De Caribische eilanden als het klimaat-voorland voor Nederland (De Erfgoedstem)

Dit interview is onderdeel van een reeks over klimaatverandering en erfgoed. De reeks is een initiatief van het platform Klimaat en Erfgoed. Periodiek verschijnt er een interview met een expert. Dit keer is het woord aan Suzanne Loen. Als landschapsontwerper en onderzoeker initieert ze en is ze betrokken bij projecten in het Caribisch gebied, waar de gevolgen van klimaatverandering acuter zijn dan in Nederland en versterkt worden door menselijk handelen in het verleden en heden.

Heb je vragen over het interview of wil je meer weten? Neem dan contact op met het platform via info@klimaatenerfgoed.nl of bezoek onze website / LinkedIn pagina.

Kan je iets over jezelf vertellen en over jouw betrokkenheid bij het onderwerp van klimaat en landschap?

Op dit moment werk ik onder andere aan projecten in het Caribisch gebied en adviseer ik verschillende gemeenten op het gebied van landschap en erfgoed zoals bijvoorbeeld bij de versterking van de IJsseldijken in de Krimpenerwaard. Daarnaast geef ik ook de minor Heritage and Design bij de sectie Landcape Architecture aan de TU Delft. Dit is een keuzevak dat open staat voor studenten vanaf het tweede jaar van alle universiteiten en faculteiten ook buitenlandse studenten zijn welkom. De studenten onderzoeken historische groen- en waterstructuren, zoals Agnetapark in Delft, en maken een herontwerp. De verschillende visies op groen en watererfgoed van de studenten maken het vak heel inspirerend om te geven. Ik ben destijds ook in Delft afgestudeerd en heb daarna bij de sectie Landschapsarchitectuur met mijn collega Inge Bobbink gewerkt aan de publicaties Land inZicht en Water inZicht. Dit heeft mij in de richting van cultuurhistorische landschappen en watersystemen gestuurd.

Eén van de dingen die ik mijn studenten leer is dat in Nederland de waterhuishouding lang sturend is geweest voor de inrichting van het landschap. Van oorsprong is de watermachine sterk verankerd in het landschap. Het Nederlandse landschap is een grotendeels door mensen gevormd landschap, door toedoen van menselijk handelen en technische ontwikkelingen. Kennis over de ontwikkelingsgeschiedenis van ons landschap is essentieel om onze historische water- en groenstructuren te begrijpen.

Via een collega aan de TU Delft, Mo Smit, ben ik in 2015 betrokken geraakt bij een onderzoeksproject naar de woon-en werkomgevingen van de textielindustrie Indonesië. Hier zag ik dat fabrieken, die grotendeels voor Nederlandse kledingmerken produceerden, extreme hoeveelheden grondwater onttrokken, met bodemverzakkingen en overstromingen tot gevolg, en tegelijkertijd het oppervlaktewater vervuilden. Het ecologische evenwicht en de zoetwatervoorziening wordt hierdoor ernstig bedreigd. Indonesië is hierin niet uniek. Over de hele wereld is sprake van een verstoorde relatie tussen zoetwatermanagement en ruimtelijke ontwikkeling, ook in Nederland. Door dit project ben ik mij gaan toeleggen op onderzoek naar potentie van historische zoetwatersystemen voor een veerkrachtig waterbeheer.

Op de universiteit en in ons vakgebied was nog weinig aandacht voor zoetwatermanagement en drinkwatervoorzieningen; de meeste aandacht ging toen nog uit naar waterveiligheid.

Daarom ben ik het onderzoeksproject ‘Thirsty islands’ gestart. In 2020 startte het project op Curaçao in samenwerking met National Archaeological Anthropological Memory Management (NAAM). Vanaf dit jaar heeft het project vervolg gekregen in het Erfgoed Deal project Awa pa Kòrsou (Water voor Curaçao) in een consortium van Curaçaose natuur- en erfgoedorganisaties. In april van dit jaar ben ik gestart met een onderzoek naar potentie van watererfgoed voor een veerkrachtige zoetwater voorziening op Bonaire in samenwerking met Kenniscentrum Immaterieel Erfgoed (KIEN) en Immaterieel Erfgoed Bonaire (IEB). Het koloniale verleden en handelen speelt natuurlijk ook een belangrijke rol in beide projecten.

Mijn keuze om eilanden te onderzoeken heeft er onder andere mee te maken dat eilanden en eilandgemeenschappen van oudsher op zichzelf waren aangewezen en ook op het gebied van zoetwaterbeheer zelfvoorzienend moesten zijn.

