Etymologica: wâld en woud (Neerlandistiek)

In de NRC van 15 november 2023 stond een artikel waarin het ‘woud’ centraal stond. Het woord woud roept bij mij altijd wat geheimzinnigs, onheilspellends op, zeker in de samenstelling oerwoud. Een ‘gewoon’ woud bestaat uit grote zware bomen, zogenaamde woudreuzen, is moeilijk doordringbaar en toen ik klein was huisden er bovendien rovers en mysterieuze kabouters. Later vertelde men mij de verhalen van grote heilige bomen die moedig waren geveld door zendelingen als Willibrord en Bonifatius. Het heidense woud werd geseculariseerd tot bos. Later droomde ik soms zelfs nog een woudloper te zijn, in de uitgestrekte wouden van Amerika. Ja, een woud, dat was wat.

Ik kende vroeger in mijn omgeving trouwens één woud, dat was Oranjewoud en anders dan de naam suggereert, was daar niet alleen bos te vinden, maar ook een mooie ouderwetse speeltuin (die geofferd is voor een parkeerplaats).

Het aantal nederzettingsnamen met wâld (officieel soms woud, zoals bij It Wâld) is in Fryslân vrij groot. Jaap Kalma schreef in 1949 in Fryske Plaknammen (deel 2, 97-105) een artikel: ‘Wâlden en bosken in Fryslân’. Hij telde zo’n 50 dorps- en buurschapsnamen en concludeerde dat een wâld geen bos is. Verder sloot hij zich min of meer aan bij Beekman (Nederlandse aardrijkskundige namen, 1938, 13-18) dat “wout in de middeleeuwen op het veen groeiende bossen (waren) van akkermaalshout, hoofdzakelijk elzen, wilgen en berken”. Kalma stencilde (zo was dat in die tijd) ook het onderstaande kaartje. De zwarte stippen verwijzen naar nederzettingsnamen met wâld, woud, woold of wold (al dan niet gespeld met een slot-e).

Wie in woordenboeken zoekt naar de betekenis van woud vindt ‘zeer uitgestrekt bos’ (Van Dale, Hedendaags Nederlands, 2002). Het WNT, 26 (1993) 2364, heeft als eerste betekenis ‘vrij groot, met opgaande bomen (en struiken e.d.) begroeid gebied’. Het woord bos (oorspronkelijk ‘struik’) zou geleidelijk gewoner zijn geworden om een geografisch landschapselement met veel bomen aan te duiden. Het vertaalwoordenboek Nederlands- Fries (1985) geeft als vertaling van woud “wâld” met het lidwoord “it” en ook de meervoudsvorm wâlden. Die meervoudsvorm is een toponiem (al wordt dat niet expliciet vermeld): de Fryske Wâlden is een bekende streekaanduiding voor zandstreken in de Zuidoosthoek.

Het WFT 25 (2011) 54, geeft van “wâld” onder 1 de vertaling “woud” met daarbij “uitgestrekt gebied, begroeid met bomen en struiken”(met wel een meervoud). Verder haalt men o.a. het Friesch Woordenboek (1911) van Waling Dijkstra aan. Onder 2 noemt men alleen de meervoudsvorm (weer toponiemen). Uit een citaat van Oepke Santema (1939) blijkt dat hem “lyts, leechbeamte” voor ogen stond en dat “wâld” dus iets anders was dan “woud”. Het Frysk Hânwurdboek (2008) geeft als omschrijving “grut gebiet, ticht begroeid mei beammen en strewellen”. Het meervoud vormt, terecht denk ik, een apart lemma.

Al sinds de 19de eeuw, overheerst de opvatting dat aanduidingen en namen met wâld (op kaarten meestal woud of wold) naar bosrijke streken verwezen. De naam Fryske Wâlden was wat dat betreft beeldbepalend. Waling Dijkstra wist wel dat ook in de veengebieden namen met wâld voorkwamen: de Lege Wâlden (of Neare Wâlden) en de Igewâlden waren hem bekend; mogelijk dacht Dijkstra dat die streken een deel hadden uitgemaakt van een groot “woud”. De opvatting van oudere historici dat enkele meren (Fluezen, Tsjûkemar) waren ontstaan door grote bosbranden speelde vast een grote rol. En in het veen bij het turfgraven gevonden grote boomstammen vormden ook een ‘bewijs’.

Joast Halbertsma wees er in de 19de eeuw al op dat wâld niet met ‘oerwoud’ te maken had, maar dat het daarbij vooral om moerassige broek- en graslanden ging. In zo’n nat veenlandschap ontstaan immers gemakkelijk hazelaars, wilgen en elzen.

Bewoners van het gebied zullen dit met struikgewas en wat bomen begroeid open landschap als wâld hebben aangeduid. Ze gebruikten die wâlden als agrarische grond om vee te weiden en vooral om in de zomer hooi te winnen. Dat blijkt uit veldnamen. Bijvoorbeeld uit de 16de eeuw woldmae(r)den (Augustinusga; Buitenpost; Drogeham; Opeinde); waldwarren (Oudega Sm); woldfelde (Koudum). Nog bekend in de 20ste eeuw zijn: Wâldskar (Aldeboarn, ook al in de 16de eeuw); (Achter de) Woud warren (Uitwellingerga); Wâldfinnen (Boornzwaag) enz.

Uit het grote aantal streek- en nederzettingsnamen met wâld /woud(e) blijkt dat deze aanduiding in Fryslân nagenoeg uitsluitend bekend was in veenstreken en dat de ermee benoemde nederzettingen (dorpen en buurschappen) relatief jong zijn. Ze komen op één uitzondering na (Imisuualde, 9de eeuw) – Eemswoude niet ver van Bolsward – pas vanaf de 11de eeuw voor. Bedoelde nederzettingen zijn verder vaak ontstaan door migratie van ondernemende boeren vanuit dorpen die (noordelijker) op de klei lagen. De leeftijd van deze dorpen en buurschappen met een ‘wâldnaam’ is trouwens ook zichtbaar aan de verkaveling van de streek. Die is opstrekkend, zoals steeds in de veengebieden. Westelijk in Fryslân vinden we meer namen met wâlde (bijvoorbeeld Ferwâlde), meer naar het oosten zien we vaker wâld (bijvoorbeeld Earnewâld). Dat is een klein dialectologisch onderscheid dat in de Standaardnederlandse varianten vaak buiten beschouwing blijft.

