Sorry, but not sorry: multinationals blijven regenwouden vernietigen (Greenpeace)

https://storage.googleapis.com/planet4-netherlands-stateless/2018/08/0da78fc3-palmoliewebsite.jpg

Alle beloftes ten spijt, grootgebruikers van palmolie zoals Unilever, Nestlé en Mondelez, zijn nog steeds betrokken bij de verwoesting van tropisch regenwoud. Uit het vandaag gepubliceerde rapport van Greenpeace International blijkt dat ‘s werelds grootste merken de afgelopen drie jaar 130.000 hectare aan regenwoud hebben verwoest in Indonesië. Dat zijn meer dan 260.000 voetbalvelden. 40% hiervan vond plaats op Papoea, het volgende doelwit van de palmolie-industrie? Hierdoor komt dit intacte regenwoud met haar bijzondere biodiversiteit in gevaar. Dat klinkt misschien als een ver-van-ons-bed-show, maar Nederland is no. 4 op de ranglijst van grootste palmolie-importeurs ter wereld. Via de Rotterdamse havens wordt palmolie verhandeld waarvoor regenwoud is gekapt en mensenrechten zijn geschonden. We willen geen woorden meer, maar daden.

Ontbossing voor koekjes, margarine en tandpasta

Het rapport ‘Final Countdown’ van Greenpeace International is glashelder: de palmolie die bedrijven als Unilever, Nestlé, Mondelez, PepsiCo en Colgate-Palmolive gebruiken voor hun koekjes, margarine en tandpasta, wordt gelinkt aan de kap van regenwouden. Benieuwd wat palmolie precies is? En welke van jouw boodschappen palmolie bevatten? Dat lees je hier.

Illegale ontbossing en plantages zonder vergunning

Het rapport bewijst zelfs dat er in 25 afzonderlijke gevallen sprake is van (illegale) ontbossing en de aanleg van plantages zonder vergunning en in beschermde gebieden. Met sociale conflicten, bosbranden en uitbuiting van de lokale bevolking als gevolg.

De grootste bad guy? Wilmar

Ook in de havens van Rotterdam is palmolie-handelaar Wilmar gevestigd. Net als Nestlé en Unilever heeft Wilmar een overeenkomst ondertekend om banden met vernietigers van regenwoud te verbreken. Zo hebben zij beloofd om in 2020 alleen nog duurzame palmolie in te kopen. Met nog 500 dagen te gaan om deze afspraak na te komen, lijkt niets er op te wijzen dat ze hun belofte gaan houden. Uit ‘Final Countdown’ blijkt dat Wilmar nog steeds ‘foute’ palmolie koopt van groepen die regenwoud vernietigen en land stelen van de oorspronkelijke bewoners.

Orang-oetans en paradijsvogels betalen de prijs

https://storage.googleapis.com/planet4-netherlands-stateless/2018/06/baby-orangutan-300x200.jpg

De regenwouden van de eilanden Sumatra en Kalimantan zijn intussen al onomkeerbaar aangetast. Zo heeft de palmolie-industrie het leefgebied van de orang-oetans verwoest. De afgelopen zestien jaar is met name daardoor de helft van de populatie uitgestorven. Na Sumatra en Kalimantan is Papoea, met één van de laatste intacte regenwouden van de wereld, het volgende doelwit. Dat brengt vele paradijsvogels in direct gevaar. Kunstenaars over de hele wereld tekenen daarom voor het behoud van paradijsvogels. Bekijk #WingsofParadise op Instagram.

 

https://www.greenpeace.org/nl/natuur/9500/sorry-but-not-sorry-multinationals-blijven-regenwouden-vernietigen/

Multinationals vernietigen Indonesisch regenwoud, ondanks beloften (Greenpeace)

Palmolie-gebruikers Unilever, Nestlé en Mondelēz betrokken bij verwoesting van 130.000 hectare tropisch regenwoud

Amsterdam, 19 september 2018 – Palmolieproducenten hebben sinds 2015 voor meer dan 260.000 voetbalvelden aan regenwoud in Indonesië verwoest. Dat blijkt uit onderzoek van Greenpeace International. Grote merken zoals Unilever, Nestlé, Mondelēz, PepsiCo en Colgate-Palmolive gebruiken deze palmolie voor hun koekjes, margarine en tandpasta. Deze multinationals worden in het rapport gelinkt aan de kap van regenwoud, terwijl ze beloofd hebben ontbossing voor palmolie te voorkomen.

