Bangladesh leert Nederland omgaan met klimaatrampen (OneWorld)

https://www.oneworld.nl/app/uploads/2020/11/erosie-4-875x587.jpeg

Door de aanleg van een dijk is het land van Asob Banu beschermd tegen het wassende water.

Stormen, een stijgende zeespiegel en erosie van rivieroevers jagen de bevolking van Bangladesh op de vlucht. Hoelang kunnen zij nog met klimaatverandering meebuigen? ‘Met al die rampen hier kun je maar beter iets achter de hand hebben.’

De grijzende Jabar Hossain zit met zijn rug naar de rivier, zijn blik strak gericht op de gele stoppels van het geoogste rijstveld. Op de grond liggen rijstkorrels op een stuk plastic te drogen in de zon. Een van zijn geitjes snoept ervan. Hossain (50) laat het gebeuren. Het is zijn laatste oogst hier in Caring Char, een gebied aan de zuidkust van Bangladesh.

Nog een paar weken, hooguit twee maanden, dan verdwijnt zijn rijstveld onder water. De Meghnarivier heeft al zijn halve erf opgeslokt en uit voorzorg heeft hij zijn huis al afgebroken. Het bouwpakket van golfplaten, houten balken en palen ligt kilometers landinwaarts opgeslagen naast de binnendijk. Bedden, kasten en ander huisraad zijn tijdelijk gestald in een gehuurde kamer. Zijn jongste kinderen zitten op een islamitische kostschool in de buurt, de oudsten zijn getrouwd en wonen bij hun schoonfamilie.

Door erosie langs de grote rivieren raken jaarlijks zeker 50 duizend Bengalen ontheemd

“Mijn vrouw en ik blijven hier zolang het kan”, zegt Hossain, wijzend naar een strohut die zij nu delen met hun drie koeien en vijf geiten. Het is het enige onderkomen in de wijde omgeving. Alle buren zijn inmiddels vertrokken. “Wij moeten onze bomen nog kappen en de groenten oogsten. We hebben het geld hard nodig om nieuw land te kopen. Net zoals tien jaar geleden, toen we hier kwamen.”

Door de erosie langs de grote rivieren raken jaarlijks zeker 50 duizend Bengalen ontheemd. Maar er komen ook duizenden hectaren nieuw land bij. De rivier schuurt de oevers uit en verplaatst regelmatig haar stroomgebied. Van dat sediment ontstaan in de rivierbedding zandplaten, die geleidelijk uitgroeien tot eilanden (chars).

https://www.oneworld.nl/app/uploads/2020/11/erosie-1-875x587.jpeg

Het land van Jabar Hossain en zijn vrouw wordt langzaam opgeslokt door de rivier.

De bewoners van het gebied leven al eeuwen met de overstromingen, bodemverzilting en erosie door klimaatverandering waarmee andere landen in de toekomst ook geconfronteerd zullen worden. En dus letten ingenieurs wereldwijd goed op hoe de Bengalen zich beschermen tegen het wassende water. Karin Sluis, CEO van ingenieursbureau Witteveen en Bos, vertelde hierover onlangs op BNR Nieuwsradio.

Sluis: ‘Je zou verwachten dat ingenieurs uit Nederland naar Bangladesh komen om eens even uit te leggen hoe het moet, maar er is juist sprake van grote wederkerigheid. Wij hebben daar geleerd hoe je op een veel grotere schaal die natuurlijke processen kunt gebruiken en wij passen dat in de praktijk nu, mede dankzij Bangladesh, in Nederland toe.’

Nieuw land

Al sinds de jaren 60 voert de Bengaalse overheid een beleid van inpolderen en bedijken van land. Voor het dichtbevolkte, arme en voornamelijk op landbouw gerichte Bangladesh is land een schaars en kostbaar goed. Daarom heeft de overheid in 1994 het Char Development & Settlement Project (CDSP) opgezet, een samenwerkingsverband van zes departementen om nieuwe nederzettingen te ontwikkelen. Nederland was een van de financiers.

