Dam podium van mars voor Klimaat en Rechtvaardigheid op 12 november (Greenpeace)

Amsterdam, 7 september – Zondag 12 november komt Nederland massaal in actie voor het klimaat. Die dag organiseren 9 maatschappelijke- en milieuorganisaties, de mars voor Klimaat en Rechtvaardigheid in Amsterdam. Tien dagen voor de Tweede Kamerverkiezingen en dat is niet toevallig. Want falende politiek heeft Nederland in grote problemen gestort. We kampen met een klimaatcrisis, een wooncrisis, een armoedecrisis, een stikstofcrisis en aanhoudend racisme. Alleen massaal protest kan voor politieke verandering zorgen. Daarom bouwt de Klimaatcrisis Coalitie (KCC) een sterke beweging, die mens en klimaat boven de winst van grote vervuilers zet.

Ook deze zomer werd het nieuws gedomineerd door verhalen over extreme droogte, hitterecords, grote bosbranden en excessieve regenval. De meest recente klimaatrapporten liegen er niet om: het klimaat verandert veel sneller dan verwacht. Grote vervuilende bedrijven zijn hoofdverantwoordelijken voor deze ontwikkeling. Tegelijkertijd ontvangt de fossiele sector jaarlijks 37,5 miljard euro aan subsidies. In de regel geldt: hoe meer je vervuilt, hoe minder belasting je betaalt. Dit moet stoppen. Het is tijd voor een overheid die het belang van mensen boven het belang van multinationals plaatst.

Want, een politiek die winst van bedrijven boven het welzijn van mensen stelt, stort ons ook in sociale onzekerheid. Starters kunnen geen woning meer kopen. De sociale huur is uitgekleed. Grote bezuinigingen in de zorg en het onderwijs zorgen voor wachtrijen en verschraling. De lonen van werknemers blijven achter bij de inflatie. Door onmenselijk beleid slapen vluchtelingen in Ter Apel op straat. De getroffen mensen in Groningen en de ouders in het toeslagenschandaal zijn nog steeds niet gecompenseerd. En ook de natuur is de klos: Stikstof uitgestoten door Tata, Schiphol en de bio-industrie bedreigt kwetsbare natuurgebieden. De lucht is op veel plekken vervuild en in ons oppervlaktewater lozen multinationals hun giftige stoffen.

Renske Wienen, woordvoerder De Goede Zaak: “De crisis is nu. En de klimaatcrisis versterkt elke andere crisis waar we nu mee omgaan; mensen raken dakloos, armoede wordt nog veel erger en minderheden komen in een nog wrangere positie. We moeten nu de handen ineenslaan. Het klimaatprobleem staat niet los van de andere crisissen die in ons land en daarbuiten woekeren. Ze zijn symptomen van een politiek die hebzucht naar macht en geld niet los kan laten, ook al kost het levens. Wij zeggen met deze mars: de tijd van egoïsme is voorbij.“

Hilde Stroot, klimaatexpert Oxfam Novib: “De prijs van gevaarlijke klimaatverandering wordt vooral betaald door de mensen die het minst hebben bijgedragen aan de klimaatcrisis. Hier in Nederland, maar vooral ook in het mondiale zuiden. Urgente, drastische en grootschalige maatregelen zijn nodig. Ondanks dat de klimaatcrisis ook Nederland treft, blijven de Nederlandse klimaatdoelen nog steeds ver achter om aan de eigen beloftes te voldoen.”

Peer de Rijk, campaigner Milieudefensie: “De wereld staat in brand. Nederland helpt niet met blussen, maar gooit met 37,5 miljard euro aan fossiele subsidies zelfs extra olie op het vuur. De overheid financiert zo de uitstoot van grote vervuilende bedrijven, terwijl het geld ook geïnvesteerd kan worden in het oplossen van de klimaatcrisis. Bijvoorbeeld door jaarlijks miljoenen woningen versneld te isoleren.” 

Noot voor redactie:

De mars voor Klimaat en Rechtvaardigheid start op 12 november op de Dam in Amsterdam en eindigt op het Museumplein. De mars is een initiatief van de Klimaatcrisis Coalitie, een samenwerking van Oxfam Novib, Fridays For Future Nederland, Greenpeace, Extinction Rebellion, FNV, Fossielvrij NL, De Goede Zaak, Transnational Institute en Milieudefensie.

Praktische informatie: 

Klimaatmars: 12 november

Startlocatie: Dam, Amsterdam

Starttijd: 13.00 uur

The post Dam podium van mars voor Klimaat en Rechtvaardigheid op 12 november appeared first on Greenpeace Nederland.

https://www.greenpeace.org/nl/greenpeace/60330/dam-podium-van-mars-voor-klimaat-en-rechtvaardigheid-op-12-november/

Municipalisme: hoe de wil van de mensen wet wordt (Vrij Nederland)

In 2019 stonden de pleinen van Chili in vuur en vlam. De ‘Estallido Social’ – letterlijk: de sociale uitbarsting – bracht miljoenen mensen uit alle geledingen van de samenleving samen op de pleinen van Santiago, Valdivia, Concepción en Valparaíso, verbonden in hun afkeer van decennia aan neoliberaal beleid.

De uiteindelijke druppel was de zoveelste verhoging van de prijzen voor metrokaartjes, maar de onvrede sluimerde al veel langer: over de grote ongelijkheid, over het peperdure onderwijs, het geweld tegen de inheemse Mapuche-bevolking, de natuurvervuiling, het machismo. No son 30 pesos, son 30 años! (Het zijn geen 30 pesos, het zijn 30 jaar!), was de slogan. Wat begon als spontane uitbarsting van volkswoede kreeg vorm tijdens de vele cabildos – zelf-georganiseerde assemblees – waar de mensen een open dialoog voerden over de benodigde veranderingen.

Het eerste dat er moest komen, zo werd duidelijk, was een nieuwe grondwet. De huidige stamt nog uit het dictatoriale Pinochet-tijdperk (1973-1990), waarin ook de neoliberale, gecentraliseerde staat vorm kreeg.

De nationale overheid, onder leiding van de conservatieve president Sebastian Piñera, gaf geen gehoor aan de volkswens, maar de municipios, de gemeenten, wel. Samen organiseerden ze een burgerraadpleging die zijn weerga nog altijd niet kent: 2,4 miljoen mensen van 14 jaar en ouder, verdeeld over 214 gemeentes, deden mee. 93 procent stemde voor het opstellen van een nieuwe grondwet en 72 procent voor een volledig door burgers gekozen ‘constitutionele conventie’: een groep Chilenen die samen de grondwet zou gaan schrijven.

