Waardoor is de millennial van slag? Op zoek naar antwoorden met Denker des Vaderlands Daan Roovers (Vrij Nederland)

SoundCloud

Deze dienst is alleen beschikbaar wanneer alle cookies zijn geaccepteerd

Wijzig cookie voorkeur

Liever luisteren dan lezen? Menno heeft zijn verhaal ook ingesproken.

Dit gesprek met Daan Roovers moest een gesprek worden over de epidemie van burn-outs en andere geestelijke ellende onder jongeren. Millennials, studenten, ‘generatie Y’: ze zouden gebukt gaan onder stress, studiedruk en een streven naar perfectie. Via de mail vroeg Roovers me vooraf wat research te doen. ‘We moeten een beetje een empirische bodem hebben waar ik mijn analyses op kan loslaten, zodat het geen 1800 woorden feitenvrij gefilosofeer wordt.’

Natuurlijk, voor feitenvrij gefilosofeer word je geen Denker des Vaderlands. Maar toen werd het lastig. Er blijken weinig cijfers te bestaan over burn-outs en depressie, laat staan onder jongeren. De cijfers die er wél zijn, suggereren geen grote stijging. ‘Anders dan de media ons willen doen geloven, is burn-out niet spectaculair gestegen,’ stelde hoogleraar arbeids- en organisatiepsychologie Wilmar Schaufeli vast in De Psycholoog.

Zijn opgebrande jongeren dan wel zo’n ‘kwestie van deze tijd’, waar deze rubriek over dient te gaan? Jawel, maar op een andere manier. ‘Dat jongeren vaker burn-out zijn is niet evident, maar ze ervaren wél vaak de bijbehorende klachten,’ zegt Roovers. ‘Ze benóemen het ook zo. Als mijn studenten een opdracht niet af krijgen, zeggen ze vaak dat ze ziek zijn. Dat is volgens mij niet altijd zo, maar het kan wel een self-fulfilling prophecy worden.’

Watjes

Een cross-analyse van diverse onderzoeken die het Interstedelijk Studenten Overleg uitvoerde, liet zien dat de helft van de studenten zegt te worstelen met problematische stress en een derde met ‘psychische klachten’. Subjectief, maar daarmee niet onwaar.

De millennialeske onderbuik is van slag, en Roovers wil er de stethoscoop tegenaan houden. Zelf kan ik dienen als proefkonijn. Ik ben geboren in 1991, midden in het tijdvak 1981-2000, waarin je geboren moet zijn om millennial te heten. Een echte Y. Daan Roovers, geboren in 1970, is op haar beurt een echte generatie-X’er.

De oorzaak van problemen wordt niet in het systeem gezocht, maar in het individu, ziet Roovers.

De Y en de X spreken elkaar in de sfeervolle werkkamer van de X, in een gebouw voor kantoorunits in Amsterdam. Er staan verweerde houten bureaus en een ouderwets filterkoffieapparaat – kwestie van tijd tot zo’n bakbeest weer hip wordt onder millennials. ‘Interessanter dan of er sprake is van een burn-outepidemie,’ zegt Roovers terwijl ze twee koffiemokken volschenkt, ‘is de vraag: waarom zijn dergelijke termen zo’n aantrekkelijke manier om de situatie te beschrijven?’

Een van de theorieën is dat jongeren van nu watjes zijn. ‘Zo kun je het zien,’ zegt de filosoof, wetende dat deze kritiek van alle tijden is, want in de vierde eeuw voor Christus klaagden Socrates en Plato al steen en been over de luie en ongemanierde Griekse jeugd. ‘Maar je kunt je ook afvragen of de samenleving niet veel strenger en harder is geworden. En of er niet meer verantwoordelijkheid naar het individu is verschoven.’

Daan Roovers

Filosoof Daan Roovers (Veghel, 1970) is sinds maart 2019 en tot en met maart 2021 Denker des Vaderlands. Ze werkt voor de Universiteit van Amsterdam en het Amsterdamse debatcentrum De Rode Hoed en was tussen 2001 en 2015 hoofdredacteur van Filosofie Magazine. Roovers is groot pleitbezorger van publieksfilosofie, waarbij filosofie een activiteit is die hardop en midden in de samenleving wordt uitgevoerd en waaraan elke burger kan deelnemen. In 2020 leggen we haar in elke maand een grote vraag voor. Dit is aflevering 1.

Vrijgepleit

Dat laatste ziet Roovers overal. De oorzaak van problemen wordt niet in het systeem gezocht, maar in het individu. Die mag het oplossen. ‘Neem studiedruk. Je kunt onderzoeken wat er aan de hand is met de universiteiten en het onderwijsbeleid van de overheid. Maar je kunt studenten ook allemaal individueel naar een psycholoog of dokter sturen. Dat laatste is in deze neoliberale maatschappij efficiënter, want dan is het systeem vrijgepleit.’

Het individualiseren van problemen gaat hand in hand met het medicaliseren ervan. ‘Je krijgt een label dat je recht op een behandeling geeft en op een gegeven moment word je weer terug het systeem in begeleid, dat onveranderd is gebleven. Als op een afdeling vier van de twintig werknemers burn-out zijn, worden die alle vier naar een coach gestuurd in plaats van dat er naar de cultuur gekeken wordt.’

Het grote verschil met vorige generaties, zegt Roovers, is dat de vooruitzichten voor jongeren nu echt minder goed zijn.

