Neem nou alsjeblieft eindelijk de klimaatcrisis serieus (Joop)

https://joop.bnnvara.nl/content/uploads/2021/07/51112523785_4ae2f50007_k.jpg

cc-foto: Mariano Mantel

Talloze mensen zijn de afgelopen weken slachtoffer geworden van meerdere grote natuurrampen in Noord-Amerika en in Noordwest-Europa, waaronder in Limburg. Deze rampen hebben grote gebieden verwoest, talloze huizen van de kaart geveegd, en bij elkaar honderden als niet over de duizend mensen hun leven gekost.

Ik kan mij niet voorstellen hoe ernstig dit voor de getroffenen moet zijn, en ik leef zeer met hen mee. Bij mezelf voel ik echter één emotie boven alles: woede. Ik ben woest omdat dit de rampen zijn waar al decennia voor wordt gewaarschuwd, en waar structureel en bewust niet genoeg tegen is gedaan. Dankzij gebrekkig klimaatbeleid waren deze rampen geen kwestie van of, maar van wanneer. De klimaatcrisis is hier en laat zich met deze rampen glashelder zien. We kunnen echt niet langer meer wegkijken.

De hittegolven in Noord-Amerika
Laat me beginnen bij de situaties in kwestie, beginnende in Noord-Amerika. Meerdere weken werden gebieden in het westen van Canada en het noordwesten van de Verenigde Staten geteisterd door ondraaglijke hittegolven. We hebben het over temperaturen die consequent de 40 raakten. In Death Valley werd zelfs een temperatuur van 54 graden gemeten. Als die meting klopt, dan is dat de heetst gemeten temperatuur op Aarde ooit. Deze extreme temperaturen hebben geleid tot wijd verspreide bosbranden: in de Canadese provincie British Columbia woedden er meer dan 300. Meerdere dorpen zijn met de grond gelijk gemaakt. Veel grotere gebieden waren totaal ontregeld in pogingen om de hitte het hoofd te bieden.

Nog ernstiger is het verlies van mensenlevens. Op 2 juli werd gesproken over 600 slachtoffers. Dat aantal zal nu waarschijnlijk nog hoger liggen. In British Columbia rapporteerden de hulpdiensten dat er drie keer zoveel mensen zijn overleden als normaal.

https://joop.bnnvara.nl/content/uploads/2021/07/51316733011_174155cd07_c-370x247.jpg

Venlo met blik op Blerck, 16 juli 2021 | cc-foto: Jenske

De waterramp in Limburg, België en Duitsland
De ramp die wij echter allemaal in ons hoofd hebben is natuurlijk de waterramp in Limburg en gebieden van België en Duitsland. De beelden in het nieuws en op sociale media spreken haast al voor zich. De Maas heeft nog nooit zo hoog gestaan. Volgens een woordvoerder van de veiligheidsregio is het ‘net geen doemscenario’. Venlo is geëvacueerd omdat de waterstand in de Maas nog steeds verder kan stijgen. De dijk bij Meerssen is doorgebroken, waardoor mensen in vier woonplaatsen onmiddellijk moesten vluchten. In België zijn er problemen met het drinkwater en zitten 21.000 mensen zonder stroom. In Duitsland zitten ruim 100.000 mensen zonder stroom. Talloze huizen zijn verwoest.

Ook hier blijft het niet bij materiële schade. In Duitsland en België zijn gezamenlijk al meer dan 120 doden gevallen. Ten tijde van schrijven zijn er in Nederland nog geen doden gevallen, maar duizenden mensen zijn geëvacueerd – waaronder mensen uit ziekenhuizen in kritieke toestand.

Laat ik allereerst nogmaals voorop stellen: mijn gedachten zijn bij de nabestaanden van iedereen die hun leven hebben verloren in deze rampen. De pijn die deze mensen moeten voelen is niet te beschrijven. Ik hoop dat iedereen die hun huis heeft verloren of van wie het huis flink is beschadigd alle hulp krijgt die nodig is, en dat allen die een dierbare zijn verloren de nodige tijd, ruimte en hulp krijgen om dit te verwerken. Ik wil ook mijn enorme dank uiten aan alle militairen, nooddiensten, hulpverleners en alle andere mensen die meehelpen en hebben geholpen met het bestrijden van deze rampen en het redden en ondersteunen van de getroffen mensen.

We moeten echter erkennen dat er voor deze rampen een heldere oorzaak is: klimaatverandering. We kunnen er niet omheen. Deze rampen zijn directe gevolgen van de klimaatcrisis.

De klimaatcrisis toont diens aard
De kans op hittegolven als die van de afgelopen weken in Noord-Amerika is volgens onderzoekers door de klimaatcrisis 150 keer zo groot geworden. Binnen de modellen gebaseerd op het oorspronkelijke klimaat in Noord-Amerika was de kans op temperaturen van 50 graden praktisch nul. Toch is nu in één klap de 54 graden bereikt. Deze dodelijke temperaturen en hittegolven waren ooit slechts hypothetisch. Nu zijn ze de realiteit geworden. Deze hittegolven zijn onvoorspelbaar, en ze zullen ook steeds langer en hardnekkiger worden dan voorheen.

Dit is ook niet beperkt tot Noord-Amerika. Slechts twee jaar terug werden in Nederland voor het eerst temperaturen boven de 40 gemeten, waardoor in het hele land code oranje afgekondigd moest worden. Dit record was ook geen uitzondering: Weer.nl stelt dat er deze eeuw 10 keer(!) zoveel warmterecords zijn verbroken als kouderecords.

Ook de waterramp die we nu in Limburg zien houdt direct verband met de klimaatcrisis. Het KNMI kopt: ‘Het regent nu harder in Zuid-Limburg door klimaatverandering’. Omdat door klimaatverandering de lucht warmer en vochtiger is, blijft het gemiddeld langer regenen en zit er meer regen in de lucht. De kans op extreem weer als dit neemt daardoor toe. Volgens de NOS stellen weerkundigen ook dat dat door klimaatverandering dit soort extreem weer vaker voor gaat komen. Dit is overigens niets nieuws: klimaatwetenschappers roepen al jaren en jaren dat dit eraan zit te komen. Duitse politici hebben het zelfs openlijk erkend: deze ramp is het gevolg van klimaatverandering.

Honderden mensen hebben de afgelopen weken hun leven verloren aan deze rampen. Dit vult mij met rouw, maar nog meer met woede. Deze rampen hadden voorkomen kunnen worden, of op zijn minst minder ernstig kunnen zijn. Al decennia roepen wetenschappers, klimaatexperts, organisaties en burgers dat dit de risico’s zijn van klimaatverandering. Dat dit soort rampen vaker voor zullen komen en heftiger van aard zullen zijn als de klimaatcrisis niet goed wordt aangepakt. Dat effectief klimaatbeleid nodig is en een absolute prioriteit zou moeten zijn. Maar de politiek luisterde niet. Effectief klimaatbeleid wordt al jarenlang vooruitgeschoven, genegeerd, weggeduwd en afgeschaald. Nu merken we de gevolgen. Over het klimaat werd vaak wel gezegd dat het 5 voor 12 is, maar het is nu echt officieel 12 uur. De tijd is op.

De niet gehaalde klimaatdoelen
De rechter deed in 2015, in de eerste klimaatzaak aangespannen door Urgenda, al een glasheldere uitspraak: in 2020 moet de CO2 uitstoot met 25% zijn verminderd ten opzichte van 1990. Alleen al het feit dat de Staat tegen dit vonnis in beroep ging laat zien dat ze de crisis niet serieus neemt. Toch werd in 2019 het vonnis door de Hoge Raad nog eens bevestigd: 25% vermindering van de uitstoot is nodig. Dat is niet gelukt. In 2020 was de CO2-uitstoot slechts met 24,5% verminderd. Houd er rekening mee dat dit ook nog eens in het coronajaar was. Dit was het jaar dat massaal vliegtuigen aan de grond bleven, kantoren leeg bleven en auto’s bleven staan. Het demissionaire kabinet is nu keihard bezig om zoveel mogelijk van die dingen weer aan de gang te krijgen, waardoor in 2021 en 2022 de netto uitstootreductie naar alle waarschijnlijkheid nog flink lager zal liggen.

