Wordt klimaatactie in Nederland ondermijnd door misinformatie? (Klimaatverandering blog)

In de loop van de jaren tachtig kregen publiek en overheden in de gaten wat de fossiele industrie al een tijdje wist: de verbranding van fossiele brandstoffen heeft verwoestende gevolgen voor het klimaat en de kwaliteit van het leven op aarde. De roep om effectief klimaatbeleid en het draagvlak voor hernieuwbare energiebronnen als zonne-energie werd dan ook snel groter. En dus staken een aantal bedrijven die hun geld verdienden met het oppompen van fossiele brandstoffen miljarden dollars in een reeks misleidende campagnes gericht op het publiek en beleidsmakers. Daarin werd bijvoorbeeld het wetenschappelijk bewijs voor klimaatverandering in twijfel getrokken, de urgentie gebagatelliseerd, ambitieuze klimaatactie geveinsd of de hoofdverantwoordelijkheid voor klimaatactie verschoven naar de individuele burger.

Deze manipulatieve acties lijken tot dusver succes te hebben gehad; terwijl wetenschappers in steeds steviger bewoordingen alarm slaan over de gevolgen van de uitstoot van broeikasgassen, blijven bedrijven megawinsten boeken met de verkoop van fossiele brandstof …

Maar zou het manipuleren van de overtuigingen en attitudes van het publiek op dit moment ook nog steeds een significant verschil kunnen maken voor de mate van opwarming van de aarde? En heeft het eigenlijk zin om het publiek weerbaarder te maken tegen misleidende informatie over het klimaat? Of is dat inmiddels óók een misleidend idee dat, net als de greenwashing campagne van BP, de verantwoordelijkheid verschuift van bedrijven en overheden naar het individu?

Individu of collectief?

In een studie, geleid door klimaateconoom Frances Moore, werd onlangs onderzocht hoe gedrag, politieke besluitvorming en technologische ontwikkeling van invloed kunnen zijn op door de mens veroorzaakte klimaatverandering. Haar simulaties laten zien dat met name de publieke perceptie van klimaatverandering wel eens grote invloed zou kunnen hebben op de mate waarin het klimaat de komende decennia zal veranderen.

Daarnaast lijken onder andere de verwachte kosten en doeltreffendheid van oplossingen, de mate waarin mensen geneigd zijn zich aan te passen aan sociale normen én de geloofwaardigheid van mensen die pleiten voor collectieve verandering een belangrijke rol te spelen.

Een voorbeeld: als iemand ontdekt wat de gevolgen van klimaatverandering zijn en daarom stopt met het eten van dierlijke producten, is het effect van deze gedragsverandering op de opwarming van de aarde maar klein, zelfs als iedereen hetzelfde zou doen. Maar stoppen met het eten van dierlijke producten maakt die persoon wel een veel geloofwaardiger en overtuigender pleitbezorger van de wáárden die ten grondslag liggen aan de motivatie om vaker plantaardig te eten, of we de zogenaamde heiligheidseis nu vervloeken of niet. En zo kan een kleine actie toch een grote schaduw hebben en een verschuiving in publieke opinie aanwakkeren.

Simulaties in de studie van Moore laten zien dat juist wanneer waarden en publieke opinie verschuiven, een domino-effect op kan treden dat uiteindelijk kan leiden tot grootschalige gedragsverandering. Onder druk van de publieke opinie kunnen immers niet alleen de bedrijven, maar vooral ook overheden plotseling een veel ambitieuzer en effectiever klimaatbeleid gaan voeren. Ze kunnen bijvoorbeeld zorgen voor betere systemen voor energie, huisvesting, transport en voedselproductie, wat het gebruik van schone technologieën kan stimuleren, wat weer kan zorgen voor lagere kosten, meer draagvlak, enzovoort.

Dat effect zou in Nederland wel eens éxtra groot kunnen zijn omdat grootschalige gedragsverandering in welvarende landen een grote bijdrage kan leveren aan emissiereductie. Volgens het laatste IPCC-rapport kan gedragsverandering voor een daling van maar liefst 40-70% in 2050 zorgen ten opzichte van 2020.

De gebruikte icoontjes zijn gemaakt door Eucalyp

Met de studie van Moore en haar team in het achterhoofd, is het bijna onmogelijk om individu, collectief en bedrijven los van elkaar te zien. Het individu is immers van groot belang voor morele, sociale en politieke besmetting, maar alleen het collectief en de bedrijven kunnen grootschalige gedragsverandering in gang zetten door middel van zeer ambitieus en effectief klimaatbeleid. Het is én, én, én.

Klimaatzombies

Naast het direct beïnvloeden van beleid via bijvoorbeeld lobbyen, is het voor tegenstanders van ambitieus klimaatbeleid dan ook heel interessant om te spelen met de factoren die in het onderzoek van Moore belangrijk lijken te zijn voor een verschuiving in publieke opinie. En dat zie je duidelijk terug in de ‘klimaatzombie’ taxonomie van Skeptical Science oprichter John Cook en collega’s, waarin hardnekkig terugkerende beweringen door tegenstanders van effectief klimaatbeleid in kaart werden gebracht.

De beweringen in de eerste drie categorieën in deze taxonomie richten zich vooral op de perceptie van de klimaatcrisis; er is niets aan de hand, het is niet onze schuld, en het doet er niet toe. De beweringen in de laatste twee categorieën richten zich meer op de effectiviteit en betaalbaarheid van oplossingen en het in twijfel trekken van de geloofwaardigheid van klimaatdeskundigen en -beweging. Precies die factoren noemt Moore ook.

https://klimaatverandering.files.wordpress.com/2022/08/fig_1_-computer-assisted-classification-of-contrarian-claims-about-climate-change.jpg?w=964

Figuur 1 uit Computer-assisted classification of contrarian claims about climate change

Dit soort ronduit onjuiste of inhoudelijk en retorisch misleidende beweringen worden vaak door belanghebbenden de wereld in geholpen en vervolgens bedoeld óf onbedoeld gedeeld door nationale denktanks vermomd als academische instellingen, klimaatsceptici die verkiezingsprogramma’s, publiek en organisaties proberen te beïnvloeden, lobbyisten, pr-bureaus, bots, astroturfers, stennisschoppers, grappenmakers, puzzelaars, bezorgde burgers, docenten, verveelde pensionado’s, journalisten, politici, complotdenkers en influencers die uit zijn op clicks.

Hoewel de luidruchtige stroom commentaar die ontstaat soms de indruk wekt dat er veel steun of belangstelling is voor dit soort misleidende ideeën, kijken we in werkelijkheid naar een poging om de uitvoering van effectief klimaatbeleid zo lang mogelijk uit te stellen door het zaaien van tweedracht en twijfel. De gevolgen van misleidende claims sijpelen zo langzaam door in het gedachtegoed en het gesprek van alledag.

Is de Nederlandse publieke opinie beïnvloed door misinformatie over het klimaat?

Er zijn natuurlijk veel factoren die de overtuigingen en attitudes van een persoon en het publiek beïnvloeden. Denk bijvoorbeeld aan persoonlijke en culturele voorkeuren, ervaringen, denk- en beoordelingsfouten, copingstrategieën, algoritmes en psychologische barrières zoals afstand en tijd. Maar zou de misleidende boodschap van de twijfelbrigade ook terug te zien zijn in de Nederlandse publieke opinie?

In juni 2022 publiceerde het Yale Program on Climate Change Communication in samenwerking met Meta een studie waarin werd gekeken naar de overtuigingen en attitudes ten aanzien van klimaatverandering van bijna 100.000 Facebook-gebruikers. De deelnemers vertegenwoordigen 192 landen en gebieden, waaronder Nederland. 

Een beetje inzoomen op de verschillende overtuigingen en attitudes van Nederlanders met de taxonomie van klimaatzombies als leidraad, kan misschien wat inzicht geven in de speerpunten en effectiviteit van misleidende strategieën in Nederland en in de hiaten in klimaatcommunicatie:

1. Het is echt waar; onze planeet warmt op.
Met onder andere thermometers en satellieten meten we de opwarming van het aardoppervlak en de warmteontwikkeling in de atmosfeer en oceanen. Overal op onze planeet zijn de directe gevolgen van de opwarming van de aarde al merkbaar. In Nederland zorgt klimaatverandering nu al voor een sterke toename van zomerhitte, een grotere kans op meerjarige droogtes en extremere buien met een hogere kans op valwinden. Het is duidelijk waarneembaar dat onze planeet opwarmt, inmiddels al met 1,2 graad ten opzichte van de negentiende eeuw, en als we ons mitigatiebeleid wereldwijd niet drastisch aanscherpen kan de temperatuur zelfs met 3,2 graden gestegen zijn als de kinderen van nu opa en oma zijn.

