Economisch denker Katherine Trebeck: ‘Groei is goed tot een bepaald niveau, daarboven wordt het schadelijk’ (Vrij Nederland)

Het huidige economische systeem is onrechtvaardig, onstabiel, niet duurzaam en maakt mensen ongelukkig, vindt de Australische politicologe, publiciste en voorvechtster van de Wellbeing Economy Katherine Trebeck (1976). ‘De ongelijkheid neemt toe en er is steeds meer politieke onrust,’ zegt ze via Zoom vanuit Glasgow, Schotland. Ze praat zacht en weloverwogen, maar haar boodschap is ferm: het huidige systeem loopt vast en het roer moet om. ‘Wetenschappers zeggen steeds luider dat we op een zorgwekkende manier ecologische grenzen overschrijden en wijzen de manier waarop de economie nu werkt aan als de oorzaak.’

In een TEDx Talk stelt u dat we binnen tien jaar een ander economisch systeem nodig hebben, omdat het huidige systeem destructief is. Waarom is een welzijnseconomie een beter alternatief?

‘Omdat het daarin gaat om sociale rechtvaardigheid op een gezonde planeet. Een hardnekkig probleem is dat overheden verslaafd zijn aan groei. Ze stellen het voor als vanzelfsprekend dat de economie groei nodig heeft, zoals een auto benzine, en dat groei het doel is van de economie. Maar dan verwar je middel en doel. De economie moet in dienst staan van hogere doelen en menselijke en ecologische belangen dienen.

In een welzijnseconomie bepalen mensen de economie in plaats van andersom, zoals nu. Dat betekent dat je kiest voor ander beleid, andere politieke besluiten, regels en wetten, een ander belastingstelsel, en dat je werk anders organiseert. En ook dat je steden anders ontwerpt. Niet alleen door te zorgen voor een betere wandel- en fietsinfrastructuur en meer ontmoetingsplekken en groen, maar ook door de openbare ruimte te beschermen tegen de opdringerige aanwezigheid van reclame. En laat lokale overheden, scholen en ziekenhuizen meer inkopen bij lokale leveranciers.’

Bestel 'm hier Dit verhaal komt uit de nieuwe Vrij Nederland, die vanaf vandaag in de winkels ligt! 16 oktober 2020

De coronacrisis heeft geleid tot meer fundamentele gesprekken over de noodzaak van een ander economisch systeem. Denkt u dat de pandemie een gamechanger zal blijken?

‘Vaak ben ik daar optimistisch over. De crisis leidde inderdaad tot een ander soort gesprekken en betekende een impuls voor vernieuwende ideeën. Mensen zijn aan het denken gezet en realiseerden zich hoe belangrijk een gemeenschapstuin in hun wijk is, of een park om te kunnen wandelen. Ik verwacht zeker dat het minder vanzelfsprekend wordt om voor werkafspraken binnen Europa te vliegen. Maar op dagen dat ik somberder ben, denk ik: veel mensen hebben weinig voorstellingsvermogen en het huidige systeem lijkt voor velen zo vanzelfsprekend dat het niet gemakkelijk diepgaand zal veranderen.’

‘Corona zorgt wel voor momentum en biedt een grote kans to build back better. Die kans móéten overheden aangrijpen, door eisen te stellen aan ondernemingen die steun krijgen. Zo bepaalde Denemarken als een van de eerste landen dat die bedrijven hun geld niet mogen onderbrengen in een belastingparadijs en benadrukte VN-secretaris Gutteres dat ondernemingen zonder concrete klimaatdoelen geen steun moeten krijgen.’

Met één stem zingen

Eind september vond de Trebeck takes over Holland tour plaats, georganiseerd door THRIVE Institute, de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) en DuurzaamDoor. Eigenlijk had Trebeck een week zullen rondreizen en stond ook een bezoek aan de Tweede Kamer gepland. Vanwege de pandemie werd het een online tour met webinars, lezingen, een interviewsessie met promovendi en een middag met transitiegesprekken, georganiseerd door Our New Economy (ONE).

In 2017 was Trebeck een van de initiatiefnemers van de Wellbeing Economy Alliance (WEALL), een internationaal samenwerkingsverband van inmiddels ruim honderdvijftig organisaties. ‘Door het verbinden van wetenschappers, vernieuwende economen, ecologen, activisten, innovatieve bedrijven en maatschappelijke vernieuwers willen we ze helpen met het uitwisselen van hun kennis, zodat ze leren van elkaars wijsheid en vindingrijkheid. Zonder samenwerking zijn alle initiatieven te verbrokkeld. Dan is er geen kans op succes. Door met één stem te zingen, worden we beter gehoord, ook door de politiek.’

Het gaat om verschillende denkscholen, zoals de Degrowth-beweging, regeneratieve economie, Common Good economie en donuteconomie van Kate Raworth. Trebeck noemt ze elkaars ‘neven en nichten’ die verschillende accenten leggen en een eigen benadering hebben, maar allemaal de economie menselijker en duurzamer willen maken. Er zijn WEALL-afdelingen in steeds meer landen, waaronder Schotland. Nog niet in Nederland, maar daar is wel WEALL Youth begonnen. ‘De VN beschouwt dit als een van de vijftig meest invloedrijke jongerenorganisaties wereldwijd van ruim 4300 initiatieven uit 174 landen. Er ontstaan ook steeds meer lokale hubs waar organisaties, bedrijven en individuen zich bij kunnen aansluiten. En er is nu ook een WEALL Citizens.’

‘Wereldwijd vinden mensen dezelfde kernzaken belangrijk. Denk aan frisse lucht, schone rivieren, financiële zekerheid en sterke relaties.’

Alle organisaties binnen WEALL onderschrijven vijf niet onderhandelbare kernwaarden: waardigheid, natuur, verbinding, rechtvaardigheid en participatie. Waarom deze vijf?

