Erwin Olaf (1959-2023): ‘De illusie dat je oneindig leeft is voorbij’ (Vrij Nederland)

‘Ik stond te hijgen als een oude hond, ik kon niet voor- of achteruit. Mijn hart hield het niet, dat kreeg te weinig zuurstof.’ Op een berg bij Los Angeles, tijdens een van zijn laatste fotosessies, dacht Erwin Olaf dat zijn einde voortijdig nabij was.

‘Boven de vijftienhonderd meter begint het voor mij snel kritiek te worden, vanwege mijn longemfyseem. Ik werd onwel en vermoedde het begin van een hartaanval.’ De combinatie van hitte, ijle lucht en de as van verbrande Californische bomen leek hem fataal te worden. Wie weet speelden ook emoties over het overlijden van zijn moeder, een paar dagen eerder, een rol.

Een maand later zit de fotograaf opgewekt in zijn studio en kan het avontuur uitgebreid navertellen. Hij is geschrokken van zijn lichaam, de dood was daar in Californië echt veel te vroeg gekomen. ‘Dit jaar wordt een jubeljaar, dat wil ik echt niet missen.’

Een jubeljaar is het behalve voor hemzelf – emfyseem of niet, hij wil straks op 2 juli gewoon 60 jaar worden – ook voor de liefhebbers van zijn foto’s. Eerst is er vanaf half februari de grote overzichtstentoonstelling in het Haags Gemeentemuseum en het Fotomuseum. Hij heeft net bij de drukpers in Brugge staan waken over de kwaliteit van de bijbehorende catalogus die in vier talen zal verschijnen, met vier verschillende omslagen. ‘Vierhonderd pagina’s, jongen. Je kunt er iemand een doodklap mee geven.’ Hij is nog niet helemaal tevreden met wat er tot nu toe van de persen rolde. ‘De kleuren zijn al heel mooi, maar het zwart-wit is het nog net niet, daar moet nog even aan worden gewerkt.’

‘Dit jaar wordt een jubeljaar, dat wil ik echt niet missen.’

Later dit jaar zal zijn werk te zien zijn in het Rijksmuseum. ‘Taco Dibbits en ik zoeken naar thematische combinaties van mijn foto’s, die het Rijks vorig jaar heeft aangekocht, met schilderijen uit de collectie van het museum.’

Het is druk als altijd bij Fotostudio Erwin Olaf, waar de laatste prints worden afgewerkt voor de tentoonstelling in Den Haag. ‘Het bedrijf draait door, dat is een geoliede machine. Daar zorgt het roodharige monster wel voor.’ Dan heeft hij het liefdevol over Shirley den Hartog, de vrouw die zijn werkende leven runt en met wie hij een unieke zakelijke twee-eenheid vormt. Zij is er even tussenuit, maar ze heeft de studio zoals altijd in perfecte orde achtergelaten. Erwin Olaf zelf vertrekt straks voor een maand naar Vietnam – daar wil hij voor zijn feestjaar losbarst wat kleur op de wangen krijgen en letterlijk op adem komen. ‘Mijn longarts zegt: die Hollandse winters moet je voortaan zien te vermijden.’

Op tijd voor de begrafenis

Terugkijkend op zijn ademnood boven op die door bosbranden getroffen Californische berg krijgt hij het opnieuw benauwd. ‘We waren met een groot team op pad – assistenten, belichters, stylisten, modellen – en ze bleven maar vragen op me afvuren: “Wat wordt je point of view? Hoe wil je die verbrande auto precies in beeld? En hoe die verkoolde pine trees?"Geen idee waar ze het over hadden, ik was alleen maar bezig met overleven.’ Hij hapt weer naar adem bij de herinnering. ‘Je lichaam vraagt om zuurstof en het hart wil leveren, maar het krijgt te weinig van de longen en slaat dus op hol.’

De acute ademnood was maar één van de obstakels die van de Amerikaanse sessies een rampzalige onderneming dreigden te maken. De ploeg van zo’n vijftig mannen en vrouwen – ‘een kleine filmproductie’ – raakte collectief van slag toen een paar dagen voor de eerste shoot bekend werd dat de moeder en grootste fan van de fotograaf, Lida Springveld, na een lang ziekbed op 85-jarige leeftijd was overleden. ‘Ze was steeds in mijn gedachten als ik níét aan het werk was – als ik fotografeer, vergeet ik alles en iedereen.’ Om op tijd terug te zijn voor de begrafenis moest het team werkdagen inleveren. Toen bleek een van de locaties, een jarenvijftig-villa in een gated community, wegens burenruzies niet beschikbaar.

