Oververhitte houtmarkt is een risico op zich (Elsevier)

Houtprijzen zijn in enkele maanden tijd verdubbeld tot recordhoogtes. In de sector komen alle knelpunten van de coronacrisis samen, schrijft Marijn Jongsma, en dat tegen de achtergrond van een structureel stijgende vraag.

‘De’ houtprijs bestaat niet echt: het hangt af van soort en kwaliteit. Maar alle grafieken laten na het dieptepunt in de eerste helft van 2020 een sterk stijgende lijn zien. Bij houthandelaar PontMeyer spreken ze van het corona-effect.

Consumenten waren tijdens de lockdowns aan huis gekluisterd en hadden tijd en geld over. Met als resultaat een run op houten tuinmeubilair, schuttingen en pergola’s. Maar ook dakkapellen en uitbouwtjes zorgen voor extra vraag.

https://cdn.prod.elseone.nl/uploads/2021/01/Blog-Marijn.jpg

Marijn Jongsma (1969) is economisch redacteur bij EW. Hij blogt wekelijks over financieel- en macro-economische onderwerpen.

Concurrentie met hout als transportmiddel

Hout speelt daarnaast een grote rol in de (internationale) handel. Veel producten worden op houden pallets vervoerd, zodat ze eenvoudig met een vorkheftruck uit een vrachtwagen kunnen worden gehaald. De concurrentie met hout voor de bouw is hevig, zegt de EPV, de branchevereniging voor de Nederlandse emballage- en palletindustrie.

Daar constateren ze dat de bouwsector in de Verenigde Staten (waar relatief veel houten huizen worden gebouwd) inmiddels veel Europees hout opslokt, en daarmee ook een concurrent is geworden voor de palletindustrie.

Lange tijd was dat niet het geval: bouwers hebben een ander deel van de boomstam nodig dan de producenten van pallets. Maar de EPV wijst op een nieuwe techniek, waarmee kleinere houtdelen aan elkaar worden gelijmd tot platen waarmee prefab wanden en vloeren voor huizen kunnen worden gemaakt. Deze platen zijn ook voor Europese bosbouwers en houtzagerijen een lucratieve afzetmarkt. De vraag naar Europees hout kreeg al eerder een zetje door het handelsbeleid van de vorige Amerikaanse president, Donald Trump, die forse importtarieven op Canadees hout invoerde.

Meer vraag, en een aanbod dat achterblijft

Door innovatie (en, ironisch genoeg, een lokale handelsoorlog) wordt de houtmarkt dus nog internationaler, waardoor de schaarste overal voelbaar wordt. De toegenomen vraag valt samen met een beperkt aanbod. Nog steeds kampt de sector met de naweeën van de kredietcrisis, die begon met de crash van de Amerikaanse huizenmarkt. Vorig jaar verlaagden grote zagerijen juist hun capaciteit, omdat ze rekenden op een zware daling van de vraag door de coronacrisis – maar het omgekeerde gebeurde.

Nederland betrekt hout voor de bouw voor het grootste deel uit Scandinavië, de Baltische staten en Rusland. Volgens de Vereniging Van Nederlandse Houthandelaren (VVNH) is de krapte tijdelijk: er groeit in de Europese bossen meer bij dan er wordt geoogst. De bottleneck zit bij transport en verwerking. Het ‘opschalen’ daarvan is echter niet zo eenvoudig: de bouw van een nieuwe houtfabriek duurt al snel twee tot drie jaar.

De ‘letterzetter’ zorgde eerder nog voor overaanbod

De omslag in de bedrijfstak is spectaculair. In 2019 daalden de houtprijzen juist sterk door een keverplaag. De ‘letterzetter’ boort gangen in de schors, waardoor aangetaste bomen uiteindelijk afsterven. Om deze plaag de kop in te drukken, moesten op grote schaal bomen worden gekapt, waardoor er tijdelijk een enorm overaanbod van hout was.

Bosbranden en orkanen hebben vaak hetzelfde prijsdrukkende effect, signaleren ze bij PontMeyer. Omgewaaide bomen gaan naar de zagerij, evenals bomen die worden gekapt om verdere verspreiding van bosbranden te voorkomen. Op langere termijn leiden deze ingrepen juist tot minder aanbod. Herbeplanting kost tijd, en bomen doen er tientallen jaren over om productierijp te zijn.