‘Die komen steeds naar voren in gesprekken met mensen wereldwijd als hun gevraagd wordt wat zij belangrijk vinden. Ze noemen dan zaken als frisse lucht, schone rivieren, financiële zekerheid en sterke relaties. Denkers als de econoom en filosoof Amartya Sen en filosoof Martha Nussbaum beschouwen dit als de waarden die alle mensen delen. Het werk van breinonderzoekers en psychologen laat ook zien dat mensen het meest ontspannen en tevreden zijn als ze samenwerken, zich veilig voelen, in de natuur zijn en zich verbonden voelen met anderen. Als ik een afbeelding met onze vijf kernwaarden toon tijdens een lezing, merk ik dat die sterk resoneren, eigenlijk bij iedereen. Mensen maken foto’s, glimlachen en knikken instemmend. Ze herkennen ze niet alleen als wezenlijk, maar realiseren zich ook dat het huidige economische systeem deze waarden helemaal niet dient.’

In veel landen groeit het wantrouwen van de bevolking tegenover de politiek, kiezen meer mensen voor populistische partijen en neemt de polarisatie toe. Denkt u dat een welzijnseconomie deze problemen kan helpen verminderen?

‘Dat denk ik wel, want het toenemende populisme heeft voor een groot deel te maken met hoe de economie nu functioneert. Zo is het besteedbaar inkomen van mensen met lage en middeninkomens de afgelopen twintig jaar niet gestegen. Steeds meer mensen hebben moeite met rondkomen, of hebben schulden. Er is veel onzekerheid en stress door flexwerk en nul-urencontracten. Veel mensen beseffen dat hun kinderen en kleinkinderen het minder goed zullen hebben dan zijzelf.

Slechts een kleine bovenlaag profiteert echt van het huidige systeem. Dat de ongelijkheid toeneemt, terwijl armere mensen merken dat zij weinig invloed hebben op hun omstandigheden, leidt tot uitholling van het vertrouwen in de democratie. Mensen gaan dan op zoek naar zondebokken, zoals immigranten. Populisme is een cocktail van verschillende oorzaken zoals globalisering en het afgenomen contact tussen verschillende bevolkingslagen. Er is ook veel bewijs dat eenzaamheid ertoe bijdraagt dat mensen eerder betrokken raken bij extreemrechtse politiek − en dat lockdowns dat zullen verergeren.

Er zijn geen gemakkelijke oplossingen. Wel kan een welzijnseconomie de kloof tussen groepen verkleinen, omdat het doel ervan een goed leven is voor iedereen.’

https://www.vn.nl/wp-content/uploads/2020/10/DSC08458-Edit-640x853.jpg

Het rottende fruit van de welvaart

In The Economics of Arrival. Ideas for a Grown-up Economy, het in 2019 gepubliceerde boek dat Trebeck schreef met activist en schrijver Jeremy Williams, noemen zij landen met een hoge welvaart ‘gearriveerd’. Het doel van die landen moet verschuiven van blijven doorgroeien naar ervoor zorgen dat ze ‘zich thuis voelen’ door het verleggen van de focus van kwantiteit naar kwaliteit.

Het boek biedt hiervoor geen blauwdruk, maar beschrijft voorbeelden van coöperatieve bedrijfsmodellen waarbij werknemers mede-eigenaar zijn en delen in de winst, ondernemingen die de gemeenschap dienen en manieren waarop organisaties hun maatschappelijke impact kunnen meten. Ook pleiten de auteurs ervoor dat de hoogte van salarissen meer afhangt van de waarde die werk heeft voor het collectieve welzijn. Schoonmakers in ziekenhuizen verdienen dan bijvoorbeeld meer.

U noemt landen als Nederland ‘overontwikkeld’, omdat nog meer welvaart er niet leidt tot meer welzijn. Volgens u is in deze landen het fruit van de welvaart ‘aan het rotten’. Waaruit blijkt dat?

‘Het idee dat meer welvaart automatisch leidt tot meer welzijn is hardnekkig, maar klopt niet. Zo is er geen lineair verband tussen het nationaal inkomen en de levensverwachting. Je ziet in een aantal landen met een hoog bbp de levensverwachting stagneren of zelfs dalen. Vooral grote bedrijven en aandeelhouders profiteren van een groeiend bbp.

Uit onderzoeken blijkt dat in westerse landen een stijging van de welvaart de afgelopen twintig jaar gepaard gaat met minder welzijn. Vooral vanwege milieuproblemen als luchtvervuiling en door meer stress en onzekerheid. Sommige salarissen zijn zo laag dat mensen er niet van kunnen leven. Al vóór de coronacrisis waren steeds meer mensen in rijke landen afhankelijk van voedselbanken.’

‘Groei is goed tot een bepaald niveau, maar daarboven wordt het
schadelijk. “Het fruit is aan het rotten.”’

Toch blijven bijna alle politici hameren op de noodzaak van economische groei.

‘Ja, al noemen ze dat nu meestal groene of duurzame groei. Politici definiëren crisis als het ontbreken van groei. Maar de economie van Japan groeit al twee decennia niet meer en dat is niet problematisch, want Japan heeft een volgroeide economie met een hoge levensstandaard. Voor veel landen zal groei van ecologische landbouw, hernieuwbare energie, zorg en onderwijs de kwaliteit van de samenleving verhogen, maar groei is geen doel op zich.

Groei is goed tot een bepaald niveau, maar daarboven wordt het schadelijk. Dat “het fruit aan het rotten is” blijkt vooral uit het feit dat overheden in rijke landen steeds meer geld moeten uitgeven om problemen die ze zelf veroorzaakt hebben te repareren of op te ruimen, de zogeheten failure demand. Zo krijgen arme gezinnen in Schotland nu tien pond per week om de kinderarmoede te verminderen. Dat toont het falen van dit systeem. Een welzijnseconomie zorgt meteen voor een goed leven voor iedereen en kiest voor predistributie in plaats van herdistributie.’

