What Design Can Do daagt creatieven uit om aan een circulaire samenleving te bouwen (Emerce Industry Wire)

Amsterdam, 11 oktober 2022 — Als het om de klimaatcrisis gaat, is er geen tijd te verliezen. Bosbranden, overstromingen, extreme hittes en watertekorten, je hoeft de nieuwskoppen van de afgelopen zomer er maar op na te lezen om te zien dat de klimaatcrisis mensen wereldwijd hard raakt. Deze wereldwijde crisis laat ons zien dat we anders moeten leven om het tij te keren, en dat vraagt om ander ontwerp. Dat is het idee en de drijvende kracht achter alweer de vierde challenge van What Design Can Do (WDCD) in samenwerking met de IKEA Foundation: de Make it Circular Challenge. Van 11 oktober 2022 tot 11 januari 2023 roept WDCD alle vernieuwers – van ontwerpers tot ondernemers – op om hun meest gedurfde klimaatoplossingen met een circulair ontwerp in te dienen.
MAKE IT CIRCULAR
Er is een mogelijkheid om een radicaal andere toekomst vorm te geven: een toekomst die ontworpen is om herstellend en regeneratief te zijn. Een circulaire samenleving gaat daarin een stap verder dan de circulaire economie. Het houdt naast de economische aspecten ook rekening met de sociale, maatschappelijke en ethische aspecten van ons leven op aarde. Door ideeën om te zetten in daden, wil WDCD er voor zorgen dat het concept van een circulaire samenleving meer is dan een modewoord voor greenwashing-campagnes. Daarom vraagt de Make it Circular Challenge designers om nieuwe materialen of technologieën te ontwerpen. De winnende ideeën worden gerealiseerd met behulp van een impactgedreven ontwikkelingsprogramma. Het einddoel? Om producten, diensten en systemen te creëren die laten zien dat een circulaire toekomst niet alleen denkbaar, maar ook haalbaar is.

De Make it Circular Challenge is de opvolger van de succesvolle No Waste Challenge uit 2021. Hier werden 1409 projecten ingediend vanuit 126 verschillende landen, waaruit 16 winnende projecten zijn geselecteerd. Waaronder het Nederlandse Living Coffin, ’s werelds eerste volledig biologisch afbreekbare doodskist gemaakt van mycelium. Of ‘Claybens’, een ambitieus plan van Emy Bensdorp om de PFAS chemicaliën groep, die overal om ons heen te vinden is, uit vervuilde kleigrond te  verhitten tot bakstenen waardoor de chemicaliën worden vernietigd tot een schone baksteen.

DE KRACHT VAN CREATIVITEIT
Onze economie is gebaseerd op een linear systeem waarin waarde wordt gecreëerd door zoveel mogelijk te produceren en te verkopen. Het werkt vanuit de veronderstelling dat oneindige groei mogelijk is. Nu de gevolgen van de klimaatcrisis vandaag de dag steeds meer tastbaar zijn, zien we dat onze planeet niet geschikt is voor die oneindige groei. Als we denken aan verandering, zien veel mensen nog altijd obstakels die ze liever niet aan willen, of durven gaan. Een van de belangrijkste uitdagingen is om iedereen ervan te overtuigen dat we een nieuwe wereld kunnen creëren die ons leven niet minder, maar juist meer voldoening geeft.

“Veel mensen raken het spoor bijster bij zoveel verontwaardiging, klimaatvermoeidheid en desinteresse, maar creatievelingen niet”, zegt Richard van der Laken, medeoprichter en creatief directeur van WDCD. “Verbeelding is het vak van de creatieve gemeenschap: zien wat er nog niet is, een uitdaging aangaan en met optimisme vooruit gaan.”

MEEDOEN?
Deelnemers kunnen projecten indienen binnen de volgende thema’s: wat we eten, wat we dragen, wat we kopen, hoe we verpakken en hoe we bouwen. Begin 2023 selecteert een jury van vooraanstaande experts op het gebied van design, sociale impact en klimaatactie minimaal 10 winnaars. Drie van de winnende initiatieven gericht op consumentenproducten worden gefinancierd door WDCD’s nieuwe partner Secrid. Winnende ideeën worden werkelijkheid met € 10.000 aan financiering en een wereldwijd ontwikkelingsprogramma dat is opgezet in samenwerking met Impact Hub Amsterdam, inclusief online training, mentor sessies en een bootcamp. Dit programma ondersteunt de winnende teams bij het ontwikkelen van hun projecten.

