Canadese plaatsje Lytton geëvacueerd om branden in extreme hittegolf (NOS journaal)

Alle inwoners van het Canadese plaatsje Lytton, waar deze week drie hitterecords sneuvelden, zijn geëvacueerd in verband met overgeslagen bosbranden. "Het hele dorp staat in brand", zegt burgemeester Jan Polderman tegen de zender CBC News.

Polderman: "We zagen de eerste rookontwikkeling opdoemen en vijftien minuten later was het vuur overal". Hij zei dat hij hoopt dat als het vuur eenmaal is gedoofd, er nog gebouwen overeind staan. Maar hij sloot niet uit dat er straks niets meer van het plaatsje over is.

De burgemeester riep gisteren alle 250 inwoners op hun huis direct te verlaten vanwege het naderende vuur. Snelwegen ten noorden en zuiden van het plaatsje in de provincie Brits-Columbia zijn afgesloten, omdat ook daar brand is uitgebroken. Brandweerlieden proberen de bosbranden onder controle te krijgen.

De temperatuur in Lytton liep de afgelopen dagen op tot maar liefst 49,6 graden Celcius:

In Lytton werd de laatste dagen drie keer het Canadese hitterecord verbroken. Zondag werd een recordtemperatuur van 46,1 graden gemeten, gevolgd door 47,9 graden op maandag en 49,6 graden Celcius een dag later. Gisteren was het met 39 graden iets minder warm. De straten lagen er deze week al verlaten bij, de inwoners bleven zoveel mogelijk binnen.

In de Amerikaanse en Canadese staten langs de westkust is het veel warmer dan normaal. Als gevolg van de hitte zijn in de Canadese regio Vancouver al meer dan honderd plotselinge sterfgevallen vastgesteld en er wordt gevreesd voor meer slachtoffers in de komende dagen.

Biden: hitte komt door klimaatverandering

Experts leggen een verband tussen de hitte en de opwarming van de aarde. Ook de Amerikaanse president Biden heeft gezegd dat de hittegolf aan de westkust met klimaatverandering te maken heeft.

"Had je ooit kunnen denken dat je de tv zou aanzetten en dat je hoort dat het 46,6 graden is in Oregon?", vroeg Biden zich hardop af. "Maar geen zorgen, er is geen sprake van klimaatverandering - die bestaat alleen in onze fantasie", voegde hij er op sarcastische toon aan toe.

http://feeds.feedburner.com/~r/nosjournaal/~4/svPhuUM2U1I

http://feeds.nos.nl/~r/nosjournaal/~3/svPhuUM2U1I/2387524

Jouw hitteplan: pas op met ijskoud water, leg een paraplu in de auto en er is een smogalarm (Telegraaf Binnenland)

Neem water en een paraplu mee voor in de auto en pas op met een duik in het water. Onderkoeling ligt op de loer, ondanks deze tropische temperaturen.

1. Onderkoeling terwijl het zo warm is?

Ja, waarschuwt de Reddingsbrigade Nederland. Ondanks de hoge buitentemperatuur, kan het buitenwater nog koud zijn nu. Als het water 14 graden of kouder is, kunnen zwemmers al onderkoeld raken. Verkramping kan optreden, waardoor het lastig is terug te zwemmen. Diep het water in gaan is daarom nog even niet verstandig, aldus de reddingsbrigade. Een beetje plonsen om af te koelen, kan natuurlijk wel.

2. Nog meer om rekening mee te houden?

Neem een flesje water en een paraplu mee als je met de auto op pad gaat, laat Rijkswaterstaat weten. De komende dagen neemt Rijkswaterstaat extra maatregelen vanwege de hoge temperaturen. Het hitteprotocol is in werking gesteld. Dit betekent dat extra materieel wordt ingezet zodat automobilisten met autopech snel naar een koele plek worden gebracht. ,,Het asfalt wordt namelijk nog veel warmer, dus temperaturen lopen nog verder op bij de snelweg’’, aldus woordvoerder Suzanne Maas. ,,Met autopech, moet je vanwege de veiligheid altijd de auto uit. Maar vaak is er geen schaduw langs de weg. Daarom zorgen we dat je snel wordt opgehaald om op een veiligere, koelere plek te wachten op hulp.’’ Deze maatregelen gelden vooralsnog niet voor de provincies Friesland, Groningen en Drenthe.