Papoea nieuw palmolie front

Het Greenpeace International rapport ‘Final Countdown’ toont aan dat er in vijfentwintig gevallen bewijs is van ontbossing, aanleg van plantages zonder vergunning en in beschermde gebieden, uitbuiting van lokale bevolking, sociale conflicten en bosbranden om land vrij te maken voor palmolieplantages.

Veertig procent van deze ontbossing vond plaats op Papoea, Indonesië. Nog nooit eerder is er dergelijk uitgebreid onderzoek gedaan naar ontbossing op dit deel van het eiland. De regenwouden van de eilanden Sumatra en Kalimantan zijn al onomkeerbaar aangetast, waardoor de orang-oetan met uitsterven wordt bedreigd. Papoea, één van de laatste intacte regenwouden van de wereld met een rijke biodiversiteit, is het volgende doelwit.

Verbroken beloftes

Vanaf 2010 regent het beloftes van grote afnemers zoals Mondelēz, Nestlé en Unilever dat ze de banden met regenwoud-vernietigers verbreken en uiterlijk 2020 alleen nog duurzame palmolie inkopen. Ze hebben nu nog 500 dagen om deze afspraak na te komen, maar niets wijst erop dat ze dit gaan halen. Uit het Greenpeace International onderzoek blijkt namelijk dat ook de grootste palmolie-handelaar Wilmar nog steeds foute palmolie verkoopt aan deze merken.

“Beloofd is beloofd: Unilever, Nestlé, en Mondelēz, neem jullie verantwoordelijkheid koop geen foute palmolie meer van Wilmar, tot het bedrijf bewijst dat haar palmolie duurzaam geproduceerd wordt”, aldus Andy Palmen, campagneleider bij Greenpeace Nederland.

Rotterdamse haven

Wilmar, gevestigd in de Rotterdamse haven, is marktleider en verantwoordelijk voor 40% van de mondiale palmoliehandel. Nederland vervult een spilfunctie. We zijn de grootste importeur van palmolie in Europa en exporteren wereldwijd het meest na producerende landen als Indonesië en Maleisië. Andy Palmen: “Tropische ontbossing is geen ver-van-mijn-bed-show, als je bedenkt dat via de haven van Rotterdam palmolie wordt verhandeld, waarvoor regenwoud is gekapt en mensenrechten zijn geschonden.”

 

Voor meer informatie:
Bram Karst

Greenpeace Persvoorlichting

06 – 2129 6895

bram.karst@greenpeace.org

———

Foto en video via deze link beschikbaar

Overige bevindingen rapport:

De orang-oetan populatie is in minder dan 16 jaar gehalveerd. Met name doordat de palmolie-industrie hun leefomgeving heeft vernietigd. Meer dan driekwart van het nationale park Tesso Nilo op Sumatra, de thuisbasis van tijgers, orang-oetans en olifanten, is omgezet in illegale palmolieplantages. Wereldwijd worden 193 diersoorten ernstig bedreigd door palmolieproductie.

Palmolie is (naast pulp) de grootste aanjager van ontbossing in Indonesië. Volgens officiële cijfers van de Indonesische regering werd tussen 1990 en 2015 rond de 24 miljoen hectare regenwoud in Indonesië verwoest.
De verwoesting van regenwoud en veengebieden zijn belangrijke bronnen van broeikasgas, wat weer bijdraagt aan klimaatverandering. Hiermee is Indonesië bovenaan de lijst van mondiale uitstoters gekomen na de Verenigde Staten en China.

De ontwikkeling van (palmolie)plantages is de voornaamste reden voor de bosbranden die nu ook weer woeden in Indonesië. In juli 2015 verspreidden zich op Sumatra, Kalimantan en Papoea verwoestende branden. Deze bosbranden veroorzaakten giftige rook die miljoenen mensen in Zuidoost-Azië trof. Onderzoekers van de universiteiten van Harvard en Columbia schatten dat de rook van deze branden in 2015 rond de 100.000 vroegtijdige sterfgevallen veroorzaakt. 

De Wereldbank berekende de kosten van de ramp op 16 miljard dollar.

 

https://storage.googleapis.com/planet4-netherlands-stateless/2018/08/0da78fc3-palmoliewebsite-300x201.jpg

Wilmar International en andere palmoliebedrijven worden regelmatig beschuldigd van uitbuiting van werknemers, kinderen en lokale gemeenschappen.