Etymologisch lijkt het goed mogelijk het Friese wâld, en wellicht ook woud, aan te laten sluiten bij Oudnoors völlr ‘onontgonnen gebied, grasland’ (Etymologisch woordenboek van het Nederlands, Amsterdam, s.a., deel 4, 639).

Woordenboeken zouden wellicht meer aandacht moeten besteden aan toponiemen. Betekenisontwikkelingen worden er vaak door verduidelijkt. Zoals bij wâld en woud.

https://neerlandistiek.nl/2023/11/etymologica-wald-en-woud/

Aloha! Een mooie roadtrip op Hawaï in de nieuwste Ford Mustang (TopGear)

‘500 mijl? Jeez, met 500 mijl kom je Texas nog niet eens uit.’ Een pauze. ‘Tenzij je naar Louisiana rijdt.’ Goed, dat hangt er toch ook een beetje van af waar in Texas je start, denk ik, maar ik ga er maar niet op in. Het zou alleen maar méér verwarring opleveren. De man is op vakantie. Even weg uit Texas. Dat had je vast al geraden.

Ik dacht dat 500 mijl rijden – 800 kilometer – over een eiland dat maar 70 bij 50 kilometer groot is best een aardige opgave was, maar Oahu mag dan Amerikaans zijn, het is iets heel anders dan Amerika. Het is een ukkepukkig plekje, kleiner dan de stad Houston. Maar het is uiterst geschikt voor ons doel, dus daar zijn we dan.

Alles is geregeld: filmsets, Mustang-meetings, surfen, vulkanen, idiote overhemden, een slalomrace, zelfs een gyrokopter. We kwamen, we zagen, riepen ‘aloha!’ en vertrokken weer. Er is maar één ding dat deze zaken met elkaar verbindt: geografie. Maar dit verhaal gaat dan ook over geografie; en geschiedenis. Dus laten we met die laatste beginnen.

TopGears Mustang-missie in The States

Heel lang geleden, in 2014, reden we met een Ford Mustang door Amerika. Niet zomaar door Amerika, nee – we bezochten elke staat. De gedachte was als volgt: de Mustang was destijds 50 jaar oud, de VS bestaan uit 50 staten, dus laten we ze allemaal bezoeken. We begonnen rechtsboven en eindigden linksonder.

Het was een verhaal dat epische cijfers opleverde: 17.984 kilometer in vijftien dagen, vier verschillende teams, 32 tanks brandstof. En belangrijker: slaapgebrek, hallucinaties, een geur in de cabine die je nog altijd doet kokhalzen en een diepe bewondering voor Amerika’s favoriete sportauto, de Mustang. Maar, probleem. Want zelfs ‘48 staten plus Alaska’ maken samen nog geen 50.

  • Ford Mustang GT TopGear magazine
    Foto: © TopGear / James Lipman
  • Ford Mustang GT TopGear magazine
    Foto: © TopGear / James Lipman
  • Kentekenplaat met Bwahhh
    Foto: © TopGear / James Lipman
  • Ford Mustang op Hawai groepje auto's zij
    Foto: © TopGear / James Lipman
  • Racer Hawai
    Foto: © TopGear / James Lipman
  • bord Tsunami gevaar
    Foto: © TopGear / James Lipman
  • Ford Mustang GT TopGear magazine
  • Ford Mustang GT TopGear magazine
  • Kentekenplaat met Bwahhh
  • Ford Mustang op Hawai groepje auto's zij
  • Racer Hawai
  • bord Tsunami gevaar

Het oorspronkelijke plan was om de Ford Mustang op een boot te zetten naar de laatste staat, Hawaï. Maar Ford wilde de auto tentoonstellen, compleet met z’n 49 stickers van de staten waar we waren geweest, en er was niet genoeg tijd meer om hem naar de eilandengroep en weer terug te krijgen. Het verhaal was niet af, en dat knaagt. Al jaren.

De Ford Mustang op Hawaï krijgen is nog moeilijk dan gedacht

Een van de problemen die we tegenkwamen op onze epische roadtrip was dat we wel een algemene indruk van ‘Amerika’ kregen, maar geen diepere kennis van de individuele staten. Deze keer mag ik dat rechtzetten. En het eerste waarvan ik die diepere kennis mag gaan opdoen: papieren en formulieren. Een paar dagen later zal iemand Hawaï beschrijven als ‘een eerste­wereldland met de bureaucratie van een derdewereldland’.

De Mustang, speciaal vanuit Michigan verscheept, zit klem bij de douane. Dus die dag ga ik kijken naar een slalomrace bij het Aloha Stadion, terwijl ik eigenlijk zou meedoen. Er was ooit een circuit op Oahu, maar dat sloot in 2006 de deuren, dus de autosportfans van het eiland zijn nu hierop aangewezen; een beetje rond pylonen rossen op een parkeerplaats.

Het heeft hun enthousiasme echter allerminst getemperd. En hun hoop blijft dat hun petities ooit gehoor zullen vinden. Er zijn veel militaire vliegvelden op Oahu die ook uitstekend dienst zouden kunnen doen als circuit, dus wie weet.

Met welke Ford Mustang rijden we op Hawaï?

Ik kan de auto de volgende dag ophalen. Het is de Mustang onder de Mustangs: een 5,0-liter GT, een turboloze V8 met een handbak, in Grabber Blue met als extra een Bronze-pakket. In plaats van in elke staat een sticker voor hem te halen, zoals we de laatste keer hebben gedaan, kwak ik ze er nu gewoon in één keer op. Ik doe dat in een poging om de Mustang wat makkelijker te laten opgaan in zijn omgeving. Wat een totaal verkeerde keuze zal blijken te zijn.

Ik zal je een geheimpje vertellen. Het plan was om voor dit verhaal twee Mustangs in te schakelen – deze, en onze originele uit 2014. Maar die is verdwenen. Ford kan ’m niet meer vinden. Hij zat ergens in een verzameling en nu is ie weg, zoek. Misschien doorverkocht, of uitgeleend aan een of andere dealer, waar ie ergens in een hoekje van het terrein stof staat te happen. Ze weten het gewoon niet.

