Is corona de prijs die we betalen voor ontbossing? (OneWorld)

https://www.oneworld.nl/app/uploads/2020/03/BDDJXE-875x583.jpg

De oorzaak van corona? Dat was toch iets met een vleermuis, zul je zeggen. Maar dat is niet het hele verhaal: een van de belangrijkste oorzaken van de toename van infectieziekten die van mens op dier overgaan, is ontbossing.

Tussen alle verontrustende coronavirus-berichten verscheen een ‘grappig’ bericht op sociale media. In de Chinese provincie Yunan lagen twee olifanten op hun zij met hun billen tegen elkaar in een groenteveld. Volgens de bijgaande tekst lagen de dieren hun roes uit te slapen. Ze waren met een groep van veertien olifanten een dorp binnengegaan op zoek naar voedsel en hadden dertig liter maïswijn gedronken. Dikke pret.

Maar is het wel zo grappig? Indiase media berichten bijna elke week over niet zo fortuinlijke ontmoetingen tussen wilde dieren en mensen. Zo circuleerde een tijdje terug een video van een olifant die gewond op de rails lag. Het dier was aangereden door een trein en probeerde vergeefs op te staan. Ook zijn er regelmatig berichten over dorpelingen die een tijger doden, omdat die rond hun dorp zwierf. Of andersom, een bericht over een Indiase boer die is gedood door een tijger.

Van alle nieuwe infectieziektes van de laatste tien jaar komt 75 procent van dieren

Vooral in Azië, maar ook in andere delen van de wereld, zoals in het Amazonegebied, wordt het leefgebied voor wilde dieren steeds kleiner. Oftewel, mensen claimen meer en meer ruimte. We begeven ons vaker in afgelegen gebieden door wegen aan te leggen in natuurgebieden, door mijnbouw, door uitdijende steden en bevolkingsgroei. Daardoor komt de mens vaker in contact met wilde dieren. Dat speelt een rol in de toename van zoönosen: infectieziekten die van dier op mens overgaan.

Het is al langer bekend dat direct contact met wilde dieren door beten, steken en met uitwerpselen, kan leiden tot ziekten. Zo wordt de hiv-epidemie gelinkt aan contact met apen (waarschijnlijk omdat ze werden opgegeten) en werd ebola veroorzaakt door het eten van vleermuizen. Maar het aantal infectieziekten dat door dieren wordt overgedragen op mensen neemt toe; van alle nieuwe soorten die de laatste tien jaar zijn opgekomen, is maar liefst 75 procent afkomstig van dieren. Zo ook het coronavirus, waarvan de meeste wetenschappers denken dat het is ontstaan op een wildedierenvleesmarkt in de Chinese stad Wuhan. Doordat de dieren in verzwakte toestand dicht op elkaar werden gehouden, was het een broeinest van virussen die, in dit geval vermoedelijk door vleesconsumptie, konden overgaan op de mens.

Elitaire bezigheid

De markt in Wuhan is inmiddels gesloten en China heeft handel en consumptie van wilde dieren voorlopig verboden, maar voor veel experts is dit niet afdoende. Zo benadrukte tijgerexpert Valmik Thapar in de Indiase krant The Hindustan Times hoe belangrijk het is het leefgebied van wilde dieren in India te beschermen. Iets wat onvoldoende gebeurt. Hij uitte zijn frustratie over de laksheid van de overheid. Zo is de Indiase premier Modi voorzitter van de National Board of Wildlife, maar de afgelopen jaren heeft daarvan geen enkele vergadering plaatsgevonden. Ook deed de expert een beroep op het bedrijfsleven. ‘Onze zakenmensen moeten beseffen dat het geen elitaire bezigheid is om wilde dieren en hun habitat te beschermen. Stop met natuur vernietigen. Anders betalen we een hoge prijs’, schrijft hij.

Ook een andere groep liet van zich horen. Op 13 maart trokken leiders van de Internationale Alliantie van Oorspronkelijke Volkeren in New York aan de bel. ‘Het coronavirus bevestigt wat wij al duizenden jaren benadrukken’, zei Levi Sucre Romero van de BriBri uit Costa Rica volgens persbureau IPS. ‘Wanneer we de natuur en vooral de biodiversiteit niet beschermen, zullen we meer van dit soort pandemieën tegemoetzien.’ De leiders benadrukten om die reden het belang van de strijd tegen ontbossing en bekritiseerden landbouwmultinationals die oerwoud kappen voor grootschalige veehouderij en soja- en oliepalmplantages. Ook de Verenigde Naties onderschrijven die link tussen een toename van infectieziekten en ontbossing voor monocultuur, in een rapport uit 2016. Deel van de oplossing: de rechten van oorspronkelijke bewoners versterken, aldus David Ganz van het Centrum van Volkeren en Bossen in Bangkok, tegenover persbureau Reuters.

In deze omstandigheden zal binnen enkele decennia een kwart van alle dieren en planten uitsterven

In de gebieden van oorspronkelijke bewoners is het verlies van biodiversiteit het kleinst, blijkt uit een veelgeciteerd rapport uit 2019 van het Intergouvernementeel Platform voor Biodiversiteit en Ecosystemen (IPBES). Elders, waar het landschap door urbanisatie, wegen, mijn- en landbouw is veranderd, is de situatie niet best: in de huidige omstandigheden zal binnen enkele decennia een kwart van alle dieren en planten uitsterven – een miljoen soorten dus. De wereldwijde biodiversiteit neemt het sterkst af daar waar het landschap door menselijk ingrijpen is veranderd. Boskap en -branden vernietigden in 2018 volgens Global Forest Watch 12 miljoen hectare bos, met name in Brazilië, Indonesië en Maleisië (de cijfers van 2019, een jaar met wereldwijd veel bosbranden, zijn nog niet bekend).

