Rekenkamer: ‘Blussen natuurbranden Peel en Meinweg geholpen door corona’ (1Limburg Facebook)

Omdat het ministerie van Defensie vanwege de virus-noodtoestand oefeningen en uitzendingen had geschrapt, konden militairen worden ingezet bij het bluswerk. Ook waren er vanwege de toen geldende lockdown veel brandweervrijwilligers beschikbaar. ��

https://external-dus1-1.xx.fbcdn.net/safe_image.php?d=AQElCprq9dhxuN3J&url=https%3A%2F%2Fwww.1limburg.nl%2Fsites%2Fdefault%2Ffiles%2Fpublic%2Fstyles%2Fapi_preview%2Fpublic%2F1410075.jpg%3Fitok%3DDOfCHu9Y&ccb=3-5&_nc_hash=AQHX-mq284IiTRNj


Lees hier meer...

https://www.facebook.com/156682294375046/posts/4128208593889043/

Dominique van Deursen squat drie keer in de week tientallen kilo’s naast de eettafel (Erasmus Magazine)

Wat doen EUR-medewerkers en -wetenschappers ter ontspanning, nu sporten lastiger is en uitgaan uit den boze? Deze maand: dataspecialist Dominique van Deursen doet aan powerliften.

https://files.erasmusmagazine.nl/app/uploads/2021/05/03154613/dominique-weightliften-gewichtheffen-foto-Ronald-van-de-Heerik-1-875x663.jpg

Hoe komen medewerkers van de Erasmus Universiteit coronatijd door? Pakken ze nieuwe hobby’s op? Houden ze pubquizzen op Zoom? Data scientist  bij de Algemene Bestuursdienst Dominique van Deursen (25) bouwde een home gym om haar sport powerlifting (niet hetzelfde als gewichtheffen, red.) in de woonkamer te beoefenen. Ze won eerder een zilveren medaille op het wereldkampioenschap voor studenten en een bronzen medaille op het Nederlands Kampioenschap.

Het was wel even puzzelen toen ze een jaar geleden de grote gewichten en bijbehorende installatie van hun home gym in de woonkamer wilden parkeren. “Het is behoorlijk zwaar”, lacht van Deursen, vanuit haar woonkamer die ook dient als sportschool en kantoor. “Gelukkig kunnen we het gewicht met de plaat eronder verspreiden over drie vierkante meter. We zochten van tevoren op hoeveel een vloer naast een betonnen draagmuur kan hebben. Dat bleek duizend kilo per vierkante meter. Daar komt onze installatie niet aan.”

Daarom staat er nu op de plek waar eerst de voorraadkast stond – die staat nu op de gang – een grote zwarte installatie. Een bankje voor het bankdrukken, een rek waar de halter met gewicht in gehangen kan worden, en rode gewichten liggen ernaast. “Voor corona hadden we het er al eens over om later, als we een groter wonen, een schuurtje in te richten waar we kunnen trainen. Hier zou het niet passen, dachten we. Maar toen kwam corona.” Onder druk is meer mogelijk.

Klinisch ethicus Erwin Kompanje prepareert verongelukte meeuwen in de woonkamer

Zilver in Zuid-Afrika

Van Deursen is nu bijna twee jaar data scientist bij de Algemene Bestuursdienst. “Wij zijn verantwoordelijk voor de algemene informatievoorziening naar het College van Bestuur en de faculteiten en beheren ook de data van de universiteit die beschikbaar is voor data-analisten.” Concreet houdt dat bijvoorbeeld in: “Onlangs werkte ik aan een duurzaamheidsrapportage, waarin we kijken hoeveel de EUR doet aan de Sustainable Development Goals op het gebied van onderwijs, onderzoek en bedrijfsvoering.”

In 2018 won Van Deursen een bronzen medaille op het Nederlands kampioenschap en eerder zilver op het wereldstudentenkampioenschap in Zuid-Afrika. Op de laatste prijs is ze, vooralsnog, het meest trots. Powerlifting is niet hetzelfde als gewichtheffen, legt Van Deursen uit. Het laatste is een Olympische sport waarbij de halter boven het hoofd getild moet worden met een speciale techniek. “Een wedstrijd powerlifting bestaat uit drie onderdelen. De squat, de benchpress en de deadlift. Elk onderdeel mag je drie keer proberen en je beste poging telt, als het aan de randvoorwaarden voldoet. Je doet mee in een bepaalde gewichtsklasse.”

Philip Hans Franses schildert gorilla’s en bosbranden in zijn Delfshavense atelier

Braziliaanse Jiu Jitsu

Het powerliften begon voor Van Deursen in haar studententijd. “Ik deed eerst Braziliaanse jiujitsu. Dat is een hele technische sport en ik had dat nog niet echt onder de knie. Mijn gedachte was: ik wil in ieder geval sterk genoeg zijn. Dus begon ik meerdere keren per week te trainen met gewichten. Al gauw wilde ik voor powerliften gaan.” Dat bleek nog makkelijker te plannen ook. “De sportschool was om de hoek, voor jiujitsu moest ik naar een andere stad. En powerliften is ook gezellig. We hadden een studentenvereniging eromheen en trainen doe je vaak samen, zo leerde ik veel mensen kennen van wie ik veel kon leren.”

Tijdens de lockdown helpt powerliften haar om na een dag met online vergaderingen te ontspannen. “Ik heb niet de luxe van een aparte werkkamer die ik aan het einde van de dag verlaat. Een dag gaat gemakkelijk voorbij zonder voldoende te hebben bewogen, en dus is het fijn om te trainen en je even fysiek te moeten inspannen.”

Wedstrijden na corona

Wat is het mooie aan powerliften zelf? “Het is heel leuk dat je progressie zo meetbaar is. Je probeert telkens iets dat net niet lukt, tot het op een gegeven moment wel lukt. Dat is toch vet?” De eerste wedstrijden beginnen langzaam weer te komen. Gaat ze meedoen? “Dat weet ik nog niet. Ik ben net hersteld van een blessure en wil eerst weer op mijn oude niveau komen. Dus voorlopig ben ik vooral nog in strijd met mijn persoonlijke records.”

Marko de Haan

https://www.erasmusmagazine.nl/2021/05/03/dominique-van-deursen-squat-drie-keer-in-de-week-tientallen-kilos-naast-de-eettafel/

Deze IJslandse schrijver neemt afscheid van het ijs: ‘Wij zijn de generatie die vaarwel zegt tegen gletsjers’ (Vrij Nederland)

‘Gletsjers kunnen duizend meter dik zijn. Dus je moet straks een lijn in de lucht tekenen, alsof je naar de kerstman op z’n slee wijst, en je voorstellen: daar, op die hoogte waren ze,’ zegt Andri Snaer Magnason via Zoom vanuit Reykjavik, terwijl hij uit het raam wijst.