  • Ford Mustang krijgt sticker
    Foto: © TopGear / James Lipman
  • Ford Mustang V8-motor met sticker
    Foto: © TopGear / James Lipman
  • Ford Mustang C-stijl
    Foto: © TopGear / James Lipman
  • Ford Mustang schuin achter instappen
    Foto: © TopGear / James Lipman
  • Ford Mustang surfplank op dak rijdend achterkant
    Foto: © TopGear / James Lipman
  • Ford Mustang rijdend achterkant
    Foto: © TopGear / James Lipman
  • Ford Mustang surfplank op dak op het strand
    Foto: © TopGear / James Lipman
  • Ford Mustang krijgt sticker
  • Ford Mustang V8-motor met sticker
  • Ford Mustang C-stijl
  • Ford Mustang schuin achter instappen
  • Ford Mustang surfplank op dak rijdend achterkant
  • Ford Mustang rijdend achterkant
  • Ford Mustang surfplank op dak op het strand

Het zou een leuke vergelijking zijn geweest omdat er eigenlijk niet zoveel is veranderd in de afgelopen negen jaar. Naar het schijnt heeft Ford voor de zevende generatie elektrificatie overwogen, en hybridetechniek, en toen besloten precies te doen wat het altijd al deed: schuif er een Coyote V8 in, maak alles nét iets hipper, klop het stof van je handen, knik langzaam en zeg: ‘Yep, dat is een Mustang.’

De Mustang ziet er hetzelfde uit als vroeger, maar is toch anders

Oh, er zijn ook dingen veranderd. De motor haalt beter adem, waardoor het vermogen met zo’n 30 pk stijgt naar 480 pk, en de besturing is sneller geworden (met een ratio van 15,5:1 in plaats van 16:1) en heeft stijvere bevestigingspunten gekregen.

Maar zoals je aan de oude vertrouwde proporties en het overbekende uiterlijk kunt zien, heeft hij nog altijd dat stalen onderstel met McPherson-veerpoten vóór en een multilink ophanging ­achter. Ons exemplaar heeft er dan nog een Performance Pack bij (Torsen-sperdifferentieel, veerpootbrug, bredere velgen en banden, grotere remmen van Brembo), maar moet het zonder de eveneens ­optionele MagneRide-dempers stellen.

Hawaï heeft het zwaar op het moment dat we langskomen

Ik ben bepakt en bezakt en rij vanuit Honolulu naar het noorden, met de meute mee. Voor de meeste Amerikanen is Hawaï het vakantieland. Ze verblijven allemaal in Honolulu, de grote stad, maar zwermen ’s ochtends als een soort springtij uit over het eiland, om in de avond weer terug te keren. Zes belangrijke eilanden vormen de Hawaïaanse keten en Oahu mag dan niet het grootste eiland zijn, het is met gemak het dichtstbevolkte en populairste van het stel. Het verkeer kruipt voort.

Pearl Harbor glijdt aan mijn linkerkant voorbij. Ik had een plan – ik wilde dit verhaal besluiten met de Mustang geparkeerd op het dek van de USS Missouri, het schip waarop de Japanners hun overgave tijdens de Tweede Wereldoorlog tekenden – maar mijn bezoek hier valt samen met de tragische bosbranden op Maui en de marine is te hulp geroepen bij de bluswerkzaamheden. Maui is niet ver weg, wat de branden persoonlijk maakt voor de lokale bevolking; er wordt gevreesd dat de vlammen ook naar hier zouden kunnen overslaan.

Maar Hawaï betekent ook surfen

Het landschap wordt hoger naarmate de Mustang zich verder noordwaarts gromt, over een centraal gelegen plateau met landbouw, tussen de twee bergketens die het eiland domineren. Bij Waialua bereik je de noordelijke kust, het paradijs voor surfers. De hele kustlijn staat bekend om de enorme golven die vanuit het noordelijke gedeelte van de Stille Oceaan hierheen geduwd worden en van deze plek het mondiale mekka van de surfsport hebben gemaakt.

Ik ga niet naar het strand, maar naar een bouwvallige oude suikerfabriek die nu een thuis biedt aan makers van surfboards. Eric Arakawa geeft al bijna 50 jaar surfboards hun vormen. En die vormen, daarin zit hem de kunst. ‘Het basisprincipe is: hoe langer het board, hoe groter de golven die je aankunt’, vertelt hij. ‘Maar de echte sleutel is het profiel van de rand – dat bepaalt hoe je je bij een bocht “in de golf graaft”.’

Hoe maken ze eigenlijk zo’n surfboard?

Surfboards zijn op zich simpel. Ze zijn gemaakt van schuim met een hoge dichtheid en een houten strip, de stringer, die van de neus naar de staart loopt en extra stijfheid en beheersbaarheid moet opleveren. Maar kijk wat verder en je ziet dat kunst en wetenschap hier in feite hand in hand lopen.

Het primaire design gebeurt met behulp van een computer, de ruwe vormen krijgen hun beslag als de stringer wordt geplaatst en op maat wordt gezaagd. Dan komt de kunst: het met de hand vormen, om elk board de vereiste karakteristieken en perfecte afwerking te geven. Tot slot krijgt het geheel een laatste laag van glasvezel en worden de vinnen geplaatst.

  • Shirt 'Thank God for Surfing'
    Foto: © TopGear / James Lipman
  • TG-redacteur en surfboard maker
    Foto: © TopGear / James Lipman
  • Surfdudes
    Foto: © TopGear / James Lipman
  • Surfplank op Ford Mustang
    Foto: © TopGear / James Lipman
  • Shirt 'Thank God for Surfing'
  • TG-redacteur en surfboard maker
  • Surfdudes
  • Surfplank op Ford Mustang

Elk deel van het proces en elk onderdeel van het board is belangrijk, van de verschillende houtsoorten die voor de stringer gebruikt kunnen worden tot de vorm van de vinnen. ‘Wij bouwen alle boards op maat voor onze klanten, houden rekening met hun lengte en gewicht, hun ervaring en het soort golven dat ze te lijf willen gaan’, gaat Eric verder. ‘En de typische surfer hier heeft normaal gesproken niet één board, maar een aantal, voor alle uiteenlopende omstandigheden.’

Een surfboard gaat het dak op

De Mustang hoort een board te dragen. Ik heb een imperiaal meegenomen (die we voor het laatst gebruikten om ski’s te vervoeren op een Audi R8) en hop, daar gaat een van Arakawa’s lichte, elegante boards het dak van de Mustang op. Ik vraag Sean, de zoon van Eric, of de Mustang een beetje voor een bonafide, geloofwaardige surfersauto kan doorgaan. Een wat moeizame grijns.

‘Als je er hier tof wilt uitzien, heb je een Toyota Tacoma pick-up nodig. Een Mustang?’ Hij zucht. ‘Dat is wat de toeristen rijden.’ Ah. Ik zag deze al een beetje aankomen. Mustangs, vooral de open versies, zie je op Oahu op elke hoek van de straat en worden gereden door mensen die waarschijnlijk een MPV op het vliegveld achterlieten toen ze hierheen vlogen.