Klap op de vuurpijl waren toch wel de woorden van demissionair staatssecretaris Dilan Yeşilgöz-Zegerius (VVD). Vorige week nog noemde zij het halen van deze wettelijk opgelegde doelen ‘geen halszaak’. Zij stelt dat klimaatdoelen op de lange termijn belangrijker zijn. Deze houding van het demissionair kabinet is toch wel het toppunt van minachting voor de rechtsstaat, het klimaat, de toekomst en alle mensen die nu door de effecten van de klimaatcrisis getroffen worden en zullen worden.

Dat een reductie van de CO2 uitstoot nodig is, was ook voor het eerste vonnis in de Urgenda-zaak in 2015 al lang en breed bekend. Als de kabinetten Rutte II en Rutte III het vonnis in 2015 serieus hadden genomen hadden de doelen ook prima gehaald kunnen worden. Maar nee, de doelen zijn niet gehaald en het demissionaire kabinet kijkt liever naar ‘de lange termijn’. Toen de gemiste doelen werden gesteld waren die al vrij lange termijn. Als de regering eerder naar wetenschappers en experts had geluisterd, dan hadden die doelen toentertijd met gemak lange termijn kunnen zijn.

Als je dan toch kijkt naar die langere termijn, zelfs dan zijn we op koers om dat ook niet te gaan halen. Energie-experts zeiden tegen NU.nl dat we ‘te veel op de rem trappen’ om in 2030 de beoogde 49 procent CO2-reductie te behalen. Nog steeds wordt er te veel geharreward over details in plaats van dat een doeltreffend beleid wordt doorgevoerd. Met andere woorden: zolang er niets veranderd zitten we in 2030 met exact dezelfde situatie als nu, behalve dat de gevolgen van de klimaatcrisis dan nog vele malen heftiger zullen zijn. Sowieso is het streven van 49% frappant, aangezien de EU intussen het streefcijfer al omhoog heeft gegooid naar 55%. Volgens de UN Environment Programme is dat overigens wereldwijd slechts het minimale vereiste om niet boven de 1,5 graden opwarming uit te komen.

Vind je het gek dat veel mensen er geen vertrouwen in hebben dat de doelen gehaald gaan worden? De regering bleef uitstellen totdat de doelen gemist waren, mensen aan het lijntje houdend met mooie praatjes dat de doelen gehaald zouden worden, en verlegt nu de focus naar de volgende doelen. Zolang de regering niet inziet hoe essentieel dit is, zullen ze dat riedeltje waarschijnlijk blijven herhalen totdat heel Nederland onder water ligt. De crisis voltrekt zich nu al. We hebben allang geen tijd meer voor ‘de lange termijn’.

De toekomst belooft nog weinig
Er zijn wel positieve ontwikkelingen hier en daar, maar zelfs daar zitten flinke haken en ogen aan. Zo presenteerde de Europese Commissie een paar dagen terug een concreet plan om de uitstoot in de EU in 2030 met 55% te beperken en in 2050 klimaatneutraal te worden. Dat klinkt mooi, maar gaat het werken? Binnen de Europese politiek is er breed gedragen kritiek op de plannen, die de kosten oneerlijk zouden verdelen en te veel lasten bij de burgers zouden neerleggen. De invoering van de plannen gaat waarschijnlijk ook nog jaren van onderhandelen kosten, waardoor landen nog jaren niets hoeven te doen voordat deze plannen wet worden. Daarmee wordt de kans dat de doelen gehaald worden nog kleiner.

Eerlijkheid van het klimaatbeleid is overigens ook iets waar Nederland zelf mee worstelt. Het Planbureau voor de Leefomgeving concludeerde in een rapport dat een paar dagen terug verscheen dat grootvervuilers zoals de zware industrie veel minder betalen voor hun uitstoot dan burgers, en de landbouw en de luchtvaart nagenoeg niets hoeven bij te dragen voor de schade die zij aanrichten. Vind je het gek dat daar niets verandert en dat burgers dat oneerlijk vinden?

Intussen zien we de schade wereldwijd alleen maar verder toenemen. Een paar dagen terug kopte Joop nog dat de Amazone zoveel is beschadigd dat het nu meer CO2 uitstoot dan het opneemt – in grote delen door aangestoken bosbranden, zodat de grond gebruikt kan worden voor landbouw. En hoewel het bewind van de extreemrechtse Braziliaanse overheid dat toestaat, zijn het onder andere de Nederlandse en Europese landbouwpraktijken die dat systeem in stand houden.

Wanneer komt er nou eindelijk verandering?
Met sommige van deze punten voel ik me alsof ik in de herhaling val. Ik wordt er eerlijk gezegd een beetje hopeloos van. Niets van deze al dingen is onbekend. Soms voelt het alsof er niets meer te zeggen is over de effecten van de klimaatcrisis dat niet al is gezegd. Waarom werd en wordt er dan toch niets mee gedaan?

De huidige politiek kan en mag niet wegkomen met praatjes dat dit soort rampen onvermijdelijk zijn en dat ze er niets aan kunnen doen. Wetenschappers waarschuwen al decennia voor precies dit. Burgers zijn massaal de straten opgegaan en blijven zich nog steeds onverbiddelijk uitspreken. We wisten dat dit de gevolgen van klimaatverandering zijn, en dat door de klimaatcrisis dit soort rampen nog veel vaker gaan voorkomen en nog heftiger van aard zullen worden. De regering heeft er niets mee gedaan, want zaken als de economie, de belangen van multinationals en de volgende verkiezingen waren belangrijker.

Zouden deze rampen dan eindelijk een wake-up call kunnen zijn? Zou de noodzaak van serieus klimaatbeleid nu eindelijk doordringen tot de politiek, zowel in Nederland als in de rest van de wereld? Ik hoop het, maar ik durf er niet vanuit te gaan. Deze twee rampen zijn slechts twee voorbeelden van talloze rampen en andere problemen die we nu al in de wereld zien als gevolg van de klimaatcrisis. Analyses lopen enorm uiteen, maar een recent onderzoek stelt dat de gevolgen van de klimaatcrisis op het moment verband kunnen houden met de dood van tot wel 5 miljoen mensen per jaar. Zolang er niets verandert zal dat aantal alleen maar blijven groeien, en zullen dit soort rampen steeds vaker en steeds heftiger voorkomen.

Op dit punt voelt het haast afgezaagd om het nog eens te vragen, maar politiek, luister toch alsjeblieft naar wetenschappers! Luister toch naar de rechter en doe jullie plicht! Neem deze crisis serieus en behandel het als een crisis! Hoeveel zichtbaarder dan dit moeten de gevolgen van de klimaatcrisis nog worden? Als deze rampen geen omslag betekenen binnen de Nederlandse politiek, dan zal niets dat doen. En mensen: spreek je uit. Laat van je horen, nu nog harder dan ooit. Het enige dat we vragen is een leefbare wereld. Een wereld waar dit soort rampen een gewone realiteit worden, is dat niet.

Het Nationaal Rampenfonds heeft Giro 777 opengezet voor steun aan de getroffen mensen in Limburg. Elke bijdrage helpt. Meer informatie: https://nationaalrampenfonds.nl/

https://joop.bnnvara.nl/opinies/neem-nou-alsjeblieft-eindelijk-de-klimaatcrisis-serieus

LIVE | Rutte roemt veerkracht Limburg: visitekaartje voor Nederland (Telegraaf Binnenland)

In dit liveblog houden we je op de hoogte van het laatste nieuws over het noodweer en overstromingen in Limburg en elders in het land. Volg hier het laatste nieuws.

Demissionair premier Mark Rutte heeft tijdens een bezoek aan Venlo zijn bewondering uitgesproken voor „de veerkracht die Limburg nu laat zien.” Hij noemde die tegenover de regionale omroep L1 „een visitekaartje voor heel Nederland.”

De provincie wordt al dagen geteisterd door overstromingen. „Een bizar beeld”, aldus Rutte. „Want de zon schijnt en tegelijkertijd is hier een ramp zichtbaar.” De premier herhaalde dat het demissionaire kabinet er alles aan zal doen om de Limburgers zo goed mogelijk te helpen.

„Er komt natuurlijk ook weer een crisis na deze crisis”, zei Rutte. „Dit water is een keer weg en dan moet je natuurlijk alles opruimen en de schade gaan opnemen. En dan moeten we elkaar ook helpen.”

Donderdagavond besloot het kabinet tijdens een crisisberaad de watersnood in Limburg formeel als een ramp aan te merken. Daardoor is een wet van toepassing waardoor mensen met schade die niet door de verzekering wordt gedekt, bij de overheid kunnen aankloppen voor een tegemoetkoming.