Hout als icoon van duurzaamheid: pas op voor misbruik

De oorzaak van bovenstaande natuurfenomenen wordt gezocht in de opwarming van de aarde. Grootschalige herbebossing geldt als een van de manieren om broeikasgassen op te slaan en zo de opwarming af te remmen. Hout als grondstof staat daardoor ‘in een positief daglicht’, signaleren ze bij PontMeyer, en op die mogelijk structurele vraagtoename was de productieketen niet voorbereid.

Dat roept weer andere vragen op. Hoe groter de schaarste en hoe hoger de prijzen, hoe groter de kans op (door corruptie mogelijk gemaakte) illegale houtkap aan de randen van Europa en daarbuiten. Hout is in principe een duurzaam product, maar een op hol geslagen vraag leidt onherroepelijk tot misstanden. Laten we daarom alternatieve materialen, ook kunststoffen, niet te snel in de ban doen.

The post Oververhitte houtmarkt is een risico op zich appeared first on EWmagazine.nl.

https://www.ewmagazine.nl/economie/opinie/2021/06/oververhitte-houtmarkt-is-een-risico-op-zich-828199/

Je baard laten staan is meer dan een trend (het is een crisis) (Vrij Nederland)

Moest er een mantype worden aangewezen dat de huidige cultuur het best verzinnebeeldt, dan is de lumbersexual waarschijnlijk de juiste keuze. De term is in Nederland niet erg bekend, terwijl hij toch al een paar jaar in omloop is. Hij verdient de aandacht, want de lumbersexual (of vernederlandst: lumberseksueel) is diep doorgedrongen in de mainstream. Met zijn baard en zijn tatoeages, zijn geruite flanellen overhemd en zijn bootcut jeans bemant hij straten, cafés en parken. Hij is een bonafide standaard geworden – in elk geval voor mannen boven de vijfentwintig (daaronder overheerst de joggingbroek met sportschoenen als kostuum).

Gaat er geen belletje rinkelen, dan voldoet een blik op het Instagramaccount @lumbersexual, alwaar bebaarde, getatoeëerde, vaak gespierde en soms geheel ontblote mannen poseren. Het liefst in de natuur (bos, beek) en in de nabijheid van een dier (hond, maar gans mag ook). En van cabins, houtvuurtjes, kano’s en vishengels. Dit is een uiterste, natuurlijk, een ideaalplaatje ter inspiratie. Met baard en bierbuik in een werkmansjasje is de vibe ook al goed. Met een barbecue of een boswandeling in boots. Het gaat om het uitdrukken van je identiteit met een aantal lumberseksuele kenmerken, waarvan gezichtshaar het belangrijkste is.

De lumberseksueel moet dan ook worden bezien in het verlengde van de metroseksueel.

De baard kenden we al van de hipster, maar de lumberseksueel is net wat anders. Hij verlegt de hipsterstijl naar een ruigere, stoerdere versie. Zonder echt ruig en stoer te hoeven zijn, het is hoofdzakelijk een verbeelding ervan. De lumberseksueel moet dan ook worden bezien in het verlengde van de metroseksueel, zoals we rond de eeuwwisseling mannen noemden die veel deden aan uiterlijke verzorging. Gladde, haarloze en welriekende mannen die niet bang waren een beetje vrouwelijk over te komen.

De lumberseksueel is een houthakkersversie hiervan (het woord komt van lumberjack, wat houthakker betekent). Hij doet zich mannelijker voor, maar mag op eenzelfde manier met zijn uiterlijk bezig zijn: ‘grooming’ is een van de trefwoorden op @lumbersexual. Er hoort olie in de baard en gel in het haar, uit een alfamannelijk vormgegeven potje. En net als zijn voorganger speelt de lumberseksueel (al dan niet bewust) met genderstereotypen.