Het natuurlijke proces van landwinning duurt zo’n 20 tot 30 jaar, zo lang kunnen erosieslachtoffers niet wachten

“Een stuk land biedt arme mensen houvast, een basis om geld te verdienen”, zegt ingenieur Zulfiquer Azeez van CDSP in havenstad Noakhali. De resultaten van het project vormen het bewijs; de armoede is fors gedaald in het projectgebied dat nu een half miljoenmensen telt. De bewoners hebben betere huizen, meer bezittingen, meerdere inkomstenbronnen en hun kinderen gaan naar school. “Maar nieuw land goed bewoonbaar maken, vereist investeringen in oeverbescherming en infrastructuur. Dat kost tijd en geld.”

Het natuurlijke proces van landwinning, waarbij zandplaten in de rivierbedding ontstaan die uiteindelijk uitgroeien tot eilanden, duurt zo’n twintig tot dertig jaar. Dan komt de overheid in actie en poldert het eiland in met dijken. Zo lang kunnen Jabar Hossain en andere erosieslachtoffers niet wachten.

Dat weten lokale bendes, de ‘muscle men’. Zodra de mangroven en andere bomen, die het departement van bosbouw heeft aangeplant, stevig geworteld zijn, claimen gespierde bandieten het nieuweland als graasland. Zij zijn jarenlang heer en meester van het gebied, innen pacht voor vee en rijstbouw, en verkopen het land later in kleine percelen aan door erosie ontheemde boeren.

Twee keer per dag, bij vloed, stroomde het huis vol met water

Toen Hossain met zijn gezin tien jaar geleden in Caring Char neerstreek, ruilde hij twee koeien voor een kwart hectare grond. Aanvankelijk kon hij er alleen zoutbestendige rijst op verbouwen. Beginnende polders zijn nog niet zo droog en er zit nog veel zilt water in de grond, waar niet veel op wil groeien. Het kolonistenbestaan was hard voor Hossain, maar hij had nog geluk: binnen drie jaar werd Caring Char ingepolderd door CDSP.

De struise Asob Banu (55) die in 2001 met man en tienerzonen in Nangulia Char (het eiland dat grenst aan Caring Char) neerstreek, was ruim tien jaar overgeleverd aan de bendes, de verzilte grond en de getijden. “Er was hier helemaal niks: geen wegen, geen stroom, geen telefoon, geen overheid. En twee keer per dag bij vloed stroomde het huis vol met water. Tot aan mijn knieën.” Banu stond er alleen voor. Man en zonen waren maanden van huis om elders als dagloner geld te verdienen.

“Dat is verleden tijd.” De komst van de dijk en de overheid heeft de boeren uit hun isolement gehaald en de ‘muscle men’ onttroond. Banu is nu eigenbaas. “Wij zijn nu officieel landeigenaar, we kunnen leven van de opbrengst en investeren in een tractor en een waterpomp, in ons huis en in de school voor de kleinkinderen. Het leven is goed. Dat willen we niet kwijtraken.”

Natte voeten

Het nieuwe land van Nangulia Char oogt lieflijk, alsof het er altijd is geweest. De dijkwegen zijn omzoomd met hoge pijnbomen, huizen omringd met fruitbomen. In het polderland is het een en al bedrijvigheid; er wordt geoogst, geploegd en nieuwe rijst aangeplant. Elk stukje grond wordt benut. Rond visvijvers en sloten groeien courgettes en pompoenen langs palen omhoog, in de bermen bloeien bonenplanten, en op elk erf scharrelen duiven, kippen, eenden, ganzen.

Alleen de cycloonschuilplaatsen die boven het landschap uitsteken, herinneren de bewoners voortdurend aan de gevaren van de oprukkende erosie. Het bezorgt de kolonisten slapeloze nachten. Ze weten maar al te goed hoe machtig en meedogenloos de Meghnarivier kan zijn. Zij eisen extra onderhoud, betere oeverbescherming, hogere dijken, meer drainagekanalen.

https://www.oneworld.nl/app/uploads/2020/11/erosie-2-1-875x587.jpeg

De loop van de rivier verandert door erosie en dwingt boeren te verhuizen.

