Dag 5 World Solar Challenge: Met opgeheven hoofd de finish over als derde (Haarlem 105)

De studenten Basthian, Tijn en Kees hebben zich een jaar lang voorbereid op de race van hun leven: de World Solar Challenge. Een race van ruim 3.000 kilometer dwars door Australië met een auto op zonne-energie. Vandaag is de laatste dag begonnen voor de studenten van de TU Delft, met drie deelnemers afkomstig uit omgeving Haarlem. Haarlem105 volgt Basthian Galenkamp, Tijn van Weel en Kees Broek en hun team tijdens de race. 

Het zit erop voor Tijn Bastiaan en Kees, de drie stapte ander half jaar geleden in het avontuur van de Solar race en finishte vandaag na een tocht van drie duizend kilometer als derde in Australië. Een hele prestatie toch heerst er in het team toch ook wat teleurstelling. “De concurrenten hadden gewoon hele goede auto’s gebouwd, We kunnen niet anders dan bewondering hebben voor hun indrukwekkende prestaties”, stelt Tijn van Weel.

Ondanks dat je bij de start van de laatste dag weet waar je staat ga je er toch nog vol voor”, vertelt Kees Broek die de auto aan het einde over finish in een de vorm van  rode loper mocht rijden. “Dat is wel een speciaal en emotioneel moment je weet dat het de laatste keer is dat je in de auto op deze manier rijdt, ik probeerde daar echt bij stil te staan. Al onze supporters stonden te juichen en de champagne spoot over de zonnepanelen heen het was heel speciaal.”

De laatste race dag ging voorspoedig en uiteindelijk mogen ze trots zijn op de prestatie. “Bij onze terugkeer in Delft zullen we grondig onderzoeken waarom Nuna niet kon concurreren met de twee koplopers. Maar voor nu willen we vieren dat we, na anderhalf jaar van intensieve inzet, de finish van deze uitdaging hebben bereikt.”

Lees hieronder nog een keer het hele avontuur

Kwalificatie

Tijdens de kwalificatie reed het team van de TU Delft een derde tijd op de ‘Hidden Valley Raceway’ in Australië. Het team houdt voor de komende race dagen de goede moed erin. “Alleen het Duitse en Belgische team zitten voor ons”, vertelt Kees. Het Belgische team is op dit moment regerend wereldkampioen.

Tijdens de presentatie van de auto eerder dit jaar vertelden de drie teamleden uit de regio Zuid-Kennemerland aan Haarlem105 dat de auto gemaakt is ‘om vooral rechtdoor te gaan’. “In totaal rijden wij 3000 kilometer dwars door Australië en moeten maar één afslag nemen. De auto en de erop bevestigde zonnepanelen zijn allemaal precies afgesteld voor die rit ”, legde Basthian Galenkamp destijds uit.

Bekijk hier de video van de auto presentatie:[/vc_column_text][/vc_column][/vc_row]

Tijdens de kwalificatie moest elk team een ronde op het Australische circuit rijden. Door de vele bochten in het circuit was dit nogal een uitdaging, waardoor het team niet ontevreden is met een derde plaats. Dat de auto gemaakt is om rechtdoor te racen werd gelijk bewezen op de eerste dag. “De tijd die wij nu hebben neergezet is de snelste van ons team ooit”, jubelt coureur Kees Broek.

Dag 1 op naar de tweede plaats

De start van de race is om exact 08:00 uur, voor de Nederlandse coureurs was het de start van een lastige dag. De route van de Solar Challenge gaat voornamelijk over een eenbaansweg waardoor inhalen lastig is. Op de tegenliggende rijstrook komen ook regelmatig grote vrachtwagens, zogeheten ‘roadtrains’, die wel 50 meter lang kunnen zijn. “Gelukkig rijdt er wel een normale auto van ons team mee die de weg in de gaten houdt”, vertelt de Haarlemse coureur.

Het Duitse team startte als eerste, de teams gingen van start met een halve minuut interval. “Ze lagen een minuut voor ons, maar al snel gingen wij ze voorbij”, vertelt Broek. Het Belgische team inhalen lukte ze echter niet.

Een ander obstakel waar het team onderweg op stuitte waren bosbranden. “Rook tijdens onze reizen is niet ongewoon, maar deze keer was het buitengewoon dichtbij. We bemerkten de rook al toen we nog enkele kilometers verwijderd waren, en dit begon mijn zicht te belemmeren. Plotseling zag ik in de verte vlammen. Het was een intense ervaring om dit van zo nabij te aanschouwen”, vertelt de Haarlems coureur Kees Broek.

