Extreme zomer door klimaatverandering: “Er zijn twee mechanismen tegelijk aan het werk” (Welingelichte Kringen)

Zuid-Europa wordt geteisterd door ongekend zware bosbranden, hier stroomden de rivieren over omdat het niet wilde ophouden met regenen. “Dit is een duidelijk signaal dat niemand ontsnapt aan de klimaatverandering”, zegt klimaatwetenschapper Valerie Trouet tegen Vlaamse krant De Morgen.

De kwakkelzomer hier en de extreme hitte in het zuiden “is een weerpatroon dat we regelmatig zien terugkeren, een zogenaamde dipool”, gaat de hoogleraar aan de Universiteit van Arizona verder. “Het is gelinkt aan de positie van de straalstroom boven Centraal-Europa, wat zorgt voor omgekeerde weersomstandigheden in het Verenigd Koninkrijk, België of Nederland versus Italië, de Balkan en het westen van Turkije.” 

Of de situatie uitzonderlijk is? “Het hangt ervan af hoe je ‘uitzonderlijk’ benadert. In de context van de voorbije honderd jaar of in de context van de komende honderd jaar? Door de bril van het verleden is deze samenloop van extremen zeker uitzonderlijk, vandaar ook de grote aandacht in de media. Naar de toekomst toe gaat dit helaas geen uitzondering meer zijn.”

Straalstroom
Trouet verklaart: “Er zijn twee zaken aan het werk. Enerzijds is er de opwarming van onze planeet, het broeikaseffect dat we al lang kennen. Daardoor krijg je hittegolven zoals we eerder zagen in Californië en Canada en nu in de Balkan, en die opwarming zorgt er eveneens voor dat de lucht meer vocht kan vasthouden. Daardoor krijg je de extreme neerslag die we recent onder meer in de Ardennen hebben gezien. Anderzijds is er dus de straalstroom. Daar is van alles mee aan de hand, maar het mechanisme erachter is veel complexer en hebben we nog niet helemaal doorgrond.”

Op de vraag of we zelf niet veel meer moeten doen om CO2-uitstoot terug te dringen, reageert ze scherp: “De fossiele brandstofsector maakt er al lang een marketingcampagne van om de schuld van de CO2-uitstoot op het individu te verhalen. Het belangrijkste wat je kan doen, is van klimaatopwarming een prioriteit maken als je naar de stembus trekt.”

https://www.welingelichtekringen.nl/natuur-en-milieu/2934498/extreme-zomer-door-klimaatverandering-er-zijn-twee-mechanismen-tegelijk-aan-het-werk.html

Turkse bosbranden: toeristen weg, bossen verwoest, mensen in tranen (NOS journaal)

"Elke keer dat ik naar de schade kijk, barst ik in huilen uit. Ook stoere Turkse mannen houden het niet droog als ze ernaar kijken." Het zijn de gevoelens van de Nederlander Can Turan (35), na twee dagen van ernstige bosbranden bij zijn woonplaats Marmaris aan de Turkse rivièra.

Op zo'n zeventig plekken in Turkije, waaronder de bekende badplaats Antalya, woeden sinds gisteren bosbranden. Daarvan waren vandaag rond het middaguur nog veertien actief.

De branden hebben tot nu toe zeker vier mensen het leven gekost. Volgens president Erdogan zijn zo'n 20.000 reddingswerkers opgetrommeld om het vuur te bestrijden. Ook zijn onder meer Rusland en Azerbeidzjan om extra blusvliegtuigen gevraagd.

Correspondent Mitra Nazar doet verslag uit Marmaris, waar je het vuur overal ruikt:

Voor Can, een marketingstrateeg die vorig jaar van Londen naar Marmaris verhuisde, waren de afgelopen 36 uur hectisch. "Ik was gisteren thuis mijn siësta aan het nemen toen ik wakker werd van een helikopter. Er zijn hier veel rijke Russen met helikopters, maar door alle lawaai wist ik dat er iets aan de hand was." Het bleek een bosbrand.

