De brandweer oefent blussen van natuurbrand in Catalonië ‘zónder water’ (De Stentor voorpagina)

Twaalf Nederlandse brandweerlieden oefenden afgelopen week in Catalonië het bestrijden én voorkomen van natuurbranden. Langere periodes van droogte en hitte zijn steeds gebruikelijker. Daarmee groeit het risico op zo’n soms onstuitbare vuurzee, ook in Nederland. Om dit gemakkelijker te bestrijden, oefenen ze met een zelf-aangestoken bosbrand. ,,Een kleine brand kan al snel een grote impact kan hebben.”

https://www.destentor.nl/binnenland/de-brandweer-oefent-blussen-van-natuurbrand-in-catalonie-zonder-water~ac4969a1/

De brandweer oefent blussen van natuurbrand in Catalonië ‘zónder water’ (Algemeen Dagblad/AD)

Twaalf Nederlandse brandweerlieden oefenden afgelopen week in Catalonië het bestrijden én voorkomen van natuurbranden. Langere periodes van droogte en hitte zijn steeds gebruikelijker. Daarmee groeit het risico op zo’n soms onstuitbare vuurzee, ook in Nederland. Om dit gemakkelijker te bestrijden, oefenen ze met een zelf-aangestoken bosbrand. ,,Een kleine brand kan al snel een grote impact kan hebben.”

https://www.ad.nl/binnenland/de-brandweer-oefent-blussen-van-natuurbrand-in-catalonie-zonder-water~ac4969a1/

De Caribische eilanden als het klimaat-voorland voor Nederland (De Erfgoedstem)

Dit interview is onderdeel van een reeks over klimaatverandering en erfgoed. De reeks is een initiatief van het platform Klimaat en Erfgoed. Periodiek verschijnt er een interview met een expert. Dit keer is het woord aan Suzanne Loen. Als landschapsontwerper en onderzoeker initieert ze en is ze betrokken bij projecten in het Caribisch gebied, waar de gevolgen van klimaatverandering acuter zijn dan in Nederland en versterkt worden door menselijk handelen in het verleden en heden.

Heb je vragen over het interview of wil je meer weten? Neem dan contact op met het platform via info@klimaatenerfgoed.nl of bezoek onze website / LinkedIn pagina.

Kan je iets over jezelf vertellen en over jouw betrokkenheid bij het onderwerp van klimaat en landschap?

Op dit moment werk ik onder andere aan projecten in het Caribisch gebied en adviseer ik verschillende gemeenten op het gebied van landschap en erfgoed zoals bijvoorbeeld bij de versterking van de IJsseldijken in de Krimpenerwaard. Daarnaast geef ik ook de minor Heritage and Design bij de sectie Landcape Architecture aan de TU Delft. Dit is een keuzevak dat open staat voor studenten vanaf het tweede jaar van alle universiteiten en faculteiten ook buitenlandse studenten zijn welkom. De studenten onderzoeken historische groen- en waterstructuren, zoals Agnetapark in Delft, en maken een herontwerp. De verschillende visies op groen en watererfgoed van de studenten maken het vak heel inspirerend om te geven. Ik ben destijds ook in Delft afgestudeerd en heb daarna bij de sectie Landschapsarchitectuur met mijn collega Inge Bobbink gewerkt aan de publicaties Land inZicht en Water inZicht. Dit heeft mij in de richting van cultuurhistorische landschappen en watersystemen gestuurd.

Eén van de dingen die ik mijn studenten leer is dat in Nederland de waterhuishouding lang sturend is geweest voor de inrichting van het landschap. Van oorsprong is de watermachine sterk verankerd in het landschap. Het Nederlandse landschap is een grotendeels door mensen gevormd landschap, door toedoen van menselijk handelen en technische ontwikkelingen. Kennis over de ontwikkelingsgeschiedenis van ons landschap is essentieel om onze historische water- en groenstructuren te begrijpen.