Wat denkt Nederland?
Gelukkig laten zowel de hierboven genoemde studie van Yale, als een peiling van het CBS ter controle, zien dat de meeste Nederlanders zich ervan bewust zijn dat het klimaat verandert. Uit de peilingen wordt echter niet duidelijk of Nederlanders voldoende inzicht hebben in de mate van opwarming en in de al waarneembare, directe gevolgen van klimaatverandering, zoals een grotere kans op extreme weersomstandigheden.

Figuur 1.2 uit Appendix II van International Public Opinion on Climate Change 2022

2. Het ligt aan ons; de mens veroorzaakt de huidige klimaatcrisis.
Onze planeet heeft een aangenaam natuurlijk dekentje dat haar op een leefbare temperatuur houdt. Maar omdat wij te veel fossiele brandstoffen verbranden en teveel van ons voedsel op een manier produceren die niet duurzaam is, maken we er een viezig dik donzen dekbed van. Resultaat; de temperatuur op onze planeet is nog nooit zo snel gestegen. Onze onmisbare moeder aarde heeft een ernstige koorts te pakken. Maar liefst 97% van de klimaatwetenschappers is het erover eens dat de mens, voor het eerst in de geschiedenis van de planeet, de veroorzaker is van deze klimaatverandering.

Wat denkt Nederland?
Uit zowel de Yale-peiling als de CBS-peiling ter controle blijkt dat slechts een kleine meerderheid van de Nederlanders denkt dat de huidige klimaatverandering grotendeels door de mens wordt veroorzaakt.

Figuur 1.3 uit Appendix II van International Public Opinion on Climate Change 2022

Hoewel het waarschijnlijk veel beter zou zijn voor het draagvlak voor ambitieus en effectief klimaatbeleid als meer Nederlanders zouden begrijpen dat de huidige klimaatcrisis door de mens wordt veroorzaakt, ‘scoort’ Nederland met haar 51% toch nog niet zo slecht. De hoogste score, een schamele 65% ten opzichte van de 97% consensus onder wetenschappers, wordt gehaald door Spanje.

Dat maar een kleine meerderheid van de deelnemers denkt dat klimaatverandering grotendeels door de mens veroorzaakt wordt, zou het gevolg kunnen zijn van ongeloof, maar ook van een desinformatiecampagne over consensus die in de Verenigde Staten begon. Deze campagne maakte van de oorzaak van klimaatverandering een politieke in plaats van een wetenschappelijke kwestie, en lijkt nu nog steeds wereldwijd zijn uitwerking te hebben.

Klein lichtpuntje; nog ongeveer een derde van de Nederlanders denkt dat klimaatverandering evenveel door de mens als door de natuur veroorzaakt wordt en dat de mens dus ook invloed heeft. En dat is belangrijk, want wie iets veroorzaakt kan immers ook iets veranderen.

3. Het is foute boel; de opwarming van de aarde is schadelijk voor ons.
De klimaatverandering die we al veroorzaakt hebben is al schadelijk voor de gezondheid van iedereen, ook die van Nederlanders. Hitte zorgt ook hier voor oversterfte. Het maakt luchtvervuiling erger en dat kan problemen met de ademhaling en bloedsomloop veroorzaken. Organisme-, water– en voedselgerelateerde infectieziekten zoals Lyme, blauwalg en salmonella nemen toe. Extremere buien kunnen leiden tot levensbedreigende overstromingen en tot meer verkeersongevallen. De klimaatcrisis kan bovendien gevoelens van angst en depressie veroorzaken bij mensen die beseffen hoe hoog de nood eigenlijk is.

De gevolgen van onze uitstoot van broeikasgassen kun je ook al stevig gaan voelen in je portemonnee. Denk aan hogere medische kosten, maar ook aan hogere verzekeringspremies, zelf op moeten draaien voor schade en stijgende kosten door schaarste van hulpbronnen als drinkwater en elektriciteit. Daarnaast maken we nu al kosten voor de pogingen om ons te beschermen tegen de onontkoombare gevolgen van al veroorzaakte klimaatverandering, zowel op lokaal als op nationaal en internationaal niveau.

Verdere opwarming van de aarde kan leiden tot nog meer verlies van essentiële biodiversiteit en natuur waar we in onze vrije tijd zo van genieten, tot voedseltekorten, allesvernietigende natuurbranden, zeespiegelstijging, wereldwijde sociale onrust, ongelijkheid tussen én in landen, pandemieën, internationale oorlogen, financiële crises en storingen in elektriciteitsnetwerken.

Daarnaast wordt de kans steeds groter dat bepaalde gevolgen, zoals het smelten van ijs, het ontdooien van grond of het verdwijnen van bossen, niet meer te stoppen zijn. Er kan dan een gevaarlijke neerwaartse spiraal ontstaan waarvan de klimatologische, politieke en economische gevolgen nauwelijks nog te voorspellen zijn en waar technologische oplossingen absoluut niet tegen opgewassen zullen zijn.

Maar op dit moment is er, ook in Nederland, nog een enorme kloof tussen wat we zouden moeten doen, wat we beloven te doen en wat we werkelijk doen om verdere klimaatontwrichting te voorkomen en burgers te beschermen. We lijken onze eigen waarnemingen en beloften absoluut niet serieus te nemen. Voor iedereen die een veilige en comfortabele toekomst voor zichzelf en dierbaren wil zou dit toch voldoende reden moeten zijn om zich serieus zorgen te maken over de klimaatcrisis. Maar doen we dat ook?

Wat denkt Nederland?
De uitslagen van de peilingen van Yale en het CBS rondom dit thema verschillen nogal. Opvallend in de peiling van Yale is ook hoe Nederland scoort in vergelijking met andere landen.

Figuur 2.1 uit Appendix II van International Public Opinion on Climate Change 2022

Het verschil in de peilingen zou kunnen komen door de vraagstelling; in de peiling van het CBS vindt 62% van de respondenten klimaatverandering een groot probleem, maar in de peiling van Yale maakt maar 13% zich veel zorgen* over klimaatverandering en is 46% enigszins bezorgd. Dat je iets als een groot probleem ziet, hoeft natuurlijk ook niet te betekenen dat je je ook veel zorgen maakt. 

(* in een peiling van I&O research uit april 2022 geeft 29% van de respondenten aan zich veel zorgen te maken over klimaatverandering, een hoger % dan in de peiling van Yale.)

Misschien besef je nog onvoldoende wat de directe en indirecte gevolgen van klimaatverandering zijn of dat de gevolgen van klimaatverandering nu al schadelijk zijn voor jou en je dierbaren. Of misschien gok je er op dat overheden en experts in jouw welvarende, uitzonderlijke kikkerlandje dat al eeuwen strijd levert tegen de elementen, er in zullen slagen haar burgers ook in de toekomst te beschermen met innovatieve maar nu nog niet bestaande oplossingen, en dat de onomkeerbare gevolgen van nog meer klimaatverandering zo steeds opnieuw kunnen worden “afgekocht”.

Figuren 2.2, 2.3, 2.4 en 2.5 uit Appendix II van International Public Opinion on Climate Change 2022

Dat iemand zich niet zoveel zorgen maakt over zo’n urgente situatie zou ook kunnen komen doordat iemand onderschat hoeveel zorgen anderen zich maken en hoe belangrijk anderen natuur & klimaat vinden. Als er door familie, vrienden en collega’s, maar ook door media en politieke leiders relatief weinig wordt gesproken over de zorgen die zij hebben, over het belang dat zij hechten aan behoud van natuur en over de concrete maatregelen die dringend moeten worden genomen om klimaatverandering tegen te gaan, dan kun je denken dat er weinig is om je druk over te maken. Zeker als daar relatief veel verhalen met abstracte beloften, slecht voorstelbare klimaatellende in andere landen, grote bedragen, adaptatiemogelijkheden en geruststellende technologische doekjes voor het bloeden tegenover staan.

4. Goed klimaatbeleid is betaalbaar, effectief en levert voordeel op.
Omdat klimaatontwrichting wordt veroorzaakt door onze uitstoot van broeikasgassen, bepalen wij ook hoeveel groter onze problemen als gevolg van die uitstoot nog zullen worden. Wij hebben de komende paar jaar nog de vrije keus om onze eigen uitstoot en die van andere landen voldoende terug te brengen en zo onder die eigenlijk al te hoge 1,5 graad Celsius opwarming te blijven.

Het beperken van onze uitstoot is niet alleen een verstandige keus omdat we dat nu eenmaal hebben afgesproken of omdat de rechter dat zegt, maar vooral omdat het op korte én lange termijn beter is voor ons en iedereen om ons heen. Door nu ambitieus en effectief klimaatbeleid te gaan voeren kunnen we zorgen dat er straks nog van alles mag en kan, in een wereld die gezonder, mooier en veiliger is dan zonder klimaatbeleid het geval zou zijn. Rechtvaardig klimaatbeleid vermindert daarnaast energiearmoede, geeft burgers zelf zeggenschap over hun basisbehoeften en laat de sterkste schouders de zwaarste lasten dragen.