De Nederlandse Bank en het Planbureau voor de Leefomgeving waarschuwden dit voorjaar dat verdergaande verslechtering van de biodiversiteit in de nabije toekomst een miljardenstrop kan betekenen voor de Nederlandse financiële sector. Is dat ook een voorbeeld van failure demand?

‘Natuurlijk, net als de miljardenschade die klimaatverandering nu al veroorzaakt. Al deze kosten worden ondertussen wel meegerekend in het bbp en suggereren daardoor dat het goed gaat met een land. Al in 1968 hield Robert Kennedy als presidentskandidaat een bevlogen en poëtische tirade over wat er mis is met het bbp als manier om de welvaart van een land te meten. Die móét je echt beluisteren op internet, met het volume hard. Hij vertelt daarin dat het bbp alles meet, behalve dat wat werkelijk van waarde is in het leven.

Het bbp is sowieso geen goede maat, omdat het te materialistisch is. Feministische economen wijzen er al lang op dat het werk binnen huishoudens er niet in wordt meegerekend. En ecologische economen hameren erop dat een economisch systeem de planetaire grenzen moet respecteren. Pas nu er zich onmiskenbaar een ecologische crisis voltrekt, begint het werkelijk door te dringen dat het bbp totaal niet geschikt is om te meten of het goed gaat met de collectieve belangen.’

https://www.vn.nl/wp-content/uploads/2020/10/DSC08590-640x853.jpg

Niet over links of rechts

Nadat de Schotse overheid het verhogen van het welzijn tot kerndoel van de overheid verklaarde, nam Trebeck in 2018 het initiatief voor een Wellbeing Economy Governments partnership (WEGo), een samenwerkingsverband van de regeringen van Schotland, IJsland en Nieuw-Zeeland. Afgelopen mei sloot ook Wales zich aan. ‘Geen van die landen is er al. Het is een reis,’ zegt Trebeck. ‘Wat ik vooral geweldig vind aan WEGo, is dat het gaat om het delen van kennis en ervaringen in plaats van onderlinge competitie.’

Een welzijnseconomie is niet gebonden aan de agenda van specifieke politieke partijen of stromingen en gaat niet over links of rechts, benadrukt ze. ‘De WEGo-landen hebben geen heel linkse regering. Zo heeft Nieuw Zeeland een coalitie van Labour, een groene partij en de nationalistisch-populistische partij New Zealand First, regeert in Schotland de Scottish National Party en heeft IJsland een brede coalitie.’ Een aantal andere regeringen neemt informeel deel aan de WEGo-conversatie en we hopen dat ze snel ook officieel gaan meedoen, zegt Trebeck. ‘Uiteraard hoop ik erg dat ook Nederland aanhaakt.’

Altijd op de hoogte blijven van de beste verhalen? Schrijf je in op onze nieuwsbrief.

Meld je aan en ontvang de beste verhalen van Vrij Nederland in je mailbox.

Oeps! Voer een geldig e-mailadres in.
Op onze nieuwsbrieven is ons cookiestatement van toepassing.
Nieuwe overheidsprioriteiten

Om de welzijnseconomie vorm te geven, heeft IJsland 39 indicatoren vastgesteld, waarvan het bbp er slechts één is. De andere gaan over sociale omstandigheden, onderwijs, gelijkheid, huisvesting, milieu, CO2-uitstoot et cetera.

In Wales werd in 2015 de Wellbeing for Future Generations Act aangenomen en bewaakt sinds 2016 een Commissioner de belangen van toekomstige generaties. Ook Nieuw-Zeeland weegt voortaan hun belangen mee in het beleid. Belangrijke redenen voor dit land om zich in de zomer van 2019 bij WEGo aan te sluiten, waren de hoge zelfmoordcijfers (ook onder jongeren), het grote aantal depressies en de slechte leefomstandigheden voor veel kinderen. Nieuw-Zeeland presenteerde vorig jaar voor het eerst een nationale ‘welzijnsbegroting’. Sindsdien moeten alle nieuwe uitgaven één van de vijf nieuwe overheidsprioriteiten bevorderen: het verbeteren van de geestelijke gezondheid, het terugdringen van kinderarmoede, het beschermen van de rechten van de inheemse Maori en eilandbewoners in de Stille Oceaan, ‘gedijen’ in een digitaal tijdperk en de overgang naar een emissie-arme, duurzame economie.

Zou mentale gezondheid ook in andere landen hoger op de agenda moeten?

‘Ja. Psychologen in het Verenigd Koninkrijk waarschuwen dat steeds meer jongeren aan zelfbeschadiging doen en eetproblemen hebben. Dat is alarmerend. Veel jongeren maken zich grote zorgen over klimaatverandering. Je ziet ook dat mindfulness voor kinderen in opmars is, terwijl kinderen dat niet nodig zouden moeten hebben om met vermijdbare druk en spanningen om te gaan. Ongelooflijk veel mensen gebruiken antidepressiva. Dat is natuurlijk ook een duidelijk voorbeeld van failure demand.’

‘Tijdens de coronacrisis was het opvallend dat landen met een vrouwelijke leider eerder besloten tot een lockdown, omdat ze de gezondheid van de bevolking als prioriteit zagen.’

‘Inwoners van landen waar aan de basisbehoeften is voldaan, worden niet gelukkiger van nog meer spullen. Veel mensen worstelen al met een overvol huis. Consumentisme heeft niets te maken met welzijn, eerder het omgekeerde. Wat mensen écht willen, is een betekenisvol leven leiden en zich verbonden voelen met anderen en hun gemeenschap. Daarom ben ik er erg enthousiast over het feit dat steeds meer landen experimenteren met vormen van zogeheten deliberatieve democratie (publieke besluitvorming waarin informatievergaring, overleg en de uitwisseling van argumenten centraal staan, EvR), zoals burgerraden.