Terwijl vaak goed hard te maken is dat er fouten in het systeem schuilen. Neem het leenstelsel, dat studenten opjaagt om zo snel mogelijk af te studeren. Of de woning- en arbeidsmarkt, waar wél cijfers over te vinden zijn. Waar in 2014 bijna de helft van alle woningen naar starters ging, was dit afgelopen jaar nog maar een kwart, aldus een recent rapport van de Sociaal-Economische Raad. Uit dat rapport blijkt ook dat jongeren steeds later een vaste baan krijgen en vaker flexwerk doen.

Vooruitzichten

Het grote verschil met vorige generaties, zegt Roovers, is dat de vooruitzichten voor jongeren nu echt minder goed zijn. Hun vertrouwen in de economische, sociale en politieke toekomst is gekelderd tot recordlaagte, zo suggereert de 2019-editie van de jaarlijkse Deloitte Millennial Survey, uitgevoerd onder 13.000 jongeren in 42 landen. Zoals bij oudere generaties de onderbuik rommelt omdat ze het verleden teloor zien gaan, zo zien jongeren juist hun toekomst wegglippen.

‘Burn-outklachten hebben te maken met bestaansonzekerheid,’ zegt Roovers. ‘Het zou beter zijn om een actieplan op de economische ontwikkelingen te zetten dan op de klachten die eruit voortkomen.’

Als zzp-journalist zonder koophuis, vast contract of rente op mijn spaargeld vind ik het wel een verleidelijk idee om de schuld bij een vormloze vijand als ‘de economie’ of het neoliberalisme te kunnen leggen. Fuck the system!

Maar dat is ook weer niet de bedoeling, maakt Roovers duidelijk. Omstandigheden spelen mee, maar pleiten nooit vrij. ‘Als je bij stress bijvoorbeeld meteen zegt dat je “overspannen” bent, kan dat een manier zijn om niet onder ogen te zien dat je om problemen heen loopt, dat je bijvoorbeeld te laat bent begonnen.’

Autonomie

Ondanks alle individualisering zijn jongeren volgens de Denker tegenwoordig te weinig individu. Ze kunnen iets leren van Aristoteles. ‘Die zei: je moet karakter ontwikkelen om je staande te houden in de loop der dingen. De omstandigheden veranderen voortdurend. Wat je daartegenover kunt stellen is alleen jezelf, je duurzame karakter.’

De huidige vorm van individualisering maakt het individu niet sterker, maar zwakker, legt Roovers uit. Ze spreekt van een tijd van ‘massa-individualisme’ waarin met name jongeren zich continu met elkaar vergelijken. ‘Er is een voortdurende competitie tussen mensen van jouw leeftijd en jouw opleidingsniveau. We gaan op in wat anderen doen, wat anderen verwachten. Het individu biedt te weinig weerstand.’

Als je overal heen kunt, is het moeilijk om te weten waar je moet zijn.

Hebben we verleerd om onafhankelijk te zijn? ‘Gebrek aan autonomie’ is een van de meest genoemde oorzaken van burn-outklachten. ‘Autonomie is een lastig begrip. Immanuel Kant definieerde het als “jezelf de wet kunnen stellen”. Dus niet “doen waar je zin in hebt”, maar je herkennen in een wet en die mede zelf vormgeven. Er is een zekere structuur nodig voor autonomie.’

Losse schroeven

Structuur! Misschien is dat de missing link. Als freelancer met een Swapfiets ben ik de stereotiepe structuurloze millennial. Niet dat ik terug zou willen naar de tijd van keurslijven, maar de huidige situatie is ook niet alles. ‘Tegenwoordig ligt de wereld open,’ zegt Roovers. ‘Maar dat is nog niet hetzelfde als autonomie ervaren. Want er komen voortdurend mogelijkheden op je af waar je iets mee moet. Je kunt studeren wat je wilt en waar je wilt, ook in het buitenland, je kunt een tussenjaar nemen.’

Als je overal heen kunt, is het moeilijk om te weten waar je moet zijn. Vroeger lieten veel mensen zich de weg wijzen door een geloofsovertuiging, maar die vorm van structuur is sinds de ontkerkelijking verdampt. Andere vormen van overtuiging die je de weg wijzen, zoals ideologie, zijn ook minder vanzelfsprekend geworden. ‘Bij jongvolwassenen hoort een soort dogmatisme, overtuigd zijn van je gelijk, precies weten hoe de wereld in elkaar zit. Dat lijkt nu op losse schroeven te staan.’

De wereld is zó groot geworden dat het moeilijk is om betrokken te zijn, zegt Roovers. ‘Socrates, Plato en Aristoteles leefden in de overzichtelijke stadstaat Athene en konden zich permitteren om over het lot van de wereld na te denken. Eeuwen later, in het veel grotere Romeinse Rijk, richtten de filosofen zich meer op een individuele ethiek. De schaal van de politieke problemen werd te groot om over het lot van de wereld na te denken. Dat zie je nu eigenlijk weer. Binnen een minuut kun je kennisnemen van alle ellende op de wereld, van bosbranden in Brazilië tot de situatie in Hongkong. Dat maakt je qua handelen apathisch, want waar moet je beginnen als je de wereld wilt verbeteren?’

Een paar dagen na dit interview zendt Nieuwsuur een item uit over ‘klimaatdepressie’ onder jongeren. ‘Er is sowieso een hoger stressniveau onder studenten,’ zegt de opleidingsdirecteur van de Wageningen Universiteit in het item, en bezorgdheid over klimaatverandering ‘is een extra factor’.

Elke minuut is kostbaar

Apathisch of depressief worden hoeft niet de norm te zijn. De klimaatdemonstraties door scholieren en de populariteit van de jongerenclubs van zowel GroenLinks als Forum voor Democratie duiden erop dat de behoefte aan strijden voor een hoger doel blijft bestaan.

