Wat is het weersfenomeen El Niño? En wat is La Niña? (KIJK)

Elke twee tot zeven jaar waarschuwen meteorologen voor het weersfenomeen El Niño, zo ook nu. Wat dat precies inhoudt, lees je hier.

El Niño is officieel begonnen, berichtten verschillende media deze week. Onderzoekers van het meteorologische instituut NOAA (National Oceanic and Atmospheric Administration) waarschuwen dat dit natuurverschijnsel later dit jaar en in 2024 voor extreem weer kan zorgen. Maar wat is El Niño? En wat is het verschil met het fenomeen La Niña?

Lees ook:

Wat is El Niño?

El Niño is een terugkerend natuurverschijnsel rond de evenaar in het oostelijke deel van de Grote Oceaan – die soms ook de Stille Oceaan wordt genoemd. De oppervlaktetemperatuur van de zee ligt dan tot 3 graden Celsius hoger dan normaal voor de tijd van het jaar. De opwarming – die elke twee tot zeven jaar plaatsvindt – duurt gemiddeld een half jaar en is zo sterk doordat bij El Niño de zogeheten passaatwind boven de Grote Oceaan afzwakt of zelfs helemaal stilvalt. Deze wind waait van oost naar west en zorgt er normaal gesproken middels drifstromen voor dat koud water aan de oppervlakte wordt gebracht voor de kust van Zuid-Amerika.

https://www.kijkmagazine.nl/app/uploads/sites/3/2023/06/lampje.png

De effecten van El Niño zijn vaak het sterkst in december. Zo is het natuurverschijnsel ook aan zijn naam gekomen: el niño betekent ‘de kleine jongen’ en verwijst naar het kerstkindje dat in december is geboren. Vissers uit Peru zouden ooit deze naam hebben bedacht.

De vorige El Niño was in 2019 en bleek relatief mild. Maar tijdens de El Niño die daaraan voorafging, in 2016, werden de hoogste temperaturen op aarde ooit gemeten. Dat temperatuurrecord zal dit jaar of volgend worden gebroken, verwachten meteorologen, onder invloed van het teruggekeerde natuurverschijnsel in combinatie met klimaatverandering.

Waarom is El Niño een probleem?

Normaal gesproken wordt het water in het oostelijke deel van de Grote Oceaan aangevoerd door een stroming uit de Zuidpool. Dat water is rijk aan voedingsstoffen en dus vis. In een El Niño-jaar treedt echter een stroming op die tropisch oceaanwater aanvoert uit de omgeving van Indonesië en de Filipijnen. Dat water bevat minder voedingsstoffen en dus ook veel minder vis. Voor vissers is El Niño dus een economische ramp.

Dat El Niño er weer aan zit te komen, heeft overigens niet alleen gevolgen voor Zuid-Amerika, maar voor de hele wereld. De opwarming van de oceaan brengt namelijk ook extra warmte in de lucht. Dat zorgt op zijn beurt voor een tijdelijke extra opwarming van de aarde met als gevolg dat het opgewarmde oceaanwater sneller verdampt dan normaal. Aan de oostkant van de Grote Oceaan – en dus de westkust van Zuid-Amerika – veroorzaakt dat zware regenval en daarmee ook aardverschuivingen en modderlawines. Aan de andere kant van de Grote Oceaan, van Australië tot Indonesië, leidt El Niño juist tot extreme droogte en daardoor bosbranden. En die bosbranden leveren weer een forse bijdrage aan het broeikaseffect.

Wat is La Niña?

El Niño wisselt af met zijn tegenhanger, La Niña (‘de kleine meid’). Terwijl bij El Niño het water van de Grote Oceaan opwarmt, is bij La Niña de temperatuur juist ongewoon laag. Het fenomeen ontstaat doordat de koude stromen uit de diepte van de oceaan naar bovenkomen als gevolg van een sterke passaatwind.

De koude zeestroming kan leiden tot veranderingen in de regenval en in atmosferische circulatie en druk, met ingrijpende effecten op het wereldwijde klimaat als gevolg. Er is bijvoorbeeld een verband tussen La Niña en rampzalige overstromingen in Noord-Australië. In 2010 leidde La Niña tot de ergste overstromingen ooit in Queensland, met een schade van meer dan 2 miljard Australische dollar (1,25 miljard euro) en de evacuatie van ruim tienduizend mensen. Maar er zijn ook positieve effecten van La Niña. Zo leidt de opstuwing van voedselrijk water tot een verhoogde visstand, wat goed is voor de Zuid-Amerikaanse visindustrie.

Bronnen: KNMI, NRC, Columbus Travel 2012

Beeld: Juan Gaertner/SPL/Getty Images

Ben je geïnteresseerd in de wereld van wetenschap & technologie en wil je hier graag meer over lezen? Word dan lid van KIJK! 

The post Wat is het weersfenomeen El Niño? En wat is La Niña? appeared first on KIJK Magazine.

https://www.kijkmagazine.nl/science/wat-is-el-nino-la-nina/

Boer, burger of bomen: wie heeft bij droogte het meeste recht op water? (OneWorld)

https://www.oneworld.nl/app/uploads/2023/06/iStock-1432143449-875x583.jpg

De belangen van schippers of boeren leggen het minste gewicht in de schaal.

Kurkdroog is het momenteel in Nederland, en dat zal door klimaatverandering steeds vaker het geval zijn. Dat stelt ons voor pijnlijke keuzes, zoals: wie heeft in periodes van droogte recht op het schaarse water dat er nog wel is? ‘Zolang de schade omkeerbaar is, bungelt de natuur onder aan het prioriteitenlijstje.’

Open vuur is verboden in vrijwel alle natuurgebieden en het neerslagtekort passeerde vrijdag de symbolische grens van 100mm. De lente is dit jaar kurkdroog. Zulke periodes van droogte zijn steeds normaler aan het worden voor ons land, dat nota bene de reputatie heeft van kletsnat kikkerland.

De zomer van 2022 was ook al opmerkelijk heet en droog in Nederland, net als die in de jaren 2018 tot en met 2020. Van de afgelopen vijf zomers waren er in Nederland dus vier zeer droog. “Vanwege klimaatverandering wordt het weer in Nederland steeds extremer en neemt de kans op droogte in het voorjaar en de zomer toe”, waarschuwt Eric Gloudemans, beleidsadviseur water en klimaat van de Unie van Waterschappen. Er valt volgens hem niet zozeer minder water, maar het valt wel geconcentreerder. Periodes zonder regenval duren hierdoor langer. Water verdampt bovendien sneller door de opwarming van de aarde.

Wie heeft in periodes van droogte recht op het schaarse water dat er nog wel is?

Extreme droogte levert allerlei problemen op. Schippers moeten andere routes varen en kunnen minder lading meenemen, boeren mogen minder sproeien waardoor oogsten kunnen mislukken en planten en dieren lijden onder het watertekort. Droogte brengt een ingewikkeld vraagstuk met zich mee: wie heeft in periodes van droogte recht op het schaarse water dat er nog wel is?

Wie krijgt voorrang?

Het Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut (KNMI) meet voor Nederland het ‘potentieel neerslagtekort’. Dit is het verschil tussen de hoeveelheid neerslag die er valt en de hoeveelheid vocht die verdampt. In 1976 was er sprake van een extreme droogte. Het neerslagtekort was toen op het droogste moment 361 millimeter. In 2021 en 2022 was het lag het maximale neerslagtekort rond de 320 millimeter. Op het moment dat dit artikel verschijnt, is het neerslagtekort de 100 millimeter gepasseerd.

