Vorig jaar meer bos gekapt, ondanks afspraken wereldleiders (NOS Jeugdjournaal)

Er is vorig jaar wereldwijd meer bos gekapt dan het jaar daarvoor. Dat staat in een nieuw rapport van het Wereld Natuur Fonds.

Afspraken

Ruim 140 landen spraken twee jaar geleden op een grote klimaatvergadering af om het kappen van bomen tegen te gaan. Maar daar hebben dus niet alle landen zich aan gehouden.

Er werd toen zelfs beloofd dat in 2030 de bomenkap helemaal gestopt moet zijn. Maar tot nu neemt ontbossing dus alleen maar toe. Ontbossing betekent dat er steeds meer bos verdwijnt. De onderzoekers zeggen dat dit komt door landbouw, de aanleg van nieuwe wegen en bosbranden.

Het is slecht nieuws, omdat bosgebieden belangrijk zijn voor het klimaat. De vele bomen halen vervuilende stoffen uit de lucht.

Tropisch regenwoud

In tropische regenwouden zijn de meeste bomen gekapt. Bijvoorbeeld in de wouden in Congo, Zuidoost-Azië en in het Amazone-gebied. Waarom worden daar veel bomen gekapt? We maakten er eerder deze video over:

Toch zijn de onderzoekers niet alleen maar negatief. Volgens hen zijn zo'n 50 landen wel al goed bezig om ontbossing te stoppen. Ook landen als Brazilië, Indonesië en Maleisië hebben grote stappen gemaakt om bosgebieden beter te beschermen.

https://www.jeugdjournaal.nl/l/2495168

Wekdienst 24/10: Omtzigt presenteert verkiezingsprogramma • Veiligheidsraad over oorlog Israël-Hamas (NOS Binnenland)

Goedemorgen! Pieter Omtzigt presenteert het verkiezingsprogramma van zijn nieuwe partij Nieuw Sociaal Contract en bij de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties gaat het over de oorlog tussen Israël en Hamas.

Maar eerst het weer: vandaag is het tamelijk bewolkt met van tijd tot tijd regen. Bij een matige tot aan zee vrij krachtige zuidwestenwind wordt het een graad of 13.

Ga je de weg op? Hier vind je het overzicht van de wegwerkzaamheden en hier zie je waar er aan het spoor wordt gewerkt.

Wat kun je vandaag verwachten?

Wat heb je gemist?

Ondanks alle internationale afspraken om ontbossing tegen te gaan, is er vorig jaar wereldwijd meer bos verloren gegaan dan een jaar eerder. Dat valt op te maken uit het jaarlijkse rapport daarover van milieuorganisaties, waaronder het Wereld Natuur Fonds.

Vorig jaar verdween er wereldwijd zo'n 6,6 miljoen hectare bos, 4 procent meer dan in 2021. Het grootste deel van de ontbossing vond plaats in tropische regenwouden. Daar verdween zo'n 4,1 miljoen hectare bos.

Ruim 140 landen spraken in 2021 op de klimaattop in Glasgow af om ontbossing actief tegen te gaan. Per 2030 moet de ontbossing zelfs zijn gestopt, is de belofte. Ook moet 350 miljoen hectare beschadigd landschap tegen die tijd zijn hersteld, maar vooralsnog nemen de ontbossing en de landschapsbeschadiging dus alleen maar toe.

De landbouw, de aanleg van wegen, bosbranden en de commerciële houtkap worden door het rapport genoemd als belangrijkste oorzaken van ontbossing.

Ander nieuws uit de nacht:

En dan nog even dit:

De oudste hond aller tijden, Bobi, is gisteren overleden in Portugal. Hij was 31 jaar. Bobi werd in februari zowel de oudste nog levende hond ter wereld als de oudste hond ooit, waarmee hij een bijna honderd jaar oud record verbrak. De vorige oudste hond ooit was de Australische Bluey, die in 1939 stierf op de leeftijd van 29 jaar en vijf maanden.

Fijne dag!

https://nos.nl/l/2495152

‘Ontbossing wereldwijd toegenomen, ondanks beloftes van wereldleiders’ (NOS Buitenland)

Ondanks alle internationale afspraken om ontbossing tegen te gaan, is er vorig jaar wereldwijd meer bos verloren gegaan dan een jaar eerder. Dat valt op te maken uit het jaarlijkse rapport daarover van een coalitie van milieuorganisaties, waaronder het Wereld Natuur Fonds (WWF).