Maar die strijd legt het toch af tegen dat wat het heiligste doel van al lijkt: zelfontplooiing. Iets wat samengaat met een streven naar efficiëntie: You only live once, elke minuut is kostbaar. Toen ik naar Roovers’ kantoor fietste, zette ik gauw een leerzame podcast op – de afspeelsnelheid extra hoog.

Roovers haalt Jean-Jacques Rousseau aan. ‘Die zegt dat als je jong bent, je zoveel mogelijk tijd moet verspillen.

Roovers: ‘Dat streven naar efficiëntie hoort erg bij deze tijd, niet alleen onder jongeren. Een activiteit is zelden nog een doel op zichzelf. Sporten is een goed voorbeeld. In het beste geval is het ook leuk, maar het gaat vooral om gezonder worden en je prestaties verbeteren. Ik dacht laatst: wat doe ik nou alleen om de activiteit zelf? Ik heb één ding, en dat is accordeon spelen. Ik ben daar niet goed in, ik kan er geen factuur voor sturen, ik doe het echt alleen voor de lol. Het is belangrijk om zoiets te hebben.’

De productiviteitscultus ontlokt gelukkig een tegenbeweging omdat we ook wel zien dat het burn-outs in de hand werkt. Studentenverenigingen organiseren stiltewandelingen en op Instagram wordt #selfcare gepredikt. Maar ook dat ruikt verdacht: is ontspanning het doel, of tanken we bij om er daarna weer tegenaan te kunnen?

Een paar jaar verspillen

Daan Roovers kijkt wat bezorgd. ‘Kom je hier uit?’ We merken beiden dat het moeilijk is om de vraag te beantwoorden wat het grote probleem van mijn generatie is, ook omdat sommige ontwikkelingen tegenstrijdig zijn. Is er een filosofisch advies waar we hoe dan ook iets mee kunnen?

Roovers haalt Jean-Jacques Rousseau aan. ‘Die zegt dat als je jong bent, je zoveel mogelijk tijd moet verspillen en moet lummelen. Zo’n periode waarin je nog de tijd hebt, is er maar één keer in je leven. Het heersende idee dat je al jong met je toekomst bezig moet zijn, werkt maar in heel beperkte mate. Omdat je pas weet of het leuk is als je ergens bent. Soms moet je eerst de verkeerde keuze maken.’

Maar, sputter ik nog even tegen, dat kost zoveel tijd, en you only live once. ‘Ja,’ zegt de Denker des Vaderlands, ‘maar ja: we leven steeds langer tegenwoordig, dus je mag best een paar jaar verspillen.’

Fotografie Annelie Bruijn
Haar en Make-Up Pascale Hoogstraate @ EE Agency for MUA
Styling Giedre Malinauskaite / NCL Representation

Het bericht Waardoor is de millennial van slag? Op zoek naar antwoorden met Denker des Vaderlands Daan Roovers verscheen eerst op Vrij Nederland.

https://www.vn.nl/daan-roovers-millennials/

Vrijemarktdenken EU leidt tot euroscepcis (Joop)

Genoeg is er over gezegd en geschreven: hoe neoliberalisme ons huidige politiek denken heeft beïnvloed en ons systeem heeft vervormd. De vloek van het vrijemarktdenken, het individualisme en sociale ongelijkheid hebben onmiskenbaar tot grote breuklijnen geleid in de samenleving – in de politiek, en onder burgers zelf. Een ander, minder veelbesproken gevolg is de toename van Europese integratie dankzij het vrijemarktdenken van de afgelopen dertig jaar. Dat is ook waar algemene politieke verbanden door elkaar heen gaan lopen.

De Europese Unie – voortkomend uit de Europese Economische Gemeenschap – is een bastion dat in beginsel al voornamelijk heeft gedraaid om het bevorderen van handel, globalisering en de vrije markt. Uitgegroeid tot een politiek fenomeen vervult het tegenwoordig ook veel sociale functies: dankzij de EU hebben we vrij dataverkeer en kunnen we zonder extra kosten bellen met familie in Bulgarije of Portugal, vet relaxed.

https://joop.bnnvara.nl/content/uploads/2020/01/euro-370x241.jpg

cc-foto: Capri23auto

Het zou echter naïef zijn om dankzij bepaalde voordelen op sociaal vlak – Europa-wijde roaming, vrij doorreizen – meteen een voorstander te zijn van verregaande Europese integratie – iets wat vaak voorkomt onder progressieve partijen, zoals D66 of GroenLinks. Europese integratie zou een enorm voordeel kunnen zijn als het inderdaad voornamelijk om sociale en culturele integratie zou gaan. Een mooi voorbeeld hiervan is het DiscoverEU-project waarmee jongeren van 18 gratis door de EU kunnen treinen. Echter, op economisch vlak heeft Europese integratie onze samenlevingen misschien wel minder dicht bij elkaar gebracht dan op het eerste gezicht logisch zou lijken.

Want, in plaats van dat de Europese Unie een hechte gemeenschap is waarin wij vrolijk op straat een praatje maken met Polen of Bulgaren die hier wonen en werken, heeft de EU er vooral toe geleid dat het voor bedrijven makkelijker is geworden om werknemers uit andere landen goedkoop hier te laten werken. Vervolgens treedt in Nederland (of in andere “westerse” landen) dermate veel segregatie op dat de verschillende bevolkingsgroepen of nationaliteiten voornamelijk gescheiden van elkaar leven. Dat leidt op zijn beurt weer tot de toename van stereotypes en wantrouwen tegenover elkaar.