“We kijken ernaar uit om te zien hoe designers en creatieve ondernemers circulaire principes gebruiken om tastbare oplossingen te leveren die klimaatverandering, afval en vervuiling aanpakken,” zegt Liz McKeon, Programmes Director – Planet bij de IKEA Foundation.“Wij geloven dat design kan bijdragen aan een betere toekomst en dat het mensen kan motiveren om zich thuis te voelen in een circulaire wereld.”

Deelnemers kunnen van 11 oktober 2022 tot 11 januari 2023 hun projectvoorstellen gratis online indienen via de website: makeitcircular.whatdesigncando.com.

https://www.emerce.nl/wire/what-design-can-do-daagt-creatieven-uit-om-circulaire-samenleving-bouwen

Waarom de EU haar strenge begrotingsregels los moet laten (Vrij Nederland)

Dit is een verhaal van Progressief Café. Deze groep van denkers focust zich de komende tijd op de Europese Unie en solidariteit. Hier vind je meer van hun verhalen.

Er waait een nieuwe wind door het ministerie van Financiën als het gaat om Europa: de nadruk op zuinigheid, discipline en striktheid is vervangen door een focus op investeren en hervormen. Waar de voormalig ministers van financiën Jan Kees de Jager (CDA), Jeroen Dijsselbloem (PvdA) en Wopke Hoekstra (CDA) bekend stonden om hun harde houding richting ‘het Zuiden’ en een coalitie van landen aanvoerden die hamerden op strikte naleving van de begrotingsregels, de zogenaamde ‘vrekkige’ landen, slaat de nieuwe minister van Financiën Sigrid Kaag (D66) een heel andere toon aan.

Terwijl Hoekstra zich als minister van Financiën bij de start van de pandemie nog met man en macht verzette tegen een Europees coronaherstelfonds – Zuidelijke lidstaten moesten maar leren de eigen broek op te houden – noemde Kaag het fonds dat er uiteindelijk toch kwam in haar Europalezing van 9 maart ‘een van de bouwstenen’ om de Europese economieën sterker te maken en benadrukte ze het belang van snellere groei van relatief arme landen.

In een brief aan de Kamer stelde Kaag zelfs onomwonden dat ‘draagvlak voor strikte toepassing van regels en effectieve handhaving’ niet alom aanwezig is onder de Europese ministers van Financiën – een erkenning van formaat gezien de Nederlandse traditie van havikachtig begrotingsbeleid. Tot verrassing van vriend en vijand deelde Kaag begin april een paper dat ze samen met haar Spaanse ambtsgenoot Nadia Calviño had opgesteld. Hierin pleiten de ministers onder andere voor specifieke, per land verschillende, ‘groei-vriendelijke’ plannen – een flexibiliteit die duidelijk een breuk vormt met het verleden van ‘regels zijn regels’.

Deze toon sluit aan bij een bredere trend die gaande is in Europa, namelijk de roep om flexibeler begrotingsregels en meer investeringsruimte. Eind mei maakte de Europese Commissie bekend dat de zogenaamde ‘ontsnappingsclausule’ voor de Europese begrotingsregels tot 2024 actief blijft. Dat betekent dat de limieten van 3 procent voor het begrotingstekort en 60 procent voor de staatsschuld, die tijdens de pandemie tussen haakjes werden gezet, tot 2024 niet zullen gelden. Daarmee houden landen de ruimte om de gevolgen van de coronacrisis te bestrijden.

De ontsnappingsclausule was niet de enige maatregel die de EU nam tijdens de pandemie om landen te ondersteunen. Een doorbraak was zeker ook het al eerdergenoemde coronaherstelfonds waarvoor de EU-lidstaten gemeenschappelijk lenen. Een pot geld waarmee de Europese Commissie bijna 750 miljard aan subsidies en leningen beschikbaar stelt. Inmiddels is bijna al dit geld verdeeld en zal het de komende jaren worden besteed. Dit geld moet naast het bestrijden van de economische gevolgen van de pandemie ook bijdragen aan andere grote uitdagingen waar de EU voor staat, zoals de duurzame energietransitie en de digitale transitie.