Bhutan richt zich al langer op Gross National Happiness: bruto nationaal geluk, in plaats van bbp, bruto binnenlands product. Zij ontdekten dat twee groepen relatief niet gelukkig waren: mensen in rurale gebieden en vrouwen. Voor de eerste groep hebben ze de infrastructuur verbeterd, zodat zij minder geïsoleerd leven. De tweede groep heeft meer politieke zeggenschap gekregen.’

Schotland, Nieuw Zeeland en IJsland hebben, met Nicola Sturgeon, Jacinda Ardern en Katrín Jakobsdóttir, alle drie een vrouwelijke premier. Is dat toeval, denkt u?

‘Nee. Ik denk dat lang niet alle maar wel veel vrouwen economie breder opvatten dan consumptie en productie. En dat ze wat minder kritiekloos vertrouwen op zogenaamd harde meetgegevens als het bbp. Ook denk ik dat vrouwen vaak meer gericht zijn op samenwerken en minder competitief zijn. Hun kijk op de wereld is vaker holistisch en ze zijn wat meer geneigd ook aan de lange termijn te denken en oog te hebben voor kwetsbare groepen.

Tijdens de coronacrisis was het opvallend dat landen met een vrouwelijke leider eerder besloten tot een lockdown, omdat ze de gezondheid van de bevolking als prioriteit zagen. Ik was erg bezorgd dat WEGo vanwege de pandemie misschien naar de achtergrond zou verschuiven, maar dat gebeurde helemaal niet. Het welzijn van de bevolking werd juist tot de kern van het beleid gemaakt. Ik denk dan ook dat we nu vrouwelijke leiders nodig hebben.’ (Glimlacht.) ‘Of feministische mannen.’

https://www.vn.nl/wp-content/uploads/2020/10/DSC08614-640x853.jpg

Enorme impact

Trebeck studeerde politieke wetenschappen in Melbourne en raakte geïnteresseerd in ontwikkelingsvraagstukken nadat ze als student een zomer vrijwilliger was op de boekhoudafdeling van een ziekenhuis in Kameroen. ‘Toen ik daar weer weg was, kwam er een grote overstroming. Ik wilde erheen om mijn vrienden te helpen, gewoon door met zandzakken te sjouwen. Een docent raadde me dat af en zei: realiseer je dat je geprivilegieerd bent, verdiep je in zaken als mensenrechten en benut jouw mogelijkheid op een goede opleiding om iets te doen aan de diepere oorzaken van dit soort problemen. Dat is 23 jaar geleden, maar ik hoor het haar nog zeggen. Haar woorden hebben een enorme impact op me gehad.’

In 2005 promoveerde Trebeck aan de Australian National University, daarna vertrok ze naar Schotland, het land waarop ze als rugzakstudent verliefd werd. Sinds 2014 is ze senior onderzoeker aan de Universiteit van Strathclyde en erehoogleraar aan de Universiteit van West-Schotland. Daarnaast werkte ze, tot 2018, ruim acht jaar in verschillende functies voor Oxfam Groot-Brittannië. Daar ontwikkelde ze de Oxfam Humankind Index, die het welzijn meet door onder meer te kijken naar gezondheid, vervoer, familieleven en werkgelegenheid.

Wat heeft uw werk voor Oxfam u geleerd over het meten van welzijn?

‘Dat het belangrijk is echt in gesprek te gaan met gemeenschappen en aan de hand daarvan indicatoren te bepalen. Dan kom je bijvoorbeeld uit bij iets als: hoeveel meisjes gaan op de fiets naar school? In Nederland gebeurt dat natuurlijk volop, maar op veel plaatsen is het een goede indicator voor luchtvervuiling, veiligheid en emancipatie.

‘Interessant is Costa Rica. Dat is geen perfect land, maar het heeft als middeninkomen-land een hogere levensverwachting en hoger welzijn dan een rijker land als de VS, en slechts een derde van de ecologische voetafdruk. Costa Rica doet enorm veel aan herbebossing en herstel van ecosystemen, de democratie functioneert goed, ze hebben een goed en toegankelijk gezondheidssysteem en besteden 8 procent van hun bbp aan onderwijs, wat relatief hoog is.

Natuurlijk kunnen zich ontwikkelende landen iets leren van gearriveerde landen, zoals van het deeltijdwerken en pragmatisme in Nederland. Maar Costa Rica laat zien dat gearriveerde landen zeker ook veel kunnen leren van armere landen. Neem de levensfilosofie buen vivir in Ecuador: daarin gaat het om goed leven, niet om “maximaal” leven. Ecuador en Bolivia gaan grotendeels circulair om met grondstoffen en hebben rechten voor de natuur in hun wetten opgenomen. We kunnen ook leren van de wijsheid van de oorspronkelijke bevolking daar, want zij vragen zich af hoe ze een goede voorouder kunnen zijn voor de generaties na hen.’

‘Jonge mensen zijn opgegroeid met de realiteit van klimaatverandering en baanonzekerheid en kijken al anders naar de wereld.’

Ondertussen blijven rijke landen uit alle macht groei nastreven. Wat betekent dat?

‘Als landen die al gearriveerd zijn blijven doorgroeien, dan gaat dat ten koste van de ecologische ruimte die overblijft voor andere landen. We kunnen de taart niet groter maken en dan beter verdelen, want die is begrensd. Gearriveerde landen moeten dus plaatsmaken voor armere landen, zodat ook zij zich kunnen ontwikkelen. Het IMF duwt landen als Bangladesh en Sierra Leone hetzelfde pad op dat rijke landen hebben gevolgd, terwijl duidelijk is dat het desastreus zou zijn als ze dezelfde fouten maken. Te hopen is dat deze landen een “kikkersprong” weten te maken, door bijvoorbeeld meteen op grote schaal te kiezen voor hernieuwbare energie.’

