Er woeden ‘ongekende’ bosbranden op de poolcirkel (Motherboard Vice)

In het poolgebied zorgen meer dan honderd bosbranden voor een grote uitstoot van koolstofdioxide en andere schadelijke stoffen. De bosbranden woeden al weken op de Noordpool, in Siberië en in Alaska. De branden vormen op sommige Arctische plekken een natuurlijk onderdeel van het ecosysteem, maar vanwege de grootte en de hoeveelheid koolstofdioxide die vrijkomt, noemen wetenschappers deze bosbranden “ongehoord” voor de maand juni.

“Het zijn de grootste bosbranden op de planeet. Sommigen lijken groter dan 100.000 hectare te zijn,” vertelt Thomas Smith, hoogleraar Geografie aan de London School of Economics in een e-mail. “De hoeveelheid CO2 die nu wordt uitgestoten is groter dan die van alle bosbranden in die regio tussen 2010 en 2018 bij elkaar.”

Er zijn in Alaska alleen al 369 bosbranden geweest dit jaar, waarbij 648.489 hectare land verbrandde. Elke dag ontstaan er nieuwe branden. Vorige week waren het er in totaal 115. Door de hete en droge omstandigheden in Alaska is de verwachting dat er in juli nog meer branden zullen ontstaan. Om dat te voorkomen, heeft de overheid in Alaska een verbod ingesteld op vuurwerk en een interactieve kaart gelanceerd waarop huidige branden te zien zijn.

Mark Parrington houdt zich als wetenschapper aan het European Centre for Medium-Range Weather Forecasts (ECMWF) bezig met emissie van bosbranden. Hij schreef in een e-mail dat bosbranden afgelopen juni verantwoordelijk waren voor de productie van vijftig megaton koolstofdioxide. In de eerste dagen van juli heeft de poolcirkel al 4,5 tot 5 megaton CO2 uitgestoten.

“De data laat zien dat bosbranden op de poolcirkel doorgaans plaatsvinden in juli en augustus, dus zulke grote branden in deze tijd van het jaar zijn ongewoon,” zei Parrington.

Terwijl de klimaatcrisis extreme weersomstandigheden en natuurrampen blijft verergeren, raken we gewend aan nieuws over gigantische bosbranden in het westen van de VS. Maar dat ze ook het ijzige noorden bereiken klinkt vreemd. Een klein aantal bosbranden in het noordpoolgebied is normaal, maar extreme temperaturen en snelle opwarming zorgen voor voor bosbranden die oncontroleerbaar zijn.

“Brandbare materialen worden droger en makkelijker ontvlambaar naarmate het warmer wordt, en een toename van lage begroeiing zorgt ervoor dat het vuur makkelijk over kan slaan,” schrijft Merritt Turetsky, professor aan de Universiteit van Guelph op Twitter. “Deze ecosystemen kunnen onder extreme omstandigheden koolstof vrijgeven die al [honderden] tot [duizenden] jaren oud is.”

Dankzij warmere, drogere zomers ontstaan deze branden sneller – een blikseminslag of vonken van een kampvuur kunnen genoeg zijn. In Alaska kunnen deze branden soms bestreden worden door de brandweer, maar sommigen zijn te ver weg van de bewoonde wereld om effectief te bestrijden. Dat betekent dat ze geen bedreiging vormen voor mensen, maar ook ongelimiteerd kunnen blijven groeien, zei Smith.

Een bosbrand hoeft geen dorp plat te branden om effect te hebben op de mens. De rook blijft niet op één plek – wetenschappers van ECMWF hebben rook van Canadese bosbranden gevolgd tot de andere kant van de Atlantische Oceaan. De poolcirkelbranden branden koolstofrijke veengrond op, waardoor ze opgeslagen koolstof bevrijden, wat bijdraagt aan de opwarming van de aarde.

Dit maakt meer branden waarschijnlijker, aldus Smith, aangezien het poolgebied sneller opwarmt dan de rest van de aarde. Juni 2019 was de warmste juni ooit en dankzij klimaatverandering worden grote, dodelijke hittegolven vijf tot honderd keer waarschijnlijker.

