Atmosfeer onttrekt water aan gewas en bodem, betere klimaatmodellen nodig voor voedselproductie (Foodlog)

Zwitsers onderzoek laat zien dat de atmosfeer, de omgevingslucht, in Europa aanzienlijk droger is geworden in vergelijking met de pre-industriële tijd. De studie is gebaseerd op internationaal onderzoek naar jaarringen en wijst op toenemende droogtes en het risico van bosbranden.

https://www.foodlog.nl/artikel/atmosfeer-onttrekt-water-aan-gewas-en-bodem-betere-klimaatmodellen-nodig-vo

Hoogwater dreigt alom, maar Europa droogt sneller dan in eeuwen (Metronieuws)

ZALTBOMMEL - Slot Loevestein, omringd door hoog water. Het slot heeft vanwege het hoge waterpeil en de aanhoudende regen uit veiligheid voor bezoekers en personeel tijdelijk de toegangspoort gesloten. ANP ROB ENGELAAR

Flinke delen van ons land lijken momenteel in de ban van het wassende water, maar toch is de atmosfeer deze eeuw in heel Europa sneller droger geworden dan ooit in de afgelopen vierhonderd jaar. Dat komt door het versterkte broeikaseffect.

Wetenschappers hebben dat vastgesteld aan de hand van boomringen. De onderzoekers onder leiding van het Zwitserse Federale Instituut voor Bos-, Sneeuw- en Landschapsonderzoek (WSL) konden zo zien hoe droog of nat de omgeving van de bomen was en is.

De resultaten zijn „echt zorgwekkend”, zegt mede-onderzoeker Kerstin Treydte op de site van de organisatie. Verdroogde vegetatie en bodems zijn onder meer slecht voor de landbouw en vergroten het risico op bosbranden.

Treydte reconstrueerde de veranderingen in het vochtgehalte samen met 67 onderzoekers uit verschillende landen. De lucht is het droogst in Centraal-Europa, de Alpen en de Pyreneeën, in Noord-Europa is de „waterdorst” van de lucht het minst. De lucht is er koeler.

https://www.metronieuws.nl/lifestyle/duurzaamheid/2023/12/europa-droger-dan-ooit-door-broeikaseffect/

Eerlijk zijn over 1,5 graden kan publiek helpen opwarming beter te begrijpen (ThePostOnline)

COP28

(Zahra Hirji, Bloomberg, 1 december 2023) – Als het gaat om het collectieve doel om de wereldwijde temperatuurstijging te beperken tot 1,5 graden Celsius, is er maar één aanvaardbaar gespreksonderwerp in de aanloop naar de COP28 conferentie in Dubai.

“We moeten laten zien dat de internationale gemeenschap haar beloften kan waarmaken en een duidelijk signaal afgeven dat 1,5 binnen bereik blijft,” zei COP28 voorzitter Sultan Al Jaber op 30 oktober.

Op het Bloomberg New Economy Forum op 9 november beschreef de Amerikaanse klimaatgezant John Kerry de COP28 als “cruciaal om de kans te openen om 1,5 graden levend te houden”.

Een week later schreef het Europees Parlement een resolutie ter ondersteuning van het verdrievoudigen van hernieuwbare energie tegen 2030 en het snel uitfaseren van fossiele brandstoffen om “1,5C binnen bereik te houden”.

Ongemakkelijke waarheid

Al deze oproepen logenstraffen een ongemakkelijke waarheid: de planeet is nu 1,2 graden Celsius warmer dan in het pre-industriële tijdperk en zou al binnen tien jaar de 1,5 graden Celsius kunnen overschrijden.

James Hansen, een voormalig NASA-wetenschapper die in 1988 voor het Congres getuigde over de opwarming van de aarde, noemde 1,5 graden Celsius onlangs “doder dan een deurspijker“. Hoewel sommigen dit alleen privé doen, is een groeiend aantal wetenschappers en beleidsdeskundigen het hiermee eens.

Voor het grootste deel is de kloof tussen de manier waarop functionarissen 1,5 graden Celsius bespreken en de haalbaarheid ervan een kenmerk, geen probleem.

Waarnemers van klimaatpraat zeggen dat de berichtgeving deel uitmaakt van een berekende strategie, een strategie die eerder heeft gewerkt, om regeringen en bedrijven te motiveren voor klimaatactie.

2 graden Celsius

Maar nu de mensheid de boeken sluit van het warmste jaar ooit, is het de moeite waard om je af te vragen of de strategie nog steeds werkt – en wat er verloren zou kunnen gaan door deze te blijven omarmen.

Voor 1,5 graden Celsius was er 2 graden Celsius. In 1995 publiceerde het IPCC het eerste deel van zijn Tweede Beoordelingsrapport, waarin het waarschuwde dat een verdubbeling van kooldioxide in de atmosfeer de planeet tussen 1,5 graden Celsius en 4,5 graden Celsius zou kunnen opwarmen, met een beste schatting van 2,5 graden Celsius.

Het jaar daarop begon de Europese Unie aan te dringen op een 2 graden Celsius doelstelling – “omdat het groter is dan één en kleiner dan drie,” grapt David Victor. Hij is professor in innovatie en publiek beleid die onderzoek doet naar decarbonisatie aan de Universiteit van Californië in San Diego.