Queer look

Dat leverde hem een beschuldiging van culturele toe-eigening op. Journalist Tim Teeman schreef in 2014 dat heteromannen hem zo wel erg deden denken aan de bears en cubs van de homoscene. ‘Eerst kwamen de hetero’s voor de gladde, mooie gay look,’ – de metroman – ‘en nu komen jullie voor onze harige broeders.’ In een interview met de Huffington Post vertelt Teeman dat het ruitenshirt-met-spijkerbroek-tenue al decennia een manier is voor mannen om te seinen dat ze homo zijn. Daardoor wist Teeman andere homo’s te herkennen toen hij in de jaren tachtig net uit de kast was gekomen.

Maar de queer look die Teeman beschrijft was zelf natuurlijk ook een speelse toe-eigening van een hypermannelijk uniform. Dat uniform is terug te leiden tot Paul Bunyan, een geliefde houthakkende reus uit de Amerikaanse folklore. Google het maar eens: op afbeeldingen draagt Bunyan standaard een ruitenhemd, een spijkerbroek en een dikke baard. (En in veel gevallen zelfs een beaniemuts. Hoe 21ste-eeuws kun je het hebben?)

Ook dat is typisch iets van deze tijd: het romantiseren en toe-eigenen van primitief leven.

Bunyan representeert voor Amerikanen het ouderwetse houthakkersleven. Het is makkelijk je daarbij allerlei romantische voorstellingen te maken, maar de vroegere houthakkers waren geenszins te benijden. Ze bevonden zich ‘op de bodem van de kapitalistische economie,’ schrijft historicus Willa Brown in The Atlantic. Het was hard werken voor weinig geld en zonder perspectief. De houthakkers hadden, in tegenstelling tot de lumberseksueel, weinig op met de natuur: die was voor hen levensgevaarlijk, met omvallende bomen en bosbranden. Ze waren er doodsbang voor.

Ook dat is typisch iets van deze tijd: het romantiseren en toe-eigenen van primitief leven. We dromen van rondtrekken in een busje (#VanLife), het bewonen van hutjes en yurts en tiny houses. Een paar jaar terug was het onder rijkelui in Silicon Valley een trend om ongefilterd water drinken.

Mannelijkheidscrisis

Het opmerkelijke aan de lumberseksueel is zijn volharding, vooral wat de baarden betreft. Gewoonlijk nemen de early adopters een nieuwe afslag zodra hun trend mainstream wordt. Voor de baard zou dat rond 2013 moeten zijn geweest. Toen constateerde het voorwaartse magazine Fantastic Man dat de baard de ‘one-size-fits-all mask of choice voor alle mannen boven de achttien’ was geworden. Tijd om te scheren, dus. ‘It is time for the new!’

Sindsdien is de baard nog veel verder genormaliseerd − zelfs Willem-Alexander heeft er een laten staan, en nóg is niemand geneigd hem af te scheren. De lumberseksuele behoefte zit blijkbaar diep.

Het is ook geen trend meer te noemen, eerder een toestand van de moderne man. Waarom die nu heerst? Historicus Willa Brown ziet het antwoord in ‘de mannelijkheidscrisis’. Toen de houthakkersmythe werd uitgevonden, een dikke eeuw geleden, heerste net als nu de gedachte dat de man in crisis was. Destijds had men het over neurasthenie, een soort mannelijke vorm van hysterie.

Metro werd ons teveel, we keren terug tot lumber – van gehaaste stad naar troostrijke natuur.

Waar vrouwen werd geadviseerd uit te rusten, moesten mannen hun vitale krachten terugvinden in de wijde natuur. Nu zit de crisis in de afschaffing van de traditionele mannenrol, als kostwinner en gezinshoofd. ‘Het is erg toepasselijk dat overwegend witte, jonge, stedelijke middenklasse mannen een symbool oppikken dat ooit is uitgevonden door mannen zoals zijzelf,’ schrijft Brown.

Buitenbehoefte

Maar volgens mij zitten er nog andere, sterkere gevoelens achter, die juist dit coronajaar zijn uitvergroot. Zoals ons snakken naar natuur. De plaatjes op @lumbersexual van hutjes in de sneeuw en blote billen in koud natuurwater drukken een verlangen uit dat al vóór de pandemie wijdverspreid was. Vorig jaar is eens te meer duidelijk geworden hoe onwenselijk dicht we op elkaar zitten, en na maanden opsluiting willen we weg van de schermen die alomtegenwoordig zijn. Naar buiten.

