De negatieve impact van klimaatverandering op infectieziektes (Klimaatverandering blog)

door: Arthur Oldeman

Een paar maanden geleden verscheen hier een blog over een verhoogd risico op virusellende door klimaatverandering. Hier ging het vooral over een studie in Nature die virusoverdracht tussen wilde diersoorten en van die diersoorten naar de mens voor diverse klimaatscenario’s onderzocht. De auteurs van de studie suggereerden dat de al ingezette klimaatverandering een dominante rol kan spelen in de virusoverdracht met alle gevolgen van dien voor de menselijke gezondheid. Nu is er recent (8 augustus) een nieuwe publicatie in Nature Climate Change verschenen waar een zeer vergelijkbare vraag wordt onderzocht, breder dan alleen virussen en met focus op de mens: Hoe beïnvloedt klimaatverandering ziektekiemen van infectieziektes?

De titel van de studie geleid door Camilo Mora geeft antwoord op deze vraag: “Over half of known human pathogenic diseases can be aggravated by climate change”. Toen ik dat eerst las, klonk dat schrikbarend én niet verrassend tegelijk. Ik kan me namelijk best voorstellen dat bepaalde risico’s versterkt door klimaatverandering, zoals overstromingen, de verspreiding van ziektes kunnen beïnvloeden. Maar meer dan de helft van de “known human pathogenic diseases”..? Hoe zit dat precies?

Het bestuderen van ziektekiemen in een veranderend klimaat

Allereerst is het goed om te weten wat “pathogenic diseases” precies zijn. Een pathogeen is een ziekteverwekker van biologische oorsprong, een “pathogenic disease” is in principe een infectieziekte. De auteurs proberen de vraag te beantwoorden hoe klimaatrisico’s (“climatic hazards”, oftewel risicofactoren die gevoelig zijn voor klimaatverandering) de ziektekiemen van menselijke infectieziektes beïnvloeden. Ze identificeren daarvoor tien verschillende klimaatrisico’s, zoals overstromingen, droogte en natuurbranden, waarvan bekend is dat klimaatverandering ze kan versterken (zie Figuur 1). Om hun onderzoeksvraag te beantwoorden, verzamelen ze alle te vinden voorbeelden in de literatuur waarin menselijke infectieziektes aan klimaatrisico’s worden gekoppeld.

https://klimaatverandering.files.wordpress.com/2022/08/fig1.png?w=1024

Figuur 1. Klimaatrisico’s die worden beïnvloed door klimaatverandering door menselijke uitstoot. Bron.

In totaal hebben de onderzoekers in 830 bronnen 3.213 voorbeelden gevonden waarin één of meer van de 10 klimaatrisico’s werden gerelateerd aan een van de 286 unieke infectieziektes. Dat zijn dus best veel casussen. Van deze 286 infectieziektes kunnen er 277 worden verergerd door ten minste één klimaatrisico. Slechts 9 worden er uitsluitend verminderd. Zie ook figuur 2 voor een overzichtelijke Venn diagram.

https://klimaatverandering.files.wordpress.com/2022/08/fig2.png?w=1024

Figuur 2. Onderscheiding van infectieziektes die ofwel worden verergerd of verminderd door klimaatrisico’s. Bron.

Naast dit literatuuronderzoek bekeken de onderzoekers een lijst van 375 infectieziektes waarvan is gedocumenteerd dat ze op een bepaalde manier een impact hebben op de mens. Hiervan worden er 218 verergerd door klimaatrisico’s. Dat brengt de auteurs op 58% (“more than half”). Ik vond deze getallen eerst een beetje verwarrend, maar het zit dus zo dat de auteurs in hun literatuuronderzoek een aantal infectieziektes identificeren die worden verergerd door klimaatrisico’s, maar welke niet voorkomen in een database van infectieziektes met menselijke impact (de GIDEON database).

In elke onderzochte casus wordt overigens niet alleen het klimaatrisico en de ziektekiem geïdentificeerd, maar ook het transmissietype. Dat kan zijn via water, lucht of direct contact, of via een organisme dat ziekteverwekkers overdraagt, waarbij het organisme zelf niet ziek wordt, maar wel micro-organismen kan verspreiden. De wetenschap noemt dergelijke diersoorten een vector. De auteur die de studie leidt heeft een bijzonder uitgebreide interactieve github pagina gecreëerd waarin je elk klimaatrisico, transmissietype en ziektekiem kunt selecteren, om de bestaande “pathways” te zien te krijgen. Zie er een screenshot van in Figuur 3. Een mooi voorbeeld van Open Science!

https://klimaatverandering.files.wordpress.com/2022/08/fig3.png?w=1024

Figuur 3. Screenshot van de interactieve github pagina met geselecteerd: alle routes waarlangs hittegolven bepaalde ziektekiemen negatief kunnen beïnvloeden. Link

Een aantal voorbeelden

In de rest van de studie focussen de auteurs vooral op deze infectieziektes die een hoger menselijk risico vormen door klimaatverandering, en ze geven daar een aantal voorbeelden van. Ze categoriseren de casussen afhankelijk van het antwoord op de vraag hoe klimaatverandering de ziektekiem meer ‘succesvol’ kan maken. Volgens de studie hangt dit af van twee zaken: 1. Komt de ziektekiem door klimaatverandering vaker in contact met de mens, en 2. Wordt menselijke weerstand verzwakt, óf de ziektekiem sterker door een klimaatrisico? Ik zal een aantal voorbeelden uit de studie uitlichten.