Bedenk maar eens: heeft u in de buurt een camping of iets dergelijks waar veel arbeidsmigranten wonen? Grote kans dat dat een “Polenkamp” wordt genoemd, en dat er vaak wordt gesproken over alcoholgebruik, vandalisme of zelfs misbruikers. Het grote merendeel van deze mensen, werkt echter in Nederland om een familie in het thuisland te kunnen verzorgen en is hier naartoe gekomen onder de voorwendselen van goede arbeidsvoorwaarden en salarissen. Eenmaal in Nederland (of Frankrijk, België, het VK, etc.) worden ze bij elkaar gezet en gescheiden van de autochtone bevolking. Integreren lukt vaak niet, een sociaal leven opbouwen al helemaal niet en depressie is schering en inslag. Op deze manier is “het Europese project” van vrij kunnen samenleven voornamelijk het in de kaart spelen van kapitalistische uitbuiters.

Het is geen toeval dat de VVD voorstander is van Europese economische integratie: de EU kan als neoliberaal blok een grote handhaver zijn van een Europa-wijde vrije markt. Deze pro-Europa-lijn zie je ook terug bij de Duitse Freie Demokratische Partei (FDP) en Venstre in Denemarken. Dat terwijl pro-Europese standpunten vaak ook terug te vinden zijn bij progressieve, centrum- en linkse partijen – zie bijvoorbeeld D66 en GroenLinks. En hier zit het grote verschil: waar de VVD, FDP et cetera Europa belangrijk vinden om het neoliberalisme en het vrijemarktdenken in stand te houden, is bij D66 en GroenLinks (en ook de Duitse Grünen, of Scandinavische sociaaldemocraten) een socialer en groener Europa de voornaamste drijfveer.

Het is bijna cru: hoe centrumpartijen en linkse partijen binnen een handelsblok dat van origine is opgericht om de vrije markt te verdedigen en uit te breiden proberen sociale wetgeving en beter milieubeleid te bevorderen en in te stellen. Soms lukt dat: kijk naar de successen van Europarlementariër Bas Eickhout op duurzaamheid. Hij heeft er met zijn werk voor gezorgd dat CO2-uitstoot van vrachtwagens sterk wordt teruggebracht. Dat neemt niet weg dat de EU onvermoeid doorgaat met het bevorderen van vrijhandel en globalisering, want zo zit dat systeem nou eenmaal vanaf het begin in elkaar. Het Mercosur-akkoord, tussen de EU en de Zuid-Amerikaanse landen die zijn aangesloten bij de gelijknamige bond, zorgt ervoor dat de Europese auto-industrie en Zuid-Amerikaanse veeteelt enorm veel in tegenovergestelde richtingen gaan exporteren. De veeteelt, voornamelijk in Brazilië, leidt dan weer tot bomenkap, extra vleesconsumptie en bosbranden. Leuk dat we in de EU dan geregeld hebben dat vrachtwagens minder uitstoten, maar op grote schaal is de EU verantwoordelijk voor veel meer uitstoot dan dat het tracht terug te brengen.

Zodoende bestaan er eigenlijk twee “Europese projecten”: de sociaal-culturele kant en de economische kant. Elk gelinkt aan een eigen stroming, een eigen politieke kant, eigen idealen en eigen ideeën over hoe Europa dient te worden ingericht. En beide zijn ook aan de gang, en helaas ook conflicterend met elkaar. De sociale kant is vrijwel onverenigbaar met de economische kant en vice versa. De vrije-marktideologie staat geen beleid toe waarin mensen een uitgebreid sociaal vangnet hebben. Verduurzaming heeft ook onlosmakelijk consequenties voor de vrije handel: scheepvaart, luchtvaart en productie zal minder moeten uitstoten, en dat gaat ten koste van winst.

De sociale kant heeft tevens als nadeel dat veel Europeanen door de consequenties van de economische kant niet zitten te wachten op sociale of culturele Europese integratie. Ervaringen die zijn opgedaan met arbeidsmigranten zorgen voor tegenstellingen en stereotypes van elkaar. Voor het gevoel zijn de talen en de culturen te verschillend om tot succesvolle integratie te leiden. En ergens klopt dat: als dit fenomeen iets bewijst is het dat culturele integratie tussen volkeren bijna onmogelijk is in een kapitalistische samenleving die bevolkingsgroepen uit elkaar drijft. Het Europese project onmogelijk gemaakt door dat andere Europese project.

Waar het al helemaal door elkaar heen gaat lopen is op de uiterst rechtse flank. Hier vinden we partijen terug als de PVV, FvD, het Rassemblement National van Marine le Pen, Lega van Matteo Salvini in Italië, de Conservatieven onder Boris Johnson in het VK en de Zweedse Democraten. Deze partijen ruiken onvrede over Europa onder bepaalde bevolkingsgroepen, en dan vooral de autochtone, wat oudere bevolking die arbeidsmigranten of andere bevolkingsgroepen over het algemeen wat sneller wantrouwt. Voor electoraal gewin geven deze partijen de “schuld” van dat wantrouwen aan Europa ende EU, en aan migranten – leidend tot euroscepcis en broedend racisme. Het verwarrende hier is dat de meeste van deze partijen niet alleen sociaal-cultureel op de rechterflank zitten, ook economisch is dat het geval. Echter zou het verlaten van de EU voor praktisch alle lidstaten een economische ramp zijn – zie ook prognoses voor het Verenigd Koninkrijk. En hier zit ook gelijk de paradox van het economische Europese project.

