Aarde: onleefbaar (Kennislink)

Het aardoppervlak is een grote vlammenzee, bossen branden af en dieren gaan dood. Wanhoop en pessimisme stralen af van sommige tekeningen over de toekomst, gemaakt door bezoekers van de tentoonstelling ‘Energy Junkies’. Terecht? “Het ongunstigste scenario is door klimaatbeleid al onwaarschijnlijk geworden.”

Bezoekers van de tentoonstelling ‘Energy Junkies’ in de Studio van NEMO Science Museum, te bezoeken tot juni 2023, tekenen hoe zij de toekomst zien in het licht van klimaatverandering. NEMO Kennislink maakt een selectie uit de tekeningen en verkent de kunstwerkjes met een deskundige. In deze aflevering: de planeet staat in brand.

Bosbranden, een dode orka die op zijn rug in de zee drijft, een vrouw met een smeltende aardbol in de handen, een aarde waar de roodgele vlammen vanaf slaan. Het is niet echt een gezellige boel op de tekeningen die sommige bezoekers van de tentoonstelling ‘Energy Junkies’ maakten. De ene na de andere tragische gebeurtenis trekt voorbij; het pessimisme spat ervanaf. De tekenaars zien het kennelijk niet goed komen met de toekomst van de planeet en zijn bewoners.

Bekijk een kleine greep uit de toekomsttekeningen via onderstaande slideshow:

Slide

1/5
Een vrouw omhelst een smeltende aardbol en vraagt zich af of er nog hoop is voor de toekomst.
De Studio van NEMO

Slide

1/5

Op televisie en in kranten waren afgelopen zomer veelvuldig beelden te zien van allesvernietigende bosbranden. Vuur staat bovendien symbool voor hitte en opwarming, wat we als groot risico zien voor de leefbaarheid op aarde. Is de vrees dat grote delen van de aarde onleefbaar worden door de opwarming realistisch? “We weten dat klimaatverandering al plaatsvindt en steeds schade zal opleveren, zeker ook voor mensen”, zegt klimaatwetenschapper Detlef van Vuuren. Hij ontwikkelt aan de Universiteit Utrecht en voor het Planbureau voor de Leefomgeving modellen om verschillende scenario’s van klimaatverandering te verkennen. “Het was niet onmogelijk geweest om een menselijke beschaving te bouwen op een warmere planeet. Het probleem van opwarming is echter dat alles op de verkeerde plek staat. We hebben bijvoorbeeld steden neergezet op zeespiegelniveau. Hierdoor krijgen we te maken met enorme consequenties, die je absoluut moet vermijden.”

Worstcasescenario

‘The human race is probably hopeless’, schreef iemand op een tekening. Begrijpelijk waar dat sentiment vandaan komt. Ondanks pogingen om het gebruik van fossiele brandstoffen aan banden te leggen, neemt de wereldwijde uitstoot van broeikasgassen nog steeds niet af. Gaat die daling nog op tijd inzetten? “Wat we zien, is dat de stijging in emissies is afgevlakt. Er is iets aan verbetering gaande”, aldus Van Vuuren, die ook meewerkte aan de klimaatscenario’s van het IPCC, het klimaatpanel van de Verenigde Naties.

Die kanteling is echter bij lange na niet genoeg om de opwarming van de aarde onder de anderhalve graad of zelfs de twee graden te houden. Als we het huidige beleid doorvoeren, dan zitten we aan het eind van deze eeuw met drie graden opwarming, wat een forse impact gaat hebben. “We verwachten meer extreem weer, wat voor veel mensen last gaat opleveren. Hier in Nederland krijgen we te maken met zeespiegelstijging; in landen als India en Australië kan het door toenemende hitte bijna onmogelijk worden om nog buiten te werken.”

Veel onderzoekers die zich met de impact van klimaatverandering bezighouden, kijken naar het worstcasescenario. “Er is een scenario met de naam RCP8,5, uitgaande van de concentratie broeikasgassen in de atmosfeer. Met dit toekomstbeeld komen we uit op vier graden opwarming aan het eind van de eeuw. Hoewel RCP8,5 inmiddels onwaarschijnlijk is geworden dankzij klimaatbeleid, is het niet onmogelijk.” Veel modelleurs werken nog met dit scenario, omdat ze nog steeds een beeld willen schetsen van de risico’s. Van Vuuren is hoopvol dat we de ergste scenario’s hebben weten te af te wenden. “Maar verdere klimaatverandering moeten we absoluut zo veel mogelijk voorkomen – laat daar geen misverstand over bestaan.”

Toch nog hoop

De klimaatwetenschapper is dus iets minder pessimistisch dan de tekenaars. “Bij een stijging van drie graden krijgen we in Nederland een klimaat dat op dat van Zuid-Frankrijk lijkt. We vinden 35 graden in de zomer erg vervelend, maar in Frankrijk komt het vaker voor. Het probleem is echter zeespiegelstijging, droogte en weersextremen.” Wat betreft die zeespiegelstijging: als het bij één meter blijft, dan kunnen we dijken verhogen. Bij slecht klimaatbeleid zal die stijging anderhalve meter of meer worden en dan wordt het moeilijker, volgens Van Vuuren. “Je moet het snel genoeg doen en er vertrouwen in hebben dat we die klus lang blijven volhouden. Stel dat we in 2050 voorspellingen hebben voor drie meter zeespiegelstijging over honderd jaar. Ga je dan nog besluiten de dijken te verhogen?” Naar het oosten verhuizen is dan wellicht een betere optie. “Maar het is natuurlijk veel beter dat te voorkomen en dat kan nog met scherp klimaatbeleid.”