20.15 - Geëvacueerde Roermondenaren kunnen voorlopig niet terug

ROERMOND (ANP) - De duizenden bewoners die donderdag en vrijdag in Roermond geëvacueerd zijn, kunnen vrijdagavond nog niet terug naar huis. De voornaamste reden is volgens de gemeente dat het lang aanhoudende hoogwater dijken en kades kan verzwakken of zelfs doen bezwijken.

De meeste bewoners werden vrijdag in de vroege ochtend uit hun bed gehaald om zo snel mogelijk hun huizen te verlaten. Aanvankelijk was de planning dat de bewoners van 550 huizen aan de snel zwellende Hambeek voor 11.00 uur eruit moesten. Maar de snelle stijging van Maas, Hambeek en Roer deed de gemeente besluiten hun nachtrust te verstoren. Rond 06.00 uur reden auto’s met megafoons door de straten dat iedereen voor 07.00 uur moest verkassen. Ook ging een NL Alert uit met de oproep de woning te verlaten. Wie daar ook nog doorheen sliep, werd wakker van de sirenes van patrouillewagens van de politie die door de wijk reden.

Rond 15.00 uur bereikte de Maas in Roermond de hoogste stand, maar sindsdien schommelt dat peil. De Maas zakt niet, kan zelfs nog enigszins stijgen, aldus een woordvoerster van de veiligheidsregio. „De piek houdt lang aan, kan fluctueren”, zei ze. „Kan zelfs toenemen. Het zijn immers maar prognoses die we geven. Het gevaar is niet geweken.”

Intussen stijgt ook de Roer tot een ongekend niveau met een nooit eerder bereikte afvoer van 300 kuub per seconde, waar eerdere records rond de 120 kuub zweefden. Zo’n 270 mensen die in buurgemeente Roerdalen aan de Roer wonen, moesten daarom vrijdag ook al weg uit hun huizen. De piek van de Roer blijft naar verwachting 30 tot 48 uur aanhouden, aldus de gemeente. Wat dit betekent voor de omvang voor de overlast in het overloopgebied van de Roer is onduidelijk

19.50 - Veiligheidsregio: omwonenden aangetaste dijk nog niet naar huis

Omwonenden die waren geëvacueerd in verband met het gat in de dijk van het Julianakanaal bij Bunde en Meerssen, moeten er rekening mee houden dat ze de nacht ergens anders moeten doorbrengen. Pas rond middernacht wordt duidelijk of ze terug naar huis kunnen of niet, zegt de Veiligheidsregio Zuid-Limburg.

Eerder vrijdag zei het Waterschap Limburg dat het lek voorlopig was gedicht. Maar een woordvoerder van de veiligheidsregio relativeerde direct daarna, dat „gedicht” een groot woord is. De dijk is versterkt en gestut, zei hij, maar het gevaar is nog niet geweken.

Volgens Rijkswaterstaat is geen sprake van een gat, maar van een ’wel’: Maaswater komt onder de dijk door naar boven. Met zandzakken is het opwellend water afgedicht. Dat lijkt vooralsnog te werken.

Vrijdagmiddag ontdekten hulpdiensten een groot gat in de dijk, waarna inderhaast talrijke mensen uit de buurt werden geëvacueerd.

19.15 - In paar uur al 200.000 euro gedoneerd op ’giro 777’ voor Limburg

Binnen enkele uren nadat het Nationaal Rampenfonds het bankrekeningnummer 777 had opengesteld voor hulp aan Zuid-Limburg, was al ruim 200.000 euro gedoneerd.

Vooral betrokken burgers hebben tot dusver gedoneerd. „Er zijn al duizenden en duizenden particulieren die bedragen hebben gedoneerd van een tientje of 25 euro voor het door overstromingen getroffen gebied”, zegt een woordvoerder. Giften kunnen worden overgemaakt via www.giro777.nl of via elke bank in Nederland op het rekeningnummer 777 (dat wordt dan doorgeleid naar NL28 INGB 0000 000 777), aldus de organisatie.

Veel schade aan huizen en bedrijven is door verzekeringen gedekt. Maar er blijven ook noden over die schrijnend zijn en niet uit andere bronnen gedekt worden, aldus Nationaal Rampenfondsen. Het gaat „hierbij om steun voor kleinschalige projecten die ertoe dienen dat de samenleving weer op gang komt”, zegt voorzitter Clémence Ross-van Dorp van het Nationaal Rampenfonds.

„Het gaat ons om burgerinitiatieven die - nadat de modder is weggeschept - lokale noden helpen lenigen. Het geld dat hopelijk ruimhartig gegeven zal worden, wordt verdeeld in samenwerking met mensen en organisaties ter plekke. Die weten waar de grootste nood is en kunnen maatwerk leveren.”

18.15 - Ook minister Van Nieuwenhuizen komende dagen naar Limburg

Demissionair minister Cora van Nieuwenhuizen (Infrastructuur en Waterstaat) brengt een dezer dagen een bezoek aan Limburg, dat wordt geteisterd door wateroverlast. Het is nog niet bekend wanneer de minister naar de provincie gaat, of welke plaats zij aandoet.

18.00 - Ruim 10.000 mensen uit ruim 4700 woningen in Venlo geëvacueerd

Ruim 10.000 mensen worden vrijdagavond geëvacueerd in de gemeente Venlo. Het gaat daarbij volgens een woordvoerder van de gemeente om 10.700 bewoners van 4746 woningen.

Deze mensen wonen in lager gelegen delen van dorpen langs de Maas, zoals Arcen, Lomm, Velden, een gebied in Venlo zelf, Tegelen, Steyl, Belfeld en Hout-Blerick, zo maakte de gemeente vrijdagmiddag bekend.

De evacuaties gaan om 18.00 uur beginnen. Dat is eerder dan gepland omdat het water sneller stijgt dan verwacht, en omdat de gemeente niet wil dat mensen ’s nachts het huis uit moeten.

Mensen die niet terechtkunnen bij familie of kennissen worden opgevangen in buurtcentra en andere openbare gebouwen.

Tekts loopt door onder de video.

17.50 - Leger verhoogt dijk in Roermond met zandzakken

Het leger is begonnen met het verhogen van de dijk aan de Alexanderhaven in Roermond. Over een lengte van 230 meter wordt de bestaande dijk met zandzakken 40 centimeter hoger gemaakt, liet een woordvoerster van de Veiligheidsregio Limburg Noord weten.

De Maas heeft in Roermond sinds 15.00 uur de hoogste stand bereikt. De gemeente besloot vrijdagmiddag tot de directe ontruiming en evacuatie van een deel van het bedrijventerrein Willem-Alexander. Dit deel werd door het hoge water bedreigd. Het gaat om het deel dat het laagst ligt. Iedereen in dat gebied moest er weg.

17.00 - Dertien veiligheidsregio’s bieden hulp aan Limburg

Honderden brandweerlieden uit dertien veiligheidsregio’s bieden hulp in het door overstromingen getroffen Limburg. De brandweer heeft in Zeist een speciaal actiecentrum ingericht voor concrete hulpvragen uit Limburg. Die worden verdeeld over de veiligheidsregio’s, aldus brancheorganisatie Brandweer Nederland.

De brandweer heeft naast helpende handen ook al 130.000 zandzakken en duizend dompelpompen met aggregaat naar Limburg gestuurd. Daarnaast kunnen hulpdiensten in Limburg bij het actiecentrum aankloppen voor hulp van specialisten en voor advies.

16.45 - Rode Kruis opent hulplijn voor mensen in nood rampgebied Limburg

Het Rode Kruis heeft vrijdag vanaf 16.00 uur een hulplijn opengesteld voor mensen in het rampgebied in Limburg. Iedereen die hand- en spandiensten nodig heeft, kan contact opnemen met het nummer 070-445 888. Vrijwilligers staan klaar om mensen in het overstromingsgebied te helpen, aldus de organisatie.

Zo wordt er onder meer hulp aangeboden bij opruimwerkzaamheden, het vullen van zandzakken of het bieden van een luisterend oor. Ook andere hulpvragen kunnen worden gedeeld, zoals psychosociale hulp. Maar ook praktische hulp wordt geboden zoals het inroepen van kennis van elektra als er bijvoorbeeld problemen zijn met de stroomvoorziening of boodschappen doen voor kwetsbaren.

Voorlopig zal de hulplijn geopend zijn van 09.00 uur tot 21.00 uur. Ook in het weekend.