Want wat gebeurt er: economisch vindt er steeds meer Europese integratie plaats. Er wordt veel onderling gehandeld. Daarnaast zetten landen grenzen open voor gastarbeiders en vrije handel. Vanwege het gebrek aan een sociale kant, en met het doel om winst te maken en zoveel mogelijk geld te verdienen in plaats van humaniteit in het oog te houden, integreren Europese bevolkingsgroepen echter niet onderling – alleen de handel doet dat. De onvrede die ontstaat is voer voor populistische, vaak radicaal-rechtse politici die het gebruiken om euroscepcis aan te wakkeren – met in het Verenigd Koninkrijk de brexit als ultieme gevolg. Zo leidt het Europa-wijde vrijemarktdenken tot euroscepcis.

Dat komt voornamelijk omdat er geen sociale kant aan zit. Of eigenlijk, beter gesteld, omdat de integratie niet om de sociale kant draait. Als “het Europese project” in beginsel had gedraaid om sociaal-culturele integratie hadden we een heel ander Europa gehad. Natuurlijk, met de geschiedenis van de Europese Gemeenschap van Kolen en Staal is dat niet echt aan de orde geweest, maar dat idee was er wel degelijk. Neem bijvoorbeeld Robert Schuman, één van de founding fathers van de voorloper van de EU. Hij sprak, vrij vertaald:

“De Europese mentaliteit bestaat uit het bewustzijn van het deel uitmaken van een culturele familie, en de bereidheid om die gemeenschap te dienen in de geest van volledige wederkerigheid, zonder enige verborgen beweegredenen of de zelfzuchtige uitbuiting van anderen.”

Willen we écht iets doen aan onvrede over Europa, dan is het een kwestie van de focus verleggen van de economische kant naar de sociale kant. In de geest van Schuman, in de geest van volledige wederkerigheid, elkaars raakvlakken opzoeken en uitwisselen. Onderwijs Europees oriënteren, een Europees sociaal vangnet creëren, een Europees treinennetwerk (het liefst betaalbaar) zodat Europese burgers makkelijk kunnen reizen, en investeren in taallessen. Het liefst in Nederland ook Spaans of Italiaans in het curriculum erbij. Of Pools.

Daarnaast is het tijd – zeker met het oog op duurzaamheid – om afscheid te nemen van het marktdenken en winst als enige doel. Nee, we moeten niet terug naar de gulden, en de Europese economie moet niet volledig worden afgeschaft, maar er zal wel hervormd moeten worden. Het Mercosur-verdrag moet niet geratificeerd worden, en Europa moet gaan focussen op een leiderschapsrol in de wereld wat betreft duurzame productie. Producten die Europa in- of uitkomen dienen ook te voldoen aan standaarden voor duurzaamheid en mensenrechten. Veel landen zijn voor export afhankelijk van de EU, dus die standaarden afdwingen gaat minder moeizaam dan het lijkt.

Enkel wanneer de Europese economische integratie hand in hand gaat met de sociaal-culturele integratie valt er wat te doen aan euroscepcis en onvrede. Europees idealisme is gedoemd te verzanden in mooie woorden en statistiekjes wanneer we blijven focussen op de vrije markt als het ultieme doel en het grote goed van deze wereld. In plaats van ultieme “vrijheid” – voor zover dat nog het streven is van hedendaagse liberalen – mag geluk en de zorg voor de aarde op de eerste plaats komen te staan.

https://joop.bnnvara.nl/opinies/vrijemarktdenken-eu-leidt-tot-euroscepcis

Reactie op Artsen stappen naar de rechter als er geen vuurwerkverbod komt! door Bullshit15 (De Dagelijkse Standaard reacties)

Dat zijn toch alle linkse ratten alles maar slecht maken alles negatief maar stel je voor als er iemand is die anders denkt dan word je doodgezwegen of je word afgekapt er was een Duitse meisje net als Gretta maar dan exact het tegen over gestelde die krijgt geen podium ook die word doodgezwegen zelfde met het miljo alles maar negatief in liegen die bosbranden in Australië het is erg genoeg maar ook gelogen door die linkse ratten Australiëse overheid zegt zelf het heeft niks met klimaat te maken ze zijn aangestoken 130 arrestaties zijn er verricht wegens brandstichting maar daar hoor je die linkse ratten niet over kijk naar de laatste aflevering van jensen.nl dat is de ware geluid dan al die linkse leugens als je nog langer naar dat linkse gezeik luistert dan word je van zelf wel depri
Daarom stem fvd of PVV in uit de eu dat is de waarheid

https://www.dagelijksestandaard.nl/2020/01/artsen-stappen-naar-de-rechter-als-er-geen-vuurwerkverbod-komt/#comment-1210042

Karel Smouter @kcsmouter en Michael Rhebergen doorkruisen Oost-Nederland op de fiets: ‘Tien miljoen mensen wonen niet in de Randstad’ @vandefiets #rouveen #overijssel (Villamedia)

Hoe zou het nieuws eruit zien als je het niet benadert vanaf een redactie in Hilversum of Amsterdam? Met dat idee trekken journalist Karel Smouter en fotograaf Michael Rhebergen vanuit standplaats Deventer door Oost-Nederland op zoek naar onvertelde verhalen. Op de fiets.

Met een nog slaperig hoofd zwiept Michael Rhebergen de deur open en verwelkomt Villa­media in een kleine, spartaans ingerichte bouwkeet. Achterin een kaal stapelbed. Voorin een tafel met twee stoeltjes. Op de tafel een exemplaar van Susan Sontags ‘On photography’ naast een analoge camera, een laptop en een opschrijfboekje. Deze keet op een boerencamping in het Overijsselse Rouveen is voor een paar dagen de thuisbasis van Rhebergen en journalist Karel Smouter. Samen gaan ze deze dagen op zoek naar verhalen in de omgeving van Staphorst. Echt uitgerust is het duo niet. Rhebergen tikt met zijn knokkels tegen het plafond van golfplaten. De regen die er vannacht met bakken tegelijk op neerkwam, heeft ze wakker gehouden. Er is alleen een pot oploskoffie om het leed te verzachten.