Een klimaatrisico brengt ziektekiemen dichter bij de mens. Een logisch voorbeeld zijn verschuivende gebieden waar soorten voorkomen door bijvoorbeeld verschuivende warmte en regenval patronen. Voorbeelden daarvan zijn Lyme, Zika of het Westnijlvirus die door verschuivende leefgebieden van muggen en andere insecten dichter bij de mens komen. Maar ook habitatverstoring door bijvoorbeeld droogte, hittegolven of extreme regenval kunnen een oorzaak zijn. Ebola wordt in de studie genoemd als een virus “spillover” door habitatverstoringen van wilde dieren. Een ander zeer bijzonder en noemenswaardig voorbeeld is het opduiken van bevroren ziektekiemen door het smelten van ijs en permafrost. De studie noemt een voorbeeld van een miltvuur uitbraak in de poolcirkel waarin de verantwoordelijke bacterie mogelijk uit een zeer oud ontdooid dierlijk lijk afkomstig was! Dat is dus waar mijn nachtmerries van gemaakt zijn.

Anderzijds zijn er ook voorbeelden waarbij een klimaatrisico de mens dichter bij ziektekiemen brengt. Er worden voorbeelden genoemd van cholera, salmonella en hepatitis uitbraken die worden gerelateerd aan menselijke verplaatsing door zware stormen en overstromingen. Een ander interessant, maar tegenstrijdig voorbeeld is de menselijke reactie op COVID-19. De auteurs benoemen een studie waarin zware regenval wordt gekoppeld aan minder COVID-19 uitbraken door sociale isolatie. Maar een andere studie laat eigenlijk precies de omgekeerde afhankelijkheid zien met data alleen uit Indonesië. Menselijk gedrag in bepaalde omstandigheden is dus niet per se universeel.

De andere kant op kunnen ziektekiemen ook versterkt worden door klimaatrisico’s. Momenteel is daar eigenlijk een duidelijk voorbeeld van in Nederland. Door de aanhoudende droogte is het waterpeil en de waterkwaliteit gedaald, waardoor er in veel zoetwaterlichamen risico op blauwalg is. Blauwalgen kunnen ziekteverwekkers zijn. Droogte en watertekort komen in Nederland door menselijke klimaatverandering alleen maar vaker voor, zoals hydroloog Niko Wanders hier uitlegt.

Als laatste mogelijkheid wordt verzwakking van mensen door klimaatrisico’s benoemd. Dat kan bijvoorbeeld door een veranderde lichaamstoestand (door bijvoorbeeld hitte), door hoge stress van blootstelling aan gevaarlijke situaties, of door schade aan infrastructuur en de gevolgen daarvan. Klimaatrisico’s als overstromingen en extreme regenval zijn bijvoorbeeld gerapporteerd als oorzaken van schade aan riolering en drinkwatersystemen bij uitbraken van cholera, hepatitis en het rotavirus. Dat is óók in Nederland een risico, zo laat dit onderzoek van het RIVM zien.

Als laatste benoemen de auteurs nog de categorie waarbij ziektes worden verzwakt door klimaatrisico’s. Daar zijn een stuk minder voorbeelden van, omdat er simpelweg veel minder casussen van zijn. De studie benoemt dat de meeste ziektekiemen die door één klimaatrisico worden verzwakt vaak door een ander risico, of zelfs hetzelfde, juist worden verergerd. Een benoemd voorbeeld is schistosomiasis, dat wordt overgebracht door zoetwaterslakken. De geschiktheid van hun leefgebied wordt in principe negatief beïnvloed door overstromingen. Maar aan de kant kunnen overstromingen ook leiden tot een wijdere verspreiding van de slak, waarmee het de blootstelling van de slak aan de mens kan vergroten.

Tot slot

Toen ik dit stuk voor het eerst las, viel mij de laatste zin uit de abstract op (vrij vertaald): “De menselijke infectieziektes en transmissieroutes die door klimaatrisico’s worden versterkt zijn te talrijk voor fatsoenlijke adaptatie, wat de urgentie benadrukt om het probleem aan de bron aan te pakken: het terugdringen van de uitstoot van broeikasgassen.” Als klimatoloog vind ik het soms lastig om dat soort sterke uitspraken te rechtvaardigen in een wetenschappelijke publicatie. Maar na het lezen van dit artikel, kan ik het alleen maar met de auteurs eens zijn. Ik probeer dit te illustreren met de interactieve pagina van klimaatrisico’s, transmissieroutes en ziektekiemen op github. Selecteer je de situaties met positieve impact, dan past alles op één scherm. Selecteer je situaties met een negatieve impact, dan is het flink scrollen en heeft mijn computer zelfs moeite met het renderen van alle mogelijke routes.

De negatieve impact van klimaatverandering op infectieziektes is een serieuze zaak. We moeten de klimaatcrisis in mijn ogen dan ook niet langer beschouwen als een puur natuurkundig probleem, maar als een gevaar voor de menselijke gezondheid.

https://klimaatveranda.nl/2022/08/22/negatieve-impact-van-klimaatverandering-op-infectieziektes/

Hoe redden we de biodiversiteit (en dus onszelf)? (OneWorld)

https://www.oneworld.nl/app/uploads/2020/10/image-2-875x525.png

Bijna 70 procent van alle diersoorten op aarde is de afgelopen halve eeuw uitgestorven – door toedoen van de mens. Herstellen we die biodiversiteit niet, dan zijn ook wij binnen 100 jaar verdwenen. Hoe kunnen we het tij nog keren?

Onze relatie met de natuur is kapot en we moeten nú actie ondernemen om dit te herstellen. Dat is de alarmerende conclusie uit het Living Planet Report van het World Wildlife Fund (WWF), dat vorige maand verscheen. Sinds 1970 is de populatie van alle dieren op aarde met 68 procent gedaald. Dat klinkt heftig en dat is het ook, maar het rapport zegt ook dat we nog niet verloren zijn.

