Blussen bosbranden Rhodos verloopt moeizaam, al 19.000 evacuaties (NOS Buitenland)

De evacuaties op het Griekse eiland Rhodos vanwege de grote bosbranden zijn nog altijd bezig. Tot gisteravond laat werden mensen met bussen en boten vanaf de stranden naar een veilige plaats gebracht. Tot nu toe zijn er zeker 19.000 bewoners en toeristen geëvacueerd uit dorpen en hotels in het zuidoosten van het eiland. Dat zegt het Duitse persbureau DPA op basis van informatie van de Griekse regering.

Het blussen verloopt door de harde wind moeizaam, daarom moeten bewoners en toeristen uit voorzorg vertrekken. Het gaat om twaalf dorpen en alle hotels in de getroffen regio's. Ook vandaag blijft het flink waaien is de verwachting. Ook de temperaturen blijven hoog.

De Griekse politie schat in dat er tot nu toe 16.000 mensen zijn over land in veiligheid gebracht en 3000 mensen vanaf de stranden over zee.

Scholen en sporthallen

De meeste geëvacueerden zijn naar het noorden gebracht. Daar worden ze opgevangen in onder meer scholen, sporthallen en ook thuis bij eilandbewoners. Verder kunnen ze terecht op veerboten die in de haven van de hoofdstad Rhodos liggen.

Volgens de Griekse nieuwssite Protothema verwachten de autoriteiten dat er zeker 30.000 mensen geëvacueerd moeten worden.

Inmiddels zijn er ook weer vliegtuigen op het eiland geland. Gisteren werden vluchten die naar Rhodos zouden vertrekken geannuleerd, maar vanochtend vroeg is er bijvoorbeeld vanaf Schiphol een vlucht van naar het eiland vertrokken.

Dit zijn beelden van de evacuaties:

Naast de evacuaties blijft ook het bluswerk op Rhodos doorgaan. Protothema schrijft dat de brandweer vanochtend vroeg versterking heeft gekregen. Bij zonsopgang waren er 266 brandweerlieden aan het werk om de branden onder controle te krijgen, met 42 voertuigen, tien blusvliegtuigen en vijf blushelikopters.

De branden woeden rond de badplaats Kiotari, het dorp Apollona en het Gadoura-meer:

Griekenland krijgt hulp van andere landen. Andere Europese landen stuurden blusvliegtuigen en of brandweerlieden om te helpen. Slowakije en Roemenië stuurden brandweerlieden. Turkije stuurde twee blusvliegtuigen en een -helikopter. Verder vliegt er een Jordaans en Israëlisch blustoestel. Ook vandaag wordt extra hulp verwacht en komen er tientallen brandweerlieden en extra voertuigen aan.

Drie hotels in brand

Bosbranden teisteren het eiland al zo'n zes dagen, voornamelijk op de dichtbeboste en dunbevolkte plekken. Maar de branden bereikten gisteren het zuidoosten van Rhodos, waar veel toeristen vakantie vieren. De Griekse burgerbescherming twitterde gisteren dat in 10 procent van de toeristische gebieden op Rhodos branden woeden.

Er zijn in ieder geval drie hotels en een strandtent in brand gevlogen in Kiotari. De Nederlandse Alice Reumkens is een van de honderden vakantiegangers op Rhodos die geëvacueerd moesten worden. Halsoverkop moest ze met haar gezin spullen pakken en haar hotel in Kiotari verlaten. "We zagen het al een beetje aankomen", zegt Alice. "De rook kwam de afgelopen dagen al onze kant op."

Reisorganisatie Corendon zei tegen de NOS dat er zo'n 200 gasten in het getroffen gebied zijn, van wie het merendeel Nederlands is. Twee andere reisorganisaties, D-reizen en Prijsvrij, hebben er zeker 30 Nederlandse toeristen. TUI heeft minder dan tien reizigers in het gebied.

https://nos.nl/l/2483883

Municipalisme: hoe de wil van de mensen wet wordt (Vrij Nederland)

In 2019 stonden de pleinen van Chili in vuur en vlam. De ‘Estallido Social’ – letterlijk: de sociale uitbarsting – bracht miljoenen mensen uit alle geledingen van de samenleving samen op de pleinen van Santiago, Valdivia, Concepción en Valparaíso, verbonden in hun afkeer van decennia aan neoliberaal beleid.

De uiteindelijke druppel was de zoveelste verhoging van de prijzen voor metrokaartjes, maar de onvrede sluimerde al veel langer: over de grote ongelijkheid, over het peperdure onderwijs, het geweld tegen de inheemse Mapuche-bevolking, de natuurvervuiling, het machismo. No son 30 pesos, son 30 años! (Het zijn geen 30 pesos, het zijn 30 jaar!), was de slogan. Wat begon als spontane uitbarsting van volkswoede kreeg vorm tijdens de vele cabildos – zelf-georganiseerde assemblees – waar de mensen een open dialoog voerden over de benodigde veranderingen.