Maar dat lijkt niet altijd mogelijk, ook niet bij Caring Char. Het project daar is na zeven jaar alweer aan het instorten: de dijk is verzakten verzwolgen door het water – waardoor weten ingenieurs nog niet. “Groot herstelwerk is op dit moment niet mogelijk”, verklaart ingenieur Zulfiquer van CDSP. “Dat is te riskant, de stroming is te sterk.” Met een sjaal om zijn hoofd tegen de ochtendkou, staat de ingenieur aan de oever van de Meghnarivier op de meest westelijk punt van Caring Char.

De erosieschade loopt in de miljoenen. Over een jaar zal het hele gebied verdwenen zijn

De rivier lijkt wel een zee; de overkant is niet te zien, het wassende getij klotst tegen de aarden wal. Zulfiquer kijkt over de afgebrokkelde rand van de weg naar het water. Een paar honderd meter verderop steekt nog net een stuk van de sluis uit de rivier. Het is de tweede sluis die is weggespoeld. De ingenieur was bij de bouw betrokken, net als bij de aanleg van de vijf kilometer lange weg dwars over Caring Char waar nu nog één kilometer van over is. De erosieschade loopt in de miljoenen.

Zulfiquer: “Over een jaar is Caring Char verdwenen, het aangrenzende Noler Char mogelijk binnen tien jaar als de erosie zo doorgaat. We moeten eerst weten wat er speelt, waar die eroderende stroming vandaan komt.” Voorlopig komen er in elk gevalgeen nieuwe dijken of dammen. De oude dijk verder landinwaarts wordt de nieuwe verdedigingslinie.

Een derde minder land

“In de toekomst wordt het alleen maar erger”, voorspelt water- en klimaatexpert Ainun Nishat van het Centre for Climate Change and Environmental Research (C3ER) in Dhaka. Hij onderzoekt al jaren de effecten van klimaatverandering in Bangladesh. Tussen 1990 en2018 werd het land getroffen door 154 overstromingen, stormen en andere klimaatgerelateerde rampen, die tientallen miljoenen Bengalen troffen en miljarden euro schade aanrichtten. “Klimaatverandering is een feit, de aarde warmt op, de zeespiegel stijgt, het weer wordt onvoorspelbaar en steeds extremer.”

Bengalen hebben net als Nederlanders een hekel aan natte voeten

Bangladesh is uitermate kwetsbaar; de helft van het land ligt minder dan 12,5 meter boven zeeniveau, dat blijft stijgen. Het Intergouvernementele Panel for Climate Change (IPCC), een VN-orgaan dat de wetenschappelijke basis van klimaatverandering beoordeelt, voorziet dat Bangladesh zonder tegenmaatregelen in2100 een derde van de landoppervlakte voorgoed kwijt is. “Erosie is geen klimaatverandering, het is een natuurlijk proces, maar het wordt wel degelijk beïnvloed door veranderingen in het klimaat.”

Door een hogere zeespiegel en smeltende gletsjers stroomt er meer water door de rivieren. Zwaardere stormen zorgen ervoor dat die grotere hoeveelheid harder gaat stromen, met als gevolg erosie. Nishat heeft er alle begrip voor dat de bedreigde eilandbewoner dijkbescherming eisen. “Bengalen hebben net als Nederlanders een hekel aan natte voeten. Daarom zijn wij, net als jullie, gebieden gaan inpolderen en omdijken.”

https://www.oneworld.nl/app/uploads/2020/11/erosie-3-875x587.jpeg

Kustbewoners breken hun huis af en slaan het landinwaarts op.

De eerste polders in Bangladesh dateren uit de jaren 60. Inmiddels staat de teller op 139 polders. In de kustgebieden zijn de leefomstandigheden van miljoenen Bengalen erdoor verbeterd en is de economische groei bevorderd, constateren onderzoekers in de vuistdikke rapporten van het Bangladesh Deltaplan 2100. Maar de polderontwikkeling creëert ook nieuwe problemen, omdat het de natuurlijke processen verstoort, waardoor afvoerkanalen dichtslibben en het water in de polders stagneert en de eilanden verzilten. Het polderconcept overboord zetten gaat de onderzoekers te ver, maar gezien de klimaatverandering is het evident dat het concept vernieuwd en aangepast moet worden. De sleutelvraag is hoe?