16.25 - 270 woningen in gemeente Roerdalen bedreigd door de Roer

De bewoners van 270 huizen in de buurt van de Roer in de Midden-Limburgse gemeente Roerdalen moeten hun woningen verlaten. De huizen worden bedreigd door het hoge water van de Roer, maakte de gemeente Roerdalen vrijdagmiddag bekend.

De piek van de Roer blijft naar verwachting 30 tot 48 uur aanhouden, aldus de gemeente. Wat dit betekent voor de omvang voor de overlast in het overloopgebied van de Roer is onduidelijk.

Wie geen onderdak vindt bij vrienden of familie kan terecht in de sporthal van Vlodrop en Sint Odiliënberg en gemeenschapshuis De Harch in Herkenbosch.

„Wie had ooit gedacht dat we een jaar na onze grote natuurbrand, dit voor de kiezen zouden krijgen”, zei burgemeester Monique de Boer van Roerdalen. „Onze inwoners langs de Roer zijn wel wat gewend als het gaat om hoogwater. Maar dit is ongekend. Hier doen we op dit moment alles aan. Vrijwilligers helpen mee met het vullen van zandzakken. Buren en dorpsgenoten jong en oud helpen elkaar en bieden een slaapplek aan.”

16.08 - Hoogleraar: hoogwater blijft nog even spannend voor andere dijken

Het blijft nog even spannend of de hoofddijken langs de Maas zullen standhouden tegen het hoge water, zegt hoogleraar Waterbouwkunde Bas Jonkman van de TU Delft. „Dit is een soort stresstest voor ons systeem”, zegt hij. Jonkman verwacht niet dat het water massaal over de Maasdijken heen zal komen. „Maar er kunnen zwakkere en nog niet versterkte plekken in het systeem zitten”, zegt hij.

Daarnaast bestaat het risico dat water onder een dijk door komt. „Een dijk kan verzadigd raken. Zoiets gebeurde bijvoorbeeld bij de overstromingen in New Orleans”, legt de hoogleraar uit. Voor Limburg is het risico het komende etmaal het grootst. In Brabant is de rivier breder. Daardoor is het overstromingsrisico’s er kleiner, maar toch vallen problemen volgens Jonkman ook daar niet uit te sluiten.

16.05 - Gat in dijk Meerssen gedicht, leger helpt met zandzakken

Het gat in de dijk van het Julianakanaal bij Bunde en Meerssen is vrijdagmiddag voorlopig gedicht. Dat maakte het Waterschap Limburg bekend. Een woordvoerder van de Veiligheidsregio Zuid Limburg relativeerde direct daarna, dat „gedicht” een groot woord is. De dijk is versterkt en gestut, zei hij, maar het gevaar is nog niet geweken.

Het leger is ingezet bij het dichten van een groot gat in de dijk van het Julianakanaal bij Meerssen. Er worden zandzakken en Big Bags geplaatst.

Om die reden werden alle dorpjes en buurtschappen in de omgeving vrijdagmiddag inderhaast ontruimd. Mensen moesten met gezwinde spoed naar hoger gelegen gebieden vertrekken. Het water had volgens de veiligheidsregio een groot gat geslagen. Omwonenden kregen een NL Alert met de boodschap dat iedereen onmiddellijk het gebied moet verlaten.

Mensen in Bunde, Voulwames, Brommelen en Geulle verlieten het gebied. In de buurt van de dijkdoorbraak gingen meerdere sirenes af om mensen te waarschuwen. „Dit gebied komt onder water te staan”, aldus de woordvoerder.

De veiligheidsregio adviseerde mensen die weg moesten eerst gas en licht af te sluiten om kortsluiting en brand te voorkomen. Ook moest de hoofdkraan van het water dicht, voordat ze de deur achter zich dichttrokken.

Na de dringende oproep om weg te gaan en het afgaan van het luchtalarm renden veel mensen naar hun auto’s. Anderen probeerden hun dieren waaronder paarden naar een veilig onderkomen te brengen.

Er ontstond een stroom van verkeer naar hoger gelegen delen. De weg bij het Julianakanaal is afgezet. De politie maande automobilisten die draalden om door te rijden en haast te maken. Legervoertuigen en voertuigen van andere hulpdiensten reden het gebied in, terwijl bewoners de andere kant op reden over de vaak smalle wegen. Het geheel maakte volgens verslaggevers ter plaatse een chaotische indruk.

https://www.telegraaf.nl/nieuws/286820240/live-rutte-roemt-veerkracht-limburg-visitekaartje-voor-nederland

Tom Kleijn terug naar 5 rampplekken: hoe is het leven er opgepakt? (Metronieuws)

https://www.metronieuws.nl/wp-content/uploads/2020/06/Tom-Kleijn-Na-de-klap-e1592078474792.png

Bij rampen komen vele camera’s verslag doen, maar na verloop van tijd zijn ze allemaal verdwenen. Tom Kleijn keerde op vijf ramplekken terug en maakte voor KRO-NCRV Na de klap.

Na de klap is vanaf vanavond (20.45 uur, NPO 2) vijf zondagen te zien. TV-journalist Tom Kleijn was in Londen (torenflatbrand), Genua (ingestorte brug), Californië (bosbranden), Fukushima (kernramp) en ons eigen Enschede (vuurwerkramp).

Kleijn, die zelf jarenlang verslag deed van rampen – hij werkte voor TweeVandaag, NOVA, Nieuwsuur en Brandpunt – vroeg zich af: „Hoe hebben de mensen die het meemaakten het leven weer opgepakt? Wat is er over van (overheids)beloften die na de ramp werden gedaan? En hoe gaat het nu, lang nadat stille tochten (behalve in Londen), hulpacties en die camera’s uit de hele wereld zijn verdwenen?” Hij denkt vaak aan mensen die hij geeft gesproken terug. „Dan zeg ik een jaar later opeens tegen cameraman zeg: hoe zou het met die mevrouw eigenlijk zijn? Wij journalisten gaan er naartoe, doen verslag en gaan weer weg. Gewoon eens teruggaan om je af te vragen hoe het nu met de mensen is, die vraag zie ik niet vaak beantwoord. Bij de meesten was ik welkom. Sommigen hebben hun verhaal al honderd keer verteld. Maar als je tijd met ze doorbrengt en interesse in ze toont, dan willen ze nog steeds graag hun verhaal doen.”

Na de klap Enschede in coronatijd gefilmd

Kleijn, samen met cameraman Joris Hentenaar winnaar van een Emmy Award 2006 voor de reportage Hunting for Taliban, rekent net een koffie af als hij Metro aan de telefoon heeft. Hij is in Nederland en kon alle buitenlandse rampplekken vóór coronatijd bezoeken. „Behalve Enschede, die is grotendeels in coranatijd opgenomen. De hele serie zou vanaf april worden uitgezonden, maar ja, toen kwam het virus en ging de programmering om.

„De ramp in Enschede was de enige waar ik zelf als journalist bij was. Verder… waar was ik allemaal?”, zegt de programmamaker. „Irak, Afghanistan, Israël, de aardbeving op Haïti, de nasleep van de tsunami in Thailand in 2004, schietpartijen in Amerika, bomaanslagen in Parijs, Manchester en Kopenhagen. Ja, ik heb wel wat verslagen gemaakt.”

https://www.metronieuws.nl/wp-content/uploads/2020/06/Na-de-klap-Tom-Kleijn-Emmy-Award.jpg

Tom Kleijn (rechts) en Joris Hentenaar, 14 jaar geleden. Hun NOVA-reportage Hunting for Taliban – van verslaggever Tom Kleijn en cameraman Joris Hentenaar leverde een internationale Emmy Award op. Foto: ANP / Bryan Brown

Ik trof mensen op hun allerallerslechtste moment

Een fascinatie voor rampen, zo wil Kleijn het niet altijd noemen. „Bij aanslagen kun je vaak niet zo veel doen. Je komt aan, een plek is afgezet en er staan bloemen en kaarsjes. Je probeert een ooggetuige of familielid te vinden, de dag erna ga je eens de wijk in. Bij de nasleep van aardbevingen en de tsunami heb je het over een langere periode. De fascinatie is dan de omstandigheden waarin je verkeert, die dan heel erg slecht zijn. Je kunt nergens slapen, er is amper eten, er is geen schoon water. De mensen die er wonen zijn op hun allerallerslechtste moment, zijn alles kwijt. En toch zijn er altijd al weer verhalen van mensen die iets doen, die andere mensen helpen, die hun huis openstellen. Er gebeurt dan zoveel tegelijk, zowel van het slechtste als het beste. Dat vind ik ongelooflijk. Deze serie gaat daarom ook niet alleen over ellende, ook over dingen die een ramp misschien heeft opgeleverd.”

https://www.metronieuws.nl/wp-content/uploads/2020/06/Na-de-klap-vuurwerkramp.jpg

De verwoeste wijk waar de explosie in de vurwerkopslag S.E. Fireworks zich in 2000 voordeed. Foto: ANP / Marcel Antonisse

Vuurwerkramp Enschede

13 mei 2000, ontploffing van een opslagruime van S.E. Fireworks; 23 doden, 950 gewonden, 200 woningen uit de wijk Roombeek verwoest.