Van boskap naar ziekte

De directe link tussen boskap en het ontstaan van zoönosen wordt de laatste jaren door steeds meer wetenschappers gelegd. Kate Jones, hoofd ecologie en biodiversiteit aan de Universiteit van Londen, stelt dat de vleermuizen die het ebolavirus op de mens overbrachten door boskap naar de dorpen in de buurt trokken en zich onder dakranden en in holle bomen vestigden. De dorpelingen aten ze vervolgens op. En wetenschappers van de Universiteit van Florida vonden in de jaren 90 al bewijs dat malariamuggen goed gedijen in de ondiepe poelen die ontstaan na boskap. Een derde voorbeeld: in Liberia bleken oliepalmplantages, waar oerwoud voor was gekapt, een feest voor bosmuizen. Massaal trokken ze uit het oerwoud naar de plantages en namen het voor mensen dodelijke lassavirus mee.

Rohini Chaturvedi, Indiase milieuwetenschapper en voorzitter van het Indiase Bos- en Landschapherstelprogramma, benadrukt aan de telefoon het belang van biodiversiteit voor onze weerbaarheid tegen ziekten. “Landbouw in een bosrijke omgeving heeft veel voordelen; in het diverse ecosysteem zijn landbouwgewassen veel weerbaarder dan in een situatie van monocultuur. En bossen bevorderen een goede grondwatervoorziening. Bovendien verliezen we bij boskap bijzondere medicinale planten. Zo zijn in Madagaskar in 2018 elementen gevonden in een plant die belangrijk zijn in de strijd tegen kanker.

https://www.oneworld.nl/app/uploads/2020/03/BW5T64-583x875.jpg

Wetenschapper Kate Jones gaat nog een stap verder. Ze onderzoekt niet alleen hoe de inperking van het leefgebied van dieren tot een toename in zoönosen leidt. Ook kijkt ze hoe de afname in biodiversiteit het opkomen van nieuwe infectievirussen bevordert. ‘Hoe meer het ecosysteem is verschraald, hoe groter de kans is dat de overgebleven diersoorten meer ziekten dragen die op de mens overgedragen kunnen worden’, zei ze onlangs tegen The Guardian.

Malaria dreigt in Zuid-Europa een lokale ziekte te worden; de malariamug voelt zich er door de temperatuurstijging vaker thuis

“Ik weet niet of dit al bewezen is”, reageert milieuwetenschapper Chaturvedi. “Maar het verbaast me niets als dat het geval zou zijn. Het lijkt me logisch dat in een aangetast ecosysteem infectieziekten minder weerstand ondervinden en daarom goed gedijen.”

Ook de opwarming van de aarde speelt een rol, vreest onderzoeker Carlos Zambrana-Torrelio van de organisatie Ecohealth Alliance. Hij bestudeert net als Kate Jones de samenhang tussen ecologische verstoringen en de toename van zoönosen. Dieren die voorheen in tropische gebieden bleven, verplaatsen zich steeds vaker naar niet-tropische plekken waar de temperatuur is gestegen en nemen ziekten mee waar de mens geen weerstand tegen heeft. Zo dreigt malaria in Zuid-Europa een endemische – lokale – ziekte te worden, omdat de malariamug zich er door de temperatuurstijging vaker thuis voelt.

Ziekte X

Voor wetenschappers in dit veld is de ernst van de situatie al lang helder. De Wereldgezondheidsorganisatie van de Verenigde Naties (WHO) heeft in 2015 wetenschappers de opdracht gegeven om een plan klaar te maken voor de onvermijdelijke ‘Ziekte X’. Bekende besmettelijke zoönosen zoals ebola, zika en het lassavirus worden door de WHO scherp in de gaten gehouden. Maar de organisatie wilde zich ook – met protocollen – voorbereiden op nog onbekende zoönosen, ‘Ziekte X’, die zich zouden kunnen ontwikkelen en zich bijvoorbeeld via luchtwegen in een rap tempo en wereldwijd onder mensen zouden kunnen verspreiden. Zo riep de WHO volgens het protocol op 12 februari dit jaar experts uit de hele wereld bijeen om maatregelen te bespreken tegen de verspreiding van het coronavirus en onderzoek naar een vaccin te stroomlijnen. Het coronavirus is zo’n ‘Ziekte X’ en was dus geen verrassing. Maar in een wereld waar mensen zich op grote schaal verplaatsen is voorkoming van pandemieën ongelofelijk moeilijk.

Als we onze leefstijl niet veranderen, zal onze kwetsbaarheid voor infectieziekten toenemen

En nu zet het coronavirus de wereld op haar kop. Er zal een vaccin komen, maar het virus zal niet de laatste ‘Ziekte X’ zijn. De toename in het aantal zoönosen is een feit. Als we onze leefstijl, en vooral onze relatie met de natuurlijke omgeving niet veranderen, zal onze kwetsbaarheid voor infectieziekten toenemen. Maar wellicht wordt het besef van de noodzaak voor verandering door het coronavirus zo groot, dat prioriteiten verschuiven. En dat na deze pandemie de experts die voorheen tegen dovemansoren riepen, nu wel gehoord worden en we stappen ondernemen naar een wereld met een betere ecologische balans. Het tegengaan van grootschalige ontbossing ter bescherming van de biodiversiteit is er een van.

We leven in onzekere tijden door het coronavirus. Er is behoefte aan betrouwbare informatie én verdieping. Wij hopen dat jij dat bij ons vindt en wil bijdragen aan onze onafhankelijke journalistiek. Vanwege de financieel onvoorspelbare tijd, kan dat nu voor de helft van de prijs. Klik hier voor meer informatie.

‘Waarom vechten we tegen corona zonder de oorzaak te bespreken?’