Het eerste dat er moest komen, zo werd duidelijk, was een nieuwe grondwet. De huidige stamt nog uit het dictatoriale Pinochet-tijdperk (1973-1990), waarin ook de neoliberale, gecentraliseerde staat vorm kreeg.

De nationale overheid, onder leiding van de conservatieve president Sebastian Piñera, gaf geen gehoor aan de volkswens, maar de municipios, de gemeenten, wel. Samen organiseerden ze een burgerraadpleging die zijn weerga nog altijd niet kent: 2,4 miljoen mensen van 14 jaar en ouder, verdeeld over 214 gemeentes, deden mee. 93 procent stemde voor het opstellen van een nieuwe grondwet en 72 procent voor een volledig door burgers gekozen ‘constitutionele conventie’: een groep Chilenen die samen de grondwet zou gaan schrijven.

En zo geschiedde. Hoewel de eerste versie van de ultraprogressieve tekst afgelopen september werd weggestemd in een nationaal referendum, laat het voorbeeld zien dat lokale bewegingen van onderop en in samenwerking met gemeenten, zelfs in een van oudsher extreem neoliberale context, veel kunnen bereiken.

https://www.vn.nl/wp-content/uploads/2023/02/municipalisme-3-640x853.jpg

Radicaal maar pragmatisch

Estallido Social kun je toevoegen aan een rijtje van massale pleinprotesten tegen neoliberalisering en vóór democratisering, zoals in Spanje (Los Indignados, 2011), in de Verenigde Staten (Occupy, 2011), in Athene (Syntagma Square, 2010-2012), in Parijs (Nuit Debout, 2015), in Bógota (2018) en La Paz (2019). Wat al deze protesten met elkaar gemeen hebben, is dat ze onafhankelijk waren van politieke kleur of ideologie. En dat ze, in assemblies en assembléés, confluencias en cabildos experimenteerden met ‘radicale’ democratie. Minder hiërarchisch, meer horizontaal. Minder machismo, meer feministisch. Niet elitair en formeel, maar open en participatief.

Het municipalisme is een politieke stroming rond deze principes.

Xavi Ferrer was lang betrokken bij burgerplatform Barcelona en Comú (Barcelona Gemeenschappelijk) en de municipalistische Fearless Cities-conferenties. Hij noemt het municipalisme een ‘zachte’ ideologie, in tegenstelling tot ‘harde’ ideologieën als het socialisme of het communisme, grote en dogmatische narratieven met een duidelijk beeld van hoe de samenleving eruit moet komen te zien, inclusief de stappen om daar te komen.

Van Marx en zijn navolgers moesten bijvoorbeeld alle productiemiddelen – kapitaal, grond, arbeid – worden gecollectiviseerd. Bij het municipalisme ligt dat anders. Het heeft een duidelijk links profiel maar zonder de route helemaal uit te stippelen.

‘Het goede van het municipalisme,’ zegt Ferrer, ‘is dat het een opening is van politiek voor een brede groep mensen, en dat het een bescheiden opstelling heeft. We hebben niet alle antwoorden. We zijn niet gebonden aan een bepaalde ideologie, we hebben geen blauwdruk of stappenplan. Het municipalisme is radicaal maar pragmatisch. We hoeven niet te beweren dat we antikapitalistisch zijn. Soms werkt het beter om te zeggen: laten we onze samenleving, de plek waar we leven, de straten en onze werkplekken, radicaal democratiseren. Dat ziet er op elke plek anders uit.’

Barcelona en Comú is een municipalistisch burgerplatform dat werd opgericht in 2014 en direct voortkwam uit de Indignados-protesten in 2011, als samenwerking tussen verschillende activistische groepen en burgerorganisaties. Na een periode van acties buiten de instituties besloot Barcelona en Comú in 2015 mee te doen met de gemeenteraadsverkiezingen. Ze wonnen, en deden dat in 2019 opnieuw, al werd het ditmaal een gedeelde eerste plek. Met activiste Ada Colau als eerste vrouwelijke burgemeester van de stad kwam de transformatie van Barcelona op gang. Zo werden er ‘Super City Blocks’ aangelegd: groene hubs die zijn ontworpen om ruimte terug te claimen van auto’s en vrij te maken voor het sociale leven en de lokale economie. De stad kreeg een gemeentelijk team voor feminisme en LGBTI-zaken, een Special Tourist Accommodation Plan om het toerisme te reguleren en de effecten daarvan op de huisvesting, en een gemeentelijk energiebedrijf, Barcelona Energia.

Niet alleen in Spaanse steden namen municipalistische burgerplatforms lokale instituties over, ook Italiaanse steden ‘municipaliseren’ de laatste jaren.