Om er beter zicht op te krijgen, fietste hij zo'n acht kilometer naar Içmeler, verderop langs de kust. "Daar zag ik dat binnen een halfuur de brand van de ene kant naar de andere kant van de berg was uitgebreid. Binnen een uur had door de harde wind de brand bijna ons huis bereikt. Ik kan niet uitleggen hoe ontzettend beangstigend dat is."

De geboren Leidenaar Can snelde zich weer naar huis, pakte zijn kat in een koffer en ging weer op de fiets, maar nu naar zijn boot in de haven. Eenmaal op zee kon hij beter zien hoe groot de brand was. "Het was werkelijk een vuurzee. Içmeler ligt aan een baai en je zag dat de bossen aan alle kanten van de stad in brand stonden."

Hij zag dat er veel helikopters aan het blussen waren rond de veel grotere plaats Marmaris. Boven Içmeler was er maar een helikopter. "Maar ik kon zien dat er veel smeulende vuurtjes waren, dus ik belde met de brandweer. Dat deed ik herhaaldelijk, zo vaak dat ze me het rechtstreekse telefoonnummer gaven van het coördinatiecentrum voor de blushelikopters. Toen kon ik ze vanaf mijn boot vertellen waar ze naartoe moesten, want door alle rook kon de piloot niet zien waar hij het dringendst heen moest."

Vanaf zee heeft Can goed zicht op de bergen en de brandhaarden. De schrik zit er bij hem goed in:

Afgelopen nacht ging de brand door, maar er kon niet meer worden geblust. "Toen ik in de ochtend keek naar die bossen, brak mijn hart. Er zijn zo veel dieren levend verbrand. We hebben hier veel wilde zwijnen, eekhoorns en onze beroemde schildpadden. Die konden geen kant op. Die schildpadden houden erg veel van de bossen. Ik word daar erg verdrietig van."

De evacuatie van Içmeler heeft Can ook gezien. "Het weghalen van alle toeristen uit de hotels is niet soepel gegaan. Sommige zijn in transportboten naar Marmaris gebracht, maar die boten raakte heel snel vol en over de weg kon je niet gaan. Maar gelukkig was er veel Turkse gastvrijheid. Er kwamen heel veel vissersbootjes die allemaal meehielpen om mensen in veiligheid te brengen."

Over het bosbeleid in Turkije heeft Can weinig positiefs te zeggen. "Dit is wel een voorbeeld van mismanagement door de overheid. We hebben veel te weinig voorzieningen om bosbranden te bestrijden. In Griekenland hebben ze een stuk minder bos, maar twee keer zo veel helikopters en vliegtuigen om mee te blussen."

http://feeds.feedburner.com/~r/nosjournaal/~4/OUehwbnxNo8

http://feeds.nos.nl/~r/nosjournaal/~3/OUehwbnxNo8/2391719

Satellieten speuren naar gaslekken en ontbossing (Elsevier)

Steeds preciezer houden satellieten de aarde in de gaten. Vanuit de ruimte speuren ze naar gaslekken, stiekeme vervuilers en illegale bomenkap. Nederlandse innovaties spelen daarbij een belangrijke rol vooral in de ontwikkeling van meetinstrumenten. En die ontwikkelingen gaan in razend tempo door.

Amerikanen konden eind ­jaren vijftig horen hoe de Sovjet-Unie ze in de ruimte voorbijstreefde. Hun radio’s vingen de pieptoon op die de Spoetnik uitzond, de allereerste satelliet.

Uw cookieinstellingen laten het tonen van deze content niet toe. De volgende cookies zijn nodig: marketing. Wijzig uw instellingen om deze content te zien.

Ruim zestig jaar later is het leven onvoorstelbaar zonder de circa zesduizend navolgers van Spoetnik. Dankzij satellieten navigeren we met gps en kunnen we wereldwijd communiceren. Maar de apparaten houden ook de aarde in de ­gaten. Dat is handig wanneer observatie vanaf de grond onpraktisch is. Of wanneer je ergens niet kan of mag komen.