Ook heeft de Commissie de herziening van het Europees economisch bestuur, waaronder de begrotingsregels, na een coronapauze weer opgepakt. ‘Never waste a good crisis’ klinkt het nu door Europa: er is momentum om nieuwe afspraken met elkaar te maken over flexibeler regels die herstel stimuleren en het mogelijk maken te investeren in duurzaamheids- en technologische transities.

hoogoplopende spanningen

Met de hierboven genoemde noodmaatregelen koos de EU tijdens de pandemie voor een andere aanpak dan bij de Eurocrisis, waar de strenge maatregelen zorgden voor hoogoplopende spanningen tussen de noordelijke en zuidelijke lidstaten, en binnen de landen zelf, waar de werkloosheid snel opliep (het Zuiden) of luid werd geklaagd over het vergooien van belastinggeld aan potverteerders (het Noorden).

Bij de herziening van het Europees economisch bestuur zijn drie veranderingen noodzakelijk, in het verlengde van de coronanoodmaatregelen.

Toch zijn hiermee nog niet alle problemen opgelost. Want de schulden van veel lidstaten zijn zeer hoog. In Griekenland is de staatsschuld 193 procent van het bbp, in Italië 151 procent. Ook laat de klimaatcrisis zich steeds heviger voelen, met bosbranden in het Zuiden en overstromingen hier. De klimaatverandering zal Zuid-Europa ook aanzienlijk harder treffen. Het is daar al heter en droger dan in het Noorden, en de temperatuur loopt daar naar verwachting ook sneller op. Ondertussen vergrijst de EU, blijft de productiviteit achter en stijgt de ongelijkheid over het hele continent.

Tegelijkertijd kampen de landen van de EU bij elkaar opgeteld met een groen financieringstekort van maar liefst 520 miljard per jaar. Lidstaten moeten dus veel meer geld gaan uitgeven om hun klimaatdoelen op tijd te realiseren en om zich te wapenen tegen de veranderingen die al hebben plaatsgevonden in het klimaat.

Om dit soort uitdagingen het hoofd te bieden, zijn de begrotingsregels cruciaal. Bij de herziening van het Europees economisch bestuur zijn drie veranderingen noodzakelijk, in het verlengde van de coronanoodmaatregelen: flexibelere en per lidstaat specifieke begrotingsregels, duurzaamheidsindicatoren en doelen naast de huidige macro-economische doelen en in vervolg op het coronaherstelfonds dat in 2026 afloopt tijdelijke transitiefondsen die ook de meest schuldbeladen lidstaten in staat stellen om de benodigde investeringen te doen.

In de eerste plaats dienen de strenge en arbitraire begrotingsregels te worden aangepast. De regels stammen uit de jaren 90 en zijn gebaseerd om de toenmalige EU-gemiddelden. Een tijd dat de rente op staatsschuld in Nederland 10 procent was. Inmiddels schommelt die alweer jaren rond de 0 procent. Daarmee zijn aanzienlijk hogere schuldniveaus houdbaar. Zelfs een land als Italië betaalt ondanks zijn hoge schuld nu jaarlijks veel minder aan rente dan in de jaren 90. Toen piekte deze op meer dan 25 procent van de overheidsinkomsten. Nu is dat 8 procent.

Ook konden de opstellers van het Verdrag van Maastricht zich geen voorstelling maken van de schade die klimaatverandering de economie doet. Dit voorkomen is de best denkbare investering mogelijk voor de EU. Net als investeren in de kracht van de Europese economie. Daardoor kan de afhankelijkheid van de VS afnemen, die een veel minder betrouwbare partner is gebleken dan na de val van de muur werd gedacht, en ook van China en andere landen die alsmaar autocratischer opereren.

De EU zou indicatoren en doelen gericht op vervuilende overheidsuitgaven en subsidies die het klimaat en biodiversiteit schaden moeten opstellen.

In het Verdrag van Maastricht is vastgelegd dat er limieten moeten zijn voor het overheidstekort en de staatsschuld. Dit gebod afschaffen zou een Verdragswijziging impliceren – voorlopig nog een taboe aan de Europese onderhandelingstafel. Bovendien zijn gemeenschappelijke regels ook verstandig, gegeven de onderlinge afhankelijkheid tussen de eurolanden.