Het stadsbestuur van Barcelona werd participatiever. Sinds 2015 wordt 75 miljoen euro, vijf procent van het jaarlijkse budget, ‘participatief begroot’ op het digitale participatieplatform decidim.barcelona. Barcelona en Comú loodste ook een drastisch participatieplan door de gemeenteraad dat de verhoudingen tussen de bestuurlijke elite en de burgers ingrijpend zou veranderen. Zodanig zelfs dat een aantal grote water- en energiebedrijven tot aan het Hooggerechtshof procedeerden tegen het plan – met succes.

Democratie van onderop

Niet alleen in Spaanse steden als Barcelona, Madrid, Zaragoza en A Coruña namen municipalistische burgerplatforms lokale instituties over, ook Italiaanse steden ‘municipaliseren’ de laatste jaren. In Bologna bijvoorbeeld werd in 2016 de Coalizione Civica opgericht door een diverse groep activisten en burgers. Momenteel zit de coalitie met vier zetels in de gemeenteraad en levert ze de locoburgemeester, de 31-jarige Emily Clancy. Een belangrijke overwinning vorig jaar, in samenwerking met een groep burgercomités, was het stoppen van de transformatie van het stadsbos Prati di Caprara tot een winkelcentrum en parkeerplaats.

In Pisa en Napels zijn vergelijkbare ontwikkelingen. En in Grenoble en Nantes, in Zagreb en Belgrado, in Malmö en in Warschau.

In Berlijn ontluikt het Munizipalismus Berlin-platform. De groep komt voort uit onder meer de woonbeweging, die vorig jaar de gemeente het mandaat gaf om grote vastgoedbedrijven te onteigenen met een legendarische campagne en een referendum: 59 procent van de bijna 2,5 miljoen opgekomen Berlijners stemden ‘ja’.

Ook in Latijns-Amerika werden municipalistische groepen en platforms verkozen, zoals Ciudad Futura in Rosario, Argentinië, en de Movimiento Valparaíso Cuidadanos in Valparaíso.

Wat delen al deze groepen? Is er zoiets als ‘de municipalist’? Op het eerste gezicht zijn er vooral verschillen, zowel qua structuur als qua aanleiding – onbetaalbare woningen (Berlijn, Barcelona, Rosario), extremisme en fascisme (Bologna, Belgrado), afvalproblemen en dakloosheid (Valparaíso, Zagreb), om er een paar te noemen. Maar daaronder schuilt een sterke gedeelde overtuiging dat democratie van onderop moet komen.

De verschillende groepen hebben het allemaal over ‘radicale democratie’. ‘Radicaal’ gebruiken ze daarbij niet als handige krachtterm, maar in zijn letterlijke betekenis, afgeleid van het Latijnse woord radix, dat wortel betekent. Met burgerassemblées, cabildos, comités of lokale raden proberen municipalisten terug te keren naar de wortel, naar een idee van wat democratie ooit betekende.

Ook over de strategie zijn de meesten het eens: om verandering op gang te brengen, moeten de instituties ingenomen worden. Eén voet in de instituties en honderd in de straat, is het adagium.

In de praktijk geeft dit een constante spanning. Bijna overal waar municipalistische platforms de lokale macht grijpen, is er wel kritiek op hoe ze losraken van hun ‘wortels’.

Municipalisten stellen de vraag: hoe kun je horizontaliteit en participatie realiseren in een verticaal, representatief systeem. Hoe schrijf je een politiek programma met mensen uit verschillende lagen van de samenleving? Hoe geef je leiderschap vorm in een leiderloze beweging?

https://www.vn.nl/wp-content/uploads/2023/02/municipalisme-4-640x853.jpg

Drie pijlers

Het antwoord op die laatste vraag illustreert de ‘radicaal’ democratische insteek van het municipalisme. In onder andere Barcelona en Bologna werden in de aanloop naar de gemeenteraadsverkiezingen primarias cuidadanas gehouden: politieke bijeenkomsten zonder link met een partij of ideologie. Ze vonden plaats in buurten en straten, waren vaak van onderaf georganiseerd en stonden open voor iedereen.

Zo ook in Valparaíso, een kust- en havenstad in Chili met ongeveer driehonderdduizend inwoners. In 2015 besloten zeven burger- en activistengroepen daar samen te werken. Ze waren al lang ontevreden over de neoliberale status-quo. Een afvalprobleem en een grote bosbrand zorgden voor het laatste zetje, en samen vormden ze het burgerplatform Movimiento Valparaíso Cuidadanos (MVC). Een jaar later besloten ze mee te doen met de verkiezingen. In elk deel van de stad werden primarias ciudadanos georganiseerd, waarbij zo’n zesduizend mensen actief meededen en meeschreven aan een politiek programma. Het resultaat: het Open Programma van de Gemeenschappelijke Overheid. De MVC won de verkiezingen en Jorge Sharp, toen 30 jaar oud, werd burgemeester. Het leidde een nieuw tijdperk in.

Het grote geld heeft lang bepaald wat er in Valparaíso gebeurt, en zou daar graag mee doorgaan.