Het klimaatbeleid van Nederland kost op dit moment ongeveer 0,5% van het BBP. Ambitieus en effectief klimaatbeleid kost meer. Maar een wereld waarin geen kosten gemaakt worden om klimaatverandering tegen te gaan én geen schade plaatsvindt door klimaatontwrichting bestaat niet. Beweren dat klimaatbeleid economische groei zal verminderen en banen zal kosten is feitelijk klimaatverandering ontkennen. De schade die klimaatverandering met zich mee zal brengen is veel groter dan de kosten die gepaard gaan met het tegengaan van de klimaatcrisis.

Nog steeds actuele cartoon uit 2009 door Joel Pett voor USA Today

Omdat elk beetje uitstoot ertoe doet, móéten alle landen samenwerken in de race tegen de klok om verdere klimaatontwrichting tegen te gaan. Maar onder meer wantrouwen en klimaatontkenning lijken ons er, sinds de eerste internationale klimaatconferentie in 1989, regelmatig van te hebben weerhouden om internationale afspraken te maken over het terugdringen van de CO2 uitstoot. 

Het klimaatakkoord van Parijs zorgde in 2015 gelukkig voor een doorbraak; er werd een doel gesteld, maar wel onder voorwaarde dat de 195 landen zelf hun bijdrage mogen formuleren. Stap voor stap kunnen landen die al veel aan vervuiling bijdroegen of nu steeds vervuilender worden omdat zij bijvoorbeeld onze consumptiegoederen zijn gaan produceren, elkaar laten zien wat zij bereid zijn te doen. Tot nu toe gaat dat echter veel te langzaam en zijn de toezeggingen en uitvoering nog volstrekt onvoldoende om het doel te halen.

Een economisch sterk land als Nederland, met zelfs voor Europa een hoge uitstoot per hoofd van de bevolking, kan door veel grotere stappen te zetten in mitigatiebeleid en uitvoering, andere landen bewegen om ook grotere stappen te zetten. Net zoals een geloofwaardige individuele pleitbezorger het collectief in beweging kan zetten, kan een klein vervuilend land andere landen ertoe bewegen hun uitstoot sneller terug te dringen.

Wat denkt Nederland?
In de peiling van het CBS van juni 2021 geeft maar 42%* van de respondenten aan dat het klimaatbeleid van de overheid niet ver genoeg gaat.

(* in een peiling van I&O research uit april 2022 geeft 51% van de respondenten aan dat het kabinet meer zou moeten doen.)

De antwoorden op vragen in de peiling van Yale laten zien dat Nederlanders er in vergelijking met andere Europese landen minder vertrouwen in hebben dat het verminderen van klimaatverandering goed zal zijn voor de economie. Daarnaast vinden Nederlandse respondenten dat hun land niet zo verantwoordelijk is voor het terugbrengen van de uitstoot.

Figuren 4.1 en 3.3 uit Appendix II van International Public Opinion on Climate Change 2022

Het voor het kabinet zo belangrijke draagvlak voor ambitieuzer klimaatbeleid wordt vast niet groter door lekker bekkende uitspraken als “het moet wel haalbaar en betaalbaar blijven” en “laten we elkaar nou niet de maat nemen of we op dit postzegeltje wel genoeg doen”.

Dit laaggelegen doorvoerland, over wiens vestigingsklimaat we zo graag opscheppen en waar eeuwenlang knetterhard gewerkt is aan dijken, polders, natuurgebieden, steden en dorpen, deels teruggeven aan het water omdat je wantrouwend “liever niet eerst wil” terwijl je dat wel kunt, lijkt niet alleen heel kinderachtig maar ook oliedom.

5. Vertrouwen, geloofwaardigheid en maatschappelijke goedkeuring
In de studie van Moore, waarin werd gekeken naar factoren die van invloed kunnen zijn op toekomstige klimaatverandering, kwam naar voren dat de geloofwaardigheid van mensen die pleiten voor effectief klimaatbeleid ook een rol zou kunnen spelen.

En bij het samenstellen van de taxonomie van klimaatzombies bleek dat juist het betwisten van de betrouwbaarheid van deskundigen, journalisten, wetenschappelijke technieken en pleitbezorgers veruit het grootste cluster van misleidende beweringen vormde. Tegenstanders van effectief en ambitieus klimaatbeleid zijn zich er heel goed van bewust dat we minder geneigd zijn iets aan te nemen van iemand die we wantrouwen.

https://klimaatverandering.files.wordpress.com/2022/08/efy8pr9ueaabcpw.jpg?w=1024

Cranky Uncle cartoon door John Cook

Een eenvoudig retorisch trucje als “op de persoon spelen” is zeer geschikt om de geloofwaardigheid te ondermijnen. Denk bijvoorbeeld aan klimaatwetenschappers of pleitbezorgers met een alarmerende boodschap die ten onrechte alarmistisch worden genoemd. Of aan ‘stropoppen’ over bibberende geitenwollensokkendragers en zwart-witfoto’s waarin duurzaam gedrag gekoppeld wordt aan karikaturen.

Tijdens de coronapandemie hebben we gezien dat dit soort manipulatie, pestgedrag en zelfs intimidatie ook in Nederland extreme vormen aan kan nemen wanneer overheden maatregelen moeten nemen waar sommige burgers moeite mee hebben. Zowel op sociale media, in het persoonlijke leven, als in het politieke debat.

Wat denkt Nederland?
De peiling van Yale gaat helaas niet in op overtuigingen ten aanzien van de betrouwbaarheid van deskundigen en pleitbezorgers. Uit onderzoek van het Rathenau Instituut blijkt gelukkig dat het vertrouwen in de wetenschap in 2021 was toegenomen. Er werd echter niets gezegd over mogelijke terughoudendheid van wetenschappers als gevolg van intimiderend gedrag.

Een peiling van het CBS laat een vergelijkbaar beeld zien wat betreft het vertrouwen in de pers. Ook dat steeg in 2021. Misleidende strategieën die zich richten op geloofwaardigheid zouden er echter wel toe kunnen leiden dat journalisten zich vaker dan nodig gedwongen voelen om ook dat ‘andere geluid’ te laten horen, of in een poging onpartijdig te zijn, proberen om een bericht niet ‘te alarmistisch’ te laten klinken. Daardoor kan het publiek de indruk krijgen dat er meer twijfel is dan daadwerkelijk het geval is of zich onterecht gerustgesteld voelen.

Luidruchtige retorische trucjes als op de persoon spelen en stropoppen kunnen er ook toe leiden dat bezorgde burgers aarzelen om zich uit te spreken omdat ze denken dat ze hun keuzes moeten rechtvaardigen, onderschatten hoe bezorgd anderen zijn of omdat er veel twijfel of polarisatie lijkt te bestaan over klimaatverandering. Terwijl het voor een verschuiving in publieke opinie en ambitieuzer beleid juist zo belangrijk is dat mensen zich wel uitspreken en zichtbaar maken hoe bezorgd ze zijn over klimaatverandering en het ontbreken van ambitieus mitigatiebeleid.

Weerbaarheid tegen misinformatie is belangrijk

Om verdere klimaatverandering tegen te gaan, is een onmiddellijke versnelling van klimaatactie nodig, ook in Nederland. Er is helaas geen tijd meer om dit probleem stapje voor stapje aan te pakken, de klimaatcrisis vraagt om een grote sociale en technologische transitie. Draagvlak voor, en luidere roep om dergelijk ambitieus klimaatbeleid is onder meer afhankelijk van goed geïnformeerde burgers. De Nederlandse deelnemers aan de peilingen lijken, zeker in vergelijking met andere landen, onvoldoende te bevatten dat de klimaatcrisis foute boel is en dat ook Nederland ambitieuzer beleid kan en zou moeten voeren om verdere klimaatontwrichting tegen te gaan, al was het maar in haar eigen belang.

Of deze toch wat zorgeloze en afwachtende houding het directe gevolg is van opzettelijk verspreide misleidende boodschappen is lastig vast te stellen. Allerlei psychologische processen, het te simplistisch voorstellen van het probleem en de oplossingen, persoonlijke voorkeuren en het ontbreken van een eenduidige, urgente boodschap spelen ongetwijfeld ook een rol. Maar ook die factoren kunnen weer beïnvloed zijn door twijfel zaaiende berichten. Opvallend is in ieder geval dat de hardnekkige klimaatzombies lijken na te galmen in de overtuigingen en attitudes van de Nederlanders die deelnamen aan de peilingen.