‘Niet nóg een pandemie? Dan moeten we duurzamer leven’

Saskia Konniger

Het bericht Is corona de prijs die we betalen voor ontbossing? verscheen eerst op OneWorld.

https://www.oneworld.nl/lezen/klimaat/klimaatonrecht/is-corona-de-prijs-die-we-betalen-voor-ontbossing/

2019 Q4 WOX kwartaalbericht: Angst voor natuurramp: woningen potentieel 200 miljard minder waard (Calcasa)

Door de toename van extreme weersomstandigheden neemt de aandacht voor natuurrampen toe. De angst voor een overstroming, aardbeving of natuurbrand kan meespelen bij de keuze van een woninglocatie. Calcasa onderzocht wat de potentiële waardevermindering is wanneer kopers en verkopers deze risico’s mee zouden wegen bij de aan- of verkoop van een woning. De totale waardevermindering van woningen gelegen in een risicogebied kan dan oplopen tot 200 miljard euro.

Download hier het volledige WOX kwartaalbericht (24 pagina's)

De angst voor een natuurramp kan een belangrijke afweging zijn in de keuze voor een woninglocatie, zowel vanwege mogelijke persoonlijke als materiële schade. Uit verschillende internationale onderzoeken blijkt dat deze angst een negatief effect kan hebben op woningprijzen (waaronder: Fuerst, Warren-Meyers Sea Level Rise and House Price Capitalisation, Georgia, 2019, en Kropp, The Influence of Flooding on the Value of Real Estate, Germany 2012). De geschatte effecten liggen tussen 2,5%-10% en zijn tijdsafhankelijk (bijvoorbeeld groot effect kort na een natuurramp).

In dit onderzoek ligt de focus op de potentiële waardevermindering van woningen, indien kopers en verkopers een dreiging van een natuurramp als reëel gaan beschouwen en gaan meewegen bij woningtransacties. Ter verduidelijking: het gaat hierbij dus niet om de potentiële woningschade indien een natuurramp daadwerkelijk plaatsvindt.

Op de kaart hieronder is te zien dat in Nederland 5,6 miljoen woningen een risico op overstroming lopen, 53 duizend woningen een risico op natuurbrand en 1,5 miljoen woningen een risico op aardbeving. Wanneer de markt deze risico’s zou gaan inprijzen, dan kan de totale waardevermindering van deze woningen oplopen tot 200 miljard euro.

http://nederland20.duckdns.org/Media/Default/img/kb/2019K4FT1.jpg

Blauwe gebieden: risico op overstroming, Rode gebieden: risico op natuurbrand, Oranje gebieden: risico op aardbeving

73% van de Nederlandse woningwaarde ligt in gebieden met overstromingsrisico

Overstromingsrisico in Nederland is altijd een reëel risico geweest omdat Nederland zeer laag en deels onder zeeniveau is gelegen, omringd wordt door de Noordzee en doorkruist wordt door een aantal grote rivieren. Door het nemen van verregaande waterbeschermingsmaatregelen heeft Nederland het risico op overstromingen sterk verkleind. Het effect van de kans op overstromingen in Nederland wordt daardoor op dit moment als klein ingeschat, waardoor het effect op woningprijzen verwaarloosbaar is.

http://nederland20.duckdns.org/Media/Default/img/kb/2019K4FT2A.jpg

risico op overstroming van hoofdwater

http://nederland20.duckdns.org/Media/Default/img/kb/2019K4FT2B.jpg

risico op overstroming van lokaal water

In Nederland zijn verschillende soorten overstromingen gedefinieerd; deze zijn weergegeven in onderstaande illustratie. In deze analyse zijn alleen de overstromingen van het type A, B en C meegenomen. Met name overstromingen van type B en C kunnen grote impact hebben, vooral in de lager gelegen gebieden. De kleuren in bovenstaande kaarten geven naast het gebied, ook de maximale waterdiepte weer.

http://nederland20.duckdns.org/Media/Default/img/kb/2019K4F3.png

Type A: overstromingen van onbeschermde gebieden langs hoofdwatersysteem, Type B: overstromingen van beschermde gebieden langs het hoofdwatersysteem, Type C: overstromingen van beschermde gebieden langs het regionale watersysteem, Type D: overstromingen van onbeschermde gebieden vanuit het regionale oppervlaktewatersysteem, Type E: overstromingen van gebieden door grondwatersystemen, Type F: overstroming door intense neerslag

Indien de klimaatveranderingen leiden tot lokale overstromingen of ‘bijna-overstromingen’, en daardoor in de woningmarkt het risico op overstromingen als reëler wordt ingeschat, dan betreft dit direct een groot deel van Nederland. In Nederland staan circa 7,8 miljoen woningen met een totale waarde van circa 2.380 miljard euro. Van deze woningen zijn 5,6 miljoen woningen gelegen in gebieden die kunnen overstromen met een totale waarde van 1.740 miljard euro. Uitgaande van de genoemde mogelijke waardedaling van 2,5%-10%, loopt het potentiële waarde-effect op van 44 tot 174 miljard euro.

Risico op overstroming

Het risico op overstroming is afhankelijk van de genomen beschermingsmaatregelen, zoals waterkeringen. In Nederland zijn hiervoor in de Waterwet (ondergrens)normen gedefinieerd. Op basis van deze normen zijn onderhoud- en verbeterwerkzaamheden gepland. Uitgaande van de geplande verbeteringen is een (gesommeerde) kans op overstromingen in 2050 berekend. Op basis van deze kansen kan nader worden bepaald hoe hoog het verwachte risico op overstromingen is voor woningen in Nederland.