Uit een rapport van de Raad van State van februari blijkt echter dat de hoogte van deze limieten, de 3 procent voor het begrotingstekort en de 60 procent voor de staatsschuld, wel kunnen worden verruimd en per land op maat gemaakt. Daarmee kunnen landen meer tijd krijgen om hun schulden af te bouwen. Per land kan gekeken worden naar wat realistisch en haalbaar is. Om het protocol bij het Verdrag waar deze getallen in zijn vastgelegd te wijzigen is wel unanimiteit in de Raad van ministers van Financiën vereist.

Ten tweede is drastische vergroening van het Europees economisch bestuur vereist. Dat begint met de vergroening van de zogenaamde macro-economische onevenwichtighedenprocedure (MEOP). De MEOP is bedoeld om macro-economische problemen in Europa te identificeren en aan te pakken. Op dit moment richt dit instrument zich nog niet op klimaat of de circulaire economie. Dat terwijl deze wel grote macro-economische gevolgen hebben. De EU zou indicatoren en doelen gericht op vervuilende overheidsuitgaven en subsidies die het klimaat en biodiversiteit schaden moeten opstellen en hardere afspraken maken over het beprijzen van vervuilende activiteiten.

Tot slot moeten er nieuwe Europese fondsen in het leven worden geroepen. Het Europees coronaherstelfonds biedt hiervoor een goed model. Deze is gericht op gemeenschappelijke Europese doelen, wordt gemeenschappelijk gefinancierd en kijkt welke landen de meeste steun nodig hebben. Alleen zo kunnen de zuidelijke landen de investeringen doen die uiteindelijk in het belang van alle lidstaten zijn. Deze landen krijgen toegang tot het geld als ze hervormingen doorvoeren die hun economie sterker en duurzamer maakt.

De nieuwe transitiefondsen kunnen focussen op het verbeteren van de productiviteit en het versterken van arbeidsmarkten, groene investeringen die aansluiten bij de Europese Green Deal en sterkere instituties. De Green Deal kampt namelijk nu nog met het eerdergenoemde ‘financieringsgat’ van meer dan 500 miljard euro per jaar.

Alleen zo is het mogelijk om de grensoverschrijdende infrastructuur te bouwen die nodig is om Europa echt als een geheel te laten functioneren. Met hogesnelheidslijnen die vliegen overbodig maken, met pijpleidingen waar nu het gas en straks de waterstof doorheen kan stromen over de landsgrenzen heen.

meer betalen

Deze voorstellen impliceren wel dat rijke lidstaten zoals Nederland meer gaan afdragen. Maar dat is de enige manier om de gemeenschappelijke munt en markt, waar Nederland als open handelsland veel aan te danken heeft, te behouden. Het zal namelijk zorgen voor een stabieler en welvarender Zuid- en Oost-Europa, wat uiteindelijk in ieders belang is.

Bovendien is het alternatieve scenario, terug naar de oude regels en de disciplinerende werking van de markt, geen reële optie. Opnieuw vasthouden aan de beklemmende begrotingsregels zou met name landen met hoge schulden enorme schade toebrengen. De volgende eurocrisis is dan een feit. Daarnaast heeft de markt onvoldoende oog voor wat sociaal en ecologisch houdbaar en wenselijk is. Hier komt nog eens bij dat het onwaarschijnlijk is dat méér marktwerking bijdraagt aan een van de belangrijkste doelstellingen uit het Verdrag van Maastricht: dat de lidstaten economisch meer naar elkaar toe groeien, tegelijkertijd een voorwaarde voor een gezamenlijke stabiele munt.

Door te breken met haar ‘vrekkige’ traditie maakt Nederland een nieuw begrotingspact voor een sociaal en groen Europa mogelijk. Daarmee kunnen de EU-lidstaten weer naar elkaar toegroeien, een voorwaarde voor een stabiel continent, het oude ideaal van de Europese Unie. Daar zijn alleen wel nieuwe regels en instituties voor nodig.

Het bericht Waarom de EU haar strenge begrotingsregels los moet laten verscheen eerst op Vrij Nederland.

https://www.vn.nl/eu-strenge-begrotingsregels/

Purpose & tech: de groeiende rol van technologie in betekenisvolle bedrijven (Emerce)

Beter zorgen voor mens en aarde. Steeds meer consumenten willen het en een groeiend aantal bedrijven ‘is ermee bezig’. Tegelijkertijd wint ook de toepassing van technologieën als kunstmatige intelligentie, machine learning en blockchain terrein. Waarmee er businesskansen ontstaan op het snijvlak van die twee zaken. In welke sectoren zit beweging? En welke pioniers spelen een rol?