Misleidende boodschappen zijn schadelijk, watervlug en blijven heel gemakkelijk hangen. Tegen de tijd dat factcheckers en debunkers hun belangrijke werk gedaan hebben, heeft misinformatie zich al als een virus verspreid en blijft onbewust het denken beïnvloeden.

En nu de gevolgen van klimaatverandering, wetenschappelijke bevindingen, treuzelend klimaatbeleid en internationale onrust steeds meer impact hebben op het dagelijks leven, zien gehaaide belanghebbenden en hun marketeers weer nieuwe mogelijkheden voor het verspreiden van misleidende informatie. Deskundigen zien momenteel bijvoorbeeld een gevaarlijke verschuiving naar misinformatie over het klimaat die gericht is op het vergroten van een tweedeling. De verraderlijke illusie wordt gewekt dat er een strijd over klimaatverandering gaande is tussen bevolkingsgroepen. Welke doet er eigenlijk niet toe. Zolang die denkbeeldige kloof maar bestaat, worden er nauwelijks beslissingen genomen en is het op z’n minst ‘business as usual’.

Gelukkig zijn er naast factchecken en debunken nog meer mogelijkheden om het schadelijke effect van misinformatie te bestrijden. Communicatieprofessionals kunnen door het leren herkennen van inhoudelijke en retorische patronen anticiperen op misinformatie en zo hun boodschap beter beschermd de wereld insturen. Daarnaast kan het publiek haar weerbaarheid tegen misinformatie vergroten door het leren herkennen van misleidende trucjes. Manipulatieve boodschappen krijgen zo minder kans om schade aan te richten. En dat zou wel eens hard nodig kunnen zijn.

https://klimaatveranda.nl/2022/08/31/wordt-klimaatactie-in-nederland-ondermijnd-door-misinformatie/

Met de klimaatcrisis staat alles op het spel (Joop)

https://joop.bnnvara.nl/content/uploads/2021/07/klimaatdonder-370x247.jpg

cc-foto: dexmac

In 2009 schreef ik een boek over klimaatverandering en schrok ik me wezenloos. De situatie was toen al ernstig en de vooruitzichten waren belabberd. Om er een positieve draai aan te geven voegde ik er tips aan toe wat een ieder kan doen om de crisis af te wenden. Duurzaam consumeren, duurzaam bankieren, duurzaam stemmen, dat soort dingen. Optimistisch noemde ik het boek “Korte metten met de klimaatcrisis”.

Het heeft niet mogen baten. Het lijkt alsof we in een klassieke rampenfilm zitten, met een heel lange aanloop naar de daadwerkelijke ramp. Wetenschappers die decennia lang waarschuwen, slechteriken die met onjuiste informatie twijfel zaaien, politici die om de hete brij heen draaien, burgers die het allemaal maar verwarrend  en ongemakkelijk vinden. Met een secretaris-generaal van de VN die bijna wanhopig waarschuwt dat “We are coming to a point of no return”.

Je ziet het pas als je het ziet
Voor wie het wil zien: er is steeds meer opwarming in ons land en wereldwijd, steeds meer afsmelting van ijskappen en gletsjers, steeds meer droogte, steeds meer extreem weer, steeds meer enorme bosbranden. Afgelopen week werden temperatuurrecords in Canada verpulverd (49,6 graden Celsius). Het dorpje waar het record werd gevestigd werd even later vernietigd door een bosbrand. In de bijbehorende hittegolf zijn honderden doden gevallen. Mensen zoeken verkoeling in koelcentra en ondergrondse parkeergarages. In Zuid-Limburg, België en Duitsland kwamen straten blank te staan door wolkbreuken.

De jaren 2020 en 2016 zijn wereldwijd de tot nu toe warmste jaren ooit gemeten. De periode 2011 – 2020 is het warmste decennium ooit gemeten.

Jarenlang is ons voorgehouden dat we de klimaatcrisis kunnen afwenden met economische en technologische innovaties. Dat er nog tijd genoeg was, met als ondertiteling: leef, stem, consumeer rustig door, het komt wel goed. Het blijkt een kwaadaardige leugen te zijn geweest, op zijn best een fatale inschattingsfout.

De klimaatcrisis is er al, en is aan het versnellen. De schade aan mensen, dieren, natuur en economie treedt nu al op en zal verder toenemen. Zelfs als we vandaag zouden stoppen met het uitstoten van broeikasgassen – waartoe we overduidelijk niet in staat zijn – gaat de opwarming nog decennia door. Dat komt door de enorme hoeveelheden broeikasgassen in de atmosfeer die daar nog een hele tijd blijven zitten. Het ijs op de poolkappen smelt nu al massaal waardoor minder energie van de zon wordt teruggekaatst en de aarde verder opwarmt. Net als de permafrost nu al aan het smelten is waardoor grote hoeveelheden methaan vrijkomen, óók een krachtig broeikasgas. We zijn op weg naar 2 à 3 graden opwarming en misschien nog wel meer.

Het is een moeilijk te bevatten en te verteren boodschap. We hadden dit kunnen voorkomen, maar we hebben het verprutst.

Alle ballen op de politiek
Maar dat betekent niet dat we nu lijdend, rouwend en fatalistisch achterover kunnen hangen. De eerste opgave is en blijft om zo snel mogelijk de kraan van de broeikasgassen dicht te draaien. We moeten redden wat er te redden valt en elke tiende graad opwarming meer of minder telt. De tweede opgave is om ons voor te bereiden op voortgaande klimaatontwrichting. Klimaatadaptatie heeft nu nog vooral betrekking op het aanpassen van onze fysieke leefomgeving aan overvloedige hitte en neerslag en het beschermen tegen overstromingen. Maar de klimaatcrisis raakt veel meer facetten van onze samenleving, in feite zo’n beetje alle facetten, maar daarover een volgende keer meer. Het probleem negeren is geen optie meer. We moeten nu echt aan de slag. Ook al klinkt dat een beetje grijsgedraaid.

Ik spreek steeds meer mensen die ook wel zien dat het snel de verkeerde kant op gaat. Volgens het CBS maakt driekwart van de bevolking zich zorgen over de gevolgen van klimaatverandering voor toekomstige generaties (voorjaar 2020). Het is niet voor niks dat steeds meer bedrijven hun reclame voorzien van een – vaak bijzonder creatief – groen sausje. Consumenten vragen steeds meer om producten en diensten met zo min mogelijk milieuschade. Maar om echt een deuk in een pakje boter te slaan moet de politiek in beweging komen. De grote klappers kunnen alleen met systeemveranderingen worden bereikt. En die kunnen alleen door de politiek worden besloten. Onder meer Urgenda en de Social Tipping Point Coalitie hebben er alvast concrete voorstellen voor uitgewerkt.

Het wachten is nu op het moment dat kinderen, jongeren, ouders, ooms, tantes en grootouders massaal de straat op gaan om van Den Haag actie te eisen voor nog een beetje leefbare toekomst. Gaat niet gebeuren, zegt u? Ik denk dat dat moment steeds dichter bij komt. Want dringend nodig is het. Alles staat nu op het spel.

https://joop.bnnvara.nl/opinies/met-de-klimaatcrisis-staat-alles-op-het-spel

Monitor Brede Welvaart moet ons een spiegel blijven voorhouden (Joop)

https://joop.bnnvara.nl/content/uploads/2020/01/bosbrand-370x247.jpg

cc-foto: skeeze

Vorige week publiceerde het CBS voor de vierde keer de jaarlijkse Monitor Brede Welvaart. Ook de belangrijkste bedrijvenkoepel van Nederland, VNO-NCW, gaf zijn nieuwe visie de titel van ‘Brede Welvaart’. Zowel de overheid als bedrijven laten daarmee zien dat ze zich bewust zijn van de gevolgen van Nederlands beleid en handelen op welzijn en klimaat in de wereld. Immers, brede welvaart kijkt naar de effecten van onze handelseconomie ‘hier en nu’ en ‘daar en later’. Juist omdat deze brede blik heel goed laat zien dat de Nederlandse impact op de rest van de wereld groot is en overwegend negatief, moet dit instrument dicht bij de opdracht blijven. En zoals altijd als de analyses van planbureaus pijnlijke waarheden blootleggen, wordt de spiegel die de Monitor ons voorhoudt elk jaar troebeler. De conclusie uit 2018, “Nederland legt druk op de brede welvaart van mensen in andere landen”, is bijvoorbeeld verdwenen in de 2021-editie, terwijl er geen wezenlijke veranderingen in ons brede buitenlandbeleid hebben plaatsgevonden. Hoog tijd om aan de bel te trekken.