De belangrijkste bevindingen van het Living Planet Report

Van 1970 tot nu:

  • Zijn populaties wilde dieren over de hele wereld met gemiddeld 68 procent in omvang afgenomen (in tropische gebieden in de Verenigde Staten is dit zelfs 94 procent).
  • Zijn populaties van zoetwaterdieren met gemiddeld 84 procent afgenomen in omvang.
  • Is 75 procent van het ijsvrije landoppervlak op aarde door de mens aangetast.
  • Is 85 procent van de waterrijke gebieden verloren gegaan.
  • Wordt nog maar 13 procent van de oceanen gezien als ‘wildernis’ die niet direct beïnvloed wordt door mensen.
  • Wordt een derde van het eten dat geproduceerd wordt, nooit opgegeten.
  • Wordt 30 procent van het hele landoppervlak van de aarde gebruikt voor landbouw.

Om ernstigere gevolgen te voorkomen, moeten we nú actie ondernemen om de natuur te behouden en herstellen, zeggen activisten. Bending the curve, noemt het WWF dit. Volgens de organisatie is er voor het ombuigen van deze ontwikkeling een combinatie nodig van extra behoud, duurzame productie en duurzame consumptie. Hiermee komt de verantwoordelijkheid bij zowel overheden en bedrijven als bij burgers te liggen. De drie belangrijkste manieren om het tij te keren, en hoe jij daar zelf aan bij kunt dragen.

1. De productie en consumptie van voedsel veranderen

De insecten sterven uit. Nou en?

De afgelopen tienduizend jaar (ook wel het ‘Holoceen’) was klimatologisch een van de meest stabiele periodes die de aarde gekend heeft. Cruciaal daarvoor is de biodiversiteit: het leven van miljoenen soorten dieren en planten is zodanig met elkaar verweven dat ze elkaar en de aarde ondersteunen. Van olifanten en walvissen tot planten en insecten, ze spelen allemaal een rol. Zo neemt plankton in de oceanen koolstof op, houden kuddes grote grazers op de Afrikaanse steppen het grasland vruchtbaar door het te bemesten en weerkaatst poolijs zonlicht zodat de aarde koel blijft. De biodiversiteit zorgde ook voor een betrouwbare cyclus van seizoenen, die de mensheid de mogelijkheid gaf om voedsel te produceren. Ook wij zijn dus direct afhankelijk van een rijke en gebalanceerde biodiversiteit. Toch is het juist het menselijke handelen dat de afgelopen jaren de krimp heeft veroorzaakt.

Een plantaardig(er) dieet is de snelste oplossing om ruimte te besparen

We kunnen meer ruimte voor de natuur creëren door te veranderen hoe het land gebruikt wordt – en dus wat we eten. Een plantaardig(er) dieet is de snelste oplossing om ruimte te besparen. Het verbouwen van gewassen neemt namelijk veel minder ruimte in dan het produceren van vlees en zuivel – omdat de dieren zelf ruimte nodig hebben, maar vooral omdat voor al het veevoer ontzettend veel land gebruikt wordt. Verbouwen van planten produceert ook flink minder broeikasgas omdat dieren methaan1produceren bij het verteren van voedsel en de mest dat daarna ook uitstoot.

Overbevissing en bijvangst moeten stoppen, zeggen 300 wetenschappers

Zoals gezegd zijn ook onze wateren in gevaar. Overbevissing en bijvangst moeten stoppen, was de boodschap die meer dan driehonderd wetenschappers begin september bij de EU neerlegden. Bioloog en documentairemaker David Attenborough stelt in zijn nieuwe documentaire dat een visverbod in een derde van de kustzeeën naar schatting genoeg zou zijn om iedereen van vis te voorzien. Doordat de vissen in die gebieden gezonder worden en zich vermenigvuldigen, trekken ze naar de gebieden waar wel gevist mag worden.

Dit kun jij zelf doen om duurzamer te eten:

Minder vlees en zuivel consumeren. Een plantaardig(er) dieet is een belangrijke stap die (bijna) iedereen kan zetten. Om impact te maken hoeft niet iedereen in één keer 100 procent vegan te gaan. Het is al goed als je twee of drie dagen per week vlees- en zuivelvrij eet. Met twee dagen geen vlees en zuivel bespaar je namelijk net zoveel CO2-uitstoot als een autorit van 30 kilometer.

Check of je vis duurzaam gevangen is. Je kan dit zien aan het blauwe MSC- en groene ASC-keurmerk op de verpakking. Visserijen krijgen dit keurmerk als ze voldoen aan drie principes: genoeg vis in de oceanen laten zitten, de natuurlijke omgeving niet aantasten en goed natuurbeheer volgen, dat er voor zorgt dat de regels eerlijk worden toegepast en worden nageleefd. Daarnaast is het altijd beter om te kiezen voor een vis die niet lijdt onder overbevissing.

Verminder je voedselverspilling. Een derde van al het geproduceerde voedsel in de wereld wordt nooit opgegeten. Deze verspilling vindt overal in het proces plaats, van de boerderij tot op je bord en in je keuken, als je eten weggooit. Het verwerken van al dat afval draagt met ongeveer 8 procent flink bij aan de totale broeikasgasuitstoot. Probeer daarom slim boodschappen te doen, gebruik een lijstje en ga niet met een lege maag naar de supermarkt.

2. Bestrijden van klimaatverandering

Voor het eerst in tienduizend jaar is de gemiddelde temperatuur op aarde significant veranderd. De gemiddelde luchttemperatuur, die tot de jaren 90 vrij stabiel was, steeg de afgelopen dertig jaar al met meer dan 1 graad Celsius. Ook zit er meer broeikasgas in de lucht dan ooit. Dit betekent niet dat we vóór de jaren 90 geen extra warmte produceerden, maar tot dan werd dit opgenomen door oceanen waardoor de gevolgen onzichtbaar bleven. Omdat de gezondheid van de oceanen mede daardoor achteruit is gegaan, kunnen ze dit nu niet meer doen.

Een regenwoud houdt tot wel zeven keer de hoeveelheid koolstof vast die mensen jaarlijks uitstoten

Zijn ook verwoestende bosbranden het nieuwe normaal?