Uiteindelijk liep het Belgische team op de eerste dag 22 kilometer uit. Toch blijft de strateeg uit het team Basthian Galenkamp positief: “We gaan ons maximaal inspannen om de eerste plek te bereiken”

Bastiaan Galenkamp in de volg auto Foto: Jorrit Lousberg

De World Solar Challenge staat bekend als het wereldkampioenschap zonne-racen en vindt elke twee jaar plaats in Australië. Studententeams van over de hele wereld strijden met zelfgebouwde zonneauto’s om als eerste over de finish te komen. Dit jaar doen dertig auto’s mee. De route is ruim 3000 kilometer, van Darwin naar Adelaide, dwars door de outback. Het doel van de race is om de ontwikkeling van zonne-energietechnologie en duurzame mobiliteit te bevorderen.

Dag 2: bosbranden, een stoplicht en Twente komt langszij

Op dag twee van de race zit het schijnbaar tegen en haalt het team van de Universiteit Twente onverwachts het Brunel Solar team in. Hierdoor schuift het team terug naar de derde plaats. “Wij verwachten ze later in de race nog wel terug te pakken”, vertelt Broek. Hij vertelt dat de Twentse studenten hun accu meer gebruiken. “Wij besparen deze nog, hierdoor zijn wij aan het einde van de race sneller, hopelijk gaan we ze dan alsnog voorbij.”

Bekijk hier een interview met coureur Kees Broek:

Een verkeerslicht bij wegwerkzaamheden vormde deze dag een tactische hindernis, een aantal teamleden reed vooruit en probeerde de aankomst van de Luna 12 zo te timen dat ze niet hoefden te wachten voor het licht. Dit lukte helaas niet. “Een halve minuut hebben we stil gestaan, dit is niet alleen zonde qua tijd, maar ook het remmen kost energie”, aldus een balende Galenkamp. Hierdoor kwam het Twentse team dichterbij. Het was de rest van de dag erg spannend tussen de twee Nederlandse teams omdat ze ongeveer met dezelfde snelheid reden.

Ondertussen blijven de teams rijden door een gebied dat wordt geteisterd door bosbranden. “Ook vandaag reden we weer langs vlammen en door rook. De sensoren op de auto meten dan ook dat wij veel minder stroom opwekken door de rookwolken die in de lucht hangen”.

Dag 3: Geen zon, veel tegenwind, maar wel gunstige stoplichten

Het was een lastige derde dag voor het team. “Wij rijden steeds zuidelijker en hoewel dat in Nederland warmer weer betekent is dat in Australië niet zo. Het weer is lastig te voorspellen en zat vandaag tegen”, vertelt Kees Broek. In de ochtend scheen de zon nog maar in de middag verdween die achter bewolking, daarnaast vormde de harde tegenwind ook een obstakel.

Bekijk hieronder een video met de laatste updates van het Brunel Solar Team

“Wij hadden gehoopt vandaag team Twente in te halen maar dat is niet gelukt.” Ze zijn een klein beetje uitgelopen. De Belgen die op de eerste plaats liggen zijn nog verder uitgelopen, en liggen nu 112 km voor. Met nog duizend kilometer te gaan wordt dit nog een hele uitdaging.

Tijdens de race is er een verplichte pauze van een halfuur, door het ontbreken van de zon kon de accu van de Luna 12 toen niet bijladen. “Aan het einde van de dag zijn we op zoek gegaan naar een zonnige plek om te stoppen, zodat de accu wel kan laden, dat is gelukt.” Zo houden Kees en het team toch nog de spirit om morgen een inhaalslag te maken.

Dag 4: De realiteit onder ogen zien en een lekke band

Gisteren vertelde Kees Broek nog ‘dat vandaag de dag was om te laten zien wat ze waard zijn’. “We moeten de realiteit onder ogen zien, de eerste plaats gaat waarschijnlijk niet meer lukken”, zegt Kees. “Vandaag zat het weer tegen met de wind, we hebben Nuna 12 meer gebouwd op zijwind, waardoor wij meer dan andere teams last hebben van de tegenwind.”

Kees laat tijdens het interview nog even zien hoe Nuna de laatste minuten zon pakt. “Met de eindstop hebben we vandaag wel geluk, we liggen iets hoger waardoor we langer zon hebben.” Daarnaast kijkt hij nog op zijn stint als rijder terug. “Ik kreeg de vraag via mijn porto of Nuna wat lastiger reed, ik voelde wel wat maar dacht er niks bij.” Het bleek een lekke band te zijn. Het team besloot een pitstop te maken op de openbare weg. “Met auto en al werd ik een stukje omhoog gelift om de band te wisselen, heel apart. Daarna zijn wij natuurlijk weer snel verder gereden”, zegt kees.