Vergeleken met andere EU-landen voert Nederland relatief veel grondstoffen in, en dan vooral vanuit ontwikkelingslanden, stond in de Monitor van 2018. Hierdoor legt Nederland een relatief groot beslag op het natuurlijk kapitaal van deze landen. Hier staat tegenover dat Nederland in vergelijking met andere EU-landen relatief veel uitgeeft aan ontwikkelingshulp. Het rapport uit 2018 stelde ook vast dat er een sterke link was tussen onze handel in soja, palmolie en andere bulkproducten en de grootschalige ontbossing in Brazilië, Indonesië en Maleisië. In de editie van 2021 is daar nauwelijks iets over te lezen. Er wordt gerept over ‘een stabiele tot positieve ontwikkeling’, maar eigenlijk is de ecologische voetafdruk van Nederland nog steeds groot en worden milieu-impacts nog steeds afgewenteld op andere landen. Zo bungelt Nederland bij de milieu-impact van invoer van fossiele grondstoffen en bulkproducten onderaan het lijstje vergeleken met andere Europese landen, maar de Monitor maakt dit nu niet duidelijk. Het planbureau staat duidelijk voor een duivels dilemma: hoe vertellen we een boodschap die in het huidige politieke landschap moeilijk zal vallen? Wat is de beste manier om aan een breed publiek te vertellen dat dat onze welvaart – hier en nu – ten koste gaat van het welzijn van de rest van de wereld en toekomstige generaties – daar en later?

Nederland heeft een eerlijke spiegel nodig, hoe pijnlijk dat ook is. Alleen dan kunnen we bewust bijdragen aan een betere wereld. We moeten voorkomen dat de Monitor Brede Welvaart het zoveelste instrument wordt om onszelf op de borst te kloppen over onze rol in armoedebestrijding, klimaatbeleid en het behoud van biodiversiteit. Pas als we erkennen waar de pijn zit, kunnen we er iets aan doen. Het is hoog tijd voor écht nieuw leiderschap, niet de lege term die in Den Haag momenteel volop wordt gebezigd, maar leiderschap dat in die spiegel kijkt, dat leert van gemaakte fouten, zich verbindt met mensen hier en elders, en dat durft te kijken voorbij het eigen korte-termijn gewin en daarnaar handelt. Leiderschap voor de mooist mogelijke toekomst. Hier en daar.

Danielle Hirsch, directeur Both ENDS
Jan van de Venis, wnd. Ombudspersoon Toekomstige Generaties
Tineke Lambooy, Professor Corporate Law Nyenrode Business Universiteit en academisch adviseur van het Lab Toekomstige Generaties

https://joop.bnnvara.nl/opinies/monitor-brede-welvaart-moet-ons-een-spiegel-blijven-voorhouden

Economisch denker Katherine Trebeck: ‘Groei is goed tot een bepaald niveau, daarboven wordt het schadelijk’ (Vrij Nederland)

Het huidige economische systeem is onrechtvaardig, onstabiel, niet duurzaam en maakt mensen ongelukkig, vindt de Australische politicologe, publiciste en voorvechtster van de Wellbeing Economy Katherine Trebeck (1976). ‘De ongelijkheid neemt toe en er is steeds meer politieke onrust,’ zegt ze via Zoom vanuit Glasgow, Schotland. Ze praat zacht en weloverwogen, maar haar boodschap is ferm: het huidige systeem loopt vast en het roer moet om. ‘Wetenschappers zeggen steeds luider dat we op een zorgwekkende manier ecologische grenzen overschrijden en wijzen de manier waarop de economie nu werkt aan als de oorzaak.’

In een TEDx Talk stelt u dat we binnen tien jaar een ander economisch systeem nodig hebben, omdat het huidige systeem destructief is. Waarom is een welzijnseconomie een beter alternatief?

‘Omdat het daarin gaat om sociale rechtvaardigheid op een gezonde planeet. Een hardnekkig probleem is dat overheden verslaafd zijn aan groei. Ze stellen het voor als vanzelfsprekend dat de economie groei nodig heeft, zoals een auto benzine, en dat groei het doel is van de economie. Maar dan verwar je middel en doel. De economie moet in dienst staan van hogere doelen en menselijke en ecologische belangen dienen.

In een welzijnseconomie bepalen mensen de economie in plaats van andersom, zoals nu. Dat betekent dat je kiest voor ander beleid, andere politieke besluiten, regels en wetten, een ander belastingstelsel, en dat je werk anders organiseert. En ook dat je steden anders ontwerpt. Niet alleen door te zorgen voor een betere wandel- en fietsinfrastructuur en meer ontmoetingsplekken en groen, maar ook door de openbare ruimte te beschermen tegen de opdringerige aanwezigheid van reclame. En laat lokale overheden, scholen en ziekenhuizen meer inkopen bij lokale leveranciers.’

Bestel 'm hier Dit verhaal komt uit de nieuwe Vrij Nederland, die vanaf vandaag in de winkels ligt! 16 oktober 2020

De coronacrisis heeft geleid tot meer fundamentele gesprekken over de noodzaak van een ander economisch systeem. Denkt u dat de pandemie een gamechanger zal blijken?

‘Vaak ben ik daar optimistisch over. De crisis leidde inderdaad tot een ander soort gesprekken en betekende een impuls voor vernieuwende ideeën. Mensen zijn aan het denken gezet en realiseerden zich hoe belangrijk een gemeenschapstuin in hun wijk is, of een park om te kunnen wandelen. Ik verwacht zeker dat het minder vanzelfsprekend wordt om voor werkafspraken binnen Europa te vliegen. Maar op dagen dat ik somberder ben, denk ik: veel mensen hebben weinig voorstellingsvermogen en het huidige systeem lijkt voor velen zo vanzelfsprekend dat het niet gemakkelijk diepgaand zal veranderen.’

‘Corona zorgt wel voor momentum en biedt een grote kans to build back better. Die kans móéten overheden aangrijpen, door eisen te stellen aan ondernemingen die steun krijgen. Zo bepaalde Denemarken als een van de eerste landen dat die bedrijven hun geld niet mogen onderbrengen in een belastingparadijs en benadrukte VN-secretaris Gutteres dat ondernemingen zonder concrete klimaatdoelen geen steun moeten krijgen.’

Met één stem zingen

Eind september vond de Trebeck takes over Holland tour plaats, georganiseerd door THRIVE Institute, de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) en DuurzaamDoor. Eigenlijk had Trebeck een week zullen rondreizen en stond ook een bezoek aan de Tweede Kamer gepland. Vanwege de pandemie werd het een online tour met webinars, lezingen, een interviewsessie met promovendi en een middag met transitiegesprekken, georganiseerd door Our New Economy (ONE).

In 2017 was Trebeck een van de initiatiefnemers van de Wellbeing Economy Alliance (WEALL), een internationaal samenwerkingsverband van inmiddels ruim honderdvijftig organisaties. ‘Door het verbinden van wetenschappers, vernieuwende economen, ecologen, activisten, innovatieve bedrijven en maatschappelijke vernieuwers willen we ze helpen met het uitwisselen van hun kennis, zodat ze leren van elkaars wijsheid en vindingrijkheid. Zonder samenwerking zijn alle initiatieven te verbrokkeld. Dan is er geen kans op succes. Door met één stem te zingen, worden we beter gehoord, ook door de politiek.’

Het gaat om verschillende denkscholen, zoals de Degrowth-beweging, regeneratieve economie, Common Good economie en donuteconomie van Kate Raworth. Trebeck noemt ze elkaars ‘neven en nichten’ die verschillende accenten leggen en een eigen benadering hebben, maar allemaal de economie menselijker en duurzamer willen maken. Er zijn WEALL-afdelingen in steeds meer landen, waaronder Schotland. Nog niet in Nederland, maar daar is wel WEALL Youth begonnen. ‘De VN beschouwt dit als een van de vijftig meest invloedrijke jongerenorganisaties wereldwijd van ruim 4300 initiatieven uit 174 landen. Er ontstaan ook steeds meer lokale hubs waar organisaties, bedrijven en individuen zich bij kunnen aansluiten. En er is nu ook een WEALL Citizens.’

‘Wereldwijd vinden mensen dezelfde kernzaken belangrijk. Denk aan frisse lucht, schone rivieren, financiële zekerheid en sterke relaties.’

Alle organisaties binnen WEALL onderschrijven vijf niet onderhandelbare kernwaarden: waardigheid, natuur, verbinding, rechtvaardigheid en participatie. Waarom deze vijf?