Vanzelfsprekend is dat verlangen niet aan mannen voorbehouden. Vrouwen geven uitdrukking aan lumbergevoelens met kabeltruien en hippe outdoorwear, of gewoon met het Bunyan-uniform in een kleinere maat. De buitenbehoefte is ook merkbaar aan de interieurs die we vullen met planten, dierenvellen en ruwe houten meubels. De lumberseksueel lijkt me eerder een reactie op het stedelijke dan op het feminiene aspect van de metroseksueel. Metro werd ons teveel, we keren terug tot lumber – van gehaaste stad naar troostrijke natuur. Op een gecontroleerde en verzorgde manier, dat wel.

Altijd op de hoogte blijven van de beste verhalen? Schrijf je in op onze nieuwsbrief.

Meld je aan en ontvang de beste verhalen van Vrij Nederland in je mailbox.

Oeps! Voer een geldig e-mailadres in.
Op onze nieuwsbrieven is ons cookiestatement van toepassing.
Timmerhout

Het thuiswerken maakt deze voorkeur des te logischer. De opkomst van de lumberseksueel wordt wel gelinkt aan de kredietcrisis van 2008, waarna veel jonge mensen zonder werk kwamen te zitten, of met een ‘nieuwgevonden professionele vrijheid’ (ze werden zzp’er). Met meer thuiswerkende mensen werd het dragen van informele, outdoorsy kleding gangbaarder. Het wakkerde ook de hedendaagse zoektocht naar authenticiteit aan. Naar iets wat echt voelt in deze onbegrijpelijke geglobaliseerde wereld vol bullshit jobs. Iets als timmerhout, dat je kan aanraken, bewerken, in bouwsel of brandstof kan omzetten.

De authenticiteit van de lumberseksueel zelf is natuurlijk twijfelachtig. (‘Je wilt toch niet dat een man speelt dat hij ruig is, wanneer hij dat niet echt is,’ zegt Tim Teeman. ‘Dat is wel het minst sexy dat een gozer kan doen.’) Maar het verlangen lijkt me onvervalst, en vast niet slecht voor de wereld.

Het bericht Je baard laten staan is meer dan een trend (het is een crisis) verscheen eerst op Vrij Nederland.

https://www.vn.nl/baard-lumbersexual/

GELDBLOG – Dood door inflatie (GeenStijl)

Uiteindelijk komt de grote onblusbare bosbrand die bijna alles tot de grond zal doen afbranden. 

https://image.gscdn.nl/image/00f746f39c_1GSworlddebtimf24okt2020.jpg?h=True&w=880&s=c1594d2edb93c0e4397af2f46dde0f11

https://image.gscdn.nl/image/7c00b2a7a6_1GELD.jpg?h=True&w=880&s=ee2ad84681f51b99a012b73dea2b74fb

Sinds de kredietcrisis uitbrak hebben centrale banken maatregelen genomen die enkele jaren daarvoor nog als ondenkbaar werden bestempeld. De kritiek van menig marktvorser was dat deze onorthodoxe monetaire maatregelen inflatoir zouden zijn. Deze groep criticasters, waar ondergetekende ook bij hoort, hebben maar deels gelijk gehad. Deels ligt dat aan hoe/waar inflatie wordt gemeten en de tijdspanne waarin het zich allemaal zou moeten ontvouwen. Maar de achterliggende processen die al jaren en jaren geleden in gang zijn gezet, lijken nu te veranderen en/of te versmelten tot een perfecte inflatiestorm.   

Als er naar de financiële markten wordt gekeken, zijn veel investeringscategorieën flink gestegen in prijs sinds de centrale banken hun extreme beleid hebben ingevoerd. Aandelen, vastgoed, obligaties, hebben mooie opgaande koersgrafieken laten zien. Daar was het inflatoire effect van het gevoerde monetaire beleid dus goed te zien. Er was meer geld die een nagenoeg gelijk gebleven aantal financiële waardes najoeg: inflatie. Veel van deze financiële waarden zitten echter niet in het inflatiemandje, dus de officiële inflatie laat nauwelijks wat van deze prijsstijgingen zien.  