Op de tekening van de vrouw die een smeltende aardbol omhelst staat: ‘Is there any hope left?’ Ja, er is heus hoop, als het aan Van Vuuren ligt. Mocht de opwarming boven de anderhalve graad uitkomen, dan is het niet plots gedaan met de leefbaarheid op aarde. “Het is ook belangrijk om alternatieve scenario’s te schetsen, waardoor de positieve kanten in beeld komen. Mensen hebben de neiging alleen het negatieve te zien van klimaatbeleid, maar de wereld kan in de toekomst ook superaantrekkelijk worden. Door de elektrische auto’s zal er minder herrie zijn op straat en de luchtverontreiniging afnemen. Hetzelfde geldt ook voor veel andere maatregelen. De transitie is echt mogelijk.”

Lees ook de andere afleveringen uit deze serie:

Technologie als klimaatredder

Mariska van Sprundel

Delen wordt het nieuwe hebben

Mariska van Sprundel

Terug naar de natuur

Mariska van Sprundel

Dieren zijn vrienden, geen voedsel

Mariska van Sprundel

Vrouwen aan de macht

Mariska van Sprundel

Naar planeet B

Mariska van Sprundel

Toekomst vol vraagtekens

Mariska van Sprundel
https://www.nemokennislink.nl/publicaties/aarde-onleefbaar/

Aarde: onleefbaar (Kennislink)

Het aardoppervlak is een grote vlammenzee, bossen branden af en dieren gaan dood. Wanhoop en pessimisme stralen af van tekeningen over de toekomst, gemaakt door bezoekers van de tentoonstelling ‘Energy Junkies’. Terecht? “Het ongunstigste scenario is door klimaatbeleid al onwaarschijnlijk geworden.”

Bezoekers van de tentoonstelling ‘Energy Junkies’ in de Studio van NEMO Science Museum, te bezoeken tot juni 2023, tekenen hoe zij de toekomst zien in het licht van klimaatverandering. NEMO Kennislink maakt een selectie uit de tekeningen en verkent de kunstwerkjes met een deskundige. In deze aflevering: de planeet staat in brand.

Bosbranden, een dode orka die op zijn rug in de zee drijft, een vrouw met een smeltende aardbol in de handen, een aarde waar de roodgele vlammen vanaf slaan. Het is niet echt een gezellige boel op de tekeningen die bezoekers van de tentoonstelling ‘Energy Junkies’ maakten. De ene na de andere tragische gebeurtenis trekt voorbij; het pessimisme spat ervanaf. De tekenaars zien het kennelijk niet goed komen met de toekomst van de planeet en zijn bewoners.

Bekijk een kleine greep uit de toekomsttekeningen via onderstaande slideshow:

Slide

1/5
Een vrouw omhelst een smeltende aardbol en vraagt zich af of er nog hoop is voor de toekomst.
De Studio van NEMO

Slide

1/5

Op televisie en in kranten waren afgelopen zomer veelvuldig beelden te zien van allesvernietigende bosbranden. Vuur staat bovendien symbool voor hitte en opwarming, wat we als groot risico zien voor de leefbaarheid op aarde. Is de vrees dat grote delen van de aarde onleefbaar worden door de opwarming realistisch? “We weten dat klimaatverandering al plaatsvindt en steeds schade zal opleveren, zeker ook voor mensen”, zegt klimaatwetenschapper Detlef van Vuuren. Hij ontwikkelt aan de Universiteit Utrecht en voor het Planbureau voor de Leefomgeving modellen om verschillende scenario’s van klimaatverandering te verkennen. “Het was niet onmogelijk geweest om een menselijke beschaving te bouwen op een warmere planeet. Het probleem van opwarming is echter dat alles op de verkeerde plek staat. We hebben bijvoorbeeld steden neergezet op zeespiegelniveau. Hierdoor krijgen we te maken met enorme consequenties, die je absoluut moet vermijden.”

Worstcasescenario

‘The human race is probably hopeless’, schreef iemand op een tekening. Begrijpelijk waar dat sentiment vandaan komt. Ondanks pogingen om het gebruik van fossiele brandstoffen aan banden te leggen, neemt de wereldwijde uitstoot van broeikasgassen nog steeds niet af. Gaat die daling nog op tijd inzetten? “Wat we zien, is dat de stijging in emissies is afgevlakt. Er is iets aan verbetering gaande”, aldus Van Vuuren, die ook meewerkte aan de klimaatscenario’s van het IPCC, het klimaatpanel van de Verenigde Naties.

Die kanteling is echter bij lange na niet genoeg om de opwarming van de aarde onder de anderhalve graad of zelfs de twee graden te houden. Als we het huidige beleid doorvoeren, dan zitten we aan het eind van deze eeuw met drie graden opwarming, wat een forse impact gaat hebben. “We verwachten meer extreem weer, wat voor veel mensen last gaat opleveren. Hier in Nederland krijgen we te maken met zeespiegelstijging; in landen als India en Australië kan het door toenemende hitte bijna onmogelijk worden om nog buiten te werken.”