Overeenkomst van Parijs

Tegen COP15 in 2009 begon wetenschappelijk onderzoek de gevaren van een wereldwijde gemiddelde temperatuurstijging van 2 graden Celsius te verduidelijken; deelnemers aan de conferentie kwamen overeen om te streven naar “minder dan 2 graden Celsius”.

Een jaar later verwees de formele verklaring van COP16 naar “de noodzaak om” 1,5 graden Celsius te overwegen als een sterker “mondiaal doel op lange termijn”.

Toen kwam in 2015 de Overeenkomst van Parijs, waarin zo’n 200 landen overeenkwamen om de opwarming te beperken tot ruim onder de 2 graden Celsius, “met 1,5 graden Celsius als een soort ambitieuze doelstelling”, zegt Kate Marvel. Zij is senior klimaatwetenschapper bij de non-profit Project Drawdown.

1,5 graden Celsius is sindsdien synoniem geworden met het akkoord en het opnemen ervan werd gezien als een grote overwinning voor kleine eilandstaten en andere kwetsbare landen. De gedachte was dat het “motiverend zou werken”, aldus Marvel. “We moeten een doel hebben om naar te streven.

Zeespiegelstijging

Er was alleen één probleem. Weinig beleidsmakers en niemand in het grote publiek wist echt hoe een wereld van 1,5 graden Celsius eruitzag, wat er voor nodig was om daar te komen en of het verschil tussen 1,5 graden Celsius en 2 graden Celsius echt significant was. Dus vroegen de partijen bij het Akkoord van Parijs het IPCC om dit te onderzoeken.

Het resulterende rapport, gepubliceerd in oktober 2018, geeft voor het eerst gedetailleerd weer wat er op het spel staat bij een extra halve graad opwarming. Het rapport toonde aan dat een wereld met 1,5 graden Celsius veel minder extreme hitte, overstromingen en bosbranden zou hebben dan een wereld met 2 graden Celsius.

Tegen 2100 zou de wereldgemiddelde zeespiegel ongeveer 0,1 meter minder stijgen, waardoor tot 10 miljoen mensen minder gevaar lopen.

Natuurlijk was 1,5 graden Celsius absoluut niet “veilig” – zeg maar dag tegen de meeste koraalriffen – maar het rapport maakte duidelijk dat het veel beter zou zijn dan een 2 graden Celsius alternatief.

Strijdkreet

Vrijwel van de ene op de andere dag werd 1,5 graden Celsius een strijdkreet voor iedereen, van jeugdige klimaatactivisten tot ontwikkelingslanden, die het allemaal gebruikten om de noodzaak van grotere en snellere klimaatactie te benadrukken.

“Toen het 1,5-rapport uitkwam, was er een zekere mate van ‘freakout-ittude‘”, zegt Samantha Gross, directeur van het Energy Security and Climate Initiative aan het Brookings Institution. “Je weet wel: Oh mijn god, oh mijn god, wat gaan we doen?”

Maar door 1,5 graden Celsius serieus te nemen, wordt de mogelijkheid dat we die niet halen ook zwaarder, en dat gewicht kan demotiverend werken, eng zelfs: als we 1,5 graden Celsius overschrijden, kunnen we net zo goed de hoop opgeven.

“Je hoort mensen wel zo praten. Dat is waar ik denk dat het niet alleen een afleiding wordt, maar ook gevaarlijk,” zegt Robert Kopp, een professor klimaatwetenschappen aan de Rutgers University.

“Het is niet zo dat er iets magisch gebeurt bij 1,51 dat niet gebeurde bij 1,49”, zegt Zeke Hausfather, een klimaatwetenschapper bij de non-profit organisatie Berkeley Earth.

“De retoriek rond ‘1,5 om in leven te blijven’ doet het voorkomen als een klimatologisch significante drempel op een manier die niet bijzonder goed ondersteund wordt door de wetenschap.”

Op rand van levensvatbaarheid

Technisch gesproken is 1,5 graden Celsius nog niet dood: geloofwaardige computermodellen laten zien dat er nog steeds een manier is om de temperatuur tot die drempel te beperken. Gavin Schmidt, directeur van NASA’s Goddard Institute for Space Studies, beschrijft het doel als “niet onhaalbaar vanwege de fysica”.

Marvel van Project Drawdown omschrijft 1,5 graden Celsius als “nog steeds mogelijk, maar wel op de rand van levensvatbaarheid”.

Hoe mogelijk precies hangt ook af van welke van de twee paden wordt besproken.

Het eerste pad, waarbij de temperatuurstijging 1,5 graden Celsius bereikt en daar blijft, is zo smal, zo steil en erodeert zo snel dat de kans dat het gehaald wordt “heel klein” is, geeft Schmidt toe. “Als in nul.”

Robin Lamboll, een onderzoeker aan het Imperial College in Londen, zegt alleen dat “de hoeveelheid politieke wil die momenteel aan de dag wordt gelegd, er niet hoopvol uitziet dat die wil ook daadwerkelijk wordt geëvenaard.”

Overshoot-scenario

In het andere scenario stijgen de temperaturen meer dan 1,5 graden Celsius, maar dalen ze later in de eeuw weer als de natuur en de technologie meer emissies terugdringen. Dit staat bekend als het overshoot’-scenario. Hier is er nog minder consensus over wat haalbaar is.

Lamboll zegt dat “1,5 graden aan het eind van de eeuw een stuk aannemelijker is”, terwijl Schmidt nog steeds denkt dat het niet zal gebeuren.