We rijden langs de kust, de Mustang draagt de vinnen van het board als een stel hoorns. Maar Sean heeft gelijk, hij ziet eruit als een… nou ja, als een knalblauwe Mustang tussen de massa’s Tacoma’s van de échte surfers. Het is hier ongelooflijk mooi. Kleurrijke gebouwen, het uitzicht dat over de weelderige vegetatie leidt naar zacht zand en een zee die zich alleen met behulp van diepe poëzie afdoende laat beschrijven. Het is nog niet eens het topseizoen voor surfers, maar de topdrukte is hier altijd.

We organiseren een Ford Mustang meeting op Hawaï

Het is tijd om ergens naartoe te gaan waar de Mustang zich duidelijk beter thuis zal voelen: onze geheel eigen Mustang-meeting. Het is zes uur ’s avonds in hartje Honolulu en bij Magic Island, een kunstmatig schiereiland, is nergens een parkeerplekje te vinden. Dus zetten we de Mustang maar even op een laden/lossenplek.

Het maakt niemand wat uit, het is een prachtige avond en iedereen lijkt met zijn persoonlijke fitnesstraining bezig te zijn. De achtergrond, met palmbomen, het strand van Ala Moana, de wolkenkrabbers en de ondergaande zon – het is verbluffend, zij het een tikje cliché. Honolulu gebruikt exotische bomen om de aandacht af te leiden van het beton en het verkeer, en er hangt een Las Vegas-achtige zweem omheen.

  • Ford Mustang generaties meeting
    Foto: © TopGear / James Lipman
  • Hawai Mustang club shirt
    Foto: © TopGear / James Lipman
  • TG redacteur in oude Ford Mustang
    Foto: © TopGear / James Lipman
  • Stuur oude Ford Mustang
    Foto: © TopGear / James Lipman
  • Eigenaar van een oude Ford Mustang
    Foto: © TopGear / James Lipman
  • Ford Mustang meeting
    Foto: © TopGear / James Lipman
  • Ford Mustang generaties meeting
  • Hawai Mustang club shirt
  • TG redacteur in oude Ford Mustang
  • Stuur oude Ford Mustang
  • Eigenaar van een oude Ford Mustang
  • Ford Mustang meeting

Hoe dan ook, bij de Aloha Mustang and Shelby Club of Hawaii hebben ze het idee dat onze Ford de eerste Mustang van de zevende generatie is die wiel op Hawaïaanse bodem heeft gezet. De aanwezigen drommen om de auto heen.

Wat van liefhebbers van de nieuwste Ford Mustang?

Het interieur wordt breeduit bewonderd, vooral de heldere displays met de verwisselbare lay-outs en de nieuwe Drift Brake. Dit is Ford op zijn brutaalst en creatiefst. Het is een elektrische handrem met een heel fysieke actie; snel drukken of trekken schakelt hem in of uit, je kunt hem iets verder omhoog trekken om de auto af te remmen, of Drift Mode in te schakelen, waarbij een korte ruk onmiddellijk de achterwielen blokkeert. Ik ben er niet bij in de buurt geweest. Erewoord.

Het maakt de groep niet uit dat de Mustang weinig is veranderd, ze zijn vooral opgelucht dat hij zijn V8 nog heeft. Zelfs Terrence Iwamoto, die wel een Mustang-shirt draagt, maar rijdt in een Mach-E. Ik vraag Lester Hirano, eigenaar van een bijzonder fraaie Mustang uit ’68, wat hij vindt van de Mach-E. Hij checkt eerst even of Terrence buiten gehoorafstand is.

Wat vinden Mustang-rijders van de elektrische Mach-E?

‘Nou ja, hij is de president van de club, dus we moesten die Mach-E wel binnenlaten, maar een Mustang is het niet. Hij zou die badge niet mogen dragen.’ Je ziet later hier en daar een rilling over een rug lopen als Terrence vertelt over de nieuwe boom box die hij misschien wel wil kopen, die onder de Mach-E past en hem als een V8 laat klinken.

Er is een mooie verscheidenheid aan auto’s hier, van een originele uit 1966 tot een GT500 uit 2021. Ik vraag, omdat dat me altijd heeft geïntrigeerd, of ze hier de Mustang zien als een musclecar. ‘Daar is ie te klein voor’, ‘het is een sportauto’, ‘een musclecar moet de tweedeurs versie zijn van een vierdeurs sedan’. In Europese ogen is dit een grote, gespierde auto, maar zelfs in Hawaï, waar men geneigd is kleinere auto’s te rijden, en dan veelal van Japanse of Koreaanse makelij, wordt de Mustang gewoon gezien als een sportauto.

De Mustang is zachter en volwassener

Tot besluit krijg ik een paar tips over wegen waar het goed rijden zou moeten zijn. De volgende morgen vertrek ik in alle vroegte naar de zuidelijke hoek van het eiland, voor een zonsopgang bij de machtige Koko-krater. De Mustang is er inderdaad behoorlijk op vooruitgegaan; hij is minder hard geworden, de ophanging voelt volwassener en meer in control aan en de besturing is steviger.

Ik vermoed dat ie nog wat meer finesse zou hebben met de adaptieve MagneRide-dempers, maar uit eerdere ervaringen weet ik dat ook een ‘gewone’ Mustang niet uit elkaar valt op de limiet. Sterker: dan wordt ie alleen maar beter. Maar voor dit soort overpeinzingen hebben we op dit moment geen tijd, want tien minuten vóór zonsopgang komen de toeristen met hun selfiesticks.

De bekendste weg van Hawaï die jij vast ooit hebt gezien

Ik trek me terug om de meest verbazingwekkende weg van het eiland in me op te nemen. De H3-snelweg is nogal controversieel. Hij werd in 1997 opgeleverd en loopt over het hele eiland, over een van de meest ongerepte valleien, en slingert zich dan door de met groen bedekte bergen. Er was lokaal bijzonder veel weerstand tegen, niet in de laatste plaats vanwege de bouwkosten van bijna 1,3 miljard dollar.

In feite rijd je, op viaducten hoog boven de bodem van de vallei, door de toppen van de bomen. Het uitzicht is verpletterend, maar je kunt voelen dat het wringt. Ik ben nu onderweg naar Kualoa Ranch. Daar heb je waarschijnlijk nog nooit van gehoord, maar ik kan je garanderen dat je het gezien hebt. Hier komt Hollywood naartoe als het op zoek is naar een tropisch, bergachtig, onbewoond eiland. Jurassic Park, Lost, King Kong – ze zijn allemaal, plus nog een stuk of 200, hier opgenomen.

