Eerlijk zijn over 1,5 graden kan publiek helpen opwarming beter te begrijpen (ThePostOnline)

COP28

(Zahra Hirji, Bloomberg, 1 december 2023) – Als het gaat om het collectieve doel om de wereldwijde temperatuurstijging te beperken tot 1,5 graden Celsius, is er maar één aanvaardbaar gespreksonderwerp in de aanloop naar de COP28 conferentie in Dubai.

“We moeten laten zien dat de internationale gemeenschap haar beloften kan waarmaken en een duidelijk signaal afgeven dat 1,5 binnen bereik blijft,” zei COP28 voorzitter Sultan Al Jaber op 30 oktober.

Op het Bloomberg New Economy Forum op 9 november beschreef de Amerikaanse klimaatgezant John Kerry de COP28 als “cruciaal om de kans te openen om 1,5 graden levend te houden”.

Een week later schreef het Europees Parlement een resolutie ter ondersteuning van het verdrievoudigen van hernieuwbare energie tegen 2030 en het snel uitfaseren van fossiele brandstoffen om “1,5C binnen bereik te houden”.

Ongemakkelijke waarheid

Al deze oproepen logenstraffen een ongemakkelijke waarheid: de planeet is nu 1,2 graden Celsius warmer dan in het pre-industriële tijdperk en zou al binnen tien jaar de 1,5 graden Celsius kunnen overschrijden.

James Hansen, een voormalig NASA-wetenschapper die in 1988 voor het Congres getuigde over de opwarming van de aarde, noemde 1,5 graden Celsius onlangs “doder dan een deurspijker“. Hoewel sommigen dit alleen privé doen, is een groeiend aantal wetenschappers en beleidsdeskundigen het hiermee eens.

Voor het grootste deel is de kloof tussen de manier waarop functionarissen 1,5 graden Celsius bespreken en de haalbaarheid ervan een kenmerk, geen probleem.

Waarnemers van klimaatpraat zeggen dat de berichtgeving deel uitmaakt van een berekende strategie, een strategie die eerder heeft gewerkt, om regeringen en bedrijven te motiveren voor klimaatactie.

2 graden Celsius

Maar nu de mensheid de boeken sluit van het warmste jaar ooit, is het de moeite waard om je af te vragen of de strategie nog steeds werkt – en wat er verloren zou kunnen gaan door deze te blijven omarmen.

Voor 1,5 graden Celsius was er 2 graden Celsius. In 1995 publiceerde het IPCC het eerste deel van zijn Tweede Beoordelingsrapport, waarin het waarschuwde dat een verdubbeling van kooldioxide in de atmosfeer de planeet tussen 1,5 graden Celsius en 4,5 graden Celsius zou kunnen opwarmen, met een beste schatting van 2,5 graden Celsius.

Het jaar daarop begon de Europese Unie aan te dringen op een 2 graden Celsius doelstelling – “omdat het groter is dan één en kleiner dan drie,” grapt David Victor. Hij is professor in innovatie en publiek beleid die onderzoek doet naar decarbonisatie aan de Universiteit van Californië in San Diego.

Overeenkomst van Parijs

Tegen COP15 in 2009 begon wetenschappelijk onderzoek de gevaren van een wereldwijde gemiddelde temperatuurstijging van 2 graden Celsius te verduidelijken; deelnemers aan de conferentie kwamen overeen om te streven naar “minder dan 2 graden Celsius”.

Een jaar later verwees de formele verklaring van COP16 naar “de noodzaak om” 1,5 graden Celsius te overwegen als een sterker “mondiaal doel op lange termijn”.

Toen kwam in 2015 de Overeenkomst van Parijs, waarin zo’n 200 landen overeenkwamen om de opwarming te beperken tot ruim onder de 2 graden Celsius, “met 1,5 graden Celsius als een soort ambitieuze doelstelling”, zegt Kate Marvel. Zij is senior klimaatwetenschapper bij de non-profit Project Drawdown.

1,5 graden Celsius is sindsdien synoniem geworden met het akkoord en het opnemen ervan werd gezien als een grote overwinning voor kleine eilandstaten en andere kwetsbare landen. De gedachte was dat het “motiverend zou werken”, aldus Marvel. “We moeten een doel hebben om naar te streven.

Zeespiegelstijging

Er was alleen één probleem. Weinig beleidsmakers en niemand in het grote publiek wist echt hoe een wereld van 1,5 graden Celsius eruitzag, wat er voor nodig was om daar te komen en of het verschil tussen 1,5 graden Celsius en 2 graden Celsius echt significant was. Dus vroegen de partijen bij het Akkoord van Parijs het IPCC om dit te onderzoeken.

Het resulterende rapport, gepubliceerd in oktober 2018, geeft voor het eerst gedetailleerd weer wat er op het spel staat bij een extra halve graad opwarming. Het rapport toonde aan dat een wereld met 1,5 graden Celsius veel minder extreme hitte, overstromingen en bosbranden zou hebben dan een wereld met 2 graden Celsius.

Tegen 2100 zou de wereldgemiddelde zeespiegel ongeveer 0,1 meter minder stijgen, waardoor tot 10 miljoen mensen minder gevaar lopen.

Natuurlijk was 1,5 graden Celsius absoluut niet “veilig” – zeg maar dag tegen de meeste koraalriffen – maar het rapport maakte duidelijk dat het veel beter zou zijn dan een 2 graden Celsius alternatief.

Strijdkreet

Vrijwel van de ene op de andere dag werd 1,5 graden Celsius een strijdkreet voor iedereen, van jeugdige klimaatactivisten tot ontwikkelingslanden, die het allemaal gebruikten om de noodzaak van grotere en snellere klimaatactie te benadrukken.

“Toen het 1,5-rapport uitkwam, was er een zekere mate van ‘freakout-ittude‘”, zegt Samantha Gross, directeur van het Energy Security and Climate Initiative aan het Brookings Institution. “Je weet wel: Oh mijn god, oh mijn god, wat gaan we doen?”

Maar door 1,5 graden Celsius serieus te nemen, wordt de mogelijkheid dat we die niet halen ook zwaarder, en dat gewicht kan demotiverend werken, eng zelfs: als we 1,5 graden Celsius overschrijden, kunnen we net zo goed de hoop opgeven.

“Je hoort mensen wel zo praten. Dat is waar ik denk dat het niet alleen een afleiding wordt, maar ook gevaarlijk,” zegt Robert Kopp, een professor klimaatwetenschappen aan de Rutgers University.

“Het is niet zo dat er iets magisch gebeurt bij 1,51 dat niet gebeurde bij 1,49”, zegt Zeke Hausfather, een klimaatwetenschapper bij de non-profit organisatie Berkeley Earth.

“De retoriek rond ‘1,5 om in leven te blijven’ doet het voorkomen als een klimatologisch significante drempel op een manier die niet bijzonder goed ondersteund wordt door de wetenschap.”

Op rand van levensvatbaarheid

Technisch gesproken is 1,5 graden Celsius nog niet dood: geloofwaardige computermodellen laten zien dat er nog steeds een manier is om de temperatuur tot die drempel te beperken. Gavin Schmidt, directeur van NASA’s Goddard Institute for Space Studies, beschrijft het doel als “niet onhaalbaar vanwege de fysica”.

Marvel van Project Drawdown omschrijft 1,5 graden Celsius als “nog steeds mogelijk, maar wel op de rand van levensvatbaarheid”.

Hoe mogelijk precies hangt ook af van welke van de twee paden wordt besproken.