‘Die komen steeds naar voren in gesprekken met mensen wereldwijd als hun gevraagd wordt wat zij belangrijk vinden. Ze noemen dan zaken als frisse lucht, schone rivieren, financiële zekerheid en sterke relaties. Denkers als de econoom en filosoof Amartya Sen en filosoof Martha Nussbaum beschouwen dit als de waarden die alle mensen delen. Het werk van breinonderzoekers en psychologen laat ook zien dat mensen het meest ontspannen en tevreden zijn als ze samenwerken, zich veilig voelen, in de natuur zijn en zich verbonden voelen met anderen. Als ik een afbeelding met onze vijf kernwaarden toon tijdens een lezing, merk ik dat die sterk resoneren, eigenlijk bij iedereen. Mensen maken foto’s, glimlachen en knikken instemmend. Ze herkennen ze niet alleen als wezenlijk, maar realiseren zich ook dat het huidige economische systeem deze waarden helemaal niet dient.’

In veel landen groeit het wantrouwen van de bevolking tegenover de politiek, kiezen meer mensen voor populistische partijen en neemt de polarisatie toe. Denkt u dat een welzijnseconomie deze problemen kan helpen verminderen?

‘Dat denk ik wel, want het toenemende populisme heeft voor een groot deel te maken met hoe de economie nu functioneert. Zo is het besteedbaar inkomen van mensen met lage en middeninkomens de afgelopen twintig jaar niet gestegen. Steeds meer mensen hebben moeite met rondkomen, of hebben schulden. Er is veel onzekerheid en stress door flexwerk en nul-urencontracten. Veel mensen beseffen dat hun kinderen en kleinkinderen het minder goed zullen hebben dan zijzelf.

Slechts een kleine bovenlaag profiteert echt van het huidige systeem. Dat de ongelijkheid toeneemt, terwijl armere mensen merken dat zij weinig invloed hebben op hun omstandigheden, leidt tot uitholling van het vertrouwen in de democratie. Mensen gaan dan op zoek naar zondebokken, zoals immigranten. Populisme is een cocktail van verschillende oorzaken zoals globalisering en het afgenomen contact tussen verschillende bevolkingslagen. Er is ook veel bewijs dat eenzaamheid ertoe bijdraagt dat mensen eerder betrokken raken bij extreemrechtse politiek − en dat lockdowns dat zullen verergeren.

Er zijn geen gemakkelijke oplossingen. Wel kan een welzijnseconomie de kloof tussen groepen verkleinen, omdat het doel ervan een goed leven is voor iedereen.’

https://www.vn.nl/wp-content/uploads/2020/10/DSC08458-Edit-640x853.jpg

Het rottende fruit van de welvaart

In The Economics of Arrival. Ideas for a Grown-up Economy, het in 2019 gepubliceerde boek dat Trebeck schreef met activist en schrijver Jeremy Williams, noemen zij landen met een hoge welvaart ‘gearriveerd’. Het doel van die landen moet verschuiven van blijven doorgroeien naar ervoor zorgen dat ze ‘zich thuis voelen’ door het verleggen van de focus van kwantiteit naar kwaliteit.

Het boek biedt hiervoor geen blauwdruk, maar beschrijft voorbeelden van coöperatieve bedrijfsmodellen waarbij werknemers mede-eigenaar zijn en delen in de winst, ondernemingen die de gemeenschap dienen en manieren waarop organisaties hun maatschappelijke impact kunnen meten. Ook pleiten de auteurs ervoor dat de hoogte van salarissen meer afhangt van de waarde die werk heeft voor het collectieve welzijn. Schoonmakers in ziekenhuizen verdienen dan bijvoorbeeld meer.

U noemt landen als Nederland ‘overontwikkeld’, omdat nog meer welvaart er niet leidt tot meer welzijn. Volgens u is in deze landen het fruit van de welvaart ‘aan het rotten’. Waaruit blijkt dat?

‘Het idee dat meer welvaart automatisch leidt tot meer welzijn is hardnekkig, maar klopt niet. Zo is er geen lineair verband tussen het nationaal inkomen en de levensverwachting. Je ziet in een aantal landen met een hoog bbp de levensverwachting stagneren of zelfs dalen. Vooral grote bedrijven en aandeelhouders profiteren van een groeiend bbp.

Uit onderzoeken blijkt dat in westerse landen een stijging van de welvaart de afgelopen twintig jaar gepaard gaat met minder welzijn. Vooral vanwege milieuproblemen als luchtvervuiling en door meer stress en onzekerheid. Sommige salarissen zijn zo laag dat mensen er niet van kunnen leven. Al vóór de coronacrisis waren steeds meer mensen in rijke landen afhankelijk van voedselbanken.’

‘Groei is goed tot een bepaald niveau, maar daarboven wordt het
schadelijk. “Het fruit is aan het rotten.”’

Toch blijven bijna alle politici hameren op de noodzaak van economische groei.

‘Ja, al noemen ze dat nu meestal groene of duurzame groei. Politici definiëren crisis als het ontbreken van groei. Maar de economie van Japan groeit al twee decennia niet meer en dat is niet problematisch, want Japan heeft een volgroeide economie met een hoge levensstandaard. Voor veel landen zal groei van ecologische landbouw, hernieuwbare energie, zorg en onderwijs de kwaliteit van de samenleving verhogen, maar groei is geen doel op zich.

Groei is goed tot een bepaald niveau, maar daarboven wordt het schadelijk. Dat “het fruit aan het rotten is” blijkt vooral uit het feit dat overheden in rijke landen steeds meer geld moeten uitgeven om problemen die ze zelf veroorzaakt hebben te repareren of op te ruimen, de zogeheten failure demand. Zo krijgen arme gezinnen in Schotland nu tien pond per week om de kinderarmoede te verminderen. Dat toont het falen van dit systeem. Een welzijnseconomie zorgt meteen voor een goed leven voor iedereen en kiest voor predistributie in plaats van herdistributie.’

De Nederlandse Bank en het Planbureau voor de Leefomgeving waarschuwden dit voorjaar dat verdergaande verslechtering van de biodiversiteit in de nabije toekomst een miljardenstrop kan betekenen voor de Nederlandse financiële sector. Is dat ook een voorbeeld van failure demand?

‘Natuurlijk, net als de miljardenschade die klimaatverandering nu al veroorzaakt. Al deze kosten worden ondertussen wel meegerekend in het bbp en suggereren daardoor dat het goed gaat met een land. Al in 1968 hield Robert Kennedy als presidentskandidaat een bevlogen en poëtische tirade over wat er mis is met het bbp als manier om de welvaart van een land te meten. Die móét je echt beluisteren op internet, met het volume hard. Hij vertelt daarin dat het bbp alles meet, behalve dat wat werkelijk van waarde is in het leven.

Het bbp is sowieso geen goede maat, omdat het te materialistisch is. Feministische economen wijzen er al lang op dat het werk binnen huishoudens er niet in wordt meegerekend. En ecologische economen hameren erop dat een economisch systeem de planetaire grenzen moet respecteren. Pas nu er zich onmiskenbaar een ecologische crisis voltrekt, begint het werkelijk door te dringen dat het bbp totaal niet geschikt is om te meten of het goed gaat met de collectieve belangen.’

https://www.vn.nl/wp-content/uploads/2020/10/DSC08590-640x853.jpg

Niet over links of rechts

Nadat de Schotse overheid het verhogen van het welzijn tot kerndoel van de overheid verklaarde, nam Trebeck in 2018 het initiatief voor een Wellbeing Economy Governments partnership (WEGo), een samenwerkingsverband van de regeringen van Schotland, IJsland en Nieuw-Zeeland. Afgelopen mei sloot ook Wales zich aan. ‘Geen van die landen is er al. Het is een reis,’ zegt Trebeck. ‘Wat ik vooral geweldig vind aan WEGo, is dat het gaat om het delen van kennis en ervaringen in plaats van onderlinge competitie.’

Een welzijnseconomie is niet gebonden aan de agenda van specifieke politieke partijen of stromingen en gaat niet over links of rechts, benadrukt ze. ‘De WEGo-landen hebben geen heel linkse regering. Zo heeft Nieuw Zeeland een coalitie van Labour, een groene partij en de nationalistisch-populistische partij New Zealand First, regeert in Schotland de Scottish National Party en heeft IJsland een brede coalitie.’ Een aantal andere regeringen neemt informeel deel aan de WEGo-conversatie en we hopen dat ze snel ook officieel gaan meedoen, zegt Trebeck. ‘Uiteraard hoop ik erg dat ook Nederland aanhaakt.’

Altijd op de hoogte blijven van de beste verhalen? Schrijf je in op onze nieuwsbrief.

Meld je aan en ontvang de beste verhalen van Vrij Nederland in je mailbox.

Oeps! Voer een geldig e-mailadres in.
Op onze nieuwsbrieven is ons cookiestatement van toepassing.
Nieuwe overheidsprioriteiten

Om de welzijnseconomie vorm te geven, heeft IJsland 39 indicatoren vastgesteld, waarvan het bbp er slechts één is. De andere gaan over sociale omstandigheden, onderwijs, gelijkheid, huisvesting, milieu, CO2-uitstoot et cetera.