3. Wat betekent de hitte voor onze gezondheid?

Veel is natuurlijk wel bekend: drink genoeg water en smeer je regelmatig in met zonnebrand. Bescherm jezelf tegen de brandende zon. Maar wat minder bekend is, is dat mensen met longklachten het de komende dagen extra zwaar kunnen krijgen en zich benauwder kunnen voelen. Door de hitte en het ontbreken van wind, is er een smogalarm, aldus het RIVM. Schadelijke stoffen en stikstof blijven in de lucht hangen. Wie longproblemen heeft, kan beter geen zware inspanning verrichten en doet er verstandig aan zoveel mogelijk binnen te blijven.

4. Kunnen we nog iets doen voor de dieren?

Dierenambulances en dergelijke blijven waarschuwen: bescherm huisdieren tegen de hitte. Laat zeker geen honden in de auto, al is het maar voor heel even. Ze kunnen hier niet tegen. Zorg voor schaduw voor schapen, koeien en andere beesten in het weiland. En genoeg water natuurlijk, maar dat spreekt voor zich.

5. Hoe is de hitte voor de natuur?

De brandweer waarschuwt dat er een verhoogd risico op natuurbranden is, door de droogte in combinatie met de hitte. Dit geldt overigens ook voor bermen, aldus Rijkswaterstaat. Sinds gisteren wordt hier extra op gelet. Deze extra alertheid geldt overal, behalve het voor noorden van het land, Noord-Brabant en Zeeland. Onder meer bij de Veluwe patrouilleert een vliegtuigje met extra blusmateriaal. Om de kans op natuurbranden te verkleinen, roepen Rijkswaterstaat en de brandweer recreanten op om extra op te letten in de natuur. Gooi absoluut geen sigarettenpeuken of glas in berm of gras, want hierdoor kan gemakkelijk vuur ontstaan.

https://www.telegraaf.nl/nieuws/1747225984/jouw-hitteplan-pas-op-met-ijskoud-water-leg-een-paraplu-in-de-auto-en-er-is-een-smogalarm

Diverse branden in de regio (RTV Horizon)

De brandweer van Maarheeze en Weert zijn omstreeks 10.10u gealarmeerd voor een natuurbrand nabij de snelweg A2. Vanaf de Randweg Oost in Budel en de Dr. Anton Philipsweg in Weert hadden weggebruikers rook zien opstijgen. Het bleek om een natuurbrand te gaan aan de Eindhovenseweg in Weert, net voorbij de Wildenberg. De brandweer van Maarheeze, Weert en Nederweert hebben samengewerkt om het vuur te doven zo meldt Weert de Gekste Rond 11.15 kreeg de brandweer van Budel een melding van een bermbrand in Budel-Dorplein. In het natuurgebied aan de Boszicht was een natuurbrand ontstaan. Deze brand was snel onder controle.

https://www.rtvhorizon.nl/?p=70158

Droogte en natuurbranden in nationale Klimaateffectatlas (Deltares)

De brandgevoeligheidskaarten zijn sinds kort opgenomen in de Klimaateffectatlas. Gemeenten kunnen hiermee een betere inschatting maken waar de kans op natuurbranden groot is en hoe ze te voorkomen. Dit is een eerste stap om Nederlandse natuurgebieden en hun omgeving brandveiliger te maken.

Bij droogte meer risico op ontbranding

De oorzaak van natuurbranden is meestal menselijk handelen. Een weggegooide nog brandende sigaret, of vonken uit een vuurkorf of barbecue. Als het lange tijd droog is lopen we steeds meer risico op ontbranding. Vanwege de klimaatverandering verwachten we dat langere periodes van droogte vaker voorkomen.

Waarom zijn de kaarten belangrijk ?