Eilanden zijn omringd door zout water, beschikken over relatief weinig natuurlijke zoetwaterbronnen en hebben beperkt ruimte om water op te slaan. Dat maakt dat ze leerzame voorbeelden zijn. Ook voor meer complexe en waterrijke deltagebieden als in Nederland.

In Caribisch Nederland stelde de Nederlandse Staat haar eigen economische belangen eeuwenlang boven het welzijn van de lokale gemeenschap en de natuur. Dat is terug te zien in de manier waarop zoetwater werd geëxploiteerd. De gevolgen van klimaatverandering op de Caribische eilanden zijn ook een voorteken voor de toekomst van Nederland. Vanuit mijn ervaring met dit project kijk ik nu met een andere blik naar Europees Nederland, waar de beschikbaarheid van zoet water lang als vanzelfsprekend is gezien maar dat eigenlijk niet meer is.

data:image/svg+xml,%3Csvg%20xmlns='http://www.w3.org/2000/svg'%20viewBox='0%200%201024%20442'%3E%3C/svg%3E

De Caribische eilanden kennen een lange traditie van het opvangen van regenwater. Deze afbeelding geeft het principe weer van regenwater opvang en distributie systeem van een Bonairiaans landhuis. 
Bewerkte foto van Landhuis Rooi Lamoenchi, Bonaire (juni 2023). Fotograaf Jet Bakels/Kien. Beeldbewerking LILA Living Landscapes.

Wat merk jij nu al van klimaatverandering en landschap?

De laatste tijd is er natuurlijk veel in het nieuws over extreme hitte en bosbranden in Zuid Europa. Ik heb het idee dat de prognoses worden ingehaald door de actualiteit.

Het aantal piekbuien en langdurige periodes van de droogte en hitte nemen enorm toe. Op de Caribische eilanden is nu al te zien dat de impact van klimaatcrisis versterkt wordt door de aantasting van de natuurlijke veerkracht van de eiland ecosystemen. In het verleden heeft bijvoorbeeld onder koloniaal gezag overexploitatie van watersystemen en grootschalige ontbossing plaatsgevonden. Dit leidt tot op de dag van vandaag tot erosie en beperkt vermogen om regenwater vast te houden in de bodem. Tegenwoordig legt het toerisme ook een groot beslag op de zoetwatervoorziening. Het beleid en de inrichting van de leefomgeving zijn nog niet goed aangepast aan de nieuwe werkelijkheid.

Een ander probleem is de verzilting van zoetwaterbronnen en de natuur langs de kust als gevolg van de stijgende zeespiegel. Dit probleem is al langer bekend. De vraag naar zoet water overstijgt al lange tijd het aanbod. Al vroeg is op de eilanden begonnen met desalinatie van zeewater. De oudste desalinatie-installatie ter wereld staat dan ook Curaçao.

Juist door de beperkte beschikbaarheid van zoet water kennen de Caribische eilanden een lange geschiedenis van cisternen en opslag van regenwater in bakken of kruiken. Uit angst voor ziektes die door muggen kunnen worden overgedragen werd dit, ook door de komst leidingwater, steeds meer actief ontmoedigd door de overheid.

Volgens mij moeten we meer terug naar een combinatie van centrale stedelijke systemen en decentrale huisgebonden systemen. We zouden veel meer regenwater kunnen opslaan, uiteraard rekening houdend met de grondwaterspiegel, en moeten afkicken van onze verslaving aan de voortdurende beschikbaarheid van 100% gefilterd drinkwater.

Vroeger gebruikten we ook in Nederland drie soorten waterstromen: putwater (grondwater), oppervlaktewater en regenwater. De kwaliteit en beschikbaarheid bepaalde of het gebruikt werd als drinkwater, kleding wassen en/of bewateren van gewassen. Waar mogelijk ving men zelf zijn eigen regenwater.

Wat is je toekomstverwachting ten aanzien van de gevolgen van klimaatverandering voor landschap?