Veel onderzoekers die zich met de impact van klimaatverandering bezighouden, kijken naar het worstcasescenario. “Er is een scenario met de naam RCP8,5, uitgaande van de concentratie broeikasgassen in de atmosfeer. Met dit toekomstbeeld komen we uit op vier graden opwarming aan het eind van de eeuw. Hoewel RCP8,5 inmiddels onwaarschijnlijk is geworden dankzij klimaatbeleid, is het niet onmogelijk.” Veel modelleurs werken nog met dit scenario, omdat ze nog steeds een beeld willen schetsen van de risico’s. Van Vuuren is hoopvol dat we de ergste scenario’s hebben weten te af te wenden. “Maar verdere klimaatverandering moeten we absoluut zo veel mogelijk voorkomen – laat daar geen misverstand over bestaan.”

Toch nog hoop

De klimaatwetenschapper is dus iets minder pessimistisch dan de tekenaars. “Bij een stijging van drie graden krijgen we in Nederland een klimaat dat op dat van Zuid-Frankrijk lijkt. We vinden 35 graden in de zomer erg vervelend, maar in Frankrijk komt het vaker voor. Het probleem is echter zeespiegelstijging, droogte en weersextremen.” Wat betreft die zeespiegelstijging: als het bij één meter blijft, dan kunnen we dijken verhogen. Bij slecht klimaatbeleid zal die stijging anderhalve meter of meer worden en dan wordt het moeilijker, volgens Van Vuuren. “Je moet het snel genoeg doen en er vertrouwen in hebben dat we die klus lang blijven volhouden. Stel dat we in 2050 voorspellingen hebben voor drie meter zeespiegelstijging over honderd jaar. Ga je dan nog besluiten de dijken te verhogen?” Naar het oosten verhuizen is dan wellicht een betere optie. “Maar het is natuurlijk veel beter dat te voorkomen en dat kan nog met scherp klimaatbeleid.”

Op de tekening van de vrouw die een smeltende aardbol omhelst staat: ‘Is there any hope left?’ Ja, er is heus hoop, als het aan Van Vuuren ligt. Mocht de opwarming boven de anderhalve graad uitkomen, dan is het niet plots gedaan met de leefbaarheid op aarde. “Het is ook belangrijk om alternatieve scenario’s te schetsen, waardoor de positieve kanten in beeld komen. Mensen hebben de neiging alleen het negatieve te zien van klimaatbeleid, maar de wereld kan in de toekomst ook superaantrekkelijk worden. Door de elektrische auto’s zal er minder herrie zijn op straat en de luchtverontreiniging afnemen. Hetzelfde geldt ook voor veel andere maatregelen. De transitie is echt mogelijk.”

Lees ook de andere afleveringen uit deze serie:

Technologie als klimaatredder

Mariska van Sprundel

Delen wordt het nieuwe hebben

Mariska van Sprundel

Terug naar de natuur

Mariska van Sprundel

Dieren zijn vrienden, geen voedsel

Mariska van Sprundel

Vrouwen aan de macht

Mariska van Sprundel
https://www.nemokennislink.nl/publicaties/aarde-onleefbaar/

3 catastrofale planeetproblemen: ook taak voor ICT & e-health? (ICT Health)

Bezinning en het de verantwoordelijkheid nemen voor ons voortbestaan, ofwel het tussen de oren hebben van de huidige catastrofale planeetproblemen, staan uiteraard voorop bij de wereldwijde effectieve aanpak. Naast de 1400 wetenschappers van het IPCC 2021 vroegen de redacties van 220 medische tijdschriften al aandacht voor de impact van de klimaatcrisis op onze gezondheid. Kort daarop ook de grote kerkgenootschappen die om het redden van de schepping vragen.

De boodschap: politiek en beleidsmakers moeten met spoed ingrijpen voordat het echt te laat is. Nederland blijft Europees gezien duidelijk achter bij de aanpak van de drie GPPs. Is dat politieke onkunde en onwil of spelen er andere belangen een rol? Meer dan mooie woorden en dooddoeners zoals alleen actie indien ‘haalbaar en betaalbaar’ zit er vaak niet in, enkele positieve uitzonderingen daargelaten.

De klimaatcrisis

De meest bekende van de grote drie planeetproblemen is de klimaatcrisis. Zeer complex, want het gaat om opwarming, CO2-uitstoot (broeikasgassen), orkanen, heftige (plaatselijke) regenval met overstromingen, zinderende hitte met extreme droogte, ernstige luchtverontreiniging, immense bosbranden, stijging van de zeespiegel, tot voorheen ongekende klimaatschommelingen en oprukkende tropische ziekten of andere epidemieën. Daaraan gekoppeld geopolitieke strijd en grote vluchtelingenstromen Het behoeft geen betoog dat dit allemaal heel slecht is voor de wereldgezondheid.

Onlangs kwam er een nieuw (2021) IPCC-rapport uit. Zo’n 1400 wetenschappers van de het Intergovernmental Panel on Climate Change verzamelde expliciet wetenschappelijk bewijs voor dat het echt heel slecht gaat met de leefbaarheid van de aarde. Wie dit rapport te taaie stof vindt, kan het beeldender en boeiender nalezen in boeken zoals 6 Graden en De onbewoonbare aarde.

220 medische redacties

De 220 redactionele commentaren in gerenommeerde medische vakbladen spreken van de grote problemen bij het overschrijden van de 1,5 graden Celsius opwarming (t.o.v. het pre-industriële tijdperk). En bij drie graden opwarming hebben we het zo ongeveer met onze gezondheid, welzijn en welvaart gehad.