Margreet van Marle, onderzoeker wildfires and climate resilience zegt: “We zien op de kaarten dat met name de locaties die nu al brandgevoelig zijn zoals de Veluwe of kustgebieden ook in de toekomst risico lopen. Maar ook grote delen van Nederland die nu weinig tot niet gevoelig zijn worden in de toekomst brandgevoeliger. En dat baart zorgen want in een drukbevolkt land als Nederland betekent een natuurbrand al gauw schade en ontwrichting. Denk bijvoorbeeld aan de brand in de Peel afgelopen jaar waar bewoners geëvacueerd moesten worden en snelwegen afgezet vanwege de rook. Het is daarom belangrijk dat Nederland zich beter voorbereidt op natuurbranden”.

Een hogere brandgevoeligheid zegt overigens niet meteen iets over de duur of intensiteit van een brand. Het gaat hier om de impact van een brand: zijn er vitale of kwetsbare objecten in de buurt, hoe goed is de brand te bestrijden, hoe lang en hevig kan de brand woeden door brandbaar materiaal en weersomstandigheden.

Kaarten gemaakt met innovatieve methode

Natuurbranden zijn moeilijk te modelleren en in Nederland bestaat niet de informatie zoals deze voor overstromingen wel bestaat (kaarten met herhalingstijden en intensiteiten). Daarom is voor het maken van de kaarten tot 2050 gebruik gemaakt van de RI2DE methodiek die is ontwikkeld door Deltares. Met deze methode kunnen voor dit type moeilijk te modelleren bedreigingen toch gevoeligheidskaarten worden gemaakt door het combineren van verschillende databronnen. In samenwerking met WEnR en met de input van IFV werd de brandgevoeligheidskaart opgezet en gevalideerd met data van ongeveer 1.000 geregistreerde natuurbranden tussen 2017 en 2020.

animatie gemaakt op basis van satelliet beelden van de brand bij de Deurnse Peel

https://www.deltares.nl/app/uploads/2021/05/S2_Deurne2.gif

Waarbij helpt de Klimaateffectatlas nog meer

De Klimaateffectatlas helpt je om een eerste indruk te krijgen van de gevolgen van klimaatverandering voor je eigen gebied. De atlas bestaat uit een viewer en kaartverhalen en brengt overstromingen, droogte, hitte en wateroverlast in beeld.

The post Droogte en natuurbranden in nationale Klimaateffectatlas appeared first on Deltares.

https://www.deltares.nl/nl/nieuws/droogte-en-natuurbranden-in-nationale-klimaateffectatlas

Het landschap (ont)roert en roert zich, niets is voor eeuwig (Brabant Cultureel)

Een fototentoonstelling bij Pennings Foundation in Eindhoven werd geopend en vervolgens door de lockdown meteen weer gesloten. Hopelijk kunnen de deuren binnenkort alsnog open, want de oude en nieuwe landschapsfoto’s in de huidige expositie zijn mooi en nodigen uit tot reflecteren. En dat in een tijd waarin diezelfde lockdown steeds meer mensen op pad doet gaan in de eigen directe omgeving.

door Lauran Toorians

Weinig lijkt objectiever dan landschap. We kijken ernaar, lopen erin rond en leven ermee. Het lijkt het fysieke decor waartegen ons bestaan zich afspeelt. Maar klopt dat wel? Dat die fysieke omgeving objectief en tastbaar is, staat vast. Maar wat wij ervaren als ‘landschap’ is veel minder objectief en bevindt zich in hoge mate tussen onze oren. Een doorsnee hondenbezitter kijkt heel anders naar een boom in een park dan een ecoloog of een bosbouwer, een agrariër ervaart zijn weide anders dan de amateurschilder die er zijn ezel voor uitpakt, of de detectoramateur die droomt er een schat in te vinden. Voor een wegenbouwer is een viaduct of een klaverblad een kunstwerk en een vervallen industriecomplex is voor de één een puinhoop en voor een ander een terrein vol mogelijkheden en esthetische kwaliteiten. En al die zaken kunnen worden benoemd als landschap.

https://www.brabantcultureel.nl/wordpress/wp-content/uploads/2021/03/BC_LT_NA_heide_versus_snelweg-716x1024.jpg

Strabrechtse Heide 1958 en de net aangelegde A67 bij Geldrop. Collage van Noud Aartsen. Meestal voorzag Aartsen zijn foto’s van commentaar op de achterzijde. Daar is ook nog te lezen: ‘vroeger verbinding tussen dorpen nu verbinding tussen steden en landen’. > Brabant-Collectie (Tilburg University)

Landschap, kortom, is vooral iets in het oog van de waarnemer. Het begrip komt dan ook in eerste instantie uit de schilderkunst, is een belangrijke rol gaan spelen in de fotografie en werd daarmee iets wat je kunt vastleggen. En dus objectiveren. Die achtergrond in de beeldende kunst zorgt er ook nog steeds voor dat we landschap bekijken en beoordelen door een ‘esthetische bril’. Landschap hoort mooi te zijn en als het dat niet is, is het verprutst.