En zo geschiedde. Hoewel de eerste versie van de ultraprogressieve tekst afgelopen september werd weggestemd in een nationaal referendum, laat het voorbeeld zien dat lokale bewegingen van onderop en in samenwerking met gemeenten, zelfs in een van oudsher extreem neoliberale context, veel kunnen bereiken.

https://www.vn.nl/wp-content/uploads/2023/02/municipalisme-3-640x853.jpg

Radicaal maar pragmatisch

Estallido Social kun je toevoegen aan een rijtje van massale pleinprotesten tegen neoliberalisering en vóór democratisering, zoals in Spanje (Los Indignados, 2011), in de Verenigde Staten (Occupy, 2011), in Athene (Syntagma Square, 2010-2012), in Parijs (Nuit Debout, 2015), in Bógota (2018) en La Paz (2019). Wat al deze protesten met elkaar gemeen hebben, is dat ze onafhankelijk waren van politieke kleur of ideologie. En dat ze, in assemblies en assembléés, confluencias en cabildos experimenteerden met ‘radicale’ democratie. Minder hiërarchisch, meer horizontaal. Minder machismo, meer feministisch. Niet elitair en formeel, maar open en participatief.

Het municipalisme is een politieke stroming rond deze principes.

Xavi Ferrer was lang betrokken bij burgerplatform Barcelona en Comú (Barcelona Gemeenschappelijk) en de municipalistische Fearless Cities-conferenties. Hij noemt het municipalisme een ‘zachte’ ideologie, in tegenstelling tot ‘harde’ ideologieën als het socialisme of het communisme, grote en dogmatische narratieven met een duidelijk beeld van hoe de samenleving eruit moet komen te zien, inclusief de stappen om daar te komen.

Van Marx en zijn navolgers moesten bijvoorbeeld alle productiemiddelen – kapitaal, grond, arbeid – worden gecollectiviseerd. Bij het municipalisme ligt dat anders. Het heeft een duidelijk links profiel maar zonder de route helemaal uit te stippelen.

‘Het goede van het municipalisme,’ zegt Ferrer, ‘is dat het een opening is van politiek voor een brede groep mensen, en dat het een bescheiden opstelling heeft. We hebben niet alle antwoorden. We zijn niet gebonden aan een bepaalde ideologie, we hebben geen blauwdruk of stappenplan. Het municipalisme is radicaal maar pragmatisch. We hoeven niet te beweren dat we antikapitalistisch zijn. Soms werkt het beter om te zeggen: laten we onze samenleving, de plek waar we leven, de straten en onze werkplekken, radicaal democratiseren. Dat ziet er op elke plek anders uit.’

Barcelona en Comú is een municipalistisch burgerplatform dat werd opgericht in 2014 en direct voortkwam uit de Indignados-protesten in 2011, als samenwerking tussen verschillende activistische groepen en burgerorganisaties. Na een periode van acties buiten de instituties besloot Barcelona en Comú in 2015 mee te doen met de gemeenteraadsverkiezingen. Ze wonnen, en deden dat in 2019 opnieuw, al werd het ditmaal een gedeelde eerste plek. Met activiste Ada Colau als eerste vrouwelijke burgemeester van de stad kwam de transformatie van Barcelona op gang. Zo werden er ‘Super City Blocks’ aangelegd: groene hubs die zijn ontworpen om ruimte terug te claimen van auto’s en vrij te maken voor het sociale leven en de lokale economie. De stad kreeg een gemeentelijk team voor feminisme en LGBTI-zaken, een Special Tourist Accommodation Plan om het toerisme te reguleren en de effecten daarvan op de huisvesting, en een gemeentelijk energiebedrijf, Barcelona Energia.

Niet alleen in Spaanse steden namen municipalistische burgerplatforms lokale instituties over, ook Italiaanse steden ‘municipaliseren’ de laatste jaren.

Het stadsbestuur van Barcelona werd participatiever. Sinds 2015 wordt 75 miljoen euro, vijf procent van het jaarlijkse budget, ‘participatief begroot’ op het digitale participatieplatform decidim.barcelona. Barcelona en Comú loodste ook een drastisch participatieplan door de gemeenteraad dat de verhoudingen tussen de bestuurlijke elite en de burgers ingrijpend zou veranderen. Zodanig zelfs dat een aantal grote water- en energiebedrijven tot aan het Hooggerechtshof procedeerden tegen het plan – met succes.

Democratie van onderop

Niet alleen in Spaanse steden als Barcelona, Madrid, Zaragoza en A Coruña namen municipalistische burgerplatforms lokale instituties over, ook Italiaanse steden ‘municipaliseren’ de laatste jaren. In Bologna bijvoorbeeld werd in 2016 de Coalizione Civica opgericht door een diverse groep activisten en burgers. Momenteel zit de coalitie met vier zetels in de gemeenteraad en levert ze de locoburgemeester, de 31-jarige Emily Clancy. Een belangrijke overwinning vorig jaar, in samenwerking met een groep burgercomités, was het stoppen van de transformatie van het stadsbos Prati di Caprara tot een winkelcentrum en parkeerplaats.

In Pisa en Napels zijn vergelijkbare ontwikkelingen. En in Grenoble en Nantes, in Zagreb en Belgrado, in Malmö en in Warschau.

In Berlijn ontluikt het Munizipalismus Berlin-platform. De groep komt voort uit onder meer de woonbeweging, die vorig jaar de gemeente het mandaat gaf om grote vastgoedbedrijven te onteigenen met een legendarische campagne en een referendum: 59 procent van de bijna 2,5 miljoen opgekomen Berlijners stemden ‘ja’.

Ook in Latijns-Amerika werden municipalistische groepen en platforms verkozen, zoals Ciudad Futura in Rosario, Argentinië, en de Movimiento Valparaíso Cuidadanos in Valparaíso.

Wat delen al deze groepen? Is er zoiets als ‘de municipalist’? Op het eerste gezicht zijn er vooral verschillen, zowel qua structuur als qua aanleiding – onbetaalbare woningen (Berlijn, Barcelona, Rosario), extremisme en fascisme (Bologna, Belgrado), afvalproblemen en dakloosheid (Valparaíso, Zagreb), om er een paar te noemen. Maar daaronder schuilt een sterke gedeelde overtuiging dat democratie van onderop moet komen.