Beide wegen naar 1,5 graden Celsius komen met dezelfde controlepunten. Elk land zal zijn uitstoot zo snel mogelijk naar netto nul moeten brengen.

Dit betekent dat er veel meer hernieuwbare energiecapaciteit nodig is, veel minder afhankelijkheid van fossiele brandstoffen en een snelle opschaling van door de mens gemaakte CO2-verwijderingstechnologie als aanvulling op natuurlijke CO2-verwijderende middelen zoals bomen.

Maar het omarmen van overshoot – of het in ieder geval gebruiken om een langzamere uitfasering van kolen, olie en gas te rechtvaardigen – dreigt averechts te werken door klimaatmaatregelen uit te stellen en een nog warmere, gevaarlijkere toekomst te garanderen.

1,7 graden

En de kansen zijn al groot. Vorige maand schatte het milieuprogramma van de Verenigde Naties de kans dat de doelstelling zonder overschrijding wordt gehaald op slechts 14%.

In een rapport uit 2021 concludeerden IPCC-wetenschappers dat zelfs als landen de uitstoot zo drastisch mogelijk zouden verminderen, “het waarschijnlijker is dan niet” dat de 1,5 graden Celsius in de komende decennia wordt overschreden voordat de temperaturen weer dalen.

“Ik denk dat 1,5 graden steeds minder bruikbaar wordt naarmate het moeilijker wordt,” zegt Lamboll, en hij voegt eraan toe dat hij 1,7 graden Celsius steeds vaker begint te zien in wetenschappelijke artikelen.

Eerlijker zijn over 1,5 graden Celsius kan het publiek helpen om de huidige staat van opwarming beter te begrijpen en zich voor te bereiden op wat komen gaat.

Gevoel van urgentie

Maar voorstanders van het klimaat zeggen dat ze vrezen dat het, paradoxaal genoeg, ook het gevoel van urgentie zou kunnen verminderen.

“De politieke gevolgen van zeggen ‘1,5 graden Celsius is niet haalbaar’ – van knipperen, zo je wilt – die politieke gevolgen zijn groot,” zegt Victor. “Dus niemand wil de kogel opvangen.”

Tijdens de COP28 in Dubai zal 1,5 graden Celsius centraal staan – deels omdat dit jaar een ontnuchterende glimp ervan is op te vangen.

Begin november waren er volgens de VN in 2023 meer dan 80 dagen met temperaturen van minstens 1,5 graden Celsius boven het pre-industriële niveau, samen met effecten van de tweede orde zoals dodelijke bosbranden, schadelijke overstromingen en historische droogte. Na een recordhoge septembermaand noemde Hausfather de hitte “waanzinnig bananas”.

“We zijn al onveilig en we hebben de 1,5 graden Celsius nog niet bereikt”, zegt Rachel Cleetus, beleidsdirecteur van het non-profit klimaat- en energieprogramma van de Union of Concerned Scientists.

COP28 zal ook de eerste “wereldwijde inventarisatie” omvatten, een rigoureuze beoordeling van hoe de klimaatinspanningen op landenniveau zich verhouden tot de doelstellingen van Parijs.

Misvattingen

Het proces, dat bedoeld is als informatie voor de volgende ronde van nationale klimaatbeloften in 2025, zal zeker duidelijk maken hoe weinig landen zo snel of agressief bewegen als nodig is om 1,5 graden Celsius binnen de realiteit te houden.

Wat de inventarisatie echter niet zal doen, is die beperkte vooruitgang vergelijken met wat het zou zijn geweest zonder de overeenkomst van Parijs.

Misschien is de grootste ironie van het 1,5 graden Celsius-gespreksonderwerp wel dat het, door zo duidelijk aan te geven welke vooruitgang er nog nodig is, de misvatting kan versterken dat er nog geen vooruitgang is geboekt.

5,2 graden opwarming

In 2015, net voordat het Akkoord van Parijs werd gesloten, schatte de VN dat zelfs als de meest ambitieuze klimaatdoelen op landenniveau zouden worden gehaald, de aarde 66% kans had op een opwarming tussen 3 graden Celsius en 3,5 graden Celsius in 2100.

Datzelfde jaar schatte MIT’s Energy and Climate Outlook de opwarming op 3,1 graden Celsius tot 5,2 graden Celsius tegen het einde van de eeuw.

Vorige week publiceerde de VN de laatste versie van hetzelfde rapport. Daaruit bleek dat als alle nationale doelen worden gehaald, de wereld waarschijnlijk tussen de 2,5 graden Celsius en 2,9 graden Celsius zal opwarmen in 2100.

“Dat is een enorme verandering,” zegt Gross. “Is het alles wat we willen? Nee. Is het beter? Oh hell yes!

Eerlijk zijn over 1,5 graden kan publiek helpen opwarming beter te begrijpen

https://tpo.nl/2023/12/01/eerlijk-zijn-over-15-graden-kan-publiek-helpen-opwarming-beter-te-begrijpen/

Giro 881 voor getroffenen van recordjaar rampen en conflicten (Rode Kruis Facebook)

Wat een jaar.. Nooit eerder zagen we zo veel rampen en conflicten in en rondom Europa als in 2023. Denk aan de aardbeving in Turkije en Syrië begin dit jaar, de bosbranden in Griekenland, de overstromingen in Slovenië en natuurlijk het verschrikkelijke conflict in Israël en Gaza.