Vuilnisbelt

Dit idee van landschap draagt in zich dat het de blik op onze leefomgeving vertroebelt. De esthetische blik werkt namelijk in twee richtingen. Natuurlijk is het prettig wonen in een omgeving die we als mooi of aangenaam ervaren. Maar het is ook erg menselijk om ons thuis (en prettig) te voelen in de omgeving waarin we opgroeien. Wie tussen de bergen opgroeit, wordt al snel akelig als de horizon echt aan de horizon blijkt te liggen en omgekeerd voelt een polderjongen (of een woestijnbewoner) zich al snel opgesloten wanneer hij (of zij) niet ongehinderd in de verte kan staren. Wie uit een bosrijke omgeving komt, denkt dat dit zo hoort, en wie opgroeide naast een vuilnisbelt wil brandend rubber ruiken. Er is simpelweg geen ‘hoe het hoort’ en voor wie het wil zien, ligt er schoonheid in alles.

Er is simpelweg geen ‘hoe het hoort’ en voor wie het wil zien, ligt er schoonheid in alles

Toch geldt in de beleving van landschap sterker dan elders het aforisme van de dichter J.C. Bloem: ‘Iedere verandering is een verslechtering, zelfs een verbetering.’ Allemaal kennen we het gevoel dat de omgeving waarin we opgroeiden – of het nu in de stad was of op het platteland – verloren is gegaan en dat de wereld daardoor een stukje armer is geworden. Op de terreinen waar we speelden staat een inmiddels gedateerde nieuwbouwwijk, wegen en paden die we volgden zijn afgesneden door snelwegen of helemaal verdwenen, het schoolgebouw kreeg een andere functie en iets in ons zegt dat dit een teloorgang is. ‘Waar is de sneeuw van vorig jaar’, verzuchtte François Villon in de vijftiende eeuw, en al rond 1200 vroeg de minnezanger Walther von der Vogelweide zich al vertwijfeld af waar toch de bossen waren gebleven waarin hij als jongeling had rondgezworven. Het begrip ‘landschap’ bestond toen nog niet, maar het gevoel van teloorgang dus wel.

https://www.brabantcultureel.nl/wordpress/wp-content/uploads/2021/03/BC_LT_NA_na-de-ruilverkaveling-1.jpg

Ruilverkavelingswerkzaamheden in de Vleutse Kampen. Noud Aartsen, 1972 > Brabant-Collectie (Tilburg University)

In Noord-Brabant leefde dit gevoel bij een flink aantal mensen sterk op in de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw. Ruilverkavelingen kwamen in Nederland al veel eerder voor, maar toen gingen grote delen van Noord-Brabant op de schop met als doel de landbouw te ‘rationaliseren’. Kleine, verspreid liggende perceeltjes waren niet geschikt voor de beoogde mechanisering en schaalvergroting in de landbouw. Beken werden gekanaliseerd en de landkaart werd letterlijk opnieuw getekend, strak en functioneel. Verzet werd gezien als emotioneel en dus niet steekhoudend en enkelingen zoals de ecoloog en auteur Willem Iven (1933-2009) vochten tegen de bierkaai. Zij kregen later in veel opzichten wel gelijk en het is het vermelden waard dat Iven met zijn boek Lind dè is de sgonste plats. Natuur en landschap van Leende, een Oost-Brabants dorp uit 1974 aan de basis stond van het soort beschrijvingen dat nu wat modieus ‘landschapsbiografie’ heet.

https://www.brabantcultureel.nl/wordpress/wp-content/uploads/2021/03/BC_LT_Willem-Iven.jpg

Willem Iven en de uitgave ‘lind dè is de sponste plats’.