‘De komende honderd jaar zullen gletsjers smelten, zal de zeespiegel stijgen en zullen oceanen meer verzuren dan de afgelopen 50 miljoen ooit het geval was. De gevolgen hiervan zijn moeilijk te bevatten. Het is complexer dan de geest kan begrijpen, omvangrijker dan al onze voorgaande ervaringen en groter dan taal,’ schrijft hij in On Time and Water, zijn internationale bestseller over water in de komende honderd jaar.

‘De vraag die ik mezelf stelde was: hoe kan ik schrijven over klimaatverandering, zonder dat het klinkt als een soort achtergrondruis die niet werkelijk doordringt en waarvan mensen vooral moe worden,’ zegt hij. Het resultaat is een bijzonder en ideeënrijk boek met persoonlijke herinneringen, familiegeschiedenis, verhalende non-fictie, mythologie en een verslag van twee ontmoetingen met de Dalai Lama, dat onder de huid van de lezer weet te kruipen. De 37 hoofdstukken worden gevolgd door een prachtige epiloog, Apausalyps Now, over de betekenis van kunst tijdens de eerste golf van de coronapandemie.

Waarom is het zo moeilijk voor ons om de impact van klimaatopwarming te begrijpen?

‘Dat komt vooral door de enorme schaal van het probleem. Dat we alle data hebben, maar tóch niet aan de noodrem trekken en radicaal andere keuzes maken, is omdat onze geest er niet op is ingesteld om zoiets omvangrijks werkelijk te kunnen bevatten. Dat het mogelijk is dat geologische fenomenen als gletsjers verdwijnen in de duur van één mensenleven is een ongekende gedachte. Het lijkt cultureel gezien niet op iets wat we kennen.’

‘In Slaughterhouse-Five (Slachthuis Vijf, 1969) van Kurt Vonnegut zegt een karakter dat hij een antioorlogsboek schrijft. Daarop vragen anderen sarcastisch: “Waarom schrijf je geen anti-gletsjerboek?” Want het was toen net zo absurd om je een wereld zonder oorlog voor te stellen als een wereld zonder gletsjers. Maar slechts vijftig jaar later tref ik mezelf aan, terwijl ik een pro-gletsjerboek schrijf.’

‘Tijdens conferenties van klimaatwetenschappers gaat het vooral over details en blijkt nergens uit dat er een catastrofe dreigt. Zelfs dan zie je een soort massa-apathie.’

‘Als wetenschappers in een zwart gat kijken, zien ze ook niets. Je moet naar de periferie ervan kijken om te kunnen begrijpen hoe het de sterrenstelsels en sterren ernaast naar zich toetrekt. Een manier om het over klimaatverandering te hebben is daarom: het niet zozeer over het onderwerp zelf hebben, maar over het verleden en de toekomst.’

andri snaer magnason

Andri Snær Magnason (Reykjavik, 1973) is een van IJslands bekendste schrijvers. On Time and Water (2019) verschijnt in 24 talen. Magnason studeerde literatuurwetenschappen aan de Universiteit van IJsland en debuteerde in 1995 met een dichtbundel. Hij schreef het kinderboek The Story of the Blue Planet (1999) en de boeken LoveStar (2004), Dreamland, a Self-Help Manual for a Frightened Nation (2006) en The Casket of Time (2013). Hier vind je meer over de auteur.

Welke rol ziet u hierin voor de literatuur?

‘Ik denk dat iedere paradigmaverandering in de menselijke geschiedenis ook door kunst tot stand is gekomen. Alle nieuwe grote verhalen − het wereldbeeld van Copernicus, democratie, communisme, nationalisme en feminisme − zijn ontstaan door wetenschap en op intellectuele of filosofische gronden. Maar ze bereikten pas het niveau van paradigmawisseling op het moment dat ze belichaamd werden in kunst en literatuur, zowel goede als slechte.’

‘Wetenschappers vertelden me dat mensen geen data begrijpen. We begrijpen de wereld door verhalen, want we zijn verhalende wezens. Dus ik denk dat literatuur niet alleen een belangrijke rol heeft, maar zag het bijna als een burgerplicht om mijn deel te doen om de noodzakelijke paradigmaverandering over de rand te helpen. Want we hebben hiervoor geen honderd jaar.’

‘Gletsjers zijn tijdelijke entiteiten geworden die kunnen verdwijnen in de levensduur van iemand die zo oud wordt als mijn grootmoeder nu is: 96.’

Fungeren in uw boek verhalen als de aantrekkelijke verpakking voor een moeilijke boodschap?

‘Ja, ik geloof in het motto van Mary Poppins: een lepel met suiker helpt om het medicijn te kunnen doorslikken. Bij onderwerpen als klimaatverandering is er een disconnectie tussen het hoofd en het hart. Wetenschappelijke data raken het brein, terwijl verhalen, metaforen en een meer poëtische taal het hart raken. Ik moest wel iets overwinnen om te schrijven over de belangrijke personen in mijn leven. Maar door het te hebben over mijn jongste dochter of grootmoeder omzeil ik de psychologische weerstand die veel mensen bij dit onderwerp hebben.’

‘Ik ontdekte dat de verhalen over mijn grootouders een sterke connectie hebben met het antropoceen. Zij onderzochten gletsjers in de jaren vijftig en gingen in 1956 op huwelijksreis naar de gletsjer Vatnasjökull. In die tijd leken gletsjers nog een symbool van iets eeuwigs te zijn, zoals bergen en oceanen. Terwijl het nu tijdelijke entiteiten zijn geworden, die verdwijnen in de levensduur van iemand die zo oud wordt als mijn grootmoeder nu is: 96 jaar.’

https://www.vn.nl/wp-content/uploads/2021/04/407808_2409197511054_1381892966_n-1280x1280.jpg

Toen gletsjers nog eeuwig leken: Magnasons grootouders gingen in 1956 op huwelijksreis naar de gletsjer Vatnasjökull.

‘Mijn andere grootvader was arts in de VS en opereerde daar Robert Oppenheimer, de vader van de atoombom die het einde van de Tweede Wereldoorlog betekende. Dit markeert volgens velen de start van het antropoceen, het tijdperk van de mens. Deze grootvader was al een klimaatvluchteling, want hij moest zijn huis in Florida opgeven, omdat de bewoners vanwege frequente orkanen voortdurend geëvacueerd moesten worden.’

Hoe verliep uw zoektocht naar een andere taal om te schrijven over klimaatverandering?

‘Ik merkte dat de taal die we normaal gebruiken tekortschiet bij dit onderwerp en heb er lang over nagedacht hoe je praat over iets dat zo groot is. Ik wilde in dit boek meteen naar de taal van het hart en erover schrijven met extreme oprechtheid, zodat het bijna de grens zou raken van wat mijn literaire smaak normaal is. Ik vond een boek uit de jaren veertig van de vorige eeuw waarin een dichter in lyrische bewoordingen vertelt over zijn beleving van de natuur in de IJslandse hooglanden. Zijn taal klinkt nu vreemd voor ons. Ik vroeg me af waarom we aarzelen om taal te gebruiken die getuigt van liefde voor de natuur.’