Via een collega aan de TU Delft, Mo Smit, ben ik in 2015 betrokken geraakt bij een onderzoeksproject naar de woon-en werkomgevingen van de textielindustrie Indonesië. Hier zag ik dat fabrieken, die grotendeels voor Nederlandse kledingmerken produceerden, extreme hoeveelheden grondwater onttrokken, met bodemverzakkingen en overstromingen tot gevolg, en tegelijkertijd het oppervlaktewater vervuilden. Het ecologische evenwicht en de zoetwatervoorziening wordt hierdoor ernstig bedreigd. Indonesië is hierin niet uniek. Over de hele wereld is sprake van een verstoorde relatie tussen zoetwatermanagement en ruimtelijke ontwikkeling, ook in Nederland. Door dit project ben ik mij gaan toeleggen op onderzoek naar potentie van historische zoetwatersystemen voor een veerkrachtig waterbeheer.

Op de universiteit en in ons vakgebied was nog weinig aandacht voor zoetwatermanagement en drinkwatervoorzieningen; de meeste aandacht ging toen nog uit naar waterveiligheid.

Daarom ben ik het onderzoeksproject ‘Thirsty islands’ gestart. In 2020 startte het project op Curaçao in samenwerking met National Archaeological Anthropological Memory Management (NAAM). Vanaf dit jaar heeft het project vervolg gekregen in het Erfgoed Deal project Awa pa Kòrsou (Water voor Curaçao) in een consortium van Curaçaose natuur- en erfgoedorganisaties. In april van dit jaar ben ik gestart met een onderzoek naar potentie van watererfgoed voor een veerkrachtige zoetwater voorziening op Bonaire in samenwerking met Kenniscentrum Immaterieel Erfgoed (KIEN) en Immaterieel Erfgoed Bonaire (IEB). Het koloniale verleden en handelen speelt natuurlijk ook een belangrijke rol in beide projecten.

Mijn keuze om eilanden te onderzoeken heeft er onder andere mee te maken dat eilanden en eilandgemeenschappen van oudsher op zichzelf waren aangewezen en ook op het gebied van zoetwaterbeheer zelfvoorzienend moesten zijn.

Eilanden zijn omringd door zout water, beschikken over relatief weinig natuurlijke zoetwaterbronnen en hebben beperkt ruimte om water op te slaan. Dat maakt dat ze leerzame voorbeelden zijn. Ook voor meer complexe en waterrijke deltagebieden als in Nederland.

In Caribisch Nederland stelde de Nederlandse Staat haar eigen economische belangen eeuwenlang boven het welzijn van de lokale gemeenschap en de natuur. Dat is terug te zien in de manier waarop zoetwater werd geëxploiteerd. De gevolgen van klimaatverandering op de Caribische eilanden zijn ook een voorteken voor de toekomst van Nederland. Vanuit mijn ervaring met dit project kijk ik nu met een andere blik naar Europees Nederland, waar de beschikbaarheid van zoet water lang als vanzelfsprekend is gezien maar dat eigenlijk niet meer is.

data:image/svg+xml,%3Csvg%20xmlns='http://www.w3.org/2000/svg'%20viewBox='0%200%201024%20442'%3E%3C/svg%3E

De Caribische eilanden kennen een lange traditie van het opvangen van regenwater. Deze afbeelding geeft het principe weer van regenwater opvang en distributie systeem van een Bonairiaans landhuis. 
Bewerkte foto van Landhuis Rooi Lamoenchi, Bonaire (juni 2023). Fotograaf Jet Bakels/Kien. Beeldbewerking LILA Living Landscapes.

Wat merk jij nu al van klimaatverandering en landschap?

De laatste tijd is er natuurlijk veel in het nieuws over extreme hitte en bosbranden in Zuid Europa. Ik heb het idee dat de prognoses worden ingehaald door de actualiteit.

Het aantal piekbuien en langdurige periodes van de droogte en hitte nemen enorm toe. Op de Caribische eilanden is nu al te zien dat de impact van klimaatcrisis versterkt wordt door de aantasting van de natuurlijke veerkracht van de eiland ecosystemen. In het verleden heeft bijvoorbeeld onder koloniaal gezag overexploitatie van watersystemen en grootschalige ontbossing plaatsgevonden. Dit leidt tot op de dag van vandaag tot erosie en beperkt vermogen om regenwater vast te houden in de bodem. Tegenwoordig legt het toerisme ook een groot beslag op de zoetwatervoorziening. Het beleid en de inrichting van de leefomgeving zijn nog niet goed aangepast aan de nieuwe werkelijkheid.