Vooruitgang

Ook kunstenaars kwamen in het verweer en Noud Aartsen (1932-2010) is zeker de bekendste van de fotografen die vastlegde wat hij zag veranderen en verdwijnen. Hij deed dat in Best en omgeving, waar hij opgroeide. Zeker bij de contrasterende foto’s – voor en na de ruilverkaveling – valt het gemakkelijk om het aforisme van Bloem te herhalen. Het werd er niet mooier op. Maar daar zullen de landbouwconsulent, de Boerenleenbank en hopelijk de boer toen toch zeker anders over hebben gedacht. Zij zagen vooruitgang en ‘mooi’ was voor stadsmensen, daar betaalde de boer zijn lening niet mee af. Ook objectief gezien zijn een verharde toegangsweg naar het erf, aansluiting op de riolering en ‘gas, water en licht’ natuurlijk vooruitgang. Het lijkt nu vanzelfsprekend, maar gebeurde op meerdere plaatsen amper een halve eeuw geleden pas.

https://www.brabantcultureel.nl/wordpress/wp-content/uploads/2021/03/BC_LT_NA_gesloopte-boerderij.jpg

Noud Aartsen: ‘Geldrop bouwt in Molenheide (grensde vroeger aan Strabrechtse heide) nu afgescheiden door autobaan!’ Op een andere foto met een afgebroken boerderij: ‘Geen toekomst meer voor kleine boeren. Einde van de kleine hei boerkes! Biobedrijven komen in de plaats’. > Brabant-Collectie (Tilburg University)

Het werk van Aartsen en andere landschapsfotografen (en schilders) drukt niet alleen (jeugd)sentiment uit. Wat steeds een rol lijkt te spelen, is een gevoel dat zegt dat de wereld zoals je die als kind leerde kennen altijd zo was geweest. Sinds ‘mensenheugenis’. En nu wordt dat moois ingeruild voor iets anders dat niet zo vertrouwd is. Maar dat idee klopt niet en zelfs de geciteerde middeleeuwers realiseerden zich dat al. Verandering is van alle tijden. Waar wij nu denken in een bosrijke provincie te leven, laten topografische kaarten uit eind negentiende eeuw zien dat er in diezelfde provincie toen nauwelijks bos was te vinden. Die bossen van ons zijn niet van de eeuwigheid, die zijn nieuw en grotendeels aangeplant voor de houtproductie. Niks mooi, niks natuur, gewoon rationele productie. Veel ervan werd nooit geoogst en wie weet zijn de alom uitbreidende boomkwekerijen van tegenwoordig wel de bossen van onze kleinkinderen (‘boompje groot, plantertje dood’).

Ook de uitgestrekte heidegebieden die in zand-Brabant ooit domineerden waren een product van menselijk ingrijpen

Menselijke ingrepen in het landschap zijn al zeker zo oud als de landbouw en vaak blijken van die ingrepen de voordelen op de korte termijn funest in de lange duur. Een mooi voorbeeld is de teloorgang van de grootste polder ooit in het Nederlandse rivierengebied, de Grote Waard. Nu zeshonderd jaar geleden ging die bij de Sint-Elisabethsvloed van 1421 verloren. Het resultaat werd later de Biesbosch, een natuurparel die daarmee dus teruggaat op een natuurramp die voor een fors deel was te wijten aan menselijk handelen. Polderen leidt tot bodemdaling – een bijzonder actueel probleem – gebrekkig toezicht op het onderhoud van die Grote Waard droeg bij aan doorbreken van de dijken. Maar ook de uitgestrekte heidegebieden die in zand-Brabant domineerden voordat de productiebossen kwamen, waren een product van menselijk ingrijpen. Zonder schapen geen heide. Wie heidelandschappen wil behouden doet dat nu onder het mom van natuurbeheer, maar doet dus feitelijk aan het onderhoud van cultureel erfgoed dat beter landschapsbeheer kan heten. We houden met de Kampina, Strabrechtse en Kalmthoutse Heide cultuurgoed in stand. Ecologisch bijzonder waardevol, maar minstens zozeer cultuur als natuur.