Ook offroad kan de Ford Mustang uit de voeten

Ik rijd een stukje over een onverharde weg; de Mustang blijkt robuust genoeg om daar geen enkele moeite mee te hebben. Hij is wat ruwer dan je gemiddelde sportauto, maar je kunt er behoorlijk precies mee overweg. Alles, van pedalen tot stuur en knoppen, vereist enige kracht, maar hé: dit is een Mustang, het hoort er ook wel een beetje borstharig aan toe te gaan. Er is dus zwaarte, maar er is ook precisie.

De V8 brabbelt er gezellig op los bij deze lage toerentallen en de Mustang klimt omhoog naar Jumanji Ridge en voorbij Kong’s Skull zonder één keer te schrapen of zijn wielen te laten doorslaan. Behalve dan wanneer ik daar zin in heb. Bij de zeldzame kansen die ik krijg om de V8 even open te draaien, buldert hij lekker.

  • Ford Mustang bij botten
    Foto: © TopGear / James Lipman
  • Ford Mustang hawaiiaanse danseres in grille
    Foto: © TopGear / James Lipman
  • Ford Mustang offroad ver weg
    Foto: © TopGear / James Lipman
  • Ford Mustang offroad boven
    Foto: © TopGear / James Lipman
  • Ford Mustang interieur
    Foto: © TopGear / James Lipman
  • Ford Mustang bij botten
  • Ford Mustang hawaiiaanse danseres in grille
  • Ford Mustang offroad ver weg
  • Ford Mustang offroad boven
  • Ford Mustang interieur

Hij klopt zichzelf op die manier graag op de borst, maar belangrijker is het feit dat zijn prestaties ook hoger in de toeren langer effectief blijven; dit is de eerste ‘basis-Mustang’ die ik ooit heb gereden die serieus snel is en gemakkelijk overweg kan met zijn massa. Maar echt superresponsief is ie nou ook weer niet. Hij laat opgebouwde toerentallen maar langzaam weer zakken en er zit wat sloomheid in de aandrijflijn.

Hoe we in een gyrokopter terecht zijn gekomen

Je kunt wel zien waarom Hollywood hier zo graag komt. Het is esthetische perfectie, het brede, grazige dal dat wordt geflankeerd door torenhoge, ondoordringbare groene rotsmuren. Maar je bekijkt ze altijd vanaf beneden. Geen van de wegen, en zelfs maar heel weinig paden, gaan echt de bergen in – ze zijn te steil, het heeft geen zin. En ik had het prima gevonden het daarbij te laten, maar toen diende een mogelijkheid zich aan…

Het begon als een plan om een plek te vinden waar ik de Mustang echt de vrije teugels kon laten, maar omdat alle vliegvelden op Oahu militair terrein zijn, kon ik dat wel uit mijn hoofd zetten. Maar vliegen in een gyrokopter? Nou ja, meer óp een gyrokopter? Dat bleek geen punt. Ik zei ja omdat James Alaggio eruitzag als iemand die ik kon vertrouwen, die een benijdenswaardig cv met vliegactiviteiten had en klonk alsof hij begreep hoe de natuurkundige wetten werken die deze mechanische langpootmug in de lucht houden.

  • Gyrokopter op Hawaï zijkant
  • Gyrokopter op Hawaï dashboard
    Foto: © TopGear / James Lipman
  • Gyrokopter op Hawaï TG-redacteur surfhandje
    Foto: © TopGear / James Lipman
  • Gyrokopter op Hawaï in de lucht
    Foto: © TopGear / James Lipman
  • Gyrokopter op Hawaï over schouder piloot
    Foto: © TopGear / James Lipman
  • Gyrokopter op Hawaï uitzicht
  • Gyrokopter op Hawaï zijkant
  • Gyrokopter op Hawaï dashboard
  • Gyrokopter op Hawaï TG-redacteur surfhandje
  • Gyrokopter op Hawaï in de lucht
  • Gyrokopter op Hawaï over schouder piloot
  • Gyrokopter op Hawaï uitzicht

Het was duizelingwekkend, de meest vrije vorm van gemotoriseerd vliegen die je maar kunt bedenken. En de meest oncomfortabele, als het regent. Maar van een kilometer hoogte krijg je een ander perspectief, je begrijpt hoe het weer hier werkt, hoe de bergen de regen uit de wolken wringen en de oostkust nat en groen houden, en het westen droog en gebruind.

Je ziet de stranden, de riffen en de vorm van de oceaanbodem die zo bepalend is voor hoe de golven hier breken. En je realiseert je dat Hawaï, die serie stipjes in de Stille Oceaan, eigenlijk maar bitter weinig met de rest van de Verenigde Staten te maken heeft.

Het verschil tussen de Ford Mustang in Europa en op Hawaï

Ik denk er nog eens over na als ik later terug naar het zuiden roffel. De Ford Mustang is een krachtig symbool van Amerika – dat was ook een van de redenen dat hij zo populair was toen hij in 2016 naar Europa kwam. Mensen kochten niet zozeer een auto, als wel een statement van stars & stripes.

Maar in Hawaï zien ze de Ford Mustang anders. Hij vertegenwoordigt de scheiding tussen het vasteland dat de eilanden als pretplek ziet en de mensen die er permanent wonen. Er is een ‘wij en zij’-mentaliteit, een gevoel dat de Amerikanen zich aan Hawaï hebben opgedrongen toen de eilanden in 1959 deel van de unie werden.

En het blijft verwonderlijk, nietwaar, dat terwijl in Europa de Ford Fiesta, Focus en Mondeo dood of stervende zijn en plaatsmaken voor crossovers, hybrides en elektrificatie, de Mustang in Amerika doorgaat alsof er niets aan de hand is. En hij komt volgend jaar ook onze kant op – V8, 300 gram CO2 per kilometer, et cetera.

Had de Mustang niet allang elektrisch moeten zijn?

Net als bij de VS en Hawaï strijken de twee strategieën elkaar tegen de haren in. Het gerucht wil dat deze Mustang een opvullertje is en dat Ford zich uiteindelijk, tegen het eind van dit decennium, zal neerleggen bij het onvermijdelijke en met een hybride of elektrische versie zal komen. Ik vind het in dit geval niet eens moeilijk om tot een oordeel te komen.