In augustus vorig jaar en januari dit jaar werden de gevolgen van de opwarming duidelijker dan ooit met enorme bosbranden in de Amazone en Australië. Hiermee ging het leefgebied van miljoenen dieren in vlammen op. Het regenwoud vormt de habitat van de helft van alle diersoorten op het land en in een relatief kleine strook van 10,4 vierkante kilometer kunnen tot wel 750 verschillende soorten bomen staan. Bomen waarin dieren leven en die bovendien allemaal CO2 opnemen en dus helpen om de opwarming van de aarde tegen te gaan. Een regenwoud houdt tot wel zeven keer de hoeveelheid koolstof vast die elk jaar door mensen wordt uitgestoten. Maar wat doet de mens? We kappen ze en planten oliepalmen waar bijna geen dieren in kunnen leven. Zo is al de helft van de regenwouden verloren gegaan.

Ontbossing en corona

Ook corona is een gevolg van ontbossing, zegt het WWF in zijn Living Planet Report. Doordat de leefruimte van veel dieren kleiner wordt, trekken ze naar bevolkte gebieden. Dier en mens leven te dicht op elkaar waardoor er steeds meer ziektes ontstaan die overdraagbaar zijn van dieren op mensen. Zulke ziekten noemen we zoönosen.

Covid-19, SARS, ebola, malaria en AIDS zijn allemaal voorbeelden van zoönosen. Hoe die bij mensen terechtkomen verschilt. Het verdwijnen van bepaalde dieren zorgt er bijvoorbeeld voor dat een zoönose een nieuwe route naar ons ‘vindt’. In India nam bijvoorbeeld het aantal besmetting met rabiës (hondsdolheid) toe toen de gieren aan het verdwijnen waren. Besmette koeienkarkassen werden nu in plaats van door gieren, opgegeten door verwilderde honden die dichter bij de mens staan dan gieren. Zij droegen de ziekte via beten over op mensen.

Attenborough roept ons op om onmiddellijk te stoppen met ontbossing, en gewassen als oliepalmen en soja alleen te verbouwen op land dat lang geleden ontbost is. Een manier om deze omgang met land te bevorderen is door boeren en andere landeigenaren subsidie te geven om inheemse bomen te planten. In Costa Rica zorgde dit ervoor dat er binnen 25 jaar weer dubbel zoveel bomen stonden.

Marokko haalt 40 procent van zijn energiebehoefte uit zonnepanelen en windmolens in de Sahara

Daarnaast, zegt hij, moeten we zo snel mogelijk overal de overstap maken naar hernieuwbare energie; zon, wind, water en aardwarmte. Een goed gidsland hiervoor is Marokko, dat op het moment 40 procent van zijn energiebehoefte uit zonnepanelen en windmolens in de Sahara haalt. Door de makkelijke verbinding met Zuid-Europa zou het land tegen 2050 de opgewekte energie kunnen exporteren. In tegenstelling tot kolen, olie en gas veroorzaakt het opwekken van deze energie bijna geen CO2-uitstoot. Bovendien raakt de energiebron de komende miljarden jaren niet op. Vooralsnog blijven banken en pensioenfondsen in fossiele brandstof investeren; volgens Attenborough en andere klimaatactivisten is het daarom tijd dat ook zij verantwoordelijk worden gehouden en hun steentje bijdragen.

Wat jij zelf kunt doen om je uitstoot te verlagen?

Verbruik minder energie en stap over op duurzame energie. Het beste zou zijn om over te stappen op hernieuwbare energie zoals zonne-energie, wind- en waterkracht. Als je de mogelijkheid hebt, stap dan over naar een groene energiemaatschappij en/of installeer bijvoorbeeld zonnepanelen. Check ook of jouw bank bijdraagt aan milieuvervuiling en stap anders over naar een groenere bank.

Koop minder spullen. De grootste klimaatimpact van de gemiddelde Nederlander komt van spullen die we kopen. Dit hebben we alleen niet in de gaten, omdat het gaat om een indirecte uitstoot van CO2 in plaats van een directe zoals bij autorijden. Probeer dus minder te kopen, en ga vaker voor tweedehands. Minder verspilling gaat ook hier op: gooi niet zomaar dingen weg. Probeer iets te repareren en ga in eerste instantie voor betere kwaliteit die langer meegaat.

Zoek uit hoe groot jouw voetafdruk op aarde eigenlijk is. Op deze site kun je dat testen, aan de hand van vragen over je woonsituatie, voeding, lifestyle, vervoer en vakantie. Hier en hier vind je meer tips om je levensstijl te verduurzamen.

3. Investeren in de natuur als oplossing

Op dit moment vragen wij 1,6 keer meer van de aarde dan ze ons kan geven. We hebben bossen, waterrijke gebieden, oceanen en andere belangrijke ecosystemen aangetast en vernietigd. De afname van de biodiversiteit is een voorbeeld van het afzwakken van de natuurlijke bronnen. In de komende honderd jaar zullen miljoenen soorten (500.000 dieren en planten en nog eens 500.000 insectensoorten) met uitsterven bedreigd worden, voorspelt het WWF.

Naast het bos heeft ook de zee bescherming nodig. Sinds de jaren 50 is al 90 procent van alle grote vissen (tonijn, kabeljauw) in de zee gevangen, terwijl deze nodig zijn om het ecosysteem in stand te houden. Dit systeem speelt een grote rol in het tegengaan van klimaatverandering. Het oppervlak van de oceaan neemt namelijk CO2 op, en dat kan het minder goed doen als het niet ‘gezond’ is.

Even ter herinnering: de aarde heeft zichzelf al miljarden jaren in leven gehouden. Een effectieve manier om de biodiversiteit te bevorderen is dan ook om de natuur gewoon zijn ding te laten doen. ‘We moeten simpelweg doen wat de natuur altijd heeft gedaan’, zegt Attenborough dan ook: ‘Als wij voor de natuur zorgen, zorgt de natuur voor ons.’ De bioloog doelt op oplossingen waarbij we samenwerken met de natuur en behoud, herstel en beheer gecombineerd worden.