Greenpeace International heeft in de afgelopen drie jaar de 25 grootste palmolieproducenten gevolgd met betrekking tot kap van tropisch regenwoud en concludeert:

40% van de ontbossing (51.600 ha) ligt in Papoea, Indonesië – een van de meest biodiverse regio’s op aarde en tot voor kort onaangetast door de palmolie-industrie.

https://www.greenpeace.org/nl/natuur/9508/multinationals-vernietigen-indonesisch-regenwoud-ondanks-beloften/

Grote oefening in de duinen bij Rockanje (AD Voorne-Putten)

De brandweer Rotterdam-Rijnmond houdt morgenavond een grote oefening in het duingebieden van Rockanje. Er zullen onder meer vier tankautospuiten worden ingezet. Daarnaast wordt speciaal materieel getest dat is ontwikkeld om in te zetten bij de bestrijding van duinbranden.

https://www.ad.nl/voorne-putten/grote-oefening-in-de-duinen-bij-rockanje~a8056ef6/

We hebben al 19 tips binnen nav onderstaande camerabeelden! Ook hebben getuigen namen genoemd van de 2 verdachten en is er een handschoen gevonden vlakbij de uitgebrande VW Transporter. #Tips zijn welkom. Bel 0800-6070 of anoniem 0800-7000 #ontvoering #Schiedam #Zevenhuizenpic.twitter.com/reryZ50mI3 (tweets politie)

We hebben al 19 tips binnen nav onderstaande camerabeelden! Ook hebben getuigen namen genoemd van de 2 verdachten en is er een handschoen gevonden vlakbij de uitgebrande VW Transporter. #Tips zijn welkom. Bel 0800-6070 of anoniem 0800-7000 #ontvoering #Schiedam #Zevenhuizenpic.twitter.com/reryZ50mI3

https://twitter.com/Politie_Rdam/status/1041702569486245889

Karel Pronk & Marco Eijk: moord op de orchideeënkweker (Misdaadjournalist Hendrik Jan Korterink)

Als in augustus 2018 de Delftse crimineel Karel Pronk (60) wordt doodgeschoten, komt vooral één zaak uit zijn verleden schrijnend naar boven. De moord op de onschuldige orchideeënkweker Gerrit de Graaf (66) in ’t Haantje, bij Rijswijk. Opdrachtgever voor die moord was Marco Eijk, Karel Pronk was de moordmakelaar. Marco Eijk werd in april 2004 op een sluiproute bij Valkenswaard, op de grens met België, geliquideerd. Het motief is nooit bekend geworden en de zaak is nooit opgelost. De naam van Marco Eijk komt in het huidige Holleederproces nog geregeld langs: Marco was een buurman van John Mieremet, in het Belgische Neerpelt. Ook om een andere reden duikt de naam van Marco Eijk wel eens op: vanwege zijn relatie met Rachel Hazes.

https://www.misdaadjournalist.nl/wp-content/uploads/2018/09/Eijk-kruispunt-1web-590x393.jpg

“Er is een Ford Focus gezien met een dood manspersoon ernaast. Ze denken dat het Marco is.” Zo komt het bericht over de dood van Marco Eijk (47) binnen bij zijn vrienden. Het duurt even voor de identiteit van het slachtoffer bekend raakt: officieel was Eijk voortvluchtig. Hij maakte gebruik van een andere identiteit.

Het is maandagmorgen 5 april 2004. Marco Eijk rijdt voor de laatste keer in zijn leven van zijn huis aan de Lijsterdreef in het Belgische Neerpelt naar Nederland. Hij is rond half negen vertrokken en waarschijnlijk op weg naar Rotterdam, waar hij bezig is met een verbouwing. Heet het. Maar iedereen weet dat hij volop in de xtc-handel zit. De in Delft geboren Eijk is dan al bijna vier jaar voortvluchtig. In april 2000 is hij voor een xtc-zaak in hoger beroep veroordeeld tot acht jaar, maar kort daarvoor was zijn voorlopige hechtenis geschorst. Vanaf dat moment maakt de politie jacht op hem, maar niet heel intensief.