Stuk voor stuk zorgden ze voor veel leed en verdriet. Voor alle mensen die getroffen zijn door natuurgeweld en conflict komen we met Giro 881 in actie. Help je mee? ❤️

Lees meer �


Nooit eerder zagen we zoveel rampen en conflicten in en rondom Europa. Voor alle mensen voor wie 2023 een rampjaar werd door natuurgeweld en conflict komen we met Giro 881 in actie.

https://www.facebook.com/208525561302734/posts/729493012539317

Aloha! Een mooie roadtrip op Hawaï in de nieuwste Ford Mustang (TopGear)

‘500 mijl? Jeez, met 500 mijl kom je Texas nog niet eens uit.’ Een pauze. ‘Tenzij je naar Louisiana rijdt.’ Goed, dat hangt er toch ook een beetje van af waar in Texas je start, denk ik, maar ik ga er maar niet op in. Het zou alleen maar méér verwarring opleveren. De man is op vakantie. Even weg uit Texas. Dat had je vast al geraden.

Ik dacht dat 500 mijl rijden – 800 kilometer – over een eiland dat maar 70 bij 50 kilometer groot is best een aardige opgave was, maar Oahu mag dan Amerikaans zijn, het is iets heel anders dan Amerika. Het is een ukkepukkig plekje, kleiner dan de stad Houston. Maar het is uiterst geschikt voor ons doel, dus daar zijn we dan.

Alles is geregeld: filmsets, Mustang-meetings, surfen, vulkanen, idiote overhemden, een slalomrace, zelfs een gyrokopter. We kwamen, we zagen, riepen ‘aloha!’ en vertrokken weer. Er is maar één ding dat deze zaken met elkaar verbindt: geografie. Maar dit verhaal gaat dan ook over geografie; en geschiedenis. Dus laten we met die laatste beginnen.

TopGears Mustang-missie in The States

Heel lang geleden, in 2014, reden we met een Ford Mustang door Amerika. Niet zomaar door Amerika, nee – we bezochten elke staat. De gedachte was als volgt: de Mustang was destijds 50 jaar oud, de VS bestaan uit 50 staten, dus laten we ze allemaal bezoeken. We begonnen rechtsboven en eindigden linksonder.

Het was een verhaal dat epische cijfers opleverde: 17.984 kilometer in vijftien dagen, vier verschillende teams, 32 tanks brandstof. En belangrijker: slaapgebrek, hallucinaties, een geur in de cabine die je nog altijd doet kokhalzen en een diepe bewondering voor Amerika’s favoriete sportauto, de Mustang. Maar, probleem. Want zelfs ‘48 staten plus Alaska’ maken samen nog geen 50.

  • Ford Mustang GT TopGear magazine
    Foto: © TopGear / James Lipman
  • Ford Mustang GT TopGear magazine
    Foto: © TopGear / James Lipman
  • Kentekenplaat met Bwahhh
    Foto: © TopGear / James Lipman
  • Ford Mustang op Hawai groepje auto's zij
    Foto: © TopGear / James Lipman
  • Racer Hawai
    Foto: © TopGear / James Lipman
  • bord Tsunami gevaar
    Foto: © TopGear / James Lipman
  • Ford Mustang GT TopGear magazine
  • Ford Mustang GT TopGear magazine
  • Kentekenplaat met Bwahhh
  • Ford Mustang op Hawai groepje auto's zij
  • Racer Hawai
  • bord Tsunami gevaar

Het oorspronkelijke plan was om de Ford Mustang op een boot te zetten naar de laatste staat, Hawaï. Maar Ford wilde de auto tentoonstellen, compleet met z’n 49 stickers van de staten waar we waren geweest, en er was niet genoeg tijd meer om hem naar de eilandengroep en weer terug te krijgen. Het verhaal was niet af, en dat knaagt. Al jaren.

De Ford Mustang op Hawaï krijgen is nog moeilijk dan gedacht

Een van de problemen die we tegenkwamen op onze epische roadtrip was dat we wel een algemene indruk van ‘Amerika’ kregen, maar geen diepere kennis van de individuele staten. Deze keer mag ik dat rechtzetten. En het eerste waarvan ik die diepere kennis mag gaan opdoen: papieren en formulieren. Een paar dagen later zal iemand Hawaï beschrijven als ‘een eerste­wereldland met de bureaucratie van een derdewereldland’.

De Mustang, speciaal vanuit Michigan verscheept, zit klem bij de douane. Dus die dag ga ik kijken naar een slalomrace bij het Aloha Stadion, terwijl ik eigenlijk zou meedoen. Er was ooit een circuit op Oahu, maar dat sloot in 2006 de deuren, dus de autosportfans van het eiland zijn nu hierop aangewezen; een beetje rond pylonen rossen op een parkeerplaats.

Het heeft hun enthousiasme echter allerminst getemperd. En hun hoop blijft dat hun petities ooit gehoor zullen vinden. Er zijn veel militaire vliegvelden op Oahu die ook uitstekend dienst zouden kunnen doen als circuit, dus wie weet.

Met welke Ford Mustang rijden we op Hawaï?

Ik kan de auto de volgende dag ophalen. Het is de Mustang onder de Mustangs: een 5,0-liter GT, een turboloze V8 met een handbak, in Grabber Blue met als extra een Bronze-pakket. In plaats van in elke staat een sticker voor hem te halen, zoals we de laatste keer hebben gedaan, kwak ik ze er nu gewoon in één keer op. Ik doe dat in een poging om de Mustang wat makkelijker te laten opgaan in zijn omgeving. Wat een totaal verkeerde keuze zal blijken te zijn.