Is de stad nu, zes jaar en anderhalve termijn later, veranderd? Rodrigo Ruiz (55) is de rechterhand en een belangrijke adviseur van Sharp. Hij heeft het allemaal mede georganiseerd. Tegenwoordig heeft hij een kantoortje in het gemeentehuis. Vanachter zijn bureau legt hij uit dat de beweging drie pijlers heeft: transformatie, democratie en comunes (vergelijkbaar met buurten). Transformatie omdat volgens de MVC de grote problemen van deze tijd het gevolg zijn van de neoliberale staat en een ‘extractivistische’ economie. Democratie omdat de transformatie democratisch en participatief moet zijn. Comunes omdat democratie daar moet beginnen waar het leven zelf zich afspeelt, én omdat daar de neoliberale verwoesting tastbaar en concreet wordt.

Ruiz vertelt dat het grote geld lang heeft bepaald wat er in Valparaíso gebeurt, en daar graag mee doorgaat. De haven wil bijvoorbeeld uitbreiden, ten koste van de stad, schone lucht en een schone zee. Vastgoedontwikkelaars willen lucratieve hoogbouw. En aan de kust staan bedrijven op het punt een leegstaand negentiende-eeuws depot van vijftienduizend vierkante meter om te bouwen tot winkelcentrum en parkeergarage.

Dat moest anders kunnen, vond team-Sharp. ‘Wij zeiden: dit gebouw is van de mensen, dus die moeten er ook bij betrokken worden,' vertelt Ruiz. 'We hebben in de comunes een grootschalige enquête georganiseerd, on- en offline, en zo werd besloten dat er een park moet komen. Dat wordt nu aangelegd.’

Ook de hoogbouwplannen werden in een participatief proces omgebogen. In elke buurt werden assembleas georganiseerd samen met bestaande buurtgroepen en comités. Niet alleen de huidige bewoners waren erbij, ook de toekomstige bewoners van de geplande appartementen praatten mee. De uitkomst werd opgenomen in de plaatselijke verordening, het Plan Regulador Comunal. Maximaal zeven meter hoge flats, en bij uitzondering tien of twaalf, in plaats van de zestig à tachtig die de ontwikkelaars in gedachten hadden. De wil van de mensen werd wet.

Dichter bij de mensen

Op nog geen 120 kilometer naar het westen van Valparaíso ligt de Chileense hoofdstad Santiago. De stad is onderverdeeld in 34 comunes. Een daarvan is Recoleta, een andere proeftuin van progressieve denkers en politici. Daniel Jadue (55), lid en aanvoerder van de communistische partij in Chili, is er burgemeester.

In het kader van de progressieve conferentie Our Future Is Public in Santiago, die afgelopen december plaatsvond, kreeg ik een rondleiding door Recoleta. Een internationale groep van geïnteresseerden – vakbondsmensen, ngo-medewerkers, activisten en journalisten – kon een kijkje nemen in de buurt en Jadue en later zijn woordvoerders vragen stellen. Jadues flitsende analyse van de ‘neoliberale commercialisering van het leven’ maakte indruk. Die kreeg vorm, vertelde hij, toen dictator Pinochet en zijn in Chicago geschoolde economen in de jaren zeventig van Chili een laboratorium maakten voor het toen nog nieuwe neoliberalisme.

‘Hoeveel overheidslagen zijn er in jouw land?’ vroeg Jadue de groep. Een vakbondslid uit India stak vijf vingers op. ‘En wat is de belangrijkste?’ ‘The national government,’ was het antwoord. ‘Fout,’ reageerde Jadue, ‘de belangrijkste laag is altijd de comune.’

En dat is niet slechts semantiek, legde hij uit, want een decentrale overheid staat dichter bij de mensen en is daarom per definitie democratischer dan een centrale. ‘De autoriteiten wonen niet op de plekken waarover ze regeren. Ze komen er alleen om stemmen te winnen.’

Er is de afgelopen jaren veel gebeurd in Santiago. Zo werd de eerste farmacia popular opgericht, waar mensen goedkope medicijnen kunnen ophalen. En een optica popular, een opticien volgens vergelijkbaar concept. Ook loopt er een proef met publiek-coöperatieve huisvesting. Als onderdeel van de rondleiding kregen we een pand te zien waar honderdvijftig mensen, vooral families, zijn gehuisvest. De huur is inkomensafhankelijk: maximaal 25 procent van de maandelijkse inkomsten. Het zijn de eerste sociale huurwoningen in de hele stad.

De aanpak van Jadue heeft trekken van ‘oud’ en ‘nieuw’ links. In het van bovenaf opgelegde sociale beleid zien we het ‘oude’ communisme terug van Jadués politieke partij. Er is weinig te zien van de radicale democratie, zoals de buren van Valparaíso die voorstaan. Tegelijk schuilen in het lokaal-specifieke karakter van de projecten, de voorkeur voor een coöperatieve aanpak en de eigenwijze houding ten opzichte van de nationale overheid wel degelijk elementen van het municipalisme.