Zelf betalen

De natuur kan de mens een handje helpen, signaleert het Deltaplan. In een van de polders in Satkhira, in het zuidwestelijke kustgebied van Bangladesh, mag de rivier alweer een paar jaar haar gang gaan en de polder van een nieuwe vruchtbare sliblaag voorzien – en tegelijkertijd de afvoerkanalen schoonspoelen. Het klinkt goed, maar de aanpak stuit op praktische bezwaren. De boeren, die jarenlang hun land moeten afstaan, weten niet of en hoe ze gecompenseerd gaan worden, zeker als ze moeten migreren om elders werk te vinden.

Noakhali geeft CDSP het nieuwe land wat meer ruimte dooreen kleiner gebied in te polderen, zodat de natuur haar werk kan doen. Klimaatexpert Nishat betwijfelt of die aanpak werkt. “Vroeger was dat misschien mogelijk, maar nu is daarvoor in Bangladesh geenruimte meer. Er wonen al te veel mensen. Die willen geen voedselhulp, die eisen beter dijkonderhoud om zelf rijst te verbouwen.”

https://www.oneworld.nl/app/uploads/2020/11/erosie-hoofdbeeld-875x587.jpeg

Erosie van de Meghnarivier, bij de Bengalese stad Noahkali.

Bengaalse kustbewoners zijn vooral op zichzelf aangewezen. De mensen op het platteland, die direct slachtoffer zijn van klimaatgerelateerde rampen, investeren zelf het meeste geld in de rampenbestrijding, blijkt uit recent onderzoek van het International Institute for Environment and Development (IIED). De plattelandsbewoners geven bijna 2 miljard dollar per jaar uit aan preventieve maatregelen, zoals het ophogen, versterken of herstellen van huizen en oevers. Dat is twee keer zoveel als het Bengaalse overheidsbudget, en ruim twaalf keer het bedrag dat internationale organisaties aan hulpgelden geven voor het Bengaalse platteland. Lokale initiatieven kunnen maar mondjesmaat aanspraak maken op overheidsfinanciering.

Met al die rampen hier, kun je maar beter iets achter de hand hebben

“Experimenteren en uitproberen. Je aanpassen aan het klimaat leer je in de praktijk”, is het devies van de Bengaalse klimaatdeskundige Saleemul Huq. Hij is als wetenschapper lid van het IPCC. “Het hele kustgebied beschermen is op den duur een onmogelijke opgave”, zegt hij. “Men zal keuzes moeten maken en misschien hele gebieden moeten opgeven.” En dan gaat de voorkeur uit naar de grote steden in plaats van dorpen met landbouwgrond. Voorlopig pleit Huq voor tijdelijke bescherming. “Elk jaar dat de mensen langer kunnen profiteren van hun grond is meegenomen. Zo kunnen ze een buffer opbouwen en zich voorbereiden op de toekomst.”

Kolonisten weten wat hun te doen staat. Zij bereiden zich mentaal en financieel voor op een nieuwe toekomst elders. De een opent een winkel, een ander gaat kalkoenen vetmesten of koopt een brommer of landbouwmachines. Asob, die haar boerderij niet kwijt wil, legt alvast geld opzij om landinwaarts grond te kopen. “Met al die rampen hier, kun je maar beter iets achter de hand hebben.”

Dit artikel verscheen eerder in OneWorld Magazine.

Zijn ook verwoestende bosbranden het nieuwe normaal?