Ik zal je een geheimpje vertellen. Het plan was om voor dit verhaal twee Mustangs in te schakelen – deze, en onze originele uit 2014. Maar die is verdwenen. Ford kan ’m niet meer vinden. Hij zat ergens in een verzameling en nu is ie weg, zoek. Misschien doorverkocht, of uitgeleend aan een of andere dealer, waar ie ergens in een hoekje van het terrein stof staat te happen. Ze weten het gewoon niet.

  • Ford Mustang krijgt sticker
    Foto: © TopGear / James Lipman
  • Ford Mustang V8-motor met sticker
    Foto: © TopGear / James Lipman
  • Ford Mustang C-stijl
    Foto: © TopGear / James Lipman
  • Ford Mustang schuin achter instappen
    Foto: © TopGear / James Lipman
  • Ford Mustang surfplank op dak rijdend achterkant
    Foto: © TopGear / James Lipman
  • Ford Mustang rijdend achterkant
    Foto: © TopGear / James Lipman
  • Ford Mustang surfplank op dak op het strand
    Foto: © TopGear / James Lipman
  • Ford Mustang krijgt sticker
  • Ford Mustang V8-motor met sticker
  • Ford Mustang C-stijl
  • Ford Mustang schuin achter instappen
  • Ford Mustang surfplank op dak rijdend achterkant
  • Ford Mustang rijdend achterkant
  • Ford Mustang surfplank op dak op het strand

Het zou een leuke vergelijking zijn geweest omdat er eigenlijk niet zoveel is veranderd in de afgelopen negen jaar. Naar het schijnt heeft Ford voor de zevende generatie elektrificatie overwogen, en hybridetechniek, en toen besloten precies te doen wat het altijd al deed: schuif er een Coyote V8 in, maak alles nét iets hipper, klop het stof van je handen, knik langzaam en zeg: ‘Yep, dat is een Mustang.’

De Mustang ziet er hetzelfde uit als vroeger, maar is toch anders

Oh, er zijn ook dingen veranderd. De motor haalt beter adem, waardoor het vermogen met zo’n 30 pk stijgt naar 480 pk, en de besturing is sneller geworden (met een ratio van 15,5:1 in plaats van 16:1) en heeft stijvere bevestigingspunten gekregen.

Maar zoals je aan de oude vertrouwde proporties en het overbekende uiterlijk kunt zien, heeft hij nog altijd dat stalen onderstel met McPherson-veerpoten vóór en een multilink ophanging ­achter. Ons exemplaar heeft er dan nog een Performance Pack bij (Torsen-sperdifferentieel, veerpootbrug, bredere velgen en banden, grotere remmen van Brembo), maar moet het zonder de eveneens ­optionele MagneRide-dempers stellen.

Hawaï heeft het zwaar op het moment dat we langskomen

Ik ben bepakt en bezakt en rij vanuit Honolulu naar het noorden, met de meute mee. Voor de meeste Amerikanen is Hawaï het vakantieland. Ze verblijven allemaal in Honolulu, de grote stad, maar zwermen ’s ochtends als een soort springtij uit over het eiland, om in de avond weer terug te keren. Zes belangrijke eilanden vormen de Hawaïaanse keten en Oahu mag dan niet het grootste eiland zijn, het is met gemak het dichtstbevolkte en populairste van het stel. Het verkeer kruipt voort.

Pearl Harbor glijdt aan mijn linkerkant voorbij. Ik had een plan – ik wilde dit verhaal besluiten met de Mustang geparkeerd op het dek van de USS Missouri, het schip waarop de Japanners hun overgave tijdens de Tweede Wereldoorlog tekenden – maar mijn bezoek hier valt samen met de tragische bosbranden op Maui en de marine is te hulp geroepen bij de bluswerkzaamheden. Maui is niet ver weg, wat de branden persoonlijk maakt voor de lokale bevolking; er wordt gevreesd dat de vlammen ook naar hier zouden kunnen overslaan.

Maar Hawaï betekent ook surfen

Het landschap wordt hoger naarmate de Mustang zich verder noordwaarts gromt, over een centraal gelegen plateau met landbouw, tussen de twee bergketens die het eiland domineren. Bij Waialua bereik je de noordelijke kust, het paradijs voor surfers. De hele kustlijn staat bekend om de enorme golven die vanuit het noordelijke gedeelte van de Stille Oceaan hierheen geduwd worden en van deze plek het mondiale mekka van de surfsport hebben gemaakt.

Ik ga niet naar het strand, maar naar een bouwvallige oude suikerfabriek die nu een thuis biedt aan makers van surfboards. Eric Arakawa geeft al bijna 50 jaar surfboards hun vormen. En die vormen, daarin zit hem de kunst. ‘Het basisprincipe is: hoe langer het board, hoe groter de golven die je aankunt’, vertelt hij. ‘Maar de echte sleutel is het profiel van de rand – dat bepaalt hoe je je bij een bocht “in de golf graaft”.’

Hoe maken ze eigenlijk zo’n surfboard?

Surfboards zijn op zich simpel. Ze zijn gemaakt van schuim met een hoge dichtheid en een houten strip, de stringer, die van de neus naar de staart loopt en extra stijfheid en beheersbaarheid moet opleveren. Maar kijk wat verder en je ziet dat kunst en wetenschap hier in feite hand in hand lopen.