Van de 5,6 miljoen woningen met overstromingsrisico, is de verwachting dat 3,3 miljoen woningen liggen in gebieden met een overstromingskans tussen 100-1.000 jaar of tussen 1.000-10.000 jaar. De waarde van deze woningen bedraagt 996 miljard euro, waardoor het mogelijke waardeverlies kan oplopen van 25 tot 100 miljard euro (2,5% tot 10%).

http://nederland20.duckdns.org/Media/Default/img/kb/2019K4T1.png

http://nederland20.duckdns.org/Media/Default/img/kb/2019K4F4.png

Kans op overstroming, Rood: 100 - 1.000 jaar, Oranje: 1.000 - 10.000 jaar, Geel: 10.000 - 100.000 jaar, Lichtgroen: 100.000 - 1mln jaar, Donkergroen: > 1 mln jaar Lichtblauw: geen overstromingsrisico

Ook andere natuurrampen vormen risico op waardedaling

Ook aardbevingen en natuurbranden vormen in Nederland een reëel risico. De linkerkaart toont de gebieden waar risico is op een aardbeving. De rechterkaart geeft de gebieden weer waar risico is op een natuurbrand.

http://nederland20.duckdns.org/Media/Default/img/kb/2019K4FT5A.jpg

Risico op aardbeving

http://nederland20.duckdns.org/Media/Default/img/kb/2019K4FT5B.jpg

Risico op natuurbrand

Aardbevingen komen voor in het noord- en zuidoosten van Nederland. In het noordoosten is sprake van geïnduceerde aardbevingen (veroorzaakt door gaswinning), in het zuiden zijn ze van tektonische aard (als gevolg vervorming van de aardlagen). Op de risicokaart worden aardbevingen onderverdeeld in drie categoriën. In dit onderzoek wordt echter geen onderscheid gemaakt en wordt naar het gebied als geheel gekeken met mogelijk risico op aardbevingen.

In deze aardbevingsgebieden staan 1,5 miljoen woningen met een totale waarde van 429 miljard euro. Uitgaande van de mogelijke waardedaling van 2,5%-10%, bedraagt het potentiële waardeverlies 11 tot 43 miljard euro.

Een ander risico vormen natuurbranden. In Nederland gaat het vooral om bos- en heidebranden. In het onderzoek zijn de gebieden opgenomen waar kans is op grote natuurbranden. Deze kunnen ontstaan door menselijke onvoorzichtigheid of door natuurinvloeden zoals blikseminslag. Door het noordwaarts opschuiven van de klimaatzones worden natuurgebieden vaker blootgesteld aan droogte en hitte.

In de gebieden met kans op grote natuurbranden staan 53 duizend woningen met een totale waarde van 22 miljard euro. Uitgaande van de genoemde mogelijke waardedaling van 2,5%-10%, kan het waardeverlies oplopen van 0,6 tot 2,2 miljard euro.

Calcasa in het nieuws

AD: Huis minder waard door angst voor overstromingen
Am:web: Angst voor natuurrampen: Nederlandse huizen tot € 200 miljard minder waard
Dagblad van het Noorden: Wie kan er nog een huis kopen?
InFinance: Angst voor natuurramp: woningen potentieel 200 miljard minder waard
PropertyNL: Angst voor natuurramp: woningen € 200 mrd minder waard

Bron: Calcasa

https://www.calcasa.nl:443/nieuws/angst-voor-natuurramp-woningen-potentieel-200-miljard-minder-waard

Schoorlse zomerserie (3): Ruim baan voor tenten op camping in Schoorl (De Duinstreek)

  • Arjan Kroon met zijn vriendin Ingrid van Vierze, al de vierde generatie campinghouder.

    Patricia Wessels
Schoorlse zomerserie (3): Ruim baan voor tenten op camping in Schoorl
20-08-2019, 21:00

SCHOORL In de zomer trekken duizenden vakantiegangers naar kustplaatsen als Schoorl. Waar de een zijn vrijheid viert, aan zee, of op een terrasje, moet de ander juist extra hard werken. Een kijkje achter de schermen bij de mensen die een fijne zomer aan zee mogelijk maken. Wat komen zij tegen? Wat zijn hun uitdagingen?

Door Patricia Wessels

Aflevering 3: De camping

Op het veld achter de molen in Schoorl wordt 's zomers al 104 jaar gekampeerd. Hoewel Wikipedia vermeldt dat het eerste kampeerterrein in Nederland werd geopend in 1924, weet Arjan Kroon -eigenaar van Kampeerterrein Buitenduin- zeker dat zijn overgrootvader deze Schoorlse camping al in 1915 inschreef bij de Kamer van Koophandel. Overgrootvader Dirk Duin was molenaar, en deed de camping erbij. Arjan is de vijfde eigenaar binnen vier generaties. Eén keer ging het bedrijf niet over van vader op zoon, maar van broer op zus. Het is koffietijd. In hun monumentale stolpboerderij naast de camping zit Arjan aan tafel met zijn vriendin Ingrid van Vierze en zijn moeder Miep Kroon.

"Kamperen begon hier met de padvinders", vertelt Miep. "Die kwamen op de fiets en stonden met hun tentjes in het veld, zonder voorzieningen." Geen punt natuurlijk, voor de jongens van de pre-survivaltochten; overleven in de natuur was precies de sport. Miep: "Pas in 1935 kwamen er een put met grondwater en twee houten wc's boven een beerput."

EENVOUDIG Inmiddels voorzien zonnepanelen de camping van warm water en elektra, maar het is nog altijd een eenvoudige en rustige familiecamping voor strand- en natuurliefhebbers. Hier geen animatieteams. Wel iedere woensdag broodjes bakken op een stok boven een houtskoolvuurtje voor kinderen en een avondwandeling door de duinen op zondag, naar plekken die je anders niet zou vinden. Onderweg vertelt Arjan dan over de natuur en historie en als vrijwilliger bij de brandweer natuurlijk ook over de duinbranden van een paar jaar geleden en brandpreventie.

SAAMHORIGHEID Buitenduin is nog één van de weinige campings in de omgeving die veel ruimte heeft voor tenten. Zeker nu Bregman, de grootste camping in de buurt, na deze zomer dicht gaat. "Verkocht aan een projectontwikkelaar die er vakantiebungalows op gaat zetten", vertelt Arjan. "Schoorl is de laatste jaren vol huisjesparken gezet, waar je soms 1200 euro per week moet neertellen per huisje. Dat trekt een ander publiek. Schoorl krijgt langzaam het luxe-imago van Bergen. Ik vrees dat mensen straks niet meer op het idee komen hier te zoeken naar een plek waar je kunt kamperen."