Nederland zou Nederland niet zijn als er geen draaiboek klaarlag voor droge tijden. De Landelijke Coördinatiecommissie Waterverdeling (LCW) komt in actie als er sprake is van een langere periode van droogte. In deze commissie zijn ministeries, provincies en waterschappen vertegenwoordigd. De LCW adviseert over maatregelen om het beschikbare water te verdelen. Dit gebeurt op basis van wat in ambtelijke taal de verdringingsreeks wordt genoemd. Hierin is bepaald welke watergebruiker voorrang krijgt in tijden van droogte. Categorie 1 heeft bij droogte de hoogste prioriteit, die mag dus het langst gebruik blijven maken van het schaarse water, en categorie 4 de laagste.

In deze Nederlandse gemeente heeft de helft van de inwoners vaak geen water

Economische belangen van specifieke groepen zoals schippers of boeren leggen het minste gewicht in de schaal. Zij krijgen als eerste beperkingen opgelegd: boeren mogen bijvoorbeeld minder sproeien en schepen mogen minder vracht meenemen omdat rivieren minder diep zijn.

Veiligheid is daarentegen het belangrijkst. Waterkeringen en dijken die gevoelig zijn voor de droogte krijgen als eerste water. Extreme droogte kan namelijk scheuren veroorzaken in dijken en waterkeringen beschadigen. Daartussen in vallen, wat betreft prioriteit, onder meer drinkwater- en energievoorziening, waarvoor veel koelwater nodig is.

Onomkeerbaar of niet?

Wat de natuur betreft: zolang de schade omkeerbaar is, bungelen planten en dieren onder aan het prioriteitenlijstje. Maar onomkeerbare schade valt wél in de hoogte categorie. Zo moet er bijvoorbeeld zo lang mogelijk water beschikbaar blijven om te voorkomen dat veengronden inzakken.

Nog een droge zomer zou dramatisch zijn voor planten en dieren

Al is dat onderscheid wel wat lastig. Na een paar jaar droogte wordt ook omkeerbare schade onomkeerbaar, legt Niko Wanders uit. Hij is universitair docent Hydrologie aan de Universiteit Utrecht en gespecialiseerd in droogte en klimaatverandering. Zo ziet hij steeds meer kale plekken op de heide als gevolg van de droogte. En ook veel bomen zijn de afgelopen zomers doodgegaan. “De natuur is heel kwetsbaar. Nog een droge zomer zou dramatisch zijn voor planten en dieren.”

Het goede nieuws is gelukkig dat we er, wat betreft het waterpeil, deze lente nog goed voor staan. Op 1 april startte officieel het droogteseizoen, wat betekent dat de waterschappen de droogte continu in de gaten houden. Dankzij een regenachtige winter stond er op dat moment gelukkig nog genoeg water in kanalen, sloten, beken en meren. “Maar dat wil niet zeggen dat het niet weer een heel droge zomer kan worden. Niets zo veranderlijk als het Nederlandse weer”, benadrukt Wanders.

Verboden te sproeien/drinken

De afgelopen jaren kregen boeren al vaker te maken met sproeiverboden. Het Brabantse waterschap De Dommel deelde in de extreem droge zomer van 2018 zelfs verschillende boetes van 500 euro uit aan boeren die zich niet aan het sproeiverbod hielden. Natuurbeschermers maken zich zorgen dat die sproeiverboden er niet meer in zitten als de BoerBurgerBeweging, die bij de verkiezingen voor de Waterschappen veel stemmen kreeg, in de algemene besturen van de Waterschappen aan de macht komt.

Uiteindelijk bepalen de besturen van de 21 waterschappen die Nederland telt of er een sproeiverbod wordt ingesteld, beaamt Gloudemans van de Unie van Waterschappen. “Want er zijn veel regionale verschillen in Nederland. Gezien de klimaatverandering en langere periodes van droogte zal een sproeiverbod waarschijnlijk een middel blijven bij waterschaarste.”

Het IJsselmeer werkt als een soort regenton vol zoet water

Bij zeer grote droogte kan de overheid ook burgers restricties opleggen bij het gebruik van drinkwater. In Nederland is dat nog niet eerder gebeurd, maar in Engeland, Frankrijk en Spanje bijvoorbeeld wel. Dat we in Nederland nog geen extreme maatregelen heeft moeten treffen hebben we, volgens Gloudemans, onder meer te danken aan het IJsselmeer dat als een soort regenton vol zoet water werkt. In droge periodes kan water vanuit het IJsselmeer naar andere delen van het land worden geleid.

Maar of dat op lange termijn met al die droge zomers voldoende blijft, is onzeker. Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) heeft daarom in 2019 voor het drinkwater van burgers een speciaal ‘escalatiesysteem’ ontwikkeld met verschillende fases. Het begint bij de eerste droogte nog met adviezen. Vanaf de alarmtoestand (fase 3) gelden verboden, zoals het gebruik van drinkwater om tuinen te besproeien en privézwembaden te vullen. In een crisissituatie (fase 4) mag drinkwater alleen nog worden gebruikt voor consumptie, gezondheidsdoelen en hygiëne. De politiek buigt zich nog over de haalbaarheid van zo’n systeem: hoe moet er bijvoorbeeld worden gehandhaafd?

Voor de industrie is water uit de kraan nu al niet meer vanzelfsprekend: waterbedrijf Vitens weigerde vorig jaar al aanvragen voor drinkwatercontracten van verschillende bedrijven, vertelde directeur Jelle Hannema in een interview met Trouw. Om welke bedrijven het ging, zei hij niet. “Ik vind dat een verstandige keuze. Als waterbedrijven er door klimaatverandering niet zeker van zijn dat ze kunnen leveren, moeten ze zich niet vastleggen op afspraken die ze later niet kunnen nakomen”, zegt Wanders.

Langetermijnoplossingen

Om waterschaarste te voorkómen, zijn langetermijnoplossingen nodig. In 2020 besloot de overheid daarom 800 miljoen uit te geven aan voor een nationaal deltaprogramma tegen de gevolgen van klimaatverandering, waaronder droogte.

Het gaat hierbij onder meer om aanpassingen in het landschap om het tekort aan zoetwater te verkleinen. Een voorbeeld is de aanleg van een doorvoerroute naar de Krimpenerwaard in Zuid-Holland. Door aanpassing van bestaande sloten, gemalen en inlaten moet via de Lek vanuit het Oosten meer zoet water het gebied in stromen. “Ook het laten meanderen van beken en sloten helpt tegen droogte omdat het water minder snel wordt afgevoerd”, zegt Gloudemans.

Huishoudens verbruiken zo’n twee derde van het leidingwater

Ook experimenten met nieuwe vormen van akkerbouw zijn onderdeel van het deltaprogramma, zoals de teelt van gewassen op natte gronden. Landbouwgrond hoeft dan niet meer ontwaterd te worden. Voorbeelden van soorten die in natte grond kunnen staan, zijn: cranberries, zwarte bessen en watermunt.

Zelf meehelpen in de strijd tegen de droogte heeft overigens zeker zin. Huishoudens verbruiken zo’n twee derde van het leidingwater, verklaart het Drinkwaterplatform op haar website. De rest gaat vooral naar landbouw en industrie, die vooral water rechtstreeks uit zee, rivier of bodem halen. Gloudemans heeft wel wat tips om water te besparen: douche korter, gebruik een waterbesparende douchekop en installeer een spoelonderbreker in je toilet. En heb je een tuin, dan kun je nog meer doen. Gebruik bijvoorbeeld alleen water uit de regenton om de tuin te besproeien en leg een vijver aan. En ook heel belangrijk: weg met die tegels!

‘Onze energietransitie is koloniaal!’