‘Toen ik als activist vocht voor het behoud van de hooglanden, merkte ik al dat het geen argument was om te zeggen dat een gebied mooi was, of een ziel had. Ik moest me uitdrukken in een harde, economische taal en zeggen dat de hooglanden inkomsten uit toerisme zouden brengen, of ecologische systeemdiensten boden. We kregen te horen dat we mensen moesten vragen hoeveel ze ervoor wilden betalen. Volgens een econoom waren de hooglanden 50 miljoen dollar waard. Alsof je ze daarvoor zou verkopen….’

‘Ik ontdekte dat er dogma’s gelden voor wat gezegd kan worden. Die probeer ik te doorbreken door te zoeken naar een ruimte om er anders over te praten. Zo wil ik mensen eraan herinneren dat we in een bepaald denksysteem zitten en dat dit ons in de steek heeft gelaten.’

‘Nu alle indicatoren van onze planetaire metingen het falen van dit systeem laten zien, moéten we er vragen over stellen en het onderzoeken. In dit boek wilde ik de taal ook opschalen en zaken in een groter perspectief plaatsen. Daarvoor kan mythologie een bruikbaar instrument zijn, want daarin gaat het over de grote krachten: de zon en maan, tijd, dood en eeuwigheid en over wanneer de fundamenten gelegd worden, of wankelen. Ik wilde een soort mythologie voor de planeet schrijven, omdat in het antropoceen de invloed van de mens een grote geologische kracht is geworden. De goden besloten om hemel en aarde te scheiden en wij laten nu gletsjers in oceanen opgaan.’

https://www.vn.nl/wp-content/uploads/2021/04/P8220056-640x853.jpg

De mythologie van een gehavende planeet: ‘De goden besloten om hemel en aarde te scheiden en wij laten nu gletsjers in oceanen opgaan.’

Over 200 of 150 jaar zullen er in IJsland geen gletsjers meer zijn. Wat is IJsland zonder ijs?

‘Dat is alleen land, net zoiets als Ierland. Waar nu nog gletsjers zijn, zullen dan mooie valleien zijn. Mensen zullen van dat landschap houden en al snel niet meer weten wat ze missen. Klimaatverandering zal de hele aarde raken en dus ook IJsland. Maar ik ben bezorgder dat de gletsjers veranderen in oceanen, waardoor de zeespiegel stijgt en veel kuststreken onbewoonbaar zullen worden.’

Maar is ijs niet de ziel van IJsland?

‘Gletsjers en de vulkanische activiteit geven IJsland een speciale status in de wereld. Dus ja, natuurlijk raken we iets bijzonders en moois kwijt. Maar IJsland was ooit helemaal bedekt met bossen en is al enorm veranderd sinds het werd gevonden door de Vikingen. Het land waarvan we nu houden, is ontstaan door landbouw sinds de Middeleeuwen en onduurzaam gebruik en we blijken ook te kunnen leven in lelijke steden.’

In Nederland kennen we het woord landschapspijn en het Engels kent het begripsolastalgia voor het verdriet om het verlies van een geliefd landschap. Kent het IJslands een soortgelijk woord?

Magnason denkt even na. ‘Nee: we kennen wel de term klimaatangst, maar hebben geen woord voor “het missen van gletsjers”. Mijn grootmoeder heeft het wel over de speciale geur ervan in de lente, waardoor ze ging verlangen naar gletsjertochten. En zij kent “gletsjerkoorts”: de liefde voor gletsjers en noemt dat een ongeneeslijke ziekte. Zij betreurt het verdwijnen van de gletsjers erg, want het is een bijzondere wereld die ze goed kent.’

‘Met klimaatverandering schop je een slapende draak. Je kunt die niet vragen om op te schuiven, zonder dat je een klap van de staart kunt verwachten.’

‘De meeste IJslanders bezoeken de gletsjers hoogstens in hun zomervakantie. Ze vinden het wel jammer dat hun uitzicht zal veranderen, maar lijken het verdwijnen van de gletsjers te accepteren. Ze vinden het ook niet erg als de zomers wat warmer worden. En sommigen zien nieuwe kansen, zoals mogelijkheden voor dammen vanwege het smeltwater, of kortere vaarroutes. Maar dat kunnen ook routes zijn voor klimaatvluchtelingen, of in een oorlog.’

‘Je verheugen op de toegenomen transportmogelijkheden als het ijs verdwijnt is nogal naïef. Met klimaatverandering schop je namelijk een erg gevaarlijk beest, een slapende draak. Je kunt die niet vragen om op te schuiven, zonder dat je een klap van de staart kunt verwachten.’

In een beangstigend hoofdstuk beschrijft u hoe het smelten van de gletsjers in de Himalaya al eind deze eeuw het leven van een miljard mensen onmogelijk zal maken. Waarom hoor je hier zo weinig over?

‘Het is vrij nieuwe kennis. Omdat deze gletsjers zesduizend meter boven zeeniveau zijn, werd lang gedacht dat de effecten van klimaatopwarming klein zouden zijn. Maar de lokale temperatuurstijging is twee tot drie graden, dus bovengemiddeld. Deze gletsjers zijn enorme zoetwaterreservoirs. Het smelten ervan zal eerst leiden tot ernstige overstromingen en vervolgens tot extreme droogte. Er zijn delicate verdragen tussen Pakistan en India over waterdistributie. Als die onder druk komen, kan dat de grootste geopolitieke problemen veroorzaken waarmee de mensheid ooit is geconfronteerd.’

‘Wij veroorzaken dit. We zien onszelf als mensheid als klein, maar zijn als Prometheus en produceren met het verbranden van fossiele brandstoffen de de grootste – merendeels onzichtbare – vuren die we ooit gezien hebben. De hoeveelheid CO2 die dit oplevert, is het equivalent van de uitstoot van 666 vulkanen die dag en nacht vuurspuwen. Wetenschappers wijzen erop dat vuren van deze omvang leiden tot massa-extinctie en dat wij de generatie zijn die vaarwel zegt tegen gletsjers en koraalriffen. Zij vertellen ons dat deze vuren de komende dertig jaar helemaal uit moeten.’

https://www.vn.nl/wp-content/uploads/2021/04/P8290694_sh-1280x1280.jpg

Groter dan taal: ‘De komende 100 jaar stijgt e zeespiegel en verzuren oceanen meer dan de afgelopen 50 miljoen jaar het geval was.’

‘Probleem is dat olie de wereld waarin we nu leven creëerde. Het bracht ons ongekende welvaart en we zijn verslaafd aan de superkrachten die het ons gegeven heeft. Wanneer aliens ons zouden observeren, zouden zij zich waarschijnlijk afvragen waarom we nog steeds zoveel fossiele brandstoffen gebruiken, met zulke destructieve gevolgen. Kijkend naar onze bibliotheken en al onze kennis, zouden ze waarschijnlijk aannemen dat we dit wel expres moeten doen.’