‘In ons boek benadrukken we: er is wereldwijd rijkdom genoeg, maar we moeten die beter verdelen. Dat vraagt van rijke landen om een nieuwe solidariteit.’

Dat zou rechtvaardig en redelijk zijn, maar is wel erg optimistisch gedacht. Noord-Europa heeft al moeite met het steunen van Zuid-Europa binnen de EU en de solidariteit met de vluchtelingen die vastzitten in Griekenland is minimaal. Stellen landen niet altijd hun eigen belang voorop?

‘Dat is niet echt zo, want rijke landen besteden veel geld aan hulpprogramma’s. Ik vind het hoopgevend dat Amsterdam dit jaar heeft gekozen voor de donuteconomie. Dat betekent dat de stad stilstaat bij zoiets als de impact van het kopen van goedkope T-shirts voor de mensen die ze elders ter wereld maken.’

Lees ook De donuteconomie in de praktijk: hoe Amsterdam socialer en duurzamer wil worden 25 augustus 2020

‘Ons idee van waar de economie om draait, wordt sterk beïnvloed door reclames voor luxe zaken als auto’s en door het bestaande economieonderwijs. Maar we zijn echt niet allemaal egoïstisch. Jonge mensen zijn opgegroeid met de realiteit van klimaatverandering en baanonzekerheid en kijken al anders naar de wereld. Ze beginnen daarom vaker sociale ondernemingen. Die stellen een maatschappelijk doel centraal en zien winst als de voorwaarde om dit te realiseren, niet als doel op zich. Ons boek beschrijft veel van dit soort voorbeelden.’

Een ander economisch systeem vraagt niet alleen om mooie initiatieven, maar ook om een paradigmawisseling, stelt u in uw boek. Naast pullfactoren zoals een rechtvaardiger en duurzamer wereld, noemt u daarvoor pushfactoren zoals de ecologische crisis en sociale problemen. Wat gebeurt er als we niet binnen tien jaar ‘overstag gaan’?

‘Dan zullen die pushfactoren nog heftiger worden. Als Australische vond ik het afschuwelijk om te zien hoe verwoestend de bosbranden daar afgelopen jaar waren. Ongelofelijk dat de regering desondanks alles wil houden zoals het is. Ook de steeds grootschaliger branden in Californië, Oregon en Washington, de branden in Brazilië, het ongekend snelle smelten van de ijskappen en ontdooien van de permafrost, verlies van biodiversiteit, de eenzaamheid onder jongeren, zelfmoord onder mannelijke vijftigers, drankproblemen onder dertigers en de toenemende maatschappelijke polarisatie zijn niet te negeren pushfactoren. Datzelfde geldt voor Covid-19.

Er zijn zoveel signalen dat dit systeem vastloopt. Mensen hebben lang tegen me gezegd: “Katherine, zijn je ideeën niet erg onrealistisch en naïef?” Dat hoor ik de laatste tijd niet vaak meer. Steeds meer mensen zien dat we het ons niet kunnen veroorloven door te gaan op deze weg. Dat veel van hen de mouwen opstropen en aan de slag gaan, maakt me hoopvol.’

Brede welvaart in Nederland

Begin oktober heeft de Tweede Kamer besloten regeerakkoorden voortaan te laten doorrekenen vanuit het perspectief van brede welvaart, omdat ‘welvaart over veel meer gaat dan geld, economie en groei’.

Sinds 2018 kent Nederland een jaarlijkse Monitor Brede Welvaart. Die onderscheidt drie dimensies: welvaart ‘hier en nu’, toekomstige welvaart (‘later’) en de impact op andere landen (‘elders’). Naast bbp-gerelateerde indicatoren bevat de monitor gegevens over milieu, gezondheid, onderwijs, arbeid, veiligheid, vertrouwen en ongelijkheid. Ook toont die de voortgang en Europese positie van Nederland ten aanzien van de 17 duurzame ontwikkelingsdoelen (SDG’s) van de Verenigde Naties. Behalve het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) leveren de drie planbureaus (CPB, PBL en SCP) input. Kijk hier voor de Monitor Brede Welvaart & Sustainable Devolopment Goals 2020.

Hoe Nederland het qua welzijn doet in vergelijking met andere landen en welke trends er zijn, toont How is Life in the Netherlands 2020? (gegevens 2018).

Het bericht Economisch denker Katherine Trebeck: ‘Groei is goed tot een bepaald niveau, daarboven wordt het schadelijk’ verscheen eerst op Vrij Nederland.

https://www.vn.nl/katherine-trebeck-economische-groei/

Pandemie en lockdown versnellen wereldwijd de ontbossing (Elsevier)

De gevolgen van de COVID19-pandemie en lockdowns versnellen wereldwijd de ontbossing. Het ecotoerisme is ingestort en bosbeschermers kunnen hun werk niet doen. Tropische bossen moeten beter worden beschermd, zegt Henriette Walz, programmaleider biodiversiteitsbescherming bij de Rainforest Alliance. Ook Europese bedrijven en landen kunnen hieraan bijdragen.

Al heeft de COVID-19-lockdown overal ter wereld toeleveringsketens lamgelegd en gemeenschappen getroffen, er zijn ook een paar onverwachte pluspunten: de wereldwijde broeikasuitstoot is drastisch gedaald (schattingen lopen uiteen van 5 tot 8 procent), vervuiling in China en Europa is afgenomen en de natuur leeft op, soms zelfs in stedelijke gebieden.

Bossen lijden enorm onder lockdown

Maar hoe zit het met bossen? Hebben die ook gefloreerd tijdens de lockdown? Helaas ziet het ernaar uit dat het tegenovergestelde het geval is. Ontbossing lijkt in 2020 te versnellen en dat is verontrustend, aangezien er in 2019 al elke 6 seconden één voetbalveld aan primair regenwoud verloren is gegaan.

