Laatst keek ik met mijn 8-jarige dochter Kate naar Alles is liefde, een Nederlandse remake van Love Actually, met onze Sinterklaastijd in de rol van de weken voor kerst. Deze film uit 2007 kan niet meer, want er wordt in gerookt alsof het gezond is en er zitten geen donkere mensen in de cast, en wel blackface-pieten. Dat bedacht ik te laat; de titelsong was al bezig, de corn gepopt.
De film is ook volslagen ongeschikt voor een believer, want al in de eerste scènes wordt de sprookjesbel doorgeprikt als de acteur die al jaren Sint speelt met de nodige sterallures aan boord van de stoomboot gaat en in zijn kleedkamer een fataal hartinfarct krijgt.
Schaapachtig keek ik naar Kate, in een poging te doorgronden hoe bij haar binnenkwam dat een kettingrokende televisiemevrouw (Lies Visschedijk) een landloper (Michiel Romeyn) van straat plukt om de ijdele acteur (niet Jeroen Krabbé) te vervangen tijdens de hoofdstedelijke intocht. Misschien was dit hét moment voor hét gesprek waar massa’s Nederlanders traumatische herinneringen aan schijnen te hebben en waar ik niets meer van weet. Dit bleek voorbarig. Kate zette na een minuut of tien de film op pauze en zei: ‘Ik snap het gewoon, hoor.’
‘Jammer dat Alles is liefde niet in het Zweeds is. Want het is een film waar je vrolijk van wordt en dan kon Greta hem ook zien.’
Ah, daar zal je het moment hebben. ‘Wat snap je dan?’
‘Film is niet echt en in deze doen ze net alsof Sinterklaas niet bestaat, maar dat is dus niet zo en het is ook niet waar.’
Film weer aan, pakjesavond veiliggesteld.
Later in bed zei ze na het voorlezen van een hoofdstuk uit De kleine kapitein (kan eigenlijk ook niet meer want die Marinka mag echt niets anders dan pannenkoeken bakken): ‘Jammer dat Alles is liefde niet in het Zweeds is.’
‘Want?’
‘Want het is een film waar je vrolijk van wordt en dan kon Greta hem ook zien.’
Slaap lekker, Kate
Greta Thurnberg is nogal een aanwezigheid in ons huishouden. Waar bij mij vroeger de juf en de alwetende storthoop – een bebrilde berg compost annex orakel in poppenserie De Freggels – altijd gelijk had, is dat bij Kate de kleine klimaatkapitein. ‘Greta zegt…’ en dan komt er iets wat heilig is. Nuanceringen hoort ze argwanend aan en wijst ze beslist af, maar ze zoekt wel steun als Greta haar bang maakt. En dat doet Greta met regelmaat.
Na een uitzending van het Jeugdjournaal waarin terecht uitgebreid aandacht werd besteed aan de bosbranden in Australië, vroeg ze, Snoopy-pyjama aan, splinternieuwe voortanden braaf gepoetst: ‘Mam, gaan we eraan?’ Ik wist niet eens dat ze die uitdrukking kende. Toen ik ‘nee schat’ zei, sprak ze me bestraffend toe: ‘Greta zegt dat ze onze hoop niet wil, ze wil dat we in paniek zijn.’ Dit had ze dan weer gehoord van een twee jaar ouder meisje met wie ze tekenlessen volgt in Artis.
‘Ik moet denk ik toch ook mijn C halen want wij wonen ook in een stad aan water.’
Terwijl ik nog worstelde om iets in de buurt van een passend antwoord te formuleren, was zij alweer een honk verder: ‘Ik moet denk ik toch ook mijn C halen want wij wonen ook in een stad aan water dat naar een zee gaat en dan naar een oceaan die te warm is en daardoor hoger wordt. En er ligt een eiland van plastic in maar daar groeit niks op.’
Vervolgens wilde ze weten of ik wel had meegekregen dat Amerigo, het oude paard van Sinterklaas, met pensioen is, maar dat er een vervanger is aangesteld, Ozosnel geheten, die last heeft van koudwatervrees. ‘Net als ik toen ik nog niet mijn A had.’