Vorig jaar ging wereldwijd zo'n 6,6 miljoen hectare bos verloren, 4 procent meer dan in 2021. Het grootste deel van de ontbossing vond plaats in tropische regenwouden. Daar ging zo'n 4,1 miljoen hectare bos verloren.

Ruim 140 landen spraken in 2021 op de klimaattop in Glasgow af om ontbossing actief tegen te gaan. Per 2030 moet de ontbossing zelfs gestopt zijn, is de belofte. Ook moet 350 miljoen hectare beschadigd landschap tegen die tijd hersteld zijn, maar vooralsnog neemt de ontbossing en de landschapsbeschadiging dus alleen maar toe.

Klimaatverandering en biodiversiteit

De landbouw, de aanleg van wegen, bosbranden en de commerciële houtkap worden door het rapport genoemd als belangrijkste oorzaken van ontbossing. "Bossen in de hele wereld maken een crisis door. De kans om vooruitgang te boeken gaat aan ons voorbij", waarschuwt milieuorganisatie Climate Focus.

Volgens het rapport ligt het redden van de tropische oerbossen 33 procent achter op schema, wat grote gevolgen kan hebben voor de biodiversiteit. Daarnaast zijn juist deze bossen van belang bij het tegengaan van de uitstoot van broeikasgassen, aangezien ze veel meer CO2 vasthouden dan jongere bossen. Als ontbossing niet wordt gestopt, kan dat dus grote impact hebben op de wereldwijde maatregelen tegen klimaatverandering.

Hoewel het rapport een zorgwekkende toename van de ontbossing beschrijft, is de situatie niet helemaal hopeloos, zegt hoofdauteur Franziska Haupt van Climate Focus. Zo'n 50 landen liggen namelijk wel degelijk op schema om ontbossing te stoppen en ook landen als Brazilië, Indonesië en Maleisië hebben grote stappen gemaakt in het tegengaan van de verwoesting van bosgebied. "Andere landen moeten het voorbeeld van deze landen volgen."

https://nos.nl/l/2495142

De Caribische eilanden als het klimaat-voorland voor Nederland (De Erfgoedstem)

Dit interview is onderdeel van een reeks over klimaatverandering en erfgoed. De reeks is een initiatief van het platform Klimaat en Erfgoed. Periodiek verschijnt er een interview met een expert. Dit keer is het woord aan Suzanne Loen. Als landschapsontwerper en onderzoeker initieert ze en is ze betrokken bij projecten in het Caribisch gebied, waar de gevolgen van klimaatverandering acuter zijn dan in Nederland en versterkt worden door menselijk handelen in het verleden en heden.

Heb je vragen over het interview of wil je meer weten? Neem dan contact op met het platform via info@klimaatenerfgoed.nl of bezoek onze website / LinkedIn pagina.

Kan je iets over jezelf vertellen en over jouw betrokkenheid bij het onderwerp van klimaat en landschap?

Op dit moment werk ik onder andere aan projecten in het Caribisch gebied en adviseer ik verschillende gemeenten op het gebied van landschap en erfgoed zoals bijvoorbeeld bij de versterking van de IJsseldijken in de Krimpenerwaard. Daarnaast geef ik ook de minor Heritage and Design bij de sectie Landcape Architecture aan de TU Delft. Dit is een keuzevak dat open staat voor studenten vanaf het tweede jaar van alle universiteiten en faculteiten ook buitenlandse studenten zijn welkom. De studenten onderzoeken historische groen- en waterstructuren, zoals Agnetapark in Delft, en maken een herontwerp. De verschillende visies op groen en watererfgoed van de studenten maken het vak heel inspirerend om te geven. Ik ben destijds ook in Delft afgestudeerd en heb daarna bij de sectie Landschapsarchitectuur met mijn collega Inge Bobbink gewerkt aan de publicaties Land inZicht en Water inZicht. Dit heeft mij in de richting van cultuurhistorische landschappen en watersystemen gestuurd.