Dit zijn de zorgwekkende gevolgen van smeltende permafrost

Hilde Janssen

Het bericht Bangladesh leert Nederland omgaan met klimaatrampen verscheen eerst op OneWorld.

https://www.oneworld.nl/lezen/klimaat/bangladesh-leert-nederland-omgaan-met-klimaatrampen/

Natuurrampen veroorzaakten in 2020 wereldwijd voor 210 miljard dollar schade (NU Economie)

Door natuurrampen ontstond in 2020 wereldwijd voor 210 miljard dollar (omgerekend zo'n 170 miljard euro) aan schade. Vooral de Verenigde Staten werden hard getroffen door orkanen en bosbranden, zegt de Duitse verzekeraar Munich Re donderdag tegen persbureau Reuters.

https://www.nu.nl/economie/6100628/natuurrampen-veroorzaakten-in-2020-wereldwijd-voor-210-miljard-dollar-schade.html

Oud-IJmuidenaar ontsnapte aan Australische vuurstorm: “Het regende zwarte bladeren” (NH)

AUSTRALIË / VINCENTIA - Het is exact een jaar geleden dat Hans Kieft (63), een geëmigreerde oud-IJmuidenaar, de dood in de ogen keek. Hans en zijn Australische vrouw Delwyn vreesden te worden opgeslokt door een van de enorme bosbranden die het land teisterden. "Het was angstaanjagend. Vluchten kon niet meer, het regende al zwarte bladeren."

Een inferno ontvouwt zich in het gebied rond hun woonplaats Vincentia, zo'n 200 kilometer ten zuiden van Sydney in New South Wales. Angst grijpt ze naar de keel als ze via een draagbare radio horen dat de vuurzee hun dorpje nadert. "Het was 16.00 uur in de middag, de lucht werd zwart en er was volledige duisternis. We liepen het gevaar overreden te worden door de brand. En dat was zeer reëel, want de brand strekte zich uit over een lengte van 300 kilometer. Tijd om te vertrekken was er niet meer, want het vuur verspreidde zich razendsnel", aldus Kieft.

"We bleven maar rond ons huis lopen. De wind nam toe, stukjes van de bomen braken af ​​en sloegen op de grond. Uren en uren liepen we over het terrein. We waren uitgeput, konden niet meer. De volgende ochtend hadden we het geluk dat ons dorp was gered. We huilden en voelden ons schuldig, we waren de gelukkige mensen."

Hans Kieft is een geboren IJmuidenaar. Als zoon van een papiermaker groeit hij ook op in de vissersplaats. Ze wonen op de Geleenstraat, op steenworp afstand van winkelstraat de Lange Nieuwstraat. Als hij 23 jaar is vertrekt hij met zijn toenmalige vrouw Mieke vanuit Zaandam naar Australië. Na hun scheiding hertrouwt hij met de Australische Delwyn. Met Delwyn is hij inmiddels 26 jaar getrouwd.

Bosbranden hielden Australië  maandenlang in zijn greep. Tekst gaat verder onder de video.

De bosbranden maakten grote indruk op Hans en Delwyn. Als ze in februari door het land reizen met hun camper maakt een schuldgevoel zich van hun meester. "Bijna 300 kilometer lang zagen we totale vernietiging, alles was weg. In plaats van onze vakantie voort te zetten, werkten we voor een maand bij een vrijwilligersorganisatie genaamd Blaze-Aid, dat hekken voor de boeren ging bouwen", vertelt hij vanuit Australië aan NH Nieuws. "Waarom we hebben geholpen om hekken te herbouwen? We voelden ons schuldig. Ons huis, ons dorp, ons leven was gered. Terwijl anderen alles verloren."

Tekst gaat verder onder de foto

Een jaar jaar na de brand in zijn regio, is het nog altijd het gesprek van de dag. "Ik speel muziek met iemand die zijn huis is kwijtgeraakt. Elke keer dat we een gesprek hebben over muziek, gaat het er toch weer over dat hij alles kwijt is."

En de vrees voor nieuwe bosbranden is er nog altijd. "We kijken vandaag naar de lucht en wensen regen, want als het weer heet en droog wordt, dan kunnen de bosbranden terugkeren."

https://www.nhnieuws.nl/nieuws/278527/oud-ijmuidenaar-ontsnapte-aan-australische-vuurstorm-het-regende-zwarte-bladeren

Onze uitstoot daalde hard, maar de klimaatcrisis is niet weg (integendeel) (NOS Buitenland)

In 2020 zou er een recordhoeveelheid broeikasgassen uit worden gestoten, was de verwachting. Het werd - door de uitbraak van het coronavirus - een recorddaling. De coronacrisis verdreef de klimaatcrisis van de voorpagina's.