Het eerste pad, waarbij de temperatuurstijging 1,5 graden Celsius bereikt en daar blijft, is zo smal, zo steil en erodeert zo snel dat de kans dat het gehaald wordt “heel klein” is, geeft Schmidt toe. “Als in nul.”

Robin Lamboll, een onderzoeker aan het Imperial College in Londen, zegt alleen dat “de hoeveelheid politieke wil die momenteel aan de dag wordt gelegd, er niet hoopvol uitziet dat die wil ook daadwerkelijk wordt geëvenaard.”

Overshoot-scenario

In het andere scenario stijgen de temperaturen meer dan 1,5 graden Celsius, maar dalen ze later in de eeuw weer als de natuur en de technologie meer emissies terugdringen. Dit staat bekend als het overshoot’-scenario. Hier is er nog minder consensus over wat haalbaar is.

Lamboll zegt dat “1,5 graden aan het eind van de eeuw een stuk aannemelijker is”, terwijl Schmidt nog steeds denkt dat het niet zal gebeuren.

Beide wegen naar 1,5 graden Celsius komen met dezelfde controlepunten. Elk land zal zijn uitstoot zo snel mogelijk naar netto nul moeten brengen.

Dit betekent dat er veel meer hernieuwbare energiecapaciteit nodig is, veel minder afhankelijkheid van fossiele brandstoffen en een snelle opschaling van door de mens gemaakte CO2-verwijderingstechnologie als aanvulling op natuurlijke CO2-verwijderende middelen zoals bomen.

Maar het omarmen van overshoot – of het in ieder geval gebruiken om een langzamere uitfasering van kolen, olie en gas te rechtvaardigen – dreigt averechts te werken door klimaatmaatregelen uit te stellen en een nog warmere, gevaarlijkere toekomst te garanderen.

1,7 graden

En de kansen zijn al groot. Vorige maand schatte het milieuprogramma van de Verenigde Naties de kans dat de doelstelling zonder overschrijding wordt gehaald op slechts 14%.

In een rapport uit 2021 concludeerden IPCC-wetenschappers dat zelfs als landen de uitstoot zo drastisch mogelijk zouden verminderen, “het waarschijnlijker is dan niet” dat de 1,5 graden Celsius in de komende decennia wordt overschreden voordat de temperaturen weer dalen.

“Ik denk dat 1,5 graden steeds minder bruikbaar wordt naarmate het moeilijker wordt,” zegt Lamboll, en hij voegt eraan toe dat hij 1,7 graden Celsius steeds vaker begint te zien in wetenschappelijke artikelen.

Eerlijker zijn over 1,5 graden Celsius kan het publiek helpen om de huidige staat van opwarming beter te begrijpen en zich voor te bereiden op wat komen gaat.

Gevoel van urgentie

Maar voorstanders van het klimaat zeggen dat ze vrezen dat het, paradoxaal genoeg, ook het gevoel van urgentie zou kunnen verminderen.

“De politieke gevolgen van zeggen ‘1,5 graden Celsius is niet haalbaar’ – van knipperen, zo je wilt – die politieke gevolgen zijn groot,” zegt Victor. “Dus niemand wil de kogel opvangen.”

Tijdens de COP28 in Dubai zal 1,5 graden Celsius centraal staan – deels omdat dit jaar een ontnuchterende glimp ervan is op te vangen.

Begin november waren er volgens de VN in 2023 meer dan 80 dagen met temperaturen van minstens 1,5 graden Celsius boven het pre-industriële niveau, samen met effecten van de tweede orde zoals dodelijke bosbranden, schadelijke overstromingen en historische droogte. Na een recordhoge septembermaand noemde Hausfather de hitte “waanzinnig bananas”.

“We zijn al onveilig en we hebben de 1,5 graden Celsius nog niet bereikt”, zegt Rachel Cleetus, beleidsdirecteur van het non-profit klimaat- en energieprogramma van de Union of Concerned Scientists.

COP28 zal ook de eerste “wereldwijde inventarisatie” omvatten, een rigoureuze beoordeling van hoe de klimaatinspanningen op landenniveau zich verhouden tot de doelstellingen van Parijs.

Misvattingen

Het proces, dat bedoeld is als informatie voor de volgende ronde van nationale klimaatbeloften in 2025, zal zeker duidelijk maken hoe weinig landen zo snel of agressief bewegen als nodig is om 1,5 graden Celsius binnen de realiteit te houden.

Wat de inventarisatie echter niet zal doen, is die beperkte vooruitgang vergelijken met wat het zou zijn geweest zonder de overeenkomst van Parijs.

Misschien is de grootste ironie van het 1,5 graden Celsius-gespreksonderwerp wel dat het, door zo duidelijk aan te geven welke vooruitgang er nog nodig is, de misvatting kan versterken dat er nog geen vooruitgang is geboekt.

5,2 graden opwarming

In 2015, net voordat het Akkoord van Parijs werd gesloten, schatte de VN dat zelfs als de meest ambitieuze klimaatdoelen op landenniveau zouden worden gehaald, de aarde 66% kans had op een opwarming tussen 3 graden Celsius en 3,5 graden Celsius in 2100.

Datzelfde jaar schatte MIT’s Energy and Climate Outlook de opwarming op 3,1 graden Celsius tot 5,2 graden Celsius tegen het einde van de eeuw.

Vorige week publiceerde de VN de laatste versie van hetzelfde rapport. Daaruit bleek dat als alle nationale doelen worden gehaald, de wereld waarschijnlijk tussen de 2,5 graden Celsius en 2,9 graden Celsius zal opwarmen in 2100.

“Dat is een enorme verandering,” zegt Gross. “Is het alles wat we willen? Nee. Is het beter? Oh hell yes!

Eerlijk zijn over 1,5 graden kan publiek helpen opwarming beter te begrijpen

https://tpo.nl/2023/12/01/eerlijk-zijn-over-15-graden-kan-publiek-helpen-opwarming-beter-te-begrijpen/

Verkiezingspodcast: “Verduurzamen van huizen moet veel eenvoudiger worden zonder gekke regels” (Oog TV)

Het verduurzamen van huizen moet snel worden aangepakt, waarbij de oplossing ligt in het eenvoudiger maken. GroenLinks-PvdA en BBB vinden beide dat de regelgeving nu nodeloos ingewikkeld is.

In de aanloop naar de Tweede Kamerverkiezingen op 22 november presenteert OOG Tv verschillende podcastafleveringen waarin Groningse kandidaat-Kamerleden met elkaar in debat gaan. Bij elke uitzending staat er één thema centraal. In de derde aflevering gaat het over klimaat. Moet er in Groningen een kerncentrale komen? Moeten er meer windmolens en zonneparken komen? En waar plaatsen we die dan? In deze uitzending zijn Herma Hemmen, de nummer 17 van de BBB, en Julian Bushoff, de nummer 8, van GroenLinks-PvdA te gast. Meer informatie over de verkiezingen vind je ook op onze Groningen Kiest-website.

Beluister hier de podcast:

In deze podcast-serie werd bij eerdere afleveringen gesproken over:

Klimaatakkoord

Zware regenbuien zorgen steeds vaker voor problemen. Foto: Rick ten Cate – tencatefotografie.nl

Julian Bushoff (Groenlinks-PvdA): “Klimaatveranderingen zorgen steeds vaker voor problemen”
In het klimaatakkoord is afgesproken dat we 50 procent minder CO2 uitstoot gerealiseerd moeten hebben in 2030. In 2050 moet die uitstoot met 95 procent zijn teruggebracht. Bushoff: “Als we kijken naar het klimaat, dan gaat het daar niet goed mee. In onze directe leefomgeving zien we de gevolgen. Steeds vaker zorgen klimaatveranderingen voor grote problemen. Extremer weer bijvoorbeeld, maar ook enorme droogte en bosbranden. De noodzaak om dit aan te pakken is groot, maar tegelijkertijd zien we dat er nog te weinig stappen worden gezet. Na deze verkiezingen zullen we echt meer meters moeten gaan maken. Belangrijk daarbij is dat we dat op een rechtvaardige manier gaan doen, zodat ook mensen met een kleine portemonnee hier van gaan profiteren. Daarom moeten we als de wiedeweerga huizen gaan verduurzamen. Dat is goed voor het klimaat, maar ook goed voor de portemonnee van de mensen zelf.”