Eén van de dingen die ik mijn studenten leer is dat in Nederland de waterhuishouding lang sturend is geweest voor de inrichting van het landschap. Van oorsprong is de watermachine sterk verankerd in het landschap. Het Nederlandse landschap is een grotendeels door mensen gevormd landschap, door toedoen van menselijk handelen en technische ontwikkelingen. Kennis over de ontwikkelingsgeschiedenis van ons landschap is essentieel om onze historische water- en groenstructuren te begrijpen.

Via een collega aan de TU Delft, Mo Smit, ben ik in 2015 betrokken geraakt bij een onderzoeksproject naar de woon-en werkomgevingen van de textielindustrie Indonesië. Hier zag ik dat fabrieken, die grotendeels voor Nederlandse kledingmerken produceerden, extreme hoeveelheden grondwater onttrokken, met bodemverzakkingen en overstromingen tot gevolg, en tegelijkertijd het oppervlaktewater vervuilden. Het ecologische evenwicht en de zoetwatervoorziening wordt hierdoor ernstig bedreigd. Indonesië is hierin niet uniek. Over de hele wereld is sprake van een verstoorde relatie tussen zoetwatermanagement en ruimtelijke ontwikkeling, ook in Nederland. Door dit project ben ik mij gaan toeleggen op onderzoek naar potentie van historische zoetwatersystemen voor een veerkrachtig waterbeheer.

Op de universiteit en in ons vakgebied was nog weinig aandacht voor zoetwatermanagement en drinkwatervoorzieningen; de meeste aandacht ging toen nog uit naar waterveiligheid.

Daarom ben ik het onderzoeksproject ‘Thirsty islands’ gestart. In 2020 startte het project op Curaçao in samenwerking met National Archaeological Anthropological Memory Management (NAAM). Vanaf dit jaar heeft het project vervolg gekregen in het Erfgoed Deal project Awa pa Kòrsou (Water voor Curaçao) in een consortium van Curaçaose natuur- en erfgoedorganisaties. In april van dit jaar ben ik gestart met een onderzoek naar potentie van watererfgoed voor een veerkrachtige zoetwater voorziening op Bonaire in samenwerking met Kenniscentrum Immaterieel Erfgoed (KIEN) en Immaterieel Erfgoed Bonaire (IEB). Het koloniale verleden en handelen speelt natuurlijk ook een belangrijke rol in beide projecten.

Mijn keuze om eilanden te onderzoeken heeft er onder andere mee te maken dat eilanden en eilandgemeenschappen van oudsher op zichzelf waren aangewezen en ook op het gebied van zoetwaterbeheer zelfvoorzienend moesten zijn.

Eilanden zijn omringd door zout water, beschikken over relatief weinig natuurlijke zoetwaterbronnen en hebben beperkt ruimte om water op te slaan. Dat maakt dat ze leerzame voorbeelden zijn. Ook voor meer complexe en waterrijke deltagebieden als in Nederland.

In Caribisch Nederland stelde de Nederlandse Staat haar eigen economische belangen eeuwenlang boven het welzijn van de lokale gemeenschap en de natuur. Dat is terug te zien in de manier waarop zoetwater werd geëxploiteerd. De gevolgen van klimaatverandering op de Caribische eilanden zijn ook een voorteken voor de toekomst van Nederland. Vanuit mijn ervaring met dit project kijk ik nu met een andere blik naar Europees Nederland, waar de beschikbaarheid van zoet water lang als vanzelfsprekend is gezien maar dat eigenlijk niet meer is.

data:image/svg+xml,%3Csvg%20xmlns='http://www.w3.org/2000/svg'%20viewBox='0%200%201024%20442'%3E%3C/svg%3E

De Caribische eilanden kennen een lange traditie van het opvangen van regenwater. Deze afbeelding geeft het principe weer van regenwater opvang en distributie systeem van een Bonairiaans landhuis. 
Bewerkte foto van Landhuis Rooi Lamoenchi, Bonaire (juni 2023). Fotograaf Jet Bakels/Kien. Beeldbewerking LILA Living Landscapes.

Wat merk jij nu al van klimaatverandering en landschap?

De laatste tijd is er natuurlijk veel in het nieuws over extreme hitte en bosbranden in Zuid Europa. Ik heb het idee dat de prognoses worden ingehaald door de actualiteit.