“In dit afgelegen deel van de planeet zijn bosbranden veel meer het gevolg van klimaatverandering dan van wijzigingen in de manier waarop het land wordt beheerd, omdat er hier zo weinig mensen wonen,” zei Smith.

https://www.vice.com/nl/article/qv79b5/er-woeden-ongekende-bosbranden-op-de-poolcirkel

Een ‘klimaatdepressie’ bestaat en ik heb er veel last van (Motherboard Vice)

Soms, als ik op de tram sta te wachten, hangt er een poster van een of ander zonnig oord bij de halte. Vrolijke foto’s van Egypte, het Caribisch gebied of Malaga lachen me tegemoet, met lichtblauwe zeeën en vrolijke kinderen. Stel je toch eens voor, denk ik. En meteen daarna: hoe kan je het nog over je hart verkrijgen om mensen te stimuleren het vliegtuig te pakken?

We hebben nog zo’n tien jaar de tijd om een radicale koerswijziging door te voeren voordat klimaatverandering zo onherstelbaar catastrofaal wordt dat onze samenleving nog tijdens onze levensduur ineen zal storten. Koraalriffen sterven uit door opwarmende oceanen, waardoor het misschien niet lang meer duurt voordat het water ophoudt lichtblauw te zijn. Een nieuw onderzoek, gesteund door het voormalige hoofd van het Australische leger, suggereert dat het einde onze samenleving tegen 2050 “erg waarschijnlijk” is.

Dit zijn geen melodramatische uitspraken, dit zijn de feiten waar we mee te maken hebben. Het is gewoon hoe het is. En toch maken we ons nog steeds druk over het verbouwen van onze keukens, vliegen we de halve wereld over en zitten we iedere vrijdag in de kroeg, alsof er niks aan de hand is. Ik ben blij dat ik niet zo vaak met de tram ga, want ik voel me zelden zo vervreemd van de werkelijkheid en zo wanhopig als wanneer ik die posters zie hangen.

Er wordt de laatste tijd veel gesproken over ‘klimaatdepressie’, het besef dat klimaatverandering zulke enorm vernietigende gevolgen zal hebben dat het tot een staat van rouw of absolute wanhoop leidt.

Nou, de klimaatdepressie bestaat, en ik heb er last van.

Ik ben eigenlijk de hele tijd met klimaatverandering bezig. Ik denk erover na als iemand om me heen een kind krijgt, en ik vraag me af hoe de wereld eruit zal zien als die kinderen even oud zijn als ik nu ben. Ik denk erover na als ik mensen over het weer hoor praten. Ik denk erover na als ik iets weggooi, en me de vuilnisbelt voorstel waar mijn afval uiteindelijk op zal belanden. Toen ik las dat klimaatverandering misschien wel het einde van onze samenleving zou gaan betekenen – en ik dat nog in mijn leven mee zou kunnen maken – zat ik in de bibliotheek, omringt door tijdloze literatuur. Het voelde als een stomp in mijn maag.

Zelfs als ik niet actief nadenk over klimaatverandering, zijn er nog de duizenden nieuwsverhalen over plastic, uitsterving, bosbranden, overstromingen, orkanen en smeltende gletsjers.

Schrijver Tim Lott omschreef zijn depressie als volgt: “Soms heb je de overweldigende behoefte om de straat op te lopen en keihard te schreeuwen, zonder duidelijke reden.” Dat is hoe ik me voel. Al vermoed ik dat niemand me zou horen. Soms voelt het alsof ik iedereen probeer te overtuigen van een massale samenzwering om ons allemaal om zeep te helpen, behalve dat deze samenzwering gewoon op het nieuws is, dat iedereen ervan op de hoogte is, en niemand het heel erg lijkt te vinden. Ik had nooit verwacht zoveel empathie te kunnen voelen voor de mensen die al decennialang zachtjes in zichzelf brabbelend het einde van de wereld verkondigen op de hoek van de straat.

In Freuds essay Rouw en melancholie schrijft hij dat rouw en depressie vergelijkbare ervaringen zijn, behalve dat in een depressie je existentiële zelf ontrafelt, naast alle emoties die loskomen bij rouw na een groot verlies. Datzelfde geldt voor een klimaatdepressie: er is wel een gevoel van verlies, omdat dingen uitsterven, en je daar constant aan herinnerd wordt, maar daarbij komt ook nog eens de waanzin die gepaard gaat met een psychische aandoening. Je bent je er constant van bewust dat je de wereld op een nieuwe en verschrikkelijke manier ziet, maar de mensen om je heen lijken deze afgrijselijke waarheid niet te erkennen.