De acute ademnood was maar één van de obstakels die van de Amerikaanse sessies een rampzalige onderneming dreigden te maken.

Ondanks die tegenslagen heeft de Palm Springs-expeditie een schat aan nieuw materiaal opgeleverd, zegt Erwin Olaf terwijl we aan de lange eettafel in de studiokeuken naar de Amerikaanse foto’s kijken. ‘Er hing een engeltje boven ons hoofd, misschien was het mijn moeder wel. Ik kreeg zelfs de licht bewolkte dag die ik me had gewenst, waardoor het licht iets mystieks kreeg.’

Vanuit Nederland waren de locaties gescout en de modellen uitgekozen. Als altijd had hij schetsen gemaakt van de scènes. ‘Je bent aan het casten, je bekijkt honderd foto’s, je bedenkt situaties. Lang blijft dat een puur esthetische exercitie – in den beginne is per slot van rekening altijd het beeld. De inhoud sluipt later als vanzelf in de foto’s.’ Het echte werk is het kneden en fijnslijpen tijdens de shoot zelf, zegt hij. ‘Dan kom je onder grote druk te staan, het is hectisch, tijd is geld, veel geld in dit geval, je fantasie botst op de realiteit. Hoe goed ik het ook voorbereid, veel berust uiteindelijk op toeval. Als ik op locatie fotografeer, neem ik impulsieve beslissingen en werk ik op intuïtie.’

Fictioneel geouwehoer

Ondanks de extreme vermoeidheid gaf Palm Springs een kick. ‘Er gloorde een nieuwe richting in mijn werk, door de andere techniek die je nodig hebt buiten de studio. We hadden uitgebreid studie gemaakt van oude voorbeelden van licht uit de jaren vijftig en zestig, toen er veel op locatie werd geflitst vanuit de camera.’ Waar hij vroeger de beperking van de studio zocht, bleek de combinatie van binnen- en buitenwereld iets extra’s op te leveren. ‘We kregen af en toe een stukje van het verhaal cadeau.’

'Fictioneel geouwehoer, iedereen moet er zelf maar iets van vinden.'

Een van de uitgangspunten was een ‘interraciale’ casting, volgens zijn stelregel dat we vanzelf alle kleuren van de regenboog krijgen als we allemaal maar de liefde met elkaar blijven bedrijven. ‘Ik wilde laten zien dat er tegenwoordig zoveel mooie kleuren huid zijn. Maar als je eenmaal gaat fotograferen, merk je dat je onherroepelijk verzeild raakt in een raciaal discours.’

Als de cast eenmaal op locatie bij elkaar komt, gaat zo’n project een eigen leven leiden, zegt Erwin Olaf. ‘Bijvoorbeeld de houding die deze jongen (op de hoofdfoto, red.) aannam. Die refereert aan de klassieke beeldhouwkunst, maar ook aan de protesthouding van Colin Kaepernick tijdens het spelen van het Amerikaanse volkslied.’ En die twee jongens in die villa uit de jaren vijftig, de een in zwembroek en de ander in legerkleding uit de tijd van de Korea-oorlog, hadden nooit van plaats kunnen wisselen, merkte hij tijdens het fotograferen.

‘Toen ik de schetsen maakte, dacht ik: ik zie straks wel wie wat aantrekt. Maar een donkere jongen kon destijds hoogstwaarschijnlijk niet geloofwaardig zijn als bewoner van dat riante villacomplex. De zoon des huizes was zonder twijfel wit en de donkere jongen stond op het punt om in Korea te sneuvelen in de strijd tegen het communistische gevaar. Fictioneel geouwehoer, iedereen moet er zelf maar iets van vinden.’

Het was voor het eerst sinds jaren dat hij weer zo’n typische mannenfoto maakte, nadat hij jarenlang met vrouwelijke modellen had gewerkt. Hij liet de jongens liefdevol met de voorhoofden tegen elkaar staan als ‘een teken van liefde, maar wel typisch mannelijk, niet iets tussen man en vrouw.’

Zelf kwam hij achter de camera vandaan voor een variant van David Hockneys Portrait of an Artist (Pool with Two Figures) uit 1972 – toevallig kort na de Palm Springs-sessie geveild voor het recordbedrag van 90 miljoen dollar. ‘In dat zelfportret van de fotograaf wil ik de onbereikbaarheid van de schoonheid laten zien, het verlangen naar wat je niet meer bent. Je kunt dan wel je feesttenue aantrekken, je blijft een oude kerel van zestig, met je ommuurde paradijselijke tuin.’