Herma Hemmen (BBB): “We moeten realistischer kijken naar de uitvoerbaarheid”
De BBB denkt dat de doelen van het klimaatakkoord niet haalbaar zijn. “Als partij zullen we er alles aan doen om deze doelstellingen te halen. Maar het is wel belangrijk om realistisch te kijken naar de uitvoerbaarheid van de maatregelen, en naar de draagbaarheid. Kunnen we bepaalde maatregelen wel vragen aan de inwoners? Neem de hybride warmtepomp. Vanaf 2026 wordt het verplicht om zo’n pomp aan te schaffen. Maar voor veel huishoudens is zoiets helemaal niet betaalbaar. Daarom zeggen wij: kijk wat kan, wat is haalbaar?”

“Er wordt de laatste jaren vooral naar boeren gekeken”
Bij de partij van Hemmen is het motto dat wie rood staat niet groen kan doen. Terwijl ondertussen niet ontkent kan worden dat de klimaatklok de 12.00 uur gepasseerd is. “Op het gebied van CO2-doelen is er al best iets bereikt. Maar inderdaad, het gaat niet goed met het klimaat. Er zal een bijdrage geleverd moeten worden. Door boeren, door burgers, door bedrijven en door vliegmaatschappijen. Mijn partij is ontstaan doordat er de afgelopen jaren een beeld is geschapen waarbij we vooral naar de boeren kijken. Feit is dat het overgrote deel van het beleid bij boeren wordt gelegd. Daar moet de oplossing vandaan komen. En dat is niet terecht. Aan de CO2-resultaten die bereikt zijn, daar hebben boeren aan grote bijdrage aan geleverd. De landbouw en veeteelt telt voor 16 procent mee in de totale uitstoot. We moeten ook wat gaan verwachten van de industrie en de vervoersector. Het moet realistischer, het moet eerlijker.”

Julian Bushoff (GroenLinks-PvdA): “Grote vervuilers moeten de grootste bijdrage leveren”
Bushoff is het daar wel mee eens: “De constatering is dat we een groot probleem hebben. En om dat op te lossen zal iedereen een bijdrage moeten doen. Het vraagt wat van boeren, maar het vraagt ook wat van de industrie. En eens: de industrie is te vaak, en te lang, ongemoeid gelaten. En ik snap ook dat onrechtvaardigheidsgevoel dat ontstaan is. Boeren en mensen met een kleine beurs moeten iets doen, terwijl de grote vervuiler ongemoeid wordt gelaten. Wij vinden dat het klimaatbeleid rechtvaardiger moet. Grote vervuilvers moeten ook de grootste bijdrage leveren. Ook vliegtuigmaatschappijen. Mensen die meerdere keren per jaar vliegen, of privéjets tot hun beschikking hebben, die betalen nu bijna geen belasting. Op dat vlak moeten we aan knoppen gaan draaien. En nee, ik heb het niet over iemand die eens in de vijf jaar op vliegvakantie gaat. Wat ik betoog is dat het vooral eerlijker moet.”

Herma Hemmen (BBB): “Het klimaatprobleem gaat over grenzen heen”
Hemmen wil het nog wat scherper hebben. “Waar ik niet blij van word is de spagaat. Bedrijven, die grote vervuilers zijn, bieden tegelijkertijd ook veel werkgelegenheid. Ze maken producten die we allemaal nodig hebben. We kunnen strenger beleid voeren, maar het risico is dat zulke bedrijven dan naar het buitenland gaan, waar minder strenge regels zijn. Dit onderwerp, het klimaatprobleem, dat gaat over grenzen heen. Wij zijn voor een sterke maakindustrie. Waarbij we vooral de innovatie, op het gebied van klimaat, willen stimuleren. We willen bedrijven niet wegjagen.”

Tekst gaat verder onder het kader:

Wie is Julian Bushoff?
Julian Bushoff werd geboren in Groningen in 1997. Hij werkte als biologische groenteverkoper op de markt en als arbeidscoach voor Vluchtelingenwerk Noord Nederland. Hij studeerde Economie en Internationale Betrekkingen aan de Rijksuniversiteit Groningen. In 2018 kwam hij in de gemeenteraad terecht, waarbij hij vanaf 2019 fractievoorzitter was. Vorig jaar riep Den Haag. Met het vertrek van Khadija Ariben kwam er een stoel vrij, die door Bushoff in werd genomen.

Julian Bushoff reageert op een vraag van presentator Maarten Siepel. Foto: Lianne Darmeveil

Julian Bushoff (GroenLinks-PvdA): “Tegen bedrijven als Chemours moet je hard op treden”
De GroenLinks-PvdA wil ook geen bedrijven wegjagen: “Maar er is wel een klein verschil. Neem nu een bedrijf als Chemours. Mensen die in de omgeving van dit bedrijf wonen zijn ziek geworden. Tegen zulke bedrijven moet je hard gaan optreden. Je moet zeggen: of je gaat nu iets doen, of de deur gaat dicht. Het is onacceptabel dat mensen in de omgeving ziek worden.” Hemmen: “Daar zijn we het mee eens. Het is schandalig dat mensen ziek worden van uitstoot. Maar we vinden ook dat toezichthouders daar veel beter op hadden moeten toezien. Het heeft plaatsgevonden onder onze ogen. Hoe zorg je dat de uitstoot van een bedrijf schoner wordt?”

“Politiek moet dwingender zijn”
Nederland is het land van regeltjes. Toezicht is er op allerlei manieren, in de vorm van controles en vergunningen. Dat Chemours zoiets kan veroorzaken, zou eigenlijk onmogelijk moeten zijn. Bushoff: “Er is te lang weggekeken. Een bedrijf heeft een vergunning. Maar ook dat is politiek, en politiek leiderschap tonen. Je zult harde regels op moeten stellen waar bedrijven zich aan moeten houden, en er geen mogelijkheid is waar men zich aan kan onttrekken. Neem de NAM, Shell en Exxon. Zij hebben zich lang onttrokken aan de morele verplichting in de richting van Groningen met betrekking tot de gaswinning. De politiek zal veel harder moeten zijn. Je moet zeggen: wat jullie doen kan niet, en je gaat nu bijdragen aan de ontwikkeling van Groningen. En ben je niet bereid, dan ga je dwingen.”

Herma Hemmen (BBB): “We willen een overheid die er is voor de inwoners”
Het begrip ‘regeldruk’ laat het vuur bij de BBB ontbranden. “Bij grote bedrijven zie je dat het toezicht niet op orde is. Maar ondertussen is de regeldruk voor inwoners wel enorm toegenomen. En dat is een belangrijk speerpunt in ons verkiezingsprogramma. De afgelopen jaren is er een overheid gecreëerd die uitgaat van wantrouwen in plaats van vertrouwen in de richting van de inwoners. Wij willen dat omdraaien. Wij willen een overheid die er is voor de inwoners. Aan deze kant van het spectrum moeten regels geschrapt worden. Aan de andere kant van dat spectrum moeten we er voor zorgen dat de regels voor bedrijven goed op orde zijn. Daar moeten we op controleren. Op die manier zal ook veel sneller duidelijk worden wanneer er negatieve effecten op een omgeving afstralen, waardoor je veel sneller en gerichter in kunt grijpen.”