Als er gekeken wordt naar de gewone economie, dan was daar inderdaad bar weinig inflatie waar te nemen. Nu valt er ook hier het één en ander af te dingen op hoe inflatie wordt gemeten, maar los daarvan zijn er verschillende redenen voor dit fenomeen. Enkele daarvan stonden recentelijk in een column van Matthijs Bouman in het FD. De econoom bespreekt daarin een boek waarin gesteld wordt dat enkele gebeurtenissen verantwoordelijk waren voor de wereldwijde neerwaartse prijsdruk. Zo dropte in de jaren 80 en 90 het net opengestelde Oost-Europa en China honderden miljoenen goedkope arbeidskrachten op de wereldmarkt. Daarnaast heeft de babyboom in de tweede helft van de 20e eeuw uiteindelijk ook voor meer aanbod gezorgd. Al met al heeft dit de factor arbeid nooit echt in staat gesteld om harde looneisen te stellen; immers, van arbeidsschaarste was geen sprake. Hierdoor is de inflatie laag gebleven.

In veel productcategorieën was er zelfs sprake van deflatie. Nu is deflatie net zo’n (expres?) onbegrepen fenomeen als inflatie, dus deze termen behoeven wat uitleg. 

https://image.gscdn.nl/image/7486c11b8a_salora.jpg?h=True&w=880&s=b7fbb179f7e6101811b1152598f9bbfe

Allereerst zijn er verschillende soorten inflatie; de inflatie die wij kennen uit de economieboekjes op school is dat mensen steeds meer geld te besteden hebben maar dat de productie van goederen en diensten deze groei niet bij kan houden (oververhitting van de economie). Hierdoor stijgen de prijzen, zoals we gezien hebben bij de voornoemde financiële waarden. Voor het gemak kan dit bestedingsinflatie genoemd worden. 

Maar inflatie kan ook voorkomen terwijl het economisch helemaal niet goed gaat. Zo kan een land te lang een slecht monetair beleid volgen met een dalende wisselkoers tot gevolg. Hierdoor vragen de handelspartners hogere prijzen voor hun producten. Zij willen immers gecompenseerd worden voor de alsmaar verzwakkende munt van hun handelspartner (of vragen betaling in een sterke munt wat op hetzelfde neerkomt). Deze omstandigheden leiden dus ook tot inflatie (via de import), maar heeft dus een totaal andere oorzaak (en dus oplossing) dan de bestedingsinflatie. 

Deflatie daarentegen is het grootste spookbeeld van centrale banken. Centrale bankiers stellen dat als prijzen van goederen en diensten dalen, dat consumenten en bedrijven wachten met consumeren en investeren tot de volgende dag wanneer alles goedkoper is. De dag daarop is het natuurlijk nog goedkoper, dus wachten ze nog een dag, en zo verder. Het zou leiden tot een permanent uitstel van investeringen en consumptie. Dit is natuurlijk lariekoek; zie bijvoorbeeld TV’s die alsmaar goedkoper worden. Wacht de consument voor eeuwig voor dat er gekocht wordt? Dacht het niet. Nee, centrale bankiers zijn doodsbang voor deflatie omdat de schuldenberg dan eerder onhoudbaar wordt. Immers, inkomens en bedrijfswinsten stijgen niet of nauwelijks meer in nominale termen, terwijl de schuld in nominale termen blijft staan.  

En dit brengt mij op een saillant maar in dit betoog niet toedoend punt: die dalende TV-prijzen, daar is iedereen toch blij mee? Natuurlijk! Dit is goede deflatie; dalende prijzen door innovatie. Maar centrale banken hebben dus al die jaren gemikt op een inflatiepeil van 2%, wat dus betekent dat zij een deel van deze deflatoire winsten voor consumenten en bedrijven hebben lopen “afromen”; er is hen een prijsvoordeel afgenomen! 