Ook de ‘roadtrains’ speelden vandaag weer een belangrijke rol. “Soms werd je ingehaald door vrachtwagens met wel vier aanhangers die op een meter langs je gaan. Er komt dan veel wind vrij en dan moet je wel even je stuurmanskunsten laten zien.”, legt Kees uit.

Morgen, op de laatste dag, gaat het team uit Delft nog de jacht openen op het team uit Twente. “Het laatste druppeltje stroom gaat op, wij gaan overal op het maximum limiet proberen te rijden.”

Het bericht Dag 5 World Solar Challenge: Met opgeheven hoofd de finish over als derde verscheen eerst op Haarlem105.

https://haarlem105.nl/dag-5-world-solar-challenge-met-opgeheven-hoofd-de-finish-over-als-derde/

Dag 4 World Solar Challenge: De realiteit onder ogen zien en een lekke band (Haarlem 105)

De studenten Basthian, Tijn en Kees hebben zich een jaar lang voorbereid op de race van hun leven: de World Solar Challenge. Een race van ruim 3.000 kilometer dwars door Australië met een auto op zonne-energie. Vandaag is dag drie begonnen voor de studenten van de TU Delft, met drie deelnemers afkomstig uit omgeving Haarlem. Haarlem105 volgt Basthian Galenkamp, Tijn van Weel en Kees Broek en hun team tijdens de race. 

Gisteren vertelde Kees Broek nog ‘dat vandaag de dag was om te laten zien wat ze waard zijn’. “We moeten de realiteit onder ogen zien, de eerste plaats gaat waarschijnlijk niet meer lukken”, zegt Kees. “Vandaag zat het weer tegen met de wind, we hebben Nuna 12 meer gebouwd op zijwind, waardoor wij meer dan andere teams last hebben van de tegenwind.”

Kees laat tijdens het interview nog even zien hoe Nuna de laatste minuten zon pakt. “Met de eindstop hebben we vandaag wel geluk, we liggen iets hoger waardoor we langer zon hebben.” Daarnaast kijkt hij nog op zijn stint als rijder terug. “Ik kreeg de vraag via mijn porto of Nuna wat lastiger reed, ik voelde wel wat maar dacht er niks bij.” Het bleek een lekke band te zijn. Het team besloot een pitstop te maken op de openbare weg. “Met auto en al werd ik een stukje omhoog gelift om de band te wisselen, heel apart. Daarna zijn wij natuurlijk weer snel verder gereden”, zegt kees.

Ook de ‘roadtrains’ speelden vandaag weer een belangrijke rol. “Soms werd je ingehaald door vrachtwagens met wel vier aanhangers die op een meter langs je gaan. Er komt dan veel wind vrij en dan moet je wel even je stuurmanskunsten laten zien.”, legt Kees uit.

Morgen, op de laatste dag, gaat het team uit Delft nog de jacht openen op het team uit Twente. “Het laatste druppeltje stroom gaat op, wij gaan overal op het maximum limiet proberen te rijden.”

Kwalificatie

Tijdens de kwalificatie reed het team van de TU Delft een derde tijd op de ‘Hidden Valley Raceway’ in Australië. Het team houdt voor de komende race dagen de goede moed erin. “Alleen het Duitse en Belgische team zitten voor ons”, vertelt Kees. Het Belgische team is op dit moment regerend wereldkampioen.

Tijdens de presentatie van de auto eerder dit jaar vertelden de drie teamleden uit de regio Zuid-Kennemerland aan Haarlem105 dat de auto gemaakt is ‘om vooral rechtdoor te gaan’. “In totaal rijden wij 3000 kilometer dwars door Australië en moeten maar één afslag nemen. De auto en de erop bevestigde zonnepanelen zijn allemaal precies afgesteld voor die rit ”, legde Basthian Galenkamp destijds uit.

Bekijk hier de video van de auto presentatie:

[/vc_column_inner][/vc_row_inner]

Tijdens de kwalificatie moest elk team een ronde op het Australische circuit rijden. Door de vele bochten in het circuit was dit nogal een uitdaging, waardoor het team niet ontevreden is met een derde plaats. Dat de auto gemaakt is om rechtdoor te racen werd gelijk bewezen op de eerste dag. “De tijd die wij nu hebben neergezet is de snelste van ons team ooit”, jubelt coureur Kees Broek.

Dag 1 op naar de tweede plaats

De start van de race is om exact 08:00 uur, voor de Nederlandse coureurs was het de start van een lastige dag. De route van de Solar Challenge gaat voornamelijk over een eenbaansweg waardoor inhalen lastig is. Op de tegenliggende rijstrook komen ook regelmatig grote vrachtwagens, zogeheten ‘roadtrains’, die wel 50 meter lang kunnen zijn. “Gelukkig rijdt er wel een normale auto van ons team mee die de weg in de gaten houdt”, vertelt de Haarlemse coureur.