Maar we zijn niet erg rationeel, ben ik bang.

‘Dat zijn we zeker niet. Daarom vraag ik in het boek: als dít de uitkomst is van al onze rationele economische beslissingen en briljante technieken, zou het dan niet verstandiger zijn geweest om de aarde als heilig te zien? Als we heilige bossen, bergen en rivieren hadden, was de uitkomst waarschijnlijk rationeler geweest dan wat we nu zien. Als koeien heilig waren, was er minder ontbossing in de Amazone en als rivieren heilig waren voor ons, zouden we ze niet zo vervuilen.’

‘Er zijn bewijzen dat de integriteit van de wetenschap bewust is aangevallen. Het was het officiële beleid van de regering-Trump om de impact van klimaatverandering te ontkennen en begrippen die ermee verband houden uit openbare stuken en van websites te verwijderen.’

‘Er is ook bewijs dat mensen van big oil − wetende hoe het zat − deelnamen aan campagnes van klimaatontkenners en dezelfde methoden hanteerden als de tabaksindustrie. Ze hebben politie gekocht en ‘denktanks’ opgetuigd om het publiek in verwarring te brengen met tegenstrijdige berichten en valse wetenschap.’

‘Volgens een in maart 2019 gepubliceerd rapport van de Britse ngo Influence Map, hebben de vijf grootste beursgenoteerde olie- en gasbedrijven (ExxonMobil, Shell, Chevron, BP en Total) in de drie jaar na de Klimaatovereenkomst van Parijs ruim 1 miljard dollar geïnvesteerd in misleidende klimaatgerelateerde informatie en lobbyactiviteiten om beleid om klimaatverandering aan te pakken uit te stellen, te controleren of te blokkeren. Ik vind dat deze mensen als eersten moeten worden berecht zodra er wetgeving is tegen ecocide, het grootschalig beschadigen of vernietigen van ecosystemen. Zij moeten worden opgespoord, zoals Simon Wiesenthal deed met oorlogsmisdadigers. Net als de verantwoordelijken voor de grootschalige branden in de Amazone.’

https://www.vn.nl/wp-content/uploads/2021/04/Pabbi-1-1280x1280.jpg

Familiegeschiedenis: Magnasons grootmoeder in 1939.
ongerept land

Magnason praat rustig en formuleert bedachtzaam, maar in de laatste zinnen klinkt zijn activistische bevlogenheid door. Datzelfde gebeurt als hij vertelt over zijn jarenlange strijd voor het behoud van de IJslandse hooglanden, toen grote delen ervan werden bedreigd vanwege de bouw van een dam voor een waterkrachtcentrale voor aluminiumsmelterijen.
‘Ongerept land zou onder water komen. Politici zeiden tegen ons: “Er is daar niets.” Maar toen we er gingen kijken, was het een prachtig gebied met bessen en wild!’

In zijn bestseller Dreamland. Selfhelp Manual for a Frightened Nation schreef Magnason kritisch over de economische argumenten voor de bouw van de dam. Hoewel delen van de hooglanden verloren zijn gegaan, is het gevecht volgens hem gewonnen. ‘We hebben het gebied teruggeëist door het te claimen, ook met taal. Door het een Nationaal Park te noemen werd het van niets “iets”.’

Corona heeft het proces vertraagd, maar het wordt waarschijnlijk ook officieel een Nationaal Park.

Om het bewustzijn van klimaatopwarming wereldwijd te vergroten, stelde Magnason zich in 2016 verkiesbaar als president, in IJsland een ceremoniële functie. Hij werd derde van negen kandidaten. ‘Ik dacht: we hebben iemand nodig die mensen met elkaar in contact kan brengen. Iedereen beantwoordt een e-mail als die van de president komt en die heeft toegang tot hoge autoriteiten. Maar ik vond het ook iets engs en betreurde het dat, als ik zou winnen, ik dit boek niet kon schrijven.’

‘We moeten gaan begrijpen dat de wildheid van de planeet een van de fundamenten voor ons overleven is.’

Een hoofdstuk gaat over uw jong gestorven oom John Thorbjarnason, een internationaal bekend krokodillenexpert. Waarom wilde u ook over biodiversiteit schrijven?

‘Als we alleen de klimaatcrisis aanpakken, hebben we nog steeds een dystopische planeet als we zoveel soorten hebben uitgeroeid. Dat zou een waardeloze wereld zijn. Biodiversiteitsverlies het hoofd bieden vraagt om een diepe culturele verandering waarbij we onszelf gaan zien als deel van de natuur, in plaats van als speciaal.’

‘We moeten een relatie met de natuur terugvinden die vroegere generaties nog wel hadden, waarbij we meer waarde hechten aan onze natuurlijke omgeving dan aan spullen. Wetenschappers vertellen ons niet alleen dat we de komende twintig jaar af moeten van fossiele brandstoffen en koolstofnegatief moeten worden, maar ook dat we grote gebieden moeten herbebossen en rewilden. We moeten gaan begrijpen dat de wildheid van de planeet een van de fundamenten voor ons overleven is.’

‘Moderne ideologieën als communisme en kapitalisme vergaten één klein detail, namelijk dat we leven op een planeet met biodiversiteit, ecosystemen, een atmosfeer en oceanen. Ze deden alsof dit alles grenzeloos was. De gevolgen zien we nu. Oceaanverzuring is een nieuw woord. Dat de pH verandert van 8,1 naar 7,7 lijkt een klein verschil, maar is als een explosie. Door verzuring kunnen schelpvormende diertjes moeilijker het voor hen noodzakelijke kalk aan het water onttrekken. Dat verstoort het ecosysteem van de oceanen dramatisch en maakt dat ze minder CO2 kunnen vastleggen uit de atmosfeer. Mensen lijken de impact hiervan nog steeds niet te begrijpen.’

https://www.vn.nl/wp-content/uploads/2021/04/Picture-19-640x853.jpg

Familiegeschiedenis: John Thorbjarnarson, de latere krokodillenexpert.

Misschien lijken we hierin op kikkers die langzaam gekookt worden in de pan?

‘Ja, ook met het coronavirus zie je dat wat we als normaal beschouwen snel opschuift. Dit zogeheten shifting baseline syndrome is ook het probleem met klimaatverandering. Misschien zijn bosbranden in Californië en Australië volgend jaar al niet meer in het nieuws, omdat die er ieder jaar zijn. Als we niet wakker worden en zien wat er gebeurt bestaat het gevaar dat we langzaam terechtkomen in ondraaglijke omstandigheden.’

‘Om dat te doorbreken, verbind ik in het boek ons leven nu met de jaren vijftig van de vorige eeuw en schrijf ik over de zogeheten “diepe tijd”, waarmee een geologische tijdspanne wordt aangegeven. Ik bedacht de metafoor van de tijd die je kunt aanraken met je blote handen, de tijd waarop je directe invloed hebt, om duidelijk te maken hoe dichtbij het allemaal is.’