Is er ook slechte deflatie/ jazeker, als marktpartijen door problemen bezittingen in nood van de hand moeten doen, dan dalen de prijzen disproportioneel hard en dat kan op korte termijn voor enorme dislocaties zorgen. Echter, uiteindelijk is deze catharsis wel nodig om het kapitaal weer te herschikken en de rendabiliteit te herstellen. Dus echt slecht is het nou ook weer niet; deflatie is maar een symptoom en de focus zou dus moeten liggen op de oorzaken (uitstellen van catharsis is er dus één van). De focus van monetaire beleidsmakers op symptomen in plaats van oorzaken is soms echt verbazingwekkend. Hierdoor hebben centrale banken ook de catharsis zodanig lang uitgesteld, dat een dergelijk corrigerend proces zo groot en heftig zal zijn, dat niemand die optie meer durft te overwegen. 

Dit verklaart dan ook waarom centrale banken de laatste jaren alsmaar meer liquiditeit in de markt hebben lopen pompen. Deze liquiditeit moet tot lagere rentes leiden wat weer tot meer schulden zal leiden waardoor investeringen en consumptie kunnen groeien en bestaande leningen kunnen worden doorgerold. 

Het proces is echter zoals het managen van een groot woud; als je geen bosbrandjes toelaat, dan hopen het oud hout,de bladeren en kleine boompjes zich op. Als er dan een bosbrand uitbreekt, dan is het gelijk ook een hele grote die enorme schade toebrengt. Dit terwijl het niet blussen van de kleine brandjes juist leidt tot een gezonder (antifragile) bos waar grote bosbranden niet voorkomen. Daar kunnen de parkwachters van Yellowstone Park over meepraten. 

In onze situatie zijn de centrale banken elk vuurtje aan het blussen. Hierdoor worden de brandjes steeds gevaarlijker en moeten deze bestreden worden met meer en steeds groter materieel. Maar het punt wanneer er gewoonweg niet meer materieel voorhanden is, komt steeds dichterbij. Uiteindelijk komt de grote onblusbare bosbrand die bijna alles tot de grond zal doen afbranden. 

Dit proces waar items samensmelten tot een perfecte (vuur)storm is nu gaande. Bouman had het in zijn column over de goedkope arbeidskrachten die op de wereldmarkt werden gedumpt; iets wat volgens het boek wat hij aanhaalde niet meer gaat gebeuren (er zijn namelijk geen grote landen en/of gebieden à la China en Oost-Europa die voor een dergelijke aanbodschok zouden kunnen zorgen). Verder hebben de auteurs van dat boek de mening dat door vergrijzing de factor arbeid nog verder zal afnemen waardoor de prijs voor arbeid wel omhoog moet gaan. Alleen als Afrika de boel op orde krijgt en opengaat, zal dit proces nog kunnen worden tegengegaan. Gezien de kans daarop klein is, lijken wereldleiders het idee te hebben om deze goedkope arbeidskrachten dan maar te importeren. Echter, dit heeft nog niet bepaald tot de gewenste resultaten geleid, wir haben es nicht geschafft

Kortom, we krijgen dan inflatie via de stijgende lonen door vergrijzing en door gebrek aan nieuw aanbod van goedkope arbeid. Dit leidt dan tot (een soort) bestedingsinflatie.

Daarnaast krijgen we ook inflatie via de import. Door de continue debasing van de muntsoorten door de verschillende grote centrale banken, zullen handelsgoederen opwaartse prijsdruk laten zien. 

https://image.gscdn.nl/image/35f64f6545_1GSworlddebtimf24okt2020.jpg?h=True&w=880&s=420cd42bb8ccd5d08bb35f29d99a4cda

Verdere fiscale verruimingen zullen een opwaarts effect hebben op zowel bestedings- alsmede importinflatie. Tezamen vormen deze ontwikkelingen een perfecte inflatiestorm. Deze storm zal zich vooral via het schuldencomplex laten doen gelden. De rente bestaat namelijk uit verschillende componenten (risicovrije rente + inflatiepremie + liquiditeitspremie + default premie ) en met name de tweede en laatste zullen dus omhoogschieten. Iets waar centrale banken weinig tot niets tegenover kunnen stellen. Stijgende rentes op disproportioneel gestegen schulden (zie afbeelding hierboven) betekent dus het faillissement van vele muntsoorten en landen. Iets waar Ray Dalio al over verhaalde

We zijn dus hard op weg naar de big reset.   

https://www.geenstijl.nl/5156020/geldblog-dood-door-inflatie/