Het Duitse team startte als eerste, de teams gingen van start met een halve minuut interval. “Ze lagen een minuut voor ons, maar al snel gingen wij ze voorbij”, vertelt Broek. Het Belgische team inhalen lukte ze echter niet.

Een ander obstakel waar het team onderweg op stuitte waren bosbranden. “Rook tijdens onze reizen is niet ongewoon, maar deze keer was het buitengewoon dichtbij. We bemerkten de rook al toen we nog enkele kilometers verwijderd waren, en dit begon mijn zicht te belemmeren. Plotseling zag ik in de verte vlammen. Het was een intense ervaring om dit van zo nabij te aanschouwen”, vertelt de Haarlems coureur Kees Broek.

Uiteindelijk liep het Belgische team op de eerste dag 22 kilometer uit. Toch blijft de strateeg uit het team Basthian Galenkamp positief: “We gaan ons maximaal inspannen om de eerste plek te bereiken”

Bastiaan Galenkamp in de volg auto Foto: Jorrit Lousberg

De World Solar Challenge staat bekend als het wereldkampioenschap zonne-racen en vindt elke twee jaar plaats in Australië. Studententeams van over de hele wereld strijden met zelfgebouwde zonneauto’s om als eerste over de finish te komen. Dit jaar doen dertig auto’s mee. De route is ruim 3000 kilometer, van Darwin naar Adelaide, dwars door de outback. Het doel van de race is om de ontwikkeling van zonne-energietechnologie en duurzame mobiliteit te bevorderen.

Dag 2: bosbranden, een stoplicht en Twente komt langszij

Op dag twee van de race zit het schijnbaar tegen en haalt het team van de Universiteit Twente onverwachts het Brunel Solar team in. Hierdoor schuift het team terug naar de derde plaats. “Wij verwachten ze later in de race nog wel terug te pakken”, vertelt Broek. Hij vertelt dat de Twentse studenten hun accu meer gebruiken. “Wij besparen deze nog, hierdoor zijn wij aan het einde van de race sneller, hopelijk gaan we ze dan alsnog voorbij.”

Bekijk hier een interview met coureur Kees Broek:

Een verkeerslicht bij wegwerkzaamheden vormde deze dag een tactische hindernis, een aantal teamleden reed vooruit en probeerde de aankomst van de Luna 12 zo te timen dat ze niet hoefden te wachten voor het licht. Dit lukte helaas niet. “Een halve minuut hebben we stil gestaan, dit is niet alleen zonde qua tijd, maar ook het remmen kost energie”, aldus een balende Galenkamp. Hierdoor kwam het Twentse team dichterbij. Het was de rest van de dag erg spannend tussen de twee Nederlandse teams omdat ze ongeveer met dezelfde snelheid reden.

Ondertussen blijven de teams rijden door een gebied dat wordt geteisterd door bosbranden. “Ook vandaag reden we weer langs vlammen en door rook. De sensoren op de auto meten dan ook dat wij veel minder stroom opwekken door de rookwolken die in de lucht hangen”.

Dag 3: Geen zon, veel tegenwind, maar wel gunstige stoplichten

Het was een lastige derde dag voor het team. “Wij rijden steeds zuidelijker en hoewel dat in Nederland warmer weer betekent is dat in Australië niet zo. Het weer is lastig te voorspellen en zat vandaag tegen”, vertelt Kees Broek. In de ochtend scheen de zon nog maar in de middag verdween die achter bewolking, daarnaast vormde de harde tegenwind ook een obstakel.

Bekijk hieronder een video met de laatste updates van het Brunel Solar Team

“Wij hadden gehoopt vandaag team Twente in te halen maar dat is niet gelukt.” Ze zijn een klein beetje uitgelopen. De Belgen die op de eerste plaats liggen zijn nog verder uitgelopen, en liggen nu 112 km voor. Met nog duizend kilometer te gaan wordt dit nog een hele uitdaging.

Tijdens de race is er een verplichte pauze van een halfuur, door het ontbreken van de zon kon de accu van de Luna 12 toen niet bijladen. “Aan het einde van de dag zijn we op zoek gegaan naar een zonnige plek om te stoppen, zodat de accu wel kan laden, dat is gelukt.” Zo houden Kees en het team toch nog de spirit om morgen een inhaalslag te maken.