Ook Arjan is ongevraagd platgebeld door projectontwikkelaars; of hij zijn grond niet wilde verkopen. Zijn stellige antwoord: "Voor nog geen 10 miljoen!" Zelf gaat hij er ook geen huisjes op zetten. "Het is het me niet waard. Dat gaat het hele jaar door. Ik maak dagen van 9 tot 22 uur, dan wil ik in de winter mijn rust en vrijheid. En in huisjesparken trekken mensen de deur achter zich dicht; het is een individualistische dooie boel. Ik houd juist van het sociale en open karakter van kampeerders. Ze maken een praatje en helpen elkaar."

Ingrid: "Tijdens de storm van drie jaar geleden, vloog er van alles door de lucht. Haringen lagen twee lanen verder. Op die momenten is de saamhorigheid zo voelbaar: met een paar man hing men aan een tent
zodat hij niet wegvloog."

Miep: "Mensen zijn op vakantie, dus over het algemeen positief. Maar je hebt er ook wel eens dwarskikkers bij." Arjan vult aan: "Ach ja, werkstress, inpakstress, verkeersstress... Dan komt iemand verhit de receptie binnen als hij de slagboom dicht aantreft: 'Ik moet er meteen door; ik blokker de weg en er staat een auto achter me!' Dan zeg ik: 'Meneer, u heeft vakantie! En de meneer in de auto achter u ook. En anders is het sluipverkeer en dan neemt hij het risico dat hij even moet wachten.' Door zo'n relativering en mijn eigen rust, valt er vaak al veel van iemand af. Voor mij is het de sport dat mensen die met stress aankomen, bij het naar huis gaan zeggen dat ze genoten hebben en terug willen komen."

MOTOR MET ZIJSPAN Vergeelde fotoboeken met zwart-wit kiekjes van de camping komen op tafel. Foto's van vlak na de oorlog waarop de witte tenthuisjes nog beschilderd waren met camouflagekleuren. De camping was spergebied geweest. Duitsers hadden hun intrek genomen in de Stolpboerderij en een hoop inboedel meegenomen. Een opname uit 1947: vakantiegangers komen met het boemeltreintje aan op het toenmalige Schoorl CS. Een ander plaatje van gasten die niet in zee, maar in de eendenvijver van het nabijgelegen bos de Nollen zwommen. Eén album toont de familie van Miep in een Amsterdamse straat in de jaren vijftig. Ze staan klaar bij een motor met zijspan waarin het hele gezin weldra plaats zal nemen om op vakantie te gaan naar... kampeerterrein Buitenduin. Miep kwam hier haar hele jeugd kamperen en bleef er tenslotte wonen, toen ze een relatie kreeg met de zoon van de campinghouder. Ingrid lacht: "Zo verging het dus mij ook: trouwe kampeerder en nu de vriendin van Arjan."

Miep: "We hebben veel trouwe gasten. Sommigen bijna net zo oud als de camping. Henk (90) heeft hier een kampeerhuisje sinds 1952 en komt nog altijd zelf met zijn auto uit Amsterdam. En Rietje (82) kwam hier als kind al met haar ouders, vlak na de oorlog. Ze doet nog alles op de fiets -geen e-bike- en fietst aan het begin van het seizoen nog steeds vanaf station Alkmaar met haar hele hebben en houwen naar Schoorl, voor een heerlijke zomer op de camping.En met een knipoog voegt ze toe: "Bij ons zijn de ouderen vaak lawaaiiger dan de jongeren. Ze zijn vaak een beetje doof en zetten de tv keihard aan, terwijl de deur van hun caravan met warm weer openstaat. Ik heb er wel eens wat van moeten zeggen en toen heeft die meneer keurig een koptelefoon aangeschaft."

Pubble status:

https://deduinstreek.nl/lokaal/mensen/schoorlse-zomerserie-3-ruim-baan-voor-tenten-op-camping-schoorl-628177

Is verzilting te stoppen? Grondwaterexpert Perry de Louw van @deltares: “We zijn met allerlei oplossingen bezig. Zo zijn we bezig het water tijdelijk in de ondergrond te bergen, zodat de boer het water gedurende de zomer kan oppompen.” https://eenvandaag.avrotros.nl/item/deze-boswachter-en-brandweerman-strijden-samen-tegen-bosbranden/ …pic.twitter.com/bdScLg6t5J (tweets media programma’s)

Is verzilting te stoppen? Grondwaterexpert Perry de Louw van @deltares: "We zijn met allerlei oplossingen bezig. Zo zijn we bezig het water tijdelijk in de ondergrond te bergen, zodat de boer het water gedurende de zomer kan oppompen."

https://abs.twimg.com/emoji/v2/72x72/27a1.png

https://eenvandaag.avrotros.nl/item/deze-boswachter-en-brandweerman-strijden-samen-tegen-bosbranden/ …pic.twitter.com/bdScLg6t5J

https://twitter.com/EenVandaag/status/1142471489955999745

Van wie is water eigenlijk? (OneWorld)

https://www.oneworld.nl/app/uploads/2019/06/website-Cover_2100x1118_HZHM-water_Nestle-875x466.jpg

In het kurkdroge zuiden van Californië woedt een strijd om een kleine, groene oase. Voor wie is het water van de Strawberry-kreek? Voor mens en natuur, of voor een bedrijf dat het in flesjes stopt en verkoopt?

Zie je dat daar?” Gepensioneerd bosbeheerder Gary Earney, gewapend met een houten wandelstok en snoeischaar aan z’n riem, wijst naar een varen. “Een varen is een goede indicator dat er water in de grond zit.” Ik sta met hem en Amanda Frye, een lokale wateractivist, op een steile helling in de San Bernardino-bergen, zo’n 80 kilometer ten oosten van Los Angeles. Om ons heen zien we varens, vlierbloesems en dennenbomen. Een hert vlucht weg als het ons hoort.