Het aantal piekbuien en langdurige periodes van de droogte en hitte nemen enorm toe. Op de Caribische eilanden is nu al te zien dat de impact van klimaatcrisis versterkt wordt door de aantasting van de natuurlijke veerkracht van de eiland ecosystemen. In het verleden heeft bijvoorbeeld onder koloniaal gezag overexploitatie van watersystemen en grootschalige ontbossing plaatsgevonden. Dit leidt tot op de dag van vandaag tot erosie en beperkt vermogen om regenwater vast te houden in de bodem. Tegenwoordig legt het toerisme ook een groot beslag op de zoetwatervoorziening. Het beleid en de inrichting van de leefomgeving zijn nog niet goed aangepast aan de nieuwe werkelijkheid.

Een ander probleem is de verzilting van zoetwaterbronnen en de natuur langs de kust als gevolg van de stijgende zeespiegel. Dit probleem is al langer bekend. De vraag naar zoet water overstijgt al lange tijd het aanbod. Al vroeg is op de eilanden begonnen met desalinatie van zeewater. De oudste desalinatie-installatie ter wereld staat dan ook Curaçao.

Juist door de beperkte beschikbaarheid van zoet water kennen de Caribische eilanden een lange geschiedenis van cisternen en opslag van regenwater in bakken of kruiken. Uit angst voor ziektes die door muggen kunnen worden overgedragen werd dit, ook door de komst leidingwater, steeds meer actief ontmoedigd door de overheid.

Volgens mij moeten we meer terug naar een combinatie van centrale stedelijke systemen en decentrale huisgebonden systemen. We zouden veel meer regenwater kunnen opslaan, uiteraard rekening houdend met de grondwaterspiegel, en moeten afkicken van onze verslaving aan de voortdurende beschikbaarheid van 100% gefilterd drinkwater.

Vroeger gebruikten we ook in Nederland drie soorten waterstromen: putwater (grondwater), oppervlaktewater en regenwater. De kwaliteit en beschikbaarheid bepaalde of het gebruikt werd als drinkwater, kleding wassen en/of bewateren van gewassen. Waar mogelijk ving men zelf zijn eigen regenwater.

Wat is je toekomstverwachting ten aanzien van de gevolgen van klimaatverandering voor landschap?

Van oudsher heeft de industrie op de Caribische eilanden een grote invloed op de drinkwatervoorziening. De eerste zoetwaterbronnen in het Caribische gebied werden geconfisqueerd door Shell. Shell en Nederlandse Staat waren in die tijd twee handen op één buik. In tijden van nood kon Shell dan zoetwater verkopen aan inwoners. In Nederland hadden bierproducenten hadden een vergelijkbaar monopolie op drinkwater in de 16e en 17e eeuw. Het is mijn overtuiging dat drinkwater een gemeengoed is, voor het algemene nut. Commerciële ondernemingen, boeren en industrie mogen hierin niet bevoordeeld worden. Het water dient eerlijk verdeelt te worden. Ook de natuur, planten en dieren hebben recht op water. Eigenlijk is dat een politieke discussie. Laatst was in het nieuws dat Uruguay, dat met extreme droogte en drinkwater tekorten kampt, een data centrum van Google wil gaan voorzien van koelwater. Dit water wordt onttrokken uit de publieke drinkwatervoorziening. Een commerciële gigant wordt hierin bevoordeeld en zet de overheid voor het blok. Uruguayanen verzetten zich terecht tegen dit misbruik van de publieke watervoorziening. Ik vind dat een heel angstaanjagend scenario. We moeten uitkijken dat we niet teruggaan naar een neokoloniaal systeem, waarin drinkwatervoorzieningen worden onttrokken aan het publieke domein door machtige commerciële bedrijven.

Daarnaast zie ik dat we eigenlijk allemaal wel weten dat er drastisch iets moet gebeuren. Alleen wil de één sneller veranderen dan de ander. Zie bijvoorbeeld de weerstand die de activisten van Extinction Rebellion oproepen. Vanuit dezelfde wetenschap kun je op verschillende manieren reageren. Soms ontkennen mensen de klimaatcrisis omdat ze nu al onzeker zijn over hun bestaan. Niet iedereen kan van het gas af en zich een huis veroorloven op de heuvelrug veilig boven NAP. We moeten daarom oog hebben voor de zwakste groepen in de samenleving en sensitief te werk gaan, want de ongelijkheid wordt alleen nog maar vergroot door klimaatverandering.

data:image/svg+xml,%3Csvg%20xmlns='http://www.w3.org/2000/svg'%20viewBox='0%200%201024%20724'%3E%3C/svg%3E

Handreiking ‘Ruimte voor de Rooi’ / Room for the Rooi
Een erfgoed- en natuurinclusieve benadering voor ruimtelijke ontwikkeling die het Curaçaose historische watersysteem van rooien en dammen als uitgangspunt neemt. 
Afbeelding LILA Living Landscapes.