Een ander probleem is de verzilting van zoetwaterbronnen en de natuur langs de kust als gevolg van de stijgende zeespiegel. Dit probleem is al langer bekend. De vraag naar zoet water overstijgt al lange tijd het aanbod. Al vroeg is op de eilanden begonnen met desalinatie van zeewater. De oudste desalinatie-installatie ter wereld staat dan ook Curaçao.

Juist door de beperkte beschikbaarheid van zoet water kennen de Caribische eilanden een lange geschiedenis van cisternen en opslag van regenwater in bakken of kruiken. Uit angst voor ziektes die door muggen kunnen worden overgedragen werd dit, ook door de komst leidingwater, steeds meer actief ontmoedigd door de overheid.

Volgens mij moeten we meer terug naar een combinatie van centrale stedelijke systemen en decentrale huisgebonden systemen. We zouden veel meer regenwater kunnen opslaan, uiteraard rekening houdend met de grondwaterspiegel, en moeten afkicken van onze verslaving aan de voortdurende beschikbaarheid van 100% gefilterd drinkwater.

Vroeger gebruikten we ook in Nederland drie soorten waterstromen: putwater (grondwater), oppervlaktewater en regenwater. De kwaliteit en beschikbaarheid bepaalde of het gebruikt werd als drinkwater, kleding wassen en/of bewateren van gewassen. Waar mogelijk ving men zelf zijn eigen regenwater.

Wat is je toekomstverwachting ten aanzien van de gevolgen van klimaatverandering voor landschap?

Van oudsher heeft de industrie op de Caribische eilanden een grote invloed op de drinkwatervoorziening. De eerste zoetwaterbronnen in het Caribische gebied werden geconfisqueerd door Shell. Shell en Nederlandse Staat waren in die tijd twee handen op één buik. In tijden van nood kon Shell dan zoetwater verkopen aan inwoners. In Nederland hadden bierproducenten hadden een vergelijkbaar monopolie op drinkwater in de 16e en 17e eeuw. Het is mijn overtuiging dat drinkwater een gemeengoed is, voor het algemene nut. Commerciële ondernemingen, boeren en industrie mogen hierin niet bevoordeeld worden. Het water dient eerlijk verdeelt te worden. Ook de natuur, planten en dieren hebben recht op water. Eigenlijk is dat een politieke discussie. Laatst was in het nieuws dat Uruguay, dat met extreme droogte en drinkwater tekorten kampt, een data centrum van Google wil gaan voorzien van koelwater. Dit water wordt onttrokken uit de publieke drinkwatervoorziening. Een commerciële gigant wordt hierin bevoordeeld en zet de overheid voor het blok. Uruguayanen verzetten zich terecht tegen dit misbruik van de publieke watervoorziening. Ik vind dat een heel angstaanjagend scenario. We moeten uitkijken dat we niet teruggaan naar een neokoloniaal systeem, waarin drinkwatervoorzieningen worden onttrokken aan het publieke domein door machtige commerciële bedrijven.

Daarnaast zie ik dat we eigenlijk allemaal wel weten dat er drastisch iets moet gebeuren. Alleen wil de één sneller veranderen dan de ander. Zie bijvoorbeeld de weerstand die de activisten van Extinction Rebellion oproepen. Vanuit dezelfde wetenschap kun je op verschillende manieren reageren. Soms ontkennen mensen de klimaatcrisis omdat ze nu al onzeker zijn over hun bestaan. Niet iedereen kan van het gas af en zich een huis veroorloven op de heuvelrug veilig boven NAP. We moeten daarom oog hebben voor de zwakste groepen in de samenleving en sensitief te werk gaan, want de ongelijkheid wordt alleen nog maar vergroot door klimaatverandering.

data:image/svg+xml,%3Csvg%20xmlns='http://www.w3.org/2000/svg'%20viewBox='0%200%201024%20724'%3E%3C/svg%3E

Handreiking ‘Ruimte voor de Rooi’ / Room for the Rooi
Een erfgoed- en natuurinclusieve benadering voor ruimtelijke ontwikkeling die het Curaçaose historische watersysteem van rooien en dammen als uitgangspunt neemt. 
Afbeelding LILA Living Landscapes.