Minder luchtvervuiling tijdens lockdown

Satellieten kwijten zich steeds beter van hun spionnentaak. Wetenschappers zien preciezer dan ooit waar bomen worden omgehakt. Ze krijgen elke dag verse gegevens over luchtvervuiling. En jaarlijks lanceren ze nieuwe satellieten met nog meer mogelijkheden.

Afname van luchtvervuiling in Nederland door Corona-maatregelen:
Tropomi NO2-metingen van 22-26 maart 2020 vergeleken met 23-27 februari 2019 (een periode met vergelijkbare meteorologische omstandigheden).https://t.co/JmX57zGFeT pic.twitter.com/WV234uSlWf

— Helga van Leur ☀ (@helgavanleur) March 28, 2020

Nederland speelt hierin een belangrijke rol. Aan het begin van de coronapandemie gingen kaartjes de wereld over met daarop de door de lockdown extreem afgenomen luchtvervuiling in Wuhan en Noord-Italië. De kaartjes waren gemaakt met Tropomi, van Tropospheric Monitoring Instrument, een apparaat grotendeels bedacht en gebouwd in Nederland. In 2017 ging de meetapparatuur met een satelliet van het Europese ruimtevaart­agentschap ESA de ruimte in.

Vooral de technologie zet stappen vooruit

Dat satellieten steeds krachtiger worden, is vooral te danken aan technologische vooruitgang, zegt Ilse Aben (56), ­verantwoordelijk voor Tropomi bij het Nederlands ruimtevaartinstituut SRON en hoogleraar aan de Vrije Universiteit.

Elke keer als er een satelliet met een nieuw of verbeterd snufje de ruimte in gaat, groeien de mogelijkheden. Tropomi is daarvan een goede illustratie. Voorheen kon de luchtkwaliteit maar beperkt worden gemeten, maar Tropomi gaat dagelijks de hele wereld af voor metingen op stadsniveau. ‘Buitenlandse collega’s noemen Tropomi een game changer,’ zegt Aben. Zij en haar team gebruiken het instrument om enorme gaslekken op te sporen (zie ‘Zoeken naar gaslekken vanuit de ruimte’).

Een app helpt oerwoudbeschermers in Congo

Naast de ‘hardware’ verbeteren wetenschappers ook de analyse van data en weten ze deze slim te combineren. Zo worden radarsatellieten, waarmee je ontbossing door de wolken heen kunt zien, steeds nauwkeuriger. Het aantal pixels dat die naar de aarde sturen, neemt toe. En wetenschappers lukt het steeds beter om die gegevens te analyseren met kunstmatige intelligentie.

Johannes Reiche (37) en zijn team aan Wageningen University & Research maakten een algoritme dat ontbossing opspoort. Vorig jaar lanceerden zij het Radar Meldingen Systeem voor Detectie van Ontbossing (RADD) dat palmolie­leveranciers als Unilever een melding stuurt als er in Indonesië oerwoud wordt gekapt of platgebrand. In januari volgde een alarmsysteem voor het Congobekken (zie ‘Automatische melding als bomen worden gekapt’ ).

Maar ook de technische innovatie blijft doorgaan. SRON werkt momenteel onder meer aan de Sentinel-5. Die moet volgend jaar 817 kilometer de lucht in en vervangt de Sentinel-5P. De satelliet meet door middel van Nederlandse technologie de troposfeer, het laagste deel van de atmosfeer. Zo meet het methaan, koolmonoxide en andere broeikasgassen. ‘Dit is belangrijke informatie over de aarde en het klimaat,’ zegt Aaldert van Amerongen (43), hoofd van het aard­observatieprogramma van SRON.

In de ruimte wordt het steeds drukker

Weer een andere satelliet – SPEXone – gaat het stof in de lucht analyseren. ‘Door uitvindingen in samenwerking met onder meer de Universiteit Leiden, Airbus Defence and Space Netherlands, en TNO Delft kunnen we nu fijnstof met een factor 10 nauwkeuriger meten,’ zegt Van Amerongen. ‘We zien nu niet alleen het stof, maar ook wat voor stof het is: zeezout, zand of roet.’ In 2023 moet de SPEXone de lucht in, zo’n 676 kilometer.