Uit voorlopige rapportages van het Braziliaanse Nationale Instituut voor Ruimteonderzoek (INPE) blijkt dat ontbossing in het Braziliaanse Amazonegebied in de eerste helft van het jaar hoger was vergeleken met vorig jaar. (Alleen in april was het bijna 64 procent hoger.) Het Wereldnatuurfonds constateerde een toename van 150 procent van ontbossing in achttien landen in maart ten opzichte van dezelfde kalendermaand vorig jaar.

https://cdn.prod.elseone.nl/uploads/2020/10/Henriette-Walz-01-400x600.jpg

Henriette Walz (1982) is programmaleider biodiversiteitsbescherming bij de  Rainforest Alliance. Ze behaalde een doctoraat in biologie en een MSc in milieumanagement, waarna ze werkte voor de Nederlandse non-profitorganisatie UTZ, die in 2018 met Rainforest Alliance fuseerde. Ze ondersteunt het certificeringsprogramma en diverse projecten wereldwijd, met een focus op klimaatverandering en ontbossing. Walz komt uit Duitsland, maar woont sinds zeven jaar in Amsterdam.

Ingezonden opinieartikelen worden geselecteerd door de redactie, maar vertegenwoordigen niet noodzakelijkerwijs het standpunt van Elsevier Weekblad.

Er zijn allerlei redenen voor deze onrustbarende piek. De Braziliaanse regering was bijvoorbeeld al bezig met het ontmantelen van milieuorganisaties en milieubeleid, wat heeft geleid tot een vernietiging van bossen die alleen maar is verergerd door de pandemie.

De reisbeperkingen die zijn opgelegd om de verspreiding van COVID-19 te vertragen, hebben er in Brazilië en elders toe geleid dat bosbeheerorganisaties en natuurbeschermers ontbossing niet konden monitoren. Uit onderzoek van natuurbeschermingsorganisaties blijkt dat 85 procent tijdens de lockdown geen veldwerk kon doen. Vanuit veel beschermde gebieden overal ter wereld werd gemeld dat ze vanwege lockdown-maatregelen problemen hebben met hun budget, beheerscapaciteit en effectiviteit.

Ecotoerisme is wereldwijd ingestort

De toegenomen ontbossing is vooral zorgwekkend in Brazilië, omdat die ontbossing de oorzaak was van de bosbranden die het Amazonegebied vorig jaar teisterden. Bovendien kunnen illegale houtkappers het nieuwe coronavirus verspreiden naar de inheemse gemeenschappen die deze gebieden bewonen en kan de rook van bosbranden de plaatselijke bevolking nog kwetsbaarder maken voor COVID-19.

Van Costa Rica tot Kenia tot Indonesië is het ecotoerisme ingestort. Ecotoerisme bezorgt gemeenschappen niet alleen inkomsten, maar bekostigt ook natuurbescherming. Geld dat zou helpen bij het monitoren en bewaken van beschermde gebieden en stroperij zou tegengaan, is er niet meer. Vanwege de verstoorde toeleveringsketens is er kans dat de economische nood zo hoog stijgt dat bewoners van bosgebieden geen andere keuze hebben dan hun natuurlijke hulpbronnen te misbruiken.

1,6 miljard mensen zijn afhankelijk van bos

Het feit dat ontbossing sneller toeneemt, is slecht nieuws voor ons allemaal, want we hebben de bossen nodig om de klimaatverandering te vertragen. Gezonde tropische regenwouden (net als andere natuurlijke klimaatoplossingen) kunnen ons helpen om 37 procent van de uitstootvermindering – die nodig is om de opwarming van de aarde tot 1,5 graden te beperken – te realiseren; behoud van bossen kan zorgen voor een afname van 7 miljard ton CO2-equivalenten. Ook reguleren bossen microklimaten en brengen ze neerslag voort, waardoor boeren de impact van het klimaat beter kunnen tegengaan. Opgeteld is het inkomen van wereldwijd 1,6 miljard mensen afhankelijk van bossen.

Wat kunnen we doen tegen de huidige piek in ontbossing? Op de korte termijn moeten we waar mogelijk op afstand bossen monitoren en ontbossing compenseren. Onlangs heeft de Rainforest Alliance ontbossingsrisico’s beoordeeld op basis van locatiegegevens van gecertificeerde cacaoboeren in Ghana en Ivoorkust en hun bevindingen doorgegeven aan diezelfde boerengemeenschappen. Met deze informatie kunnen zij nu een toename van ontbossing voorkomen. Waar natuurbeschermingsorganisaties ter plaatse partners hebben,  kan begeleiding en ondersteuning ook op afstand worden voortgezet.

Europese bedrijven zetten Brazilië onder druk

Ook is het onmiddellijk collectief handelen van bedrijven, overheden, consumenten en beleidsmakers cruciaal. Financiële ondersteuning moet landgrenzen overstijgen en de boeren- en bosbeherende gemeenschappen in landen die onze favoriete producten verbouwen, vooruithelpen.

De private sector kan ook zijn aanmerkelijke macht aanwenden om overheden te dwingen tot verantwoordelijker gedrag. Tientallen Europese bedrijven hebben bijvoorbeeld Brazilië gedreigd met een boycot als er een wetsvoorstel wordt aangenomen dat verdere ontbossing van het Amazonegebied aanwakkert. Ook de burgermaatschappij kan een rol spelen. Financiële noodsteun geven aan lokale organisaties in de frontlinie, die gebukt gaan onder verstoorde toeleveringsketens, is bijvoorbeeld een goede stap. Overal ter wereld zijn zulke inspanningen nodig en op een veel grotere schaal.