Urbanisatie versus Steden

Het municipalisme kent een aantal theoretische grondleggers. David Harvey bijvoorbeeld, die schreef over rebel cities die het voortouw nemen in de mondiale strijd tegen het kapitalisme. Een andere grondlegger is historicus en politiek filosoof Murray Bookchin. De meeste municipalisten hebben zijn boek Urbanization without Cities (1992) wel gelezen. Steden, schrijft Bookchin, hebben niet alleen een hoge bevolkingsdichtheid, ze zijn ook gelaagd en sociaal divers, en er is van oudsher veel toewijding en zorg voor de publieke zaak.

Dat de eerste steden ontstonden als gevolg van toegenomen productiecapaciteit na de uitvinding van de landbouw, zoals algemeen wordt aangenomen, is volgens Bookchin een neoliberaal frame. Hij stelt dat ze eerder ontstonden uit een uitbreiding van de familiebanden uit de tribale samenleving. Die lijn zette zich door in steeds ‘modernere’ steden, in steeds nieuwe vormen, in het burgerschap van het oude Athene, in de ‘broederschap’ van Middeleeuwse Italiaanse steden, in de autonomie en referenda van vroegmoderne Zwitserse regio’s. Zelfs tijdens de opkomst van het industrieel kapitalisme in het begin van de negentiende eeuw, schrijft Bookchin, imiteerden arbeiders een ‘dorpscultuur’ in de buurten, barrios en quartiers, met een rijk gemeenschapsleven en mutual aid networks.

Dat decentralisering een grote rol speelt, wil niet zeggen dat municipalisten pleiten voor zelfvoorzienendheid of isolatie.

Volgens Bookchin verslindt het kapitalistisch grow-or-die-ethos onze steden en verandert ze in anonieme megastructuren waar massale consumptie en productie doelen op zich zijn geworden. Steeds verder uitdijende industriële, commerciële, zaken- en winkelcentra zijn hiervan het symbool. ‘Steden,’ schrijft hij, ‘verloren hun vorm als onderscheidende en rijke culturele entiteiten op menselijke schaal, met beheersbare politiek. Ze zijn veranderd van ethische arena's met een uniek menselijke, beschaafde vorm van saamhorigheid, in immense, overheersende en anonieme markten.’

In die overheersende markt, maar ook in de bijbehorende overheidsstructuren, worden mensen weinig aangemoedigd om mee te doen aan het publieke en politieke leven, en daarmee om zich te ontwikkelen tot burgers. Het municipalisme wil die machtsstructuren doorbreken – democratisering van onderop – en bovendien de stad zelf terugwinnen, en het leven erin.

Decentraal én internationaal

Het radicaal democratische municipalistische ideaal gaat vaak gepaard met de roep om meer decentralisering en lokale autonomie. Hoe dichter bij de mensen, is het idee, hoe radicaler – gewortelder – de democratie, en hoe meer instituties meebewegen met regionale verschillen. Zonder autonomie en budget, zeggen de municipalisten, is elke vorm van (lokale) democratie een hol begrip.

Europese steden anno nu hebben over het algemeen meer macht ten opzichte van nationale overheden dan steden in Latijns-Amerika.

Valparaíso en Recoleta opereren bijvoorbeeld in een sterk gecentraliseerde nationale context, waarin de stad maar weinig autonomie heeft, een erfenis uit het dictatoriale verleden. Barcelona, aan de andere kant, is onderdeel van Catalonië, een van de zeventien autonome regio's van Spanje en heeft relatief juist veel voor het zeggen. Dat verklaart deels de pionierende rol van deze stad. Hetzelfde geldt voor stadsregio Berlijn, dat de grondwettelijke status heeft van federale staat.

Dat decentralisering een grote rol speelt, wil niet zeggen dat municipalisten pleiten voor zelfvoorzienendheid of isolatie. Integendeel, een mondiaal, internationaal perspectief is essentieel. Fearless Cities, de internationale reeks municipalistische conferenties, is gestoeld op dit idee. Namens Barcelona en Comú hielp Xavi Ferrer in 2017 de eerste editie van Fearless Cities organiseren in Barcelona, waar onder andere de municipalistische burgemeesters Jorge Sharp en Ada Colau elkaar ontmoetten.

Toen Barcelona en Comú de verkiezingen won, werden ze benaderd door organisaties en platforms uit steden en regio’s van overal op de wereld. Ze maakten een lijstje met ‘inspirerende’ organisaties. Die deelden een aantal eigenschappen, zegt Ferrer. ‘Ze hadden een pragmatische blik op de instituties, sterke lokale wortels en tegelijk een mondiaal perspectief zodat het “lokalisme” niet blind zou zijn voor internationale problemen en geen elementen van nationalisme of een “wij” versus “zij” kon bevatten.'