Het is in de ruimte wel drukker dan in de tijd van de Spoetnik. Al lang lanceren niet meer alleen overheden de satellieten, maar ook commerciële partijen, zoals SpaceX, het ruimtevaart­bedrijf van Tesla-topman Elon Musk. Zijn ruim zeshonderd satellieten (op 346 kilometer hoogte) maken internet mogelijk, en dat worden er nog duizenden meer.

Voorbeeld 1: Zoeken naar gaslekken vanuit de ruimte

In Turkmenistan was in 2019 iets vreemds aan de hand. Een Canadees bedrijf zag met een proefsatelliet enorme wolken methaan – het voornaamste bestanddeel van aardgas – de lucht in gaan. Midden in de woestijn, waar niemand woont. En niemand had enig idee hoelang dit al gaande was.

Dus klopten de Canadezen bij Nederland aan. Hier hadden wetenschappers een jaar eerder het Tropomi-instrument gelanceerd, dat naast luchtvervuiling ook methaan kan ‘zien’. Uit de gegevens bleek dat in de Centraal-Aziatische woestijn al veel langer methaan lekte, zegt Ilse Aben (56), hoogleraar aan de Vrije Universiteit en onderzoeker bij ruimtevaartinstituut SRON. Boosdoener was een pijpleiding bij een compressorstation. Deze informatie werd doorgespeeld aan de Turkmenen, en warempel, vanuit de ruimte zagen Aben en haar collega’s dat het lekken stopte.

‘Lekken zijn vaak geen kwade opzet’

Het dichten van zulke lekken is nuttig, zegt Aben. Veel methaan komt vrij bij de gaswinning – uit lekke leidingen of bij boorputten en compressors die niet goed werken. Dit kost bedrijven geld. ‘Veel lekken zijn geen kwade opzet,’ zegt Aben. ‘Ze weten het gewoon niet.’ Dat komt doordat infrastructuur vaak afgelegen ligt en na de aanleg zelden wordt gecheckt. En de kennis is beperkt. Recent onderzoek in Mexico, zegt Aben, liet zien dat daar bij olie- en gaswinning op zee veel minder methaan lekt dan op het land. Terwijl de Mexicaanse overheid het tegenovergestelde dacht.

Groot methaanlek gedicht na ontdekking vanuit de ruimte door o.a. het Nederlandse @tropomi instrument: https://t.co/jD8iPqaW8g pic.twitter.com/efzjXo5L4f

— SRON Space Research (@SRON_Space) November 22, 2019

Ook voor het klimaat is het dichten slim. Methaan is over twintig jaar bezien zo’n 86 keer zo effectief als CO2 in het vasthouden van warmte. Na CO2 is methaan het voornaamste broeikasgas. De hoeveelheid in de atmosfeer groeit, deels door onnodige lekkages. Al komt ook methaan vrij door boerende koeien en uit moerassen.

Al weer tal van nieuwe lekken gevonden

Na Turkmenistan werkt Abens team nog altijd met het Canadese bedrijf. Tropomi houdt de hele wereld in de gaten. Als ze iets verdachts zien, seinen ze hun collega’s in. De nieuwe Canadese satelliet observeert maar kleine oppervlakten, maar kan lekken wel tot op 30 meter nauwkeurig lokaliseren. Aben vond al diverse nieuwe lekken, maar ze werkt nog aan de officiële publicatie.

Omdat Tropomi elke dag de wereld afgaat, is het geschikt om kortdurende lekken te spotten. Een voorbeeld is de Ohio blowout, een immens lek dat in 2018 ontstond na een ongeluk. In een kleine drie weken stootte het meer methaan uit dan de Nederlandse olie- en gassector in een jaar. Tropomi was de enige die kon meten hoeveel methaan de lucht in ging.