‘Ja. Slaap lekker, Kate.’
‘Slaap lekker, mama.’
Een wereld zonder vlinders
Een kind dat tegelijk in de Apocalyps en in Sinterklaas gelooft, ik vind het de lastigste kwestie tot nu toe in de achttienjarige cursus Helpen met opgroeien. Zelf maak ik me ook enorme zorgen.
Na elke aflevering van David Attenboroughs Our Planet zat ik in tranen op de bank en lag ik ’s nachts wakker. Nieuwsbrieven van kranten over de klimaatcrisis lees ik zoals ik vroeger naar Nightmare on Elmstreet keek: tussen mijn vingers door. In Trouw stond anderhalf jaar geleden een interview met de Britse hoogleraar biologie Dave Goulson dat nog steeds door mijn hoofd spookt. Net als de Amerikaanse natuurschrijver David Quammen denkt Goulson dat als het zo doorgaat – vloedgolf van uitsterven, verlies van vruchtbare bodem, waterschaarste en klimaatverandering – de biodiversiteit zal worden gereduceerd tot een groep opportunistische planten en dieren die we overal gaan zien: ratten, duiven, paardenbloemen. En mensen. Zij zullen leven in wat Quammen ‘soul-withering biological loneliness’ noemt.
Boven, onder en tussen al mijn gepieker zweven natuurlijk altijd Kate en de kinderen van Kate, mocht ze moeder willen worden en ergens de hoop vandaan halen dat het zin heeft.
Goulson zegt daarover in Trouw: ‘Waar ik bovenal bang voor ben, is een wereld zonder vlinders. Of dat mijn kinderen nooit meer een bloemenweide zullen zien of ’s ochtends wakker worden met een koor van zingende vogels. Als mensen al kunnen overleven in zo’n wereld, wat voor leven zal dat dan zijn? Een grijs, deprimerend leven, zonder vreugde.’
Boven, onder en tussen al mijn gepieker en handenwringerij zweven natuurlijk altijd Kate en de kinderen van Kate, mocht ze moeder willen worden en ergens de hoop vandaan halen dat het zin heeft. Terwijl ik dit schrijf, komt er een pushbericht binnen van The Guardian: de wereldwijde productie van fossiele brandstoffen in 2030 stevent af op een verdubbeling of misschien zelfs vertweedubbeling van de afspraak in het klimaatakkoord van Parijs om de opwarming van de aarde ruim onder de twee graden Celsius te houden en te streven naar anderhalve graad. (En zelfs het verschil tussen anderhalf en twee graden zal al honderden miljoenen mensen meer blootstellen aan aanzienlijk hogere risico’s op hittegolven, extreme droogte, overstromingen en armoede.)
KLIMAATPANIEK
‘Komt goed’ is een uitdrukking die ik steeds vaker hoor, over van alles en nog wat. Komt goed met die wortelkanaalbehandeling, komt goed met de reservering in een populair pop up-restaurant, komt goed met het halen van de trein naar Amersfoort terwijl je nog op de tram staat te wachten. Iedereen loopt elkaar de godganse dag te bezweren dat het goed komt, misschien wel omdat er tegenwoordig naast dat zwaard van Damocles een uithangbord in neonkleuren hangt: Het. Komt. Niet. Goed. We zijn gewoon te laat. Maar ja, daar kan ik toch niet mee aankomen als we bij het avondeten de dag bespreken en mijn achtjarige pretlettertje opgetogen vertelt dat de tafel van negen er nu echt lekker in zit.
De vraag leeft uiteraard breder. In de opvoedrubriek van NRC vraagt een moeder die er ook nog verstand van heeft, want milieudeskundige, zich af of en hoe ze haar kinderen van twaalf en zestien moet betrekken bij de vaststelling dat de rampscenario’s werkelijkheid worden. ‘Is het raadzaam om ze te waarschuwen voor wat ze te wachten staat? Om met ze over een “plan B” te praten, zoals klimaatemigratie; om financiële reserves te houden zodat ze kunnen vluchten? Of mag het wat zorgelozer blijven?’