Hittepolitiek: arme wijk, warme wijk

Irene van den Berg

Het bericht Boer, burger of bomen: wie heeft bij droogte het meeste recht op water? verscheen eerst op OneWorld.

https://www.oneworld.nl/lezen/klimaat/boer-burger-of-bomen-wie-heeft-bij-droogte-het-meeste-recht-op-water/

Na kletsnat voorjaar loopt neerslagtekort alweer op: ‘Kans op natuurbranden stijgt’ (Metronieuws)

https://www.metronieuws.nl/wp-content/uploads/2019/12/8e2d45d1ce1d32c052aed6107dc7e32b.jpg

Dit voorjaar was de natste van deze eeuw, maar toch beginnen we de zomer met een neerslagtekort. Het is momenteel al zó droog dat de kans op natuurbranden toeneemt. En ook de komende tijd wordt er weinig regen verwacht, zo meldt Weeronline.

Momenteel is het neerslagtekort, dat wordt gemeten van 1 april tot en met 30 september, zo’n 60 millimeter. Maar volgens de weersite gaat dat tekort de komende tijd snel oplopen. Door de aanhoudende droogte komende week, kan het tekort al oplopen tot zo’n 100 millimeter. Het neerslagtekort is het verschil tussen de hoeveelheid neerslag die valt en de hoeveelheid neerslag wat verdampt.

Laagwater door neerslagtekort

Als de weersvoorspellingen voor de komende tijd uitkomen, begint dit jaar opeens te lijken op 2018. In dat jaar was er sprake van veel extreme droogte. Onder andere boeren en de scheepvaart hadden last van deze droogte. Zo mocht er niet gesproeid worden en konden binnenvaartschepen minder goederen vervoeren doordat het water erg laag stond.

Ons land heeft na een kletsnat begin van de lente al een tijdje te maken met droog en zonnig weer. Maar in het eerste deel van mei kwam het nog geregeld tot buien. Die buien vielen wel lokaal, waardoor de verschillen in neerslag van afgelopen maand behoorlijk groot zijn. Op sommige plaatsen viel ruim 80 millimeter neerslag, terwijl op andere plaatsen maar 30 millimeter is gevallen.

Twitter wordt niet geladen omdat je geen toestemming hebt gegeven. Klik hier om het aan te passen.
Wel toestemming gegeven maar niet getoond, herlaad de pagina.

Op veel plaatsen is sinds 12 mei geen #regen meer gevallen. Naar verwachting blijft het ook de komende 2 weken #droog. De indicator #neerslagtekort loopt nu bijzonder snel op. #earlywarning #droogte https://t.co/MClWg29QYR pic.twitter.com/GqNl0l32QM

— Rob Sluijter (@Rob_Sluijter) May 31, 2023

Toenemende kans op natuurbranden

Door de toenemende droogte stijgt ook het risico op natuurbranden. In een groot deel van Nederland geldt momenteel fase 2. Dat betekent dat er een verhoogd risico op natuurbranden is. Weeronline verwacht nog nauwelijks regen tot ver in de volgende week. In de gebieden waar nu al een verhoogd risico geldt, zal de kans op natuurbranden alleen maar verder toenemen.

In de tweede helft van juni krijgen we naar verwachting wel wat vaker te maken met buien. Maar dat de kans op buien toeneemt, wil nog niet zeggen dat er veel neerslag wordt verwacht. De buien kunnen bovendien ook zeer lokaal vallen, waardoor de kans op bosbranden per regio sterk ook sterk verschilt.

Verslaafd raken aan lippenbalsem, kan dat?

 

https://www.metronieuws.nl/in-het-nieuws/binnenland/2023/06/kletsnat-voorjaar-neerslagtekort-natuurbranden/

Hitte en droogte in landen rond de Middellandse Zee (Sargasso)

In Girona, een stad in het noordoosten van Spanje, heeft de rivier de Onya dermate lage waterstanden bereikt dat besloten is de vissen er uit te halen. Ze zijn met kleine elektrische schokken verdoofd voordat ze in plastic zakken werden overgebracht naar de rivier de Ter, 10 km verderop. Elders worden vissen gedood ter voorkoming van besmetting van het drinkwater. Spanje heeft 36 opeenvolgende maanden te weinig regen gehad. Reservoirs zijn gemiddeld op 50% van hun capaciteit, maar in de noordoostelijke regio van Catalonië en de zuidelijke regio van Andalusië is het niveau gedaald tot ongeveer 25%.

Spanje wapent zich voor een nieuwe zomer met een verzengende hitte nu de temperaturen al in april tegen de 40 graden lopen. Spaanse meteorologen zien een zeer warme en droge luchtmassa uit Afrika het land binnenkomen. Daarbij komt een stabiele atmosfeer, wat neerkomt op onveranderlijk weer, en een sterke zonnenschijn. Men spreekt van ‘een thermische bergkam – of golf van hoge temperaturen – die zich uitstrekt van Afrika tot het Iberisch schiereiland.‘  De gemiddelde temperatuur in Spanje is sinds de pre-industriële tijd (1850 tot 1900) met 1,7 graden Celsius (ºC) gestegen, waarvan 1,3ºC in de afgelopen 60 jaar, zo werd al in 2021 gemeld in een klimaatrapport. In het slechtste geval kan de gemiddelde temperatuur volgens dat rapport in Spanje aan het einde van de eeuw met 5ºC stijgen.

Water op rantsoen

Voor deze zomer hebben de autoriteiten al de nodige maatregelen genomen. De buitenzwembaden gaan eerder open en er komt belastingverlichting voor boeren en tuinders met tegenvallende oogsten. Premier Pedro Sánchez zei vorige week in het parlement dat de droogte de komende jaren centraal zal staan in het politieke debat. Door de huidige beperkingen mogen de steden van Catalonië slechts 230 liter water per persoon per dag gebruiken. Dat omvat persoonlijk gebruik en ook openbare diensten zoals fonteinen of straatreiniging. Dat quotum zou nog kunnen dalen tot 200 liter. De gemiddelde persoon verbruikt alleen al voor huishoudelijk gebruik ongeveer 116 liter per dag. De regering van de regio overweegt nu boetes in te voeren voor steden die te veel water verbruiken. De gemeente L’Espluga de Francoli, 100 kilometer ten westen van staat al op rantsoen. Elke nacht tussen 22.00 uur en 07.00 uur wordt de huishoudelijke watervoorziening voor de 3.600 inwoners afgesloten. Drie keer per week brengt een tankwagen water om de voorraden aan te vullen. Aan de overkant van de MIddellandse Zee, in Tunesië, geldt een dergelijke rantsoenering inmiddels al voor de gehele bevolking. Het land heeft al vier jaar met extreme droogte te kampen. Ook in vier Franse regio’s zijn eerder dit jaar maatregelen genomen om te bezuinigen op het gebruik van water.

Italië kende vorig jaar onder de ergste droogte in 70 jaar. De Po – de langste rivier van het land – veranderde in een lange strook zand. Een abnormaal droge winter bracht weinig verlichting voor de boeren. Het Gardameer bereikte zijn laagste winterniveau in meer dan 30 jaar en onthulde een zandpad naar het afgelegen eiland San Biago. Het langdurige droge weer verwoest de gewassen van het land. Volgens de belangrijkste boerenorganisatie van Italië heeft de sector vorig jaar zo’n 6 miljard euro verloren en de verwa chting is dat 300.000 bedrijven nog meer zouden verliezen als de droogte niet stopt.