Welke maatregelen moeten we nemen om de schade te beperken?

Historische groen- en waterstructuren zijn steeds harder nodig, aan de andere kant verzwakken ze door exotische plagen en weersextremen. Het waterpeil fluctueert, oevers storten in en inheemse beplanting kan de hitte en verdroging niet aan.

Volgens mij moeten we bij het behoud van deze structuren veel meer rekening houden met de gevolgen van klimaatverandering en soms ook afscheid durven nemen van een bepaalde historische, inheemse plantensoorten.

Daarnaast zouden we ons in de ruimtelijke ordening veel bescheidener en dienstbaarder moeten opstellen ten opzichte van de natuur. We moeten ons verdiepen in hoe we onze leefomgeving aan kunnen passen om ruimte te bieden aan biodiversiteit. Ik zie vaak renders van natuurinclusieve plannen maar die zien er vaak nog generiek uit. We moeten daarin uitkijken voor ‘greenwashing’ van ruimtelijke ontwikkelingen.

“Wij houden de paraplu vast met daaronder alle flora en fauna. Wij hebben de paraplu kapot gemaakt en nu moeten we hem gaan herstellen.”

Welke kansen zie jij in het landschap om bij te dragen aan klimaatadaptatie of klimaatmitigatie?

Ik zie veel kansen voor klimaatadaptatie en herstel van de biodiversiteit door terug te gaan naar schaalverkleining van het landschap en een eerlijkere verdeling van de macht. Het hedendaagse landschap is gevormd door de ruilverkaveling van de 20e eeuw. Hoe grootschaliger het landschap werd ingedeeld, des te minder eigenaren nodig waren. Vroeger hadden we bijvoorbeeld veel meer waterschappen. Het landschap zelf en het beheer waren fijnmaziger. Nu is watermanagement gecentraliseerd en ligt de verantwoordelijk volledig bij de overheid. Waterschappen zeggen juist: ‘We kunnen het niet allemaal meer alleen.’ De inrichting en het beheer van het landschap zou een meer gedeelde en gezamenlijke opgave kunnen zijn.

Wil je nog iets kwijt?

Landschappen zijn dynamisch. Nederland heeft een traditie van alles vastleggen in regels zet op elke postzegel ruimte een stempel (lees: bestemming). We gaan nu een andere fase in. Ik wil graag een oproep doen anders te kijken naar erfgoed en kansen te zien.

Laatst sprak ik een collega uit het buitenland en die zei: ‘Er zijn nauwelijks ruïnes in Nederland!’. Verval wordt nog niet genoeg omarmd. Terwijl ruïnes en scheepswrakken juist ideale kraamkamers zijn voor flora en fauna. We moeten op een andere manier naar de waardes van erfgoed leren kijken en ook afscheid durven nemen. Zolang we de kennis die in ons erfgoed besloten ligt maar ontsluiten voor toekomstige generaties. De vraag is alleen of de erfgoedsector daar klaar voor is.

De Traditionele Ecologische Kennis (TEK) van eilandgemeenschappen is bijvoorbeeld een belangrijke bron van kennis voor de opgaven van nu. Zoals de kennis over het opvangen van regenwater en welke gewassen goed gedijen in een bepaald landschap. Bovendien is het ontsluiten van deze kennis een kans om te komen tot een meer inclusieve- en integrale erfgoedpraktijk, van zowel materieel- als immaterieel erfgoed.

Verder lezen project Thirsty Cities:

Thirsty Islands and Water Inequality: The Impact of Colonial Practices on Freshwater Challenges in the Dutch Caribbean

Room for the Rooi: 3 lessons from the past for future water sensitive planning on Curaçao

The post De Caribische eilanden als het klimaat-voorland voor Nederland appeared first on De Erfgoedstem.

https://erfgoedstem.nl/de-caribische-eilanden-als-het-klimaat-voorland-voor-nederland/

Welke sukkel koopt nog een huis in Zuid-Europa? (Dagblad 070)

Waar zullen we volgend jaar zomer vakantie vieren? Zelfs de grootste klimaatontkenners moeten toch voelen dat er echt iets aan het veranderen is op aarde. Deze maand waren de hittegolven weer erger dan in dezelfde periode een jaar terug en toen kenden we al de warmste zomer sinds 1950. Dit keer mochten we kiezen voor rond de veertig graden aan de Côte d’Azur, Costa del Sol of aan het Gardameer dan wel de Adriatische Zee. In Zwitserland, Oostenrijk en Slovenië kon je ook windstormen met een kracht van 200 kilometer per uur ervaren, in Noord-Italië vielen hagelkorrels zo groot als tennisballen uit de lucht. Je zal er maar zitten in je tent, vouwwagen of caravan.