De verschillende groepen hebben het allemaal over ‘radicale democratie’. ‘Radicaal’ gebruiken ze daarbij niet als handige krachtterm, maar in zijn letterlijke betekenis, afgeleid van het Latijnse woord radix, dat wortel betekent. Met burgerassemblées, cabildos, comités of lokale raden proberen municipalisten terug te keren naar de wortel, naar een idee van wat democratie ooit betekende.

Ook over de strategie zijn de meesten het eens: om verandering op gang te brengen, moeten de instituties ingenomen worden. Eén voet in de instituties en honderd in de straat, is het adagium.

In de praktijk geeft dit een constante spanning. Bijna overal waar municipalistische platforms de lokale macht grijpen, is er wel kritiek op hoe ze losraken van hun ‘wortels’.

Municipalisten stellen de vraag: hoe kun je horizontaliteit en participatie realiseren in een verticaal, representatief systeem. Hoe schrijf je een politiek programma met mensen uit verschillende lagen van de samenleving? Hoe geef je leiderschap vorm in een leiderloze beweging?

https://www.vn.nl/wp-content/uploads/2023/02/municipalisme-4-640x853.jpg

Drie pijlers

Het antwoord op die laatste vraag illustreert de ‘radicaal’ democratische insteek van het municipalisme. In onder andere Barcelona en Bologna werden in de aanloop naar de gemeenteraadsverkiezingen primarias cuidadanas gehouden: politieke bijeenkomsten zonder link met een partij of ideologie. Ze vonden plaats in buurten en straten, waren vaak van onderaf georganiseerd en stonden open voor iedereen.

Zo ook in Valparaíso, een kust- en havenstad in Chili met ongeveer driehonderdduizend inwoners. In 2015 besloten zeven burger- en activistengroepen daar samen te werken. Ze waren al lang ontevreden over de neoliberale status-quo. Een afvalprobleem en een grote bosbrand zorgden voor het laatste zetje, en samen vormden ze het burgerplatform Movimiento Valparaíso Cuidadanos (MVC). Een jaar later besloten ze mee te doen met de verkiezingen. In elk deel van de stad werden primarias ciudadanos georganiseerd, waarbij zo’n zesduizend mensen actief meededen en meeschreven aan een politiek programma. Het resultaat: het Open Programma van de Gemeenschappelijke Overheid. De MVC won de verkiezingen en Jorge Sharp, toen 30 jaar oud, werd burgemeester. Het leidde een nieuw tijdperk in.

Het grote geld heeft lang bepaald wat er in Valparaíso gebeurt, en zou daar graag mee doorgaan.

Is de stad nu, zes jaar en anderhalve termijn later, veranderd? Rodrigo Ruiz (55) is de rechterhand en een belangrijke adviseur van Sharp. Hij heeft het allemaal mede georganiseerd. Tegenwoordig heeft hij een kantoortje in het gemeentehuis. Vanachter zijn bureau legt hij uit dat de beweging drie pijlers heeft: transformatie, democratie en comunes (vergelijkbaar met buurten). Transformatie omdat volgens de MVC de grote problemen van deze tijd het gevolg zijn van de neoliberale staat en een ‘extractivistische’ economie. Democratie omdat de transformatie democratisch en participatief moet zijn. Comunes omdat democratie daar moet beginnen waar het leven zelf zich afspeelt, én omdat daar de neoliberale verwoesting tastbaar en concreet wordt.

Ruiz vertelt dat het grote geld lang heeft bepaald wat er in Valparaíso gebeurt, en daar graag mee doorgaat. De haven wil bijvoorbeeld uitbreiden, ten koste van de stad, schone lucht en een schone zee. Vastgoedontwikkelaars willen lucratieve hoogbouw. En aan de kust staan bedrijven op het punt een leegstaand negentiende-eeuws depot van vijftienduizend vierkante meter om te bouwen tot winkelcentrum en parkeergarage.

Dat moest anders kunnen, vond team-Sharp. ‘Wij zeiden: dit gebouw is van de mensen, dus die moeten er ook bij betrokken worden,' vertelt Ruiz. 'We hebben in de comunes een grootschalige enquête georganiseerd, on- en offline, en zo werd besloten dat er een park moet komen. Dat wordt nu aangelegd.’

Ook de hoogbouwplannen werden in een participatief proces omgebogen. In elke buurt werden assembleas georganiseerd samen met bestaande buurtgroepen en comités. Niet alleen de huidige bewoners waren erbij, ook de toekomstige bewoners van de geplande appartementen praatten mee. De uitkomst werd opgenomen in de plaatselijke verordening, het Plan Regulador Comunal. Maximaal zeven meter hoge flats, en bij uitzondering tien of twaalf, in plaats van de zestig à tachtig die de ontwikkelaars in gedachten hadden. De wil van de mensen werd wet.

Dichter bij de mensen

Op nog geen 120 kilometer naar het westen van Valparaíso ligt de Chileense hoofdstad Santiago. De stad is onderverdeeld in 34 comunes. Een daarvan is Recoleta, een andere proeftuin van progressieve denkers en politici. Daniel Jadue (55), lid en aanvoerder van de communistische partij in Chili, is er burgemeester.

In het kader van de progressieve conferentie Our Future Is Public in Santiago, die afgelopen december plaatsvond, kreeg ik een rondleiding door Recoleta. Een internationale groep van geïnteresseerden – vakbondsmensen, ngo-medewerkers, activisten en journalisten – kon een kijkje nemen in de buurt en Jadue en later zijn woordvoerders vragen stellen. Jadues flitsende analyse van de ‘neoliberale commercialisering van het leven’ maakte indruk. Die kreeg vorm, vertelde hij, toen dictator Pinochet en zijn in Chicago geschoolde economen in de jaren zeventig van Chili een laboratorium maakten voor het toen nog nieuwe neoliberalisme.

‘Hoeveel overheidslagen zijn er in jouw land?’ vroeg Jadue de groep. Een vakbondslid uit India stak vijf vingers op. ‘En wat is de belangrijkste?’ ‘The national government,’ was het antwoord. ‘Fout,’ reageerde Jadue, ‘de belangrijkste laag is altijd de comune.’