 

Het bericht Dag 4 World Solar Challenge: De realiteit onder ogen zien en een lekke band verscheen eerst op Haarlem105.

https://haarlem105.nl/dag-4-world-solar-challenge-de-realiteit-onder-ogen-zien-en-een-lekke-band/

De Caribische eilanden als het klimaat-voorland voor Nederland (De Erfgoedstem)

Dit interview is onderdeel van een reeks over klimaatverandering en erfgoed. De reeks is een initiatief van het platform Klimaat en Erfgoed. Periodiek verschijnt er een interview met een expert. Dit keer is het woord aan Suzanne Loen. Als landschapsontwerper en onderzoeker initieert ze en is ze betrokken bij projecten in het Caribisch gebied, waar de gevolgen van klimaatverandering acuter zijn dan in Nederland en versterkt worden door menselijk handelen in het verleden en heden.

Heb je vragen over het interview of wil je meer weten? Neem dan contact op met het platform via info@klimaatenerfgoed.nl of bezoek onze website / LinkedIn pagina.

Kan je iets over jezelf vertellen en over jouw betrokkenheid bij het onderwerp van klimaat en landschap?

Op dit moment werk ik onder andere aan projecten in het Caribisch gebied en adviseer ik verschillende gemeenten op het gebied van landschap en erfgoed zoals bijvoorbeeld bij de versterking van de IJsseldijken in de Krimpenerwaard. Daarnaast geef ik ook de minor Heritage and Design bij de sectie Landcape Architecture aan de TU Delft. Dit is een keuzevak dat open staat voor studenten vanaf het tweede jaar van alle universiteiten en faculteiten ook buitenlandse studenten zijn welkom. De studenten onderzoeken historische groen- en waterstructuren, zoals Agnetapark in Delft, en maken een herontwerp. De verschillende visies op groen en watererfgoed van de studenten maken het vak heel inspirerend om te geven. Ik ben destijds ook in Delft afgestudeerd en heb daarna bij de sectie Landschapsarchitectuur met mijn collega Inge Bobbink gewerkt aan de publicaties Land inZicht en Water inZicht. Dit heeft mij in de richting van cultuurhistorische landschappen en watersystemen gestuurd.

Eén van de dingen die ik mijn studenten leer is dat in Nederland de waterhuishouding lang sturend is geweest voor de inrichting van het landschap. Van oorsprong is de watermachine sterk verankerd in het landschap. Het Nederlandse landschap is een grotendeels door mensen gevormd landschap, door toedoen van menselijk handelen en technische ontwikkelingen. Kennis over de ontwikkelingsgeschiedenis van ons landschap is essentieel om onze historische water- en groenstructuren te begrijpen.

Via een collega aan de TU Delft, Mo Smit, ben ik in 2015 betrokken geraakt bij een onderzoeksproject naar de woon-en werkomgevingen van de textielindustrie Indonesië. Hier zag ik dat fabrieken, die grotendeels voor Nederlandse kledingmerken produceerden, extreme hoeveelheden grondwater onttrokken, met bodemverzakkingen en overstromingen tot gevolg, en tegelijkertijd het oppervlaktewater vervuilden. Het ecologische evenwicht en de zoetwatervoorziening wordt hierdoor ernstig bedreigd. Indonesië is hierin niet uniek. Over de hele wereld is sprake van een verstoorde relatie tussen zoetwatermanagement en ruimtelijke ontwikkeling, ook in Nederland. Door dit project ben ik mij gaan toeleggen op onderzoek naar potentie van historische zoetwatersystemen voor een veerkrachtig waterbeheer.

Op de universiteit en in ons vakgebied was nog weinig aandacht voor zoetwatermanagement en drinkwatervoorzieningen; de meeste aandacht ging toen nog uit naar waterveiligheid.

Daarom ben ik het onderzoeksproject ‘Thirsty islands’ gestart. In 2020 startte het project op Curaçao in samenwerking met National Archaeological Anthropological Memory Management (NAAM). Vanaf dit jaar heeft het project vervolg gekregen in het Erfgoed Deal project Awa pa Kòrsou (Water voor Curaçao) in een consortium van Curaçaose natuur- en erfgoedorganisaties. In april van dit jaar ben ik gestart met een onderzoek naar potentie van watererfgoed voor een veerkrachtige zoetwater voorziening op Bonaire in samenwerking met Kenniscentrum Immaterieel Erfgoed (KIEN) en Immaterieel Erfgoed Bonaire (IEB). Het koloniale verleden en handelen speelt natuurlijk ook een belangrijke rol in beide projecten.

Mijn keuze om eilanden te onderzoeken heeft er onder andere mee te maken dat eilanden en eilandgemeenschappen van oudsher op zichzelf waren aangewezen en ook op het gebied van zoetwaterbeheer zelfvoorzienend moesten zijn.

Eilanden zijn omringd door zout water, beschikken over relatief weinig natuurlijke zoetwaterbronnen en hebben beperkt ruimte om water op te slaan. Dat maakt dat ze leerzame voorbeelden zijn. Ook voor meer complexe en waterrijke deltagebieden als in Nederland.