Kijk verder dan corona, wordt benadrukt. COVID 19 konden we nog net aan. Wat er straks zonder actief ingrijpen komt, valt gewoon niet te behappen voor het huidige zorgsysteem. Dat stort onder deze condities helemaal in. Om het over helemaal onbetaalbaar worden nog maar niet te hebben.
Dan het item verborgen sterfte. Doden door corona, bosbranden met luchtverontreiniging (meer dan 35.000 doden wereldwijd), stormen en overstromingen vallen op. Die halen uitgebreid de pers en activeren de bevolking. Meer verborgen en vaak erger zijn het aantal doden door hitte, hongersnood, vluchtelingenproblematiek, drinkwatertekort, oprukkende (tropische) zieken en chemische vervuiling. En dan zijn er nog neveneffecten zoals aantasting van de psychische gezondheid met alle negatieve levenseffecten van dien.

IPCC rapport 2021 en gezondheid

De klimaatcrisis bedreigt de gezondheid in heel Europa. Het Nederlandse Milieu- en Natuurplanbureau rapporteerde al eerder in haar ‘Effecten van klimaatverandering in Nederland’ dat het er alleen niet slecht voorstaat maar waarschijnlijk bij niets doen nog veel erger wordt.

Het IPCC rapport 2021 toont dit nogmaals overtuigend aan. Hitte, overstromingen, tropische ziekten, luchtverontreiniging (fijnstof en stikstofverbindingen), overstromingen, voedseltekorten, gebrek aan drinkwater, conflicten hierover etc. Onze gezondheid en welzijn staan een ongekende en mogelijk niet meer te keren ecologische omslag met miljoenen tot wel 1,2 miljard zieken en doden te wachten. Er zijn volgens dit rapport echter ook enkele scenario’s om het tij alsnog te keren.

Aanpassen of met spoed couperen?

Mens en techniek zullen zich toch wel aanpassen aan gewijzigde klimaatomstandigheden? Tot op zeker hoogte wel. Stormkeringen, goede waarschuwingssystemen, noodplannen en opvang regelen doen best hun werk. En er wordt vast wel weer een vaccin tegen een volgende pandemie gevonden?

Al deze maatregelen kunnen echter geen wonderen verrichten. Ze zijn domweg eindig. Hoe hoog kan je dijken uiteindelijk maken? Een ander punt is dat de rampen steeds complexer worden en elkaar verder versterken. Bosbranden geven bijvoorbeeld meer CO2 en hitte af en minder bomen geven minder koeling en luchtzuivering.

Het enige dat echt adequaat helpt, is het wegnemen van de oorzaken voor de drie grote planeetproblemen. Dat vergt toch een heel andere opstelling van politici, beleidsmakers, industrie, landbouw en aandeelhouders. Grote spoed is vereist.

Probleem van biodiversiteit

Dit tweede GPP is eveneens behoorlijk complex, zowel qua gevolgen als oorzaken. Het algemene principe is: hoe minder soorten (flora en fauna), des te groter de kans dat pathogenen de overhand krijgen, nuttige gewassen en dieren uitsterven, er een gebrek aan medicijnen komt en hongersnood uitbreekt. Kortom, monoculturen zijn een ware pest voor gezondheid en welzijn.

De oorzaken van afnemende biodiversiteit liggen onder meer bij de klimaatcrisis (verdroging, hitte), luchtverontreiniging (stikstofuitstoot) en menselijk ingrijpen in de omgeving. Zie voor Nederland het PlanBureau voor de Leefomgeving (PBL) Medisch Contact pleitte in 2015 al voor het behoud van biodiversiteit met het oog op gezondheidseffecten. Leerzaam is eveneens het WHO-rapport.

Afnemende biodiversiteit is nadrukkelijk geen hobby meer van natuurwappies, maar vormt een serieuze bedreiging voor het voortbestaan van de mensheid en natuur. Argumenten zoals vooruitgang, economie en werkgelegenheid wegen niet op tegen de immense schade die wordt aangericht. Onbetaalbaar voor ons nageslacht! Het in een eerdere blog aangehaalde voorzorgprincipe wordt gewoon te weinig toegepast. ICT en AI-beeldvorming kunnen helpen om de gevolgen inzichtelijk te maken.

Probleem van chemische vervuiling

Veel van deze GPP speelt zich in het verborgene af. Niet opgemerkt, in de doofpot gestopt of gewoon gebrek aan kennis. De precieze gevolgen voor gezondheid en welzijn blijken vaak nog onvoldoende bekend en onderzocht. Hoewel grote hoeveelheden Big en Deep Data voor research aanwezig zijn. Tijd voor AI en patroonherkenning plus voorspelde effecten.

Voor Nederland staat momenteel de vervuiling door Tata Steel in de picture. Al jaren wordt de omgeving van IJmuiden, Velzen, Beverwijk en Wijk aan Zee door de staalindustrie ernstig vervuild met ziekmakende en kankerverwekkende stoffen die met name kinderen treffen.

De Volkskrant publiceerde recentelijk het artikel ‘Plastics en andere chemische stoffen stapelen zich op in de grond: een nieuwe planetaire crisis dreigt’. PFAS, bestrijdingsmiddelen, (micro)plastics , zware metalen en allerlei slecht afbreekbare koolwaterstoffen grijpen grootschalig om zich heen.