Voorbeeld 2: Klimaatbeleid: vertrouwen is goed, controle is beter

De ambities zijn ­af­gelopen jaar flink opgevoerd in het klimaatbeleid. Steeds meer landen willen in 2050 geen broeikasgassen meer uitstoten – zelfs China wil in 2060 naar nul. Nu moet blijken of die woorden worden omgezet in ­daden.

Om hun voortgang te volgen, houden landen een immense klimaatboekhouding bij. Daarin staat hoeveel steenkool er de hoogovens in gaat, hoeveel kilometers auto’s rijden, hoeveel gas cv-ketels verstoken en nog veel meer. Alle broeikasgassen die zo vrijkomen, tellen op tot de totale uitstoot. Die dus veel sneller moet gaan dalen.

Veel landen werken met tegenzin aan klimaatbeleid

Tot dusver moeten landen elkaar ‘op hun blauwe ogen geloven’. Naast de boekhouding zijn er geen onafhankelijke metingen van de CO2-uitstoot. Ook niet voor landen die met frisse tegenzin meewerken aan het klimaatbeleid, zoals Rusland en Brazilië. Of die, zoals China, geen goede reputatie hebben bij het aanleveren van statistieken.

Er zijn diverse initiatieven om de CO2-uitstoot vanuit de ruimte te gaan meten. Een van de meer ambitieuze is van de ­Europese Commissie. Vanaf 2025 gaan er drie CO2M-satellieten de ruimte in om de uitstoot van CO2 te meten. Dat levert nuttige inzichten op voor de welwillenden. Welk beleid helpt de uitstoot succesvol naar beneden? Waar neemt de ­natuur weer CO2 op?

Vals spelen gaat steeds meer lonen voor klimaatbeleid

Maar er kan ook worden gekeken of landen hun beloftes nakomen. En ook of er bedrijven zijn die zich niet aan de regels houden. Naarmate het klimaatbeleid meer tanden krijgt, loont het steeds meer om vals te spelen. Het verleden illustreert dat. Een paar jaar geleden betrapten wetenschappers nog Chinese ­fabrieken op het produceren van cfk’s. Deze stoffen tasten de ozonlaag aan en zijn al decennia verboden.

Uw cookieinstellingen laten het tonen van deze content niet toe. De volgende cookies zijn nodig: marketing. Wijzig uw instellingen om deze content te zien.

De Amerikaanse ruimtevaartorganisatie NASA heeft al ervaring met het meten van CO2. In 2014 lanceerde zij een satelliet, genaamd OCO-2. Deze bewees dat compacte steden per inwoner echt minder broeikasgassen uitstoten. Ook kon de satelliet inschatten hoeveel CO2 vrijkwam bij een grote bosbrand.

Ambities zijn wel heel groot

Aangezien de EU-plannen veel ambi­tieuzer zijn, moet er nog flink wat vooruitgang worden geboekt. Zelfs veel experts zijn sceptisch of het gaat lukken om de klimaatboekhouding te doen met echte waarnemingen. En dan is er ook nog grote haast. Het lanceerjaar 2025 lijkt ver weg. ‘Maar voor satellietbouw is dat gevoelsmatig overmorgen,’ zegt Aaldert van Amerongen (43), hoofd van het aardobservatieprogramma bij ruimtevaartinstituut SRON.

Ook hier kan Nederland een bijdrage gaan leveren. Zo wordt de meting van CO2 op diverse manieren verstoord. Denk aan kleine deeltjes in de lucht. Door deze deeltjes precies te meten – iets wat Nederlandse ingenieurs goed kunnen – valt daarvoor te corrigeren en worden de CO2-metingen nauwkeuriger.

Voorbeeld 3: Automatische melding als bomen worden gekapt

In het Congobekken, een gebied dat zich uitstrekt over de Democratische Republiek Congo, de Republiek Congo, de Centraal-Afrikaanse Republiek, Gabon en Kameroen, wil de strijd tegen de bomenkap nog niet zo lukken. Het tempo van ontbossing is sinds 1990 gelijk gebleven en de laatste jaren zelfs versneld.