Voedselvoorziening

De droogte gaat gevolgen hebben voor heel Europa. Spanje heeft een belangrijke functie in de voedselvoorziening van de rest van Europa. Spaanse ecologen waarschuwen dat het land binnenkort misschien niet in staat zal zijn om graangewassen zoals tarwe en gerst te verbouwen. “Er is onomkeerbare schade aangericht aan meer dan 3,5 miljoen hectare gewassen”, waarschuwt de belangrijkste Spaanse boerenorganisatie COAG. Tekorten aan populaire Spaanse groenten en fruit en dus prijsstijgingen dreigen – ook in de noordelijke landen. Droogteperiodes kenmerken het Middellandse Zee gebied. Maar het probleem is volgens de ecoloog Sergio Vicente-Serrano, “dat we de afgelopen jaren ook last hebben gehad van een gebrek aan neerslag tegen de achtergrond van een opvallende temperatuurstijging.”

Bosbranden

In Zuid-Frankrijk brak vorige week zondag de eerste bosbrand van het nieuwe seizoen uit en verbrandde meer dan 1.000 hectare land langs de Middellandse Zeekust. Het vuur en verspreidde zich over de grens naar het noordoosten van Spanje. Tijdens een bezoek aan het gebied zei de Franse minister van Binnenlandse Zaken, Gérald Darmanin: “Het brandseizoen begint vroeg vanwege de opwarming van het klimaat.” De droogte die Frankrijk vorig jaar trof, is verergerd door een tekort aan regen de afgelopen winter, waardoor de toch al dorre bossen een nog groter risico lopen. En dat verhoogt de risico’s voor toeristen komende zomer.  Vorig jaar moesten in de buurt van Bordeaux in Frankrijk 11.000 mensen worden geëvacueerd. In Spanje is in totaal 267.939,64 hectare natuur verwoest wat drie keer zo veel is dan het jaar daarvoor in 2021. Gevreesd moet worden dat landen rond de Middellandse Zee ook dit jaar weer te maken zullen krijgen met enorme brandschade, maar ook met teruglopende inkomsten uit de toerisme-industrie.

Lees meer berichten op Sargasso
https://sargasso.nl/hitte-en-droogte-in-spanje/

Geen tijd meer om te polderen (geannoteerd verhaal) (Investico)

http://files.platform-investico.nl/app/uploads/2023/03/08180735/ANP-448740609-875x655.jpg

Een boer is zijn akker aan het sproeien met water ivm de droogte

Klimaatverandering zet ons watersysteem aan alle kanten onder druk. Waterschappen staan voor grote uitdagingen, maar bewandelen liever samen met de boeren de weg der geleidelijkheid. En als het Rijk nieuw waterbeleid wil opleggen, lobbyt de landbouw de concrete maatregelen eruit.

Een zwarte auto met een natgeregende rode zakdoek aan de achterbak draait het parkeerterrein van Kinderdijk op. Verderop, achter de dijk staan de negentien molens die in de achttiende eeuw de achterliggende Alblasserwaard droog pompten en tegenwoordig UNESCO Werelderfgoed zijn. In deze oer-Hollandse komen acht aspirant-politici van de BoerBurgerBeweging vandaag op werkbezoek bij de moderne versie van een molen: het J.U. Smitgemaal.

Corine Peek, gestoken in sjaal en jas voorzien van het felgroene partijlogo, is bij de aankomende waterschapsverkiezingen lijsttrekker voor waterschap Rivierenland, Dat waterschap strekt zich uit langs de grote rivieren over de breedte van Nederland, van de Biesbosch tot de Duitse grens. Zelf woont Peek in de Betuwe, waar ze 250 melkkoeien houdt.

STEUN INVESTICO

‘Ik had niet verwacht dat ze me meteen lijsttrekker zouden maken’, zegt ze. Ze was nooit politiek actief, maar door de discussie over of boeren nog wel verzekerd zouden blijven van zogenoemde ‘geborgde zetels’ in het waterschap, stelde ze zich kandidaat. ‘De kennis van de boeren moet behouden blijven’, zegt ze, ‘je gaat ze missen als ze niet meer in het waterschap zitten.’ Ze is duidelijk wat de kerntaken van de waterschappen zouden moeten zijn: ‘Hoogwaterbescherming en zorgen voor schoon water. Niet allerlei natuurprojecten.’

Peek vreest voor al te veel Haagse bemoeienis met hoe het watersysteem hier wordt onderhouden. ‘Geen landelijke normen voor het waterpeil’, staat bijvoorbeeld in het verkiezingsprogramma1 van BBB Rivierenland. De toenemende droogte in ons land is ook voor de boeren een probleem, zo zegt het programma: ‘Bij extreme droogte is het besproeien van gewassen noodzakelijk voor een goede opbrengst.’

Veranderend klimaat, veranderend beleid

En extreme droogte wordt steeds gebruikelijker. De zomer van 2018 was de droogste sinds de jaren 70. Er viel zo weinig regen dat boeren hun gewassen zagen verpieteren, vaarwegen te ondiep werden voor de binnenvaart, en bos- en heidegebieden in brand vlogen. Zomers als deze komen eens in de dertig jaar voor, berekende het KNMI toen. Maar de zomers van 2019, 2020 en 2022 waren ook uitzonderlijk droog2. Eind vorig jaar stelde het KNMI officieel vast3 dat hier sprake is van gevolgen van klimaatverandering. En hoe meer het klimaat verandert, hoe droger het zal worden. Tegelijkertijd neemt de kans op rampzalige overstromingen, zoals in 2021 in Limburg toe.4

Afgelopen najaar kondigde minister Harbers van Infrastructuur en Waterstaat daarom nieuw waterbeleid aan dat radicaal breekt met het verleden. Waar Nederland eeuwenlang het watersysteem aanpaste aan de landbouw, woningbouw en industrie, moet dit nu andersom, schrijft de minister. Het grondwaterpeil moet omhoog, en regen moet langer worden vastgehouden in de bodem5.

“Concrete maatregelen en doelen werden uit de plannen van de minister gelobbyd door de landbouwsector”

Grote woorden, maar concrete maatregelen en doelen werden uit de plannen van de minister gelobbyd door de landbouwsector, blijkt uit onderzoek van Platform Investico voor De Groene Amsterdammer, Trouw en De Gelderlander. De minister speelt de bal voor moeilijke keuzes zo door aan de lagere overheden: provincies en waterschappen moeten de beslissingen gaan nemen wie waar nog ruimte krijgt in ons land6.

Maar de waterschappen komen voort uit een traditie van consensus met het boerenland, dus zetten ze vooral in op proefprojecten, met de partijen die dat willen. De echt pijnlijke keuzes blijven buiten beeld, ook omdat provincies, gemeenten en waterschappen op elkaar wachten bij het nemen van de eerste stap. Dat is dankzij klimaatverandering simpelweg niet langer houdbaar, zeggen betrokkenen. ‘Je kunt niet blijven polderen tot Sint-Juttemis.’

Natuurbehoud

‘Hier is het allemaal om te doen,’ zegt Wim van Opbergen. Hij zit op zijn knieën in het hoge gele gras tussen de dorre struiken, aan de rand van een kleine vijver. Van Opbergen is de voorman van actieclub Werkgroep Behoud de Peel, en probeert het natuurgebied met bezwaarschriften en rechtszaken te beschermen. Hij strekt zich uit, grijpt met twee handen in het water en vist er een stuk groen mos uit. Het is het enige stukje groen in een verder droge, bruine omgeving. Hij knijpt zijn handen samen en het water stroomt uit het mos alsof hij een spons uitwringt. ‘Dat water moet hier overal weer terugkomen.’