In Caribisch Nederland stelde de Nederlandse Staat haar eigen economische belangen eeuwenlang boven het welzijn van de lokale gemeenschap en de natuur. Dat is terug te zien in de manier waarop zoetwater werd geëxploiteerd. De gevolgen van klimaatverandering op de Caribische eilanden zijn ook een voorteken voor de toekomst van Nederland. Vanuit mijn ervaring met dit project kijk ik nu met een andere blik naar Europees Nederland, waar de beschikbaarheid van zoet water lang als vanzelfsprekend is gezien maar dat eigenlijk niet meer is.

data:image/svg+xml,%3Csvg%20xmlns='http://www.w3.org/2000/svg'%20viewBox='0%200%201024%20442'%3E%3C/svg%3E

De Caribische eilanden kennen een lange traditie van het opvangen van regenwater. Deze afbeelding geeft het principe weer van regenwater opvang en distributie systeem van een Bonairiaans landhuis. 
Bewerkte foto van Landhuis Rooi Lamoenchi, Bonaire (juni 2023). Fotograaf Jet Bakels/Kien. Beeldbewerking LILA Living Landscapes.

Wat merk jij nu al van klimaatverandering en landschap?

De laatste tijd is er natuurlijk veel in het nieuws over extreme hitte en bosbranden in Zuid Europa. Ik heb het idee dat de prognoses worden ingehaald door de actualiteit.

Het aantal piekbuien en langdurige periodes van de droogte en hitte nemen enorm toe. Op de Caribische eilanden is nu al te zien dat de impact van klimaatcrisis versterkt wordt door de aantasting van de natuurlijke veerkracht van de eiland ecosystemen. In het verleden heeft bijvoorbeeld onder koloniaal gezag overexploitatie van watersystemen en grootschalige ontbossing plaatsgevonden. Dit leidt tot op de dag van vandaag tot erosie en beperkt vermogen om regenwater vast te houden in de bodem. Tegenwoordig legt het toerisme ook een groot beslag op de zoetwatervoorziening. Het beleid en de inrichting van de leefomgeving zijn nog niet goed aangepast aan de nieuwe werkelijkheid.

Een ander probleem is de verzilting van zoetwaterbronnen en de natuur langs de kust als gevolg van de stijgende zeespiegel. Dit probleem is al langer bekend. De vraag naar zoet water overstijgt al lange tijd het aanbod. Al vroeg is op de eilanden begonnen met desalinatie van zeewater. De oudste desalinatie-installatie ter wereld staat dan ook Curaçao.

Juist door de beperkte beschikbaarheid van zoet water kennen de Caribische eilanden een lange geschiedenis van cisternen en opslag van regenwater in bakken of kruiken. Uit angst voor ziektes die door muggen kunnen worden overgedragen werd dit, ook door de komst leidingwater, steeds meer actief ontmoedigd door de overheid.

Volgens mij moeten we meer terug naar een combinatie van centrale stedelijke systemen en decentrale huisgebonden systemen. We zouden veel meer regenwater kunnen opslaan, uiteraard rekening houdend met de grondwaterspiegel, en moeten afkicken van onze verslaving aan de voortdurende beschikbaarheid van 100% gefilterd drinkwater.

Vroeger gebruikten we ook in Nederland drie soorten waterstromen: putwater (grondwater), oppervlaktewater en regenwater. De kwaliteit en beschikbaarheid bepaalde of het gebruikt werd als drinkwater, kleding wassen en/of bewateren van gewassen. Waar mogelijk ving men zelf zijn eigen regenwater.

Wat is je toekomstverwachting ten aanzien van de gevolgen van klimaatverandering voor landschap?

Van oudsher heeft de industrie op de Caribische eilanden een grote invloed op de drinkwatervoorziening. De eerste zoetwaterbronnen in het Caribische gebied werden geconfisqueerd door Shell. Shell en Nederlandse Staat waren in die tijd twee handen op één buik. In tijden van nood kon Shell dan zoetwater verkopen aan inwoners. In Nederland hadden bierproducenten hadden een vergelijkbaar monopolie op drinkwater in de 16e en 17e eeuw. Het is mijn overtuiging dat drinkwater een gemeengoed is, voor het algemene nut. Commerciële ondernemingen, boeren en industrie mogen hierin niet bevoordeeld worden. Het water dient eerlijk verdeelt te worden. Ook de natuur, planten en dieren hebben recht op water. Eigenlijk is dat een politieke discussie. Laatst was in het nieuws dat Uruguay, dat met extreme droogte en drinkwater tekorten kampt, een data centrum van Google wil gaan voorzien van koelwater. Dit water wordt onttrokken uit de publieke drinkwatervoorziening. Een commerciële gigant wordt hierin bevoordeeld en zet de overheid voor het blok. Uruguayanen verzetten zich terecht tegen dit misbruik van de publieke watervoorziening. Ik vind dat een heel angstaanjagend scenario. We moeten uitkijken dat we niet teruggaan naar een neokoloniaal systeem, waarin drinkwatervoorzieningen worden onttrokken aan het publieke domein door machtige commerciële bedrijven.