Landbouw

Hebben boeren in Nederland bestaansrecht? Foto: Sebastiaan Scheffer

Julian Bushoff (GroenLinks-PvdA): “Boeren moeten een groter aandeel krijgen in landschapsbeheer”
Het werd al even genoemd. De boeren. Hoeveel perspectief heeft de landbouw? Bushoff: “Die hebben heel veel perspectief. Er zijn ook heel veel boeren die graag op een andere manier willen boeren, die juist goed is voor het klimaat. Daar zullen ook naar toe moeten. Maar het gaat wel gepaard met vragen. Want als je anders gaat boeren, kun je dan wel een goede boterham verdienen? Die zorgen zijn er. Wij als politiek moeten zeggen, ja, het kan anders en het moet anders. Het is nodig voor het klimaat. En om die boterham te kunnen verdienen, moeten boeren een veel groter aandeel krijgen in landschapsbeheer, waar fatsoenlijke vergoedingen voor gegeven worden. Dat is de toekomst: natuur-inclusief boeren.”

Herma Hemmen (BBB): “Beeld dat geschetst wordt over boerenbedrijven is niet een eerlijk beeld”
De BBB hangt daar een andere definitie aan: “Natuur-inclusief boeren is de weg. Maar de laatste jaren zijn er onmogelijke regels gecreëerd. Boeren zijn enorm geschaad in hun bedrijfsvoering. Er is veel innovatie en creativiteit aan de sector gevraagd. Ik zou ook willen adviseren om de documentaire ‘boeren op het platteland’ te bekijken. Wat heeft dit gedaan met het toekomstperspectief en de bestaanszekerheid van boeren? En GroenLinks-PvdA kan nu zeggen dat de natuur beheerd moet worden, maar dat doen boeren al eeuwen. Daar zijn we ook goed in. Het beeld dat nu geschetst wordt over boerenbedrijven is niet een eerlijk beeld. Dat eerlijke beeld moet terug. We moeten naar uitvoerbare regels, we moeten goed in gesprek, en op basis van feiten moet er beleid worden gemaakt.”

“Er is een beleid bedacht op basis van cijfers en modellen die niet kloppen”
Bushoff: “Het is een antwoord waar je het niet oneens mee kunt zijn. Maar wat wil de BBB nu concreet anders waarmee het klimaatprobleem echt wordt opgelost?” Hemmen: “De stikstofwet moet van tafel.” Bushoff: “Dat gaat het klimaat niet helpen.” Hemmen: “De afgelopen periode ging het over het uitkopen van piekbelasters in de buurt van natuurgebieden. Maar we zien dat de stikstof van deze bedrijven helemaal niet die gebieden neerdaalt. Er is een beleid bedacht op basis van modellen en cijfers die niet kloppen. We zeggen niet dat we niets moeten doen. Maar de landbouwsector heeft de afgelopen jaar de meeste innovatie getoond op het gebied van verduurzaming. Daar gaan we mee door. Maar om bij stikstof alleen te kijken naar de landbouw, dat is niet eerlijk. Je moet ook kijken naar de industrie, naar de vliegmaatschappijen. Met elkaar moet je een plan maken. Niet alleen kijken naar modellen, maar juist ook door met al deze mensen in gesprek te gaan.”

Kernergie

Is het een goed idee om kerncentrales in Groningen te bouwen als oplossing voor het energievraagstuk? Foto: Daniel West from FreeImages

Julian Bushoff (GroenLinks-PvdA): “Een kerncentrale lijkt mij niet handig”
In de energietransitie kan er voor gekozen worden om kerncentrales te bouwen. Op dat vlak staan de partijen lijnrecht tegenover elkaar. Bushoff: “Het lijkt mij niet handig om een kerncentrale in Groningen, of in de Eemshaven, te bouwen. Mensen zitten daar niet op te wachten. Als je nu gaat bouwen is zo’n centrale pas over vijftien of twintig jaar klaar.” Hemmen: “Dat is niet waar.” Bushoff: “Het kost veel geld, waarbij we juist in die tussenliggende jaren veel stappen kunnen zetten.”

Herma Hemmen (BBB): “Wij willen geen extra windmolens op zee”
Uit onderzoek blijkt dat kerncentrales, die in het afgelopen decennium gebouwd zijn, allemaal vertraging hebben opgelopen, waarbij het gemiddeld zeventien jaar duurt voor ze in bedrijf kunnen. Hemmen: “Dat van die vertraging klopt. Maar dat zie je ook bij windmolenparken. Daar kun je dezelfde sticker op plakken. Als je een middelgrote kerncentrale bouwt, dan duurt het zes tot acht jaar, voor het klaar. En dan kun je ‘nee’ schudden, maar zo kan het. Mijn partij vindt het belangrijk dat we kijken naar de complete mix. Dat we kernenergie toevoegen aan de volledige energiemix. Wij willen geen windmolens bijbouwen op de Noordzee. Er wordt daar al genoeg gebouwd, waarbij onbekend is wat dit doet met de biodiversiteit in de zee. We vinden het belangrijk dat de visserij de ruimte houdt. Deze discussie gaat over ruimte. Hoe gaan we met onze beperkte ruimte om? Daarom zeggen wij: niet méér zonne- en windmolenparken.”

Julian Bushoff (GroenLinks-PvdA): “Kerncentrale is voor de korte en lange termijn geen oplossing”
Bushoff: “Je kunt inderdaad in kortere tijd een kerncentrale operationeel maken, maar de praktijk wijst anders uit. Elk project, op dit gebied, kampt met veel vertraging. Als we nu gaan bouwen, dan zou dit betekenen dat we op zijn vroegst in 2040 een kerncentrale hebben. Het duurt te lang, en het is ook de enige energiebron die de komende jaren duurder zal worden. Terwijl wind en zon juist goedkoper worden. Dit is gewoon een slechte oplossing. Zowel voor de korte als de lange termijn, en ook in financieel opzicht, los je niks op.”

Tekst gaat verder onder het kader:

Wie is Herma Hemmen?
Hemmen groeide op in Ter Apel. Ze is werkzaam als adviseur in het Sociaal Domein. In haar vrije tijd maakt ze graag ruimte vrij voor haar twee honden, de tuin en de politiek. Hemmen zat sinds 2014 voor het CDA in de gemeenteraad van Westerwolde. Vorig jaar splitste ze zich, uit onvrede, af van deze partij, maar behield wel haar gemeentezetel. Eerder dit jaar werd bekend dat ze zich aangesloten had bij de BBB, en voor deze partij ook op de kandidatenlijst voor de Tweede Kamer staat.

Herma Hemmen aan het woord tijdens de opnames voor de podcast. Foto: Lianne Darmeveil

Herma Hemmen (BBB): “Wind en zon zijn geen stabiele energiestromen”
De manier hoe er wordt gekeken naar boeren, en het energievraagstuk, lijken de grootste verschillen te zijn tussen de BBB en GroenLinks-PvdA. Hemmen: “Wij vinden dat je goed moet investeren in een goede mix. En daar komt bij. Wind en zon zijn geen stabiele energiestromen. Je bent afhankelijk van de hoeveelheid wind en zon. Daar zul je rekening mee moeten houden.”