De lokale autoriteiten hebben er een middel bij gekregen in hun strijd tegen illegale bomenkap: de app RADD (Radar Meldingen Systeem voor Detectie van Ontbossing). Twee jaar werkten de wetenschappers van Wageningen University & Research (WUR) daaraan onder leiding van ­Johannes Reiche, en in januari is de app gelanceerd.

De Europese radarsatelliet Sentinel-1 (die op 693 kilometer hoogte draait) kan door het wolkendek heen kijken, wat gunstig is boven een tropisch regenwoud. Elke zes tot twaalf dagen stuurt de satelliet foto’s op een schaal van 10 bij 10 meter. Het is niet te doen om deze beelden handmatig te controleren op gaten in het bosgebied. Dat proces is door de WUR nu geautomatiseerd. ‘Het systeem vergelijkt de nieuwe foto met de eerdere foto,’ legt Reiche uit. ‘Als er een afwijking is, stuurt het automatisch een alert die je krijgt in de app.’

‘Veel bomenkamp is illegaal’

Met de app is het mogelijk om tot op hectareniveau te zien wat er gebeurt. Zo worden specifieke boomsoorten gekapt omdat ze ‘tropisch hardhout’ op­leveren. En waar dat gebeurt, ontstaan opeens wegen. ‘Veel bomenkap is illegaal,’ zegt Reiche.

Uw cookieinstellingen laten het tonen van deze content niet toe. De volgende cookies zijn nodig: marketing. Wijzig uw instellingen om deze content te zien.

Hij hoopt dat het alarmsysteem meer transparantie zal brengen. Een uitdaging in een land als Congo, dat op de corruptielijst op plaats 168 (van de 180) staat. ‘De gegevens zijn nu bijna realtime beschikbaar,’ zegt Reiche. Hij hoopt dat de ­lokale autoriteiten er daardoor sneller bij zijn. Door de samenwerking met Global Forest Watch, een onlineplatform dat de wereldwijde ontbossing laat zien, is de ontbossing voor ­iedereen te volgen.

Bevolking blijft maar groeien in het Congobekken

Volgens Reiche is het belangrijk om het Congobekken in de gaten te houden, omdat dit het grootste tropisch regenwoudgebied ter wereld is. Maar dat staat onder druk door de bevolkingsgroei. In Congo alleen al is de verwachting dat er in 2100 zo’n 362 miljoen mensen wonen, tegen nu 90 miljoen.

En al die mensen moeten eten. ‘Je ziet dat er bomen “verdwijnen” voor zelfvoorzienende landbouw,’ zegt Reiche. ‘Maar er is armoede. Dus wie zijn wij om te zeggen dat ze hun familie niet mogen voeden?’ Hij richt zich dus vooral op de illegale bomenkap en op mijnbouw, de derde belangrijke oorzaak van ontbossing in het Congobekken. Daarbij gaat het om kleine ­boeren die zoeken naar onder meer mineralen die worden gebruikt in telefoons. Vanuit de lucht is deze activiteit te herkennen aan wat Reiche open pit mining noemt. De handel in delfstoffen uit het Congobekken is schimmig, maar de vindplaatsen zijn nu goed te zien.

The post Satellieten speuren naar gaslekken en ontbossing appeared first on EWmagazine.nl.

https://www.ewmagazine.nl/kennis/achtergrond/2021/02/satellieten-speuren-naar-gaslekken-en-ontbossing-227594w/

Philip Hans Franses schildert gorilla’s en bosbranden in zijn Delfshavense atelier (Erasmus Magazine)

Wat doen EUR-medewerkers en -wetenschappers ter ontspanning, nu sporten lastiger is en uitgaan uit den boze? Deze maand: econometrist Philip Hans Franses.

https://files.erasmusmagazine.nl/app/uploads/2020/10/12155636/Franses-Schildert-875x584.jpeg

Hoe komen medewerkers van de Erasmus Universiteit deze coronatijd door? Pakken ze nieuwe hobby’s op? Houden ze balkon-staycations? Philip Hans Franses (57), hoogleraar toegepaste econometrie en hoogleraar marketingonderzoek aan Erasmus School of Economics, schildert in het atelier dat hem, na zijn afscheid als decaan, als dank werd aangeboden door de medewerkers van de economische faculteit. “Dit is geen hobby.”