Van oudsher heeft de industrie op de Caribische eilanden een grote invloed op de drinkwatervoorziening. De eerste zoetwaterbronnen in het Caribische gebied werden geconfisqueerd door Shell. Shell en Nederlandse Staat waren in die tijd twee handen op één buik. In tijden van nood kon Shell dan zoetwater verkopen aan inwoners. In Nederland hadden bierproducenten hadden een vergelijkbaar monopolie op drinkwater in de 16e en 17e eeuw. Het is mijn overtuiging dat drinkwater een gemeengoed is, voor het algemene nut. Commerciële ondernemingen, boeren en industrie mogen hierin niet bevoordeeld worden. Het water dient eerlijk verdeelt te worden. Ook de natuur, planten en dieren hebben recht op water. Eigenlijk is dat een politieke discussie. Laatst was in het nieuws dat Uruguay, dat met extreme droogte en drinkwater tekorten kampt, een data centrum van Google wil gaan voorzien van koelwater. Dit water wordt onttrokken uit de publieke drinkwatervoorziening. Een commerciële gigant wordt hierin bevoordeeld en zet de overheid voor het blok. Uruguayanen verzetten zich terecht tegen dit misbruik van de publieke watervoorziening. Ik vind dat een heel angstaanjagend scenario. We moeten uitkijken dat we niet teruggaan naar een neokoloniaal systeem, waarin drinkwatervoorzieningen worden onttrokken aan het publieke domein door machtige commerciële bedrijven.

Daarnaast zie ik dat we eigenlijk allemaal wel weten dat er drastisch iets moet gebeuren. Alleen wil de één sneller veranderen dan de ander. Zie bijvoorbeeld de weerstand die de activisten van Extinction Rebellion oproepen. Vanuit dezelfde wetenschap kun je op verschillende manieren reageren. Soms ontkennen mensen de klimaatcrisis omdat ze nu al onzeker zijn over hun bestaan. Niet iedereen kan van het gas af en zich een huis veroorloven op de heuvelrug veilig boven NAP. We moeten daarom oog hebben voor de zwakste groepen in de samenleving en sensitief te werk gaan, want de ongelijkheid wordt alleen nog maar vergroot door klimaatverandering.

data:image/svg+xml,%3Csvg%20xmlns='http://www.w3.org/2000/svg'%20viewBox='0%200%201024%20724'%3E%3C/svg%3E

Handreiking ‘Ruimte voor de Rooi’ / Room for the Rooi
Een erfgoed- en natuurinclusieve benadering voor ruimtelijke ontwikkeling die het Curaçaose historische watersysteem van rooien en dammen als uitgangspunt neemt. 
Afbeelding LILA Living Landscapes.

Welke maatregelen moeten we nemen om de schade te beperken?

Historische groen- en waterstructuren zijn steeds harder nodig, aan de andere kant verzwakken ze door exotische plagen en weersextremen. Het waterpeil fluctueert, oevers storten in en inheemse beplanting kan de hitte en verdroging niet aan.

Volgens mij moeten we bij het behoud van deze structuren veel meer rekening houden met de gevolgen van klimaatverandering en soms ook afscheid durven nemen van een bepaalde historische, inheemse plantensoorten.

Daarnaast zouden we ons in de ruimtelijke ordening veel bescheidener en dienstbaarder moeten opstellen ten opzichte van de natuur. We moeten ons verdiepen in hoe we onze leefomgeving aan kunnen passen om ruimte te bieden aan biodiversiteit. Ik zie vaak renders van natuurinclusieve plannen maar die zien er vaak nog generiek uit. We moeten daarin uitkijken voor ‘greenwashing’ van ruimtelijke ontwikkelingen.

“Wij houden de paraplu vast met daaronder alle flora en fauna. Wij hebben de paraplu kapot gemaakt en nu moeten we hem gaan herstellen.”

Welke kansen zie jij in het landschap om bij te dragen aan klimaatadaptatie of klimaatmitigatie?

Ik zie veel kansen voor klimaatadaptatie en herstel van de biodiversiteit door terug te gaan naar schaalverkleining van het landschap en een eerlijkere verdeling van de macht. Het hedendaagse landschap is gevormd door de ruilverkaveling van de 20e eeuw. Hoe grootschaliger het landschap werd ingedeeld, des te minder eigenaren nodig waren. Vroeger hadden we bijvoorbeeld veel meer waterschappen. Het landschap zelf en het beheer waren fijnmaziger. Nu is watermanagement gecentraliseerd en ligt de verantwoordelijk volledig bij de overheid. Waterschappen zeggen juist: ‘We kunnen het niet allemaal meer alleen.’ De inrichting en het beheer van het landschap zou een meer gedeelde en gezamenlijke opgave kunnen zijn.

Wil je nog iets kwijt?

Landschappen zijn dynamisch. Nederland heeft een traditie van alles vastleggen in regels zet op elke postzegel ruimte een stempel (lees: bestemming). We gaan nu een andere fase in. Ik wil graag een oproep doen anders te kijken naar erfgoed en kansen te zien.