In mei konden we Na de klap over de vuurwerkramp al zien, toen precies 20 jaar geleden. De uitzending vormt als herhaling nu het slotstuk op 12 juli. Vanavond zien we Londen en vervolgens Genua, Californië en Fukushima.

Kleijn kreeg in Enschede veel mensen voor de camera, ook zij die nog altijd lijnrecht tegenover elkaar staan. Waar de ramp voor de meeste Tukkers namelijk in het verleden ligt, is er een kleine groep betrokkenen die nog dagelijks met die meidag in 2000 bezig blijkt. Zoals de voormalige directeur van de vuurwerkfabriek, de weduwe van een van de omgekomen brandweermannen en een oud-rechercheur. Zij kunnen niet leven met het feit dat de oorzaak van de ramp nooit is opgehelderd. Daarom hebben zij onlangs nog aangifte gedaan en strijden zij verder.

Hoe goed ook gelukt, zegt Kleijn: „Door het filmen in coronatijd vind ik de andere vier nét iets indrukwekkender geworden volgens mij. De buitenlandse afleveringen spelen zich meer op straat af, tussen de mensen. Enschede moest noodgedwongen wat meer zittend aan een tafeltje op afstand gebeuren, dat werd daarom wat minder beeldend. Maar ik was tevreden hoor, 711.000 mensen hebben gekeken. Daarmee was het ’t best scorende programma van de avond op NPO 2, daar ben ik blij mee.”

https://www.metronieuws.nl/wp-content/uploads/2020/06/rampen-grenfell-londen-.jpg

De zwartgeblakerde woontoren Grenfell in Londen. Foto: AFP / Chris J. Ratcliffe

Brand Grenfell-woontoren Londen

14 juni 2017; 72 doden, 77 gewonden, 24 verdiepingen brandden af.

Kleijn loopt in de wijk Kensington onder meer mee in de stille mars die bewoners en omwonenden van de toren nog elke maand lopen. Nog altijd is niemand verantwoordelijk gesteld voor de zeer brandbare gevelplaten van het gebouw. Er gebeuren echter ook mooiere dingen. Zo ontmoet Kleijn een overlevende die met hart en ziel in een ‘community kitchen’ ging werken, iets wat een droom voor haar was. „Deze vrouw woonde met haar man, twee kinderen en demente schoonvader in Grenfell. Ze hoorde haar schoonvader door de kamer schuifelen. Ze dacht dat hij in de war was, maar zag toen dat de hele toren in de fik stond. Daar was die man kennelijk wakker van geworden. Ze hebben het overleefd, maar haar beste vriendin van een paar verdiepingen hoger niet. Die belde haar om hulp, maar in de paniek had de vrouw haar telefoon niet opgenomen. Ze heeft een groot schuldgevoel, terwijl ze anderhalf jaar met haar gezin met afhaalmaaltijden in een hotelkamer woonde. Koken is wat ze altijd deed, maar in de ‘community kitchen’ in een moskee is dat nu terug. Ze kookt met andere vrouwen uit Grenfell meer dan driehonderd maaltijden per week voor bijvoorbeeld buurthuizen en scholen en dat blijkt haar traumaverwerking.”

https://www.metronieuws.nl/wp-content/uploads/2020/06/rampen-brug-genua.jpg

De ingestorte Morandi-brug in Genua. Foto: EPA / Alessandro Di Marco

Instorting Morandibrug Genua

14 augustus 2018; 43 doden, 15 gewonden, het verkeer viel van 45 meter hoogte omlaag.

In Italië mengt Tom Kleijn zich onder de buurtgenoten van de Via Porro, de straat die werd getroffen door het instorten van de enorme brug. Een plek waar de emoties hoog oplopen als de laatste delen van de brug worden opgeblazen om een nieuwe te kunnen bouwen.

Kleijn: „Hoe groot is nou de kans dat zoiets gebeurt, wanneer jij er nét overheen rijdt? Het gebeurde wel met de zoon van een man waarbij ik in Genua in de auto ben ingestapt. Zijn zoon was bijrijder op een klein vrachtwagentje en appte elke ochtend met zijn vader. Hij stuurde dat hij de brug op reed en daarna hielden de app’jes op. Toen kwam zijn andere zoon de kamer in en die zei ‘moet je eens op tv kijken wat er met de Morandi gebeurd is’. Een heel heftig verhaal.”

https://www.metronieuws.nl/wp-content/uploads/2020/06/rampen-bosbranden-Paradise.jpg

Kimberly Spainhower geeft haar dochter Chloe van 13 een knuffel, terwijl hun man en vader Ryan zoekt in de puinhopen na de bosbranden van Paradise. Foto: AFP / Josh Edelson

Bosbranden Paradise, Californië

November 2018; 70 doden, 20.000 verwoeste gebouwen, heel Paradise en naburige Concow werden vernield.

Kleijn bezoekt ook Paradise in het Amerika waar hij langere tijd correspondent was en waar de bewoners letterlijk door een vuurzee weg moesten vluchten voor een allesverwoestende bosbrand. „In Paradise zelf gingen 11.000 huizen in vlammen op in vier uur tijd. Ik ben er met mensen die allemaal vergunningen aanvragen om weer te kunnen bouwen, terwijl er op dat moment letterlijk drie kwartier rijden verderop weer een bosbrand gaande is. Als ik ze dan vraag waarom ze er in hemelsnaam nog willen wonen, dan krijg ik ‘hallo, jij woont onder de zeespiegel; waar heb je het over?’ als antwoord. En dat is ook wel weer waar.”

 

https://www.metronieuws.nl/wp-content/uploads/2020/06/1-na-de-klap-fukushima.jpg

Een auto na de Tsunami van Fukushima en een man in een veilig pak door de kernramp die op die tsunami volgde. Foto: AFP / Yoshikazu Tsuno

Kernramp Fukushima, Japan

11 maart 2011, 100.000 mensen geëvacueerd; de kernramp gebeurde door en zeebeving met een daaropvolgende tsunami.

Het vrijwel uitgestorven Fukushima werd dus dubbel getroffen en er gebeurt nu iets tegenstrijdigs. Zo ontvangt de stad in 2021 een deel van de Olympische Spelen in Tokyo: het honkbaltoernooi zal er plaatsvinden. De burgemeester toont zich uitermate optimistisch en wil vooral laten zien hoe veilig het er weer is: Tom Kleijn mag fruit proeven dat in de streek geteeld is. En dat terwijl even verderop 17 miljoenen zakken met radioactieve aarde langs de wegen staan, waarvan men zich afvraagt waar het ooit naartoe moet. Kleijn: „In de stad woonden 20.000 mensen, waarvan er 800 in een spookstad zijn teruggekomen. Maar ja, waarvoor eigenlijk?”

Was hij niet bang voor de zakken radioactieve troep? „Nee hoor, er zijn stralingsmeters, sluizen en speciale pakken en je hebt gebieden waar je wel en waar je niet mag komen. Op zich is de straling niet heel gevaarlijk, je weet alleen niet precies hoe lang je erin kunt blijven. Dus tja, om er nu weer te gaan wonen… Wat voor een effect heeft dat dan? Daar zijn de mensen uit Fukushima wantrouwig om.”

Lees ook: Eerste We Want More scoort, wat was gaaf en wat was minder?

https://www.metronieuws.nl/entertainment/2020/06/tom-kleijn-terug-naar-5-rampplekken-hoe-is-het-leven-er-opgepakt/

Dag van de Brandweergeschiedenis “Brandweer en Natuurrampen” in Borculo, 7 maart 2020 (VBB)

Publicatiedatum: 15 maart 2020.
Auteur: Ing. Martin Evers MCDm (Voorzitter Netwerk Geschiedenis Brandweer Nederland).

https://www.brandweer.org/wp-content/uploads/2020/03/art-dag-brwgeschied-2020-wbh-01-binnenkomst-gasten-©PS-744x496.jpg

Op 7 maart 2020 werd voor de zesde maal de Dag van de Brandweergeschiedenis gehouden. Verbindend thema was dit jaar “Brandweer en Natuurrampen”. Zo’n 70 deelnemers waren op deze zonovergoten zaterdag naar de heerlijk warme en na de stormramp van 1925 grotendeels herbouwde laatgotische Joriskerk in Borculo gekomen.