Het primaire design gebeurt met behulp van een computer, de ruwe vormen krijgen hun beslag als de stringer wordt geplaatst en op maat wordt gezaagd. Dan komt de kunst: het met de hand vormen, om elk board de vereiste karakteristieken en perfecte afwerking te geven. Tot slot krijgt het geheel een laatste laag van glasvezel en worden de vinnen geplaatst.

  • Shirt 'Thank God for Surfing'
    Foto: © TopGear / James Lipman
  • TG-redacteur en surfboard maker
    Foto: © TopGear / James Lipman
  • Surfdudes
    Foto: © TopGear / James Lipman
  • Surfplank op Ford Mustang
    Foto: © TopGear / James Lipman
  • Shirt 'Thank God for Surfing'
  • TG-redacteur en surfboard maker
  • Surfdudes
  • Surfplank op Ford Mustang

Elk deel van het proces en elk onderdeel van het board is belangrijk, van de verschillende houtsoorten die voor de stringer gebruikt kunnen worden tot de vorm van de vinnen. ‘Wij bouwen alle boards op maat voor onze klanten, houden rekening met hun lengte en gewicht, hun ervaring en het soort golven dat ze te lijf willen gaan’, gaat Eric verder. ‘En de typische surfer hier heeft normaal gesproken niet één board, maar een aantal, voor alle uiteenlopende omstandigheden.’

Een surfboard gaat het dak op

De Mustang hoort een board te dragen. Ik heb een imperiaal meegenomen (die we voor het laatst gebruikten om ski’s te vervoeren op een Audi R8) en hop, daar gaat een van Arakawa’s lichte, elegante boards het dak van de Mustang op. Ik vraag Sean, de zoon van Eric, of de Mustang een beetje voor een bonafide, geloofwaardige surfersauto kan doorgaan. Een wat moeizame grijns.

‘Als je er hier tof wilt uitzien, heb je een Toyota Tacoma pick-up nodig. Een Mustang?’ Hij zucht. ‘Dat is wat de toeristen rijden.’ Ah. Ik zag deze al een beetje aankomen. Mustangs, vooral de open versies, zie je op Oahu op elke hoek van de straat en worden gereden door mensen die waarschijnlijk een MPV op het vliegveld achterlieten toen ze hierheen vlogen.

We rijden langs de kust, de Mustang draagt de vinnen van het board als een stel hoorns. Maar Sean heeft gelijk, hij ziet eruit als een… nou ja, als een knalblauwe Mustang tussen de massa’s Tacoma’s van de échte surfers. Het is hier ongelooflijk mooi. Kleurrijke gebouwen, het uitzicht dat over de weelderige vegetatie leidt naar zacht zand en een zee die zich alleen met behulp van diepe poëzie afdoende laat beschrijven. Het is nog niet eens het topseizoen voor surfers, maar de topdrukte is hier altijd.

We organiseren een Ford Mustang meeting op Hawaï

Het is tijd om ergens naartoe te gaan waar de Mustang zich duidelijk beter thuis zal voelen: onze geheel eigen Mustang-meeting. Het is zes uur ’s avonds in hartje Honolulu en bij Magic Island, een kunstmatig schiereiland, is nergens een parkeerplekje te vinden. Dus zetten we de Mustang maar even op een laden/lossenplek.

Het maakt niemand wat uit, het is een prachtige avond en iedereen lijkt met zijn persoonlijke fitnesstraining bezig te zijn. De achtergrond, met palmbomen, het strand van Ala Moana, de wolkenkrabbers en de ondergaande zon – het is verbluffend, zij het een tikje cliché. Honolulu gebruikt exotische bomen om de aandacht af te leiden van het beton en het verkeer, en er hangt een Las Vegas-achtige zweem omheen.

  • Ford Mustang generaties meeting
    Foto: © TopGear / James Lipman
  • Hawai Mustang club shirt
    Foto: © TopGear / James Lipman
  • TG redacteur in oude Ford Mustang
    Foto: © TopGear / James Lipman
  • Stuur oude Ford Mustang
    Foto: © TopGear / James Lipman
  • Eigenaar van een oude Ford Mustang
    Foto: © TopGear / James Lipman
  • Ford Mustang meeting
    Foto: © TopGear / James Lipman
  • Ford Mustang generaties meeting
  • Hawai Mustang club shirt
  • TG redacteur in oude Ford Mustang
  • Stuur oude Ford Mustang
  • Eigenaar van een oude Ford Mustang
  • Ford Mustang meeting

Hoe dan ook, bij de Aloha Mustang and Shelby Club of Hawaii hebben ze het idee dat onze Ford de eerste Mustang van de zevende generatie is die wiel op Hawaïaanse bodem heeft gezet. De aanwezigen drommen om de auto heen.

Wat van liefhebbers van de nieuwste Ford Mustang?

Het interieur wordt breeduit bewonderd, vooral de heldere displays met de verwisselbare lay-outs en de nieuwe Drift Brake. Dit is Ford op zijn brutaalst en creatiefst. Het is een elektrische handrem met een heel fysieke actie; snel drukken of trekken schakelt hem in of uit, je kunt hem iets verder omhoog trekken om de auto af te remmen, of Drift Mode in te schakelen, waarbij een korte ruk onmiddellijk de achterwielen blokkeert. Ik ben er niet bij in de buurt geweest. Erewoord.