Wie het niet alleen verzengend heet, maar ook nog spannend wilde, kon terecht op het Canarische Eiland Palma, op Sicilië of de Griekse zonbestemmingen Rhodos, Evia en Corfu. Daar werd je namelijk dankzij droogte en hitte getrakteerd op nauwelijks te bedwingen bosbranden. Hotels en appartementen, ja complete dorpen, lagen binnen no time in de vuurlinie. Met bussen en boten vluchtten tienduizenden vakantiegangers weg. Extra vliegtuigen werden ingezet om de vakantieparadijzen snel te verlaten.

Vakantieleed

Mijn leven lang bestond vakantieleed vooral uit files, autopech, dan wel vertraagde vluchten en zoekgeraakte koffers. Maar sinds ik niet meer werk en ook mijn vrouw een streep onder haar loopbaan zette, reizen wij niet meer tijdens de schoolvakanties. Niets bindt ons aan die periodes. Dus waarom zouden we kiezen voor weken waarin alles drukker en duurder is? Bovendien is ’t hier in de zomermaanden ook vaak mooi weer. We hebben dit jaar zelfs de warmste junimaand ooit genoteerd. En juli blijkt nu in Nederland een stuk aangenamer dan in Frankrijk, Italië, Kroatië, Griekenland, Spanje of Portugal.

Ook de verre bestemmingen Azië, Caribisch gebied en Amerika zijn niet aan te raden. Daar gaat het kwik zelf richting 50 graden. Bovendien rekenen ze in de VS met Fahrenheit en dan klinkt ’t nog veel erger. Nee, heerlijk thuis onder de pergola vol druivenranken waan ik me nu aan de Mediterranee. Alleen ben ik geen vermogen kwijt voor een drankje of kop koffie, ik slaap ’s nachts comfortabel in mijn boxspring en de douche heeft altijd voldoende waterdruk. Zo half oktober, als het hier wat killetjes wordt, gaan we eens kijken of we ergens anders nog wat zonnestralen mee willen pakken.

Fantasieën

Zo vanaf mijn 20ste heb ik fantasieën over vakantiehuizen in Italië gehad. Als ik weer eens in de waan verkeerde dat de Staatsloterij mij met de jackpot zou verrassen, stond een riante villa met zwembad aan het Lago Trasimeno bovenaan de wensenlijst. Hoe vaak heb ik niet staan kwijlen voor de vitrines van makelaars in pittoreske dorpjes op het platteland. Sterker, we zijn nog op pad geweest met ene Francesca uit Castello del Lago om te koop staande woningen in de omgeving te bezichtigen. Als die Engelse weduwe in San Feliciano niet plots was afgehaakt - het huis wegdoen waar ze gelukkig was geweest met haar gezin bleek toch te zwaar - hadden we nu voor veel geld vastgezeten aan een plek waar de temperatuur de afgelopen weken ook opliep tot 39 graden.

Een vakantiehuis is bovendien vaak meer ellende dan vreugd. Als er geen inbrekers de tent leegroven, dan blaast de plaatselijke mistral wel pannen van je dak. Wie merkt op dat je een lekkage of verstopte afvoer hebt, wanneer je zelf 1500 kilometer verder op de bank hangt? Oh ja, je kan afspraken maken met de buren aldaar om een oogje in het zeil te houden. Of ene Gianni inhuren om het gras te maaien en een paar dagen voor Pasen alvast de CV aan te zetten opdat je huis behaaglijk is als je arriveert. Makkelijk toch? 