Paars

Eijk woont net over de grens waar hij de voormalige villa van de in oktober 2000 in Amsterdam geliquideerde Sam Klepper heeft aangekocht. Eijk, goed bevriend met Klepper, had wel oren naar de met veel paars ingerichte villa. Eerst volgde er een goed gesprek met Willem Holleeder, die de belangen behartigde van de erven Klepper. Het pand moest 4 miljoen gulden opbrengen. Was op zich geen probleem, maar Eijk kon het huis niet op zijn naam hebben.

Er werd een ingewikkelde constructie met een overzeese firma bedacht om het er op papier goed uit te laten zien. Opgezet door de steenrijke schoonvader van Edgar van Lent, een kompaan van John Mieremet, die in het aanpalende Achel woont en in het vastgoed zit. Edgar en broer Pieter zullen later – ook in 2018 – nog een rol spelen als kroongetuigen in het Holleederproces.

Jeep

In april 2004 woont Eijk samen met vriendin Dyonne en hun dan tweejarige dochtertje Cheyenne in de villa in Neerpelt. Als je vandaar naar Nederland rijdt volg je wat smalle weggetjes door het grensgebied. Mensen die er goed bekend zijn nemen een sluiproute die via de Schafterweg loopt. Achteraf zijn er getuigen die de laatste tien dagen een jeep hebben zien staan op het kruispunt aan de Schafterweg, met twee Marokkaans uitziende mannen. Op zondagavond is Eijk er nog met Dyonne langsgereden en hebben ze de jeep ook gezien. “Wat moet die daar nou?” zeggen ze. Eijk voelt zich niet bedreigd. Hij is altijd wel op zijn hoede, maar rijdt niet in een gepantserde auto en neemt altijd dezelfde route naar Nederland.

Porsche

Waarschijnlijk hebben de mannen in de jeep rechts op het kruispunt staan wachten. Als Eijk eraan komt ramt de jeep de Ford Focus in de flank, aan de passagierskant. De auto schiet een eindje door en belandt net over het kruispunt rechts in de berm. Eijk zelf wellicht ook. Hij opent het portier en stapt uit. Hij wordt meteen van dichtbij onder vuur genomen, blijkt uit het schot in zijn linkerbil en in het linkerportier. Hij probeert zich in veiligheid te brengen door weer in de auto te stappen en er razendsnel aan de andere kant uit te klimmen. Maar daar wordt hij opgewacht door de schutter, die een salvo op hem afvuurt. Marco sterft in de berm. De jeep wordt in brand gestoken, de kentekenplaten worden meegenomen. Een boer die in een weiland aan het werk is ziet de twee mannen rustig naar een Porsche lopen, die een eindje verderop staat geparkeerd. De Porsche wordt, ook uitgebrand, in Oirschot teruggevonden. De daders worden nooit gevonden, maar in het milieu gonzen hun namen: de beruchte killers Jesse Remmers en Moppie Rasnabe. Beiden voor andere moorden veroordeeld tot levenslang. Marokkaans uitziende mannen? Remmers is van Indische afkomst, Rasnabe Marokkaans.

Bruinsma

Voor het grote publiek is Marco Eijk op dat moment nog een tamelijk onbekende, in het milieu is ‘de groep Eijk’ sinds de jaren tachtig al een begrip. Eijk deed zaken met Klaas Bruinsma, Peter van Dijk uit Brunssum en in het Haagse en Delftse milieu met mensen als Piet Schneider, Karel Pronk, Fried Friebel en Koos Drevijn. “Ik word de Pablo Escobar van Nederland,” zou Marco begin jaren negentig al eens hebben geroepen. En ook: “Ik word groter dan Bruinsma.” Dat laatste sloeg vooral op de hasjhandel met Pakistan.

Hij heeft dan al het nodige op zijn kerfstok. Marco is de zoon van een groenteboer, maar is al jong niet van plan op het rechte pad te blijven. In Delft zien zijn vrienden hem in steeds grotere en duurdere auto’s rijden, het is duidelijk dat hij die niet met eerlijk werken bekostigt. Naast auto’s zijn vrouwen Eijks grote liefde. “Iedereen wist dat je bij de vrouwen van Marco uit de buurt moest blijven,” zegt een oud-Delftenaar, “ik ben zelf een keer bijna in zee gegaan met een hele mooie ex-vriendin van hem, een halfbloedje. Ze was boos: Marco had haar gedumpt, ze was op zoek naar een nieuwe vriend. Maar daar durfde ik mijn vingers toch niet aan te branden.”