In Wales werd in 2015 de Wellbeing for Future Generations Act aangenomen en bewaakt sinds 2016 een Commissioner de belangen van toekomstige generaties. Ook Nieuw-Zeeland weegt voortaan hun belangen mee in het beleid. Belangrijke redenen voor dit land om zich in de zomer van 2019 bij WEGo aan te sluiten, waren de hoge zelfmoordcijfers (ook onder jongeren), het grote aantal depressies en de slechte leefomstandigheden voor veel kinderen. Nieuw-Zeeland presenteerde vorig jaar voor het eerst een nationale ‘welzijnsbegroting’. Sindsdien moeten alle nieuwe uitgaven één van de vijf nieuwe overheidsprioriteiten bevorderen: het verbeteren van de geestelijke gezondheid, het terugdringen van kinderarmoede, het beschermen van de rechten van de inheemse Maori en eilandbewoners in de Stille Oceaan, ‘gedijen’ in een digitaal tijdperk en de overgang naar een emissie-arme, duurzame economie.

Zou mentale gezondheid ook in andere landen hoger op de agenda moeten?

‘Ja. Psychologen in het Verenigd Koninkrijk waarschuwen dat steeds meer jongeren aan zelfbeschadiging doen en eetproblemen hebben. Dat is alarmerend. Veel jongeren maken zich grote zorgen over klimaatverandering. Je ziet ook dat mindfulness voor kinderen in opmars is, terwijl kinderen dat niet nodig zouden moeten hebben om met vermijdbare druk en spanningen om te gaan. Ongelooflijk veel mensen gebruiken antidepressiva. Dat is natuurlijk ook een duidelijk voorbeeld van failure demand.’

‘Tijdens de coronacrisis was het opvallend dat landen met een vrouwelijke leider eerder besloten tot een lockdown, omdat ze de gezondheid van de bevolking als prioriteit zagen.’

‘Inwoners van landen waar aan de basisbehoeften is voldaan, worden niet gelukkiger van nog meer spullen. Veel mensen worstelen al met een overvol huis. Consumentisme heeft niets te maken met welzijn, eerder het omgekeerde. Wat mensen écht willen, is een betekenisvol leven leiden en zich verbonden voelen met anderen en hun gemeenschap. Daarom ben ik er erg enthousiast over het feit dat steeds meer landen experimenteren met vormen van zogeheten deliberatieve democratie (publieke besluitvorming waarin informatievergaring, overleg en de uitwisseling van argumenten centraal staan, EvR), zoals burgerraden.

Bhutan richt zich al langer op Gross National Happiness: bruto nationaal geluk, in plaats van bbp, bruto binnenlands product. Zij ontdekten dat twee groepen relatief niet gelukkig waren: mensen in rurale gebieden en vrouwen. Voor de eerste groep hebben ze de infrastructuur verbeterd, zodat zij minder geïsoleerd leven. De tweede groep heeft meer politieke zeggenschap gekregen.’

Schotland, Nieuw Zeeland en IJsland hebben, met Nicola Sturgeon, Jacinda Ardern en Katrín Jakobsdóttir, alle drie een vrouwelijke premier. Is dat toeval, denkt u?

‘Nee. Ik denk dat lang niet alle maar wel veel vrouwen economie breder opvatten dan consumptie en productie. En dat ze wat minder kritiekloos vertrouwen op zogenaamd harde meetgegevens als het bbp. Ook denk ik dat vrouwen vaak meer gericht zijn op samenwerken en minder competitief zijn. Hun kijk op de wereld is vaker holistisch en ze zijn wat meer geneigd ook aan de lange termijn te denken en oog te hebben voor kwetsbare groepen.

Tijdens de coronacrisis was het opvallend dat landen met een vrouwelijke leider eerder besloten tot een lockdown, omdat ze de gezondheid van de bevolking als prioriteit zagen. Ik was erg bezorgd dat WEGo vanwege de pandemie misschien naar de achtergrond zou verschuiven, maar dat gebeurde helemaal niet. Het welzijn van de bevolking werd juist tot de kern van het beleid gemaakt. Ik denk dan ook dat we nu vrouwelijke leiders nodig hebben.’ (Glimlacht.) ‘Of feministische mannen.’

https://www.vn.nl/wp-content/uploads/2020/10/DSC08614-640x853.jpg

Enorme impact

Trebeck studeerde politieke wetenschappen in Melbourne en raakte geïnteresseerd in ontwikkelingsvraagstukken nadat ze als student een zomer vrijwilliger was op de boekhoudafdeling van een ziekenhuis in Kameroen. ‘Toen ik daar weer weg was, kwam er een grote overstroming. Ik wilde erheen om mijn vrienden te helpen, gewoon door met zandzakken te sjouwen. Een docent raadde me dat af en zei: realiseer je dat je geprivilegieerd bent, verdiep je in zaken als mensenrechten en benut jouw mogelijkheid op een goede opleiding om iets te doen aan de diepere oorzaken van dit soort problemen. Dat is 23 jaar geleden, maar ik hoor het haar nog zeggen. Haar woorden hebben een enorme impact op me gehad.’

In 2005 promoveerde Trebeck aan de Australian National University, daarna vertrok ze naar Schotland, het land waarop ze als rugzakstudent verliefd werd. Sinds 2014 is ze senior onderzoeker aan de Universiteit van Strathclyde en erehoogleraar aan de Universiteit van West-Schotland. Daarnaast werkte ze, tot 2018, ruim acht jaar in verschillende functies voor Oxfam Groot-Brittannië. Daar ontwikkelde ze de Oxfam Humankind Index, die het welzijn meet door onder meer te kijken naar gezondheid, vervoer, familieleven en werkgelegenheid.

Wat heeft uw werk voor Oxfam u geleerd over het meten van welzijn?

‘Dat het belangrijk is echt in gesprek te gaan met gemeenschappen en aan de hand daarvan indicatoren te bepalen. Dan kom je bijvoorbeeld uit bij iets als: hoeveel meisjes gaan op de fiets naar school? In Nederland gebeurt dat natuurlijk volop, maar op veel plaatsen is het een goede indicator voor luchtvervuiling, veiligheid en emancipatie.

‘Interessant is Costa Rica. Dat is geen perfect land, maar het heeft als middeninkomen-land een hogere levensverwachting en hoger welzijn dan een rijker land als de VS, en slechts een derde van de ecologische voetafdruk. Costa Rica doet enorm veel aan herbebossing en herstel van ecosystemen, de democratie functioneert goed, ze hebben een goed en toegankelijk gezondheidssysteem en besteden 8 procent van hun bbp aan onderwijs, wat relatief hoog is.

Natuurlijk kunnen zich ontwikkelende landen iets leren van gearriveerde landen, zoals van het deeltijdwerken en pragmatisme in Nederland. Maar Costa Rica laat zien dat gearriveerde landen zeker ook veel kunnen leren van armere landen. Neem de levensfilosofie buen vivir in Ecuador: daarin gaat het om goed leven, niet om “maximaal” leven. Ecuador en Bolivia gaan grotendeels circulair om met grondstoffen en hebben rechten voor de natuur in hun wetten opgenomen. We kunnen ook leren van de wijsheid van de oorspronkelijke bevolking daar, want zij vragen zich af hoe ze een goede voorouder kunnen zijn voor de generaties na hen.’

‘Jonge mensen zijn opgegroeid met de realiteit van klimaatverandering en baanonzekerheid en kijken al anders naar de wereld.’

Ondertussen blijven rijke landen uit alle macht groei nastreven. Wat betekent dat?

‘Als landen die al gearriveerd zijn blijven doorgroeien, dan gaat dat ten koste van de ecologische ruimte die overblijft voor andere landen. We kunnen de taart niet groter maken en dan beter verdelen, want die is begrensd. Gearriveerde landen moeten dus plaatsmaken voor armere landen, zodat ook zij zich kunnen ontwikkelen. Het IMF duwt landen als Bangladesh en Sierra Leone hetzelfde pad op dat rijke landen hebben gevolgd, terwijl duidelijk is dat het desastreus zou zijn als ze dezelfde fouten maken. Te hopen is dat deze landen een “kikkersprong” weten te maken, door bijvoorbeeld meteen op grote schaal te kiezen voor hernieuwbare energie.’

‘In ons boek benadrukken we: er is wereldwijd rijkdom genoeg, maar we moeten die beter verdelen. Dat vraagt van rijke landen om een nieuwe solidariteit.’

Dat zou rechtvaardig en redelijk zijn, maar is wel erg optimistisch gedacht. Noord-Europa heeft al moeite met het steunen van Zuid-Europa binnen de EU en de solidariteit met de vluchtelingen die vastzitten in Griekenland is minimaal. Stellen landen niet altijd hun eigen belang voorop?