https://www.brabantcultureel.nl/wordpress/wp-content/uploads/2021/03/BC_LT_LJAD-Creyghton-Kampina_Bosven_2011-1024x369.jpg

L.J.A.D. Creyghton, De ochtendzon over de net gebluste heidebrand op de Kampina, 2011

Passanten

Dit maakt ook duidelijk dat er geen absoluut ideaalbeeld bestaat. We kunnen het landschap niet terugbrengen naar een ideaalbeeld dat nooit echt heeft bestaan. Het moet gaan om ecologische en esthetische (belevings)waarden nu en in de nabije toekomst die we kunnen overzien. Aandacht voor wat in dat landschap herinnert aan het verleden is geen slechte zaak. Voor zover niet volledig schoongeveegd door ruilverkaveling of nieuwbouwprojecten bevat onze omgeving allerlei resten uit en herinneringen aan het verleden, van grafheuvels uit de prehistorie tot tastbare herinneringen uit de Tweede Wereldoorlog of nog jonger. Die elementen zijn waardevol. Enerzijds omdat ze ons verbinden met dat verleden van onze eigen leefomgeving en ons ervan bewust maken dat ook wij passanten zijn, en anderzijds – meer objectief – als historische bronnen die we lang nog niet allemaal uitputtend hebben ‘gelezen’ en geanalyseerd. Als kennisdragers. En die twee, de ervaring en het rationele begrip zijn nauw met elkaar verbonden.

https://www.brabantcultureel.nl/wordpress/wp-content/uploads/2021/03/BC_LT_NA_beek_De-Baest.jpg

Klassiek beekdalgezicht: de Reusel in 1982 bij Lage Mierde. Noud Aartsen > Brabant-Collectie (Tilburg University)

https://www.brabantcultureel.nl/wordpress/wp-content/uploads/2021/03/BC_LT_NA_Beerze-bij-Oirschot-richting-Spoordonk_1981.jpg

‘Genormaliseerd’ beekdalgezicht: de gekanaliseerde Beerze bij Oirschot, 1981 Noud Aartsen > Brabant-Collectie (Tilburg University)

https://www.brabantcultureel.nl/wordpress/wp-content/uploads/2021/03/BC_LT_Karel-Tomei-reconstructie-Beerze-bij-Oirschot-1998.jpg

Karel Tomeï, reconstructie (het weer meanderend maken van de eerder gekanaliseerde) Beerze bij Oirschot in 1998

Martien Coppens (1908-1986) fotografeerde nog vooral met een esthetische blik, maar zijn foto’s zijn inmiddels ook historische documenten. Noud Aartsen wilde ook vooral laten zien wat er aan moois verloren ging en zal deels ook uit frustratie daarover hebben gefotografeerd. Net als Willem Iven maakte hij nog net mee dat hij gelijk kreeg. Lang niet elke verandering is een verbetering gebleken en steeds meer beken mogen weer meanderen. Ook Karel Tomeï (1941) is zo’n fotograaf die al decennia lang als ‘luchtfotograaf’ vastlegt hoe Nederland verandert. Andere fotografen richten zich meer specifiek op de esthetiek van natuur en landschap en laten zien hoe mooi onze omgeving is. Door corona ontdekken steeds meer mensen dat en ook zij zullen bij veel situaties gaan denken dat elke verandering een verslechtering is.

Gemankeerd

Op 13 december 2020 vond bij Pennings Foundation in Eindhoven de opening plaats van de expositie Weemoed en werkelijkheid in Het Groene Woud. Een fototentoonstelling met werk van Coppens, Aartsen en Tomeï, maar ook van natuurfotograaf James van Leuven, L.J.A.D. Creyghton en beeldend kunstenaars als Paul Bogaers, Margriet Luyten, Noortje Haegens, Iris Hartman, Anke van Iersel en Marc Mulders. Van Piet den Blanken zouden in de eerste opzet foto’s te zien zijn van de ‘verdozing’ van het landschap die hij recent maakte voor een reportage in Brabant Cultureel. Kort voor de opening van de tentoonstelling koos hij alsnog voor meer traditionele landschapsfoto’s in zwart-wit. Ontegenzeglijk mooi, maar in het geheel van Weemoed en werkelijkheid had hij met de verdozing juist voor een welkome confrontatie met een andere werkelijkheid kunnen zorgen. Het moeten toch nogal gemankeerde architecten zijn die van dergelijke enorme bedrijfshallen de schoonheid zien. Overigens zijn er wel foto’s van dergelijke bedrijfshallen, megastallen en kassencomplexen te zien van James van Leuven.