Maar die crisis is niet weg. Het klimaat blijft ondanks de lagere uitstoot van dit jaar veranderen. Zo zit ook 2020 weer vol signalen dat de opwarming van de aarde doorzet. Aan het einde van dit jaar - waarschijnlijk het één-na-warmste ooit gemeten - maakt Nieuwsuur de balans op:

Begin 2020 staan grote delen van Australië al maanden in brand. Wetenschappers vinden het lastig een specifieke brand direct te linken aan klimaatverandering, want branden zijn er altijd wel. Maar een warmere, drogere wereld vergroot de kans op meer en destructievere natuurbranden.

Ook bosbranden aan de andere kant van de planeet. Siberië - een gebied waarbij je aan kou denkt - staat deze zomer in vuur en vlam. Het is er ook een stuk warmer dan normaal.

Bijkomend effect is dat de permafrost, bevroren toendragebieden die zo'n 20 procent van de planeet beslaan, sneller begint te ontdooien. In de bevroren Siberische bodem liggen broeikasgassen als CO2, methaan en lachgas opgeslagen, al duizenden jaren.

Al die gassen komen langzaam maar zeker vrij, wat weer bijdraagt aan het broeikaseffect en daarmee de mondiale opwarming. Dat zorgt op zijn beurt weer dat de bodem sneller opwarmt, en dat er dus meer broeikasgassen vrijkomen - met alle gevolgen van dien. Bij het vrijkomen van methaan ontstaan soms enorme explosies, met gigantische gaten tot gevolg.

Rond de Noordpool zien we ook wat bijzonders dit jaar. Het ijs op de Noordpool krimpt en groeit elk jaar. In de zomer is er minder ijs, in de winter meer. Maar er komt de laatste jaren steeds minder ijs terug. "Als het zo doorgaat zit je over vijftien jaar op nul zee-ijs op de Noordpool in de zomer en dan heb je dus een volledig ijsvrije Noordpool", zegt weerman en poolonderzoeker Peter Kuipers Munneke.

Een warmere aarde betekent extremer weer. In eigen land zien we daar ook voorbeelden van. De hitte van afgelopen zomer is zo'n voorbeeld.

Dit jaar is het volgens de Wereld Meteorologische Organisatie gemiddeld 1,2 graden warmer dan halverwege de 19de eeuw. Daarmee ligt 2020 op koers om in de top-drie te komen van warmste jaren ooit gemeten.

In het Klimaatakkoord van Parijs is afgesproken dat we de opwarming liefst tot anderhalve graad moeten beperken - en in ieder geval ruim onder de twee graden moeten houden om zo gevaarlijke klimaatverandering te voorkomen.

Maar dat zal niet lukken, blijkt uit een recente analyse:

Hoeveel warmer het uiteindelijk wordt, hangt af van de vraag of het lukt te stoppen met het verbranden van steenkool, olie en gas. Het is die verbranding die zorgt voor meer broeikasgassen die leiden tot opwarming.

"Dat de concentratie CO2 in de atmosfeer blijft stijgen betekent dat het in de toekomst warmer zal worden", zegt onderzoeker Ralph Keeling, die werkt bij het meetstation Mauna Loa op Hawaï.

"Het is nu al warmer door de stijging uit het verleden. Daar moeten we ons zorgen over maken. Het betekent dat we op weg zijn naar een wereld waarvan we niet goed weten hoe die eruit zal zien."

De uitstoot van CO2 stijgt al jaren. Maar ook hier zorgt de coronacrisis voor een trendbreuk.

Dat klinkt als goed nieuws, maar het betekent niet dat het probleem is opgelost. Klimaatwetenschappers berekenen dat als de coronadip eenmalig is, het halverwege deze eeuw slechts 0,01 graad opwarming scheelt, Als de dip blijvend is, heeft het wel effect. Het probleem is dat uitgestoten broeikasgassen lang in de atmosfeer blijven.