Je moet, kortom, iets over hebben voor je journalistieke idealen. Voor Rhebergen en Smouter bestaan die eruit om in de haarvaten van de Nederlandse samenleving te geraken en te onderzoeken op welke verhalen je stuit als je nu eens níet het nieuws maakt vanachter je bureau in Amsterdam of Hilversum. Najaar 2018 lanceerden ze daarvoor het journalistieke project Vandefiets.nl. Sindsdien doorkruisen de mannen Oost-Nederland op de pedalen.

Exotisch fenomeen

‘Het is niet te overschatten hoe belangrijk lokale en regionale journalistiek is. Het is voor ons ook een voortdurende inspiratiebron, op zoek naar nieuwe verhalen en invalshoeken. Tegelijk willen we er niet mee concurreren: wij bedrijven regionale journalistiek voor een landelijk publiek. Het overgrote deel van de journalisten en redacties zit in de Randstad. Daar wordt het nieuws gemaakt. Terwijl tien miljoen mensen niet in de Randstad wonen’, becijfert Rhebergen, die zelf, net als Smouter, in Deventer woont. ‘Wij waren benieuwd hoe het nieuws eruit zou zien als het vanuit Oost-Nederland zou worden verteld.’

Smouter: ‘Wat je – even generaliserend – veel ziet is dat journalisten af en toe ergens geparachuteerd worden en er korte tijd rondlopen. Dat levert al gauw wat stereo­type, probleem gedreven stukken op. Krimp. Vergrijzing. Conservatisme. Ze schrijven eigenlijk op wat ze achter hun bureau in Amsterdam al dachten te zullen aantreffen.’ Het is een journalistiek mechanisme dat Smouter meer is gaan opvallen sinds hij een paar jaar geleden vanuit Amsterdam naar Deventer verhuisde. Daar hoorde hij van mensen op straat en ouders op het schoolplein dat ze media steeds vaker links lieten liggen. ‘“Het gaat toch niet over ons”, zeiden ze dan. “En als het al een keer over ons gaat, dan zijn we een exotisch fenomeen.”’

Ze hebben een punt, vindt Smouter. ‘Als je kijkt naar dossiers als de Oostvaardersplassen, Lelystad Airport of de gaswinning in Groningen, dan zijn die pas vrij laat onder de aandacht van landelijke media gekomen. Lelystad Airport is wat dat betreft nog het beste voorbeeld. Dat werd eigenlijk pas groot toen een RTL Nieuwslezer die op de Veluwe woont – Jan de Hoop – zich er tegen uitsprak. Ik snap wel dat je geen abonnement op NRC Handelsblad afsluit als je in Oost-Nederland woont. Het gaat er simpelweg te weinig over.’

Wat Smouter en Rhebergen met hun project onder de aandacht willen brengen, is wat ze zelf de ‘emancipatie van de periferie’ zijn gaan noemen. Smouter: ‘Van oudsher bestaat er in deze hoek van het land een Calimero-complex ten opzichte van de Randstad. Mensen hebben het gevoel dat er een kliek is van politici, beleidsmakers én media, die bepaalt hoe we moeten leven en hoe we onze tradities vormgeven. Maar wat je ziet is dat er steeds meer zelfbewustzijn optreedt. De periferie gaat zich emanciperen. Kijk alleen al naar die duizenden boeren die op hun trekkers de weg op gaan omdat ze het zat zijn te worden weggezet als milieuvervuilers.’

Smouter en Rhebergen proberen dat overkoepelende thema te vangen in kleine reportages, grote series en uiteindelijk een boek (werktitel: ‘Daar moeten ook mensen wonen’). Daarvoor zetten de freelancers, die naast dit project ook allebei hun eigen werkzaamheden hebben, één dag per week een groot kruis in hun agenda: op die dag gaan ze samen de fiets op. Daarnaast proberen ze eens per maand een paar dagen op rij vrij te maken om wat langer in een regio te blijven, zoals ze dat nu doen in Staphorst. Hun producties verkopen ze aan verschillende landelijke media. Zo maakten ze een serie over de ­Provinciale Statenverkiezingen voor De Correspondent en een over de Bible Belt voor NRC. Ook De Groene Amsterdammer behoort inmiddels tot hun opdrachtgevers.

Zijweggetjes
Maar waarom moet dat op de fiets, is de vraag, terwijl de miezer tegen de ramen slaat. De twee herenfietsen die het duo groen met paars heeft laten spuiten – de kleuren die je krijgt als je de Gelderse en Overijsselse vlaggen met elkaar kruist – staan te druipen naast de bouwkeet. ‘Het brengt je op plekken waar je met de auto niet komt’, zegt Rhebergen. ‘En dan signaleer je andere dingen. Dat alles hier heel netjes aangeharkt is bijvoorbeeld. En dat er overal vormen in de heggen zijn geknipt.’
Smouter: ‘Soms kom je op de fiets ook letterlijk verhalen tegen. Vorige week fietste ik voor mijn eigen lol over de heide toen ik een boswachter tegenkwam. Ik raakte met hem aan de praat toen hij zei dat je de hele wereldproblematiek – van stikstof tot bosbranden in ­Brazilië – kunt aflezen aan de staat van de heide. Dat is een verhaal. En het viel me op dat er steeds meer mais op het veld staat. Hoe komt dat? Waarom al die mais? Dat is iets wat je alleen ziet als je niet alleen de hoofdwegen, maar ook de zijweggetjes pakt.’