Maar tijdens die storm hadden de buren hun eigen besognes. En Gianni was druk, druk, druk en helemaal vergeten langs te gaan. Oh, het gras daar had hij inderdaad ook geen tijd voor gehad. Bleek bij aankomst bovendien de ketel kapot en kan de monteur pas over vier dagen langs komen Moet het defecte onderdeel in Rome worden besteld en Is alles pas gerepareerd als je alweer op weg terug naar Nederland bent. Ik ken al die verhalen uit eigen kring. Er zit geen druppel fantasie bij. 

Logeeradres

Een andere plaag van een huis in het buitenland is dat je je vriendenkring meteen ongelooflijk ziet groeien. Want je bent ineens een gratis logeeradres geworden. Ik ken wel van die types die hun route naar het zuiden plannen langs de vakantiehuizen van familie, vrienden en collega’s. Eerst twee, drie nachten bij die en dan nog twee nachtjes daar. Dat scheelt al snel vijf-, zeshonderd euro hotelkosten. 

Als je niet oppast, zit je een deel van je zomer met gasten.  Voor je het weet ben je een soort onbetaalde B&B geworden, zuipen ze ook nog je wijnvoorraad op en vreten je koelkast leeg. Je moet dus aanleren om heel bot uit te dragen dat je géén bezoek wilt. Dat je naar rust en privacy snakt. Maar de brutaalsten duiken zelfs zonder aankondiging op. “Hallo, we waren in de buurt en dachten we wippen even langs. Kijk eens, we hebben lekker stroopwafels en drop meegebracht, want dat kennen ze hier niet hè”.

Ervaringen in brede kring hebben me er al lang geleden toe gebracht het vakantiehuis uit mijn dromen te verbannen. Een lekker hotel of mooi appartement is veel relaxter. Kost een paar centen, maar geen zorgen over dingen die kapot kunnen gaan. Geen eindeloos onderhoud aan tuin of slapeloze nachten van een lekkend zwembad. Geen ergernis over een flat die onverwacht vlak voor jouw uitzicht op zee wordt gebouwd. Geen discotheek in de buurt die tot diep in de nacht pestherrie produceert. Als de huuraccommodatie je niet (meer) zint, kies je gewoon iets anders. 

Maar nu speelt dus iets nieuws. Ik hoor reeds over de eerste pensionado’s aan de Spaanse costa’s die de hitte niet meer verdragen. Dat huis is met loeiende airco’s nog wel koel te krijgen, maar je bent niet naar Spanje verhuisd om de hele zomer binnen te zitten. De eerste borden met ‘En Venta’ ofwel ‘Te Koop’ verschijnen al in het gazon. Een soort omgekeerd ‘Ik Vertrek’. Je zult zien dat de markt voor vakantiehuizen in Zuid-Europa de komende jaren in een neerwaartse spiraal belandt. Iedereen die nog iets wil kopen ten zuiden van de Belgische Ardennen is een sukkel. Tenzij je er uitsluitend wilt overwinteren.

Deze zomer is er - ondanks de buitensporige temperaturen - nog massaal naar het Zuiden gereisd. Maar onderzoekers van toeristenstromen houden nu al rekening met een afname van tien procent ten opzichte van 2022. Op Radio1 werd een woordvoerder van TUI gevraagd of deze reisorganisatie meer vakanties naar Denemarken, Noorwegen en Zweden gaat aanbieden? Het strategisch antwoord luidde dat hun aanbod nu al heel breed was. Dat mensen bij TUI zelfs vakanties naar IJsland kunnen boeken. Ik weet niet of die mevrouw de concurrentie niet wijzer wil maken. Ofdat ze zich realiseerde wat een kop koffie, glas bier of wijn, laat staan een accommodatie in de Scandinavische landen kost. Daar zal het massatoerisme niet storm voor lopen.

Nee, de EuroParcs, Landals, Roompots en CenterParcs in Nederland, België en Duitsland gaan de komende jaren gouden hoogseizoenen tegemoet. Nog even en er groeien daar ook sinaasappels en citroenen aan de boom.      