Het IRAS (risico assesment) van het UMC Utrecht pleit voor een zogenaamd exposoom, wat zijn de gevolgen van de blootstelling van ons genetisch materiaal aan toxische stoffen. Al met al valt zo’n 16 procent van de sterfgevallen te wijten aan chemische vervuiling. En er zijn ongeveer 156 miljoen chemicaliën op de wereld waarvan grotendeels nog onbekend is wat zij met gezondheid doen.

ICT en e-health

Een tijdlang werd de mondiale cybercrime als de inmiddels ingang zijnde Derde Wereldoorlog gezien. De ICT-techniek verovert het slagveld. Het lijkt er echter steeds meer op dat vanuit gezondheidsoogpunt de drie grote planeetproblemen deze wereldoorlog ontketenen. Kunnen ICT en e-health een mitigerende rol spelen?

In feite gaat het om drie ‘strijdterreinen’: Tijdig signaleren, couperen en voorkomen. Voor het signaleren en diagnosticeren zijn e-health, ICT en AI zonder meer geschikt. Ook het visualiseren daarvan lukt met GIS en andere beeldvormende technieken uitstekend. Dat maakt ingrijpen efficiënt en accuraat.

Het bestrijden van de gevolgen met bewaking (wearables), slim technisch ingrijpen in de leefomgeving (bijvoorbeeld het smart home en city) en (preventieve) behandeling zijn eveneens steeds meer het domein van ICT en e-ehealth. Een app die voor de leek de mate van luchtkwaliteit meet, geeft hem of haar al inzicht en bewustwording. Het blijft echter dweilen met de kraan open als er ook niet daadwerkelijk bij de bron(nen) wordt ingegrepen.

Van doem naar doen

Het confronteren met doemscenario’s leidt al snel tot wegkijken door het grote publiek en overheid. Er valt toch niets aan te doen en men gaat verder tot de orde van de dag. Dat slaapt rustiger.

Psychologisch gezien is het dan ook slimmer om met sprekende oplossingen te komen waarbij de ontvangers zich kunnen inleven in de problematiek en ook duidelijk resultaten gepresenteerd krijgen. Die worden onder meer al omschreven bij de easac, WHO COP24 en de IPCC-adviezen voor beleidmakers.

De British Medical Association roept dokters en de nationale gezondheidsdienst op om actie te ondernemen op basis van COP 24, BIG Data, AI, beleving via VR, het wegnemen van ongelijkheden en de COVID-19 ervaringen.

Voldoende interventiemogelijkheden

Talmen kan gewoon niet meer bij de drie GPP’s. De dreigende gezondheidsschade en kosten gaan op relatief korte termijn astronomisch worden. Documenten zoals het IPPC-rapport 2021 en COP24 bieden al ruim voldoende interventiemogelijkheden.

Het zich verschuilen achter ‘haalbaar en betaalbaar’ en allerlei politieke en korte termijn economische belangen gaat nu echt de kant uit van eco-criminaliteit bij gezondheid en welzijn plus natuur. In vroeger tijden kon je dergelijke politici, industriëlen en beleggers nog gerold in pek en veren de stadspoort uitjagen. Heden ten dage is het aan de wetenschap, medici en de bevolking om een passende aanpak af te dwingen! Bijvoorbeeld via social media en VR/AR.

Het bericht 3 catastrofale planeetproblemen: ook taak voor ICT & e-health? verscheen eerst op ICT&health.

https://www.icthealth.nl/blog/3-catastrofale-planeetproblemen-ook-taak-voor-ict-e-health/

Op de Wereldtentoonstelling in Dubai pakt Nederland wereldproblemen aan (Vrij Nederland)

Hoe creëer je water in de woestijn? Wie daar het antwoord op weet, kan een wezenlijke bijdrage leveren aan de klimaatverandering. Het zou de sleutel kunnen zijn tot leefbaarheid op een van de onherbergzaamste plekken ter wereld, tot de ontginning van dorre stukken zand.

Die sleutel wordt geleverd door de Haagse beeldend kunstenaar Ap Verheggen in het Nederlandse paviljoen van de Wereldtentoonstelling in Dubai die op 1 oktober open gaat en tot 31 maart 2022 is te zien, en waar meer dan tweehonderd landen en organisaties zich zullen presenteren.

Honderden liters water worden uit de lucht opgevangen op een plek waar drinkwater gewoonlijk op grote diepte in bronnen wordt gewonnen.

Verheggen, die opereert op de kruising van kunst en techniek, ontwikkelde met de SunGlacier een installatie die nog belangrijker zou kunnen worden dan de olieboor. Om de verwoestijning tegen te gaan en drinkwater te brengen naar onbewoonbare gebieden, maakte hij een machine die stroom haalt uit zonnepanelen. De machine vangt de luchtvochtigheid op die in Dubai relatief hoog is en zet die om in regen. Die druipt en plenst straks in het Nederlandse paviljoen. Honderden liters water worden zo uit de lucht opgevangen op een plek waar drinkwater gewoonlijk op grote diepte in bronnen wordt gewonnen.

Lees ookFotodocument Dubai: Een orgie van kitsch en overdaad7 oktober 2018
Fata morgana

Ja, de bron in de lucht is er daadwerkelijk. Dat is te zien aan de nevels die de wolkenkrabbers van Dubai halverwege aan het zicht onttrekken. Alsof er zich dagelijks een fata morgana in de Emiraten openbaart.