Het is niet per se een tafereel dat je verwacht in het zuiden van de Amerikaanse staat Californië, dat bekendstaat als woestijngebied met drukbevolkte steden zoals Los Angeles. Maar tussen die droge gebieden ligt een kleine groene oase: het bos van San Bernardino, dat in 1893 de status van nationaal bos kreeg van de federale regering in Washington DC.

Het is een van de weinige plekken in de regio waar natuurlijke waterbronnen te vinden zijn. Na flink geklim en geklauter over een droog rivierbed vinden we er een. Vanonder een grote rots sijpelt een straaltje helder water langzaam de helling af. “Zo ziet een natuurlijke waterbron eruit”, zegt Earney. “En het stroomt nu beter dan voorgaande jaren”, voegt Amanda Frye toe.

Klimaatverandering gaat zonder twijfel meer droge periodes veroorzaken in Californië en de bewoners beseffen dit maar al te goed

Californië heeft na jaren van uitzonderlijke droogte (2014-2017) een bijzonder nat jaar achter de rug. In de hele staat viel afgelopen winter zo veel regen en sneeuw dat vrijwel de hele staat nu officieel uit de droogte is. Maar die opluchting is van korte duur. Experts wijzen erop dat er door klimaatverandering zonder twijfel meer droge periodes aan zullen komen en Californiërs beseffen maar al te goed dat water geen vanzelfsprekendheid is in hun staat.

Bronwater kost water

Hoeveel liter water heb je nodig om 1 liter bronwater (voorverpakt water uit een natuurlijke bron) te maken? Daar zijn geen eenduidige cijfers over te vinden. Volgens de Internationale Vereniging van Gebotteld Water, die de sector vertegenwoordigt, is er 1,39 liter water nodig per liter bronwater.

Daarbij rekenen ze niet mee wat er aan water nodig is bij de productie, verpakking en transport. Nestlé zegt zelf dat ze ‘minder dan 3 liter water nodig hebben per liter gebotteld water’. Volgens het bedrijf de laagste watervoetafdruk binnen de drankencategorie.

Pijpleidingen

San Bernardino mag dan de titel ‘nationaal bos’ dragen, toch zijn er bedrijven actief. Een nationaal bos wordt namelijk niet volledig geconserveerd, in tegenstelling tot een nationaal park. Natuurlijke grondstoffen als hout, mineralen en water mogen eraan worden onttrokken, zonder dat daar veel voorwaarden aan verbonden zijn.

In het bos van San Bernardino mijnt Mitsubishi bijvoorbeeld kalksteen voor cement, en Nestlé Waters North America (onderdeel van het Zwitserse Nestlé) neemt er bronwater af. In 2017 verkocht het bedrijf 66,2 miljoen liter water uit deze bron. Dat wordt in het westen van de VS en in Mexico onder het merk Arrowhead verkocht, voor 1,79 dollar (ruim 1,5 euro) per anderhalve liter.

De activiteiten van Nestlé zijn zeer omstreden sinds de jaren van uitzonderlijke droogte

Nestlé verzamelt het bronwater via net-niet horizontale boringen in de bergwand, op zo’n 1,6 kilometer hoogte. Oud-bosbeheerder Earney en wateractivist Frye nemen me mee over een overgroeid, steil, onofficieel wandelpad de berg af om zulke boringen te zien. Metalen pijpleidingen met een diameter van zo’n 5 centimeter gaan enkele tientallen meters de bergwand in, waarbij sijpelend bron- of grondwater wordt opgevangen.

De pijpleidingen brengen het water naar de voet van de berg, 10 kilometer verderop. In de vallei wordt het water opgeslagen. Het water dat Nestlé houdt, wordt met vrachtwagens afgevoerd naar een bottelfabriek in een nabijgelegen stad. Het water dat ze niet nodig hebben vloeit terug in de kreek.

De activiteiten van Nestlé hier zijn zeer omstreden sinds de jaren van uitzonderlijke droogte. In 2014 sloeg Earneys oud-collega Steve Loe alarm. Hij maakte zich zorgen om het water in de Strawberry-kreek, het grondwaterniveau en de wilde dieren die ervan afhankelijk zijn. “De geelpotige bergkikker, de vissoort gespikkelde voorn en de slangensoort zuidelijke rubberboa zijn er al bijna niet meer te vinden”, vertelt hij.

Het verlies van bomen is niet alleen slecht voor de biodiversiteit, het vergroot ook de kans op bosbranden

De dennenbomen in het gebied hebben het zwaar door de droogte en vallen ten prooi aan de westelijke dennenkever, die in een mum van tijd een boom kan leegvreten. De afgelopen 15 jaar stierven zo een miljoen bomen in het bos. Dat is niet alleen slecht voor de biodiversiteit, het vergroot ook het toch al niet geringe gevaar op bosbranden. De 30.000 mensen die in de bergen wonen, leven in de zomer en herfst met angst voor een verwoestende brand – net als in 2003, tijdens de vorige periode van droogte. De ‘Old Fire’ legde toen 369 vierkante kilometer aan bos en bewoond gebied in de as. Er vielen zes doden.

Dat wilde diersoorten en planten en bomen bedreigd worden en dat het brandgevaar extreem is, is een direct gevolg van de droogte. Maar de impact van Nestlé’s activiteiten daarop is niet bekend, omdat het nooit is onderzocht. Wel is bekend dat het water dat Nestlé gebruikt, niet doorstroomt naar gebieden stroomafwaarts. Dat betekent ook dat er minder water in het grondwaterbassin van San Bernardino zit, een stad van 200.000 mensen aan de voet van de bergen, vertelt Susan Longville, een plaatselijke waterexpert en bestuurder van het lokale waterdistrict.