Ook dat paradijselijke valt bij nader inzien tegen, want waar de achtergrond bij David Hockney weelderig groen is, zie je bij Erwin Olaf vergeeld gras en een kale berg. ‘De productie stelde voor om dat gras groen te spuiten. Heel fijn als mensen zoiets voor je willen doen, maar ik wilde dat juist niet. Het verdroogde gras geeft de verzonnen, kunstmatige wereld van Palm Springs iets mooi schrijnends.’

Dat lichaam gaat meer lijden

Voor ze aan de slag gingen in Palm Springs waren Shirley en Erwin in Los Angeles geweest om te praten over Erwins eerste speelfilm, Een schitterend gebrek, een verfilming van het boek van Arthur Japin. Ze aten er met Reinout en Danielle Oerlemans, met wie hij dat filmproject ooit was begonnen, met Joop en Janine van den Ende, bewonderaars van zijn werk, en met een casting director uit Hollywood. Het was een positieve avond, het filmproject was besproken, de tafelgenoten toonden zich bereid om mee te denken en te helpen. De toegang tot grote sterren lag open, er was zicht op financiering. ‘Die film zat dus voor in mijn hoofd tijdens het Palm Springs project,’ zegt Erwin Olaf. ‘Ik werd daar steeds ongeruster over omdat een week fotograferen met zo’n groot team al nauwelijks lukte. Hoe moest het dan met een filmproductie van drie maanden?’

Na de laatste shoot reden ze meteen naar het vliegveld om op tijd te zijn voor de begrafenis van Erwins moeder. ‘Ik stapte in en gooide de schuifdeur van de productiebus dicht. Daarna keek ik naar Shirley en zij keek naar mij. Ik zei: ik ga die speelfilm níét maken. En Shirley antwoordde: ik wilde net tegen je zeggen dat je die film niet moet doen. Daarmee was het beklonken.’

Terug in Nederland was er eerst de begrafenis, maar al vrij snel daarna belde hij alle betrokkenen bij de film, Arthur Japin als eerste. ‘Arthur reageerde heel emotioneel.’

'Laatst heb ik een vroeger sekscontact gefotografeerd, een oudere acrobaat uit voormalig Oost-Duitsland.'

Pas door de reactie van Japin besefte hij dat zes jaar van voorbereidingen nu voor niets waren geweest. ‘En ik realiseerde me meteen ook hoeveel ik in die periode lichamelijk achteruit was gegaan, ik ben nu echt een zieke kerel geworden. Ik ga niet stoppen met werken, maar aan de andere kant: I ain’t seen nothing yet, dat lichaam van mij gaat meer lijden. Je kunt wel zoveel willen, maar de illusie dat je oneindig leeft is voorbij. Ik weet nu dat ik me moet gaan voorbereiden.’

Oude Duitse acrobaat

Binnenkort roept hij zijn personeel bij elkaar om te vertellen dat hij een nieuwe weg inslaat. Nee, Shirley en hij stoppen niet met de Studio. Want hoe slechter zijn lichaam eraan toe is, hoe beter het gaat met de kunst. ‘Er is die reeks tentoonstellingen, maar daarnaast worden mijn foto’s nu overal verkocht, van Seoul tot Parijs en van Amsterdam tot Shanghai – en in mijn nieuwe New Yorkse galerie, Edwynn Houk Gallery.’

Voorlopig gaat hij nog niet ‘rondschuifelen in een studio aan de Middellandse Zee om daar geweldige stillevens met dooie takken te maken’. Wel wil hij in de Studio meer ruimte geven aan jonge fotografen. ‘Er lopen hier talentvolle jongens en meisjes rond, ik ga de rol van mentor met verve spelen.’ Daarnaast barst hij alweer van de plannen. Hij gaat verder met de bewegende foto’s, de moving billboards, die in Den Haag te zien zullen zijn. ‘En ik wil verdwijnende identiteiten onderzoeken: adel, religie, circus. Laatst heb ik een vroeger sekscontact gefotografeerd, een oudere acrobaat uit voormalig Oost-Duitsland. Die vertelde meeslepend over het uitstervende circusleven.’

Gaat de fotograaf, ooit opgeleid tot journalist, echt een meer documentair pad inslaan – de vorm van fotografie waartegen hij zich lange tijd heeft afgezet? ‘Met de technische en inhoudelijke kennis die ik heb opgebouwd, kan ik nu terugkeren naar een vorm van verslaggeving. Ja, júíst nu de musea eindelijk hun poorten openen voor mijn geënsceneerde fotografie.’