Wat ze ook merken – en dat hadden ze van tevoren niet bedacht – is dat de fietsen snel het ijs breken. Overal waar ze komen, hebben ze direct aanspraak. Op de pont, bij de burgemeester en zelfs bij onwillige bronnen blijkt de fiets ontwapenend te werken. Smouter: ‘De vorige keer dat we in Staphorst waren, gingen we langs bij een man die na twaalf jaar wethouder te zijn geweest voor de SGP, was overgestapt naar Forum voor Democratie. Hij stond niet te springen om daar met ons over te praten. Maar door die fietsen hadden we toch meteen een leuk praatje. Hij wilde weten waar ze vandaan kwamen en of het niet koud was. Fietsen zijn onschuldig. Mensen denken al snel: deze jongens zijn oké, want ze komen op de fiets.’
Rhebergen: ‘Maar het doel van het fietsen is vooral om langzaam het landschap door te kunnen gaan. In de hoop dat we af en toe verrast worden door wat we aantreffen.’

Ook in zijn fotografie neemt Rhebergen dat tragere tempo letterlijk. Hij fotografeert het liefst analoog. Voor ­Villamedia maakt hij deze ochtend dan ook een zelfportret met een analoge Yashika camera uit de ­jaren 60. Zodra er een waterig zonnetje doorbreekt, stelt hij de camera handmatig in en checkt zijn lichtmeter voor het beste resultaat. Hij kocht het apparaat een aantal jaar geleden op Marktplaats en is sindsdien verkocht aan het toestel. Hij houdt van het zachte, analoge beeld ten opzichte van de harde, heldere beelden die digitale foto­grafie oplevert. ‘En het dwingt je langzamer te werken en kritischer te kijken naar wat je ziet. Eén rolletje heeft simpelweg maar twaalf beelden.’

Als het rolletje vol is, de wolken weer voor de zon schuiven en de eerste druppels beginnen te vallen, werpen de twee een vertwijfelde blik op de fietsen. Uiteindelijk stappen ze bij de verslaggever in de auto richting het centrum van Staphorst.

Idealen
‘Dit project is een constante zoektocht naar een balans tussen ideaal en de werkelijkheid’, beredeneert ­Smouter even later pragmatisch, als er in Museum Staphorst een fatsoenlijke kop koffie voor hem wordt ingeschonken. ‘In het ideaalbeeld zitten we op de fiets en maken we langzaam verhalen die we van tevoren niet hebben uitgetekend. De werkelijkheid is ook dat je artikelen moet pitchen van tevoren, dat je afspraken moet maken met bronnen, de analoge fotografie soms moet verruilen voor digitale en…’ Hij grijnst: ‘Als het weer tegenzit wel eens moet uitwijken naar andere vervoersmiddelen.’

Dan serieus: ‘Je kunt daar heel verdrietig over doen. Maar uiteindelijk zijn die fiets en de analoge fotografie ook maar een middel en niet het doel. Dit soort journalistieke projecten blijft een precaire bezigheid – dat zullen meer freelancers kunnen beamen. Daarbij is de grootste uitdaging nog niet eens of we onze rekeningen wel betaald krijgen. Dat lukt allemaal nog wel en bovendien is geld niet de reden waarom ik journalist ben geworden. De uitdaging is vooral: hoe deel je slim je tijd in, zodat je het gezond houdt voor jezelf? Hoe zorg je ervoor dat je niet te veel gaat werken.’

Rhebergen: ‘Fietsen helpt daar trouwens wel bij.’

Smouter: ‘Gisteren zaten we van 9.00 tot 12.00 uur op de fiets. Dan kom je inderdaad heel fit aan.’

Rhebergen: ‘Fit, maar bezweet.’

Smouter: ‘Voordat we de burgemeester onder ogen durfden te komen, hebben we ons in het toilet nog even gefatsoeneerd.’

Of ze in de toekomst ook buiten de Gelderse en Overijsselse provinciegrenzen gaan fietsen, durven ze niet te zeggen. ‘Ik kan me best voorstellen dat we dit ook in andere delen van Nederland zouden kunnen doen. Maar dat is vooralsnog toekomstmuziek’, zegt Smouter. ‘In het gebied dat we nu bestrijken wonen ruim vier miljoen Nederlanders. Van Culemborg naar Winterswijk zit je anderhalf uur in de auto , en dan ben je nog steeds in dezelfde provincie. We zijn nog lang niet klaar.’
Rhebergen: ‘Misschien is dat wel weggelegd voor ­anderen.’

Smouter, geamuseerd: ‘Dat zou ik misschien nog wel leuker vinden; dat andere mensen het stokje overpakken.’

Gegadigden genoeg, zo denkt hij. ‘Ik zie onze generatie journalisten steeds vaker de stad uittrekken richting Amersfoort en verder omdat de Randstad voor journalisten onbetaalbaar wordt. Dat komt de journalistiek uiteindelijk alleen maar ten goede want het zorgt ervoor dat we minder in typische journalistenkringen blijven hangen. Wat dat betreft denk ik dat de wal het schip wel zal keren.’

https://www.villamedia.nl/artikel/karel-smouter-en-michael-rhebergen-doorkruisen-oost-nederland-op-de-fiets-tien-miljoen-mensen-wonen-niet-in-de-randstad

Thierry Baudet kan niet verordonneren dat conflicten voorbij zijn (ThePostOnline)

https://tpo.nl/wp-content/uploads/2019/04/henk-otten-thierry-baudet.png

‘De kwestie met Otten’ is volgens Forum voor Democratie (FvD) opeens opgelost. Vorige week was er nog een groot probleem: de partij zat met een partijbestuurder die ‘een greep in de kas’ had gedaan, waardoor er ‘een vertrouwensbreuk’ was ontstaan en hij weg moest. Maar een paar dagen later is er niets meer aan de hand. Henk Otten mag gewoon Eerste Kamerlid worden en krijgt zo de kans ‘het vertrouwen te herstellen’. Otten wil dat nog ook. Hij noemt dat ‘gewoon’. Zijn naam is ondertussen gezuiverd: het was tóch geen greep in de kas. Einde verhaal?