Stel de atmosfeer voor als een emmer en zie de emmer de afgelopen dertig jaar versneld vollopen, richting de anderhalvegradengrens. In het huidige tempo, met de uitstoot van 2020 daarbij, is die emmer binnen tien jaar vol.

Wat brengt 2021?

En hoe nu verder? 2021 wordt een jaar van herstel, zegt klimaatonderzoeker Kuipers Munneke. "Het is belangrijk dat het economische herstel ook groen en duurzaam is. Veel klimaatwetenschappers hopen dat we sectoren die getroffen zijn door de crisis zó opbouwen, dat we het goed doen."

"Het zou zonde zijn om nu veel te investeren om terug te gaan naar exact dezelfde situatie, terwijl we in 2030 veel minder broeikasgassen moeten uitstoten", zegt Kuipers Munneke. "In de coronacrisis is de economie een stuk lokaler geworden en zoeken mensen naar bedrijven uit de buurt. Dat is goed om vast te houden."

Maar er zullen ook harde keuzes gemaakt moeten worden, zegt de klimaatwetenschapper. "Nu worden veel bedrijven nog overeind gehouden. Op enig moment moet de overheid prioriteiten stellen. Dan denk ik dat je ook oog moet houden voor klimaatbeleid en geen sectoren moet steunen waar geen toekomst voor is."

Overheden hebben de afgelopen maanden gigantisch veel geld geleend om de crisis te lijf te gaan. "Je kunt je voorstellen dat ze de komende jaren de hand op de knip willen houden, maar eigenlijk moeten ze nu fors investeren in de klimaattransitie", zegt Kuipers Munneke.

"2021 wordt een belangrijk jaar. Hopelijk ook een jaar waarin klimaat weer iets vaker op de voorpagina's staat. Daar is alle reden toe, als je de cijfers bekijkt."

http://feeds.feedburner.com/~r/nosnieuwsbinnenland/~4/-_IGtOy1yO8

http://feeds.nos.nl/~r/nosnieuwsbuitenland/~3/-_IGtOy1yO8/2362510

Onze uitstoot daalde hard, maar de klimaatcrisis is niet weg (integendeel) (Nieuwsuur)

In 2020 zou er een recordhoeveelheid broeikasgassen uit worden gestoten, was de verwachting. Het werd - door de uitbraak van het coronavirus - een recorddaling. De coronacrisis verdreef de klimaatcrisis van de voorpagina's.

Maar die crisis is niet weg. Het klimaat blijft ondanks de lagere uitstoot van dit jaar veranderen. Zo zit ook 2020 weer vol signalen dat de opwarming van de aarde doorzet. Aan het einde van dit jaar - waarschijnlijk het één-na-warmste ooit gemeten - maakt Nieuwsuur de balans op:

Begin 2020 staan grote delen van Australië al maanden in brand. Wetenschappers vinden het lastig een specifieke brand direct te linken aan klimaatverandering, want branden zijn er altijd wel. Maar een warmere, drogere wereld vergroot de kans op meer en destructievere natuurbranden.

Ook bosbranden aan de andere kant van de planeet. Siberië - een gebied waarbij je aan kou denkt - staat deze zomer in vuur en vlam. Het is er ook een stuk warmer dan normaal.

Bijkomend effect is dat de permafrost, bevroren toendragebieden die zo'n 20 procent van de planeet beslaan, sneller begint te ontdooien. In de bevroren Siberische bodem liggen broeikasgassen als CO2, methaan en lachgas opgeslagen, al duizenden jaren.

Al die gassen komen langzaam maar zeker vrij, wat weer bijdraagt aan het broeikaseffect en daarmee de mondiale opwarming. Dat zorgt op zijn beurt weer dat de bodem sneller opwarmt, en dat er dus meer broeikasgassen vrijkomen - met alle gevolgen van dien. Bij het vrijkomen van methaan ontstaan soms enorme explosies, met gigantische gaten tot gevolg.