Welke maatregelen moeten we nemen om de schade te beperken?

Historische groen- en waterstructuren zijn steeds harder nodig, aan de andere kant verzwakken ze door exotische plagen en weersextremen. Het waterpeil fluctueert, oevers storten in en inheemse beplanting kan de hitte en verdroging niet aan.

Volgens mij moeten we bij het behoud van deze structuren veel meer rekening houden met de gevolgen van klimaatverandering en soms ook afscheid durven nemen van een bepaalde historische, inheemse plantensoorten.

Daarnaast zouden we ons in de ruimtelijke ordening veel bescheidener en dienstbaarder moeten opstellen ten opzichte van de natuur. We moeten ons verdiepen in hoe we onze leefomgeving aan kunnen passen om ruimte te bieden aan biodiversiteit. Ik zie vaak renders van natuurinclusieve plannen maar die zien er vaak nog generiek uit. We moeten daarin uitkijken voor ‘greenwashing’ van ruimtelijke ontwikkelingen.

“Wij houden de paraplu vast met daaronder alle flora en fauna. Wij hebben de paraplu kapot gemaakt en nu moeten we hem gaan herstellen.”

Welke kansen zie jij in het landschap om bij te dragen aan klimaatadaptatie of klimaatmitigatie?

Ik zie veel kansen voor klimaatadaptatie en herstel van de biodiversiteit door terug te gaan naar schaalverkleining van het landschap en een eerlijkere verdeling van de macht. Het hedendaagse landschap is gevormd door de ruilverkaveling van de 20e eeuw. Hoe grootschaliger het landschap werd ingedeeld, des te minder eigenaren nodig waren. Vroeger hadden we bijvoorbeeld veel meer waterschappen. Het landschap zelf en het beheer waren fijnmaziger. Nu is watermanagement gecentraliseerd en ligt de verantwoordelijk volledig bij de overheid. Waterschappen zeggen juist: ‘We kunnen het niet allemaal meer alleen.’ De inrichting en het beheer van het landschap zou een meer gedeelde en gezamenlijke opgave kunnen zijn.

Wil je nog iets kwijt?

Landschappen zijn dynamisch. Nederland heeft een traditie van alles vastleggen in regels zet op elke postzegel ruimte een stempel (lees: bestemming). We gaan nu een andere fase in. Ik wil graag een oproep doen anders te kijken naar erfgoed en kansen te zien.

Laatst sprak ik een collega uit het buitenland en die zei: ‘Er zijn nauwelijks ruïnes in Nederland!’. Verval wordt nog niet genoeg omarmd. Terwijl ruïnes en scheepswrakken juist ideale kraamkamers zijn voor flora en fauna. We moeten op een andere manier naar de waardes van erfgoed leren kijken en ook afscheid durven nemen. Zolang we de kennis die in ons erfgoed besloten ligt maar ontsluiten voor toekomstige generaties. De vraag is alleen of de erfgoedsector daar klaar voor is.

De Traditionele Ecologische Kennis (TEK) van eilandgemeenschappen is bijvoorbeeld een belangrijke bron van kennis voor de opgaven van nu. Zoals de kennis over het opvangen van regenwater en welke gewassen goed gedijen in een bepaald landschap. Bovendien is het ontsluiten van deze kennis een kans om te komen tot een meer inclusieve- en integrale erfgoedpraktijk, van zowel materieel- als immaterieel erfgoed.

Verder lezen project Thirsty Cities:

Thirsty Islands and Water Inequality: The Impact of Colonial Practices on Freshwater Challenges in the Dutch Caribbean

Room for the Rooi: 3 lessons from the past for future water sensitive planning on Curaçao

The post De Caribische eilanden als het klimaat-voorland voor Nederland appeared first on De Erfgoedstem.

https://erfgoedstem.nl/de-caribische-eilanden-als-het-klimaat-voorland-voor-nederland/