Naschrift juni 2019

De dubbeltentoonstelling 'Erwin Olaf' in het Gemeentemuseum en Fotografiemuseum Den Haag was met 328 duizend bezoekers de best bezochte fototentoonstelling in Nederland ooit.

Read an English translation of this interview here.

Het bericht Erwin Olaf (1959-2023): ‘De illusie dat je oneindig leeft is voorbij’ verscheen eerst op Vrij Nederland.

https://www.vn.nl/erwin-olaf-interview/

Inspirerende 40 van 2023: Too Good To Go voert weer de lijst aan (MT.nl)

De Inspirerende 40 zijn donderdag bekendgemaakt tijdens het businessfestival Impact on the Beach in Scheveningen. Ook werden de 25 ‘Ones2watch’ onthuld: nog vrij onbekende impactbedrijven die flink groeien.

Het onderzoek naar de meest inspirerende organisaties van Nederland is voor de 13e keer uitgevoerd. Adviesbureau Synergie werkte daarvoor samen met met data- en onderzoeksbedrijven Dynata en DataIM.

Om de volgorde te bepalen, vroegen de onderzoekers de ruim 5.800 respondenten om organisaties te beoordelen met een score op vier thema’s: hun visie, innovatievermogen, klantervaring en hoe ze relaties met klanten onderhouden.

Too Good To Go meest inspirerende bedrijf

Voor het vijfde jaar op rij is Too Good To Go de grote winnaar van de Inspirerende 40. Op nummer twee staat ASML, als nieuwkomer in de lijst. ‘Dat heeft er vooral te maken dat ze in april veel in het nieuws waren na de nieuwe exportbeperkingen voor ASML-machines. Daardoor is het bedrijf op gaan vallen bij mensen’, zegt Jelmer van der Meulen, initiatiefnemer van de Inspirerende 40.

Lees ook: Waarom ze bij ASML innoveren met mensen met autisme en ADHD

De grootste stijger van dit jaar is Nike, dat bij de vorige editie net buiten de lijst viel en nu op plek acht staat. Ook Swapfiets, Intratuin, Oatly en Vinted zijn flink geklommen. Organisaties die uit de lijst zijn verdwenen zijn onder meer de Consumentenbond, Van Gogh Museum, Ekoplaza en Picnic.

Opvallend is dat de stijgers veelal bedrijven zijn die de ‘what’s in it for me?’-vraag hoog in het vaandel hebben staan, zegt Van der Meulen. ‘Onder de economische druk hadden we verwacht dat mensen minder idealistisch zouden zijn in maatschappelijke verantwoordelijkheid en duurzaamheid. Maar beide waardes worden nog steeds het meest genoemd als we denken aan een inspirerende organisatie.’

De Inspirerende 40 van 2023

1 Too Good To Go
2 ASML
3 Fairtrade Original
4 Lush
5 Seepje
6 Rainforest Alliance
7 Rituals
8 Nike
9 Swapfiets
10 Lego
11 Dopper
12 Marcel’s Green Soap
13 Samsung
14 Sonos
15 Tony’s Chocolonely
16 Dille & Kamille
17 Miele
18 Bugaboo
19 Follow the Money
20 Velux
21 Netflix
22 Oatly
23 Apple
24 Polestar
25 Vinted
26 Intratuin
27 ANWB
28 Efteling
29 Vegetarische Slager
30 Ikea
31 bol.com
32 Greenwheels
33 The Body Shop
34 Tesla
35 Auping
36 Coolblue
37 Vivera
38 Gazelle
39 Adidas
40 Douwe Egberts

Angst voor greenwashing

Wel komt er steeds meer argwaan tegenover organisaties die de wereld zouden verbeteren. De angst voor greenwashing kan daar een onderdeel van zijn. Van de 128 organisaties die onder de loep zijn genomen zijn er 80 in eindscore gedaald. De scepsis tegenover organisaties groeit dus.

Veel duurzaamheidsvraagstukken worden ook steeds zichtbaarder, zegt Van der Meulen. ‘Je kan geen krant openslaan of er staat iets over een bosbrand of hittegolf. Steeds meer mensen vragen zich af: bieden organisaties nog wel handelingsperspectief?’

Mensen hebben dan ook steeds meer behoefte aan organisaties die hen persoonlijk stimuleren om te veranderen, zoals Intratuin. Of HappySoaps, die niet voor niets de nummer één is onder de 25 Ones2watch. ‘Het geeft mensen het gevoel dat verandering toch mogelijk is’, verklaart Van der Meulen.