‘De afgelopen decennia hebben we met hydro-elektriciteit en intensieve landbouw geprobeerd een soort machine te maken van de natuur. Dit werkte tot op zekere hoogte, maar het is niet duurzaam en niet iets waar onze kinderen op kunnen vertrouwen. Het was een tijdelijke oplossing. Klimaatverandering of oceaanverzuring was niemands bedoeling en we hebben lang oprecht gedacht dat we het leven van de volgende generaties verbeterden. Nu blijkt dat dit niet klopt, moeten we onze energie anders richten en bijna alles opnieuw ontwerpen, doordenken en berekenen. Op wereldniveau, want als alleen enkele landen dit doen, heeft dat te weinig effect.’

In het hoofdstuk ‘Misschien komt alles toch nog goed’ schrijft u over CO2-opslag. In hoeverre ziet u in technieken als deze een oplossing?

‘In dat hoofdstuk onderzocht ik nihilisme: alles laten gebeuren en niks doen, omdat we denken dat het toch geen zin heeft. De generaties na ons zullen die houding beschouwen als roekeloos gedrag. We moeten zoeken naar oplossingen, maar ik denk niet dat die uitsluitend technisch kunnen zijn. Ze zullen ook sociaal, cultureel, politiek en misschien ook spiritueel moeten zijn.’

‘We weten dat we ongeveer duizend gigaton CO 2 moeten verwijderen uit de atmosfeer, maar nog niemand weet hoe. Tegelijk heeft de twintigste eeuw laten zien dat we nieuwe technieken kunnen verzinnen. Het is dus niet onrealistisch om aan te nemen dat er oplossingen komen waaraan we nu nog niet denken. Neem dit interview via Zoom. Toen ik studeerde leek dat nog sciencefiction, en nu doet iedereen het.‘

‘Ik kan niet anders dan optimistisch zijn. Ik denk dat we onze daadkracht op de korte termijn overschatten, maar op de lange termijn onderschatten.’

‘Tegen jongeren zeg ik: je kunt boos worden als je naar de data kijkt en natuurlijk hadden we in de jaren negentig serieus moeten beginnen om dit op te lossen, maar volgens wetenschappers hebben we de instrumenten om het te doen. En als we snel handelen, zeggen mensen straks misschien: je had toen van die alarmisten die zeiden dat de wereld zou eindigen, maar dat was niet zo.’

Dat zou mooi zijn, maar tot nu toe is wat we doen steeds too little too late. De VN waarschuwde onlangs dat we afkoersen op drie graden opwarming over een halve eeuw. Hoe optimistisch bent u?

‘Ik kan niet anders dan optimistisch zijn. Ik denk dat we onze daadkracht op de korte termijn overschatten, maar op de lange termijn onderschatten. De generatie van Greta Thunberg zal niet vergeten wat ze hebben geleerd. En waarschijnlijk komt erna een nog radicalere generatie. Tijdens de coronacrisis hebben jongeren gezien hoe de economie werd platgelegd door overheden om ziekte en dood te voorkomen. Wij zagen de economie nog zoals mijn grootouders de gletsjers zagen: als iets dat er altijd zou zijn, dat je niet werkelijk kon veranderen.’

‘Jongeren hebben zich eenzaam gevoeld en zijn geconfronteerd met het verlies van kansen. Zij zullen het antwoord op klimaatverandering zien als iets relatief eenvoudigs, want corona kostte 20 procent van het bnp en het tegengaan van klimaatverandering slechts 5 procent: evenveel als alle militaire uitgaven. Zij zullen zich daarom afvragen: “We kunnen onze grootouders nog knuffelen, feestvieren en er is geen lockdown nodig? Wat is dan het probleem?”

‘Aan de snelheid waarmee de coronavaccins zijn ontwikkeld, zie je wat er mogelijk is als er werkelijk wordt opgeschaald. Diezelfde slagkracht moeten we nu ook laten zien op het gebied van energie, landbouw, reizen en transport, in hoe we bouwen en aluminium en cement maken. Voor jongeren geldt: het maakt niet uit welke opleiding je doet, maar je moet deel uitmaken van een ongekende verandering op eigenlijk alle vlakken. En het mooie is: je zou daarbij een hogere betekenis kunnen vinden, want er is zoveel laaghangend fruit. Dus de eerste tien jaar zie je enorme vooruitgang.’

De Nederlandse vertaling van On Time and Water verschijnt voorjaar 2022 bij De Geus.

Altijd op de hoogte blijven van de beste verhalen? Schrijf je in op onze nieuwsbrief.

Meld je aan en ontvang de beste verhalen van Vrij Nederland in je mailbox.

Oeps! Voer een geldig e-mailadres in.
Op onze nieuwsbrieven is het WPG Privacy Statement van toepassing.
Dit veld is verplicht

Het bericht Deze IJslandse schrijver neemt afscheid van het ijs: ‘Wij zijn de generatie die vaarwel zegt tegen gletsjers’ verscheen eerst op Vrij Nederland.

https://www.vn.nl/andri-snaer-magnason/

Het landschap (ont)roert en roert zich, niets is voor eeuwig (Brabant Cultureel)

Een fototentoonstelling bij Pennings Foundation in Eindhoven werd geopend en vervolgens door de lockdown meteen weer gesloten. Hopelijk kunnen de deuren binnenkort alsnog open, want de oude en nieuwe landschapsfoto’s in de huidige expositie zijn mooi en nodigen uit tot reflecteren. En dat in een tijd waarin diezelfde lockdown steeds meer mensen op pad doet gaan in de eigen directe omgeving.

door Lauran Toorians

Weinig lijkt objectiever dan landschap. We kijken ernaar, lopen erin rond en leven ermee. Het lijkt het fysieke decor waartegen ons bestaan zich afspeelt. Maar klopt dat wel? Dat die fysieke omgeving objectief en tastbaar is, staat vast. Maar wat wij ervaren als ‘landschap’ is veel minder objectief en bevindt zich in hoge mate tussen onze oren. Een doorsnee hondenbezitter kijkt heel anders naar een boom in een park dan een ecoloog of een bosbouwer, een agrariër ervaart zijn weide anders dan de amateurschilder die er zijn ezel voor uitpakt, of de detectoramateur die droomt er een schat in te vinden. Voor een wegenbouwer is een viaduct of een klaverblad een kunstwerk en een vervallen industriecomplex is voor de één een puinhoop en voor een ander een terrein vol mogelijkheden en esthetische kwaliteiten. En al die zaken kunnen worden benoemd als landschap.

https://www.brabantcultureel.nl/wordpress/wp-content/uploads/2021/03/BC_LT_NA_heide_versus_snelweg-716x1024.jpg

Strabrechtse Heide 1958 en de net aangelegde A67 bij Geldrop. Collage van Noud Aartsen. Meestal voorzag Aartsen zijn foto’s van commentaar op de achterzijde. Daar is ook nog te lezen: ‘vroeger verbinding tussen dorpen nu verbinding tussen steden en landen’. > Brabant-Collectie (Tilburg University)

Landschap, kortom, is vooral iets in het oog van de waarnemer. Het begrip komt dan ook in eerste instantie uit de schilderkunst, is een belangrijke rol gaan spelen in de fotografie en werd daarmee iets wat je kunt vastleggen. En dus objectiveren. Die achtergrond in de beeldende kunst zorgt er ook nog steeds voor dat we landschap bekijken en beoordelen door een ‘esthetische bril’. Landschap hoort mooi te zijn en als het dat niet is, is het verprutst.