Beeldherkenningstechnologie om te bepalen wanneer fruit rijp genoeg is om te plukken, vraag en aanbod van voedsel beter op elkaar afstemmen en het benutten van bijproducten van voedsel eenvoudiger maken. De Ellen MacArthur Foundation (EMF) ziet een belangrijke rol voor AI bij het creëren van een circulaire economie: een wereld waarin afval en vervuiling zijn uitgebannen, producten en materialen in gebruik blijven en natuurlijke systemen hernieuwbaar zijn. Alleen wat het uitbannen van voedselverspilling betreft – waar eerdergenoemde voorbeelden zich op richten – raamt EMF de markt voor AI-toepassingen al op jaarlijks zo’n 127 miljard dollar vanaf 2030. En voor consumentenelektronica is dat negentig miljard, valt op te maken uit recent onderzoek dat de stichting samen met Google en McKinsey & Company deed. Wat betreft die laatste markt is dat vooral door langere levensduur van apparaten, slimmer onderdelen ontwerpen en hergebruiken en automatisering van e-waste recycling – bijvoorbeeld met behulp van beeldherkenningstechnologie en robotica.

Over alle markten heen (cijfers hierover worden niet genoemd) wordt ook de potentie voor product-as-a-service, rapid prototyping en het bouwen van logistieke retourketens genoemd.

Nu is een circulaire economie veelomvattend en erkent EMF dat de rol die AI kan spelen in de weg daarnaartoe vooral nog verkend wordt. Dat neemt echter niet weg dat AI al steeds vaker zijn plek vindt in oplossingen met een positieve invloed op de wereld. Het zojuist genoemde Google, dat recent claims aan de broek kreeg waaruit blijkt dat het niet altijd handelt met het welzijn van de mens voor ogen, heeft bijvoorbeeld de handschoen enige tijd geleden opgepakt onder de noemer AI for social good. Waarbij de zoekgigant bedrijven steunt die AI inzetten voor het oplossen van maatschappelijke uitdagingen. Denk daarbij aan expertise, funding – een potje van 25 miljoen – en begeleiding bij het gebruik van Googles open source machine learning-bibliotheek TensorFlow. Wat al oplossingen heeft opgeleverd als AI-gebaseerde overstromingsvoorspellingen en een apparaat dat voorspelt welke gebieden risico lopen op bosbranden – inclusief vroegtijdige melding aan de brandweer.

Premium
Om het werken met abonnementsmodellen – en daarmee circulariteit – eenvoudiger te maken, zijn onlangs de eerste resultaten van een decentrale digitale infrastructuur wereldkundig gemaakt (lees: blockchain). Wat een samenwerkingsverband is van Nederlandse organisaties als Circle Economy, Sustainable Finance Lab, Rabobank, Allen & Overy en Bundles. Het project is erop gericht de administratiekosten van circulaire diensten te verlagen. Het platform automatiseert daarom de administratie en netwerkcoördinatie. En moet ervoor zorgen dat alle betrokkenen gecompenseerd worden op basis van hun prestaties omtrent de dienstverlening. En dat voordelen en nadelen kunnen worden gedeeld. De toepassing werkt daarom met de binnen blockchains gebruikelijke smart contracts en moet in de toekomst ook microbetalingen ondersteunen. “Commerciële voordelen komen niet van het onderhoud van de infrastructuur, maar van de circulaire business die hierdoor wordt ondersteund”, stelt Elisa Achterberg, Project Lead bij Sustainable Finance Lab. “Daarom is het essentieel dat het platform open source is en wordt onderhouden door de community.” Het systeem is gepilot met onder andere elektrische auto’s (betalen per gereden kilometer), melkrobots en betalen naar gebruik met de wasmachines van Bundles.