Ik weet dat het een rationele, zakelijke beslissing is en dat de Mustang heus verkocht zal worden aan mensen die toch al dol op hem waren. Maar in plaats van de laatste te zijn die het gebouw verlaat, had Ford ook de eerste kunnen zijn die de sprong waagde en de Mustang een nieuwe plek kunnen geven, in een nieuw tijdperk. Hij zou beter zijn gevallen bij de Hawaïanen – maar net iets minder bij mijn vriend uit Texas.

Met dank aan: @Nakedgyro, arakawasurfboards.com, Jarrod Silcox en ohanamotorsportsfoundation.com, alohamustang.org, kualoa.com, GoJump Hawaii, Dillingham Airfield, Anna Metcalfe en Savanna Gonzalez van hawaii.gov, het team bij Pearl Harbor en de USS Missouri

https://topgear.nl/autotest/ford-mustang-hawai/

Hoera, een meisje! (Kennislink)

De Sumatraanse neushoorn is een van de meest bedreigde zoogdieren ter wereld. Ze zijn met zo weinig dat ze elkaar in het wild bijna niet meer tegenkomen om te paren. Een reddingsplan moet daar verandering in brengen. Hoe red je een soort van de rand van uitsterven?

Hoera, het is een meisje, klonk het op 30 september. De regering van Indonesië maakte bekend dat er een kalfje was geboren van de Sumatraanse neushoorn in het fokprogramma. Groot nieuws, want daarmee komt de teller op tien dieren in gevangenschap.
Schrijnend is het ook: in het opvangcentrum in het zuiden van Sumatra hebben de neushoorns misschien wel meer kans om jongen te krijgen dan in het wild. Het beschermen van hun leefgebied is niet genoeg, omdat de meeste neushoorns zo geïsoleerd leven dat ze geen partner meer vinden. Zonder hulp van de mens lijkt de soort gedoemd om uit te sterven. Hoe breng je zo’n bedreigde diersoort weer op de been?

Sumatraanse neushoorn Ratu en pasgeboren kalf Andatu in het opvangcentrum, 2012.

Versnipperd

Uitgelicht door de redactie

Geneeskunde
Als proefkonijn op de pijnbank

Biologie
Mijnen in het diepzeemilieu

Geneeskunde
Nog altijd geen medicijn tegen chronische pijn

Ooit kwam de Sumatraanse neushoorn in grote delen van Zuidoost-Azië voor. Door decennia van jacht, stroperij en ontbossing leven er nu nog maar dertig tot vijftig in het wild in Indonesië, verspreid over de eilanden Borneo en Sumatra. Zelfs in het laatste gezonde bolwerk, het regenwoud van Leuser Nationaal Park in Noord-Sumatra, leven vermoedelijk maar twintig tot dertig neushoorns. Elders leven ze vaak in kleine stukken regenwoud, waar stropers makkelijk kunnen binnendringen. Zo wordt de kans steeds kleiner dat een neushoorn een partner vindt. Het gevolg: te weinig paringen en te weinig geboortes. Een voor een doven de laatste populaties uit.

Hoe kleiner het leefgebied, hoe groter de kans dat de neushoorns in dat bos uitsterven. “Zo’n populatie verliest zijn veerkracht”, zegt Per Palsbøll, populatiegeneticus aan de Rijksuniversiteit Groningen. “Een natuurramp, zoals een ziekte of bosbrand, kan de neushoorns in één klap wegvagen. De man-vrouwverdeling kan scheef gaan: plots heb je te veel mannetjes en te weinig vrouwtjes. Toeval krijgt een grote invloed, en dat loopt meestal fout af. Samen jagen die effecten een soort de dood in, via een zogenoemde uitstervingsspiraal.”

Leuser Nationaal Park is het laatste bolwerk van de Sumatraanse neushoorn.

Reddingsplan

Om dezelfde reden is ook de populatie in gevangenschap in gevaar: negen van de tien dieren lopen rond in opvangcentrum Way Kambas in Zuid-Sumatra. “Dat vind ik riskant”, zegt Linda Bruins-van Sonsbeek. Ze was jarenlang de dierenarts van Diergaarde Blijdorp Rotterdam en is adviseur voor het stamboek van de zwarte neushoorn voor de Europese dierentuinvereniging EAZA. Een pijnlijk voorbeeld van dat risico is de dood van de laatste vijf Sumatraanse neushoorns op het Maleisisch vasteland in 2003: in drie weken tijd stierven alle dieren aan een rondgaande infectie.
Het nieuwe reddingsplan van 2018, opgezet door onder meer de natuurbeschermingsorganisaties WWF en IUCN, wil die risico’s spreiden door nog twee opvangcentra te bouwen. Een klein centrum in Kalimantan (Indonesisch Borneo) breiden ze uit en ze bouwen een nieuw centrum bij Leuser Nationaal Park op Sumatra.

Beelden van de Sumatraanse neushoorn in het opvangcentrum in Indonesië.
Bron: National Geographic

Alles is familie

Daarnaast willen de natuurbeschermers zo veel mogelijk wilde neushoorns vangen om mee te fokken. Het bestaande fokprogramma loopt namelijk tegen grenzen aan. De drie mannetjes in gevangenschap zijn Andalas, zijn broer Harapan en zoon Andatu. Alle geboren kalfjes uit het programma zijn daarom familie van elkaar, en dat vormt een gevaar voor het voortbestaan, legt populatiegeneticus Palsbøll uit. “Als iedereen familie van elkaar is, krijg je inteelt. Dan komen allerlei verborgen ziektes naar boven en gaan meer dieren dood.”

Sinds 2004 nestelt de Californische condor weer in het wild. Dit nest is uit 2010.

Hij noemt de Californische condor als voorbeeld. Deze gier ging hard achteruit door jacht, loodvergiftiging van aas en botsing met hoogspanningskabels. In de jaren tachtig vingen natuurbeschermers de laatste wilde condors voor een fokprogramma met alle 27 overgebleven vogels. “In het begin hielden ze niet bij wie met wie paarde, waar de vogels vandaan kwamen en of ze familie van elkaar waren. Soms kruisten ze ongemerkt familieleden.”
Plots hadden ze een probleem, aldus Palsbøll: “Door een dodelijk ‘verborgen’ gen voor dwerggroei stierf zo’n negen procent van de kuikens. De fokkers beseften dat ze een stamboek moesten bijhouden, net als voor honden en paarden, zodat ze geen nauwe familie met elkaar kruisen.” Het fokprogramma werd uiteindelijk een succes. Vandaag vliegen er weer ruim driehonderd condors in het wild volgens de U.S. Fish & Wildlife Service, die het programma leidt. “Het is een veelgeprezen programma, waaruit we ook alles hebben geleerd wat je niet moet doen”, concludeert Palsbøll.