Julian Bushoff (GroenLinks-PvdA): “In Groningen zijn mooie stappen gezet op gebied van waterstof”
Bushoff: “Het is belangrijk om te realiseren dat elektriciteit maar een deel van de opgave is. De grootste uitdaging ligt ook niet op dit vlak. Je kunt ook inzetten op waterstof. Hier in Groningen zijn mooie stappen gezet, waarbij vrijwel alle bussen inmiddels op waterstof rijden. Dat is een duurzame oplossing. Kerncentrales zijn niet de oplossing. Wat moet je met al dat kernafval?” Hemmen: “Als je het energievraagstuk volledig bij een kerncentrale ligt, dan is de hoeveelheid energie, die jij als persoon gedurende je hele leven gebruikt, niet groter dan een appel. Daarnaast is het steeds beter op te slaan, en gaat de schadelijkheid op den duur naar beneden.”

Herma Hemmen (BBB): “Wij willen een energiemix waarbij we niets uitsluiten”
Voor GroenLinks-PvdA is dat het moment om duidelijkheid proberen te krijgen: “Het duizelt mij een beetje. De BBB zegt dat het wat wil doen aan de klimaatopgaven. Vervolgens zegt u dat stikstof van tafel moet, waarbij we het bij het oude laten. Bij duurzame energie wilt u niet meer windmolen, maar richt u zich op kernenergie. Wat gaat de BBB doen om de aarde leefbaar te houden?” Hemmen: “Wij willen vasthouden aan de klimaatdoelen. We zetten in op de mix. Dit kan een kerncentrale zijn, maar ook zeker de waterstofontwikkeling. Wij vinden het belangrijk dat die technologie zich kan blijven ontwikkelen. Maar het is goed om ons te realiseren dat het niet slim is om fossiele brandstoffen af te gaan bouwen als er nog geen alternatieven zijn. En in de kantlijn: het moet ook betaalbaar zijn.”

Wind- en zonne-energie

Zonneparken zijn de afgelopen jaren op diverse plekken in onze gemeente verrezen. Moeten we daar mee doorgaan? Foto: Joris van Tweel

Julian Bushoff (GroenLinks-PvdA): “Daken van huizen en gebouwen kunnen nog veel meer benut worden voor zonnepanelen”
De afgelopen jaren zijn windmolens als paddenstoelen uit de grond geschoten. Ook zonneparken zagen op diverse plekken het licht. Dit leidt steeds vaker tot onvrede. Bushoff: “Wij denken dat nog heel veel daken gebruikt kunnen worden voor zonne-energie. Dus wij zeggen: zet in op de daken van huizen en gebouwen, bedrijventerreinen en transferia. Eventueel kun je ook op het land zonneparken bouwen. Maar dan is het belangrijk dat de omgeving daar wel in mee doet.”

Herma Hemmen (BBB): “De ruimte die GroenLinks-PvdA ziet, die is er niet”
Hemmen: “Welk land had u in gedachten?” Bushoff: “Er zijn plekken aangewezen waar dit mogelijk is.” Hemmen: “Er is geen ruimte over. In deze discussie hebben we het nog niet over water gehad. Maar de waterproblemen die ontstaan, veroorzaakt door overvloedige regenval, daarbij wordt het belangrijk dat we water kunnen opslaan. Dat we de garantie kunnen geven dat drinkwater gezond is. Ondertussen moeten er meer woningen komen. De ruimte, die u voor ogen heeft, is er niet. Daarom zeggen wij: geen windmolens meer op het land. Zonnepanelen kunnen prima op daken. Dat zijn we helemaal met u eens. Ook het versnellen van het isoleren van woningen is een opgave. Immers. Alle energie die je niet gebruikt, hoef je ook niet op te wekken.”

Julian Bushoff (GroenLinks-PvdA): “Huizen sneller isoleren”
Bushoff: “We verschillen wat van mening als het gaat om wind en zon. Maar qua energiebesparing kunnen we elkaar de hand schudden. Als het gaat om isoleren komen we ook met een voorstel om particuliere verhuurders te dwingen om te gaan isoleren. Huurders van verhuurders die niet willen isoleren, moeten een tochtkorting krijgen. Bent u ook voor deze korting?” Hemmen: “Dat weet ik niet. Wat belangrijk is, is dat het verduurzamen eenvoudig geregeld moet kunnen worden. Het is nu heel ingewikkeld met allerlei regels en subsidiepotjes. Mensen komen er niet uit. Een drempel is ook de voorfinanciering. Mensen kunnen het gewoon niet betalen. Dat moet anders.” Bushoff: “Daar zijn wij het mee eens.”

https://www.oogtv.nl/2023/11/verkiezingspodcast-verduurzamen-van-huizen-moet-veel-eenvoudiger-worden-zonder-gekke-regels/?utm_source=rss&utm_medium=rss&utm_campaign=verkiezingspodcast-verduurzamen-van-huizen-moet-veel-eenvoudiger-worden-zonder-gekke-regels

Maak van stemmen een uitje (Erasmus Magazine)

Op verkiezingsdag staan er rijen voor kerken en kun je binnenkijken bij de basisschool om de hoek zonder je een creep te voelen. Maar waarom zou je stemmen bij het dichtstbijzijnde stembureau? Er zijn genoeg bijzondere locaties om er een uitje van te maken.

Om te stemmen hoef je niet per se naar het dichtstbijzijnde stembureau. Je mag naar alle stembureaus in je gemeente. Je mag, als je wil in een andere gemeente stemmen, vergeet dat niet op tijd aan te vragen. Waarom gebruik je deze verkiezingsdag niet om de gemeente beter te leren kennen? Daarom zes bijzondere locaties die het feest van de democratie extra leuk maken.

Stadhuis

Aah, een klassieker. Stemmen in het Stadhuis, het hart van de Rotterdamse democratie. De bouw van het pand begon in 1914, inmiddels is het nationaal erfgoed. Niet veel gebouwen in het centrum stonden nog overeind na het bombardement van 14 mei 1940. Het Stadhuis is een van die plekken. Het is een mooi pand en leuk om binnen te kijken. Klein nadeel: veel mensen stemmen hier altijd, dus de kans op lange rijen is reëel. Je kan ook een keer een tour boeken of online een rondkijkje nemen.

Voetbaluitje

Rotterdam is het voetbalwalhalla van Nederland. Bij alle drie de Rotterdamse clubs die boven Ajax staan, kun je op 22 november stemmen. Altijd al eens binnen willen kijken in Het Kasteel, Van Donge & De Roo Stadion of De Kuip? In De Kuip zelf kun je niet stemmen, wel er direct naast in Topsportcentrum Rotterdam. Spreek af met je vrienden en ga langs alle drie. Als je begint bij het Spartastadion (‘Het Kasteel’ dus), dan richting Zuid voor de thuishaven van Feyenoord, dan kun je over de Van Brienenoordbrug naar het stadion van Excelsior. Als je daarna college hebt op Woudestein ben je mooi in de buurt. Deze fietsroute is 15,4 kilometer.

Raderstoomboot De Majesteit

Wie vaak over de Maasboulevard fietst, moet hem wel eens gezien hebben: Raderstoomboot De Majesteit. Dit cruiseschip uit 1926 ligt meestal naast Blue City 010 te liggen. Het kan nog varen, maar is nu een feestlocatie. Op 22 november van half acht ’s ochtends tot negen uur ’s avonds is er een stembureau. Een raderstoomboot is een boot die vooruit beweegt dankzij een schoeprad. Dit wiel draait rond en drijft de motor van De Majesteit aan. Het is het enige schip in Nederland dat nog op stoom vaart.