https://www.misdaadjournalist.nl/wp-content/uploads/2018/09/Eijk-Hazes-web-590x590.jpg

Foto’s boven: Marco Eijk; onder: André Hazes junior

Rachel Hazes

De moordzaken waarbij Eijk als dader wordt genoemd zijn in de vorige hoofdstukken al aan de orde geweest. Die speelden zich af eind jaren tachtig, begin negentig. In die tijd heeft Eijk een oogje op Rachel, die dan al geruime tijd een relatie heeft met de Amsterdamse volkszanger André Hazes. Zij is dan een jaar of achttien en ook wel gecharmeerd van hem, maar Rachel maakt niet de overstap naar Marco, ze blijft bij Hazes. Waarbij ook een rol kan hebben gespeeld dat Marco in april 1991 wordt opgepakt voor een drugszaak (de zaak Sinis) en voor zes jaar achter de tralies verdwijnt. In oktober van dat jaar trouwt Rachel met Hazes. Eijks liefde voor haar is daarmee overigens niet voorbij. “Hij heeft haar altijd een leuk wijf gevonden,” zegt een goede vriend van Eijk. In 2003, als de relatie van André en Rachel op een dieptepunt is beland en ze enige tijd gescheiden leven, pakken Eijk en Rachel de draad weer op. De ontmoetingen spelen zich meestal af in een hotel in Vinkeveen, maar het wordt ook nu geen serieuze langdurige relatie, Rachel kiest uiteindelijk toch weer voor Hazes.

DE MOORD OP DE ORCHIDEEËNKWEKER

https://www.misdaadjournalist.nl/wp-content/uploads/2018/09/De-Graaf-Telegraaf27april1991-web.jpg

In 1987 worden er midden in de nacht illegaal twee wooncaravans geplaatst aan de Kerstanjewetering in ’t Haantje, naast de orchideeënkwekerij van Gerrit de Graaf. De nieuwe buurman is Marco Eijk. Hij wordt de volgende dag al aangesloten op gas, licht en riool. Voor De Graaf zijn de druiven extra zuur omdat hij hier graag een woning voor zijn zoon wil laten bouwen, maar steeds nul op het rekest heeft gekregen van de gemeente omdat het in strijd is met het bestemmingsplan. Terwijl de brutale indringer voorlopig geen strobreed in de weg wordt gelegd. De Graaf is een man met het hart op de tong en hij is actief lid van de politieke partij Onafhankelijk Rijswijk. Hij had zich geen slechter tegenstander kunnen kiezen.

https://www.misdaadjournalist.nl/wp-content/uploads/2018/09/Haantje-3web.jpg

De achterkant van ‘t Haantje; de kwekerij is er allang niet meer

De Graaf is niet de enige die klaagt. Er komen tal van signalen binnen dat Marco Eijk ‘vreemd volk’ aantrekt. De rust wordt verstoord door af en aan rijdende auto’s, dure wagens die op opleggers worden afgevoerd, harde knallen alsof er wordt geschoten, blaffende honden, mensen die elkaar achterna zitten. Eijk krijgt op het stadhuis in Rijswijk al spoedig te horen dat hij zijn boeltje moet oppakken. Hij gaat bij de Raad van State in beroep, maar dat appèl wordt op 18 februari 1988 afgewezen. De gemeente Rijswijk mag de boel ontruimen, maar doet vooralsnog niks. Eén keer staat er in het geheim een complete politiemacht klaar om de caravans te ontruimen, maar de actie wordt afgeblazen. Er is uitstel verleend omdat de vriendin van Marco zwanger is en in augustus/september is uitgerekend. Bovendien is men bang: Eijk had geroepen ‘dat hij vier man te grazen zou nemen’ als de ontruiming wordt doorgezet.

Bom

Gerrit de Graaf laat het er niet bij zitten en schakelt een advocaat in. Die heeft de eerste brief amper naar het stadhuis verstuurd, of het is al uitgelekt. Het gevolg: een bom in de orchideeënkassen van De Graaf. Een soort tennisbal met explosieven, die een verschrikkelijke ravage aanricht. Er volgt een tweede bom. Het bedrijf en de woning aan ’t Haantje krijgen twee weken lang bescherming door twee rechercheurs. De ontruiming gaat door, op 5 december 1988, bijna elf maanden na de uitspraak van de Raad van State. De actie gaat gepaard met speciale veiligheidsmaatregelen voor een door Eijk bedreigde ambtenaar, wethouder Van Rossum en burgemeester mr. P. Roscam Abbing.