De SunGlacier is niet alleen de sleutel tot leefbaarheid in de woestijn, maar ook tot het binnenklimaat in het paviljoen. Op zes meter diepte wordt dankzij de sproeiers van Verheggen en de kleurrijke zonnepanelen van Marjan van Aubel een voedselberg tot leven gebracht. Tijdens de Wereldtentoonstelling levert deze berg tomaten, asperges en kruiden, terwijl de wanden zijn bedekt met oesterzwammen.

Nog iets bijzonders: de bezoekers zullen onder in de ‘put’ een paraplu moeten opsteken. Dit zal in Dubai ongetwijfeld tot open monden leiden.

Kruispunt

De Wereldtentoonstelling, die eigenlijk in 2020 zou worden gehouden maar vanwege corona een jaar is uitgesteld, is de eerste mega-manifestatie in de Arabische Emiraten en ook de eerste sinds 2010 waar Nederland zich weer presenteert.

Was het paviljoen in 2010 een betrekkelijk kolderieke Hollandse hellingbaan met huisjes waarin alle clichés over Nederland op de hak werden genomen, ‘Dubai’ is serieuzer van toon en allesbehalve een architectonisch icoon. Het is twee voor twaalf, waarschuwt kunstenaar Joep van Lieshout met zijn klokken in het interieur die lijken te crashen. De eerste telt af naar de Apocalyps, de tweede belooft een nieuwe dageraad.

Op dat kruispunt staat de wereld nu. Smeltende poolkappen en onbedwingbare bosbranden. Om met Annie M.G. Schmidt te spreken: ‘Vluchten kan niet meer. Ik zou niet weten waarnaartoe.’

Polder ontmoet de woestijn

Anders dan in Shanghai (2010) en Hannover (2000) was er dit keer een bescheiden budget, en voor kunst al helemaal niks.

Hannover werd destijds gekenmerkt door de iconische architectuur van MVRDV, een stapeling van landschappen. In Shanghai liet John Körmeling de Chinezen zien dat er ook hellingen kunnen voorkomen in het vlakke Nederland. Grote publiekstrekker waren daar de schapen van het kunstenaarscollectief Zus. Je zag er bezoekende Chinezen een portie friet eten op een wollig beest.

Curator Monique Ruhe strikte kunstenaars die op uiteenlopende manieren het klimaat verbeelden en mogelijke oplossingen aandragen.

Dat soort frivoliteiten zijn er in Dubai niet, domweg omdat de vraagstukken zo nijpend zijn. Water, voedsel en energie, dat zijn de kapstokken waar het paviljoen aan is opgehangen. Het waren de onderwerpen die het ministerie van Buitenlandse Zaken meegaf.

Curator Monique Ruhe (binnenkort cultureel attaché in New York) strikte kunstenaars die op uiteenlopende manieren het klimaat verbeelden en mogelijke oplossingen aandragen, van Kadir van Lohuizen met zijn onheilspellende foto’s tot Theo Janssen en zijn skeletachtige strandbeesten.

Daan Roosegaarde brengt in Dubai de première van zijn film Grow, waarin hij de schoonheid van het agrarisch landschap laat zien, een ‘dreamscape’ dat duidelijk moet maken dat de landbouw niet afhankelijk hoeft te zijn van pesticiden.

Birthe Leemeijer, bekend van de ijsfontein in Dokkum, ving voor het paviljoen van Dubai het water in de oudste polder van Nederland op en zette dat om in een parfum waarin de geur van weilanden, koeien, hooi en mest is samengebald: parfum de Mastenbroek. Het stroomt in een leiding langs de wanden en sprenkelt hier en daar op de grond. Ook dat is een lucht die voor woestijnbewoners ongekend is. Polder ontmoet de woestijn, kan het contrastrijker?

Bouwput

Het is heet in Dubai, oplopend tot 45 graden in de zomer. Het winnende ontwerp van het Rotterdamse architectenbureau V8 voor het Nederlandse paviljoen is inventief want onverbiddelijk. Niet de lucht maar de bodem in. We dalen via trage hellingbanen af in een veredelde bouwput waar het steeds koeler en klammer wordt. De muren zijn damwanden, het licht getemperd. Totdat het begint te regenen.

Hemelbestormend is de architectuur niet. Een aanvankelijk voorstel om de wanden uit 3D-geprint beton op te trekken werd afgeschoten. Te duur maar ook strijdig met het beginsel van circulariteit. Als het feestje na 31 maart voorbij is, worden vrijwel alle paviljoens opgeruimd en ingepakt en strijkt in deze uithoek van Dubai een woonwijk neer. De luxueuze Nederlandse bouwput verdwijnt. Zand erover. Alleen de verhalen en de boodschap blijven bestaan.

Kunstmatigheid

Wat is er dan wel? Wat rechtvaardigt een reis naar Dubai? Om te beginnen is een wereldtentoonstelling altijd een moment in de geschiedenis waarin elk land technisch en wetenschappelijk zijn beste beentje voorzet. Het zijn de visitekaartjes van ’s lands kunnen en kennis. De Eiffeltoren in Parijs, Crystal Palace in Londen en het Atomium in Brussel, ze zijn voor altijd verbonden aan een wereldtentoonstelling en hebben de skyline van een metropool bepaald.

Nederland brengt nu andermaal de boodschap dat wij de pioniers zijn op het gebied van waterbeheersing en agrarische perfectionering.