Er wordt vaak teruggegrepen op techniek om de gevolgen van klimaatverandering tegen te gaan, maar technologie is vaak duur en vooral effectief op korte termijn. Natuurlijke oplossingen zijn lange termijn opties en hebben meer voordelen. Want niet alleen zullen ze de biodiversiteit en ons beschermen tegen de effecten van de opwarming van de aarde, maar ze gaan die zelf ook tegen.

Koraal wordt nu al op meerdere plekken op de wereld gekweekt om in het rif geplant te worden

Bossen planten is waarschijnlijk het bekendste voorbeeld van de natuur gebruiken als oplossing. Bomen nemen CO2 op, dragen bij aan een betere bodemkwaliteit en verbeteren de luchtkwaliteit. Maar behalve het bos heeft ook de kust bescherming nodig. Mangrovebossen en koraalriffen moeten beschermd en hersteld worden om vissen hun broedplaatsen terug te geven en mensen te beschermen tegen overstromingen en vloedgolven. Koraal wordt nu al op meerdere plekken op de wereld gekweekt om in het rif geplant te worden.

Wat kun jij zelf doen om de natuur te laten bloeien?

Creëer een groen balkon of tuintje. Een heel bos planten in je eentje wordt lastig, maar ook hier geldt dat alle kleine beetjes helpen. Zeker in de stad is het belangrijk dat we meer natuur om ons heen hebben. Hoe meer groen, hoe aantrekkelijker voor insecten en vogels die er zo weer een stukje leefgebied bij krijgen. Als je dus de mogelijkheid hebt, zet dan zoveel mogelijk planten op je balkon, of creëer een groen dak. Dit vangt water op, vermindert de vervuiling en houdt huizen koel (en dat scheelt weer stroom voor een eventuele airco in de zomer). Als je een tuin hebt, haal daar dan alle tegels uit en plant gras en planten in de plaats.

Teken petities of doneer. Op onder andere de website van het WWF vind je verschillende petities die overheden onder druk hopen te kunnen zetten om de natuur en het klimaat prioriteit te maken.

De natuur, biodiversiteit, het klimaat en de gezondheid van de mens zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Herstel van de stabiliteit van de aarde begint dus bij het herstellen van de biodiversiteit. Doen we dat niet, dan is die stabiliteit en onze veiligheid binnen honderd jaar verdwenen. In de woorden van David Attenborough: ‘Het gaat niet alleen om het redden van de planeet, het gaat om het redden van onszelf.’

‘Waarom vechten we tegen corona zonder de oorzaak te bespreken?’

Hier gaat jouw spaargeld naartoe

Suzan Wolfhagen

  1. Een broeikasgas dat veel sterker is dan CO2. ↩︎

Het bericht Hoe redden we de biodiversiteit (en dus onszelf)? verscheen eerst op OneWorld.

https://www.oneworld.nl/lezen/klimaat/hoe-redden-we-de-biodiversiteit-en-dus-onszelf/

Als wij onze wereld niet veranderen, verandert zij ons (Joop)

https://joop.bnnvara.nl/content/uploads/2020/04/49775977028_c4eff363fa_o.jpg

cc-foto: Charlievdb

De periode van het ‘I told you so’, ‘ik zei het je toch’, is aangebroken. Dan zijn er plotseling veel mensen zonder diploma die met hun persoonlijke agenda tevoorschijn komen. Van het is God’s straf voor onze zonden tot 5G.

Er zijn veel professionele mensen die over de potentiële bedreigingen waarmee we nu kampen hebben geschreven en aan kunnen tonen dat ze jaren geleden waarschuwden. ‘Goh,’ zeggen we dan, ‘dat ze dat in 2008 al opgeschreven hebben’. Wie echter een beetje kennis en inzicht heeft in de biologie begrijpt wat er stond te gebeuren. Erg moeilijk is het niet om de grote lijnen te voorspellen. Zelfs ik kan het.

In mijn boek ‘Gezond’ dat in 2011 verscheen en gaat over wat we precies met gezondheid bedoelen. Hoe dat de resultante is van de balans tussen onze aanleg en de leefomgeving die we, naarmate er meer mensen kwamen, steeds radicaler en sneller veranderd hebben. Hoe de zorg die we opgebouwd hadden om daarbij een rol van betekenis te spelen werd afgebroken. Hoe de veilige verzorging voor een vergrijzende bevolking en de oververhitte verwachtingen voor wat voor ons dagelijks leed gedaan kan worden, onbetaalbaar werden. En dat er uiteindelijk gekozen werd om gezondheid niet als proces, waarin we allen met elkaar in hetzelfde bootje zitten, te zien maar om het als een markt te gaan formuleren. Aan het slot van mijn boek kwam ik tot de belangrijkste uitdagingen voor samenleving, gezondheid en zorg.

Ten eerste kun je niet toe met een door financiële belangen aangestuurde zorg en de daarbij behorende manier van met elkaar omgaan. We worstelen met een enorme toename van obesitas, diabetes type 2 en verschillende vormen van kanker. Het zijn kostbare aandoeningen voor samenlevingen overal ter wereld, want je moet jarenlang behandelen. Dus is vooral geprobeerd dat af te wentelen op een individuele keuze van mensen en zo trachtte men de andere kant, die van onze leefomstandigheden, uit zicht te houden. Echt grote beslissingen op het gebied van onze voedselketen, onze energieproductie en mobiliteit zijn er in de afgelopen jaren niet genomen.

Ten tweede kun je de zorg voor ouder wordende mensen en andere kwetsbaren, in een wereld waarin de gebruikelijke sociale supportmechanismen het af laten weten, niet met het ontslaan van personeel oplossen. Het moment dat dat tot problemen zou leiden kon je ruim van tevoren aan zien komen.