Vijf meter verderop staan de zwartgeblakerde restanten van een boom. ‘Die heeft het niet overleefd’. Twee jaar geleden woedde hier in De Peel de grootste natuurbrand ooit in Nederland. 800 hectare van het beschermde Natura2000-gebied ging daarbij verloren7. Om de boom staan dorre, bruine varens. Ook de regen van de afgelopen wintermaanden heeft het gebied niet doen opleven. Staatsbosbeheer heeft de bomen gerooid om een meters brede ‘brandbaan’ aan te leggen, die moet een eventuele volgende natuurbrand afremmen. Het is een naar gezicht, die kale strook, vindt Van Opbergen. ‘Je kunt er ook voor zorgen dat het hier nat genoeg is, dan fikt het niet.’

“Terwijl zij overleggen welke maatregelen nodig zijn, ligt de natuur er ieder jaar droger bij.”

De droogteproblematiek in de Peel is niet uniek, noch is die nieuw of onbekend. Al in 1989 formuleert toenmalig minister van Verkeer en Waterstaat Neelie Kroes de ambitie om het verdrogen van de natuur in tien jaar tijd met 25 procent terug te brengen8. Vier jaar later concludeert het volgende kabinet al dat dit doel niet zal worden gehaald9. In plaats daarvan komt er een ambitieuzer doel, voor later in de tijd: het verdroogde oppervlak moet nu in 2010 met 40 procent zijn teruggebracht10. In 2005 schrijven wetenschappers dat het effect van de bestrijding van verdroging ‘niet waarneembaar’ is.

In 2010 maakt staatssecretaris Henk Bleker de provincies verantwoordelijk voor het natuurbeleid11. Droogtebestrijding wordt een gedeelde taak van 12 provincies en 24 waterschappen. Terwijl zij overleggen welke maatregelen nodig zijn, ligt de natuur er ieder jaar droger bij.

Onbeperkt oppompen

‘Niemand weet precies hoeveel grondwater wordt opgepompt, en niemand houdt bij wanneer het op is,’ zegt hydroloog Gé van den Eertwegh12. Het klinkt heel basaal: om droogte te bestrijden zou het waterschap in ieder geval moeten weten hoeveel water er wanneer wordt onttrokken. En voor de echt grote hoeveelheden, die worden opgepompt door bijvoorbeeld drinkwaterbedrijven of grote fabrieken, is het betrekkelijk goed geregeld, zegt hij. Die hebben een vergunning van de provincie. Boeren die hun gewassen willen besproeien hoeven daarvan meestal slechts melding te maken13 bij het waterschap. Hoeveel ze daadwerkelijk oppompen controleert vrijwel niemand.

Waterschappen hebben die meldingen bovendien slecht in beeld, blijkt uit een uitvraag14 die Investico deed onder alle waterschappen die kampen met droogte. De regels voor wanneer een onttrekking een vergunning nodig heeft, en waar een boer een waterpomp mag plaatsen verschillen 15per waterschap. De waterschappen Limburg, en Vallei en Veluwe kunnen bijvoorbeeld niet vertellen hoeveel water in totaal is opgepompt in zulke kleine onttrekkingen16. Het waterschap Hunze en Aa’s, in Drenthe en Groningen, weet überhaupt niet om hoeveel meldingen het gaat: ‘Veel meldingen worden gedaan op basis van direct contact tussen een onttrekker en een van onze peilbeheerders, bijvoorbeeld via een appje of een belletje.’

Al die ‘kleine’ onttrekkingen tellen op tot een groot volume, zegt Van den Eertwegh. Hij berekende samen met collega-wetenschappers hoeveel water boeren en tuinders in Brabant in de droge zomer van 2018 nodig hadden voor hun gewassen17, en vergeleek dat met de administratie van de Brabantse waterschappen. Uit hun berekeningen blijkt dat boeren bijna 40 procent meer grondwater onttrokken om hun gewassen te beregenen dan in de registratie van de waterschappen stond. ‘Dat gaat om tientallen miljoenen ongeziene kubieke meters water. Iemand moet gaan boekhouden.’

Omgang met de droogte

Sinds de historisch droge zomer van 2018 beseffen de waterschappen in ieder geval dat maatregelen nodig zijn. ‘Elk waterschap heeft droogtebeleid, Maar het gaat om wat er echt gebeurt,’ zegt Piet Verdonschot, zoetwaterecoloog en zelfverklaard ‘luis in de pels van de waterschappen’. Zijn leerstoel aan de universiteiten van Amsterdam en Wageningen wordt deels betaald door STOWA, het kenniscentrum van de verzamelde waterschappen18. ‘Dat heb ik maar opgevat als reden om extra kritisch te zijn.’ De opgave is duidelijk, zegt hij: het grondwaterpeil moet omhoog. ‘Maar dat wordt nauwelijks aangepakt. Het zijn vooral pilots, kleine snippertjes, niet landschapsbreed19.’

Investico vroeg20 alle waterschappen die kampen met droogte wat zij doen om het grondwaterpeil structureel te verhogen. Waterschappen zeggen bijvoorbeeld stuwen te plaatsen, verstelbare barrières om zo meer water in sloten en greppels vast te houden. Ze laten begroeiing in de sloten staan, en sluiten leidingen af met planken, zandzakken of ballonnen om te voorkomen dat het water wegstroomt.

‘Goed bedoeld’, zegt Verdonschot daarover, ‘maar heel lokaal, en dus onvoldoende.’ De maatregelen vinden vooral binnen de natuurgebieden plaats, zegt hij, terwijl waterschappen het hele jaar door, in het hele gebied meer water moeten vasthouden. ‘Dan moet je echt stukken landbouwgebied natter gaan zetten’

“In veel gebieden speelt een grotere vraag, zegt ze: moet alle landbouw nog wel overal kunnen?”

Mirjam Hack is positiever over de droogte-aanpak van waterschappen. Zij is teamleider Bodem, Water en Landgebruik  aan de Wageningen Universiteit. ‘Er is sinds 2018 in ieder geval steeds meer bewustwording dat droogte een groot probleem is. Er wordt steeds meer gedaan om water te vast te houden, maar zulke veranderingen kosten tijd21.’

In veel gebieden speelt een grotere vraag, zegt ze: moet alle landbouw nog wel overal kunnen? ‘Aardappelen telen op droge zandgronden in het zuiden van Brabant bijvoorbeeld, die boeren beregenen zich helemaal suf.’ Verdonschot is het daarmee eens. Stel dat één boer op een perceel gladiolen teelt, zegt hij, dan moet het waterschap het waterpeil verlagen, anders gaan de bloembollen rotten. ‘Maar dan staat het water dus overal in dat gebied laag.’

Waterschappen denken nog steeds vooral mee met de boer. ‘Wij doen het met de omgeving’, zegt Chrit Wolfhagen22 van Waterschap Limburg. ‘Als iemand vroeg in het jaar bieten wil zaaien, en het peil staat daar te hoog voor, dan laten we het peil zakken.’ ‘Een fruitteler moet zelf uitmaken of hij kan blijven boeren’, zegt ook Bert de Groot, van hoogheemraadschap Stichtse Rijnlanden, ‘daar hebben wij als waterschap weinig over te zeggen, al maken we wel afspraken met ze over bijvoorbeeld waterkwaliteit23.’

“Door klimaatverandering lopen we tegen grenzen aan.”