Demissionair premier Rutte benadrukt in het voorwoord van de catalogus bij de Wereldtentoonstelling het belang van Nederland als land van innovatie en watermanagement. Nederland is een kunstmatig manmade land dat voortdurend strijdt tegen de waterdreiging, die in juli voel- en tastbaar werd in Limburg. Overlaten, dijkversterking, terpen: het zijn de Nederlandse antwoorden op de wateroverlast.

In die kunstmatigheid lijken we gek genoeg op Dubai. Opgespoten palmeilanden in zee, overdekte skipistes en ijsbanen ter vermaak en binnenkort zelfs een zestig meter diep bassin waarin men kan duiken. Daar past een biotoop in de woestijn bij: het Nederlandse paviljoen. Niet behaagziek van buiten maar meeslepend van binnen.

Navel van de wereld

Er is nog een andere drijfveer voor Nederland om zich in Dubai te manifesteren. De Verenigde Arabische Emiraten hebben zich in minder dan twintig jaar ontpopt tot de nieuwe navel van de wereld, de schakel tussen Oost en West, tussen Noord en Zuid, tussen islam en christendom. Het is de ideale hub voor het luchtverkeer tussen West-Europa en China. Niet voor niets heeft het Louvre een dependance opgetuigd in het naburige Abu Dhabi. Er zijn in Dubai tweehonderd Nederlandse bedrijven gevestigd.

Op de Wereldtentoonstelling gaat het dit keer vooral om handel, export en uitwisseling van kennis, het is niet zo zeer een algemene publiekstrekker, een Efteling voor volwassenen.

De organisatie van het WK voetbal in Qatar in 2022 is overschaduwd door mensonterende arbeidsomstandigheden die met name de Nepalese, Bengalese en Indiase migranten treffen. Dergelijke misstanden mochten bij de Wereldtentoonstelling niet worden aangetroffen, het zou het blazoen van elk land bezoedelen als er bloed kleefde aan de bouw van de paviljoens, dus alle landen hebben een protocol ondertekend.

Visitekaartje

Bij voorgaande edities van de wereldtentoonstellingen waren de nationale paviljoens een vertoon van architectuur en design. Dat dit nu in Dubai niet het geval is, wijst op een kentering in de architectuur. Iconische gebouwen, ook buiten de wereldtentoonstelling, hebben reputatieschade geleden. Ze zijn milieuonvriendelijk, narcistisch en symbolen van een afgebladderd kapitalisme. Zie de CCTV-torens in Bejing, of de Olympische ruïnes in Athene en Rio.

Starchitects zijn achterhaald, nu het bij bouwen steeds meer gaat om energieneutraal, circulariteit, ecologische footprints en andere klimaatvriendelijke gebaren.

Architectuur is van zijn Olympus afgedaald. Het gaat niet meer om het mooi, zeggen de ingenieurs van Witteveen + Bos die de constructie van het Nederlandse paviljoen hebben uitgevoerd. Het concept en het verhaal zijn in dit geval belangrijker dan de verschijningsvorm.

Starchitects, wier hulp wordt ingeroepen als er een symbool gewenst is, zijn achterhaald, nu het bij bouwen steeds meer gaat om energieneutraal, circulariteit, ecologische footprints en andere klimaatvriendelijke gebaren.

In die zin mag het Nederlands paviljoen qua uiterlijk niet hemelbestormend of evocatief zijn, het is wel een gebouw van deze tijd op die bijzondere plek. Je daalt af in een bouwput, wordt besprenkeld met boodschappen en uiteraard met beelden van het Nederlandse landschap, en dat in de woestijn.

En er blijft niets van over. Ook dat is een breuk met de architectuurgeschiedenis, waarin elk gebouw streeft naar eeuwigheid. De damwanden gaan terug naar een nieuwe bouwplaats, het textiel van Buro Belen – gordijnen voor de vipruimte – wordt hergebruikt in kleden of stoelbedekking, en de zonnepanelen van Marjan van Aubel gaan op tournee. In feite is dit paviljoen een fabriek, een machinekamer, zegt conservator Ruhe.

En ook dat is een onvergetelijk visitekaartje.

Dit artikel werd mogelijk gemaakt door het Matchingfonds van de Coöperatie.

Het bericht Op de Wereldtentoonstelling in Dubai pakt Nederland wereldproblemen aan verscheen eerst op Vrij Nederland.

https://www.vn.nl/wereldtentoonstelling-dubai/

De groene muur  (Gouds Dagblad)

Column Marianne de Jong |

De groene muur 
 
Het klimaat is hot. Pensioenfondsen doen hun aandelen in olie, kolen en gas van de hand en investeren die miljarden in de energietransitie. Burgers ook, daarbij fors in de weg gezeten door energiebedrijven die hun kabel- en leidingennetwerken nog lang niet op orde hebben. Een excuus om de elektriciteitsrekening onveranderd hoog te houden?  
 
De bosbranden worden talrijker, de stormen heviger. De wereldwijde verwoestingen denderen avond aan avond onze huiskamers binnen. Vluchtelingenstromen over zee en land. Gestuit door prikkeldraad en betonnen muren. Aan de overzijde ligt de weg naar vrede, welvaart en een fatsoenlijk onderkomen. Onbereikbaar. Van dorst omgekomen olifanten, koala’s met verbrande bibsjes en pootjes. Een aantal koala’s wordt net op tijd gered en liefdevol verzorgd. Voor de olifanten is het te laat. 
 