Er zijn niet alleen zorgen om het milieu, er heerst ook een gevoel van economisch onrecht

“Dat water maakt maar een klein deel uit van ons totale waterreservoir,” zegt ze, “maar het is wel belangrijk omdat uiteindelijk de helft van het water in Californië uit een natuurlijke waterbron komt.” In een staat waar water zo schaars is, helpen alle beetjes. Hugh Bialecki is voorzitter van de Save Our Forest-vereniging en woont en werkt als tandarts in een dorpje in de San Bernardino-bergen. Hij vertelt dat de onvrede over Nestlé’s watergebruik niet alleen draait om zorgen om het milieu. “Er heerst ook een gevoel van economisch onrecht”, zegt hij.

Nestlé betaalt voor het water zelf immers niets, al betaalt het voor de vergunning van het bosbeheer, inmiddels rond de 2000 dollar per jaar. Bialecki vervolgt: “Sinds de droogte hier beseft iedereen hoe kostbaar water is, en dat dat iets is waar we allemaal voor moeten betalen. Maar de toegang tot schoon drinkwater moeten we niet privatiseren. Mensen hebben terecht het idee dat schone lucht en schoon water een basisrecht is. Niet iets dat je met dikke winst verkoopt.”

Verlopen vergunning

Volgens Loe waren de natuurproblemen bij de Strawberrykreek wel degelijk te wijten aan het werk van Nestlé. Hij besloot druk uit te oefenen op het bosbeheer, zijn oude werkgever. Die had in 1978 een vergunning afgegeven aan Arrowhead Waters (dat later door Nestlé werd gekocht) om federaal land te mogen gebruiken voor het installeren, onderhouden en gebruiken van de boringen en pijpleidingen. Die vergunning was al in 1988 verlopen, maar anno 2014 nog steeds in gebruik.

Hoe is dat mogelijk? Het heeft alles te maken met slechte financiering van het bosbeheer, legt Earney uit. Hij was destijds al verantwoordelijk voor meer dan 250 vergunningen, naast zijn andere werkzaamheden. Hij en zijn collega’s hadden niet de menskracht om alle verlopen vergunningen te herzien en lieten daarom de oude van kracht tot er tijd was om ernaar te kijken. “Zo wisten we tenminste met wie we te maken hadden en onder welke voorwaarden.” Die werkwijze is toegestaan, zolang er voor de vergunning betaald wordt – in het geval van Nestlé was dat tot 2018 het tarief uit 1978 van 524 dollar per jaar. Earney schat dat een derde van de 1800 vergunningen van verschillende bedrijven in het San Bernardino bos verlopen zijn.

Droge gebieden en reservaten

Nestlé is de grootste verkoper van gebotteld water wereldwijd. In de Verenigde Staten onttrekt Nestlé North America op dertig plekken bronwater of grondwater. De meeste publieke weerstand ondervinden ze ondertussen in Californië, omdat het bedrijf daar ook water bottelt in gebieden die erg droog zijn, en waar de beschikbaarheid van ondergrondse waterbronnen afneemt.

Ook is er kritiek dat het bedrijf in sommige gevallen partnerschappen aangaat met gemarginaliseerde, oorspronkelijke bewoners zoals de Morongo. Op hun reservaten gelden geen federale wetten en restricties. Bedrijven als Coca-Cola en Pepsi worden ook regelmatig bekritiseerd om hun gebruik van water en hun plannen voor privatisering van waterbronnen in kwetsbare gebieden.

Maar in de tussentijd zijn er belangrijke natuurwetten doorgevoerd, zoals de Clean Water Act. Die wetten stammen uit de jaren ’70, maar ze waren nog niet doorgesijpeld naar de lokale praktijk toen in 1978 de vergunning werd afgegeven aan Nestlé. Die bevatte geen voorwaarden over maximale waterafname of over zorg dragen voor de natuur die van het water afhankelijk is. Zo kon het dat Nestlé in 2014, in een periode van historische droogte, zonder specifieke voorwaarden water kon blijven aftappen voor de verkoop van flessenwater.

Nestlé verwoordt het anders. Larry Lawrence, die bij Nestlé Waters North America in San Bernardino over natuurlijke grondstoffen gaat: “Onder de oude vergunning móchten wij niets anders doen dan onze boringen en pijpleidingen onderhouden. We konden geen onderzoek doen naar de mogelijke milieueffecten van onze activiteiten buiten de Strawberry Canyon, want dat zou landgebruik vereisen waarvoor we geen vergunning hadden.”

Nestlé mag zelf onderzoek doen naar het milieueffect van hun waterafname

Het gaat dan om andere locaties dan in de directe omgeving van de leidingen, bijvoorbeeld om metingen te doen naar het grondwaterpeil. Nestlé deed wel het gebruikelijke onderzoek, zoals naar de stroomsnelheid van het water in de pijpleidingen en de waterkwaliteit, maar geen studies naar effecten op het milieu in het hele gebied.

Tijdens de droogtejaren nam Nestlé minder water af dan in voorgaande of opvolgende jaren, maar dat gebeurde omdat er nu eenmaal minder water was. Nestlé houdt vol dat de activiteiten geen impact hebben op het milieu. “Kijk maar naar de diverse natuur die je er ziet”, zegt Lawrence. “Na de bosbrand van 2003 was het hele gebied kaal. Nu staat er weer volop vegetatie. Ik zie dat als teken dat er genoeg water is voor de natuur.”

Dit wordt het meest onderzochte stroomgebiedje in de VS

Mede door de publieke druk onder aanvoering van Loe, Earney en Frye kwam er uiteindelijk in 2018 een nieuwe vergunning, voor drie tot vijf jaar. En deze keer waren er wel voorwaarden. Zo moet Nestlé tijdens de vergunningsperiode verschillende studies doen, naar grondwaterniveaus, de hoeveelheid water in de stroompjes en kreken die afhankelijk zijn van de waterbronnen, naar de biodiversiteit van het gebied, en vergelijkende studies doen in nabijgelegen soortgelijke kloven en waterbronnen.