https://www.brabantcultureel.nl/wordpress/wp-content/uploads/2021/03/BC_LT_James-van-Leuven-Westfields-verdozing-Oirschot.jpg

James van Leuven, Distributiecentrum Westfields, Oirschot / Eindhoven, 10 januari 2020

https://www.brabantcultureel.nl/wordpress/wp-content/uploads/2021/03/BC_LT_JvL_James-van-Leuven-Oirschot-mest-opslag-megastallen.jpg

James van Leuven, Mestopslag bij varkensbedrijf, Oirschot / Spoordonk (Broekstraat), 30 december 2019

Op dinsdag 15 december 2020 ging in Nederland de strengste lockdown tot dan toe in en aangezien Pennings Foundation op maandag (en dinsdag) is gesloten, heeft buiten het gezelschap dat aanwezig was bij de opening niemand deze boeiende tentoonstelling kunnen zien. Die is nu wel verlengd tot en met 8 mei, dus hopelijk komen er betere tijden en kunnen de deuren alsnog open. Dan is het beslist de moeite om dit geheel van historische foto’s uit de Brabant-Collectie en recent werk te zien. Het is een expositie die tot nadenken stemt, en tot het besef kan leiden dat onze leefomgeving misschien niet altijd een kunstwerk is, maar wel cultuur.

https://www.brabantcultureel.nl/wordpress/wp-content/uploads/2021/03/BC_LT_blik-in-expo-Martien-Coppens-foto-Paul-Slot.jpg

Foto’s van Martien Coppens van begin jaren dertig tot eind jaren vijftig uit de Brabant-Collectie (Tilburg University) in de expositie bij Pennings Foundation. Foto > Paul Slot

https://www.brabantcultureel.nl/wordpress/wp-content/uploads/2021/03/BC_LT_collagewand-foto-Paul-Slot.jpg

Een collagewand in de expositie met foto’s van begin 20ste eeuw tot heden geeft de verschillende belangen en het veranderende landschap in Het Groene Woud weer. Foto > Paul Slot

www.penningsfoundation.com

Onderzoek
Landschapsgeschiedenis is een vak dat sinds enige tijd op eigen benen staat, maar dat door historici nog te weinig bij hun onderzoek wordt betrokken. De oorsprong ervan ligt – misschien ironisch – deels bij de grote ruilverkavelingen uit de jaren zestig en zeventig en langzaam groeide het besef dat het beschreven verleden ook een rol zou kunnen spelen bij de nieuwe inrichting. Bij dit alles groeide het besef dat de ontwikkeling van landschappen en de historische geografie ook om zichzelf het bestuderen waard zijn. Hans Renes is een van de hoogleraren die zich hier sterk voor maakten en die het vak zijn huidige gezicht hebben gegeven. Hij werkte ook in Noord-Brabant en vooral zijn boek West-Brabant, een cultuurhistorisch landschapsonderzoek (1985) verdient op dat vlak vermelding. Onlangs ging hij met emeritaat, waarbij hij een vriendenboek kreeg aangeboden waarin ook Noord-Brabant in enkele artikelen aan bod komt: Jaap Evert Abrahamse e.a. (red.) Het landschap beschreven. Hilversum: Verloren 2021, 336 pp., ISBN 9789087048730, pb., € 29,00 (www.verloren.nl).

Lees ook op Brabant Cultureel:
‘Denkend aan Brabant zie ik eindeloze rijen dozen in het landschap staan’

Monografie Noud Aartsen toont aan dat hij wilde vastleggen voordat het te laat was


Lees op Cubra over Willem Iven

© Brabant Cultureel 2021

https://www.brabantcultureel.nl/2021/03/18/het-landschap-ontroert-en-roert-zich-niets-is-voor-eeuwig/?utm_source=rss&utm_medium=rss&utm_campaign=het-landschap-ontroert-en-roert-zich-niets-is-voor-eeuwig