De economie moet slim opnieuw worden opgebouwd

Terwijl de kiem wordt gelegd voor economisch herstel moeten we zorgen voor een verbeterde wederopbouw (building back better), met meer duurzame, veerkrachtige en rechtvaardige toeleveringsketens. Stimuleringspakketten kunnen bestaan uit belastingprikkels voor een transitie naar een groene economie of kunnen het voldoen aan de doelstellingen van het Klimaatakkoord van Parijs als voorwaarde stellen voor financiële injecties, zoals in het geval van Franse en Oostenrijkse luchtvaartmaatschappijen. De Europese Unie heeft 30 procent van haar recente herstelpakket bestemd voor groene projecten en de rest hoort klimaatdoelen ‘niet te schaden’. Dat is een goed begin, maar instituties zullen zich moeten verantwoorden voor het implementeren van deze toezegging.

Ten slotte moeten we veerkrachtige economieën ontwikkelen die niet duizenden mensen in armoede storten – en ecosystemen op het spel zetten – zodra ze worden getroffen door een schok zoals de COVID-19-pandemie. Dit omvat ook het scheppen van bloeiende lokale economieën waarin gemeenschappen zichzelf kunnen onderhouden, terwijl tegelijkertijd het grondgebied waarvan ze leven wordt beschermd.

Deze crisis illustreert eens te meer de onderlinge verbindingen tussen sociale, ecologische en economische uitdagingen. We moeten bijvoorbeeld niet vergeten dat het intact houden van bossen en andere natuurlijke ecosystemen essentieel is voor het voorkomen van toekomstige pandemieën. Een verbeterde wederopbouw betekent een goed evenwicht tussen mensenrechten, milieuwaarden en economisch welzijn – en het betekent dat bosbehoud dringende prioriteit moet krijgen.

Dit artikel is vertaald vanuit het Engels en verscheen eerder al op de website van Reuters.

The post Pandemie en lockdown versnellen wereldwijd de ontbossing appeared first on EWmagazine.nl.

https://www.ewmagazine.nl/opinie/achtergrond/2020/10/corona-ontbossing-781689/

Corona tast ook Amazonewoud aan (Reformatorisch Dagblad)

Terwijl de pandemie in Latijns-Amerika blijft voortrazen gaat de ook de ontbossing van het Amazonewoud onverminderd door. Zowel in Brazilië als Colombia nam de illegale kap tijdens de lockdowns toe. Experts vrezen bovendien voor hevige bosbranden

http://www.rd.nl/meer-rd/groen-duurzaamheid/corona-tast-ook-amazonewoud-aan-1.1694326

In de VS verbrandde dit jaar al een gebied zo groot als half Nederland (NOS journaal)

Dorpen die verwoest zijn in Oregon, evacuaties met helikopters uit natuurgebieden in Californië en mogelijk tientallen doden en gewonden. Het droge en bloedhete weer in het westen van Amerika zorgt voor heel veel en grote natuurbranden.

Zelfs de lucht lijkt in brand te staan. In delen van de westkust was er woensdag amper daglicht. De rookontwikkeling van de bosbranden zorgde ervoor dat de lucht in steden oranje kleurde, alsof er sprake was van een urenlange zonsondergang. Is het dit jaar extremer dan anders?

Landelijk gezien zijn er in 2020 minder bosbranden dan gemiddeld in de tien voorgaande jaren. Het waren er dit jaar tot nu toe ruim 41.000, blijkt uit cijfers van het National Interagency Fire Center. Gemiddeld zijn dat er 44.000.

Ook het aantal vierkante kilometers natuur dat is verbrand is minder dan gemiddeld, met 19.000 tegenover meer dan normaal gesproken 23.000. Maar dat is geen oppervlakte om te onderschatten. Ter vergelijking: Nederland is 41.543 vierkante kilometer groot.

Landelijk gezien lijkt het aantal natuurbranden in de VS dus niet extreem. In verschillende staten in het westen zie je wel opvallende cijfers. In Californië zijn bijvoorbeeld dit jaar al meer dan 5900 branden geweest in regionale natuurgebieden. Het gemiddelde in de vijf jaar daarvoor was 4100.

En vooral het gebied dat is getroffen door de bosbranden is veel groter dan normaal. Er is tot nu toe zo'n 4300 vierkante kilometer verbrand in de periode tot september. In de voorgaande vijf jaren was dat gemiddeld 1837. In een heel jaar welteverstaan.

Als je ook de branden in nationale parken meerekent, die door een federaal agentschap worden bijgehouden, is er dit jaar in Californië 6700 vierkante kilometer door de branden getroffen.

Daarbij komt dat er in de top vijf van grootste bosbranden ooit in Californië drie branden van dit jaar staan.

Ook de staten Oregon en Washington zijn dit jaar weer getroffen. Tot nu toe zijn er in de twee noordwestelijke staten bijna 3100 bosbranden geweest, waarbij zo'n 1700 vierkante kilometer natuur verloren is gegaan.

Dat is bijna drie keer zoveel als vorig jaar, maar in vergelijking met andere jaren minder. In 2018 zorgden bosbranden in het noordwesten bijvoorbeeld voor bijna 5400 vierkante kilometer verwoeste natuur.

Opvallend is wel dat mensen in meer gevallen de oorzaak zijn van de bosbranden. Volgens het Oregon Department of Forestry zijn mensen normaal gesproken in 70 procent van de gevallen als schuldige aan te wijzen. In juli was dat echter in 90 procent van de gevallen.

Een mogelijke verklaring is dat mensen meer de natuur intrekken na de lockdowns van eerder dit jaar.