Ten derde veranderden we onze leefwereld dusdanig dat de balans tussen de erin levende organismen grondig verstoord werd. Een quote uit mijn boek Gezond: “Het openleggen van de oerwouden in Azië en Zuid-Amerika heeft niet alleen gezorgd voor verschraling van de dunne laag vruchtbare grond en verandering van het klimaat. Het veranderen van het oerbos om daar producten voor de wereldmarkt te produceren, had ook tot gevolg dat veel ziektevectoren natuurlijke gastheren kwijtraakten. In Thailand zorgde bovendien de introductie van tractoren ervoor dat de muggen niet meer de buffels die de ploeg voorttrokken prikten, maar de mensen die op de tractoren zaten. Parasitaire ziekten die ooit beperkt waren kregen op die manier een kans over te gaan op mensen, die door overbevolking en de noodzaak te overleven gedwongen waren het nieuw ontgonnen terrein te bewerken.”

En: “De enorme druk op vruchtbare grond zorgt voor opeenhopingen van mensen onder condities van grote schaarste bij wie nieuwe ziekten zoals hiv-infectie, ebola, lassa zich ideaal kunnen ontwikkelen. Behandelingen zijn er niet.” Dat laatste moet ik enigszins nuanceren. Tegenwoordig kun je zeggen dat toegang tot behandelingen er voor gemarginaliseerde mensen nauwelijks is.

En dat niet alleen. Weer een quote: “Onze zomers worden warmer door het broeikaseffect. In het septembernummer van 2008 van het medische vakblad Journal of Allergy and Clinical Immunology hebben medische deskundigen gekeken naar de gevolgen van de opwarming van de aarde. Een warmer klimaat zorgt ervoor dat bloesems eerder in het voorjaar verschijnen en dat we dus te maken hebben met een langer pollenseizoen. Bovendien zorgt een warmer klimaat voor meer plantengroei en dus meer pollenvorming. Dat betekent dat het allergieseizoen voor mensen met allergie zwaarder wordt. Ook draagt een warmer klimaat bij aan meer luchtvervuiling, meer ozon en bosbranden, die allemaal de kwaliteit van de lucht verslechteren. Het komt er in de praktijk op neer dat mensen ernstiger vormen van astma zullen hebben, vaker aanvallen zullen meemaken en dat hun kwaliteit van leven daar ernstig onder te lijden heeft. Het zorgde er al voor dat in 2008 astma opgenomen werd op een lijst van mogelijker risico’s van opwarming van de aarde in een Amerikaans overheidsrapport van het Environmental Protection Agency. Chronische luchtweginfecties hebben een direct verband met luchtvervuiling. Het is er niet de oorzaak van, maar bij meer luchtvervuiling is er oversterfte te zien van mensen met chronische luchtweginfecties.’

Op zijn best zouden zulke teksten aanzetten tot een discussie waarbij de brenger van de boodschap (die iedereen al best wel kende maar verzweeg) terzijde wordt geschoven als doemdenker, cultuurpessimist en dat wie pleit voor een verandering van leefstijl van mensen het verwijt krijgt een naïeve gutmensch te zijn. Op zijn slechts werden die teksten helemaal niet gelezen. Maar wij mensen zijn toch hoop ik wel tot iets beters in staat dan dat.

Kijk eens naar het plaatje van onze gezondheid in het licht van de COVID19 pandemie. Die lijkt alles in een paar weken op zijn kop te zetten. Maar alles valt toch op zijn plek, alleen niet een die we leuk vinden. Ergens in de wereld werd het gebied waar de vleermuizen leefden opengegooid, gingen hun virussen over op schubdieren, die op een drukbezochte markt verkocht werden voor medicinaal gebruik. En kijk, daar bleek ineens dat het virus ook overdraagbaar op mensen was.

Er was geen natuurlijke immuniteit tegen opgebouwd, er bestond geen vaccin en het was zoeken naar een effectief medicijn. Razendsnel verspreidde het zich via onze reishonger van dichtbevolkte wereldstad naar een dorp waar feest werd gevierd, van carnavalsvierders naar bewoners van een verpleeghuis. Elke richting vond het zijn weg. En wie obees was of aan diabetes type 2 leed, liep de grootste kans om de behandeling op het IC niet te overleven. De longontsteking die bij de CORVID19 infectie behoort betekent natuurlijk erg veel voor mensen met astma en andere chronische luchtweginfecties. Veel mensen in een gebied met veel luchtvervuiling liepen tijdens COVID19 pandemie de kans om in een categorie ‘oversterfte’ terecht te komen. Daarvan weten we meestal niet of ze ook besmet waren.

Dat allemaal moest gemanaged worden in een zorgstelsel waarin men brutaal bezuinigd had (tot op de mondkapjes toe) zodat er geen voorzorgmaatregelen waren getroffen tegen een mogelijk risico, waar men onvoldoende personeel in dienst had dat getraind was in een dergelijke ziektedruk, omdat het ontslaan van personeel de afgelopen jaren het belangrijkste onderdeel van het beleid vormde.

A perfect storm noemen ze dat in het Engels. Alles lag klaar voor COVID19 om die machtige mensenwereld op de knieën te krijgen. En nu verbaasd kijken? Ik denk van niet. Laten we het als een wake up call beschouwen, een impuls om onze wereld te veranderen en niet om alleen maar terug te keren naar hoe het vlak voor deze wereldramp eraan toeging. Als we mondjesmaat die oude wereld weer toelaten zal er telkens weer een opleving van de pandemie plaats vinden. En tegen de tijd dat we wel allemaal gevaccineerd zijn, is er weer een andere parasiet die zich aandient.

Pessimistisch? Met de kennis van nu weten we dat alle uitbraken van zich onverwacht aandiende micro-organismen in het verleden niets met doemdenken te maken hadden, maar met een realistische verwachting. Mijn levensdevies is ‘be pessimistic in mind, but optimistic by heart’. Grijp de kansen die er nu zijn.

https://joop.bnnvara.nl/opinies/als-wij-onze-wereld-niet-veranderen-verandert-zij-ons

Is corona de prijs die we betalen voor ontbossing? (OneWorld)

https://www.oneworld.nl/app/uploads/2020/03/BDDJXE-875x583.jpg

De oorzaak van corona? Dat was toch iets met een vleermuis, zul je zeggen. Maar dat is niet het hele verhaal: een van de belangrijkste oorzaken van de toename van infectieziekten die van mens op dier overgaan, is ontbossing.