 

https://dagblad070.nl/columns/welke-sukkel-koopt-nogeen-huis-in-zuid-europa-

Welke sukkel koopt nog een huis in Zuid-Europa? (Dagblad 010)

Waar zullen we volgend jaar zomer vakantie vieren? Zelfs de grootste klimaatontkenners moeten toch voelen dat er echt iets aan het veranderen is op aarde. Deze maand waren de hittegolven weer erger dan in dezelfde periode een jaar terug en toen kenden we al de warmste zomer sinds 1950. Dit keer mochten we kiezen voor rond de veertig graden aan de Côte d’Azur, Costa del Sol of aan het Gardameer dan wel de Adriatische Zee. In Zwitserland, Oostenrijk en Slovenië kon je ook windstormen met een kracht van 200 kilometer per uur ervaren, in Noord-Italië vielen hagelkorrels zo groot als tennisballen uit de lucht. Je zal er maar zitten in je tent, vouwwagen of caravan.

Wie het niet alleen verzengend heet, maar ook nog spannend wilde, kon terecht op het Canarische Eiland Palma, op Sicilië of de Griekse zonbestemmingen Rhodos, Evia en Corfu. Daar werd je namelijk dankzij droogte en hitte getrakteerd op nauwelijks te bedwingen bosbranden. Hotels en appartementen, ja complete dorpen, lagen binnen no time in de vuurlinie. Met bussen en boten vluchtten tienduizenden vakantiegangers weg. Extra vliegtuigen werden ingezet om de vakantieparadijzen snel te verlaten.

Vakantieleed

Mijn leven lang bestond vakantieleed vooral uit files, autopech, dan wel vertraagde vluchten en zoekgeraakte koffers. Maar sinds ik niet meer werk en ook mijn vrouw een streep onder haar loopbaan zette, reizen wij niet meer tijdens de schoolvakanties. Niets bindt ons aan die periodes. Dus waarom zouden we kiezen voor weken waarin alles drukker en duurder is? Bovendien is ’t hier in de zomermaanden ook vaak mooi weer. We hebben dit jaar zelfs de warmste junimaand ooit genoteerd. En juli blijkt nu in Nederland een stuk aangenamer dan in Frankrijk, Italië, Kroatië, Griekenland, Spanje of Portugal.

Ook de verre bestemmingen Azië, Caribisch gebied en Amerika zijn niet aan te raden. Daar gaat het kwik zelf richting 50 graden. Bovendien rekenen ze in de VS met Fahrenheit en dan klinkt ’t nog veel erger. Nee, heerlijk thuis onder de pergola vol druivenranken waan ik me nu aan de Mediterranee. Alleen ben ik geen vermogen kwijt voor een drankje of kop koffie, ik slaap ’s nachts comfortabel in mijn boxspring en de douche heeft altijd voldoende waterdruk. Zo half oktober, als het hier wat killetjes wordt, gaan we eens kijken of we ergens anders nog wat zonnestralen mee willen pakken.

Fantasieën

Zo vanaf mijn 20ste heb ik fantasieën over vakantiehuizen in Italië gehad. Als ik weer eens in de waan verkeerde dat de Staatsloterij mij met de jackpot zou verrassen, stond een riante villa met zwembad aan het Lago Trasimeno bovenaan de wensenlijst. Hoe vaak heb ik niet staan kwijlen voor de vitrines van makelaars in pittoreske dorpjes op het platteland. Sterker, we zijn nog op pad geweest met ene Francesca uit Castello del Lago om te koop staande woningen in de omgeving te bezichtigen. Als die Engelse weduwe in San Feliciano niet plots was afgehaakt - het huis wegdoen waar ze gelukkig was geweest met haar gezin bleek toch te zwaar - hadden we nu voor veel geld vastgezeten aan een plek waar de temperatuur de afgelopen weken ook opliep tot 39 graden.

Een vakantiehuis is bovendien vaak meer ellende dan vreugd. Als er geen inbrekers de tent leegroven, dan blaast de plaatselijke mistral wel pannen van je dak. Wie merkt op dat je een lekkage of verstopte afvoer hebt, wanneer je zelf 1500 kilometer verder op de bank hangt? Oh ja, je kan afspraken maken met de buren aldaar om een oogje in het zeil te houden. Of ene Gianni inhuren om het gras te maaien en een paar dagen voor Pasen alvast de CV aan te zetten opdat je huis behaaglijk is als je arriveert. Makkelijk toch? 