Plastic Bank, dat een dubbele missie heeft om het milieu te beschermen en ‘banklozen’ in de armste regio’s van de wereld een inkomen te geven door ze te betalen voor inzameling van plastic afval, ziet op zijn beurt in blockchain een veilige en transparante manier om betalingen uit te voeren. Het plastic dat de inzamelaars naar gevestigde recyclingcentra brengen, kan worden ingewisseld voor digitale tokens waarmee goederen gekocht kunnen worden: van voedsel en water tot telefoonkaarten. Want iedere winkel kan de bijbehorende app gebruiken om de digitale tokens te accepteren. Waarbij Plastic Bank de verzamelaars overigens een consistente prijs betaalt die boven de marktprijs van plastic ligt, wat inzameling extra lonend maakt. Na recycling wordt het plastic voor een premium prijs verkocht onder de noemer Social Plastic.

Scepsis
Ook de Nederlandse koffieproducent Moyee Coffee, dat zorgt dat meer verdiensten aan koffie toekomen aan koffieboeren, breidt het gebruik van blockchain steeds verder uit. Gestart met het vastleggen van het proces om transparantie in waarde en betalingen aan boeren te krijgen, is er enige tijd geleden ook een marketingcomponent aan toegevoegd. Om de voordelen van blockchain tastbaarder te maken voor consumenten, krijgt iedere zak uit de Token-koffielijn één token. De waarde daarvan, 50 cent, komt overeen met het marketingbudget per zak. Via een speciaal blockchainplatform kunnen consumenten kiezen om dit geld in zichzelf te investeren (lees: korting), in Moyee of in de boeren en gezinnen die hun koffie produceren. Waarmee de waarde van een individuele koffieliefhebber dus direct naar boeren kan gaan, zonder tussenkomst van een merk of bedrijf. Tijdens het teststadium bleek dat ongeveer de helft van de consumenten het geld doneerde.

In het licht van recente onderzoeken verbaast die bereidheid van consumenten niet. Gemiddeld stelt bijna de helft van de Nederlanders (46 procent) duurzame of maatschappelijk verantwoordelijke aspecten belangrijk te vinden bij aanschaf van producten en diensten. Bij hoge milieu-impact, en daarmee grotere invloed door de consument, stijgt dit boven de zestig procent, becijferden b-open en GfK vorig jaar. Denk hierbij aan energie, witgoed en voedsel. “Mensen willen consumeren zonder schuldgevoel. Maar ook de toegenomen kwaliteit van duurzame producten speelt daarbij een rol”, aldus Annemarie Perquin van GfK in een verklaring. Tegelijkertijd stijgt echter ook de scepsis: 43 procent wantrouwt claims over duurzaamheid of maatschappelijk verantwoord ondernemen. Waar het brengen van meer transparantie via blockchain dus onder andere op inspeelt.

Loonoffer
En wat mensen als consument willen, willen zij ook op de werkvloer, laten internationale ontwikkelingen al een tijdje zien. Tienduizenden Franse studenten van prominente universiteiten gaven middels een petitie al aan niet bij bedrijven te komen werken als die niet om het milieu geven – een vergelijkbare Zweedse variant volgde vlot. En Harvard Business Review tekende vorig jaar op dat Amerikaanse werknemers bereid zijn 23 procent van hun inkomen in te leveren om altijd betekenisvol werk te kunnen doen. Waarmee de urgentie voor verandering lijkt toe te nemen.

Uitdaging: voedselverspilling voorkomen
Ruim 125 miljoen dollar private funding stroomde in de eerste tien maanden van 2018 naar Amerikaanse bedrijven die voedselverspilling tegen willen gaan. Onder andere prominente investeerders als Andreessen Horowitz en S2G Ventures zien kansen. Een van de partijen die zich op dit aandachtsgebied richt is Leanpath, dat apparatuur levert om voedselverspilling te meten en bij te houden en koks coacht in hoe ze die gegevens moeten gebruiken. Om bijvoorbeeld scherper in te kopen en overgebleven ingrediënten te verwerken in nieuwe gerechten. Daarmee lijkt het in zijn werkwijze enigszins op het Nederlandse Wastewatchers, dat zich sinds 2013 hierop richt.

Hetzelfde doel, maar via een andere route, heeft Too Good To Go. In de app van dit Deense bedrijf, dat ongeveer een jaar actief is in Nederland, kunnen consumenten bekijken op welke locaties deelnemende bedrijven voedsel voor ze klaar hebben liggen tegen sluitingstijd. Van restaurants tot Jumbo Supermarkten. Vervolgens bestellen en betalen klanten direct in de app. In ons land staat de teller op rond de 250.000 geregistreerde gebruikers en ruim duizend partners.