Burgemeester Joost van Oostrum van Berkelland, waarvan Borculo sedert 2005 deel uitmaakt, heette iedereen hartelijk welkom en sneed in vogelvlucht de roemruchte geschiedenis van het Berkelstadje op het snijvlak van Gelre en het Bisdom Münster aan.

https://www.brandweer.org/wp-content/uploads/2020/03/art-dag-brwgeschied-2020-wbh-02-burgemeester-Berkelland-JoostVanOostrum-©PS.jpg

Dagvoorzitter Koos Scherjon riep de cycloon in herinnering die op 10 augustus 1925 Borculo verwoestte. De nagedachtenis hieraan leidde tot een stormrampmuseum dat in 1970 is opgegaan in  het huidige Brandweer- en Stormrampmuseum dat dit jaar 50 jaar bestaat. Het gouden jubileum van het museum en de herinnering aan de cycloon vormden dit jaar de grondslag voor het thema van de Dag van de Brandweergeschiedenis.

Stormramp Borculo in 1925

https://www.brandweer.org/wp-content/uploads/2020/03/art-dag-brwgeschied-2020-wbh-03-BenVanDijk-©RJ-744x497.jpg

Kenner van de Borculose geschiedenis, Ben van Dijk, beet het spits af met de inleidingen door aan de hand van indrukwekkend fotomateriaal de gevolgen van de cycloon en de hulpverlening en weder-opbouw van Borculo toe te lichten. Borculo werd in de namiddag van 10 augustus door een bijzonder meteorologisch verschijnsel getroffen, waarbij koude en warme luchtstromen vanuit verschillende windrichtingen elkaar ontmoetten in een zogenaamde “supercell”. De zeer krachtige (met windsnel-heden van circa 170 tot 200 kilometer per uur) neerwaartse, horizontale als opwaartse spiraalvormige windstromen richtten een enorme schade aan in een gebied dat begon in Oost-Brabant (Gemeenten Landerd en Mill en Sint Hubert) en via Grave, Heumen, Millingen aan de Rijn, Montferland, Doetin-chem, Ruurlo en eindigde in Borculo en Neede.

https://www.brandweer.org/wp-content/uploads/2020/03/art-dag-brwgeschied-2020-wbh-04-BenVanDijk-©RJ-744x497.jpg

In Borculo vielen 3 doden, 150 gewonden, 2.000 daklozen, werden 240 woningen verwoest en raakten 749 gebouwen beschadigd. Onder leiding van de niet door alle hogere autoriteiten gewaardeerde burgemeester De Muralt en zijn rechterhand Maas Geesteranus werden zowel de rampenbestrijding, crisisbeheersing en wederopbouw voortvarend aangepakt. De grondslagen van met name de huidige bevolkingszorgprocessen waren toen al zicht-baar. De Borculose stormramp vormde aanleiding voor de oprichting van het Nationaal Rampenfonds en in 1970 het Brandweer- en Stormrampmuseum.

Inzet brandweer Waternoodramp 1953

https://www.brandweer.org/wp-content/uploads/2020/03/art-dag-brwgeschied-2020-wbh-05-PeterSnellen-©RJ-744x497.jpg

Brandweerhistoricus Peter Snellen deed op indrukwekkende wijze verslag van zijn speurwerk naar het weinig bekende optreden van zowel de Nederlandse brandweer als van de Italiaanse brandweer (Vigili del Fuoco) en het Technisches Hilfswerk (THW) uit West-Duitsland na de waternoodramp in Zuidwest-Nederland van 1 februari 1953. Niet alle plaatselijke, regionale en landelijk autoriteiten bleken adequate crisismanagers te zijn waardoor het waarschuwen, het tijdig evacueren van de bevolking en de coördinatie van de hulpverlening in veel, maar gelukkig niet alle gemeenten te laat op gang kwam. Door gebrekkige verbindingen drong de impact van de overstromingen en aangerichte verwoestingen pas laat tot de regering in ’s-Gravenhage door. De leden van lokale brandweren in de getroffen gebieden waren meestal zelf ook slachtoffer van de watersnood en konden in eerste instantie daardoor vaak weinig hulp verlenen. Met name het Rode Kruis en militairen hebben zich bij de hulpverlening en redding verdienstelijk gemaakt. Nadat de eerste dijken provisorisch waren hersteld werden beroepsbrandweren samen met het Korps Mariniers ingeschakeld bij het bergen van stoffelijke overschotten en tal van vrijwillige brandweren bij het leegpompen van ondergelopen kelders en gebieden.  THW-eenheden maakten zich verdienstelijk met het herstel van nutsvoorzieningen en de Italiaanse brandweer verleende hulp bij dijkherstel en transport met amfibievoertuigen in onder-gelopen gebieden in West-Brabant. Bij de watersnoodramp vielen er 874 in slachtoffers in Zeeland (Schouwen-Duiveland, Tholen, Sint Philipsland, Walcheren, Beveland en Zeeuws-Vlaanderen), 481 in Zuid-Holland (Goeree-Overflakkee en Hoekse Waard) en 254 in West-Brabant. 47.000 stuks vee en 140.000 stuks pluimvee kwamen om, 200.000 hectare liep onder zeewater, 3.000 woningen en 300 boerderijen werden verwoest, 40.000 woningen en 3.000 boerderijen werden beschadigd. 72.000 mensen moesten worden geëvacueerd.

Brandweererfgoed, een onmisbare schakel tussen verleden en toekomst

https://www.brandweer.org/wp-content/uploads/2020/03/art-dag-brwgeschied-2020-wbh-06-IJleStelstra-©RJ-744x497.jpg

Met als titel “Brandweer en erfgoed: onmisbare schakel tussen historie en toekomst” stond directeur  Instituut Fysieke Veiligheid IJle Stelstra stil bij het belang van behoud van historisch brandweererfgoed voor de toekomst van de brandweer. Erfgoed en in het bijzonder daarvan de museale presentatie voor het publiek dragen bij aan het intrinsieke belang van de brandweer voor de fysieke veiligheid van onze samenleving. De brandweergeschiedenis maakt onderdeel uit van de nationale geschiedenis en is om die reden al waardevol. Het koesteren van erfgoed en de bijbehorende verhalen kunnen bijdragen aan de erkenning, waardering en de trots van brandweermensen. Het koesteren van het erfgoed en de bijbehorende verhalen kunnen bijdragen aan trots, erkenning en waardering van brandweermensen.  Sinds Jan van der Heijden is de brandweer al een innovatieve organisatie! Oók de soms kleine lokale initiatieven tot behoud van brandweererfgoed verdienen het gekoesterd en ondersteund te worden. Het aantrekkelijk presenteren van het erfgoed kan bijdragen aan een positief beeld van de brandweer en jonge mensen enthousiast maken voor de brandweer (als beroeps of vrijwilliger). Hiermee wordt aangesloten op de landelijke problematiek van werving en behoud van brandweervrijwilligers. Tenslotte draagt kennis laten maken met zowel historisch brandweererfgoed als met moderne middelen ter voorkoming, beheersing en bestrijding van fysieke onveiligheid bij aan het vergroten van het veiligheidsbewustzijn. Helaas gaan we nog niet goed met het brandweererfgoed om. Het beheer hiervan is vaak versnipperd. Het Nederlands Veiligheidsinstituut (NVI-P!T) is jammergenoeg niet goed van de grond gekomen. De subsidie van het ministerie van Justitie en Veiligheid gaat stoppen en dat heeft onvermijdelijke consequenties voor zowel het voortbestaan van het NVI-P!T als mogelijk ook voor het Nationaal Brandweermuseum in Hellevoetsluis. Er zijn wel veel initiatieven van enthousiaste vrijwilligers, maar deze hebben geen grondslag in een samenhangend museaal plan, zijn vaak versnipperd en niet gebaseerd op professionele kennis. Naar de toekomst toe onderzoekt een task-force mogelijkheden voor behoud en museale presentatie van brandweererfgoed. Vragen daarbij zijn: wie zijn onze doelgroepen, biedt een centrale voorziening of meerdere decentrale voorzieningen perspectief, moet aansluiting worden gezocht bij een bestaand museum, zoeken we aansluiting bij riskfactories? Inbreng van deskundigen op het gebied van historisch brandweererfgoed is hierbij zeer welkom, aldus IJle.