RSC/RVSV – sociëteit Walhalla

Als je geen lid bent, kom je niet zo vaak binnen bij een studentenvereniging. Dit is je kans om naar Sociëteit Walhalla van RSC/RVSV te gaan, de enige sociëteit die dient als stembureau. De locatie is eind jaren zestig in opdracht van het Rotterdams Studenten Corps gebouwd. De vorige locatie aan de Heemraadssingel werd te klein, en de universiteit verhuisde van de Pieter de Hoochweg naar Kralingen. De vereniging volgde. Prins Bernard heeft de sociëteit officieel geopend in 1968.

Met de watertaxi naar Heijplaat

Ooit de boot genomen om te gaan stemmen? Op Heijplaat is een stembureau, in De Huiskamer 2.0. Het is een ontmoetingsplek voor inwoners van dit stadsdeel. Kopje koffie doen, even lezen, tafeltennissen of biljarten, en woensdag natuurlijk stemmen. Dit deel van Rotterdam is begonnen als woonwijk voor arbeiders van de Rotterdamse Droogdok Maatschappij (RDM) die hier schepen bouwde en onderhield. De leukste route is met de watertaxi, maar er gaat eventueel ook een metro.

Gallery Untitled

Kunst kijken terwijl je in de rij staat om te stemmen, wie wil dat nu niet? In het Liskwartier is een bijzonder stembureau: Gallery Untitled. Daar is momenteel een solo-expositie van kunstenaarsduo Driessens & van den Baar te zien. Hun kunstwerken draaien om natuur en landschappen, bedreigd en beschermd. Het gaat over mensen op de vlucht, bosbranden, en meer. In de andere kamers hangen meer kunstwerken. Normaal is de galerie niet open op woensdag (alleen op vrijdag, zaterdag en zondag), voor de verkiezingen wordt een uitzondering gemaakt.

Geen tijd om er op uit te gaan woensdag? Ook bij het Erasmus University College, in het Erasmus MC en op Campus Woudestein zijn stembureaus. Dan hoef je alleen je stempas en je paspoort mee te nemen naar college. Hier vind je alle stembureaus in Rotterdam.

Peiling: wat stem jij bij de Tweede Kamerverkiezingen?

Tessa Hofland

https://www.erasmusmagazine.nl/2023/11/16/maak-van-stemmen-een-uitje/

Hoera, een meisje! (Kennislink)

De Sumatraanse neushoorn is een van de meest bedreigde zoogdieren ter wereld. Ze zijn met zo weinig dat ze elkaar in het wild bijna niet meer tegenkomen om te paren. Een reddingsplan moet daar verandering in brengen. Hoe red je een soort van de rand van uitsterven?

Hoera, het is een meisje, klonk het op 30 september. De regering van Indonesië maakte bekend dat er een kalfje was geboren van de Sumatraanse neushoorn in het fokprogramma. Groot nieuws, want daarmee komt de teller op tien dieren in gevangenschap.
Schrijnend is het ook: in het opvangcentrum in het zuiden van Sumatra hebben de neushoorns misschien wel meer kans om jongen te krijgen dan in het wild. Het beschermen van hun leefgebied is niet genoeg, omdat de meeste neushoorns zo geïsoleerd leven dat ze geen partner meer vinden. Zonder hulp van de mens lijkt de soort gedoemd om uit te sterven. Hoe breng je zo’n bedreigde diersoort weer op de been?

Sumatraanse neushoorn Ratu en pasgeboren kalf Andatu in het opvangcentrum, 2012.

Versnipperd

Uitgelicht door de redactie

Geneeskunde
Als proefkonijn op de pijnbank

Biologie
Mijnen in het diepzeemilieu

Geneeskunde
Nog altijd geen medicijn tegen chronische pijn

Ooit kwam de Sumatraanse neushoorn in grote delen van Zuidoost-Azië voor. Door decennia van jacht, stroperij en ontbossing leven er nu nog maar dertig tot vijftig in het wild in Indonesië, verspreid over de eilanden Borneo en Sumatra. Zelfs in het laatste gezonde bolwerk, het regenwoud van Leuser Nationaal Park in Noord-Sumatra, leven vermoedelijk maar twintig tot dertig neushoorns. Elders leven ze vaak in kleine stukken regenwoud, waar stropers makkelijk kunnen binnendringen. Zo wordt de kans steeds kleiner dat een neushoorn een partner vindt. Het gevolg: te weinig paringen en te weinig geboortes. Een voor een doven de laatste populaties uit.

Hoe kleiner het leefgebied, hoe groter de kans dat de neushoorns in dat bos uitsterven. “Zo’n populatie verliest zijn veerkracht”, zegt Per Palsbøll, populatiegeneticus aan de Rijksuniversiteit Groningen. “Een natuurramp, zoals een ziekte of bosbrand, kan de neushoorns in één klap wegvagen. De man-vrouwverdeling kan scheef gaan: plots heb je te veel mannetjes en te weinig vrouwtjes. Toeval krijgt een grote invloed, en dat loopt meestal fout af. Samen jagen die effecten een soort de dood in, via een zogenoemde uitstervingsspiraal.”

Leuser Nationaal Park is het laatste bolwerk van de Sumatraanse neushoorn.

Reddingsplan

Om dezelfde reden is ook de populatie in gevangenschap in gevaar: negen van de tien dieren lopen rond in opvangcentrum Way Kambas in Zuid-Sumatra. “Dat vind ik riskant”, zegt Linda Bruins-van Sonsbeek. Ze was jarenlang de dierenarts van Diergaarde Blijdorp Rotterdam en is adviseur voor het stamboek van de zwarte neushoorn voor de Europese dierentuinvereniging EAZA. Een pijnlijk voorbeeld van dat risico is de dood van de laatste vijf Sumatraanse neushoorns op het Maleisisch vasteland in 2003: in drie weken tijd stierven alle dieren aan een rondgaande infectie.
Het nieuwe reddingsplan van 2018, opgezet door onder meer de natuurbeschermingsorganisaties WWF en IUCN, wil die risico’s spreiden door nog twee opvangcentra te bouwen. Een klein centrum in Kalimantan (Indonesisch Borneo) breiden ze uit en ze bouwen een nieuw centrum bij Leuser Nationaal Park op Sumatra.

Beelden van de Sumatraanse neushoorn in het opvangcentrum in Indonesië.
Bron: National Geographic

Alles is familie

Daarnaast willen de natuurbeschermers zo veel mogelijk wilde neushoorns vangen om mee te fokken. Het bestaande fokprogramma loopt namelijk tegen grenzen aan. De drie mannetjes in gevangenschap zijn Andalas, zijn broer Harapan en zoon Andatu. Alle geboren kalfjes uit het programma zijn daarom familie van elkaar, en dat vormt een gevaar voor het voortbestaan, legt populatiegeneticus Palsbøll uit. “Als iedereen familie van elkaar is, krijg je inteelt. Dan komen allerlei verborgen ziektes naar boven en gaan meer dieren dood.”

Sinds 2004 nestelt de Californische condor weer in het wild. Dit nest is uit 2010.

Hij noemt de Californische condor als voorbeeld. Deze gier ging hard achteruit door jacht, loodvergiftiging van aas en botsing met hoogspanningskabels. In de jaren tachtig vingen natuurbeschermers de laatste wilde condors voor een fokprogramma met alle 27 overgebleven vogels. “In het begin hielden ze niet bij wie met wie paarde, waar de vogels vandaan kwamen en of ze familie van elkaar waren. Soms kruisten ze ongemerkt familieleden.”
Plots hadden ze een probleem, aldus Palsbøll: “Door een dodelijk ‘verborgen’ gen voor dwerggroei stierf zo’n negen procent van de kuikens. De fokkers beseften dat ze een stamboek moesten bijhouden, net als voor honden en paarden, zodat ze geen nauwe familie met elkaar kruisen.” Het fokprogramma werd uiteindelijk een succes. Vandaag vliegen er weer ruim driehonderd condors in het wild volgens de U.S. Fish & Wildlife Service, die het programma leidt. “Het is een veelgeprezen programma, waaruit we ook alles hebben geleerd wat je niet moet doen”, concludeert Palsbøll.