De acht conferenties die volgden, in Belgrado, Brussel, Warschau, Napels, Rosario, New York en Valparaíso, dienden als verbindingsmomenten voor de wereldwijde municipalistische beweging, maar waren vooral regionale conferenties, allereerst bedoeld om regionale betrokkenen in Zuid-Europa, Noord- en Centraal-Europa of Latijns-Amerika samen te brengen.

Uit netwerken rond Barcelona en Comú en Fearless Cities ontstonden weer andere, internationale groepen, zoals het European Municipalist Network (EMN), dat werd opgericht in 2021. Het netwerk bestaat uit mensen van lokale bewegingen, burgerorganisaties, denktanks, universiteiten en lokale politieke partijen uit zo'n twaalf Europese landen met een municipalistische inslag. Sophie Bloemen van Commons Network uit Amsterdam, een ‘werkplaats voor de sociaal-ecologische transitie’ (en voormalig werkgever van de auteur van dit stuk), is een van hen.

De paradox van Amsterdam is dat de gemeente een van de initiatiefnemers is van het municipalisme in de stad, terwijl municipalisme hoort te beginnen in de straten.

‘EMN,’ vertelt Bloemen, ‘is een netwerk voor kennisuitwisseling, een school bijna, voor municipalisten in Europa om van elkaar te leren. Wat gebeurt er in Nantes, hoe doen ze het in Napels, wat zijn de lessen uit Zagreb?’ In elke stad en regio ziet het politieke landschap er anders uit. ‘In Zuid-Europa heeft het municipalisme een feministische inslag. In Berlijn en Amsterdam gaat het over wonen, en over de transformatie van de economie als geheel. De veranderingen moeten gedragen worden door lokale bewegingen, daarom hebben we ook verschillende municipalismes nodig.’

Stap voor stap

Maar ondanks het pragmatisme gaat het altijd over het lokale, en over radicale democratie. Het gaat over politiek mét mensen, over de stad, over democratische processen. En over een lokale regering die het heft in handen neemt. Amsterdam heeft zo’n regering, zou je kunnen zeggen. De recente verkiezingsoverwinningen van GroenLinks in 2018, gevolgd door de Partij van de Arbeid in 2022, zorgden voor een heropleving van links met progressief beleid tot gevolg. Is Amsterdam een Nederlands voorbeeld van een fearless city, een voorbeeld van een municipalistische stad?

De gemeente probeerde het wel. GroenLinks, op dit thema aangevoerd door wethouder Rutger Groot-Wassink, wierp het municipalisme expliciet op als mogelijk alternatief voor de neoliberale orde. Groot-Wassink omschreef Amsterdam in 2019 als een ‘klein Gallisch dorpje dat dapper weerstand biedt aan het groeiende rechts-populisme en zich opwerpt als uitdager van het mondiale neoliberalisme’. De partij riep Amsterdam al snel uit tot fearless city en ondersteunde de oprichting van De 99 van Amsterdam, een ‘forum’ van burgerorganisaties en lokale bewegingen dat in 2019 en in 2021 municipalistische conferenties organiseerde.

De paradox van Amsterdam is dat de gemeente een van de initiatiefnemers is van het municipalisme in de stad, terwijl municipalisme hoort te beginnen in de straten en ‘eindigt’ in de instituties, niet andersom. En de beweging in de straten van Amsterdam is tot op heden zeer gefragmenteerd.

Er zijn wel elementen in het stadsbestuur die je municipalistisch zou kunnen noemen. De gemeente maakt bijvoorbeeld werk van een autovrije stad, met meer ruimte voor het sociale leven. En begon jaren geleden al – weliswaar op veel kleinere schaal dan Barcelona of Parijs – met participatief begroten op stadsdeelniveau. Ook is er van oudsher een tendens in de stad die gericht is op het coöperatieve beheer van energie en woningen. Een groep (burger)organisaties, waaronder Commons Network, werkt nu samen met de gemeente aan een zogenaamde incubator om de coöperatieve ‘sector’ verder te stimuleren.

Het zijn voorzichtige stappen richting een meer municipalistisch idee van de ‘stad’. Die voorzichtigheid is inherent aan municipalistische verandering: stap voor stap, steeds weer lerend van de vorige stap, evalueren, meer mensen betrekken, aanpassen, het is een proces zonder einde. Het municipalisme is een stroming zonder magisch einddoel of routekaart. Zonder hoop zelfs om ooit een perfecte stad te bereiken, omdat municipalisten zich realiseren dat een utopie een utopie is en er geen systeem bestaat dat zo’n utopie in de praktijk mogelijk maakt.

Die pragmatiek onderscheidt het municipalisme van de grote linkse vertogen van weleer. Van Belgrado tot Barcelona en van Warschau tot Valparaíso wordt zo niet alleen gewerkt aan alternatieven voor het neoliberalisme, maar ook aan andere vormen van politiek; bescheiden, feministisch, en radicaal democratisch. En aan een stad die burgers bijeen brengt in het publieke leven in plaats van hen uit elkaar drijft als consumenten. Hoe die stad eruitziet, is afhankelijk van de context, maar één ding is zeker: ze zal door mensen zijn gemaakt.