Rond de Noordpool zien we ook wat bijzonders dit jaar. Het ijs op de Noordpool krimpt en groeit elk jaar. In de zomer is er minder ijs, in de winter meer. Maar er komt de laatste jaren steeds minder ijs terug. "Als het zo doorgaat zit je over vijftien jaar op nul zee-ijs op de Noordpool in de zomer en dan heb je dus een volledig ijsvrije Noordpool", zegt weerman en poolonderzoeker Peter Kuipers Munneke.

Een warmere aarde betekent extremer weer. In eigen land zien we daar ook voorbeelden van. De hitte van afgelopen zomer is zo'n voorbeeld.

Dit jaar is het volgens de Wereld Meteorologische Organisatie gemiddeld 1,2 graden warmer dan halverwege de 19de eeuw. Daarmee ligt 2020 op koers om in de top-drie te komen van warmste jaren ooit gemeten.

In het Klimaatakkoord van Parijs is afgesproken dat we de opwarming liefst tot anderhalve graad moeten beperken - en in ieder geval ruim onder de twee graden moeten houden om zo gevaarlijke klimaatverandering te voorkomen.

Maar dat zal niet lukken, blijkt uit een recente analyse:

Hoeveel warmer het uiteindelijk wordt, hangt af van de vraag of het lukt te stoppen met het verbranden van steenkool, olie en gas. Het is die verbranding die zorgt voor meer broeikasgassen die leiden tot opwarming.

"Dat de concentratie CO2 in de atmosfeer blijft stijgen betekent dat het in de toekomst warmer zal worden", zegt onderzoeker Ralph Keeling, die werkt bij het meetstation Mauna Loa op Hawaï.

"Het is nu al warmer door de stijging uit het verleden. Daar moeten we ons zorgen over maken. Het betekent dat we op weg zijn naar een wereld waarvan we niet goed weten hoe die eruit zal zien."

De uitstoot van CO2 stijgt al jaren. Maar ook hier zorgt de coronacrisis voor een trendbreuk.

Dat klinkt als goed nieuws, maar het betekent niet dat het probleem is opgelost. Klimaatwetenschappers berekenen dat als de coronadip eenmalig is, het halverwege deze eeuw slechts 0,01 graad opwarming scheelt, Als de dip blijvend is, heeft het wel effect. Het probleem is dat uitgestoten broeikasgassen lang in de atmosfeer blijven.

Stel de atmosfeer voor als een emmer en zie de emmer de afgelopen dertig jaar versneld vollopen, richting de anderhalvegradengrens. In het huidige tempo, met de uitstoot van 2020 daarbij, is die emmer binnen tien jaar vol.

Wat brengt 2021?

En hoe nu verder? 2021 wordt een jaar van herstel, zegt klimaatonderzoeker Kuipers Munneke. "Het is belangrijk dat het economische herstel ook groen en duurzaam is. Veel klimaatwetenschappers hopen dat we sectoren die getroffen zijn door de crisis zó opbouwen, dat we het goed doen."

"Het zou zonde zijn om nu veel te investeren om terug te gaan naar exact dezelfde situatie, terwijl we in 2030 veel minder broeikasgassen moeten uitstoten", zegt Kuipers Munneke. "In de coronacrisis is de economie een stuk lokaler geworden en zoeken mensen naar bedrijven uit de buurt. Dat is goed om vast te houden."

Maar er zullen ook harde keuzes gemaakt moeten worden, zegt de klimaatwetenschapper. "Nu worden veel bedrijven nog overeind gehouden. Op enig moment moet de overheid prioriteiten stellen. Dan denk ik dat je ook oog moet houden voor klimaatbeleid en geen sectoren moet steunen waar geen toekomst voor is."

Overheden hebben de afgelopen maanden gigantisch veel geld geleend om de crisis te lijf te gaan. "Je kunt je voorstellen dat ze de komende jaren de hand op de knip willen houden, maar eigenlijk moeten ze nu fors investeren in de klimaattransitie", zegt Kuipers Munneke.

"2021 wordt een belangrijk jaar. Hopelijk ook een jaar waarin klimaat weer iets vaker op de voorpagina's staat. Daar is alle reden toe, als je de cijfers bekijkt."

https://nos.nl/l/2362510