Vuilnisbelt

Dit idee van landschap draagt in zich dat het de blik op onze leefomgeving vertroebelt. De esthetische blik werkt namelijk in twee richtingen. Natuurlijk is het prettig wonen in een omgeving die we als mooi of aangenaam ervaren. Maar het is ook erg menselijk om ons thuis (en prettig) te voelen in de omgeving waarin we opgroeien. Wie tussen de bergen opgroeit, wordt al snel akelig als de horizon echt aan de horizon blijkt te liggen en omgekeerd voelt een polderjongen (of een woestijnbewoner) zich al snel opgesloten wanneer hij (of zij) niet ongehinderd in de verte kan staren. Wie uit een bosrijke omgeving komt, denkt dat dit zo hoort, en wie opgroeide naast een vuilnisbelt wil brandend rubber ruiken. Er is simpelweg geen ‘hoe het hoort’ en voor wie het wil zien, ligt er schoonheid in alles.

Er is simpelweg geen ‘hoe het hoort’ en voor wie het wil zien, ligt er schoonheid in alles

Toch geldt in de beleving van landschap sterker dan elders het aforisme van de dichter J.C. Bloem: ‘Iedere verandering is een verslechtering, zelfs een verbetering.’ Allemaal kennen we het gevoel dat de omgeving waarin we opgroeiden – of het nu in de stad was of op het platteland – verloren is gegaan en dat de wereld daardoor een stukje armer is geworden. Op de terreinen waar we speelden staat een inmiddels gedateerde nieuwbouwwijk, wegen en paden die we volgden zijn afgesneden door snelwegen of helemaal verdwenen, het schoolgebouw kreeg een andere functie en iets in ons zegt dat dit een teloorgang is. ‘Waar is de sneeuw van vorig jaar’, verzuchtte François Villon in de vijftiende eeuw, en al rond 1200 vroeg de minnezanger Walther von der Vogelweide zich al vertwijfeld af waar toch de bossen waren gebleven waarin hij als jongeling had rondgezworven. Het begrip ‘landschap’ bestond toen nog niet, maar het gevoel van teloorgang dus wel.

https://www.brabantcultureel.nl/wordpress/wp-content/uploads/2021/03/BC_LT_NA_na-de-ruilverkaveling-1.jpg

Ruilverkavelingswerkzaamheden in de Vleutse Kampen. Noud Aartsen, 1972 > Brabant-Collectie (Tilburg University)

In Noord-Brabant leefde dit gevoel bij een flink aantal mensen sterk op in de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw. Ruilverkavelingen kwamen in Nederland al veel eerder voor, maar toen gingen grote delen van Noord-Brabant op de schop met als doel de landbouw te ‘rationaliseren’. Kleine, verspreid liggende perceeltjes waren niet geschikt voor de beoogde mechanisering en schaalvergroting in de landbouw. Beken werden gekanaliseerd en de landkaart werd letterlijk opnieuw getekend, strak en functioneel. Verzet werd gezien als emotioneel en dus niet steekhoudend en enkelingen zoals de ecoloog en auteur Willem Iven (1933-2009) vochten tegen de bierkaai. Zij kregen later in veel opzichten wel gelijk en het is het vermelden waard dat Iven met zijn boek Lind dè is de sgonste plats. Natuur en landschap van Leende, een Oost-Brabants dorp uit 1974 aan de basis stond van het soort beschrijvingen dat nu wat modieus ‘landschapsbiografie’ heet.

https://www.brabantcultureel.nl/wordpress/wp-content/uploads/2021/03/BC_LT_Willem-Iven.jpg

Willem Iven en de uitgave ‘lind dè is de sponste plats’.

Vooruitgang

Ook kunstenaars kwamen in het verweer en Noud Aartsen (1932-2010) is zeker de bekendste van de fotografen die vastlegde wat hij zag veranderen en verdwijnen. Hij deed dat in Best en omgeving, waar hij opgroeide. Zeker bij de contrasterende foto’s – voor en na de ruilverkaveling – valt het gemakkelijk om het aforisme van Bloem te herhalen. Het werd er niet mooier op. Maar daar zullen de landbouwconsulent, de Boerenleenbank en hopelijk de boer toen toch zeker anders over hebben gedacht. Zij zagen vooruitgang en ‘mooi’ was voor stadsmensen, daar betaalde de boer zijn lening niet mee af. Ook objectief gezien zijn een verharde toegangsweg naar het erf, aansluiting op de riolering en ‘gas, water en licht’ natuurlijk vooruitgang. Het lijkt nu vanzelfsprekend, maar gebeurde op meerdere plaatsen amper een halve eeuw geleden pas.

https://www.brabantcultureel.nl/wordpress/wp-content/uploads/2021/03/BC_LT_NA_gesloopte-boerderij.jpg

Noud Aartsen: ‘Geldrop bouwt in Molenheide (grensde vroeger aan Strabrechtse heide) nu afgescheiden door autobaan!’ Op een andere foto met een afgebroken boerderij: ‘Geen toekomst meer voor kleine boeren. Einde van de kleine hei boerkes! Biobedrijven komen in de plaats’. > Brabant-Collectie (Tilburg University)

Het werk van Aartsen en andere landschapsfotografen (en schilders) drukt niet alleen (jeugd)sentiment uit. Wat steeds een rol lijkt te spelen, is een gevoel dat zegt dat de wereld zoals je die als kind leerde kennen altijd zo was geweest. Sinds ‘mensenheugenis’. En nu wordt dat moois ingeruild voor iets anders dat niet zo vertrouwd is. Maar dat idee klopt niet en zelfs de geciteerde middeleeuwers realiseerden zich dat al. Verandering is van alle tijden. Waar wij nu denken in een bosrijke provincie te leven, laten topografische kaarten uit eind negentiende eeuw zien dat er in diezelfde provincie toen nauwelijks bos was te vinden. Die bossen van ons zijn niet van de eeuwigheid, die zijn nieuw en grotendeels aangeplant voor de houtproductie. Niks mooi, niks natuur, gewoon rationele productie. Veel ervan werd nooit geoogst en wie weet zijn de alom uitbreidende boomkwekerijen van tegenwoordig wel de bossen van onze kleinkinderen (‘boompje groot, plantertje dood’).