‘Het is niet onze taak om ons te bemoeien met de ruimtelijke ordening’, zegt Rogier van de Sande, dijkgraaf van Hoogheemraadschap Rijnland, en voorzitter van de Unie van Waterschappen. Op papier klopt dat. De provincie en gemeente stellen voor elk gebied in bestemmingsplannen vast waar het land voor mag worden gebruikt, en de waterschappen moeten het daarbij passende waterpeil verzorgen24. Maar dat geldt ook voor natuurgebieden: als die verdrogen dan moet het waterschap dus ingrijpen. ‘Door klimaatverandering lopen we tegen grenzen aan. We moeten assertiever worden,’ erkent ook Van der Sande.

‘Je moet dit combineren met de aanpak van de stikstofcrisis’, zegt hydroloog Gé van den Eertwegh. Stel dat een veeboer nu stopt omdat die naast een natuurgebied te veel stikstof uitstoot, en er komt bijvoorbeeld een boomteler voor terug. ‘Die stoot dan misschien weinig stikstof uit, maar vraagt veel grondwater, juist wanneer er weinig regen valt.’ En dan krijgt die boomteler over een paar jaar te horen dat hij vanwege een grondwatertekort weg moet. ‘Dan weet ik al wat de reactie op het platteland zal zijn. Als je het allebei tegelijk doet, dan doet het ook maar één keer pijn.’

De proefprojecten

Honderden ganzen stijgen luid gakkend op uit een Fries polderlandschap, gestoord door de mensen die over de naastgelegen akker komen aanlopen. De vogels vliegen een rondje door de grijze lucht en strijken één perceel verder neer. ‘Ik hoop dat ze snel weer doorvliegen’, zegt Marten Dijkstra, ‘die beesten eten al het gras weg.’ Dijkstra is zesde generatie melkveehouder, hier op boerderij De Skâns in Oldeboorn houdt hij zeventig biologische melkkoeien25. In de Friese veenpolders spelen andere problemen dan in de verdroogde beekdalen van Limburg en Brabant. Maar ook hier wordt het klimaatprobleem alsmaar dringender.

We lopen naar een met houten paaltjes afgezette rechthoek op een van Dijkstra’s weides. Hij wijst naar een aantal kastjes met kleine zonnepanelen erop: ‘Sensoren, die meten het grondwaterpeil, bodemvocht, en de uitstoot van CO2.’ Op zijn akkers experimenteert het Friese waterschap Wetterskip Fryslan met een hoger grondwaterpeil, om de veengrond waarop we staan minder snel te laten vergaan. De lage grondwaterstand zorgt er namelijk voor dat er zuurstof bij het veen komt en de boel begint te rotten26. Hierdoor ontstaan bodemdalingen en verzakkingen, en bij het rottingsproces komt bovendien veel broeikasgas vrij.

Jaarlijks stijgt ruim 6 megaton CO2 op uit de Nederlandse veengronden27, evenveel broeikasgas als uit twee kolencentrales28. In 2019 werd in het landelijke Klimaatakkoord afgesproken dat die uitstoot met 1 megaton teruggebracht moest29. Daarom moeten de waterstanden in de veengebieden omhoog. Maar boeren zijn bang dat hun koeien en trekkers wegzakken in drassige weiden. Het Friese waterschap ging daarom op zoek naar boeren die open stonden voor een pilot. In boer Dijkstra, tevens Statenlid voor de VVD in Friesland, vond men een enthousiaste deelnemer30.

“Terwijl dit soort proefprojecten lopen zijn er in Friesland geen gebieden waar het Wetterskip structureel een hoger waterpeil heeft ingesteld.”

‘Dat is echt een verkenning samen met de boeren. Het is heel complex, zegt Frank Jorna, bestuurslid bij het Wetterskip, binnen in de Skâns aan de keukentafel.’ In vijf andere gebieden bleken de boeren minder enthousiast. ‘Die kijken wat meer de kat uit de boom. Daar doen we dus nog even niks.’ Terwijl dit soort proefprojecten lopen zijn er in Friesland geen gebieden waar het Wetterskip structureel een hoger waterpeil heeft ingesteld.

Ook in andere waterschappen op het veen blijft het voornamelijk bij kleinschalige projecten, blijkt uit een uitvraag van Investico31. Zo laat hoogheemraadschap Schieland en Krimpenerwaard weten dat het vooral aan ‘passieve verhoging’ van het grondwater doet: door de waterstanden niet verder te verlagen als de bodem zakt. In de Zuidplaspolder bij Nieuwerkerk aan den IJssel bijvoorbeeld, al kon het daar ook niet anders: Zuidplas is de laagste plek van ons land, waar de bodem zo snel daalt dat de grond openbarst.

Hoogheemraadschap Stichtse Rijnlanden, dat het zuiden van Utrecht en een stukje Zuid-Holland beslaat, geldt als voorloper als het gaat om het verhogen van het waterpeil. Maar ook hier gebeurt dat niet zonder overleg, zegt dagelijks bestuurslid Bert de Groot. ‘Dan voeren we een heleboel keukentafelgesprekken. Je wil er altijd met het gebied uit komen.’

Beleid en de boerenlobby

Na jaren van koffiedrinken en draagvlakgesprekken lijkt er in november 2022 eindelijk een doorbraak te komen. Minister Harbers, van Infrastructuur en Waterstaat (I&W) trekt het waterbeleid naar zich toe. Hij stuurt dan een langverwachte brief naar de Tweede Kamer over het nieuwe water- en bodembeleid van het Rijk32.

De inleiding van de brief liegt er niet om. De ‘maakbaarheid’ van het Nederlandse landschap heeft z’n langste tijd gehad, niet alles kan meer overal: het water en de bodem moeten ‘sturend’ worden bij hoe we het land inrichten. Maar zo ambitieus als de inleiding van de brief is, zo weinig concreet zijn de maatregelen. De enige harde eisen zijn dat Europese wetgeving moet worden gevolgd33, van alle andere doelen kan door lagere overheden in ‘gebiedsprocessen’ worden afgeweken.

Interne documenten34 die tegelijk met de Kamerbrief werden gepubliceerd bieden een eerste verklaring hoe dat kan. Ambtenaren van I&W schrijven dat twee maatregelen ‘zeer belangrijk voor LNV/LTO’ zijn. Boerenlobbyorganisatie LTO en landbouwministerie LNV zijn namelijk tegen een vergunningplicht voor alle onttrekkingen van grondwater, en een verbod op onttrekkingen rondom kwetsbare natuurgebieden. In de uiteindelijke brief zijn die passages geschrapt, of sterk afgezwakt.

“De eerdere versies van het beleid waren veel ambitieuzer”

Die geschrapte maatregelen zijn nog maar het begin, blijkt uit vertrouwelijke conceptteksten35 van de brief van Harbers, die in handen zijn van Investico. De eerdere versies van het beleid waren veel ambitieuzer, en explicieter over de gevolgen van nieuw waterbeleid voor de landbouw.

‘Landbouw mag, mits’, staat er bijvoorbeeld in de eerste conceptversie van de brief. En die landbouw zal een ‘transformatie’ moeten ondergaan en ‘extensiever’, ofwel minder intensief, moeten. Het heeft de brief allemaal niet gehaald. ‘Sommige teelten zullen praktisch niet meer te realiseren zijn’ is afgezwakt tot ‘het is nodig goed te kijken wat je teelt’. Van bijna alle ‘structurerende keuzes’ die Harbers maakt, kan bovendien per gebied worden afgeweken: die verantwoordelijkheid legt de minister bij de provincies en de waterschappen.

‘Zo wordt de suggestie gewekt dat we hier pijnvrij uit kunnen komen, terwijl dit veel partijen pijn gaat doen’, zegt Bas Breman, onderzoeker klimaatadaptatie aan de Wageningen Universiteit. Hij was betrokken bij een wetenschappelijke commissie die het ministerie adviseerde in aanloop naar de Kamerbrief. De wetenschappelijke commissie schrijft dat het afschuiven naar lagere overheden nieuwe geitenpaadjes op dreigt te leveren: ‘Voorkomen moet worden dat uitzonderingen makkelijk worden en daardoor de regel worden36.’