De Britse krant The Telegraph heeft het over een ‘tsunami’ van kinderen en jongeren die professionele hulp zoeken omdat ze bang zijn dat de wereld vergaat.
De Britten hebben er al een term voor: climate anxiety of eco-anxiety (climate emergency is net door het Oxford woordenboek uitgeroepen tot woord van het jaar). Klimaatpaniek. Ook veel kinderen hebben daar last van. De Britse krant The Telegraph heeft het in een recent stuk over een ‘tsunami’ van kinderen en jongeren die professionele hulp zoeken omdat ze bang zijn dat de wereld vergaat, aangewakkerd door de indrukwekkende en overtuigde speeches van Greta, de acties van Extinction Rebellion en de tot de ondergangsverbeelding sprekende branden in het Amazonegebied.
Er is zelfs een club van psychologen voor opgericht: de Climate Psychology Alliance (CPA). Volgens hierbij betrokken psychologen zijn er al kinderen die psychiatrische medicijnen krijgen voor hun eco-anxiety. De alliantie streeft ernaar dit officieel erkend te krijgen als een psychologisch fenomeen, maar dan weer niet als een geestesziekte omdat de oorzaak, in tegenstelling tot standaard anxiety, rationeel is.
Ecozepam
Ook in de VS is er steeds meer aandacht voor klimaatangst bij kinderen. Ik zag het laatst goed en geestig uitvergroot in een aflevering van Big Little Lies, een serie over vijf vrouwen met een kind op dezelfde basisschool in Monterey (Californië), een van de duurste postcodegebieden van het land. Een meisje krijgt tijdens een klassengesprek over klimaatsverandering een paniekaanval. Het meisje belandt snakkend naar adem op de Eerste Hulp en de leraar wordt uitgescholden door de hysterische moeder nadat ze haar bloedje heeft laten overplaatsen naar een privékliniek.
Actie ondernemen, individueel en in groepsverband, kan een krachtig tegengif zijn bij angst.
Het Jeugdjournaal liet een paar maanden geleden onderzoek doen naar kinderen en klimaat. Op de stelling ‘ik maak mij zorgen over het klimaat en mijn toekomst’ antwoordde negentien procent van de ondervraagden: regelmatig, vaak, elke dag. Zevenvijftig procent koos voor ‘soms’. Omgerekend naar aantallen kinderen (negentien procent van pakweg een miljoen acht- tot twaalfjarigen) komt het neer op tweehonderdduizend kinderen in de leeftijdscategorie van Kate die zich serieus zorgen maken. Als we de soms-piekeraars meenemen, gaat het om vijfhonderdzeventigduizend kinderen. Dat zijn aardig wat klaslokaaltjes vol. Je moet er toch niet aan denken dat die straks allemaal aan de eco-oxazepam (ecozepam! Hét woord van 2020!) moeten.
In alle stukken die ik kan vinden over het onderwerp staan dezelfde adviezen, die neerkomen op het gebruiken van je gezonde verstand: praat over het probleem, maak ruimte voor hun angst, draai dan naar de uitweg. Heb het over de mensen en de organisaties die bezig zijn met
Lees ook
Nee, een duurzame wereld begint niet bij jezelf. Een pleidooi tegen consumentenactivisme
18 november 2019
grootschalige oplossingen. Maak het persoonlijk door te benadrukken welke stappen jij en jullie als gezin al hebben gezet om jullie CO2-voetadruk te verminderen en brainstorm samen over nieuwe ideeën: actie ondernemen, individueel en in groepsverband, kan een krachtig tegengif zijn bij angst.
Of we hiermee ontsnappen aan de tirannie van ratten, duiven en paardenbloemen vraag ik me af, maar het voelt wel goed een meisje van nog geen tien jaar oud zo bij de hand te nemen in onze globale climate emergency room.