Tussen alle verontrustende coronavirus-berichten verscheen een ‘grappig’ bericht op sociale media. In de Chinese provincie Yunan lagen twee olifanten op hun zij met hun billen tegen elkaar in een groenteveld. Volgens de bijgaande tekst lagen de dieren hun roes uit te slapen. Ze waren met een groep van veertien olifanten een dorp binnengegaan op zoek naar voedsel en hadden dertig liter maïswijn gedronken. Dikke pret.

Maar is het wel zo grappig? Indiase media berichten bijna elke week over niet zo fortuinlijke ontmoetingen tussen wilde dieren en mensen. Zo circuleerde een tijdje terug een video van een olifant die gewond op de rails lag. Het dier was aangereden door een trein en probeerde vergeefs op te staan. Ook zijn er regelmatig berichten over dorpelingen die een tijger doden, omdat die rond hun dorp zwierf. Of andersom, een bericht over een Indiase boer die is gedood door een tijger.

Van alle nieuwe infectieziektes van de laatste tien jaar komt 75 procent van dieren

Vooral in Azië, maar ook in andere delen van de wereld, zoals in het Amazonegebied, wordt het leefgebied voor wilde dieren steeds kleiner. Oftewel, mensen claimen meer en meer ruimte. We begeven ons vaker in afgelegen gebieden door wegen aan te leggen in natuurgebieden, door mijnbouw, door uitdijende steden en bevolkingsgroei. Daardoor komt de mens vaker in contact met wilde dieren. Dat speelt een rol in de toename van zoönosen: infectieziekten die van dier op mens overgaan.

Het is al langer bekend dat direct contact met wilde dieren door beten, steken en met uitwerpselen, kan leiden tot ziekten. Zo wordt de hiv-epidemie gelinkt aan contact met apen (waarschijnlijk omdat ze werden opgegeten) en werd ebola veroorzaakt door het eten van vleermuizen. Maar het aantal infectieziekten dat door dieren wordt overgedragen op mensen neemt toe; van alle nieuwe soorten die de laatste tien jaar zijn opgekomen, is maar liefst 75 procent afkomstig van dieren. Zo ook het coronavirus, waarvan de meeste wetenschappers denken dat het is ontstaan op een wildedierenvleesmarkt in de Chinese stad Wuhan. Doordat de dieren in verzwakte toestand dicht op elkaar werden gehouden, was het een broeinest van virussen die, in dit geval vermoedelijk door vleesconsumptie, konden overgaan op de mens.

Elitaire bezigheid

De markt in Wuhan is inmiddels gesloten en China heeft handel en consumptie van wilde dieren voorlopig verboden, maar voor veel experts is dit niet afdoende. Zo benadrukte tijgerexpert Valmik Thapar in de Indiase krant The Hindustan Times hoe belangrijk het is het leefgebied van wilde dieren in India te beschermen. Iets wat onvoldoende gebeurt. Hij uitte zijn frustratie over de laksheid van de overheid. Zo is de Indiase premier Modi voorzitter van de National Board of Wildlife, maar de afgelopen jaren heeft daarvan geen enkele vergadering plaatsgevonden. Ook deed de expert een beroep op het bedrijfsleven. ‘Onze zakenmensen moeten beseffen dat het geen elitaire bezigheid is om wilde dieren en hun habitat te beschermen. Stop met natuur vernietigen. Anders betalen we een hoge prijs’, schrijft hij.

Ook een andere groep liet van zich horen. Op 13 maart trokken leiders van de Internationale Alliantie van Oorspronkelijke Volkeren in New York aan de bel. ‘Het coronavirus bevestigt wat wij al duizenden jaren benadrukken’, zei Levi Sucre Romero van de BriBri uit Costa Rica volgens persbureau IPS. ‘Wanneer we de natuur en vooral de biodiversiteit niet beschermen, zullen we meer van dit soort pandemieën tegemoetzien.’ De leiders benadrukten om die reden het belang van de strijd tegen ontbossing en bekritiseerden landbouwmultinationals die oerwoud kappen voor grootschalige veehouderij en soja- en oliepalmplantages. Ook de Verenigde Naties onderschrijven die link tussen een toename van infectieziekten en ontbossing voor monocultuur, in een rapport uit 2016. Deel van de oplossing: de rechten van oorspronkelijke bewoners versterken, aldus David Ganz van het Centrum van Volkeren en Bossen in Bangkok, tegenover persbureau Reuters.

In deze omstandigheden zal binnen enkele decennia een kwart van alle dieren en planten uitsterven

In de gebieden van oorspronkelijke bewoners is het verlies van biodiversiteit het kleinst, blijkt uit een veelgeciteerd rapport uit 2019 van het Intergouvernementeel Platform voor Biodiversiteit en Ecosystemen (IPBES). Elders, waar het landschap door urbanisatie, wegen, mijn- en landbouw is veranderd, is de situatie niet best: in de huidige omstandigheden zal binnen enkele decennia een kwart van alle dieren en planten uitsterven – een miljoen soorten dus. De wereldwijde biodiversiteit neemt het sterkst af daar waar het landschap door menselijk ingrijpen is veranderd. Boskap en -branden vernietigden in 2018 volgens Global Forest Watch 12 miljoen hectare bos, met name in Brazilië, Indonesië en Maleisië (de cijfers van 2019, een jaar met wereldwijd veel bosbranden, zijn nog niet bekend).

