantiate claims about the use of responsible biomass, an understanding of a range of complex processes and relationships is required. Consider the ownership relationships of the agricultural land, the trading conditions of the emissions rights and the control of the plantations.”

The use of satellite information creates reliable insights that can also inform decisions about impact investments, says Wielaard. “A bank or large investor that wants to show off its sustainability projects will receive independent evidence from satellite information about the implementation of those projects. For example, if you invest in a project planting additional trees in tropical rainforests, you don’t want to find out that those trees haven’t been planted or worse yet, that the forests have been burned.” Satelligence also monitors the investment portfolio of financial institutions. “We place our satellite data within the context of the entire commodity supply chain – from plot to factory to store. Our data provides insights into the environmental risk profiles of all suppliers of the merchants and food companies our clients invest in.”

Innovative Application

The combination of satellite technology and artificial intelligence is no longer science fiction. Wielaard continues, “Technical developments are still moving at lightning speed: the quality of information is increasing and computational power is improving. Artificial intelligence is not a magic wand that makes all kinds of complex issues suddenly disappear but in the end technology is not a bottleneck either. That’s why we prioritise making our satellite data comprehensible to clients. The challenge lies in integrating data into daily work processes.”

Satelligence’s experiences show that most progress is made by frontrunners who have actually started working on small-scale projects, which now have been further expanded in terms of theme and/or location. “Be sure to get a feel for what works for your company and what doesn’t,” Wielaard advises. “That’s when you learn the most. Not only about the correct contextualization and integration of the satellite data into your work processes, but also about how the various entities involved communicate with each other.”

“The relevance and added value of remote sensing for the sustainable finance sector has already been proven,” says Wielaard. “Satellite information provides the certainty and credibility that is essential for institutions that are serious about sustainability. The more institutions that start adopting remote sensing now, the more we will learn collectively about best practice, maximise the potential of this exciting technology and ensure you’re making the most out of your sustainable investments.”

Do you wish to attend the Sustainable Finance & Climate Risk at 16 and 17 september, you can enlist here as a participant. Or download the brochure (only in Dutch) for more information.

Het bericht Satellieten leiden tot een revolutie in de sustainable finance sector verscheen eerst op IIR.

https://iir.nl/blog/revolutie-in-de-duurzame-financiele-sector/