Onvruchtbaar

Ook al vang je nieuwe neushoorns om inteelt in het fokprogramma te voorkomen, dan moeten ze zich wel kunnen voortplanten. De meeste gevangen vrouwtjes uit geïsoleerde gebieden kunnen dat niet, omdat in hun baarmoeder gezwellen groeien. “Die tumoren zijn goedaardig, maar ze kunnen wel de weg naar de eileiders of de baarmoedermond blokkeren”, zegt dierenarts Bruins-van Sonsbeek. “Als de tumor groot is, kan het vrouwtje pijn ervaren. Sperma kan bovendien moeilijker de eicel bereiken. Stel dat het eitje toch bevrucht raakt, dan kan het moeilijk innestelen en mislukt de dracht.”

Dierenartsen betrokken bij de Sumatraanse neushoorn denken dat de tumoren ontstaan omdat vrouwtjes niet gewend zijn aan de sterke hormoonschommelingen tijdens de normale oestrische cyclus (of hengstigheidscyclus, om een eisprong te starten en de baarmoeder voor te bereiden op een dracht). In een gezonde populatie in de natuur zijn de vrouwtjes met regelmaat zwanger of zogend, en blijven die schommelingen uit. Bruins-van Sonsbeek vermoedt dat ook: “Ik denk dat de baarmoeder ontregeld raakt, elke keer als de cyclus opnieuw begint omdat het dier niet bevrucht of drachtig raakt.” De dieren met tumoren zijn vaak oud en komen uit geïsoleerde stukjes regenwoud, waar ze misschien al jaren geen jong meer hebben gehad.

IVF voor neushoorns

Volgens Bruins-van Sonsbeek is er geen goede behandeling van die tumoren. “Een buikoperatie is moeilijk en riskant in neushoorns.” Voortplantingsbioloog Terri Roth van Cincinnati Zoo, betrokken bij het reddingsplan, bevestigt per mail dat ze weinig kunnen doen aan de tumoren: “Als het om een paar kleine tumoren gaat, kun je ze via endoscopie verwijderen als kortetermijnoplossing, maar vaak groeien ze terug.” Zo’n ingreep werkt bij merries van paarden, maar is bij neushoorns volgens haar nog nooit uitgevoerd. Bruins-van Sonsbeek kent ook gevallen waar de dierenarts een neushoorn met beginnende tumor op anticonceptie zet. Dat remt de groei van het gezwel, maar het dier kan dan niet meer meedoen in een fokprogramma. “Dat wil je niet doen als een dier weinig last van de tumor heeft en nog vruchtbaar is, want dan is er nog een kans dat ze dragend wordt.” Dat bewees het team van het reddingsplan bij Rosa, een vrouwtje uit het wild met een tumor. Na acht miskramen kreeg de neushoorn vorig jaar een jong.

Als een vrouwtje zelf geen jongen kan krijgen, werken onderzoekers aan andere manieren om haar genen toch door te geven. In 2018 vingen mensen in Oost-Kalimantan, een Indonesische provincie op Borneo, een neushoornvrouwtje gedoopt Pahu. Het dier is de helft zo klein als normaal en heeft een cyste op een van haar eierstokken. Ongeschikt voor zwangerschap, stelde een neushoornexpert op nieuwssite Mongabay. Niettemin verzamelden onderzoekers eind oktober eicellen van Pahu om haar via in-vitrofertilisatie (IVF) – bevruchting in een reageerbuis – toch mee te laten doen in het fokprogramma. De eitjes willen ze bevruchten in het lab en het embryo plaatsen ze daarna in een draagmoederneushoorn in het opvangcentrum in Way Kambas.

Lukt dat ook niet, dan is er nog een alternatief: geslachtscellen maken in het lab. Vorig jaar slaagden Duitse onderzoekers van het Leibniz Institute for Zoo and Wildlife Research erin om uit de huidcellen van de laatste neushoornstier uit Maleisisch Borneo (overleden in 2019) stamcellen te maken. Uit die stamcellen willen ze zaadcellen maken waarmee ze een eicel kunnen bevruchten. Zo kunnen ze genetische variatie terugbrengen in de levende populatie, ook als het donordier onvruchtbaar of overleden is.

Terugkeer

De geboorte van het neushoornkalfje eind september is hoopgevend, maar zonder nieuwe dieren uit het wild is het goed nieuws van korte duur. Zonder nieuw bloed is de volgende generatie in gevangenschap allemaal familie en liggen de gevaren van inteelt op de loer. Maar als het reddingsplan zijn ambities waarmaakt, schijnt er licht aan het einde van de tunnel voor de Sumatraanse neushoorn. “Soorten kunnen terugkomen”, zegt Palsbøll. “Kijk naar de condor: nu vliegen er weer honderden in het wild en hebben ze nog maar weinig hulp nodig.”

Bronnen

https://www.nemokennislink.nl/publicaties/hoera-een-meisje/

Tsunami van olijfboomdiefstal overspoelt Middellandse Zeegebied (ThePostOnline)

Olijven

SPATA, Griekenland (AP) – In een olijfgaard aan de rand van Athene duwt kweker Konstantinos Markou de scheuten van nieuwe aanwas opzij om de stronk van een boom te onthullen. Het is een ongeveer 150 jaar oud exemplaar, zegt hij, dat een van de 15 bomen was die op het land van zijn buurman waren omgehakt door dieven die er geld van wilden maken.

De stijgende prijzen van olijfolie, deels veroorzaakt door twee jaar droogte in Spanje, hebben criminelen in het Middellandse Zeegebied kansen geboden. Inbraken in pakhuizen, het verdunnen van eersteklas olie met inferieure producten en het vervalsen van verzendingsgegevens komen steeds vaker voor in de kernlanden van de olijventeelt in Griekenland, Spanje en Italië.

En misschien nog wel het ergste: bendes die kettingzagen gebruiken om zwaar beladen takken en zelfs hele bomen te stelen uit onbewaakte boomgaarden.

“De olijvenrovers kunnen soms meer olie produceren dan de eigenaren zelf – serieus,” zei Markou, voordat hij ‘s avonds op pad ging om in zijn eigen boomgaard te patrouilleren.

Nog minder opbrengst

De misdaden betekenen minder olijven voor de telers die al te kampen hebben met hoge productiekosten en de klimaatverandering die heeft geleid tot warmere winters, grote overstromingen en meer intense bosbranden.