Ook de uitgestrekte heidegebieden die in zand-Brabant ooit domineerden waren een product van menselijk ingrijpen

Menselijke ingrepen in het landschap zijn al zeker zo oud als de landbouw en vaak blijken van die ingrepen de voordelen op de korte termijn funest in de lange duur. Een mooi voorbeeld is de teloorgang van de grootste polder ooit in het Nederlandse rivierengebied, de Grote Waard. Nu zeshonderd jaar geleden ging die bij de Sint-Elisabethsvloed van 1421 verloren. Het resultaat werd later de Biesbosch, een natuurparel die daarmee dus teruggaat op een natuurramp die voor een fors deel was te wijten aan menselijk handelen. Polderen leidt tot bodemdaling – een bijzonder actueel probleem – gebrekkig toezicht op het onderhoud van die Grote Waard droeg bij aan doorbreken van de dijken. Maar ook de uitgestrekte heidegebieden die in zand-Brabant domineerden voordat de productiebossen kwamen, waren een product van menselijk ingrijpen. Zonder schapen geen heide. Wie heidelandschappen wil behouden doet dat nu onder het mom van natuurbeheer, maar doet dus feitelijk aan het onderhoud van cultureel erfgoed dat beter landschapsbeheer kan heten. We houden met de Kampina, Strabrechtse en Kalmthoutse Heide cultuurgoed in stand. Ecologisch bijzonder waardevol, maar minstens zozeer cultuur als natuur.

https://www.brabantcultureel.nl/wordpress/wp-content/uploads/2021/03/BC_LT_LJAD-Creyghton-Kampina_Bosven_2011-1024x369.jpg

L.J.A.D. Creyghton, De ochtendzon over de net gebluste heidebrand op de Kampina, 2011

Passanten

Dit maakt ook duidelijk dat er geen absoluut ideaalbeeld bestaat. We kunnen het landschap niet terugbrengen naar een ideaalbeeld dat nooit echt heeft bestaan. Het moet gaan om ecologische en esthetische (belevings)waarden nu en in de nabije toekomst die we kunnen overzien. Aandacht voor wat in dat landschap herinnert aan het verleden is geen slechte zaak. Voor zover niet volledig schoongeveegd door ruilverkaveling of nieuwbouwprojecten bevat onze omgeving allerlei resten uit en herinneringen aan het verleden, van grafheuvels uit de prehistorie tot tastbare herinneringen uit de Tweede Wereldoorlog of nog jonger. Die elementen zijn waardevol. Enerzijds omdat ze ons verbinden met dat verleden van onze eigen leefomgeving en ons ervan bewust maken dat ook wij passanten zijn, en anderzijds – meer objectief – als historische bronnen die we lang nog niet allemaal uitputtend hebben ‘gelezen’ en geanalyseerd. Als kennisdragers. En die twee, de ervaring en het rationele begrip zijn nauw met elkaar verbonden.

https://www.brabantcultureel.nl/wordpress/wp-content/uploads/2021/03/BC_LT_NA_beek_De-Baest.jpg

Klassiek beekdalgezicht: de Reusel in 1982 bij Lage Mierde. Noud Aartsen > Brabant-Collectie (Tilburg University)

https://www.brabantcultureel.nl/wordpress/wp-content/uploads/2021/03/BC_LT_NA_Beerze-bij-Oirschot-richting-Spoordonk_1981.jpg

‘Genormaliseerd’ beekdalgezicht: de gekanaliseerde Beerze bij Oirschot, 1981 Noud Aartsen > Brabant-Collectie (Tilburg University)

https://www.brabantcultureel.nl/wordpress/wp-content/uploads/2021/03/BC_LT_Karel-Tomei-reconstructie-Beerze-bij-Oirschot-1998.jpg

Karel Tomeï, reconstructie (het weer meanderend maken van de eerder gekanaliseerde) Beerze bij Oirschot in 1998

Martien Coppens (1908-1986) fotografeerde nog vooral met een esthetische blik, maar zijn foto’s zijn inmiddels ook historische documenten. Noud Aartsen wilde ook vooral laten zien wat er aan moois verloren ging en zal deels ook uit frustratie daarover hebben gefotografeerd. Net als Willem Iven maakte hij nog net mee dat hij gelijk kreeg. Lang niet elke verandering is een verbetering gebleken en steeds meer beken mogen weer meanderen. Ook Karel Tomeï (1941) is zo’n fotograaf die al decennia lang als ‘luchtfotograaf’ vastlegt hoe Nederland verandert. Andere fotografen richten zich meer specifiek op de esthetiek van natuur en landschap en laten zien hoe mooi onze omgeving is. Door corona ontdekken steeds meer mensen dat en ook zij zullen bij veel situaties gaan denken dat elke verandering een verslechtering is.

Gemankeerd

Op 13 december 2020 vond bij Pennings Foundation in Eindhoven de opening plaats van de expositie Weemoed en werkelijkheid in Het Groene Woud. Een fototentoonstelling met werk van Coppens, Aartsen en Tomeï, maar ook van natuurfotograaf James van Leuven, L.J.A.D. Creyghton en beeldend kunstenaars als Paul Bogaers, Margriet Luyten, Noortje Haegens, Iris Hartman, Anke van Iersel en Marc Mulders. Van Piet den Blanken zouden in de eerste opzet foto’s te zien zijn van de ‘verdozing’ van het landschap die hij recent maakte voor een reportage in Brabant Cultureel. Kort voor de opening van de tentoonstelling koos hij alsnog voor meer traditionele landschapsfoto’s in zwart-wit. Ontegenzeglijk mooi, maar in het geheel van Weemoed en werkelijkheid had hij met de verdozing juist voor een welkome confrontatie met een andere werkelijkheid kunnen zorgen. Het moeten toch nogal gemankeerde architecten zijn die van dergelijke enorme bedrijfshallen de schoonheid zien. Overigens zijn er wel foto’s van dergelijke bedrijfshallen, megastallen en kassencomplexen te zien van James van Leuven.

https://www.brabantcultureel.nl/wordpress/wp-content/uploads/2021/03/BC_LT_James-van-Leuven-Westfields-verdozing-Oirschot.jpg

James van Leuven, Distributiecentrum Westfields, Oirschot / Eindhoven, 10 januari 2020

https://www.brabantcultureel.nl/wordpress/wp-content/uploads/2021/03/BC_LT_JvL_James-van-Leuven-Oirschot-mest-opslag-megastallen.jpg

James van Leuven, Mestopslag bij varkensbedrijf, Oirschot / Spoordonk (Broekstraat), 30 december 2019

Op dinsdag 15 december 2020 ging in Nederland de strengste lockdown tot dan toe in en aangezien Pennings Foundation op maandag (en dinsdag) is gesloten, heeft buiten het gezelschap dat aanwezig was bij de opening niemand deze boeiende tentoonstelling kunnen zien. Die is nu wel verlengd tot en met 8 mei, dus hopelijk komen er betere tijden en kunnen de deuren alsnog open. Dan is het beslist de moeite om dit geheel van historische foto’s uit de Brabant-Collectie en recent werk te zien. Het is een expositie die tot nadenken stemt, en tot het besef kan leiden dat onze leefomgeving misschien niet altijd een kunstwerk is, maar wel cultuur.