Op de deur van het atelier van Philip Hans Franses staat dan wel ‘accountancy’, maar hier doet hij niets met cijfers of euro’s. Het bordje is van degene die kantoor houdt in de ruimte achter zijn atelier in Delfshaven. “Het rauwere deel, níét het toeristische deel”, zei Franses vooraf. Het pand moet ooit een winkeltje zijn geweest, de ramen zijn grotendeels afgeplakt tegen pottenkijkers. Aan de muur hangen schilderijen van Franses. Het decor van een Molukse treinkaping die veel indruk op hem maakte als kind, de ogen van een gorilla, abstracter werk dat doet denken aan een bosbrand. Sommige dreigend, andere wat dramatisch of verdrietig. Allemaal roepen ze een emotie op. Of dat proberen ze in ieder geval, zegt Franses. “Het is figuratief, soms tegen het abstracte aan.”

Pedel Marleen van Kester spot ijsvogels en raust onkruid in haar volkstuin

Franses schildert al twintig jaar. Hij begon in een atelier in Berkel en Rodenrijs met een aantal mensen en daar komt hij nog steeds. Op dinsdagavond, met een vaste groep. “Sinds februari 2019 gebruik ik ook deze ruimte. Het mooie is: hier kan ik alles laten staan. Ik werk met olieverf, maar ook met spuitbusverf en dan hangt er gewoon een nevel waar ik thuis geen ruimte voor heb.” Als hij hier werkt, werkt hij in stilte. De ramen zitten op het noordoosten, dat geeft het beste licht: noorderlicht. Waarom hij dit doet? “Tsja. Het is een deel van mijn leven. Ik ben wetenschapper en als wetenschapper ben je vrij en creatief. Ongebonden wetenschappelijk onderzoek, eigen creativiteit, zelf bedenken, soms wel succes hebben, dan weer niet. Die creativiteit vind ik ook in schilderen.”

Vloeken met Karel Appel

Zo zou het in ieder geval moeten zijn in de wetenschap, stelt Franses, maar het draait de laatste jaren teveel om impact. “Kijk naar die letters op de recent gerenoveerde, monumentale luchtbrug bij het carillon over being an erasmian – letters die vloeken met de tegels van Karel Appel op het Tinbergengebouw – en de strategie met impactgerichtheid die daarbij hoort. Je krijgt echt geen Nobelprijzen toegekend als je van tevoren denkt: ik ga eens even flink impact maken. Om de analogie met schilderen door te trekken: als ik bedenk dat ik eens even een schilderij ga maken dat voor 50.000 euro over de toonbank gaat, komt er ook niets uit mijn vingers.”

Franses komt niet dagelijks in zijn atelier. Het is net als met wetenschappelijk werk, legt hij uit. Je bent er 24 uur per dag mee bezig in je hoofd, maar niet fysiek. Het schilderij of het artikel kan in een ochtend op doek of papier staan. “’s Avonds om elf uur denk je ineens: ach, zo wil ik het doen. Dan onthoud je het en de volgende dag begin je aan een artikel of begin je aan een schilderij. De volgende dag kom ik hier een uur, of twee, en ga ik weer. Ik ga hier niet zitten turen naar een wit vel en heb ook geen vaste dag. Ook dat is net als de wetenschap, je kunt niet zeggen op de vrijdag: nu ga ik eens wetenschappelijk creatief worden.”

Applaus

Hij is een liefhebber van vrijheid en creativiteit, zoveel is duidelijk. Op de universiteit heeft Franses er, met de beheerders van de kunstcollectie Luuk Bode en Anne Clement (‘met een zeer bescheiden budget van 40.000 euro per jaar’, aldus Franses), mede voor gezorgd dat er twee grote werken van opkomende Rotterdamse kunstenaars in twee collegezalen in het Theilgebouw hangen. “Dat had nog behoorlijk wat voeten in de aarde kan ik je vertellen. Later gaf ik daar een keer college en zei ik dat tegen de studenten, kreeg ik applaus!” Dat vond hij mooi. Hij lacht: “Dat krijg ik nou nooit voor mijn colleges over econometrie.”