En dat is niet slechts semantiek, legde hij uit, want een decentrale overheid staat dichter bij de mensen en is daarom per definitie democratischer dan een centrale. ‘De autoriteiten wonen niet op de plekken waarover ze regeren. Ze komen er alleen om stemmen te winnen.’

Er is de afgelopen jaren veel gebeurd in Santiago. Zo werd de eerste farmacia popular opgericht, waar mensen goedkope medicijnen kunnen ophalen. En een optica popular, een opticien volgens vergelijkbaar concept. Ook loopt er een proef met publiek-coöperatieve huisvesting. Als onderdeel van de rondleiding kregen we een pand te zien waar honderdvijftig mensen, vooral families, zijn gehuisvest. De huur is inkomensafhankelijk: maximaal 25 procent van de maandelijkse inkomsten. Het zijn de eerste sociale huurwoningen in de hele stad.

De aanpak van Jadue heeft trekken van ‘oud’ en ‘nieuw’ links. In het van bovenaf opgelegde sociale beleid zien we het ‘oude’ communisme terug van Jadués politieke partij. Er is weinig te zien van de radicale democratie, zoals de buren van Valparaíso die voorstaan. Tegelijk schuilen in het lokaal-specifieke karakter van de projecten, de voorkeur voor een coöperatieve aanpak en de eigenwijze houding ten opzichte van de nationale overheid wel degelijk elementen van het municipalisme.

Urbanisatie versus Steden

Het municipalisme kent een aantal theoretische grondleggers. David Harvey bijvoorbeeld, die schreef over rebel cities die het voortouw nemen in de mondiale strijd tegen het kapitalisme. Een andere grondlegger is historicus en politiek filosoof Murray Bookchin. De meeste municipalisten hebben zijn boek Urbanization without Cities (1992) wel gelezen. Steden, schrijft Bookchin, hebben niet alleen een hoge bevolkingsdichtheid, ze zijn ook gelaagd en sociaal divers, en er is van oudsher veel toewijding en zorg voor de publieke zaak.

Dat de eerste steden ontstonden als gevolg van toegenomen productiecapaciteit na de uitvinding van de landbouw, zoals algemeen wordt aangenomen, is volgens Bookchin een neoliberaal frame. Hij stelt dat ze eerder ontstonden uit een uitbreiding van de familiebanden uit de tribale samenleving. Die lijn zette zich door in steeds ‘modernere’ steden, in steeds nieuwe vormen, in het burgerschap van het oude Athene, in de ‘broederschap’ van Middeleeuwse Italiaanse steden, in de autonomie en referenda van vroegmoderne Zwitserse regio’s. Zelfs tijdens de opkomst van het industrieel kapitalisme in het begin van de negentiende eeuw, schrijft Bookchin, imiteerden arbeiders een ‘dorpscultuur’ in de buurten, barrios en quartiers, met een rijk gemeenschapsleven en mutual aid networks.

Dat decentralisering een grote rol speelt, wil niet zeggen dat municipalisten pleiten voor zelfvoorzienendheid of isolatie.

Volgens Bookchin verslindt het kapitalistisch grow-or-die-ethos onze steden en verandert ze in anonieme megastructuren waar massale consumptie en productie doelen op zich zijn geworden. Steeds verder uitdijende industriële, commerciële, zaken- en winkelcentra zijn hiervan het symbool. ‘Steden,’ schrijft hij, ‘verloren hun vorm als onderscheidende en rijke culturele entiteiten op menselijke schaal, met beheersbare politiek. Ze zijn veranderd van ethische arena's met een uniek menselijke, beschaafde vorm van saamhorigheid, in immense, overheersende en anonieme markten.’

In die overheersende markt, maar ook in de bijbehorende overheidsstructuren, worden mensen weinig aangemoedigd om mee te doen aan het publieke en politieke leven, en daarmee om zich te ontwikkelen tot burgers. Het municipalisme wil die machtsstructuren doorbreken – democratisering van onderop – en bovendien de stad zelf terugwinnen, en het leven erin.

Decentraal én internationaal

Het radicaal democratische municipalistische ideaal gaat vaak gepaard met de roep om meer decentralisering en lokale autonomie. Hoe dichter bij de mensen, is het idee, hoe radicaler – gewortelder – de democratie, en hoe meer instituties meebewegen met regionale verschillen. Zonder autonomie en budget, zeggen de municipalisten, is elke vorm van (lokale) democratie een hol begrip.

Europese steden anno nu hebben over het algemeen meer macht ten opzichte van nationale overheden dan steden in Latijns-Amerika.

Valparaíso en Recoleta opereren bijvoorbeeld in een sterk gecentraliseerde nationale context, waarin de stad maar weinig autonomie heeft, een erfenis uit het dictatoriale verleden. Barcelona, aan de andere kant, is onderdeel van Catalonië, een van de zeventien autonome regio's van Spanje en heeft relatief juist veel voor het zeggen. Dat verklaart deels de pionierende rol van deze stad. Hetzelfde geldt voor stadsregio Berlijn, dat de grondwettelijke status heeft van federale staat.

Dat decentralisering een grote rol speelt, wil niet zeggen dat municipalisten pleiten voor zelfvoorzienendheid of isolatie. Integendeel, een mondiaal, internationaal perspectief is essentieel. Fearless Cities, de internationale reeks municipalistische conferenties, is gestoeld op dit idee. Namens Barcelona en Comú hielp Xavi Ferrer in 2017 de eerste editie van Fearless Cities organiseren in Barcelona, waar onder andere de municipalistische burgemeesters Jorge Sharp en Ada Colau elkaar ontmoetten.

Toen Barcelona en Comú de verkiezingen won, werden ze benaderd door organisaties en platforms uit steden en regio’s van overal op de wereld. Ze maakten een lijstje met ‘inspirerende’ organisaties. Die deelden een aantal eigenschappen, zegt Ferrer. ‘Ze hadden een pragmatische blik op de instituties, sterke lokale wortels en tegelijk een mondiaal perspectief zodat het “lokalisme” niet blind zou zijn voor internationale problemen en geen elementen van nationalisme of een “wij” versus “zij” kon bevatten.'

De acht conferenties die volgden, in Belgrado, Brussel, Warschau, Napels, Rosario, New York en Valparaíso, dienden als verbindingsmomenten voor de wereldwijde municipalistische beweging, maar waren vooral regionale conferenties, allereerst bedoeld om regionale betrokkenen in Zuid-Europa, Noord- en Centraal-Europa of Latijns-Amerika samen te brengen.