Laatst sprak ik een collega uit het buitenland en die zei: ‘Er zijn nauwelijks ruïnes in Nederland!’. Verval wordt nog niet genoeg omarmd. Terwijl ruïnes en scheepswrakken juist ideale kraamkamers zijn voor flora en fauna. We moeten op een andere manier naar de waardes van erfgoed leren kijken en ook afscheid durven nemen. Zolang we de kennis die in ons erfgoed besloten ligt maar ontsluiten voor toekomstige generaties. De vraag is alleen of de erfgoedsector daar klaar voor is.

De Traditionele Ecologische Kennis (TEK) van eilandgemeenschappen is bijvoorbeeld een belangrijke bron van kennis voor de opgaven van nu. Zoals de kennis over het opvangen van regenwater en welke gewassen goed gedijen in een bepaald landschap. Bovendien is het ontsluiten van deze kennis een kans om te komen tot een meer inclusieve- en integrale erfgoedpraktijk, van zowel materieel- als immaterieel erfgoed.

Verder lezen project Thirsty Cities:

Thirsty Islands and Water Inequality: The Impact of Colonial Practices on Freshwater Challenges in the Dutch Caribbean

Room for the Rooi: 3 lessons from the past for future water sensitive planning on Curaçao

The post De Caribische eilanden als het klimaat-voorland voor Nederland appeared first on De Erfgoedstem.

https://erfgoedstem.nl/de-caribische-eilanden-als-het-klimaat-voorland-voor-nederland/

Staatsomroep: “Regen = goed voor de natuur” (GeenStijl)

Opmerkelijk

https://image.gscdn.nl/image/fedca4fbb8_1zat.jpg?h=True&rect=0%2C214%2C958%2C539&w=880&s=7bd649468fc715cd6722bd2a4dfc7607

https://image.gscdn.nl/image/96f4e8748e_rdsom.png?h=True&w=880&s=bde7556491fa02c11a5373806c7f836c

Er is ook goed nieuws lieve mensen. De horrorzomer van 2023 heeft ook positieve kanten. Wie vandaag de dag de staats- en mainstreammedia aanknipt ziet alleen maar ellendige berichten over kapotte natuur, bosbranden, hitttegolven, flauwvallende mensen met zonnesteek en UV-galbulten. Iedere topzomer in Verweggistan kan rekenen op 24/7 media-aandacht vanuit Nederland, tot aan Erik Mouthaan (RTL) in zwembroek toe (geen link, dit gaan we u echt niet aandoen). Dat gemiezer de hele dag [overzichten:], dat is eigenlijk gewoon HEEL GOED! Nee. Maar! Leest allen de Nationale Pluvius Omroep! Wanders verwacht dat het grondwaterpeil zich de komende tijd zich zal herstellen tot normale hoogtes. Dat is ook goed nieuws voor de drinkwaterbedrijven die drinkwater uit de grond halen. "Dit helpt zeker." Alvast goed weekeind!

https://image.gscdn.nl/image/e41a49de43_1zat.jpg?h=True&w=880&s=53d8254a372a90acbe89593c910a8aba

ProTip: neem de trap

Social

https://www.geenstijl.nl/5171882/staatsomroep-regen-goed-voor-de-natuur/

2023 nog geen extreem bosbrandjaar in EU, maar dat kan snel veranderen (NOS Buitenland)

Een aantal EU-landen wordt hard getroffen door natuurbranden. Verspreid over Zwitserland, Griekenland en Spanje zijn de afgelopen dagen vele duizenden mensen geëvacueerd. Vooral in Zuid-Europa zijn er grote zorgen over het extreem droge en hete weer. Toch zijn er over de hele EU gezien momenteel niet uitzonderlijk veel bosbranden voor deze tijd van het jaar.

Volgens het European Forest Fire Information System (EFFIS) is dit jaar tot nu toe zo'n 100.000 hectare aan oppervlakte verwoest door natuurbranden. Dat is volgens het EU-onderzoeksinstituut gemiddeld voor deze tijd van het jaar. En een enorm verschil met de ruim 830.000 hectare die in heel 2022 in de EU in vlammen opging.

De EFFIS-cijfers geven geen exact beeld, verduidelijkt Brian Verhoeven van het Nederlands Instituut Publieke Veiligheid (NIPV). "Maar ze geven wel een indicatie: we hebben momenteel nog geen extreem jaar als je naar heel Europa kijkt", zegt de meteoroloog die gespecialiseerd is in bosbranden.