Wij mopperen over onze wegen die voor de zoveelste keer zijn afgesloten om er het zoveelste glasvezelnetwerk aan te leggen. Hebben we aan één niet genoeg? Nee, concurrentie moet er zijn. Gelukkig hebben we maar één elektriciteitsnetwerk en één gasleiding. Die zijn wél genoeg om te concurreren. Onbegrijpelijk, of ligt het aan mij? 
 
De zorgen dichtbij wegen altijd zwaarder dan de zorgen veraf. Hier kunnen we gewoon een tweet schrijven naar een klantenservice en daar onze boosheid kwijt. Maar wie stuur je een bericht als je wilt dat ze stoppen met het kappen van het regenwoud? De bevolking daar wil ook een goed bestaan en offert het oerbos op voor landbouwgrond. Helaas is de grond maar een paar jaar geschikt om gewassen te telen. Daarna ligt het braak. 
 
Die treurige kale velden inspireren een aantal jonge mensen. Zij trekken het woud in op zoek naar de stammen die daar al eeuwen wonen. Ze gaan met hen in gesprek want de inheemse bevolking heeft een schat aan kennis over het regenwoud. Zij kennen de kruiden, planten, struiken en bomen die er groeien als geen ander. De nieuwkomers vragen: ‘Kunnen jullie ons helpen om zaden te verzamelen? Hoe meer hoe liever’. ‘Waarom?’ ‘We willen de lege velden opnieuw inzaaien, maar we weten niet waarmee’. De stamhoofden zijn enthousiast. Iedereen uit het dorp en omgeving helpt mee. 
 
Zak na zak wordt verzameld en via de rivier naar de plek van bestemming gevaren. Daar husselen ze alles flink door elkaar. Het is een feest: traditionele bewoners en nieuwkomers stoppen hun oogst in zakken en daar gaan ze dan. Hand na hand, zak na zak gemengde regenwoudzaden worden verspreid over de lege vlaktes. Na zes jaar hebben ze dertigduizend (!) voetbalvelden ingezaaid en kunnen ze de eerste resultaten bewonderen. Hun eigen regenwoud in wording. Geholpen door iets meer kooldioxide in de lucht dan ‘vroeger’ groeien de bomen extra hard. Het tij is aan het keren. 
 
Van de week kwam orkaan Ida aan land in Louisiana. New Orleans hield zijn adem in: ‘Zou de stormvloedkering het houden?’ Na de verwoestingen die Katrina had aangericht zijn ‘onze jongens’ de Amerikanen te hulp geschoten. Onze kennis van waterwerken, waterkeringen, dammen en dijken is beroemd. Dus wij ook onze adem inhouden toen Ida naderde. Zou onze waterkering het houden?  
Hij heeft het gehouden.  
 
Een massa per ongeluk over boord geslagen gele bad-eendjes leerde ons veel over de oceaanstromen. Een massa drijvend plastic ter grootte van Nederland en 1 meter dik leert ons iets over ons wegwerpgedrag. ‘Onze jongens’ zijn ook daar ter plekke om de plastic soep uit zee te vissen. Het is een hele klus, maar het begin is er. Talloze vrijwilligers helpen mee. Vele handen maken licht werk. 
 
Op mijn virtuele, hoopvolle reis rond de wereld kom ik als laatste op het donkere continent: Afrika. Bijna de helft van Afrika wordt in beslag genomen door woestijn, de Sahara. Die rukt in hoog tempo op naar het zuiden. Onstuitbaar neemt de onwezenlijk grote zandvlakte bezit van meter na meter grond van diverse naties.  
 
Die blijven echter niet stil zitten. Er wordt een plan bedacht. Een zeer ambitieus en grensoverschrijdend plan. ‘We gaan bomen poten’. Van links naar rechts, van west naar oost moet een strook bomen straks heel Afrika doorkruisen. Inmiddels zijn er door enthousiaste jonge vrijwilligers in Senegal al meer dan 87 miljoen bomen geplant. Het moeten er meer dan een miljard worden. En wat blijkt? De bomen zorgen met hun ondergrondse wortelnetwerk weer voor water in de putten. De schaduwrijke plekken zorgen voor verkoeling. De kleine open veldjes kunnen weer bevloeid worden en dus vormen zich kleine akkers. Dorpelingen voeden zich wederom met hun eigen gewassen. Wat over is, wordt verkocht. En geïnvesteerd in …. Jawel: bomen! 
 
Nu het land hen weer onderhoudt is de noodzaak om te vluchten naar betere oorden verdwenen. Er is immers geen beter huis dan thuis. Bomen planten levert zoveel meer op dan het stuiten van een woestijn. Het levert ook een belangrijke bijdrage aan de leefbaarheid van hun land. En aan ons allemaal, want bomen halen kooldioxide uit de lucht. Het is een win-win situatie die zijn weerga niet kent. Het succes is aanstekelijk. Elke meter is winst. 
 
Prikkeldraad en betonnen platen houden geen vluchtelingen tegen.  
Bomen wel, zij zijn de toekomst: de groene muur. 
 
‘De groene muur’ is verschenen in het Gouds Dagblad als column en op de site van de schrijver: Marianne de Jong. 

Reageren kan via: marianne@coronkels.nl
 
Ga voor nog meer leuke, korte verhalen naar: www.coronkels.nl                                                                                                                                                                                                                                                                 

https://goudsdagblad.nl/lokaal/de-groene-muur