Uit netwerken rond Barcelona en Comú en Fearless Cities ontstonden weer andere, internationale groepen, zoals het European Municipalist Network (EMN), dat werd opgericht in 2021. Het netwerk bestaat uit mensen van lokale bewegingen, burgerorganisaties, denktanks, universiteiten en lokale politieke partijen uit zo'n twaalf Europese landen met een municipalistische inslag. Sophie Bloemen van Commons Network uit Amsterdam, een ‘werkplaats voor de sociaal-ecologische transitie’ (en voormalig werkgever van de auteur van dit stuk), is een van hen.

De paradox van Amsterdam is dat de gemeente een van de initiatiefnemers is van het municipalisme in de stad, terwijl municipalisme hoort te beginnen in de straten.

‘EMN,’ vertelt Bloemen, ‘is een netwerk voor kennisuitwisseling, een school bijna, voor municipalisten in Europa om van elkaar te leren. Wat gebeurt er in Nantes, hoe doen ze het in Napels, wat zijn de lessen uit Zagreb?’ In elke stad en regio ziet het politieke landschap er anders uit. ‘In Zuid-Europa heeft het municipalisme een feministische inslag. In Berlijn en Amsterdam gaat het over wonen, en over de transformatie van de economie als geheel. De veranderingen moeten gedragen worden door lokale bewegingen, daarom hebben we ook verschillende municipalismes nodig.’

Stap voor stap

Maar ondanks het pragmatisme gaat het altijd over het lokale, en over radicale democratie. Het gaat over politiek mét mensen, over de stad, over democratische processen. En over een lokale regering die het heft in handen neemt. Amsterdam heeft zo’n regering, zou je kunnen zeggen. De recente verkiezingsoverwinningen van GroenLinks in 2018, gevolgd door de Partij van de Arbeid in 2022, zorgden voor een heropleving van links met progressief beleid tot gevolg. Is Amsterdam een Nederlands voorbeeld van een fearless city, een voorbeeld van een municipalistische stad?

De gemeente probeerde het wel. GroenLinks, op dit thema aangevoerd door wethouder Rutger Groot-Wassink, wierp het municipalisme expliciet op als mogelijk alternatief voor de neoliberale orde. Groot-Wassink omschreef Amsterdam in 2019 als een ‘klein Gallisch dorpje dat dapper weerstand biedt aan het groeiende rechts-populisme en zich opwerpt als uitdager van het mondiale neoliberalisme’. De partij riep Amsterdam al snel uit tot fearless city en ondersteunde de oprichting van De 99 van Amsterdam, een ‘forum’ van burgerorganisaties en lokale bewegingen dat in 2019 en in 2021 municipalistische conferenties organiseerde.

De paradox van Amsterdam is dat de gemeente een van de initiatiefnemers is van het municipalisme in de stad, terwijl municipalisme hoort te beginnen in de straten en ‘eindigt’ in de instituties, niet andersom. En de beweging in de straten van Amsterdam is tot op heden zeer gefragmenteerd.

Er zijn wel elementen in het stadsbestuur die je municipalistisch zou kunnen noemen. De gemeente maakt bijvoorbeeld werk van een autovrije stad, met meer ruimte voor het sociale leven. En begon jaren geleden al – weliswaar op veel kleinere schaal dan Barcelona of Parijs – met participatief begroten op stadsdeelniveau. Ook is er van oudsher een tendens in de stad die gericht is op het coöperatieve beheer van energie en woningen. Een groep (burger)organisaties, waaronder Commons Network, werkt nu samen met de gemeente aan een zogenaamde incubator om de coöperatieve ‘sector’ verder te stimuleren.

Het zijn voorzichtige stappen richting een meer municipalistisch idee van de ‘stad’. Die voorzichtigheid is inherent aan municipalistische verandering: stap voor stap, steeds weer lerend van de vorige stap, evalueren, meer mensen betrekken, aanpassen, het is een proces zonder einde. Het municipalisme is een stroming zonder magisch einddoel of routekaart. Zonder hoop zelfs om ooit een perfecte stad te bereiken, omdat municipalisten zich realiseren dat een utopie een utopie is en er geen systeem bestaat dat zo’n utopie in de praktijk mogelijk maakt.

Die pragmatiek onderscheidt het municipalisme van de grote linkse vertogen van weleer. Van Belgrado tot Barcelona en van Warschau tot Valparaíso wordt zo niet alleen gewerkt aan alternatieven voor het neoliberalisme, maar ook aan andere vormen van politiek; bescheiden, feministisch, en radicaal democratisch. En aan een stad die burgers bijeen brengt in het publieke leven in plaats van hen uit elkaar drijft als consumenten. Hoe die stad eruitziet, is afhankelijk van de context, maar één ding is zeker: ze zal door mensen zijn gemaakt.

Het bericht Municipalisme: hoe de wil van de mensen wet wordt verscheen eerst op Vrij Nederland.

https://www.vn.nl/municipalisme/

Duizenden mensen verwacht bij Klimaatmars door Rotterdam (Greenpeace)

Geen woorden maar daden: actie voor het klimaat op zondag 19 juni

Rotterdam, 15 juni – Fossiele brandstoffen blijken wederom de aanjager van gewelddadige conflicten, vervuiling en de klimaatcrisis. Dat moet stoppen. De oorlog in Oekraïne heeft onze energievoorziening op scherp gezet. Het is tijd om in actie te komen voor het klimaat: geen woorden maar daden. ‘Stop Fossiel, stop oorlog, klimaatrechtvaardigheid nu’, met deze boodschap gaan mensen zondag de straat op in Rotterdam voor de Klimaatmars.

De klimaatcrisis is hier en nu, maar nog steeds blijft onze overheid kiezen voor vervuiling door fossiele brandstoffen. Zoals meer vervuilende kolenstroom en meer gaswinning. “Dit is het moment om het verbruik van fossiel af te bouwen en energie te besparen. Door een kapot systeem lijken we als samenleving vast te zitten aan fossiele brandstoffen. En zo betalen we mee aan gruwelijke oorlogen, zoals nu in Oekraïne. Mooie doelstellingen van de overheid zijn niet genoeg, er is actie nodig. We moeten grote vervuilers belasten in plaats van belonen. Zodat we verduurzamen en de mensen ook steunen bij het betalen van hun energierekening. Daarom gaan we de straat op in Rotterdam en vragen we de overheid om door te pakken voor een veilige wereld”, aldus Faiza Oulahsen van Greenpeace, namens de Klimaatcrisis Coalitie. 