Het maakt de groep niet uit dat de Mustang weinig is veranderd, ze zijn vooral opgelucht dat hij zijn V8 nog heeft. Zelfs Terrence Iwamoto, die wel een Mustang-shirt draagt, maar rijdt in een Mach-E. Ik vraag Lester Hirano, eigenaar van een bijzonder fraaie Mustang uit ’68, wat hij vindt van de Mach-E. Hij checkt eerst even of Terrence buiten gehoorafstand is.

Wat vinden Mustang-rijders van de elektrische Mach-E?

‘Nou ja, hij is de president van de club, dus we moesten die Mach-E wel binnenlaten, maar een Mustang is het niet. Hij zou die badge niet mogen dragen.’ Je ziet later hier en daar een rilling over een rug lopen als Terrence vertelt over de nieuwe boom box die hij misschien wel wil kopen, die onder de Mach-E past en hem als een V8 laat klinken.

Er is een mooie verscheidenheid aan auto’s hier, van een originele uit 1966 tot een GT500 uit 2021. Ik vraag, omdat dat me altijd heeft geïntrigeerd, of ze hier de Mustang zien als een musclecar. ‘Daar is ie te klein voor’, ‘het is een sportauto’, ‘een musclecar moet de tweedeurs versie zijn van een vierdeurs sedan’. In Europese ogen is dit een grote, gespierde auto, maar zelfs in Hawaï, waar men geneigd is kleinere auto’s te rijden, en dan veelal van Japanse of Koreaanse makelij, wordt de Mustang gewoon gezien als een sportauto.

De Mustang is zachter en volwassener

Tot besluit krijg ik een paar tips over wegen waar het goed rijden zou moeten zijn. De volgende morgen vertrek ik in alle vroegte naar de zuidelijke hoek van het eiland, voor een zonsopgang bij de machtige Koko-krater. De Mustang is er inderdaad behoorlijk op vooruitgegaan; hij is minder hard geworden, de ophanging voelt volwassener en meer in control aan en de besturing is steviger.

Ik vermoed dat ie nog wat meer finesse zou hebben met de adaptieve MagneRide-dempers, maar uit eerdere ervaringen weet ik dat ook een ‘gewone’ Mustang niet uit elkaar valt op de limiet. Sterker: dan wordt ie alleen maar beter. Maar voor dit soort overpeinzingen hebben we op dit moment geen tijd, want tien minuten vóór zonsopgang komen de toeristen met hun selfiesticks.

De bekendste weg van Hawaï die jij vast ooit hebt gezien

Ik trek me terug om de meest verbazingwekkende weg van het eiland in me op te nemen. De H3-snelweg is nogal controversieel. Hij werd in 1997 opgeleverd en loopt over het hele eiland, over een van de meest ongerepte valleien, en slingert zich dan door de met groen bedekte bergen. Er was lokaal bijzonder veel weerstand tegen, niet in de laatste plaats vanwege de bouwkosten van bijna 1,3 miljard dollar.

In feite rijd je, op viaducten hoog boven de bodem van de vallei, door de toppen van de bomen. Het uitzicht is verpletterend, maar je kunt voelen dat het wringt. Ik ben nu onderweg naar Kualoa Ranch. Daar heb je waarschijnlijk nog nooit van gehoord, maar ik kan je garanderen dat je het gezien hebt. Hier komt Hollywood naartoe als het op zoek is naar een tropisch, bergachtig, onbewoond eiland. Jurassic Park, Lost, King Kong – ze zijn allemaal, plus nog een stuk of 200, hier opgenomen.

Ook offroad kan de Ford Mustang uit de voeten

Ik rijd een stukje over een onverharde weg; de Mustang blijkt robuust genoeg om daar geen enkele moeite mee te hebben. Hij is wat ruwer dan je gemiddelde sportauto, maar je kunt er behoorlijk precies mee overweg. Alles, van pedalen tot stuur en knoppen, vereist enige kracht, maar hé: dit is een Mustang, het hoort er ook wel een beetje borstharig aan toe te gaan. Er is dus zwaarte, maar er is ook precisie.

De V8 brabbelt er gezellig op los bij deze lage toerentallen en de Mustang klimt omhoog naar Jumanji Ridge en voorbij Kong’s Skull zonder één keer te schrapen of zijn wielen te laten doorslaan. Behalve dan wanneer ik daar zin in heb. Bij de zeldzame kansen die ik krijg om de V8 even open te draaien, buldert hij lekker.

  • Ford Mustang bij botten
    Foto: © TopGear / James Lipman
  • Ford Mustang hawaiiaanse danseres in grille
    Foto: © TopGear / James Lipman
  • Ford Mustang offroad ver weg
    Foto: © TopGear / James Lipman
  • Ford Mustang offroad boven
    Foto: © TopGear / James Lipman
  • Ford Mustang interieur
    Foto: © TopGear / James Lipman
  • Ford Mustang bij botten
  • Ford Mustang hawaiiaanse danseres in grille
  • Ford Mustang offroad ver weg
  • Ford Mustang offroad boven
  • Ford Mustang interieur

Hij klopt zichzelf op die manier graag op de borst, maar belangrijker is het feit dat zijn prestaties ook hoger in de toeren langer effectief blijven; dit is de eerste ‘basis-Mustang’ die ik ooit heb gereden die serieus snel is en gemakkelijk overweg kan met zijn massa. Maar echt superresponsief is ie nou ook weer niet. Hij laat opgebouwde toerentallen maar langzaam weer zakken en er zit wat sloomheid in de aandrijflijn.