“LTO is niet blij met de bemoeienis vanuit Den Haag. We hebben zeker onze mening hierover gegeven richting ambtenaren en de minister.”

‘De doelen die Harbers stelt, worden nauwelijks juridisch vastgelegd. Straks halen we Europese verplichtingen niet, en belanden we in een volgende crisis.’ Dat zegt Marleen van Rijswick37, hoogleraar Europees en nationaal waterrecht aan de Universiteit Utrecht. Natuurlijk is elk gebied anders, zegt ze, en werkt niet alles overal. Maar provincies en waterschappen die bij het oude willen blijven, of willen vertragen, kunnen de brief naast zich neerleggen. In dit soort gebiedsprocessen worden de doelen vaak naar beneden bijgesteld, zegt ze. ‘En de enige die echt tijd en geld heeft om in zulke gebiedsprocessen te participeren en invloed uit te oefenen is de landbouw.’

LTO laat in een schriftelijke reactie weten dat er geen ‘formeel bestuurlijk overleg’ is geweest met het ministerie. Maar in een webinar aan haar leden laat zegt LTO-bestuurder Joris Baecke, boerenzakdoek in zijn borstzak: ‘We hebben zeker onze mening hierover gegeven richting ambtenaren en de minister38.’ LTO is niet blij met de bemoeienis vanuit Den Haag, zegt hij in het webinar: ‘Het is heel veel top-down’. Maar het had allemaal een stuk erger kunnen zijn, legt hij uit als hij opsomt welke maatregelen de brief niet hebben gehaald. Geen vergunningplicht, geen verbod op onttrekkingen rondom de natuur, en geen aparte doelen voor het waterverbruik in de landbouw.

LTO is blij dat er veel verantwoordelijkheid bij de lagere overheden in de ‘gebiedsprocessen’ wordt neergelegd. Daar zien ze kansen voor ‘maatwerk’. We hebben met veel waterschappen contact, zegt Baecke tijdens het webinar. ‘Die lijn zullen we voortzetten.’

De eindeloze weg der geleidelijkheid

Wie waterschappen vraagt wat ze gaan doen tegen de gevolgen van klimaatverandering, krijgt antwoorden over zandzakken in greppels en maaibeheer langs sloten. Ze bewandelen de weg van de geleidelijkheid, terwijl de opgave waar ze voor staan enorm is. Net als in de stikstofcrisis gaat de oplossing hier waarschijnlijk niet komen van kleine innovaties of technische verbeteringen. Als het water en de bodem echt ‘sturend’ worden voor hoe ons land is ingericht, dan zullen er boeren moeten worden uitgekocht, en zullen bouwplannen voor wijken moeten worden stopgezet, zeggen deskundigen. Toch blijft het taboe voor dijkgraven en heemraden om te zeggen dat er geen ruimte is voor waterslurpende landbouw naast een verdroogd natuurgebied.

Natuurlijk kunnen de waterschappen die keuzes niet alleen maken, en zijn ze afhankelijk van Rijk, provincies en gemeenten. En de waterschappen, de typisch Nederlandse bestuurslaag, hebben ook een echt Nederlandse vorm van besturen. Vooral op basis van vertrouwen, ieder met zijn eigen beleid en eigen administratie. Maar nu het ministerie de moeilijke keuzes van zich afschuift, is het toch weer aan provincies en waterschappen om de vlucht naar voren te nemen. Lukt het ze om te breken met een eeuwenlange traditie van polderen?

Wat betreft de Unie van Waterschappen wel: ‘Je kunt niet blijven polderen tot Sint-Juttemis’, zegt voorzitter Rogier van der Sande. ‘Als er op een plek iets niet meer kan, is het beter dat men het nu en snel weet. Wij zijn als waterschap eeuwenlang de facilitator van andermans wensen geweest. Maar de watertekorten nemen toe. We moeten ook een keer nee gaan verkopen.’

Dit onderzoek is tot stand gekomen in samenwerking met De Groene Amsterdammer, Trouw en De Gelderlander. Het verkorte nieuwsbericht is hier te vinden.

Bijou van der Borst, Romy van Dijk, Emiel Woutersen

  1. Het verkiezingsprogramma voor BBB Rivierenland is hier te lezen. De twee geciteerde uitspraken staat in paragraaf 2 ‘Gezond en voldoende zoet water’.

    https://s.w.org/images/core/emoji/14.0.0/72x72/21a9.png

  2. KNMI, ‘Meerjarige droogtes in Nederland waterland’, 2 augustus 2022

    https://s.w.org/images/core/emoji/14.0.0/72x72/21a9.png

  3. KNMI, ‘Droge zomer op noordelijk halfrond waarschijnlijker door klimaatverandering’, 5 oktober 2022.

    https://s.w.org/images/core/emoji/14.0.0/72x72/21a9.png

  4. Wikipedia, Overstromingen in Europa in juli 2021

    https://s.w.org/images/core/emoji/14.0.0/72x72/21a9.png

  5. Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, Kamerbrief ‘Water en Bodem Sturend’, 25 november 2022.

    https://s.w.org/images/core/emoji/14.0.0/72x72/21a9.png

  6. In zijn Kamerbrief legt de minister heel veel verantwoordelijkheden bij de zogenaamde ‘gebiedsprocessen’, waarin provincies, waterschappen en gemeenten per gebied kijken wat er daar precies nodig is. Van de meeste structurerende keuzes die de minister formuleert, kan in zo’n gebiedsproces nog worden afgeweken.

    https://s.w.org/images/core/emoji/14.0.0/72x72/21a9.png

  7. Lees er bijvoorbeeld over in het Eindhovens Dagblad

    https://s.w.org/images/core/emoji/14.0.0/72x72/21a9.png

  8. De Kamer verzocht de regering haar beleid te richten op een vermindering van het areaal verdroogde bodem in het jaar 2000, met tenminste 25% ten opzichte van 1985.”

    https://s.w.org/images/core/emoji/14.0.0/72x72/21a9.png

  9. Rijkswaterstaat, Evaluatienota water: nota van antwoord op inspraak en adviezen, 1994.

    https://s.w.org/images/core/emoji/14.0.0/72x72/21a9.png

  10. Ministerie van VROM, Nationaal milieubeleidsplan 3. 1997.

    https://s.w.org/images/core/emoji/14.0.0/72x72/21a9.png

  11. Bleker was staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie in het kabinet Rutte I. Dat kabinet legde het natuurbeheer bij de provincies neer, en Bleker voerde die taak met verve uit. Vanaf 2014 werden de provincies ook daadwerkelijk verantwoordelijk voor de natuur, en met beduidend minder geld dan daarvoor, schrijft De Volkskrant bijvoorbeeld: er werd 600 miljoen euro bezuinigd op natuurbeleid.

    https://s.w.org/images/core/emoji/14.0.0/72x72/21a9.png

  12. Interview met Investico, 21 december 2022

    https://s.w.org/images/core/emoji/14.0.0/72x72/21a9.png

  13. Er zijn grofweg 4 categorieën. De grootste onttrekkers, die meer dan 150 miljoen liter per jaar oppompen, moeten daarvoor een vergunning aanvragen bij de provincie. Grondwateronttrekkers die minder gebruiken moeten bij het waterschap zijn, dat weer onderscheid maakt tussen vergunde en gemelde onttrekkingen. Bij de meeste waterschappen ligt de grens daartussen op 60 duizend liter per uur: daaronder volstaat een melding, daarboven is een vergunning nodig bij het waterschap. Van hele kleine onttrekkingen, bijvoorbeeld om een tuin te sproeien met water uit een put, hoeft ook geen melding gemaakt te worden.