Nederland staat stil. Kolencentrales blijven open en deadlines uit de Urgenda-klimaatzaak  worden niet gehaald. Terwijl de klimaatcrisis aan de orde van de dag is met wereldwijd overstromingen, bosbranden en hongersnoden. Amber (23) van Extinction Rebellion: “De mensen die het minste hebben bijgedragen aan de klimaatcrisis krijgen nu als eerste te maken met de zwaarste gevolgen. De manier waarop wij in het Westen leven, richt heel veel schade aan elders in de wereld. Het is aan ons om onze steun uit te spreken richting de gemeenschappen in hardst getroffen landen en klimaatvluchtelingen.”

Rotterdam is het decor van een nieuwe klimaatdemonstratie, na eerdere klimaatmarsen in Amsterdam en Den Haag. Rotterdammer Vatan Hüzeir van Fossielvrij NL legt uit: “We staan voor grote veranderingen. We willen een rechtvaardige toekomst, met meer schone lucht, goed geïsoleerde huizen en zekere banen. We eisen dat alles op alles wordt gezet om een leefbare toekomst mogelijk te maken. Een grote vervuiler als de haven van Rotterdam bijvoorbeeld moet veel actiever dan nu het klimaatprobleem aanpakken. ”

Organisatie

De Klimaatmars start zondag 19 juni om 13:00 uur op het plein de Binnenrotte voor de Markthal Rotterdam. De mars volgt een route door de binnenstad van Rotterdam en komt langs Blaak, Coolsingel en Hofplein en eindigt weer op de Binnenrotte. Er zijn verschillende protestblokken die meedoen aan de mars zoals bijvoorbeeld; een vredesblok, een kinderblok, anti-racisme-blok en krimp de luchtvaart, klimaatplicht voor grote vervuilers.

De Klimaatmars in Rotterdam is een vervolg op de Klimaatmars van november vorig jaar waar 40.000 mensen in Amsterdam de straat op gingen om beter klimaatbeleid te eisen. Ook ging in maart 2021 het Klimaatalarm af in meer dan 40 steden door heel Nederland. De Klimaatcrisis Coalitie is een samenwerkingsverband van Oxfam Novib, Fridays For Future, Greenpeace, Extinction Rebellion, FNV, Fossielvrij NL, Milieudefensie, The Transnational Institute (TNI), Code Rood en DeGoedeZaak en wordt gesteund door meer dan honderd andere maatschappelijke organisaties.

The post <strong>Duizenden mensen verwacht bij Klimaatmars door Rotterdam</strong> appeared first on Greenpeace Nederland.

https://www.greenpeace.org/nl/greenpeace/52730/duizenden-mensen-verwacht-bij-klimaatmars-door-rotterdam/

‘Het klimaat moet weer op 1 staan’ (Greenpeace)

Voor het klimaat zijn de Tweede Kamerverkiezingen misschien wel de belangrijkste ooit. Daarom lobbyt onze politiek campagneleider Arabella Bosscher met hart en ziel voor een urgent, eerlijk en daadkrachtig klimaatbeleid. Want de komende 10 jaar moeten we echt in actie komen om de aarde leefbaar te houden.

https://www.greenpeace.org/static/planet4-netherlands-stateless/2021/02/f2b213a3-arabella.jpg

Arabella Bosscher, politiek campagneleider

Eind december 2020 publiceerde het KNMI een alarmerende boodschap: Nederland warmt sneller op dan de rest van de wereld. Enkele weken later werd ook nog eens duidelijk dat 2020 in heel Europa het warmste jaar ooit was. Toch besloot de Nederlandse regering afgelopen jaar dat grote vervuilers nog even geen CO2-belasting hoeven te betalen. ‘Dat méén je niet’, dacht Arabella Bosscher. ‘We hebben nog 10 jaar de tijd om een klimaatramp te voorkomen.’

Zondag 14 maart komen we in actie met het Klimaatalarm. Samen met duizenden bezorgde burgers laten we ons horen voor een beter klimaat. Doe mee, want jouw stem, jouw geluid, jouw lawaai, is onmisbaar!

Nu al branden de bossen in de Amazone, Rusland en Australië. Miljarden dieren moeten vluchten of komen om in de vlammen, en inheemse volken raken hun thuis kwijt. Door de droogte ontstaan ook hongersnoden van Zimbabwe tot Kenia en 673 miljoen mensen werden getroffen door orkanen en overstromingen in het afgelopen decennium. Ook Nederland wordt, ondanks al ons water, steeds droger. We kunnen ons niet een nog warmere aarde permitteren, dus de CO2-uitstoot moet nú omlaag.

vinger aan de politieke pols

Arabella Bosscher is sinds 2 jaar politiek campagneleider bij Greenpeace. Dat betekent: lobbyen voor het milieu in Den Haag en, samen met Europese Greenpeace-collega’s, in Brussel. Arabella’s werk is enorm belangrijk, merken we telkens weer. Zonder haar vinger aan de pols bij politieke partijen, zouden onze campagneleiders minder goed weten welke milieuwinst waar te behalen valt. Omgekeerd heeft zij de kennis van de campagneleiders nodig om politici goed te informeren en ze te overtuigen.

Bijvoorbeeld van de noodzaak om grote, vervuilende bedrijven te laten betalen voor hun CO2-uitstoot. Dat is, ook volgens vrijwel alle topeconomen in Nederland, de enige manier om op tijd onze klimaatdoelen te halen. Pas als het pijn doet in hun portemonnee, zullen grote vervuilers hun uitstoot verminderen. Maar de regering wil er nog niet aan. Telkens weer kiest ze ervoor om mega-uitstoters als Shell, Unilever en Tata Steel uit de wind te houden. Hoe Arabella daar met uw steun een einde aan kan maken, leest u verderop. Maar eerst vroegen we haar waarom ze dit werk doet.