Coronazomer: Bianca Jadoenath (ISS) ontspant in Clingendael

Marko de Haan

https://www.erasmusmagazine.nl/2020/10/13/philip-hans-franses-schildert-gorillas-en-bosbranden-in-zijn-delfshavense-atelier/

Syntrus Achmea brengt klimaatrisico’s in beleggingsportefeuilles per adres in kaart (IVVD)

https://www.ivvd.nl/wp-content/uploads/2020/09/0.75-Klimaatrisico-beleggingsportefeuilles-400x250.jpg

Syntrus Achmea Real Estate & Finance zet een grote stap vooruit in het inzichtelijk maken van klimaatrisico’s. Eind dit jaar zijn van alle adressen in de vastgoed- en hypotheekportefeuilles de risico’s bekend van wateroverlast en oplopende temperaturen. Syntrus Achmea werkt hiervoor samen met de stichting Climate Adaptation Services (CAS).

‘De klimaatverandering kan grote gevolgen hebben voor de beleggingen die wij voor onze klanten beheren’, zegt Daan van der Werf, director Investor Relations bij Syntrus Achmea. ‘Het is belangrijk om de risico’s goed te doorgronden en integraal mee te nemen bij de implementatie van de beleggingsstrategieën. De toezichthouder verwacht dit ook van institutionele beleggers.’

Syntrus Achmea richtte zich in eerste instantie op maatregelen die de klimaatverandering tegengaan, zoals het verminderen van de CO2-uitstoot. Nu komt klimaatadaptatie daar bij.

Van der Werf: ‘Dat is nodig, omdat de effecten van de klimaatverandering steeds zichtbaarder worden.’

De risico’s die in kaart worden gebracht, gaan onder meer over wateroverlast door extreme neerslag, overstromingen, paalrot, hittestress en natuurbranden.

De samenwerking met CAS volgt op een eerste stap, waarin alle vastgoedobjecten met Blue Label zijn geclassificeerd op risico’s ten aanzien van onder meer wateroverlast, droogte en hitte. Voor de rapportage over de verder verfijnde klimaatrisico’s gaat Syntrus Achmea versneld de richtlijnen invoeren van de Task Force on Climate-related Financial Disclosures (TCFD), die na het Klimaatakkoord van Parijs in 2015 is opgericht door de Financial Stability Board.

Syntrus Achmea lanceerde vorig jaar een nieuwe ESG-strategie met twintig ambitieuze doelstellingen. Zo moet in 2030 100 procent van de vastgoedportefeuille energielabel A hebben. Uiterlijk in 2050 moet de portefeuille volledig CO2-neutraal zijn. In de hypothekenportefeuilles wil Syntrus Achmea tot 2025 ten minste 500 verduurzamingsmaatregelen treffen.

Voor meer informatie: Erik van der Struijs, manager Marketing & Communicatie, Syntrus Achmea Real Estate & Finance: tel. 06 1354 3102 en erik.van.der.struijs@achmeavastgoed.nl

Syntrus Achmea Real Estate & Finance
Namens meer dan zestig pensioenfondsen en andere institutionele beleggers beheert Syntrus Achmea Real Estate & Finance ruim 24 miljard euro in vastgoed en hypotheken. Wij kiezen voor duurzame investeringen met financieel én maatschappelijk rendement. Daarmee werken wij voor onze klanten (en hun klanten) aan een gezonde financiele basis en een aantrekkelijke leefomgeving. Voor nu, straks en later. www.syntrus.nl

The post Syntrus Achmea brengt klimaatrisico’s in beleggingsportefeuilles per adres in kaart appeared first on IVVD.

https://www.ivvd.nl/syntrus-achmea-brengt-klimaatrisicos-in-beleggingsportefeuilles-per-adres-in-kaart/