Het bericht Municipalisme: hoe de wil van de mensen wet wordt verscheen eerst op Vrij Nederland.

https://www.vn.nl/municipalisme/

Meer grote natuurbranden, maar omwonenden liggen er niet wakker van (Omroep Brabant)

De grootste natuurbrand van Nederland in 2020 in Deurnese Peel had grote gevolgen voor het nabijgelegen Helenaveen. Toch lijken de inwoners niet wakker te liggen van het toegenomen risico op grote natuurbranden. Daarvoor waarschuwen experts in een rapport dat maandag is gepresenteerd. "Dat er hier af en toe een natuurbrand zal ontstaan, lijkt me duidelijk, maar ik denk niet aan verhuizen", reageert een van hen.

De wetenschappers waarschuwen dat Nederland door warmer en droger weer steeds vaker te maken zal krijgen met onbeheersbare natuurbranden.

"Het zal steeds vaker voorkomen dat natuurbranden niet meer geblust kunnen worden, maar pas stoppen als er geen bomen en planten meer over zijn", schrijven de onderzoekers. Dat heeft volgens hen grote gevolgen voor gezondheid, welzijn, natuur en economie.

Volgens de onderzoekers moet de brandweer meer worden ingericht op natuurbranden. Medewerkers moeten anders worden opgeleid en regels voor bedrijven in de buurt natuurgebieden moeten worden aangepast. Ze pleiten zelfs voor een 'nationaal actieplan'.

Peter van Dijk woont al bijna dertig jaar in Helenaveen. Hij stelt dat hij niet bang is voor het toegenomen risico. "Bij een rookpluim schrik je wel even, maar ik heb het idee dat de brandweer en Staatsbosbeheer nu beter voorbereid zijn dan toen", zegt hij. "Dat er hier af en toe een natuurbrand zal ontstaan, lijkt me duidelijk, maar ik denk niet aan verhuizen."

Bij de natuurbrand in 2020 werd Van Dijk geëvacueerd. "Ineens staat de politie op de stoep", herinnert hij zich. "Je hebt vijf minuten om belangrijke spullen te pakken en dan moet je gedwongen je huis verlaten. Dat is heel vreemd."

Ook Dirk Verberne (40) weet het nog goed: "Vanuit mijn achtertuin kon ik het vuur zien. Als de brandweer dan zo groots uitrukt, maakt dat wel indruk", zegt hij. Bang dat zijn huis zou afbranden, was hij niet.

Verberne werd gevraagd zijn huis te verlaten, maar dat deed hij niet. "Je huis is je veilige haven. Daar wil je niet weg. En bovendien: als het vuur dicht bij mijn huis komt, heb ik er meer aan om er te zijn. Dan kan ik nog met water in de weer gaan."

Het Ministerie van Justitie en Veiligheid vindt het onderzoek van de wetenschappers 'zeer bruikbaar'. Het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit buigt zich momenteel ook over een ander advies over bosbrandene.

https://www.omroepbrabant.nl/nieuws/4216362/meer-grote-natuurbranden-maar-omwonenden-liggen-er-niet-wakker-van

Uittip! Van workshops tot wijktours: hier in Rotterdam start de architectuurbiƫnnale (indebuurt Rotterdam)

De gevolgen van onze voetafdruk op aarde zijn steeds voelbaarder: smeltende ijskappen, bosbranden, overstromingen en droogteperioden. Dit werd 50 jaar geleden al voorspeld in het rapport van de Club van Rome, een groep academici, wetenschappers, politici, diplomaten en industriëlen. Nu, vijftig jaar na het verschijnen van dit baanbrekende rapport over milieubewustzijn, maakt de tiende editie van de Internationale Architectuur Biennale Rotterdam (IABR) de balans op.

De tentoonstelling IT’S ABOUT TIME brengt historisch onderzoek, inspirerende praktijkvoorbeelden en toekomstscenario’s samen. De titel is afgeleid van de steeds verder oplopende tijdsdruk om de gevolgen van klimaatverandering tegen te gaan. Van 22 september tot en met 13 november bezoek je de tiende editie van de Architectuur Biennale Rotterdam. Ruim zeven weken lang ontdek je hoopvolle, reële mogelijkheden van nieuwe richtlijnen naar een leefbare toekomst. Dat gaat ons toch allemaal aan? Lees snel verder.

In een voormalige gashouder

De tiende editie van de Architectuur Biennale Rotterdam vindt plaats van 22 september tot en met 13 november in het Havengebied van Rotterdam. De Tentoonstelling IT’S ABOUT TIME wordt gepresenteerd op een passende locatie, namelijk: de Ferro. Dit is een imposante, voormalige aardgashouder in het westelijk havengebied van Rotterdam. IT’S ABOUT TIME toont het werk van heel wat gerenommeerde, internationale architecten en jong talent. Alle deelnemers vind je op deze pagina.