Lobbyen voor een groene wereld

‘Lobbyen vind ik super-interessant en spannend. Het is voor mij dé manier om echt iets bij te dragen aan een betere, groenere wereld. Voor sommige mensen is mijn drive moeilijk te begrijpen. Politici luisteren toch niet naar je, zeggen ze dan. Maar dat is niet waar. En ze luisteren ook naar burgers. Zeker als ze zo massaal in actie komen als tijdens de klimaatmars, 2 jaar geleden. Dat heeft echt geholpen om een beter Klimaatakkoord te krijgen.’

‘Die support is cruciaal voor mijn werk. Ik kan natuurlijk alleen iets voor elkaar krijgen in Den Haag als politici overduidelijk zien dat iets ‘leeft’ in de maatschappij. Wat dat betreft zijn politici net mensen: ze lezen kranten, kijken tv en volgen sociale media, en dat beïnvloedt hun meningen en prioriteiten. Een heel goed voorbeeld, ik noemde het al even, was de klimaatmars op 10 maart 2019, waar ruim 40.000 mensen demonstreerden voor een doortastend klimaatbeleid. Dat maakte wel indruk in Den Haag, kan ik je vertellen.’

‘Zo zijn er meer voorbeelden, waarbij ik merk hoe belangrijk het is dat onze supporters sámen met Greenpeace hun stem laten horen. Neem bijvoorbeeld het gigantische plasticprobleem. De regering weigerde bedrijven te verplichten tot statiegeld op plastic flesjes. Mijn milieucollega’s en ik hadden politici al heel vaak met onderzoeken om de oren geslagen en argumenten aangedragen voor een statiegeldregeling. Maar pas toen we samen met de Plastic Soup Surfer en de Statiegeldalliantie de publieke druk opvoerden, en veel supporters zich steeds openlijker boos maakten over walvissen en vogels met magen vol plastic, veranderden regeringspartijen van standpunt. En nu is er daadwerkelijk een statiegeldregeling die op 1 juli 2021 ingaat. Dat is echt het resultaat van onze gezamenlijke druk en invloed.’

Hoezo zijn alleen wíj verantwoordelijk?

Een van de dingen waar Arabella zich al een tijd zorgen over maakt, is dat de klimaatcrisis langzaam van de politieke agenda dreigt te verdwijnen. In Den Haag gaat het vooral over het herstel van de oude economie, als politici het over de tijd ná corona hebben. Een economie gericht op ongeremde groei en aandeelhouderswinst. Ze vindt dat een nieuwe regering juist nu met een daadkrachtig en rechtvaardig klimaatbeleid moet komen. Een beleid dat groene banen schept, de Nederlandse CO2-uitstoot drastisch verlaagt en de lasten eerlijk verdeelt. ‘We hebben geen tijd te verliezen. Het klimaat móet weer bovenaan de politieke agenda staan!’

‘Waar ik me in alle discussies over op kan winden’, zegt Arabella, ‘is dat burgers, en zeker onze supporters, al heel veel doen. Wij hebben onze huizen geïsoleerd, eten minder vlees, pakken vaker de trein. Of we dragen bij aan een van de talloze duurzame buurtinitiatieven die Nederland rijk is. Toch roept de overheid vooral óns op om verantwoordelijkheid te nemen als het gaat om klimaat. Grote vervuilende bedrijven blijven in alle opzichten hopeloos achter bij al deze goede voorbeelden. Sterker nog: zij dreigen met vertrek naar het buitenland en banenverlies, als ze gedwongen worden voor hun CO2- uitstoot te betalen. Terwijl De Nederlandsche Bank én 70 topeconomen om het hardst roepen dat een belasting op CO2-uitstoot juist goed is voor de economie.’

Grote vervuilers betalen níet

Greenpeace pleit samen met collega-organisaties al jaren voor zo’n CO2-heffing voor de industrie. Want grote reducties in de uitstoot van dit broeikasgas moeten onvermijdelijk van de grote vervuilende bedrijven komen. Daar kunnen wij met al onze zonnepanelen en hoogrendementsglas niet tegenop. Arabella is er dan ook trots op dat het Greenpeace en collega-organisaties, met veel geduldig lobbywerk bij alle politieke partijen, is gelukt om een CO2-heffing in het Klimaatakkoord én in een wet te krijgen. ‘Ideaal is de wet nog lang niet hoor’, tempert ze haar eigen enthousiasme. ‘Maar de grote winst is dat er voor het eerst een wettelijke basis ligt en dat biedt kansen voor een nieuw kabinet om de CO2-uitstoot echt aan te pakken.

Dat is hard nodig, want grote vervuilers zijn stelselmatig ontzien door opeenvolgende regeringen. Met als gevolg dat ruim 100 grote industriebedrijven zich gewoon niet houden aan hun afspraken over energiebesparing. Bovendien profiteren deze vervuilers al van de grote hoeveelheid gratis uitstootrechten die ze kregen én sponsort de overheid ze jaarlijks met € 8,3 miljard aan fossiele subsidies en belastingvrijstellingen, zo berekende Milieudefensie. Het zijn wij, burgers, en de bakker op de hoek die opdraaien voor de energierekening van grote vervuilers. Wij betalen belasting op onze brandstof, terwijl KLM niets betaalt. Onze energierekening gaat straks omhoog met een “opslag duurzame energie”, maar grote vervuilers als Tata Steel betalen géén en Shell heel weinig energiebelasting.’

Greenpeace vindt dat de Nederlandse regering deze rupsjes-nooit-genoeg moet dwingen tot effectieve klimaatactie. De overheid moet stoppen met de belachelijke subsidies op fossiele brandstoffen. En de huidige CO2-heffing, vol escaperoutes waardoor bedrijven pas vanaf 2026 gaan betalen, moet een belasting worden op álle CO2-uitstoot. Anders gaan we het klimaat niet redden. Om de temperatuurstijging onder de cruciale 1,5 ℃ te houden, moet de Nederlandse uitstoot in 2030 met 65 % omlaag. In het nieuwste onderzoek van onderzoeksbureau Ecorys laten we zien dat dit haalbaar én betaalbaar is; Nederland heeft de technologie, de industrie en de infrastructuur hiervoor al in huis.

Daadkrachtig klimaatbeleid

Arabella: ‘Dit soort wetenschappelijke onderzoeken leveren de onderbouwing voor mijn gesprekken met politieke partijen en Kamerleden. Ik leg politici bijvoorbeeld uit wat het verschil betekent tussen een temperatuurstijging van 1,5 en 2 ℃. Namelijk: hebben we straks nog koraalriffen ja of nee? Dan vraag ik of ze zich kunnen voorstellen dat er op aarde gewoon geen koraalriffen meer zijn. We staan echt op een keerpunt. Een opwarming van 2 ℃ betekent waarschijnlijk dat het smelten van de grote ijskappen niet meer te stoppen is. Het betekent méér verwoestende bosbranden, méér droogte en méér extreem weer.’