Hoe we in een gyrokopter terecht zijn gekomen

Je kunt wel zien waarom Hollywood hier zo graag komt. Het is esthetische perfectie, het brede, grazige dal dat wordt geflankeerd door torenhoge, ondoordringbare groene rotsmuren. Maar je bekijkt ze altijd vanaf beneden. Geen van de wegen, en zelfs maar heel weinig paden, gaan echt de bergen in – ze zijn te steil, het heeft geen zin. En ik had het prima gevonden het daarbij te laten, maar toen diende een mogelijkheid zich aan…

Het begon als een plan om een plek te vinden waar ik de Mustang echt de vrije teugels kon laten, maar omdat alle vliegvelden op Oahu militair terrein zijn, kon ik dat wel uit mijn hoofd zetten. Maar vliegen in een gyrokopter? Nou ja, meer óp een gyrokopter? Dat bleek geen punt. Ik zei ja omdat James Alaggio eruitzag als iemand die ik kon vertrouwen, die een benijdenswaardig cv met vliegactiviteiten had en klonk alsof hij begreep hoe de natuurkundige wetten werken die deze mechanische langpootmug in de lucht houden.

  • Gyrokopter op Hawaï zijkant
  • Gyrokopter op Hawaï dashboard
    Foto: © TopGear / James Lipman
  • Gyrokopter op Hawaï TG-redacteur surfhandje
    Foto: © TopGear / James Lipman
  • Gyrokopter op Hawaï in de lucht
    Foto: © TopGear / James Lipman
  • Gyrokopter op Hawaï over schouder piloot
    Foto: © TopGear / James Lipman
  • Gyrokopter op Hawaï uitzicht
  • Gyrokopter op Hawaï zijkant
  • Gyrokopter op Hawaï dashboard
  • Gyrokopter op Hawaï TG-redacteur surfhandje
  • Gyrokopter op Hawaï in de lucht
  • Gyrokopter op Hawaï over schouder piloot
  • Gyrokopter op Hawaï uitzicht

Het was duizelingwekkend, de meest vrije vorm van gemotoriseerd vliegen die je maar kunt bedenken. En de meest oncomfortabele, als het regent. Maar van een kilometer hoogte krijg je een ander perspectief, je begrijpt hoe het weer hier werkt, hoe de bergen de regen uit de wolken wringen en de oostkust nat en groen houden, en het westen droog en gebruind.

Je ziet de stranden, de riffen en de vorm van de oceaanbodem die zo bepalend is voor hoe de golven hier breken. En je realiseert je dat Hawaï, die serie stipjes in de Stille Oceaan, eigenlijk maar bitter weinig met de rest van de Verenigde Staten te maken heeft.

Het verschil tussen de Ford Mustang in Europa en op Hawaï

Ik denk er nog eens over na als ik later terug naar het zuiden roffel. De Ford Mustang is een krachtig symbool van Amerika – dat was ook een van de redenen dat hij zo populair was toen hij in 2016 naar Europa kwam. Mensen kochten niet zozeer een auto, als wel een statement van stars & stripes.

Maar in Hawaï zien ze de Ford Mustang anders. Hij vertegenwoordigt de scheiding tussen het vasteland dat de eilanden als pretplek ziet en de mensen die er permanent wonen. Er is een ‘wij en zij’-mentaliteit, een gevoel dat de Amerikanen zich aan Hawaï hebben opgedrongen toen de eilanden in 1959 deel van de unie werden.

En het blijft verwonderlijk, nietwaar, dat terwijl in Europa de Ford Fiesta, Focus en Mondeo dood of stervende zijn en plaatsmaken voor crossovers, hybrides en elektrificatie, de Mustang in Amerika doorgaat alsof er niets aan de hand is. En hij komt volgend jaar ook onze kant op – V8, 300 gram CO2 per kilometer, et cetera.

Had de Mustang niet allang elektrisch moeten zijn?

Net als bij de VS en Hawaï strijken de twee strategieën elkaar tegen de haren in. Het gerucht wil dat deze Mustang een opvullertje is en dat Ford zich uiteindelijk, tegen het eind van dit decennium, zal neerleggen bij het onvermijdelijke en met een hybride of elektrische versie zal komen. Ik vind het in dit geval niet eens moeilijk om tot een oordeel te komen.

Ik weet dat het een rationele, zakelijke beslissing is en dat de Mustang heus verkocht zal worden aan mensen die toch al dol op hem waren. Maar in plaats van de laatste te zijn die het gebouw verlaat, had Ford ook de eerste kunnen zijn die de sprong waagde en de Mustang een nieuwe plek kunnen geven, in een nieuw tijdperk. Hij zou beter zijn gevallen bij de Hawaïanen – maar net iets minder bij mijn vriend uit Texas.

Met dank aan: @Nakedgyro, arakawasurfboards.com, Jarrod Silcox en ohanamotorsportsfoundation.com, alohamustang.org, kualoa.com, GoJump Hawaii, Dillingham Airfield, Anna Metcalfe en Savanna Gonzalez van hawaii.gov, het team bij Pearl Harbor en de USS Missouri

https://topgear.nl/autotest/ford-mustang-hawai/