‘Dat is niet echt zo, want rijke landen besteden veel geld aan hulpprogramma’s. Ik vind het hoopgevend dat Amsterdam dit jaar heeft gekozen voor de donuteconomie. Dat betekent dat de stad stilstaat bij zoiets als de impact van het kopen van goedkope T-shirts voor de mensen die ze elders ter wereld maken.’

Lees ook De donuteconomie in de praktijk: hoe Amsterdam socialer en duurzamer wil worden 25 augustus 2020

‘Ons idee van waar de economie om draait, wordt sterk beïnvloed door reclames voor luxe zaken als auto’s en door het bestaande economieonderwijs. Maar we zijn echt niet allemaal egoïstisch. Jonge mensen zijn opgegroeid met de realiteit van klimaatverandering en baanonzekerheid en kijken al anders naar de wereld. Ze beginnen daarom vaker sociale ondernemingen. Die stellen een maatschappelijk doel centraal en zien winst als de voorwaarde om dit te realiseren, niet als doel op zich. Ons boek beschrijft veel van dit soort voorbeelden.’

Een ander economisch systeem vraagt niet alleen om mooie initiatieven, maar ook om een paradigmawisseling, stelt u in uw boek. Naast pullfactoren zoals een rechtvaardiger en duurzamer wereld, noemt u daarvoor pushfactoren zoals de ecologische crisis en sociale problemen. Wat gebeurt er als we niet binnen tien jaar ‘overstag gaan’?

‘Dan zullen die pushfactoren nog heftiger worden. Als Australische vond ik het afschuwelijk om te zien hoe verwoestend de bosbranden daar afgelopen jaar waren. Ongelofelijk dat de regering desondanks alles wil houden zoals het is. Ook de steeds grootschaliger branden in Californië, Oregon en Washington, de branden in Brazilië, het ongekend snelle smelten van de ijskappen en ontdooien van de permafrost, verlies van biodiversiteit, de eenzaamheid onder jongeren, zelfmoord onder mannelijke vijftigers, drankproblemen onder dertigers en de toenemende maatschappelijke polarisatie zijn niet te negeren pushfactoren. Datzelfde geldt voor Covid-19.

Er zijn zoveel signalen dat dit systeem vastloopt. Mensen hebben lang tegen me gezegd: “Katherine, zijn je ideeën niet erg onrealistisch en naïef?” Dat hoor ik de laatste tijd niet vaak meer. Steeds meer mensen zien dat we het ons niet kunnen veroorloven door te gaan op deze weg. Dat veel van hen de mouwen opstropen en aan de slag gaan, maakt me hoopvol.’

Brede welvaart in Nederland

Begin oktober heeft de Tweede Kamer besloten regeerakkoorden voortaan te laten doorrekenen vanuit het perspectief van brede welvaart, omdat ‘welvaart over veel meer gaat dan geld, economie en groei’.

Sinds 2018 kent Nederland een jaarlijkse Monitor Brede Welvaart. Die onderscheidt drie dimensies: welvaart ‘hier en nu’, toekomstige welvaart (‘later’) en de impact op andere landen (‘elders’). Naast bbp-gerelateerde indicatoren bevat de monitor gegevens over milieu, gezondheid, onderwijs, arbeid, veiligheid, vertrouwen en ongelijkheid. Ook toont die de voortgang en Europese positie van Nederland ten aanzien van de 17 duurzame ontwikkelingsdoelen (SDG’s) van de Verenigde Naties. Behalve het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) leveren de drie planbureaus (CPB, PBL en SCP) input. Kijk hier voor de Monitor Brede Welvaart & Sustainable Devolopment Goals 2020.

Hoe Nederland het qua welzijn doet in vergelijking met andere landen en welke trends er zijn, toont How is Life in the Netherlands 2020? (gegevens 2018).

Het bericht Economisch denker Katherine Trebeck: ‘Groei is goed tot een bepaald niveau, daarboven wordt het schadelijk’ verscheen eerst op Vrij Nederland.

https://www.vn.nl/katherine-trebeck-economische-groei/

Wekdienst 27/10: Persmoment coronamaatregelen • Uitspraak bioscoopmoorden (NOS journaal)

Goedemorgen! Premier Rutte en minister De Jonge van Volksgezondheid geven weer een persconferentie over coronamaatregelen. En in Groningen doet de rechtbank uitspraak in de zaak over de bioscoopmoorden.

Vanochtend breekt op veel plaatsen af en toe de zon door. De meeste buien zijn verdwenen, minima rond de 8 graden. Overdag af en toe zon, tegen de avond gaat het vanuit het zuidwesten regenen. Bij een stevige zuidenwind wordt het een graad of 12.

Ga je de weg op? Hier vind je het overzicht van de werkzaamheden. Check hier de dienstregeling voor het spoor.

Wat kun je vandaag verwachten?

Premier Rutte en minister De Jonge van Volksgezondheid houden rond 19.00 uur een kort persmoment over de coronamaatregelen. De verwachting is dat ze geen nieuwe regels zullen aankondigen, omdat het te vroeg is om te zeggen of de bestaande maatregelen effectief zijn. Het is te volgen via de NOS- site en app en NPO Nieuws. Ook wordt er meer duidelijk over de mogelijke verruimingen van het corona-steunpakket. Om 13.15 uur maken de ministers Wiebes, Hoekstra en Koolmees bekend welke extra maatregelen worden getroffen voor getroffen ondernemers. De rechtbank Groningen doet uitspraak in de zaak van de zogenoemde bioscoopmoorden, waarbij een echtpaar werd doodgestoken. Het Openbaar Ministerie eist tbs met dwangverpleging, omdat de verdachte ontoerekeningsvatbaar zou zijn. In Vaticaanstad vindt de eerste hoorzitting plaats in een proces over seksueel misbruik binnen het Vaticaan. De zaak gaat over misbruik door een priester en het jarenlang bewust toedekken daarvan.

Wat heb je gemist?

De Amerikaanse Senaat heeft ingestemd met de benoeming van Amy Coney Barrett bij het Hooggerechtshof, met 52 stemmen voor en 48 tegen. De conservatieve Barrett is voorgedragen door president Trump. Het is zijn derde benoeming bij het Hooggerechtshof, dat nu een duidelijke conservatieve meerderheid heeft: zes conservatieve rechters tegenover drie progressieve. Ze zijn allemaal voor het leven benoemd. Nooit eerder werd een benoeming zo kort voor de verkiezingen afgehandeld. Bij de verkiezingen volgende week staat ook de Republikeinse meerderheid in de Senaat op het spel.

Ander nieuws uit de nacht:

Verzet in Italiaanse steden tegen strengere coronaregels: Het was onrustig in onder meer Milaan en Turijn. De politie zette daar traangas in tegen betogers, die onder meer brandbommen naar agenten hadden gegooid. Ook in Napels waren duizenden demonstranten op de been. Honderdduizend Californiërs geëvacueerd vanwege bosbranden: Het vuur is verspreid over duizenden hectaren. De grootste bosbrand woedt vlak bij Los Angeles en bedreigt de voorstad Irvine. De brandweer heeft last van de harde wind waardoor , blushelikopters niet kunnen opstijgen. Bijna 70 procent van de studenten leent bij: gemiddeld 700 euro per maand: Het aantal leningen is fors gegroeid sinds de afschaffing van de basisbeurs in 2015, meldt het CBS. Ook het gemiddelde leenbedrag steeg flink. Tegelijkertijd zijn studenten meer gaan bijverdienen. Polen blokkeren straten uit protest tegen inperking abortuswet: Duizenden betogers gingen gisteravond voor de vijfde dag op rij de straat op. In tientallen steden blokkeerden ze straten en pleinen.

En dan nog even dit:

31 jaar geleden vertrok de allereerste Nederlandse vlucht met een volledig vrouwelijke bemanning vanaf Schiphol. Piloot Liz Jennings Clark (57) bestuurde het toestel. Gisteren, op de dag van haar pensioen, deed ze de all female flight nog een keer over.

Deze keer kreeg ze groot applaus van de passagiers, maar drie decennia geleden ging dat nog wel eens anders. 'Als dat maar goed gaat', of 'wat knap dat u dit doet als vrouw' waren opmerkingen die Jennings in haar carrière vaak voorbij hoorde komen.

Door de jaren heen werden de reacties minder 'geschrokken en meer verbaasd', zegt de piloot nu. "Ik had gehoopt dat een vrouwelijke piloot bij mijn pensioen de normaalste zaak van de wereld zou zijn." Ze hoopt dat dat bij het pensioen van haar jongere co-piloot wel zo is.

Fijne dinsdag!

http://feeds.feedburner.com/~r/nosjournaal/~4/LuRZXUvXgSc

http://feeds.nos.nl/~r/nosjournaal/~3/LuRZXUvXgSc/2354022