‘Dat is ook de opwekkende boodschap van onze nieuwe campagne Maak Toekomst. We willen zoveel mogelijk mensen ervan overtuigen dat zij zélf hun toekomst kunnen maken. Samen zetten we het klimaat weer bovenaan de politieke agenda. Zodat we over 10 jaar kunnen zeggen: het is ons gelukt, de klimaatcrisis is bezworen. En dat hebben we aan onszelf te danken.

Dit artikel verscheen in de lente-editie van Greenpeace Magazine.

https://www.greenpeace.org/nl/klimaatverandering/45073/het-klimaat-moet-weer-op-1-staan/

Wat is jouw boodschap aan premier Rutte? (Greenpeace)

Je hebt het misschien al gehoord: premier Rutte vraagt aan alle kinderen en jongeren in Nederland om mee te denken over de corona-maatregelen. En dat is best spannend, want er is veel gebeurd. Je school ging dicht en je moest thuis blijven, net als veel andere mensen. Misschien ken je wel iemand die ziek is geworden? Nu moeten we plannen gaan maken voor de toekomst. En dat gaat niet alleen over hoe we allemaal gezond blijven. Er zal ook heel veel geld uitgegeven worden om bedrijven te helpen. En jij mag daar nu over meedenken. Jouw ideeën zijn super belangrijk. Want nu worden belangrijke beslissingen gemaakt die over jouw toekomst gaan. Hoe wil jij dat jouw toekomst er uit komt te zien?

Op deze pagina kun je jouw boodschap aan minister-president Rutte delen. Wij verzamelen alle boodschappen en komen in actie, om er zo voor te zorgen dat ook jouw ideeën gehoord worden door de beslissers in Den Haag. Daarom: laat nu je stem horen en stuur jouw boodschap in!

Hoe wil jij dat de wereld er straks uitziet?

De keuzes die we nu maken, bepalen hoe de wereld er over 10, 20 en 50 jaar uit ziet. Het is dus belangrijk om daar goed over na te denken. Bijvoorbeeld: Doordat we jarenlang veel aandacht hebben gegeven aan onderzoek naar ziektes, medicijnen en de zorg, kunnen we nu voorkomen dat er heel veel mensen ziek worden en overlijden aan het Corona-virus. Maar er zijn ook keuzes gemaakt in het verleden die nu negatieve gevolgen hebben op ons leven. Alle steenkool, olie en andere fossiele brandstoffen die we in de afgelopen eeuw hebben gebruikt, hebben ervoor gezorgd dat het klimaat heel snel verandert en de aarde steeds verder opwarmt. Als we daar niet op tijd iets aan doen, ziet de wereld er over tientallen jaren een stuk slechter uit dan nu. Zo zal bijvoorbeeld het meeste mooie koraal in de zeeën verdwenen zijn. Of zijn er straks geen ijsberen meer in het wild. En we zullen steeds meer last krijgen van droogte en bosbranden. Veel volwassenen en jongeren maken zich hier zorgen over. Maar ook veel mensen zien nu in de corona-crisis een kans om duurzame keuzes voor de toekomst te maken en zo klimaatverandering tegen te gaan.

Miljarden euro’s

En nu geeft de regering miljarden euro’s uit. Dat is zoveel geld, dat is moeilijk voor te stellen. Ze geven dat geld aan grote én kleine bedrijven die door de coronacrisis niet genoeg geld meer verdienen. De ministers willen niet dat deze bedrijven failliet gaan, want dan verliezen alle mensen die daar werken hun baan. Maar toch is er volgens ons iets geks aan de hand: want het kabinet stopt al die miljarden ook in bedrijven die veel CO2 uitstoten of op een andere manier slecht zijn voor het klimaat. Daarmee lossen we de ene crisis op, maar grijpen we niet de kans om ook de klimaatcrisis te stoppen. Greenpeace stelt daarom voor dat als bedrijven veel geld krijgen van de overheid, die bedrijven ook moeten zorgen dat ze duurzamer worden. Zo wordt het geld eerlijk en groen ingezet en lossen we niet alleen de problemen van vandaag op, maar werken we samen aan een duurzame en leefbare toekomst. Wat vind jij van dit idee?

Kijk ook eens deze Tegenlicht-aflevering. In het eerste deel (tot 07:35) wordt uitgelegd wat de corona-crisis en de klimaatcrisis met elkaar te maken hebben.

Iedereen mag meedenken, jong en oud

Voor een mooie toekomst over 10 of 20 jaar, wil je nu al kunnen meebeslissen. Het zou gek zijn als alleen volwassenen mee mogen denken over oplossingen voor de coronacrisis of voor de klimaatcrisis. Daarvoor is het veel te belangrijk! Het gaat tenslotte om de toekomst van alle kinderen en jongeren. Daarom gingen de laatste tijd heel veel jongeren de straat op. Zij hebben gestaakt – ze gingen dus niet naar school – en liepen een klimaatmars in Den Haag en op andere plekken door het hele land. Misschien heb jij ook wel mee gedaan! Dit heeft heel veel indruk gemaakt op de regering. Zelfs zoveel, dat sommige jongeren werden uitgenodigd door de minister-president om met hem te komen praten. Natuurlijk zijn alle problemen hierdoor nog niet opgelost. Maar dat gaat ook niet zomaar. Dat zullen we samen moeten doen, door nog heel vaak van ons te laten horen, zoals nu!

Schrijf jij ook een boodschap aan premier Rutte?

Jij kunt nu jouw ideeën voor de toekomst delen met premier Rutte. Je kunt namelijk een boodschap sturen via deze pagina! Op 26 juni gaan wij al die boodschappen aan de minister-president geven. En sommige lezen we voor, in Den Haag vlak voor de Tweede Kamer. Zo weten we zeker dat jullie gehoord worden.


Wil je meer lezen over deze actie of heb je wat inspiratie nodig? Check deze links:

https://www.greenpeace.org/nl/klimaatverandering/40402/wat-is-jouw-boodschap-aan-premier-rutte/