Stadswandeling Borculo

https://www.brandweer.org/wp-content/uploads/2020/03/art-dag-brwgeschied-2020-wbh-09-middagwandeling-Borculo-©RJ-744x497.jpg

In de middagpauze werd een rondwandeling langs enkele historische objecten gehouden terwijl gelijktijdig de lunch kon worden gebruikt. Naast wederopbouwwoningen na de stormramp, kwamen ook een historisch spuithuis voor vroegere handbrandspuiten, de Joodse Synagoge en het vroegere kasteel van Borculo aan bod.

https://www.brandweer.org/wp-content/uploads/2020/03/art-dag-brwgeschied-2020-wbh-08-middagwandeling-Borculo-©RJ-744x497.jpg

https://www.brandweer.org/wp-content/uploads/2020/03/art-dag-brwgeschied-2020-wbh-07-middagwandeling-spuithuisje-©PS-744x496.jpg

Bosbrand Arnhem-Schaarsbergen 1976 en huidige natuurbrandbestrijding

https://www.brandweer.org/wp-content/uploads/2020/03/art-dag-brwgeschied-2020-wbh-10-KoosScherjon-met-PeterKnobbe-en-MargreetZoer-©PS-744x496.jpg

Dagvoorzitter Koos Scherjon (links) in gesprek met Margreet Zoer en Peter Knobbe

Na de middagpauze blikten Peter Knobbe, oud-hoofd afdeling Opleiding, hoofdafdeling Brandweer, ministerie van Binnenlandse Zaken, docent natuurbrandbestrijding Rijksopleiding voor brandweer-officieren en latere commandant Brandweer Renkum en Margreet Zoer, programmamanager Natuurbrandbestrijding Instituut Fysieke Veiligheid terug op zowel de bestrijding van de tot nu toe grootste bosbrand in Nederland die op 7 juli 1976 ten noordoosten van Arnhem plaatsvond, als op de huidige wijze waarop natuurbranden worden bestreden. Peter zette de toenmalige organisatie van de natuurbrandbestrijding uiteen waarin onder de vlag van het “Veluwsch Bosbrandweercomité” (VBC) op warme en droge dagen brandtorens werden bemand waaruit waarnemingen en brandpeilingen werden gedaan. Vanuit de meldkamers in de steunpunten Arnhem, Ede, Apeldoorn en Harderwijk konden aan de hand van meerdere brandpeilingen vermoedelijke brandlocaties worden vastgesteld en werden brandweereenheden, militairen en andere hulpverleners en particuliere watertankauto’s ingezet.

https://www.brandweer.org/wp-content/uploads/2020/03/art-dag-brwgeschied-2020-wbh-11-PeterKnobbe-en-MargreetZoer-©RJ-744x497.jpg

Belangrijk knelpunt vormde het ontbreken aan voldoende verbindingsmiddelen en een helder overzicht van waar ingezette eenheden zich daadwerkelijk bevonden. Er kon gelukkig een beroep worden gedaan op ‘s-lands enige verbindingscommandoauto van het ministerie van Binnenlandse Zaken. Belangrijkste opgave was het bepalen van de juiste zwaartepunten en de beschikbaarheid over voldoende terreinvaardig brandweermaterieel. Helaas zijn enkele brandweervoertuigen in het bosterrein vastgelopen en door brand verwoest. Met behulp van kaartmateriaal, windrichting en brandhaarden konden globale voorspellingen over het verwachte brandverloop worden gedaan. Met medewerking van Genie- (rupsdozers) en Cavalerie- (tank)eenheden van de Koninklijke Landmacht konden brandgangen worden gemaakt zodat de natuurbrand tijdig voor het bedreigde Mobilisatie-complex Duivelsberg kon worden gestopt. In het huidige plaatje wordt gewerkt aan de inzet van satellietwaarnemingen om bosbranden op te sporen.

https://www.brandweer.org/wp-content/uploads/2020/03/art-dag-brwgeschied-2020-wbh-12-PeterKnobbe-en-MargreetZoer-©RJ-744x497.jpg

Daarnaast wordt op dit moment nog gebruik gemaakt van luchtwaarnemingen vanuit vliegtuigen (Ajax Noord en Zuid). Uitgangspunt voor de huidige aanpak vormt het specialisme Natuurbrandbestrijding in het kader van het Grootschalig Brandweeroptreden. (GBO-SO)  Dankzij adequate digitale beslissingsondersteunende, plaats-bepalings- en plotsystemen, drones en helikopters kan zowel het (verwachte) brandverloop als inzet van eenheden worden gecoördineerd, zo vertelde Margreet. Watertankauto’s, speciale natuurbrand-weervoertuigen, bronpompen in combinatie met daartoe geboorde putten, Chinook- of Cougarheli-kopters met firebuckets van de Koninklijke Luchtmacht en desnoods grootschalig watertransport vormen actuele hulpmiddelen om samen met geoefende en ter zake deskundige brandweereenheden te slagvaardig te kunnen optreden. Ter voorkoming en beheersing van natuurbranden is adequaat terrein- en vegetatiebeheer door natuurterreinbeheerders zoals Staatbosbeheer en anderen nood-zakelijk. Ook brandonderzoek na afloop van natuurbranden moet bijdragen aan het beter voorkomen, beheersen en bestrijden van natuurbranden.

16 jaar USAR.NL

https://www.brandweer.org/wp-content/uploads/2020/03/art-dag-brwgeschied-2020-wbh-13-MartinEvers-©PS.jpg


Martin Evers, plaatsvervangend landelijk commandant USAR.NL en plaatsvervangend commandant Brandweer Haaglanden zette in een aansprekend betoog het ontstaan van de Urban Search and Recue eenheid in Nederland uiteen. Aanleiding voor het ontstaan van USAR.NL vormde het onderzoek van de Commissie Oosting naar aanleiding van de vuurwerkramp in Enschede in 2000. In actiepunt 65 van zijn Kabinetsstandpunt gaf het Kabinet zichzelf de opdracht tot “Het bevorderen dat een bijstandseenheid voor search and rescue wordt opgericht, die zowel in binnen- en buitenland inzetbaar is.” Bij de vuurwerkramp werd de beschikbaarheid over multidisciplinair samengestelde reddingseenheden die zowel in eigen land of elders in het Koninkrijk der Nederlanden als daar-buiten in staat zijn om onder puin bedolven slachtoffers op te sporen en te redden gemist. Dit gemis was al eerder naar voren gekomen bij de hulpverlening na de hevige aardbeving op 17 augustus 1999 in het Turkse Izmit en bij de analyse van de hulpverlening na de aanslag op 11 september 2000 op de “Twin-towers” in New York. Weliswaar had in 1995 de toenmalige Regionale Hulpverleningsdienst Rotterdam-Rijnmond – deels met uitrusting van de toenmalige Hulpverleningsregio Haaglanden – op verzoek van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties reeds in Koninkrijksverband met een brandweercompagnie bijstand verleend aan het door de orkaan Luis getroffen Sint Maarten. De middelen en mogelijkheden van de reddingseenheden van een brandweercompagnie bleken niet zonder meer geschikt voor snelle internationale inzet bij aardbevingsrampen en het hiertoe noodzakelijke luchttransport. Door het ontbreken van een grondige voorbereiding had het lang geduurd voor de eenheid ter plaatse was waardoor deze geen rol meer in de acute fase (eerste 72 uur) heeft kunnen spelen. De daartoe op nationaal niveau ingestelde breed samengestelde werkgroep internationale bijstandsverle-ning[1] kwam al in 2000 met een advies op het gebied van wijze van besluitvorming, aanwijzing en voorbereiding van de eenheden, transport, mee te nemen materialen, bekostiging, vaccinatie, mate van zelfverzorging betreffende eten, drinken en slapen. In november 2003 installeerde de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties USAR.NL als Nederlandse bijstands-eenheid voor het zoeken en redden van ingesloten of bedolven slachtoffers bij rampen in binnen- en buitenland.