Onvruchtbaar

Ook al vang je nieuwe neushoorns om inteelt in het fokprogramma te voorkomen, dan moeten ze zich wel kunnen voortplanten. De meeste gevangen vrouwtjes uit geïsoleerde gebieden kunnen dat niet, omdat in hun baarmoeder gezwellen groeien. “Die tumoren zijn goedaardig, maar ze kunnen wel de weg naar de eileiders of de baarmoedermond blokkeren”, zegt dierenarts Bruins-van Sonsbeek. “Als de tumor groot is, kan het vrouwtje pijn ervaren. Sperma kan bovendien moeilijker de eicel bereiken. Stel dat het eitje toch bevrucht raakt, dan kan het moeilijk innestelen en mislukt de dracht.”

Dierenartsen betrokken bij de Sumatraanse neushoorn denken dat de tumoren ontstaan omdat vrouwtjes niet gewend zijn aan de sterke hormoonschommelingen tijdens de normale oestrische cyclus (of hengstigheidscyclus, om een eisprong te starten en de baarmoeder voor te bereiden op een dracht). In een gezonde populatie in de natuur zijn de vrouwtjes met regelmaat zwanger of zogend, en blijven die schommelingen uit. Bruins-van Sonsbeek vermoedt dat ook: “Ik denk dat de baarmoeder ontregeld raakt, elke keer als de cyclus opnieuw begint omdat het dier niet bevrucht of drachtig raakt.” De dieren met tumoren zijn vaak oud en komen uit geïsoleerde stukjes regenwoud, waar ze misschien al jaren geen jong meer hebben gehad.

IVF voor neushoorns

Volgens Bruins-van Sonsbeek is er geen goede behandeling van die tumoren. “Een buikoperatie is moeilijk en riskant in neushoorns.” Voortplantingsbioloog Terri Roth van Cincinnati Zoo, betrokken bij het reddingsplan, bevestigt per mail dat ze weinig kunnen doen aan de tumoren: “Als het om een paar kleine tumoren gaat, kun je ze via endoscopie verwijderen als kortetermijnoplossing, maar vaak groeien ze terug.” Zo’n ingreep werkt bij merries van paarden, maar is bij neushoorns volgens haar nog nooit uitgevoerd. Bruins-van Sonsbeek kent ook gevallen waar de dierenarts een neushoorn met beginnende tumor op anticonceptie zet. Dat remt de groei van het gezwel, maar het dier kan dan niet meer meedoen in een fokprogramma. “Dat wil je niet doen als een dier weinig last van de tumor heeft en nog vruchtbaar is, want dan is er nog een kans dat ze dragend wordt.” Dat bewees het team van het reddingsplan bij Rosa, een vrouwtje uit het wild met een tumor. Na acht miskramen kreeg de neushoorn vorig jaar een jong.

Als een vrouwtje zelf geen jongen kan krijgen, werken onderzoekers aan andere manieren om haar genen toch door te geven. In 2018 vingen mensen in Oost-Kalimantan, een Indonesische provincie op Borneo, een neushoornvrouwtje gedoopt Pahu. Het dier is de helft zo klein als normaal en heeft een cyste op een van haar eierstokken. Ongeschikt voor zwangerschap, stelde een neushoornexpert op nieuwssite Mongabay. Niettemin verzamelden onderzoekers eind oktober eicellen van Pahu om haar via in-vitrofertilisatie (IVF) – bevruchting in een reageerbuis – toch mee te laten doen in het fokprogramma. De eitjes willen ze bevruchten in het lab en het embryo plaatsen ze daarna in een draagmoederneushoorn in het opvangcentrum in Way Kambas.

Lukt dat ook niet, dan is er nog een alternatief: geslachtscellen maken in het lab. Vorig jaar slaagden Duitse onderzoekers van het Leibniz Institute for Zoo and Wildlife Research erin om uit de huidcellen van de laatste neushoornstier uit Maleisisch Borneo (overleden in 2019) stamcellen te maken. Uit die stamcellen willen ze zaadcellen maken waarmee ze een eicel kunnen bevruchten. Zo kunnen ze genetische variatie terugbrengen in de levende populatie, ook als het donordier onvruchtbaar of overleden is.

Terugkeer

De geboorte van het neushoornkalfje eind september is hoopgevend, maar zonder nieuwe dieren uit het wild is het goed nieuws van korte duur. Zonder nieuw bloed is de volgende generatie in gevangenschap allemaal familie en liggen de gevaren van inteelt op de loer. Maar als het reddingsplan zijn ambities waarmaakt, schijnt er licht aan het einde van de tunnel voor de Sumatraanse neushoorn. “Soorten kunnen terugkomen”, zegt Palsbøll. “Kijk naar de condor: nu vliegen er weer honderden in het wild en hebben ze nog maar weinig hulp nodig.”

Bronnen

https://www.nemokennislink.nl/publicaties/hoera-een-meisje/

Dag 5 World Solar Challenge: Met opgeheven hoofd de finish over als derde (Haarlem 105)

De studenten Basthian, Tijn en Kees hebben zich een jaar lang voorbereid op de race van hun leven: de World Solar Challenge. Een race van ruim 3.000 kilometer dwars door Australië met een auto op zonne-energie. Vandaag is de laatste dag begonnen voor de studenten van de TU Delft, met drie deelnemers afkomstig uit omgeving Haarlem. Haarlem105 volgt Basthian Galenkamp, Tijn van Weel en Kees Broek en hun team tijdens de race. 

Het zit erop voor Tijn Bastiaan en Kees, de drie stapte ander half jaar geleden in het avontuur van de Solar race en finishte vandaag na een tocht van drie duizend kilometer als derde in Australië. Een hele prestatie toch heerst er in het team toch ook wat teleurstelling. “De concurrenten hadden gewoon hele goede auto’s gebouwd, We kunnen niet anders dan bewondering hebben voor hun indrukwekkende prestaties”, stelt Tijn van Weel.

Ondanks dat je bij de start van de laatste dag weet waar je staat ga je er toch nog vol voor”, vertelt Kees Broek die de auto aan het einde over finish in een de vorm van  rode loper mocht rijden. “Dat is wel een speciaal en emotioneel moment je weet dat het de laatste keer is dat je in de auto op deze manier rijdt, ik probeerde daar echt bij stil te staan. Al onze supporters stonden te juichen en de champagne spoot over de zonnepanelen heen het was heel speciaal.”

De laatste race dag ging voorspoedig en uiteindelijk mogen ze trots zijn op de prestatie. “Bij onze terugkeer in Delft zullen we grondig onderzoeken waarom Nuna niet kon concurreren met de twee koplopers. Maar voor nu willen we vieren dat we, na anderhalf jaar van intensieve inzet, de finish van deze uitdaging hebben bereikt.”

Lees hieronder nog een keer het hele avontuur

Kwalificatie

Tijdens de kwalificatie reed het team van de TU Delft een derde tijd op de ‘Hidden Valley Raceway’ in Australië. Het team houdt voor de komende race dagen de goede moed erin. “Alleen het Duitse en Belgische team zitten voor ons”, vertelt Kees. Het Belgische team is op dit moment regerend wereldkampioen.