Impact on the Beach

Het evenement Impact on the Beach is voor het tweede jaar georganiseerd door adviesbureau Synergie, in samenwerking met diverse partners. In Scheveningen zijn 365 ondernemers bij elkaar gebracht – één voor elke dag van het jaar – om kennis, ervaring en inspiratie uit te wisselen. Het businessfestival wordt georganiseerd zonder winstoogmerk en heeft als doel de overgang naar maatschappelijk positieve organisaties te versnellen.

De Inspirerende 40 is net als Impact on the Beach een project van Synergie. Dit adviesbureau helpt organisaties transformeren om duurzame impact te maken. Synergie is tevens een B Corp.

https://mtsprout.nl/impact/inspirerende-40-2023

Het voetbalavontuur dat tot een nieuwe achternaam leidde: Jerry van Wolfgang heeft bij ADO rust gevonden (AD Arnhem)

Dansen met Didier Drogba in een stripclub, vluchten voor bosbranden, een nieuwe achternaam en wonen in een hotel. Zijn talent bracht Jerry van Wolfgang (31) niet naar de top van de voetbalwereld, maar liet wel zijn dromen uitkomen. Het bijzondere levensverhaal van de aanvaller van ADO Den Haag.

https://www.ad.nl/regiosport-den-haag/het-voetbalavontuur-dat-tot-een-nieuwe-achternaam-leidde-jerry-van-wolfgang-heeft-bij-ado-rust-gevonden~a19d25e4/

Het voetbalavontuur dat tot nieuwe achternaam leidde bij voormalig Go Ahead Eagles-speler Jerry van Wolfgang (De Stentor Arnhem)

Dansen met Didier Drogba in een stripclub, vluchten voor bosbranden, een nieuwe achternaam en wonen in een hotel. Zijn talent bracht Jerry van Wolfgang (31) niet naar de top van de voetbalwereld, maar liet wel zijn dromen uitkomen. Het bijzondere levensverhaal van de voormalig aanvaller van Go Ahead Eagles, nu spelend voor ADO Den Haag.

https://www.destentor.nl/ga-eagles/het-voetbalavontuur-dat-tot-nieuwe-achternaam-leidde-bij-voormalig-go-ahead-eagles-speler-jerry-van-wolfgang~a19d25e4/

Alarmcentrale ANWB 900.000 keer gebeld door Nederlanders met pech (Dagblad 070)

Bij de alarmcentrale van de ANWB zijn de afgelopen zomervakantie ruim 900.000 meldingen binnengekomen van Nederlanders met pech in het binnen- en buitenland. Vooral door het noodweer in Europa was het aantal schademeldingen "uitzonderlijk hoog", meldt de ANWB maandag.

De meeste hulpvragen kwamen uit Italië, daar was een stijging van zo'n twintig procent ten opzichte van vorig jaar. De meldingen gingen vooral over schade door hagel die eind juli het land teisterde. De ANWB stuurde een team naar het Gardameer om ruim honderd auto's van vakantiegangers te repareren.

De 24 wegenwachten die in Frankrijk en Italië op populaire vakantiegebieden zijn gestationeerd en het extra servicepunt in de buurt van Orange, hebben in de zomervakantie ruim 1500 auto's met pech gerepareerd. Een speciaal team dat ingezet is om pechgevallen op afstand te behandelen heeft volgens de ANWB zo'n 2000 problemen opgelost.

De meeste meldingen van Nederlanders met autopech of pech aan de camper of caravan kwamen uit Frankrijk, Duitsland en Italië. Vakantiegangers belden vooral over startproblemen, een lekke band en geen reservewiel en brandende controlelampjes. In totaal repatrieerde de ANWB bijna 5000 auto's naar Nederland omdat ze ter plekke niet konden worden gerepareerd.

Daarnaast kwamen er veel meldingen over medische hulp uit Turkije, Spanje, Frankrijk en Italië. Ook uit verre landen werd er meer dan vorig jaar gebeld. De ANWB kreeg hulpvragen uit vooral Thailand, Indonesië en Sri Lanka. De meeste belden omdat ze klachten hadden over hun buik en oor maar ook over koorts.

Volgens de ANWB is het aantal meldingen over hitte niet meer geworden dan voorgaande jaren. Wel kwamen er meer hulpvragen door bosbranden in Griekenland, Frankrijk en op het Canarische eiland Tenerife. Uit de Alpenlanden zoals Oostenrijk en Slovenië kwamen er vooral meldingen over hagel, onweer en overstromingen. Ook namen vakantiegangers contact op met de alarmcentrale voor advies over evacuaties, gemaakte kosten en alternatieve accommodaties of vervoersmiddelen.

https://dagblad070.nl/landelijk/alarmcentrale-anwb-900000-keer-gebeld-door-nederlanders-met-pech