Maar tijdens die storm hadden de buren hun eigen besognes. En Gianni was druk, druk, druk en helemaal vergeten langs te gaan. Oh, het gras daar had hij inderdaad ook geen tijd voor gehad. Bleek bij aankomst bovendien de ketel kapot en kan de monteur pas over vier dagen langs komen Moet het defecte onderdeel in Rome worden besteld en Is alles pas gerepareerd als je alweer op weg terug naar Nederland bent. Ik ken al die verhalen uit eigen kring. Er zit geen druppel fantasie bij. 

Logeeradres

Een andere plaag van een huis in het buitenland is dat je je vriendenkring meteen ongelooflijk ziet groeien. Want je bent ineens een gratis logeeradres geworden. Ik ken wel van die types die hun route naar het zuiden plannen langs de vakantiehuizen van familie, vrienden en collega’s. Eerst twee, drie nachten bij die en dan nog twee nachtjes daar. Dat scheelt al snel vijf-, zeshonderd euro hotelkosten. 

Als je niet oppast, zit je een deel van je zomer met gasten.  Voor je het weet ben je een soort onbetaalde B&B geworden, zuipen ze ook nog je wijnvoorraad op en vreten je koelkast leeg. Je moet dus aanleren om heel bot uit te dragen dat je géén bezoek wilt. Dat je naar rust en privacy snakt. Maar de brutaalsten duiken zelfs zonder aankondiging op. “Hallo, we waren in de buurt en dachten we wippen even langs. Kijk eens, we hebben lekker stroopwafels en drop meegebracht, want dat kennen ze hier niet hè”.

Ervaringen in brede kring hebben me er al lang geleden toe gebracht het vakantiehuis uit mijn dromen te verbannen. Een lekker hotel of mooi appartement is veel relaxter. Kost een paar centen, maar geen zorgen over dingen die kapot kunnen gaan. Geen eindeloos onderhoud aan tuin of slapeloze nachten van een lekkend zwembad. Geen ergernis over een flat die onverwacht vlak voor jouw uitzicht op zee wordt gebouwd. Geen discotheek in de buurt die tot diep in de nacht pestherrie produceert. Als de huuraccommodatie je niet (meer) zint, kies je gewoon iets anders. 

Maar nu speelt dus iets nieuws. Ik hoor reeds over de eerste pensionado’s aan de Spaanse costa’s die de hitte niet meer verdragen. Dat huis is met loeiende airco’s nog wel koel te krijgen, maar je bent niet naar Spanje verhuisd om de hele zomer binnen te zitten. De eerste borden met ‘En Venta’ ofwel ‘Te Koop’ verschijnen al in het gazon. Een soort omgekeerd ‘Ik Vertrek’. Je zult zien dat de markt voor vakantiehuizen in Zuid-Europa de komende jaren in een neerwaartse spiraal belandt. Iedereen die nog iets wil kopen ten zuiden van de Belgische Ardennen is een sukkel. Tenzij je er uitsluitend wilt overwinteren.

Deze zomer is er - ondanks de buitensporige temperaturen - nog massaal naar het Zuiden gereisd. Maar onderzoekers van toeristenstromen houden nu al rekening met een afname van tien procent ten opzichte van 2022. Op Radio1 werd een woordvoerder van TUI gevraagd of deze reisorganisatie meer vakanties naar Denemarken, Noorwegen en Zweden gaat aanbieden? Het strategisch antwoord luidde dat hun aanbod nu al heel breed was. Dat mensen bij TUI zelfs vakanties naar IJsland kunnen boeken. Ik weet niet of die mevrouw de concurrentie niet wijzer wil maken. Ofdat ze zich realiseerde wat een kop koffie, glas bier of wijn, laat staan een accommodatie in de Scandinavische landen kost. Daar zal het massatoerisme niet storm voor lopen.

Nee, de EuroParcs, Landals, Roompots en CenterParcs in Nederland, België en Duitsland gaan de komende jaren gouden hoogseizoenen tegemoet. Nog even en er groeien daar ook sinaasappels en citroenen aan de boom.      

 

https://dagblad010.nl/columns/welke-sukkel-koopt-nogeen-huis-in-zuid-europa-