De bosbranden breiden zich snel uit door de droogte en harde wind. In Oregon zijn inmiddels vijf dorpen en honderden huizen verwoest:

http://feeds.feedburner.com/~r/nosjournaal/~4/U8XYnsOOQrw

http://feeds.nos.nl/~r/nosjournaal/~3/U8XYnsOOQrw/2347656

Feynman en/of Feiten – Ferd bedankt (GeenStijl)

Hoe verwacht het kabinet een complete bevolking mee te krijgen als ze het verkeerde voorbeeld geven?

https://image.gscdn.nl/image/06989e75cb_1clown.jpeg?h=True&w=880&s=1c81d26d814bf7a7a2d622694c2f5886

https://image.gscdn.nl/image/bf55512b4c_1lalala.jpg?h=True&w=880&s=09faad6b73f74a1502535380230ac8be

Het aantal positief geteste personen en het geschatte aantal besmettelijke mensen was al drie weken stabiel. Het effect van net iets beter naleven was zichtbaar. Net toen de IC opnames en ziekenhuisopnames terugkeerden op de rustigere niveaus van eind juli laat de minister van Justitie en Veiligheid Ferd Grapperhaus een groepsfoto maken.

De nonchalance op dat moment, van die complete verzameling hotemetoten, is gebaseerd op een hele giftige elitaire gedachtekronkel. Als iedereen behalve ik zich aan de regels houdt, dooft het virus alsnog uit. Ze praten het goed, houden de hand boven elkaars hoofd en denken daarna dat hun slechte voorbeeld niet gekopieerd wordt.

Het is helaas nog wachten op de effecten van de scholen die in regio noord en zuid zijn open gegaan, sommige zijn al weer dicht. Deze week gaat regio midden als laatste open. Dat geeft extra contacten en verspreiding. Kinderen en pubers verspreiden het niet zo snel als volwassenen, maar het is onlogisch om aan te nemen dat ze helemaal geen rol spelen.

De ontwikkeling van de jeugd anderhalf jaar verwaarlozen is geen optie. Evenals we de economie niet nogmaals kunnen dichtgooien. Al onze contactmomenten bepalen samen het reproductiecijfer, zien we elkaar vaker, langer of dichterbij, dan stijgt deze. We hoeven elkaar alleen ietsje minder, ietsje korter te zien en een metertje extra afstand te houden om dit op te lossen.

https://image.gscdn.nl/image/7f68e7a566_1clown.jpeg?h=True&w=880&s=32c134e6816a26e03e54147ec63d207d

Het effect van terugkerende vakantiegangers is nog onbekend. Anderhalf procent bleek besmet, maar na 18:00 uur is de teststraat dicht, daarvoor alleen op uitnodiging van de GGD. Terwijl er nog weinig aan de hand is, loopt het bron- en contactonderzoek al vast op capaciteitsproblemen, en lopen mensen onwetend door.

De goedkoopste en minst ingrijpende manieren om dit virus af te remmen wordt uiterst knullig manieren weggegeven. Hoe verwacht het kabinet een complete bevolking mee te krijgen als ze het verkeerde voorbeeld geven, nog steeds te weinig testen, en de testresultaten die er wel zijn niet adequaat kunnen doorgeven?!

Er zijn naar schatting 34 duizend mensen besmettelijk, hoeveel zitten er in quarantaine? Er is een gezegde dat iedere bosbrand ooit te blussen was met een kopje water. Gewoon een kwestie van op tijd reageren. We hebben op de eerste kleine ongunstige getallen van eind juli op tijd gereageerd. Zonder vrijheden in te leveren.

Voor tientallen miljarden wordt voor Sinterklaas gespeeld, maar of je nu 90% of 60% brutoloon vergoed, werkgevers blijven zitten met de huur, de rest van de personeelslasten en gaan gewoon achter elkaar helemaal kapot. Mensen met de rug tegen de muur of enig historisch besef gaan zoals in Berlijn met gigantische aantallen demonstreren. Niet voor corona, maar voor vrijheid.

Ons open handelsland zal altijd een abonnement houden op alle wereldwijde ellende zoals recessies, oorlogen en virussen. Het is niet nodig alle nieuwe besmettingen tegen te houden, zo lang het reproductiecijfer maar net beneden de 1 blijft. We moeten al het laaghangende fruit plukken, omdat we de ladder niet willen betalen.

Het Zweedse model heeft hier de voorkeur, die legde uit welke risico's er waren, hoe je die kan voorkomen en dat leverde een scherpe vrijwillige lockdown. Alles staat of valt bij naleving, niet bij regelgeving of noodwetgeving. Hoe meer supermarkten en horeca je beboet of sluit, hoe drukker het op andere plekken, hoe meer thuisfeestjes. Het moet vanuit de bezoekers zelf komen.

Het is de kunst onze welvaart en welzijn te behouden door wel te leren, werken en samen te zijn, maar dat soms net even anders te doen, zodat we minder overdragen. We hoeven niet iedere besmetting te voorkomen door ons als een kluizenaar af te zonderen, alleen even minder in elkaars persoonlijke zone te komen.

De mensheid heeft in het verleden ook stappen moeten maken qua hygiëne. Eten verhitten, toiletten, riolen, waterleidingen, drinkwaterzuivering, badkamers in huizen, afvalwaterzuivering, het zijn allemaal ingrijpende stappen geweest om een steeds hogere bevolkingsdichtheid mogelijk te maken. Een beetje afstand is een kleinere stap. Eentje die werk of een goed gesprek niet uitsluit.

Als 1 op de 8 werknemers anderhalve dag per week thuiswerkt, scheelt dat 3 miljard kilometer per jaar. Dat scheelt 78 miljoen uur reistijd, koolstofdioxide, files, stikstof en zo verder. Eigenlijk is voor veel werknemers tweemaal daags in de heilige koe bidden voor een beetje extra doorstroom een ontkenning van 35 jaar technische vooruitgang.

Afrika heeft polio uitgeroeid, het kan wel.

Video

https://www.geenstijl.nl/5155113/feynman-en-of-feiten-ferd-bedankt/