Het USAR.NL team bestaat uit vier reddingsgroepen (SAR Groups), een staf- en ondersteunings-groep (Staff and Support Groups) en een commandogroep (Command Group). De organisatie is multidisciplinair samengesteld en bestaat uit zoek- en reddingspersoneel, verpleegkundigen en artsen, speurhondengeleiders, bouwkundigen, ondersteunend personeel en leidinggevenden. USAR.NL telt bij een inzet zo’n 61 medewerkers en 8 speurhonden. Hiervoor kan geput worden uit een personeelsbestand van ca. 145 medewerkers. De medewerkers van USAR.NL zijn afkomstig van de Veiligheidsregio’s en Regionale Ambulancevoorzieningen Rotterdam-Rijnmond, Haaglanden, Hollands Midden en Zuid-Holland-Zuid, Nationale Politie, Haaglanden Medisch Centrum, het Instituut Fysieke Veiligheid, Ministerie van Defensie, Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Veiligheid en het Ministerie van Buitenlandse Zaken. Aansturing van USAR.NL vindt plaats door het “Office for the Coördination of Humanitarian Affairs” (UN-OCHA) van de Verenigde Naties in Genève. In totaal beschikken de Verenigde Naties over 21 USAR-teams waarvan 13 uit Europa. De leiding van USAR.NL is in handen van Arjen Littooy, Directeur veiligheidsregio Rotterdam- Rijnmond. In januari 2019 behaalde USAR.NL voor de 3e maal de classificatie Heavy USAR team.

Sedert de oprichting is USAR.NL in 2005 ingezet in Pakistan (aardbeving), 2010 in Haïti (aardbeving), 2015 in Rotterdam-Schiebroek (explosie), in Heerlen (explosie) en in Nepal (aardbeving) en in Alphen aan den Rijn (ongeval bij plaatsen Koningin Julianabrug), 2017 in Sint Maarten (orkaan Irma) en in 2019 in ’s-Gravenhage (explosie).

Natuurrampen op Sint Maarten en Sint Eustachius

https://www.brandweer.org/wp-content/uploads/2020/03/art-dag-brwgeschied-2020-wbh-14-AntonSlofstra-©RJ-744x497.jpg

Anton Slofstra, toenmalig commandant USAR.NL bij de inzet op Sint Maarten en Sint Eustachius en thans commandant Brandweer Veiligheids- en Gezondheidsregio Regio Gelderland-Midden, deed verslag van de inzet van USAR.NL op Sint Maarten in 2017 naar aanleiding van de orkaan Irma. Voor het goede begrip van de staatkundige verhoudingen zette Anton uiteen dat Curaçao, Aruba en Sint Maarten als soevereine en gelijkwaardige landen binnen het Koninkrijk der Neder-landen worden aangemerkt en Bonaire, Saba en Sint Eustachius als bijzondere Nederlandse gemeenten. Nederland is verantwoordelijk voor de zogenaamde Koninkrijksaangelegenheden waaronder buitenlandse betrekkingen, defensie en rechtsspraak. Curaçao, Aruba en Sint Maarten zijn zelf verantwoordelijk voor rampenbestrijding en crisisbeheersing, doch kunnen hierbij wel een beperkt beroep doen op het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijks-relaties. Bonaire, Saba en Sint Eustachius vallen onder Nederlandse wetgeving op het gebied van brandweer- en rampenbestrijding waarop het Ministerie van Justitie en Veiligheid toezicht uitoefent. Sint Maarten bestaat uit een “Nederlands” (34 km2) en een Frans (53 km2) gedeelte. Op het Nederlandse gedeelte wonen 40.000 legale en 20.000 illegale bewoners. Sint Maarten is sterk afhankelijk van toerisme. Na de orkaan Luis in 1995 is door de daartoe in het leven geroe-pen Stichting rampenbestrijding Nederlandse Antillen (Stirana) in het kader van het Project versterking brandweer Nederlandse Antillen en Aruba gewerkt aan de versterking van de rampenbestrijding. Anton was projectleider in de periode 1998- 1999.

Op grond van het “Sint Maarten National Disaster Management Plan 2018” wordt de rampen-bestrijding en crisisbeheersing op Sint Maarten aangestuurd door de Minister-President van Sint Maarten in afstemming met de Procureur Generaal van Justitie en de commandant der Zeemacht Caribisch Gebied. De operationele leiding is opgedragen aan de Nationaal Coördinator Rampenbestrijding in de persoon van de Commandant Brandweer Sint Maarten. Deze stuurt 10 secties (Emergency Support Functions – ESF’s) aan. In het “On Scene Command” (Commando Plaats Incident) hebben in ieder geval leidinggevenden van de brandweer, de politie en publieke gezondheidszorg zitting.

Op 6 september 2017 werd Sint Maarten en in mindere mate Sint Eustachius en Saba getroffen door de orkaan Irma. Irma was een categorie 5 orkaan en geldt als de zwaarste orkaan waardoor Sint Maarten tot nu toe is getroffen. Windsnelheden werden bereikt tot 295 km/uur en windstoten tot 360 km/uur. De verwoestingen waren enorm: 30% bouwwerken verwoest, 20% zwaar beschadigd en 40% beschadigd, drinkwater- en energievoorziening en infrastructuur verwoest. Dankzij beschermende onderkomens vielen op het “Nederlandse” gedeelte van Sint Maarten 4 doden en 34 gewonden en op het Franse gedeelte 8 doden en een onbekend aantal gewonden. Vanwege de aanwezigheid van grote aantallen illegale bewoners, wier veelal zelfgebouwde  geïmproviseerde woningen en bezittingen verwoest waren, vond grootschalige plundering van verwoeste of beschadigde winkels, hotels en woningen plaats. Handhaving van de openbare orde waren daarom naast het bieden van hulp en verstrekken van water, voedsel en slaapgelegenheid de belangrijkste prioriteiten.

Reeds op 9 september landde een eerste verkenningseenheid en op 11 september werd het volledige USAR.NL team (63 personen) ingevlogen. USAR.NL heeft zich tot 25 september ingezet op het vrijmaken van de infrastructuur, ondersteunen van de coördinatie van de hulpverlening, distributie van hulpgoederen, ondersteunen van brandweer en ambulancezorg, schoonmaken van met name scholen en provisorisch herstellen van daken. Het team was door het ontbreken van voedsel, water en verbindingen ter plaatse geheel op eigen middelen aangewezen. Naast USAR.NL werd met name door het Korps Mariniers en militairen van andere eenheden hulp aan de bewoners van Sint Maarten verleend. De inzet van USAR.NL vormde tegen de achtergrond van de enorme uitdagingen voor iedereen een leerzame ervaring.

Afsluiting in Brandweer- en Stormrampmuseum Borculo

Aan het einde van het symposium dankten dagvoorzitter Koos Scherjon en voorzitter Netwerk Geschiedenis Brandweer Nederland Martin Evers alle inleiders en werkers voor en achter de schermen, in het bijzonder ook van het Brandweer- en Stormrampmuseum en  van de Joriskerk, voor het plezierige en succesvolle verloop van het symposium.

De “Dag van de brandweergeschiedenis” werd vanwege het 50-jarig jubileum van het museum afgesloten met een bezoek, hapje en drankje in het Brandweer- en Stormrampmuseum Borculo.

https://www.brandweer.org/wp-content/uploads/2020/03/art-dag-brwgeschied-2020-wbh-15-Museum-ZZ-62-61-©PS-744x496.jpg

https://www.brandweer.org/wp-content/uploads/2020/03/art-dag-brwgeschied-2020-wbh-16-Museum-PF-20-46-©SF-744x496.jpg

[1] Afdeling Humanitaire Hulp van het Ministerie van Buitenlandse Zaken, Defensie Crisisbeheersings Centrum van het Ministerie van Defensie, College Commandanten van Regionale Brandweren, Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, Nederlandse Rode Kruis, Ministerie van Verkeer en Waterstaat, directie Brandweer en Rampenbestrijding en het Nationaal Coördinatie Centrum van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

Fotografie:
Titel foto: Rob Jastrzebski, bewerkt door Peter Snellen
Brandweervoertuig Haren in Museum: Simon Frank
Overige foto’s: Peter Snellen en Rob Jastrzebski

Het bericht Dag van de Brandweergeschiedenis “Brandweer en Natuurrampen” in Borculo, 7 maart 2020 verscheen eerst op Nederlandse Vereniging van Belangstelenden in het Brandweerwezen.

https://www.brandweer.org/dag-van-de-brandweergeschiedenis-brandweer-en-natuurrampen-in-borculo-7-maart-2020/?utm_source=rss&utm_medium=rss&utm_campaign=dag-van-de-brandweergeschiedenis-brandweer-en-natuurrampen-in-borculo-7-maart-2020