Heel concreet, en dus heel eng
De psychotherapeut en kinder- en jeugdpsycholoog Aniek van Hoogstraten helpt me nog een eindje verder met wat context over kinderangsten in het algemeen. ‘Het vergaan van de wereld behoort tot het standaard nachtmerriepakket van kinderen. Dat zat altijd mooi in een sluimergebied, maar sluit nu aan bij de berichtgeving uit de echte wereld. Iets wat toch al zo tot de verbeelding spreekt, wordt zo heel concreet, en dus heel eng.’
Volgens haar zitten kinderen van Kates leeftijd niet te wachten op al die concrete onheilsinformatie, en is het ook niet nodig om later betere klimaatvolwassenen van ze te maken. Dat bereik je vooral door zelf het goede voorbeeld te geven. De opmerkingen van Kate over Greta en haar C-diploma om de stijgende zeespiegel bij te benen vindt ze een reële, te niet bagatelliseren uiting van angst. Daar zou ik, zeker als hij naar buiten komt bij het naar bed brengen, het beste op kunnen reageren zoals je doet bij angst voor inbrekers, ook zeer veel voorkomend bij kinderen: de inbreker kan binnen komen, maar hij komt niet binnen want we hebben goede sloten.
‘Je kunt heel goed geruststellen zonder weg te wimpelen.’
Ik werp tegen, en Kate zal dit ook doen, dat in dit geval de inbreker allang binnen ís en tot zijn tanden bewapend bezig is het huwelijkszilver en de Nintendo Switch in te laden. Zij zegt: ‘Je kunt heel goed geruststellen zonder weg te wimpelen. Ja, er is van alles aan de hand met de aarde en het is heel goed dat slimme wetenschappers daarover nadenken, en het is ook goed dat wij wegwerpplastic buiten de deur houden, de verwarming alleen aandoen als het echt koud is, de droger niet meer gebruiken en zo min mogelijk knakworstjes eten, maar we hoeven niet nu op dit moment bang te zijn dat de gracht zal overstromen en we onze zwemvliezen moeten aantrekken.’
Blijf vrij van geest. Lees onze nieuwsbrief.
Ontvang de beste verhalen van Vrij Nederland in je mail, twee keer per week.
En als Kate dan komt met: ja-maar-Greta-zegt, doe ik er goed aan te antwoorden dat Greta ook niet bang is dat het water haar vanavond aan de lippen zal staan en dat zij ook gewoon lekker gaat slapen.
Hier kan ik iets mee. Maar eerst moet er een verlanglijstje voor de Sint opgesteld worden. Bovenaan Just Dance 2020, op twee een leren broek (??) maar bij drie blijft haar pen even hangen boven het papier.
‘Je wilde toch heel graag Cluedo?’
Ze knikt. ‘Ja ik wil graag Cluedo, maar zit daar veel plastic in?’
‘Een beetje, maar geen wegwerpplastic dus als je erin slaagt dit keer niet binnen zes weken alle pionnetjes kwijt te raken is het niet zo erg.’
‘Dat is niet grappig.’
‘We moeten realistisch zijn. Zegt Greta dat niet ook?’
‘Wat is realistisch?’
‘Trouw zijn aan wat er echt aan de hand is.’
‘O ja, dan is zij heel reelistisch.’
Cluedo gaat op de lijst. Dan vouwt ze hem netjes op.
‘Zullen we nu nog een keer samen Alles is liefde kijken?’
‘Tuurlijk schat.’
We poppen de corn, we zingen mee met de titelsong: ‘Alles is liefde voor wie het kan. En voor wie echt durft te kijken. Voor wie iets durft te zoeken. Zelfs voor wie alleen nog maar het allerkleinste beetje durft te hopen.’
Als de goedheiligman weer ter aarde stort op de boot, kijkt Kate me aan met een beschermende blik in haar grote groene ogen: ‘Het is niet echt hè mama, Sinterklaas bestaat wel.’
Het bericht ‘Mam, gaan we eraan?’ Hoe je omgaat met klimaatzorgen bij je kind verscheen eerst op Vrij Nederland.
https://www.vn.nl/klimaatzorgen-kinderen/