Daarnaast zie ik dat we eigenlijk allemaal wel weten dat er drastisch iets moet gebeuren. Alleen wil de één sneller veranderen dan de ander. Zie bijvoorbeeld de weerstand die de activisten van Extinction Rebellion oproepen. Vanuit dezelfde wetenschap kun je op verschillende manieren reageren. Soms ontkennen mensen de klimaatcrisis omdat ze nu al onzeker zijn over hun bestaan. Niet iedereen kan van het gas af en zich een huis veroorloven op de heuvelrug veilig boven NAP. We moeten daarom oog hebben voor de zwakste groepen in de samenleving en sensitief te werk gaan, want de ongelijkheid wordt alleen nog maar vergroot door klimaatverandering.

data:image/svg+xml,%3Csvg%20xmlns='http://www.w3.org/2000/svg'%20viewBox='0%200%201024%20724'%3E%3C/svg%3E

Handreiking ‘Ruimte voor de Rooi’ / Room for the Rooi
Een erfgoed- en natuurinclusieve benadering voor ruimtelijke ontwikkeling die het Curaçaose historische watersysteem van rooien en dammen als uitgangspunt neemt. 
Afbeelding LILA Living Landscapes.

Welke maatregelen moeten we nemen om de schade te beperken?

Historische groen- en waterstructuren zijn steeds harder nodig, aan de andere kant verzwakken ze door exotische plagen en weersextremen. Het waterpeil fluctueert, oevers storten in en inheemse beplanting kan de hitte en verdroging niet aan.

Volgens mij moeten we bij het behoud van deze structuren veel meer rekening houden met de gevolgen van klimaatverandering en soms ook afscheid durven nemen van een bepaalde historische, inheemse plantensoorten.

Daarnaast zouden we ons in de ruimtelijke ordening veel bescheidener en dienstbaarder moeten opstellen ten opzichte van de natuur. We moeten ons verdiepen in hoe we onze leefomgeving aan kunnen passen om ruimte te bieden aan biodiversiteit. Ik zie vaak renders van natuurinclusieve plannen maar die zien er vaak nog generiek uit. We moeten daarin uitkijken voor ‘greenwashing’ van ruimtelijke ontwikkelingen.

“Wij houden de paraplu vast met daaronder alle flora en fauna. Wij hebben de paraplu kapot gemaakt en nu moeten we hem gaan herstellen.”

Welke kansen zie jij in het landschap om bij te dragen aan klimaatadaptatie of klimaatmitigatie?

Ik zie veel kansen voor klimaatadaptatie en herstel van de biodiversiteit door terug te gaan naar schaalverkleining van het landschap en een eerlijkere verdeling van de macht. Het hedendaagse landschap is gevormd door de ruilverkaveling van de 20e eeuw. Hoe grootschaliger het landschap werd ingedeeld, des te minder eigenaren nodig waren. Vroeger hadden we bijvoorbeeld veel meer waterschappen. Het landschap zelf en het beheer waren fijnmaziger. Nu is watermanagement gecentraliseerd en ligt de verantwoordelijk volledig bij de overheid. Waterschappen zeggen juist: ‘We kunnen het niet allemaal meer alleen.’ De inrichting en het beheer van het landschap zou een meer gedeelde en gezamenlijke opgave kunnen zijn.

Wil je nog iets kwijt?

Landschappen zijn dynamisch. Nederland heeft een traditie van alles vastleggen in regels zet op elke postzegel ruimte een stempel (lees: bestemming). We gaan nu een andere fase in. Ik wil graag een oproep doen anders te kijken naar erfgoed en kansen te zien.

Laatst sprak ik een collega uit het buitenland en die zei: ‘Er zijn nauwelijks ruïnes in Nederland!’. Verval wordt nog niet genoeg omarmd. Terwijl ruïnes en scheepswrakken juist ideale kraamkamers zijn voor flora en fauna. We moeten op een andere manier naar de waardes van erfgoed leren kijken en ook afscheid durven nemen. Zolang we de kennis die in ons erfgoed besloten ligt maar ontsluiten voor toekomstige generaties. De vraag is alleen of de erfgoedsector daar klaar voor is.