Tijdens de presentatie van de auto eerder dit jaar vertelden de drie teamleden uit de regio Zuid-Kennemerland aan Haarlem105 dat de auto gemaakt is ‘om vooral rechtdoor te gaan’. “In totaal rijden wij 3000 kilometer dwars door Australië en moeten maar één afslag nemen. De auto en de erop bevestigde zonnepanelen zijn allemaal precies afgesteld voor die rit ”, legde Basthian Galenkamp destijds uit.

Bekijk hier de video van de auto presentatie:[/vc_column_text][/vc_column][/vc_row]

Tijdens de kwalificatie moest elk team een ronde op het Australische circuit rijden. Door de vele bochten in het circuit was dit nogal een uitdaging, waardoor het team niet ontevreden is met een derde plaats. Dat de auto gemaakt is om rechtdoor te racen werd gelijk bewezen op de eerste dag. “De tijd die wij nu hebben neergezet is de snelste van ons team ooit”, jubelt coureur Kees Broek.

Dag 1 op naar de tweede plaats

De start van de race is om exact 08:00 uur, voor de Nederlandse coureurs was het de start van een lastige dag. De route van de Solar Challenge gaat voornamelijk over een eenbaansweg waardoor inhalen lastig is. Op de tegenliggende rijstrook komen ook regelmatig grote vrachtwagens, zogeheten ‘roadtrains’, die wel 50 meter lang kunnen zijn. “Gelukkig rijdt er wel een normale auto van ons team mee die de weg in de gaten houdt”, vertelt de Haarlemse coureur.

Het Duitse team startte als eerste, de teams gingen van start met een halve minuut interval. “Ze lagen een minuut voor ons, maar al snel gingen wij ze voorbij”, vertelt Broek. Het Belgische team inhalen lukte ze echter niet.

Een ander obstakel waar het team onderweg op stuitte waren bosbranden. “Rook tijdens onze reizen is niet ongewoon, maar deze keer was het buitengewoon dichtbij. We bemerkten de rook al toen we nog enkele kilometers verwijderd waren, en dit begon mijn zicht te belemmeren. Plotseling zag ik in de verte vlammen. Het was een intense ervaring om dit van zo nabij te aanschouwen”, vertelt de Haarlems coureur Kees Broek.

Uiteindelijk liep het Belgische team op de eerste dag 22 kilometer uit. Toch blijft de strateeg uit het team Basthian Galenkamp positief: “We gaan ons maximaal inspannen om de eerste plek te bereiken”

Bastiaan Galenkamp in de volg auto Foto: Jorrit Lousberg

De World Solar Challenge staat bekend als het wereldkampioenschap zonne-racen en vindt elke twee jaar plaats in Australië. Studententeams van over de hele wereld strijden met zelfgebouwde zonneauto’s om als eerste over de finish te komen. Dit jaar doen dertig auto’s mee. De route is ruim 3000 kilometer, van Darwin naar Adelaide, dwars door de outback. Het doel van de race is om de ontwikkeling van zonne-energietechnologie en duurzame mobiliteit te bevorderen.

Dag 2: bosbranden, een stoplicht en Twente komt langszij

Op dag twee van de race zit het schijnbaar tegen en haalt het team van de Universiteit Twente onverwachts het Brunel Solar team in. Hierdoor schuift het team terug naar de derde plaats. “Wij verwachten ze later in de race nog wel terug te pakken”, vertelt Broek. Hij vertelt dat de Twentse studenten hun accu meer gebruiken. “Wij besparen deze nog, hierdoor zijn wij aan het einde van de race sneller, hopelijk gaan we ze dan alsnog voorbij.”

Bekijk hier een interview met coureur Kees Broek:

Een verkeerslicht bij wegwerkzaamheden vormde deze dag een tactische hindernis, een aantal teamleden reed vooruit en probeerde de aankomst van de Luna 12 zo te timen dat ze niet hoefden te wachten voor het licht. Dit lukte helaas niet. “Een halve minuut hebben we stil gestaan, dit is niet alleen zonde qua tijd, maar ook het remmen kost energie”, aldus een balende Galenkamp. Hierdoor kwam het Twentse team dichterbij. Het was de rest van de dag erg spannend tussen de twee Nederlandse teams omdat ze ongeveer met dezelfde snelheid reden.

Ondertussen blijven de teams rijden door een gebied dat wordt geteisterd door bosbranden. “Ook vandaag reden we weer langs vlammen en door rook. De sensoren op de auto meten dan ook dat wij veel minder stroom opwekken door de rookwolken die in de lucht hangen”.

Dag 3: Geen zon, veel tegenwind, maar wel gunstige stoplichten

Het was een lastige derde dag voor het team. “Wij rijden steeds zuidelijker en hoewel dat in Nederland warmer weer betekent is dat in Australië niet zo. Het weer is lastig te voorspellen en zat vandaag tegen”, vertelt Kees Broek. In de ochtend scheen de zon nog maar in de middag verdween die achter bewolking, daarnaast vormde de harde tegenwind ook een obstakel.

Bekijk hieronder een video met de laatste updates van het Brunel Solar Team

“Wij hadden gehoopt vandaag team Twente in te halen maar dat is niet gelukt.” Ze zijn een klein beetje uitgelopen. De Belgen die op de eerste plaats liggen zijn nog verder uitgelopen, en liggen nu 112 km voor. Met nog duizend kilometer te gaan wordt dit nog een hele uitdaging.

Tijdens de race is er een verplichte pauze van een halfuur, door het ontbreken van de zon kon de accu van de Luna 12 toen niet bijladen. “Aan het einde van de dag zijn we op zoek gegaan naar een zonnige plek om te stoppen, zodat de accu wel kan laden, dat is gelukt.” Zo houden Kees en het team toch nog de spirit om morgen een inhaalslag te maken.

Dag 4: De realiteit onder ogen zien en een lekke band

Gisteren vertelde Kees Broek nog ‘dat vandaag de dag was om te laten zien wat ze waard zijn’. “We moeten de realiteit onder ogen zien, de eerste plaats gaat waarschijnlijk niet meer lukken”, zegt Kees. “Vandaag zat het weer tegen met de wind, we hebben Nuna 12 meer gebouwd op zijwind, waardoor wij meer dan andere teams last hebben van de tegenwind.”

Kees laat tijdens het interview nog even zien hoe Nuna de laatste minuten zon pakt. “Met de eindstop hebben we vandaag wel geluk, we liggen iets hoger waardoor we langer zon hebben.” Daarnaast kijkt hij nog op zijn stint als rijder terug. “Ik kreeg de vraag via mijn porto of Nuna wat lastiger reed, ik voelde wel wat maar dacht er niks bij.” Het bleek een lekke band te zijn. Het team besloot een pitstop te maken op de openbare weg. “Met auto en al werd ik een stukje omhoog gelift om de band te wisselen, heel apart. Daarna zijn wij natuurlijk weer snel verder gereden”, zegt kees.

Ook de ‘roadtrains’ speelden vandaag weer een belangrijke rol. “Soms werd je ingehaald door vrachtwagens met wel vier aanhangers die op een meter langs je gaan. Er komt dan veel wind vrij en dan moet je wel even je stuurmanskunsten laten zien.”, legt Kees uit.

Morgen, op de laatste dag, gaat het team uit Delft nog de jacht openen op het team uit Twente. “Het laatste druppeltje stroom gaat op, wij gaan overal op het maximum limiet proberen te rijden.”

Het bericht Dag 5 World Solar Challenge: Met opgeheven hoofd de finish over als derde verscheen eerst op Haarlem105.

https://haarlem105.nl/dag-5-world-solar-challenge-met-opgeheven-hoofd-de-finish-over-als-derde/