Daarnaast geeft het bedrijf het bosbeheer een vergoeding, zodat hun deskundigen toezicht kunnen houden op het proces en zelf steekproeven kunnen doen. Als uit een van de studies blijkt dat Nestlé’s activiteiten nadelige invloed hebben, zijn daaraan specifieke acties verbonden, zegt Lawrence. “Een daarvan is dat we minder water gebruiken uit de bron.” Als Nestlé zich niet aan de afspraken houdt, kan in het ergste geval de vergunning ingetrokken of niet verlengd worden.

Loe, Earney en Frye zijn bijna tevreden met de nieuwe vergunning en het milieuplan dat erbij hoort. “Bijna”, zegt Earney, “want alles dat in het milieuplan staat is fantastisch. Behalve één alinea. Die waar ze Nestlé opdracht geven het onderzoek zelf uit te voeren.” Gevraagd naar de twijfel aan de onafhankelijkheid en betrouwbaarheid van Nestlé’s studies, zegt Lawrence dat hij er onafhankelijke professionals voor inhuurt. “Dit wordt het meest onderzochte stroomgebiedje in de VS”, zegt hij. Bovendien, voegt hij toe: “Nestlé heeft misschien wel het grootste belang bij het behouden van de waterbron. Als die opdroogt, droogt onze business op.”

Gevecht om waterrechten

Naast de verlopen vergunning speelt er nog een andere kwestie: heeft Nestlé wel waterrechten? Die zijn namelijk essentieel om water uit een natuurlijke bron te mogen afnemen. Een vergunning geeft slechts het recht om land te gebruiken voor boringen en pijpleidingen.

Een waterrecht wordt sinds 1914 alleen toegewezen door het California State Water Resources Control Board, oftewel het Staatsbestuur. Hetzelfde instituut kan beslissen dat er voor een bepaald stroomgebied geen nieuwe waterrechten meer vergeven worden. Dat is sinds 1989 het geval met het Santa Ana-stroomgebied, waar de Strawberry-kreek deel van uitmaakt.

Uit onderzoek blijkt dat Nestlé recht heeft op 32 miljoen liter water, tot het definitieve rapport mag Nestlé 187 miljoen liter water opvangen

Vóór 1914 werden waterrechten niet geregistreerd. Maar ze worden wel erkend. Nestlé zegt waterrechten te bezitten uit de late negentiende eeuw. Op aandringen van activisten is het Staatsbestuur een onderzoek hiernaar begonnen. In 2017 bracht het een voorlopig rapport uit, waarin stond dat er met enige zekerheid te zeggen was dat Nestlé een waterrecht van 32 miljoen liter per jaar heeft. Mogelijk zijn er nog meer rechten, voor nog eens maximaal 155 miljoen liter. Tot het definitieve rapport uitkomt, mag Nestlé 187 miljoen liter water per jaar opvangen.

Susan Longville, de bestuurder van het lokale waterdistrict, schreef het Staatsbestuur dat ze Nestlé zal aanklagen voor een schadevergoeding als uit het eindrapport blijkt dat het bedrijf slechts 32 miljoen liter mocht gebruiken. “Dan was dat water namelijk in ons grondwaterbassin terechtgekomen. Door het voor zichzelf te winnen, hebben ze ons geschaad”, zegt ze.

Beweeglijk water

Amanda Frye, de lokale wateractivist, beweert stellig dat Nestlé geen enkel waterrecht heeft. Ze heeft de afgelopen jaren veel documentatie verzameld in lokale en regionale archieven. Frye hoopt dat na de uitspraak van het Staatsbestuur juridische stappen tegen Nestlé volgen.

“Ze hebben het water van ons, het publiek, gestolen en bovendien gelogen tegen federale agentschappen. Dat is crimineel gedrag”, zegt ze. Zo zeker als Frye is van haar zaak, zo zeker is Nestlé dat het wél de rechten heeft – voor 334 miljoen liter water in de Strawberry-kloof. “Wij hebben het bewijs van onze historische rechten geleverd aan het Staatsbestuur”, zegt Larry Lawrence.

Als het Staatsbestuur beslist dat Nestlé geen rechten heeft, dan moet het bedrijf stoppen met water afnemen in dit nationale bos. Maar als blijkt dat Nestlé wel rechten heeft, dan moet het bedrijf het water uit de Strawberry-kreek alsnog delen met het bosbeheer. Zij hebben als landeigenaar namelijk ook waterrechten.

Voor de activisten is het duidelijk: de eigenaar van het land is ook de eigenaar van het water

Als er in droge jaren minder water beschikbaar is, zijn er nog altijd evenveel waterrechten. Die rechten geven dan ook geen tastbaar bezit aan, het is een juridisch middel. “Er zijn in Californië vijf keer meer waterrechten dan water”, zegt Susan Longville lachend. Ze zeggen dus weinig over de meer ideologische vraag: van wie is water?

Voor activisten als Frye, Earney en Loe is het duidelijk: de eigenaar van het water is degene die het land bezit. Het bosbeheer dus, en daarmee de Amerikaanse belastingbetaler. Dat idee gaat ervan uit dat water een vast goed is. Maar water is beweeglijk: zonder menselijke inmenging stroomt het van de ene plek naar de andere.

Dit artikel verscheen eerder in OneWorld-magazine.

Hoe Zit Het Met Plastic? is onafhankelijk tot stand gekomen en financieel mede mogelijk gemaakt door Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier, Nestlé, Onswater.nl, Oasen en Simavi.  De overeenkomst tussen OneWorld en deze bedrijven is openbaar en in te zien.

Waterpaniek

Hoe Zit Het Met Water?

Eva Schram

Het bericht Van wie is water eigenlijk? verscheen eerst op OneWorld.

https://www.oneworld.nl/hoe-zit-het-met/van-wie-is-water-eigenlijk/