De Traditionele Ecologische Kennis (TEK) van eilandgemeenschappen is bijvoorbeeld een belangrijke bron van kennis voor de opgaven van nu. Zoals de kennis over het opvangen van regenwater en welke gewassen goed gedijen in een bepaald landschap. Bovendien is het ontsluiten van deze kennis een kans om te komen tot een meer inclusieve- en integrale erfgoedpraktijk, van zowel materieel- als immaterieel erfgoed.

Verder lezen project Thirsty Cities:

Thirsty Islands and Water Inequality: The Impact of Colonial Practices on Freshwater Challenges in the Dutch Caribbean

Room for the Rooi: 3 lessons from the past for future water sensitive planning on Curaçao

The post De Caribische eilanden als het klimaat-voorland voor Nederland appeared first on De Erfgoedstem.

https://erfgoedstem.nl/de-caribische-eilanden-als-het-klimaat-voorland-voor-nederland/

Aha! Hierom waren Delftse standbeelden ineens geblinddoekt (indebuurt Delft)

Wie zondag een rondje liep door Delft, heeft hier en daar waarschijnlijk een geblinddoekt standbeeld gespot. Het heeft alles te maken met een actie van Extinction Rebellion om aandacht te vragen voor de klimaatcrisis.

De actie is onderdeel van het wereldwijde initiatief ‘Statue Sunday’ dat begin april werd opgezet. Wetenschappers vinden dat er door politici en bestuurders te weinig wordt gedaan aan de opwarming van de aarde.

Aandacht voor het klimaat

De gevolgen van klimaatverandering zijn volgens de activisten al goed merkbaar aan de toename van extreme weersituaties. “Er zijn zowel langdurige droogtes met hevige bosbranden, als extreme regenvallen met zware overstromingen.” Extinction Rebellion wil zich hier tegen verzetten en stelt daarom een aantal eisen aan de overheid. Zo willen ze dat er meer bewustwording wordt gecreëerd en dat er eerlijk over de crisis en de rampen wordt gesproken.

Standbeelden in Delft

In totaal kregen acht standbeelden in de binnenstad, Voorhof en Hof van Delft een blinddoek. Onder andere Willem de Zwijger in het Prinsenhof en De Fietsers in het Wilhelminapark. De standbeelden Geertruyt van Oosten bij de Oude Jan en Het Melkmeisje bij de Nieuwe Kerk werden al eens eerder afgedekt. Bij de beelden hingen ook protestborden met teksten als ‘kijk niet weg’ en ‘wees eerlijk’.

We zochten nog veel meer voor je uit…

The post Aha! Hierom waren Delftse standbeelden ineens geblinddoekt appeared first on indebuurt Delft.

https://indebuurt.nl/delft/genieten-van/mysteries/aha-hierom-waren-delftse-standbeelden-ineens-geblinddoekt~196711/

Foto-expositie Paula Jongmans Atelier Brugman in Voorburg (Voorburgs Dagblad)

De Haagse natuurfotograaf Paula Jongmans, toonde haar werk op verschillende plaatsen, zoals eerder in Voorburg in de Bibliotheek, in Wateringen bij de Bloemenveiling, in het Papaver Natuurcentrum in Delft, in het Haga Ziekenhuis, waar zij naast haar werk als verpleegkundige, ook exposities organiseert en op vele andere plekken.

Zij trekt voor fotografie de wereld rond: De foto’s die zij nu in Gallery Brugman in Voorburg exposeert vormen een selectie van recent werk, gemaakt in Frankrijk, Schotland, Portugal en Nederland. Paula reist in een onbestemde wereld. Haar foto’s spiegelen een dromerige werkelijkheid waaronder bezoekers onder een boom in een lavendelveld in de Provence. Een Brabants ven in vroeg ochtendlicht met optrekkende mist. Een berghaas met smeltende contouren in de sneeuw. Dromende paarden onder een sterrenhemel in de Camargue. Weidende schapen in vroeg licht. Een verloren zwartgeblakerde boom tegen de achtergrond van een steenachtige helling na een bosbrand in Zuid-Frankrijk. Paula gebruikt verschillende technieken en standpunten. Zo zijn enkele foto’s dubbel genomen en soms ook bewust onscherp.
Voor zeegezichten en foto’s van de branding kruipt zij in een wetsuit om uit lage positie het veranderende licht op de golven te vangen. De kleuren moeten zijn zoals ze waarneemt en daarom drukt zij haar foto’s zelf af, op hoogwaardig papier. Met haar werk wil zij schoonheid vastleggen in een omgeving om weg te dromen.
 
Haar foto’s zijn te bewonderen in Gallery Brugman, Herenstraat 125, Voorburg, van 28 april tot 23 mei.
 

https://voorburgsdagblad.nl/lokaal/foto-expositie-paula-jongmans-atelier-brugman-in-voorburg