Deze ontruiming is niet het enige dat Eijk zijn (ex)buurman kwalijk neemt: even eerder is er bij een inval een container met hasj in beslag genomen. Eijk verdenkt De Graaf ervan de politie te hebben getipt en kentekens van de auto’s van zijn bezoekers te hebben doorgegeven. De Graaf moet dood.

Ontsnapping

In de aanloop naar de moord ontsnappen op 4 januari 1991 drie mannen uit Huis van Bewaring De Koepel in Haarlem: Glenn de F., een 25-jarige drugs- handelaar uit Nijmegen; Karel Pronk (32) uit Den Haag, veroordeeld voor vermogensdelicten en Tonnie van B. (27) uit Utrecht, een inbreker en verkrachter. Ze worden geholpen door glazenwasser Fried Friebel (30) uit Den Haag. Fried is zowel een zwager van Karel (hij is getrouwd met een zus van Karel) als van Marco (die een relatie heeft met een zus van Friebel). Friebel gooit een glazenwassersladder over de muur van de bajes en houdt de bewakers op de luchtplaats onder schot tot zijn vrienden over de muur zijn.

https://www.misdaadjournalist.nl/wp-content/uploads/2018/09/Karel-Pronk-foto-web.jpg

Karel Pronk

Op donderdag 17 januari brengen Karel Pronk en Tonnie van B. een bezoek aan de kas van De Graaf om hem daar neer te schieten. Tonnie van B. durft het niet aan, het verhaal gaat dat hij het wapen zou hebben weggeslagen, en ze druipen af. Vervolgens wordt Glenn de F. ingezet. Hij moet een ‘wederdienst’ leveren voor de ontsnapping. Op zaterdag 19 januari rond half een in de middag meldt hij zich in de bloemenkas aan ’t Haantje. Hij vraagt om vier bloemen. Als hij is geholpen trekt hij ineens een vuurwapen, een FN Browning, en schiet die leeg op de zittende kweker, die vrijwel onmiddellijk sterft. Mevrouw De Graaf wordt één keer in haar been geraakt. Glenn vlucht in een gestolen zilverkleurige Honda. Als hij wordt aangehouden, bekent hij dat hij is ingehuurd voor de moord, maar hij noemt niet naam van de opdrachtgever.

Vormfout

Tonnie van B. en Fried Friebel worden ook gearresteerd. Friebel wordt van hulp bij de ontsnapping vrijgesproken wegens een vormfout van het Openbaar Ministerie. Voor medeplichtigheid aan de moord krijgt hij een eis van twaalf jaar cel, maar ook hiervoor gaat hij vrijuit ‘wegens gebrek aan bewijs’. Als dank voor bewezen diensten: Friebel heeft zijn voormalig zwager en vermeend partner in crime Karel Pronk aangewezen als hoofddader en ook verteld over het hoe en waarom. Pronk houdt zijn mond en wordt veroordeeld tot twintig jaar celstraf en komt pas in 2006 vrij.

https://www.misdaadjournalist.nl/wp-content/uploads/2018/09/friebel-1-web.jpg

Fried Friebel

Glenn de F. vertelt tijdens de rechtszaak dat hij als gevolg van de ontsnapping uit De Koepel 25.000 gulden schuld had. Die schuld kon hij vereffenen door de tuinder dood te schieten. Hij krijgt twaalf jaar voor moord. In oktober 2007 wordt Fried Friebel vermoord op zijn woonboot aan de Bontekoekade in Den Haag. In het milieu wordt algemeen aangenomen dat dit in opdracht van Karel Pronk is gebeurd, maar de zaak is nooit opgelost. De schutter – een Surinamer – is nooit gevonden, maar daar is ook weinig moeite voor gedaan. 

Marco Eijk is nooit officieel verdacht van de moord op Gerrit de graaf, maar Karel Pronk maakte er naderhand geen geheim van dat Marco Eijk de opdrachtgever was geweest. Dat kon toen geen kwaad meer: Karel had zijn straf ervoor uitgezeten en Marco was allang dood.

https://www.misdaadjournalist.nl/2018/09/karel-pronk-marco-eijk-moord-op-de-orchideeenkweker/