    https://s.w.org/images/core/emoji/14.0.0/72x72/21a9.png

  14. Investico vroeg de waterschappen Vallei en Veluwe, Brabantse Delta, Aa en Maas, Hunze en Aa’s, De Dommel, Vechtstromen, Limburg, en Rijn en IJssel naar hun registratie van grondwateronttrekkingen. Dit zijn alle waterschappen die zandgronden bevatten die het meest vatbaar zijn voor droogte.

    https://s.w.org/images/core/emoji/14.0.0/72x72/21a9.png

  15. Sommige waterschappen leggen de meldingsplichtige grens op een hoeveelheid per uur (variërend tussen duizend en 60 duizend liter per uur), terwijl sommige een jaarhoeveelheid aanhouden.

    https://s.w.org/images/core/emoji/14.0.0/72x72/21a9.png

  16. Een aantal organisaties vroeg bij Waterschap Vallei en Veluwe op hoeveel water werd onttrokken uit waterputten rond Ede, Wageningen en Renkum tussen 2010 en 2022. Een verzoek met beroep op de Wet open overheid liep op niets uit: het waterschap weet het simpelweg niet. Lees er hier meer over.

    https://s.w.org/images/core/emoji/14.0.0/72x72/21a9.png

  17. Perry de Louw, Janneke Pouwels (Deltares), Flip Witte (FWE), Gé van den Eertwegh (KnowH2O), Effecten van beregening uit grondwater op het watersysteem tijdens de droogte van 2018, 3 maart 2022.

    https://s.w.org/images/core/emoji/14.0.0/72x72/21a9.png

  18. Piet Verdonschot, Universiteit van Amsterdam, 22 augustus 2013

    https://s.w.org/images/core/emoji/14.0.0/72x72/21a9.png

  19. Interview met Investico 4 januari 2023

    https://s.w.org/images/core/emoji/14.0.0/72x72/21a9.png

  20. De selectie waterschappen die Investico ondervroeg is dezelfde als bij de eerdere uitvraag over grondwateronttrekkingen: Vallei en Veluwe, Brabantse Delta, Aa en Maas, Hunze en Aa’s, De Dommel, Vechtstromen, Limburg, en Rijn en IJssel.

    https://s.w.org/images/core/emoji/14.0.0/72x72/21a9.png

  21. Interview met Investico 3 januari 2023

    https://s.w.org/images/core/emoji/14.0.0/72x72/21a9.png

  22. Interview met Investico 27 januari 2023

    https://s.w.org/images/core/emoji/14.0.0/72x72/21a9.png

  23. Interview met Investico 31 januari 2023. Lees hier meer over de afspraken die Stichtse Rijnlanden maakte met de fruittelers in haar omgeving.

    https://s.w.org/images/core/emoji/14.0.0/72x72/21a9.png

  24. Meer specifiek stelt de provincie de ruimtelijke ordening vast in een Structuurvisie en geeft de gemeente daar meer invulling aan in een Omgevingsvisie.

    https://s.w.org/images/core/emoji/14.0.0/72x72/21a9.png

  25. Lees hier meer over Marten Dijkstra en De Skâns.

    https://s.w.org/images/core/emoji/14.0.0/72x72/21a9.png

  26. Kenniscentrum Bodem en Funderingen, Waarom is bodemdaling een probleem?

    https://s.w.org/images/core/emoji/14.0.0/72x72/21a9.png

  27. Lees er hier meer over op de website van het CBS.

    https://s.w.org/images/core/emoji/14.0.0/72x72/21a9.png

  28. Het hangt er natuurlijk vanaf hoe groot de kolencentrale in kwestie is. We hebben hier gekozen voor die van de Onyx-centrale op de Maasvlakte, een gemiddeld grote. De uitstoot daarvan is ongeveer 3 megaton per jaar.

    https://s.w.org/images/core/emoji/14.0.0/72x72/21a9.png

  29. Lees er hier meer over op de website van het Klimaatakkoord.

    https://s.w.org/images/core/emoji/14.0.0/72x72/21a9.png

  30. In het programma ‘Foarút mei de Fryske Feangreiden’ identificeren de provincie en het Wetterskip twee gebieden die aan de slag willen ‘Aldeboarn - De Deelen’ (waar Marten Dijkstra boert) en ‘Hegewarren’. Vijf andere gebieden (Idzegea, Brekkenpolder, Groote Veenpolder en Grouster Leechlân) zijn ook kansrijk om de peilen te verhogen, maar daar willen de boeren er nog niet aan.

    https://s.w.org/images/core/emoji/14.0.0/72x72/21a9.png

  31. Investico stuurde een uitvraag aan alle waterschappen met veengronden in hun gebied, te weten Wetterskip Fryslan, Noorderzijlvest, Drentse en Overijsselse Delta, Rijnland, Schieland en Krimpenerwaard, Delfland, Amstel, Gooi & Vecht en Stichtse Rijnlanden. Hieruit blijkt dat veel waterschappen aan ‘passieve verhoging’ van het grondwaterpeil doen, en dat actief verhogen eigenlijk alleen in natuurgebieden gebeurt.

    https://s.w.org/images/core/emoji/14.0.0/72x72/21a9.png

  32. Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, Kamerbrief ‘Water en Bodem Sturend’, 25 november 2022.

    https://s.w.org/images/core/emoji/14.0.0/72x72/21a9.png

  33. Zo moet Nederland in 2027 voldoen aan de Europese Kaderrichtlijn Water, de Nitraatrichtlijn, en de Natura 2000-doelen.

    https://s.w.org/images/core/emoji/14.0.0/72x72/21a9.png

  34. Het gaat hier om de zogenoemde Beslisnota’s, die in het kader van de ‘nieuwe bestuurscultuur’ sinds juli 2021 worden gepubliceerd bij grote Kamerbrieven. Deze door ambtenaren geschreven documenten bevatten meer achtergrondinformatie op basis waarvan de ministers en staatssecretarissen hun keuzes maken. In de beslisnota van 3 november staat te lezen dat deze twee maatregelen ‘zeer belangrijk voor LNV/LTO’ zijn, en dat de ‘tekst van de structurerende keuze is verzacht’ c.q. ‘de maatregel niet in de brief is opgenomen’.

    https://s.w.org/images/core/emoji/14.0.0/72x72/21a9.png

  35. Het gaat om twee conceptteksten voor de Kamerbrief, van 4 augustus 2022 en 20 september 2022. Met name de tekst van het eerste concept is een stuk vergaander en explicieter.

    https://s.w.org/images/core/emoji/14.0.0/72x72/21a9.png

  36. Lees het kernpuntenverslag van de wetenschappelijke reviewcommissie hier terug. De geciteerde passage staat onder paragraaf 5 ‘Doorwerking’.

    https://s.w.org/images/core/emoji/14.0.0/72x72/21a9.png

  37. Interview met Investico 10 februari 2023

    https://s.w.org/images/core/emoji/14.0.0/72x72/21a9.png

  38. LTO, Webinar over de Kamerbrief ‘Water en Bodem Sturend’ , 2022

    https://s.w.org/images/core/emoji/14.0.0/72x72/21a9.png

The post Geen tijd meer om te polderen (geannoteerd verhaal) appeared first on Investico.

https://www.platform-investico.nl/artikel/geen-tijd-meer-om-te-polderen-geannoteerd-verhaal/