Weer op een andere plek in de keten opereert Wasteless, de winnaar van de Emerce Top 10 European Start-ups 2018, dat dynamic pricing inzet om voedselverspilling in onder andere supermarkten te voorkomen. Waarbij de prijs op een elektronisch prijskaartje beïnvloed wordt door bijvoorbeeld de houdbaarheidsdatum van het product.

Uitdaging: zwerfafval uitbannen
Drinkbekers, verpakkingen, tasjes en ander afval dat rondzwerft is een hardnekkig en groeiend probleem. Zowel voor de plek waar het wordt achtergelaten als voor de oceanen waar veel van het spul uiteindelijk in belandt. Toen het uit frustratie posten van beelden van zwerfaval op Instagram steeds meer navolging kreeg, besloot de Amerikaan Jeff Kirschner een stap verder te gaan. Via zijn online project Litterati zijn de afgelopen jaren zo’n drie miljoen stukken zwerfafval niet alleen opgeruimd, maar ook vastgelegd met gebruik van de Litterati-app. Waarbij met behulp van gps direct een geotag gekoppeld is aan de foto. En gebruikers via beeldherkenning tags gesuggereerd krijgen over categorie, object, materiaal en merk. Om zo inzichtelijk te maken om welk afval het precies gaat en waar het zich bevindt om zo ‘afvalkaarten’ te creëren.

Kirschner zoekt daarop samenwerking met overheden en bedrijven. Bijvoorbeeld om gemeenten te helpen hiaten in hun infrastructuur te begrijpen, zoals onvoldoende vuilnisbakken in een bepaalde buurt, waardoor de buurt overspoeld wordt door afval. En om bedrijven aan te moedigen om hun merkverpakkingen opnieuw te ontwerpen, zodat deze minder vervuilend zijn. Recent kreeg Litterati een subsidie van 750.000 dollar om zijn AI en beeldherkenningstechnologie verder te ontwikkelen. Inkomsten haalt het echter ook uit de verkoop van data aan bedrijven en overheden. De stad San Francisco gebruikte de data bijvoorbeeld om de verhoging van belasting op sigaretten te bekrachtigen.

Nederland blijkt overigens koploper in het gebruik van de app. Ruim een derde van het afval is hier vastgelegd. Kartrekker Dirk Groot, ook bekend als de Zwerfinator, wist snoepjesfabrikant Antaflu al in beweging te krijgen met de data.

Uitdaging: zeldzame aandoeningen beter behandelen
Als artsen ruime ervaring hebben met een behandeling is de kans groter dat het een succes wordt. Er zijn echter veel zeldzame aandoeningen waar weinig kennis over is, of deze kennis is zeer versnipperd. Reden voor de Nederlandse biotechstart-up SocialGenomics om patiënten te verbinden met wereldwijde behandelopties. Want wat op lokaal niveau zeldzaam is, kan elders op de wereld al bekend zijn. Die verbinding legt het bedrijf op basis van een patiëntprofiel, dat bestaat uit medische en genetische informatie die patiënten zelf aanleveren.

Het bouwt aan een slim sociaalmedianetwerk met een matchmaker tool, zoals het bedrijf het zelf stelt. Met de missie om kennis wereldwijd toegankelijk te maken. Want hoewel het lijkt alsof we via digitale wegen overal toegang toe hebben, is dit in de zorg nog niet het geval, stelt CEO en oprichter Susanne Baars in eerdere interviews. Zo heeft de slagingskans – of zelfs overlevingskans – bijvoorbeeld te maken met waar je op de wereld geboren bent. Evengoed wordt er ook aan deze kant van de aarde nog veel in silo’s gewerkt. Ervaring en kennis bundelen zorgt ervoor dat SocialGenomics’ systeem met behulp van artificial intelligence patronen kan identificeren en mensen aan elkaar verbinden. Zowel patiënten aan artsen als patiënten onderling om elkaar steun te bieden.

Een moonshot noemt Baars het zelf. Het bedrijf zit dan ook nog in een vroege fase, werkt aan funding en wil vanuit een Nederlandse basis wereldwijd gaan.

* Dit artikel verscheen eerder in het meinummer van Emerce magazine (#171).

https://www.emerce.nl/nieuws/purpose-tech-groeiende-rol-technologie-betekenisvolle-bedrijven