Van boskap naar ziekte

De directe link tussen boskap en het ontstaan van zoönosen wordt de laatste jaren door steeds meer wetenschappers gelegd. Kate Jones, hoofd ecologie en biodiversiteit aan de Universiteit van Londen, stelt dat de vleermuizen die het ebolavirus op de mens overbrachten door boskap naar de dorpen in de buurt trokken en zich onder dakranden en in holle bomen vestigden. De dorpelingen aten ze vervolgens op. En wetenschappers van de Universiteit van Florida vonden in de jaren 90 al bewijs dat malariamuggen goed gedijen in de ondiepe poelen die ontstaan na boskap. Een derde voorbeeld: in Liberia bleken oliepalmplantages, waar oerwoud voor was gekapt, een feest voor bosmuizen. Massaal trokken ze uit het oerwoud naar de plantages en namen het voor mensen dodelijke lassavirus mee.

Rohini Chaturvedi, Indiase milieuwetenschapper en voorzitter van het Indiase Bos- en Landschapherstelprogramma, benadrukt aan de telefoon het belang van biodiversiteit voor onze weerbaarheid tegen ziekten. “Landbouw in een bosrijke omgeving heeft veel voordelen; in het diverse ecosysteem zijn landbouwgewassen veel weerbaarder dan in een situatie van monocultuur. En bossen bevorderen een goede grondwatervoorziening. Bovendien verliezen we bij boskap bijzondere medicinale planten. Zo zijn in Madagaskar in 2018 elementen gevonden in een plant die belangrijk zijn in de strijd tegen kanker.

https://www.oneworld.nl/app/uploads/2020/03/BW5T64-583x875.jpg

Wetenschapper Kate Jones gaat nog een stap verder. Ze onderzoekt niet alleen hoe de inperking van het leefgebied van dieren tot een toename in zoönosen leidt. Ook kijkt ze hoe de afname in biodiversiteit het opkomen van nieuwe infectievirussen bevordert. ‘Hoe meer het ecosysteem is verschraald, hoe groter de kans is dat de overgebleven diersoorten meer ziekten dragen die op de mens overgedragen kunnen worden’, zei ze onlangs tegen The Guardian.

Malaria dreigt in Zuid-Europa een lokale ziekte te worden; de malariamug voelt zich er door de temperatuurstijging vaker thuis

“Ik weet niet of dit al bewezen is”, reageert milieuwetenschapper Chaturvedi. “Maar het verbaast me niets als dat het geval zou zijn. Het lijkt me logisch dat in een aangetast ecosysteem infectieziekten minder weerstand ondervinden en daarom goed gedijen.”

Ook de opwarming van de aarde speelt een rol, vreest onderzoeker Carlos Zambrana-Torrelio van de organisatie Ecohealth Alliance. Hij bestudeert net als Kate Jones de samenhang tussen ecologische verstoringen en de toename van zoönosen. Dieren die voorheen in tropische gebieden bleven, verplaatsen zich steeds vaker naar niet-tropische plekken waar de temperatuur is gestegen en nemen ziekten mee waar de mens geen weerstand tegen heeft. Zo dreigt malaria in Zuid-Europa een endemische – lokale – ziekte te worden, omdat de malariamug zich er door de temperatuurstijging vaker thuis voelt.

Ziekte X

Voor wetenschappers in dit veld is de ernst van de situatie al lang helder. De Wereldgezondheidsorganisatie van de Verenigde Naties (WHO) heeft in 2015 wetenschappers de opdracht gegeven om een plan klaar te maken voor de onvermijdelijke ‘Ziekte X’. Bekende besmettelijke zoönosen zoals ebola, zika en het lassavirus worden door de WHO scherp in de gaten gehouden. Maar de organisatie wilde zich ook – met protocollen – voorbereiden op nog onbekende zoönosen, ‘Ziekte X’, die zich zouden kunnen ontwikkelen en zich bijvoorbeeld via luchtwegen in een rap tempo en wereldwijd onder mensen zouden kunnen verspreiden. Zo riep de WHO volgens het protocol op 12 februari dit jaar experts uit de hele wereld bijeen om maatregelen te bespreken tegen de verspreiding van het coronavirus en onderzoek naar een vaccin te stroomlijnen. Het coronavirus is zo’n ‘Ziekte X’ en was dus geen verrassing. Maar in een wereld waar mensen zich op grote schaal verplaatsen is voorkoming van pandemieën ongelofelijk moeilijk.

Als we onze leefstijl niet veranderen, zal onze kwetsbaarheid voor infectieziekten toenemen

En nu zet het coronavirus de wereld op haar kop. Er zal een vaccin komen, maar het virus zal niet de laatste ‘Ziekte X’ zijn. De toename in het aantal zoönosen is een feit. Als we onze leefstijl, en vooral onze relatie met de natuurlijke omgeving niet veranderen, zal onze kwetsbaarheid voor infectieziekten toenemen. Maar wellicht wordt het besef van de noodzaak voor verandering door het coronavirus zo groot, dat prioriteiten verschuiven. En dat na deze pandemie de experts die voorheen tegen dovemansoren riepen, nu wel gehoord worden en we stappen ondernemen naar een wereld met een betere ecologische balans. Het tegengaan van grootschalige ontbossing ter bescherming van de biodiversiteit is er een van.

We leven in onzekere tijden door het coronavirus. Er is behoefte aan betrouwbare informatie én verdieping. Wij hopen dat jij dat bij ons vindt en wil bijdragen aan onze onafhankelijke journalistiek. Vanwege de financieel onvoorspelbare tijd, kan dat nu voor de helft van de prijs. Klik hier voor meer informatie.

‘Waarom vechten we tegen corona zonder de oorzaak te bespreken?’

‘Niet nóg een pandemie? Dan moeten we duurzamer leven’

Saskia Konniger

Het bericht Is corona de prijs die we betalen voor ontbossing? verscheen eerst op OneWorld.

https://www.oneworld.nl/lezen/klimaat/klimaatonrecht/is-corona-de-prijs-die-we-betalen-voor-ontbossing/