Hoe groot de impact is van een natuurbrand op mens en dier valt niet direct op te maken uit de oppervlakte die is zwartgeblakerd. Daarnaast zijn er grote onderlinge verschillen tussen de lidstaten. Zo is in Frankrijk, Spanje en Duitsland in 2023 wel al veel meer bos verbrand dan gemiddeld. Vooral in het voorjaar was de brandweer daar erg druk met het bestrijden van natuurbranden.

Bekijk hier hoe de brandweer in Griekenland en Zwitserland de bosbranden probeert de doven:

"Dit jaar is wel een bijzonder jaar", zegt landelijk coördinator natuurbrandbeheersing Jelmer Dam, die verbonden is aan zowel Brandweer Nederland als het NIPV. Hij ziet het risico op natuurbranden meebewegen met de hoeveelheid neerslag die er valt. "Hier hadden we een heel nat voorjaar en vervolgens zes weken geen neerslag. In Spanje was het voorjaar juist heel droog. Je ziet de extremen toenemen."

Hoewel het aantal natuurbranden en de intensiteit ervan sterk fluctueren, is er één constante: het is per saldo een groeiend probleem. Met name Zuid-Europese landen kampen vaker met grote bosbranden vanwege het veranderende klimaat, meldt het KNMI. Dat komt door een combinatie van warmer weer en langere periodes van droogte.

"Als je bijvoorbeeld kijkt naar de Pyreneeën: daar is een jarenlange droogte opgebouwd", zegt meteoroloog Verhoeven. Een natte periode kan daar wel wat verlichting bieden, maar snel daarna is het landschap weer vatbaar voor vuur.

"Nederland heeft het voordeel dat het grondwaterpeil relatief goed is aangevuld", vervolgt Verhoeven. Voorafgaand aan de recorddroogte in mei en juni - nooit eerder viel er in De Bilt zo lang geen neerslag - was het juist extreem nat in de winter en het begin van de lente. Mede daardoor is dit natuurbrandseizoen volgens Verhoeven nog niet extreem geweest.

'Brand in Zwitserland is opvallend'

Maar ook als een regio niet is aangemerkt als natuurbrandrisicogebied kan het misgaan. Zwitserland is bijvoorbeeld groen aangemerkt op de bovenstaande kaart, maar er woedt sinds gistermiddag een grote brand. "Dat is opvallend, omdat de Alpenregio over het algemeen minder bosbrandgevoelig is", zegt Verhoeven. Het laat volgens hem zien hoe onvoorspelbaar het probleem is.

Begin dit jaar luidden wetenschappers in Nederland de noodklok over het groeiende gevaar van natuurbranden. Binnen Europa zijn de ogen de komende dagen gericht op de zuidelijke landen.

In appgroepen met internationale collega's is het volgens landelijk coördinator natuurbrandbeheersing Dam nu relatief rustig. "Er wordt vooral gesproken over de brand op La Palma, maar iedereen maakt zich zorgen over de komende periode met temperaturen boven de 40 graden. Wat gaat dat doen? Natuurbranden kunnen binnen de kortste keren onbeheersbaar worden en dan kun je alleen nog maar evacueren."

https://nos.nl/l/2483301

Neerslagtekort nadert dat van recorddroge jaar 1976 (Zoetermeers Dagblad)

Het neerslagtekort in Nederland gaat snel omhoog. Het tekort is nu bijna net zo groot als in juni 1976. Dat jaar staat bekend als het droogste ooit in Nederland. Het tekort aan regen ligt nu ruim boven dat van de vijf procent droogste jaren, blijkt uit de monitor van weerinstituut KNMI en staat nu gemiddeld op 148 millimeter. Omdat er wat regen wordt verwacht zal het tekort deze week iets afnemen, maar nog boven dat van de vijf procent droogste jaren blijven.

In sommige delen van Nederland kruipt het neerslagtekort al naar de 200 millimeter. In enkele andere gebieden, zoals Limburg en Zeeuws-Vlaanderen heeft het juni nog wel wat geregend. Door het tekort aan regen is vooral de bovengrond kurkdroog, net als de begroeiing. Er is volgens de veiligheidsregio's een heel groot risico op natuurbranden die zich door de droogte snel kunnen uitbreiden. Alle brandweerkorpsen hebben daarom nu extra mensen en wagens klaar staan om een natuurbrand snel te kunnen blussen.

De grondwaterstand is in de meeste delen van Nederland nog op orde door het natte voorjaar. Maar op de hoge zandgronden zakt het water snel weg. Daar gelden ook sproeiverboden.

 

https://zoetermeersdagblad.nl/landelijk/neerslagtekort-nadert-dat-van-recorddroge-jaar-1976