Thierry Baudet wil alles achter zich laten. Hij lijkt vergeten dat je voor het beëindigen van conflicten twee partijen nodig hebt. Otten wil nu wel FvD-senator worden, maar we hebben hem nog niet horen zeggen dat hij de strijdbijl begraaft, dat hij Baudet niets verwijt en dat hij zich schikt in zijn nieuwe rol, namelijk die van FvD-senator die niets te zeggen heeft over hoe FvD als partij wordt bestierd. Baudet weet al met al helemaal niet of het conflict met Otten voorbij is. Heeft Otten zijn karaktermoord-tweet trouwens al herroepen?

Maar gaat het eigenlijk wel om het conflict met Otten? Belangrijker is de veenbrand die elk moment binnen FvD kan oplaaien. De financiële stupiditeit van Otten heeft de aandacht mooi afgeleid van de kern: Otten deed in NRC kritische, maar zinnige uitspraken. We weten dat verschillende FvD’ers hun wenkbrauwen fronsten toen het aanvankelijk leek alsof Otten vanwege zijn kritiek het veld moest ruimen. Dat zou immers betekenen dat de lijn-Baudet voortaan ook de lijn van FvD zou zijn. Dat zag niet iedereen zitten.

De afgelopen twee jaar was er regelmatig aandacht voor het ondemocratische karakter van FvD. De leden van FvD zijn in de praktijk donateurs die contributie betalen en klappen voor de partijtop, maar die diezelfde partijtop niet naar huis kunnen sturen en ook niet in staat zijn hun eigen bestuurders te benoemen. Als ze het oneens zijn met hoe FvD reilt en zeilt, kunnen ze alleen hun lidmaatschap opzeggen. Alleen als leden massaal weglopen, ontstaat er wellicht een prikkel voor het partijbestuur om een andere koers te gaan varen.

Otten refereerde er impliciet in NRC aan: FvD is een partij waarbij het bestuur uiteindelijk geen verantwoording hoeft af te leggen aan de leden. Baudet kan speeches houden over een ‘boreaal Europa’ of onderwijsmeldpunten starten zonder dat hij ooit iets aan zijn interne achterban hoeft uit te leggen. Misschien doet hij dat in de praktijk alsnog, maar hij hoeft het niet. De leden kunnen hem immers niet wegsturen. Baudet kan iedereen in de partij, in de woorden van Otten, ‘in de wind zetten’. Baudet is de partij, de rest zit met de gebakken peren.

Dat geldt met name voor de mensen die nu namens FvD verkozen zijn. Dat zijn er binnenkort een stuk of honderd. Iemand als Annabel Nanninga bijvoorbeeld, die zich in Amsterdam verzet tegen illegalenopvang door de gemeente, maar die je niet op geklets over ‘een boreaal Europa’ kunt betrappen. Of raadslid Kevin Kreuger, die allerlei moties indient over parkeren, maar zich verre houdt van de ‘Uil van Minerva’. Of Europees lijsttrekker Derk Jan Eppink in wiens speeches geen dog whistles te ontdekken zijn. Ze moeten in de praktijk toch allemaal klakkeloos achter Baudet aanlopen. Hem bijsturen kunnen ze eigenlijk niet.

Het wezenlijke probleem van FvD is door Otten helemaal duidelijk: Baudet heeft de macht om alles te roepen, maar zal nooit ter verantwoording worden geroepen. Een week geleden hadden sommigen – waaronder uw verslaggever – nog de indruk dat je intern wel kritiek mag hebben op Baudet. Inmiddels weten we hoe het met Otten afliep. Of zijn kritiek op Baudet daarbij de hoofdrol speelde is niet zeker, maar het heeft er alle schijn van. Elke managementconsultant kan vertellen welke uitwerking die onzekerheid op een organisatie heeft.

Onrust neem je weg met een open cultuur en leiding die luistert en feedback serieus neemt. Niet met partijbestuurders die niet weggestuurd kunnen worden, die critici bij de enkels afzagen en vervolgens beginnen te verkondigen dat er geen interne meningsverschillen zijn. Het enige wat die strategie oplevert is een angstcultuur waarin velen hun mond houden. Zo lijkt het alsof er geen spanningen zijn, maar we weten wel beter: extern verexcuseren FvD’ers zich al. De partijleiding riep zondag de Statenleden in Amersfoort bijeen. Off the record uiten meerdere FvD’ers hun zorgen al.

Je hoeft niet helderziend te zijn om te begrijpen dat deze veenbrand vroeg of laat oplaait.

Chris Aalberts onderzoekt dit jaar de ontwikkeling van FvD. Hij kijkt naar de ontwikkeling van de partijorganisatie, de prestaties van FvD in Amsterdam en de werkzaamheden in de provincie, de Senaat en Brussel. Maak deze serie mogelijk en doneer via Voor de Kunst.

Thierry Baudet kan niet verordonneren dat conflicten voorbij zijn

https://tpo.nl/2019/04/30/thierry-baudet-kan-niet-verordonneren-dat-conflicten-voorbij-zijn/