Lees verder onder de foto

https://media.indebuurt.nl/rotterdam/2022/09/05173716/Ferro-2.jpeg

De Ferro | Beeld via Architectuur Biennale Rotterdam

In het nabijgelegen Keilepand komt het werk aan bod van The Future Generation: een selectie afstudeerprojecten van studenten uit Nederland en België. Uiteraard allemaal gerelateerd aan het onderwerp ecologische voetafdruk.

Tussen beide programma’s in is er een breed programma met ruimte voor dialoog, kennisopbouw en experiment, met rondleidingen, lezingen, workshops en een speciaal ontwikkeld programma voor kinderen en jongeren.

Openingsweekend: 22 september tot en met 24 september

Het driedaagse openingsweekend van de Architectuur Biennale begint op donderdag 22 september. Drie dagen lang bezoek je onder meer: een openingssyposium, performances, presentaties, workshops, rondleidingen en wijktours.

Om alvast een tipje van de sluier te geven, vind je hieronder het programma van de openingsdriedaagse op 22, 23 en 24 september. Tijdens de openingsdriedaagse zijn de activiteiten gratis voor iedereen met een geldig toegangsbewijs:

IT’S ABOUT TIME trapt af op donderdag 22 september met een driedaags openingsprogramma. De Architectuur Biennale Rotterdam opent om 17.30 uur de deuren voor het publiek. Om 18.00 uur luidt een geluidsperformance de start in van de bijna acht wekende durende manifestatie.  

Tijdens het makers-programma van vrijdag 23 september (voertaal voornamelijk Engels) geven deelnemende ontwerpers de gehele dag door presentaties. De dag wordt afgesloten met een reflectie van Saskia van Stein, directeur van de Architectuur Biennale Rotterdam en een vooruitblik door Derk Loorbach, professor socio-economische transities, directeur DRIFT en zijn co-curatoren van IT’S ABOUT TIME.  

Op zaterdag 24 september is er een doorlopend publiek programma (voertaal Nederlands) met workshops, rondleidingen, wijktours en performances. Van 15.00 tot 17.00 uur is er een openingssymposium. Tip: Voor kinderen zijn er vanaf 1 oktober kleiworkshops. 

Lees verder onder de foto

https://media.indebuurt.nl/rotterdam/2022/09/05173825/Sponge-City-Project-by-Kongjian-Yu.jpeg

Sponge City Project made by Kongjian Yu

Tickets kopen

Ook zo geïnteresseerd geworden naar de Architectuur Biennale Rotterdam? Wil je alles te weten komen over nieuwe initiatieven voor een leefbare toekomst? Kom dan ook langs! Koop hier jouw tickets.

Het bericht Uittip! Van workshops tot wijktours: hier in Rotterdam start de architectuurbiënnale verscheen eerst op indebuurt Rotterdam.

https://indebuurt.nl/rotterdam/doen/uittip-van-workshops-tot-wijktours-hier-in-rotterdam-start-de-architectuurbiennale~256068/

Grote bosbranden, hitte en droogte geselen Portugal en Frankrijk (Welingelichte Kringen)

Portugal en Frankrijk hebben de handen vol aan grote bosbranden, hitte en droogte. En het ergste met nog komen. Zo staan delen van Noord- en Midden-Portugal "steile temperatuurstijgingen" tot meer dan 40 graden te wachten die tot minstens dinsdag zullen aanhouden, aldus het meteorologisch instituut van Portugal. Ook in Zuid-Frankrijk blijft het voorlopig erg warm.

In Noord- en Midden-Portugal waren dit weekend zo'n duizend brandweerlui in de weer om bosbranden te blussen. Een bejaardentehuis en een rivierstrand werden uit voorzorg geëvacueerd. Ook in het Mafra-gebied, ongeveer 40 kilometer ten noorden van hoofdstad Lissabon, woeden stevige branden. Op televisiebeelden was te zien hoe bewoners probeerden de opmars van de vlammen te vertragen door hun tuinen nat te spuiten, terwijl de vlammen door naburige bossen razen. Zij worden bijgestaan door 400 brandweerlieden.

In Zuid-Frankrijk brandde 350 hectare af in Gard, waar een brandweerman ernstig gewond raakte, en 35 hectare in de buurt van Marseille, waardoor snelwegen rondom de havenstad gedeeltelijk werden afgesloten. Bij een brand in een dennenbos in de stad Aubais, ten zuiden van Nimes, raakten vier brandweerlieden gewond waarvan een ernstig, meldde minister van Binnenlandse Zaken Gerald Darmanin.

https://www.welingelichtekringen.nl/samenleving/3532912/grote-bosbranden-hitte-en-droogte-geselen-portugal-en-frankrijk.html