Ik ben een aantal jaar geleden een vriend verloren aan zelfdoding, en ik weet nog goed dat ik tijdens de begrafenis even naar buiten ging om een luchtje te scheppen. In het park aan de andere kant van de straat zag ik een man die aan het hardlopen was. Ik weet nog dat ik het zo absurd vond dat iemand gewoon kon hardlopen nadat er zoiets verschrikkelijks was gebeurd. Klimaatdepressie voelt alsof jij als enige persoon op de begrafenis bent, terwijl de rest van de wereld aan het hardlopen is.

De weinige aandacht die klimaatverandering krijgt, roept nog een ander kenmerk van depressie op: woede. Depressieve mensen praten vaak over een boosheid, gericht tegen de rest van de wereld en de mensen om hen heen, veroorzaakt door een gebrek aan erkenning van hun enorme wanhoop. Ik doe mijn best om niet boos te zijn op iedereen om me heen. Ik doe m’n best om mezelf eraan te herinneren dat mensen geen rationele wezens zijn, dat iedereen z’n best doet om gewoon te overleven, en dat de media zo slecht is in het overbrengen van de urgentie van de situatie dat het geen verrassing is dat mensen zich er niet zoveel zorgen om lijken te maken.

Maar in werkelijkheid ben ik gewoon boos. Ik kan er niets aan doen. Ik ben boos op mensen die ik mag, mensen waar ik van houd. Ik ben boos op ze als ze kinderen nemen, en als ze niet hun best doen om te voorkomen wat er staat te gebeuren. Ik ben boos als ze doorzeuren over Brexit. Alsof dat iets uitmaakt als je het hiermee vergelijkt. En stom genoeg ben ik zelfs boos als ik iets over klimaatverandering op Facebook plaats wat onopgemerkt blijft. Aan de ene kant ben ik me bewust dat deze gevoelens idioot zijn. Maar aan de andere kant voelt het soms alsof ik de enige ben die wel goed bij haar hoofd is, en dat de desinteresse van anderen het probleem is. Waarom hebben we het hier niet de hele tijd over? Waarom maak jij je niet net zoveel zorgen als ik? Wat de fuck is er mis met jou?

Toch leef ik ook met het besef dat klimaatdepressie op zichzelf een vorm van ijdelheid is. Zijn de slachtoffers van cycloon Idai aan het rouwen omdat mensen in het Verenigd Koninkrijk, een rijke koloniale macht, extreme weersomstandigheden en politieke instabiliteit zullen ervaren? Nee, ze zijn veel te druk met de restanten van hun huis op te vegen. Klimaatdepressie is een luxe die wij ons kunnen veroorloven, omdat we in landen wonen die – tot nu toe – beschermd zijn gebleven van de ergste gevolgen van klimaatverandering. Als verdriet de enige manier is waarmee je op klimaatverandering reageert, dan is dat weinig meer dan zelfbevrediging. Verdriet staat niet gelijk aan actie.

Rebecca Solnit schreef ooit eens dat “hoop geen lot voor de loterij is, je kan het niet kopen en ermee op de bank gaan zitten, je geluk afwachten. Het is een bijl waarmee je in geval van nood de deur in moet slaan.” Ik heb activistische vrienden die me deze zin voor hebben gelezen, ter inspiratie. Ik knikte dan vaak mee, zonder dat ik echt begreep wat ze ermee bedoelden. Maar nu snap ik het. Hoop is niet fantaseren dat er iets fantastisch gaat gebeuren – hoop is een overlevingsinstinct. Aan alleen hopen op een betere toekomst heb je niet genoeg, je moet er actief voor vechten.

Hoe we zullen reageren op klimaatverandering moet nog blijken. Hoe erg het gaat worden, en wat voor wereld we zullen bouwen, dat is onze beslissing om te maken. We moeten klimaatdepressie niet onderdrukken, maar onszelf toestaan het te voelen, en het als een springplank gebruiken om actie te ondernemen. Hoop is de bijl die je in geval van nood gebruikt om de deur mee in te slaan. Maar je moet wel eerst erkennen dat het huis in de fik staat.

https://www.vice.com/nl/article/gy48d4/een-klimaatdepressie-bestaat-en-ik-heb-er-veel-last-van