https://www.brabantcultureel.nl/wordpress/wp-content/uploads/2021/03/BC_LT_blik-in-expo-Martien-Coppens-foto-Paul-Slot.jpg

Foto’s van Martien Coppens van begin jaren dertig tot eind jaren vijftig uit de Brabant-Collectie (Tilburg University) in de expositie bij Pennings Foundation. Foto > Paul Slot

https://www.brabantcultureel.nl/wordpress/wp-content/uploads/2021/03/BC_LT_collagewand-foto-Paul-Slot.jpg

Een collagewand in de expositie met foto’s van begin 20ste eeuw tot heden geeft de verschillende belangen en het veranderende landschap in Het Groene Woud weer. Foto > Paul Slot

www.penningsfoundation.com

Onderzoek
Landschapsgeschiedenis is een vak dat sinds enige tijd op eigen benen staat, maar dat door historici nog te weinig bij hun onderzoek wordt betrokken. De oorsprong ervan ligt – misschien ironisch – deels bij de grote ruilverkavelingen uit de jaren zestig en zeventig en langzaam groeide het besef dat het beschreven verleden ook een rol zou kunnen spelen bij de nieuwe inrichting. Bij dit alles groeide het besef dat de ontwikkeling van landschappen en de historische geografie ook om zichzelf het bestuderen waard zijn. Hans Renes is een van de hoogleraren die zich hier sterk voor maakten en die het vak zijn huidige gezicht hebben gegeven. Hij werkte ook in Noord-Brabant en vooral zijn boek West-Brabant, een cultuurhistorisch landschapsonderzoek (1985) verdient op dat vlak vermelding. Onlangs ging hij met emeritaat, waarbij hij een vriendenboek kreeg aangeboden waarin ook Noord-Brabant in enkele artikelen aan bod komt: Jaap Evert Abrahamse e.a. (red.) Het landschap beschreven. Hilversum: Verloren 2021, 336 pp., ISBN 9789087048730, pb., € 29,00 (www.verloren.nl).

Lees ook op Brabant Cultureel:
‘Denkend aan Brabant zie ik eindeloze rijen dozen in het landschap staan’

Monografie Noud Aartsen toont aan dat hij wilde vastleggen voordat het te laat was


Lees op Cubra over Willem Iven

© Brabant Cultureel 2021

https://www.brabantcultureel.nl/2021/03/18/het-landschap-ontroert-en-roert-zich-niets-is-voor-eeuwig/?utm_source=rss&utm_medium=rss&utm_campaign=het-landschap-ontroert-en-roert-zich-niets-is-voor-eeuwig

We hebben nog maar negen jaar om de wereld te beschermen tegen het ergste (Motherboard Vice)

Gisteren werd door heel Nederland aan de klimaatbel getrokken, want er wordt een nieuwe regering gekozen en dat is allesbepalend voor of we onze klimaatdoelen gaan halen. Fotograaf David Meulenbeld liep rond in het Westerpark in Amsterdam om mensen vast te leggen die zich – terecht –enorme zorgen maken. David vertelt dat iedereen zich netjes aan de regels hield, er een hoop herrie was, en dat hij “even moest wennen want hij had onlangs zijn trommelvlies nog gescheurd.” Gelukkig had hij wel oordoppen bij zich.

Hierbij vijf zeer sombere redenen waarom de klimaatcrisis in Nederland dezelfde urgentie verdient als alle andere crises, en we alle zeilen bij moeten zetten:

**We hebben nog maar 9 jaar om het meest verwoestende scenario te voorkomen
**De wetenschappelijke consensus is dat we nog zo'n 9 jaar hebben om te voorkomen dat de aarde meer dan 1,5 graad opwarmt. Daarvoor moet de EU vóór 2030 55 procent minder CO2 uitstoten ten opzichte van 1990, en Nederland minstens 49 procent. Doen we dat niet binnen die belangrijke 9 jaar, dan zullen ijskappen sneller smelten en de zeespiegel sneller stijgen, en zal er sprake zijn van meer droogte en hittegolven, meer bosbranden, meer extreem weer en massamigratie omdat bepaalde gebieden onder zijn gelopen of onleefbaar zijn geworden (en dat is nu al aan de hand, kijk maar naar de verwoestende bosbranden in Australië en het Amazonegebied van afgelopen jaar). Ook voor de partijen die migratie naar Nederland willen beperken is het dus een heel slecht idee je niet te bekommeren om het klimaat.

**Het schiet niet op met onze groene energie
**In 2021 was onze groene energie al ‘op’ op 16 februari. Dat moet in 2030 op 31 december zijn. We schuiven elk jaar een paar dagen op, maar dat gaat nu nog te traag. Maar goed, die extreem langzame groei is misschien ook onvermijdelijk als je een windmolenpark bouwt om Microsoft te voorzien van stroom. Wellicht had de provincie Noord-Holland daar wel twee keer over nagedacht als ze had beseft dat we in een nationale crisis zitten. Niet?

**Als we nu ingrijpen, scheelt dat bergen met geld
**Hoewel het de wereld naar schatting 25 triljoen dollar gaat kosten om in te grijpen, zal niet ingrijpen 5 tot 6 keer meer geld kosten, ongeveer 125 triljoen. Dus doen we dat niet, dan weten we allemaal, net als bij de coronacrisis, bij wie de rekening van die schade terecht komt – jep, bij jou, kleine kniert.

**Bio-industrie en de opwarming van de aarde hangen samen met pandemieën
**Nederland heeft de grootste vee-dichtheid van de wereld, heerlijk voor virussen om zich lekker in te nestelen en te vermenigvuldigen. Die veestapel moet dus kleiner om een volgende pandemie te voorkomen. En omdat we steeds meer leefgebied van dieren inpikken komen we ook steeds meer in aanraking met exotische virussen. Niet ten strijde trekken tegen de bio-industrie, ontbossing, stervende koraalriffen en het verwoesten van biodiversiteit betekent dus nog meer lockdowns, avondklokken en alle andere ellende die corona ons heeft gebracht. En als we nou iets hebben geleerd van de coronacrisis: een goede voorbereiding is het halve werk. Volgens onderzoek is de klimaatcrisis bezweren haalbaar, en betaalbaar.

**Bescherming tegen de gevolgen van klimaatverandering is een mensenrecht
**Dat wij in Nederland beschermd worden tegen de gevolgen van klimaatverandering is een mensenrecht, zo besloot ook de rechter in de Urgenda-klimaatzaak. De overheid is er om ons te behoeden van tegenspoed, niet om ons op te zadelen met dood en verderf. Het is daarom slim om te stemmen op partijen die de klimaatcrisis erkennen en dat zo snel mogelijk willen aanpakken.

https://www.vice.com/nl/article/7k9nb4/we-hebben-nog-maar-negen-jaar-om-de-wereld-te-beschermen-voor-het-ergste