In de Italiaanse zuidelijke regio Puglia pleiten telers bij de politie voor de oprichting van een landbouwafdeling. Griekse boeren willen een landelijke politieafdeling terug die in 2010 werd opgeheven. In Spanje heeft een bedrijf traceerapparaten ontwikkeld die eruit zien als olijven om te proberen dieven te vangen.

Eeuwenoude familiebedrijven

De olijfgaarden buiten Athene maken deel uit van een traditie die teruggaat tot de oudheid, op vlaktes die nu de internationale luchthaven van de stad omringen. Sommige bomen zijn eeuwen oud.

De meeste diefstallen betreffen takken. Als een hele boom is omgehakt, hakken de dieven hem meestal in stukken en laden ze de stukken in een pick-up. Ze verkopen het hout aan houtzagerijen of brandhoutverkopers en brengen de olijven naar een oliemolen.

“De rovers zoeken zwaar beladen takken en hakken die af,” zegt Neilos Papachristou, die een olijfmolen en nabijgelegen boomgaard runt in een familiebedrijf van de vierde generatie. “Ze stelen dus niet alleen onze olijven, maar ze brengen de boom ook ernstige schade toe. Het duurt 4-5 jaar voordat hij weer normaal is.”

De diefstallen dwingen sommige telers om vroeg te oogsten, wat betekent dat ze een lagere opbrengst moeten accepteren om schade aan hun bomen op de lange termijn te voorkomen.

‘Verschrikkelijke situatie’

Dat geldt ook voor Christos Bekas, een van de boeren bij Papachristou’s fabriek die hun oogst in roestvrijstalen laadbakken dumpten, zakken losknoopten en hoge rieten manden achterop hun pick-up omkieperden.

Bekas, die 5000 olijfbomen bezit, werd herhaaldelijk overvallen door dieven voordat hij besloot vroeg te oogsten. Daardoor zijn er meer dan tweeënhalf keer zoveel olijven in gewicht nodig geweest om een kilo olie te produceren als vorig jaar, zei hij.

“En dit alles nadat we nachtenlang onze velden hebben bewaakt,” zei hij. “De situatie is verschrikkelijk.”

Na tientallen jaren van groei is de wereldwijde olijfoliemarkt verstoord door een bijna twee jaar durende droogte in Spanje, dat normaal gesproken goed is voor ongeveer 40% van het wereldaanbod. Verwacht wordt dat de wereldwijde productie dit oogstjaar zal dalen van 3,4 miljoen ton een jaar eerder tot 2,5 miljoen ton.

De referentieprijzen in Spanje, Griekenland en Italië voor extra olijfolie van de eerste persing bereikten 9 euro in september, meer dan een verdrievoudiging ten opzichte van het niveau in 2019.

Dat vertaalt zich in hogere prijzen voor consumenten. In Griekenland sprong een 1-literfles extra vierge olie van 8 tot 9 dollar vorig jaar naar maar liefst 15 dollar dit jaar.

Dieven steeds brutaler

De Spaanse politie zei in oktober dat ze de afgelopen weken 91 ton gestolen olijven hadden teruggevonden. In februari werden zes mensen gearresteerd in Zuid-Griekenland voor de diefstal van 8 ton olijfolie tijdens een reeks inbraken in pakhuizen gedurende meerdere weken.

Boeren rond de zuidwestelijke havenstad Bari in Italië zeggen dat dieven steeds brutaler zijn geworden en tractoren en dure apparatuur stelen samen met olijven.

De regionale landbouwvereniging heeft een oproep gedaan voor hulp van de politie na berichten dat vorige maand bij één incident 100 olijfbomen zijn vernield of ernstig beschadigd.

Gennaro Sicolo, de leider van de vereniging, noemde de economische schade “enorm” en zei dat “boeren beschermd moeten worden”.

“Dit is een misdaad”, zei Markou, de Griekse teler, over de bomenkap. “Je doodt hier je eigen geschiedenis.”

Tsunami van olijfboomdiefstal overspoelt Middellandse Zeegebied

https://tpo.nl/2023/11/08/tsunami-van-olijfboomdiefstal-overspoelt-middellandse-zeegebied/

‘Meer en verbeterde informatie vormt de basis van brandbestrijding, vooral bij grootschalige natuurbranden’, zegt Landelijk coör… (IFV Facebook)

‘Meer en verbeterde informatie vormt de basis van brandbestrijding, vooral bij grootschalige natuurbranden’, zegt Landelijk coördinator Natuurbrandbeheersing Jelmer Dam. ‘Met de nieuwe mobiele applicatie van het natuurbrandverspreidingsmodel beschikken alle bij de brand betrokken professionals snel en gelijktijdig over dezelfde informatie.’

‘In de regio's zijn mensen opgeleid om te werken met het natuurbrandverspreidingsmodel (NBVM). Bij een alarmering stapt één adviseur de auto in, een tweede neemt plaats achter de computer en simuleert via het NBVM de brand. Maar dat is lastig zonder de details van de brand. Denk aan de coördinaten, de weersomstandigheden, de vegetatie en de bevolkingsdichtheid. De mobiele applicatie zorgt ervoor dat de adviseur in het veld deze details snel en gemakkelijk kan delen met de adviseur achter de computer. Die kan daar dan mee gaan doorrekenen. Het model geeft vervolgens een indicatie van het mogelijke verloop van de brand.’

‘Het Natuurbrandverspreidingsmodel kan ook een rol spelen in het voorkómen van natuurbranden. Natuurbeheerders en eigenaren van bijvoorbeeld campings in een natuurgebied zijn zich niet altijd bewust van de risico’s van een natuurbrand. In een simulatie kun je ze laten zien hoe lang het duurt voordat een brand onder bepaalde omstandigheden bij de camping aankomt en hoeveel tijd er dus is om te evacueren. Is die tijd onacceptabel kort? Dan kunnen natuurbeheerders maatregelen nemen in het landschap om het risico te verminderen. Denk bijvoorbeeld aan het aanbrengen van brandgangen of het planten van andere soorten bomen en struiken.’

‘We kijken doorlopend naar mogelijkheden voor verbetering en doorontwikkeling; het natuurbrandverspreidingsmodel blijft in beweging. De ambitie is om de simulaties in de toekomst ook te kunnen delen met andere informatiesystemen. Bijvoorbeeld als kaartlaag (geografische weergave) in een situatiebeeld binnen het Landelijk Crisis Management Systeem (LCMS). Zodat alle crisispartners toegang tot dezelfde informatie hebben.’

https://www.facebook.com/463568032470832/posts/727049316122701