Dinosauriërs uitgestorven door enorme stofwolk na meteorietinslag (JFK)

Hoe zijn de dinosauriërs uitgestorven? Al jaren een bekend vraagstuk. De twee leidende theorieën: een vulkaanuitbarsting en een meteorietinslag. Welke van de twee is het? Nieuw onderzoek beweert dat geen van beide de directe reden voor het uitsterven van de dino’s is. Een enorme stofwolk, die onstond na de meteorietinslag, zal de grootste boosdoener zijn geweest.

Zo heeft de inslag van de meteoriet wel een grote rol in dit hele verhaal, maar is vooral de nasleep van die inslag belangrijk. Deze inslag vond z’n 66 miljoen jaar geleden plaats en veroorzaakte onder meer dus een enorme stofwolk. Dat stof heeft uiteindelijk de dino’s de nek omgedraaid, blijkt uit het nieuwe onderzoek, dat werd gepubliceerd in het wetenschappelijke tijdschrift Nature Geoscience.

Hoe zijn de dinosauriërs uitgestorven?

We vinden het maar knap hoe onderzoekers steeds meer te weten komen over de geschiedenis en het eerdere leven op aarde. Dinosauriërs zijn de meest magistrale wezens die ooit op aarde hebben rondgelopen. Helaas zullen we er nooit eentje in het echt zien, tenzij er Jurassic Park-praktijken plaastvinden.

Toen de planetoÏde insloeg op aarde, veroorzaakte dat een gigantische klap. Voor jullie beeld: de impact was zwaarder dan een miljard kernbommen bij elkaar. Geloof het of niet, maar genoeg dino’s overleefden deze klap. Maar na de inslag onstonden er bosbranden, vulkaanuitbarstingen en enorme hoeveelheden zwavel over de hele wereld.

Dat zijn allemaal ‘moordmechanismen’ die de dino’s fataal kunnen worden. ‘Maar volgens Belgische onderzoekers is er jarenlang te weinig aandacht besteed aan de biljoenen tonnen stof, roet en zwavel die in de jaren na de impact in de atmosfeer ronddwarelden’, zegt NU.nl.

Wat is dan het gevaarlijke aan die stofwolk? Nou, die stofwolk blokkeerde de zon en dat leidde tot een wereldwijde winter. Bomen, planten en struiken konden niet meer groeien en dat had grote effecten voor alle dieren op aarde. 75 procent van de dinosaurussoorten op aarde zou door dit uiteindelijk fataal worden.

Dat stof kan tot vijftien jaar in de atmosfeer blijven hangen. Uit het onderzoek blijkt dat planten hierdoor z’n twee jaar lang niet hebben kunnen groeien via fotosynthese (proces waarbij planten zonlicht gebruiken om te groeien). Vooral silicaatstof zal de atmosfeer ondoorzichtig hebben gemaakt. Daardoor kon de planeet tot wel 15 graden afkoelen. Een paar jaar lang zal de aarde een donkere en koude plek zijn.

We spreken hier dus over een sluipende moordenaar. De meteorietinslag en de stofwolk die volgde doodde niet alle dinosauriërs in één keer, maar uiteindelijk leidde alle gevolgen ertoe dat drie op de vier soorten omkwamen.

https://jfk.men/news/dinosauriers-uitgestorven-meteoriet-stofwolk-onderzoek/

Brandweer ontwikkelt scenario’s voor grote natuurbranden (Beveiliging)

https://www.beveiliging.nl/wp-content/uploads/2016/03/Brand554-e1456842004268-150x150.jpg

Brandweer Nederland schetst in een nieuw rapport meerdere scenario’s voor natuurbranden op regionaal en bovenregionaal niveau. De scenario’s zijn ontwikkeld op basis van kenmerken van eerdere natuurbranden.

De rapportage bevestigt volgens NIPV dat natuurbranden in Nederland in toenemende mate een uitdaging gaan vormen. De brandweer kan nu uitgaan van historische data over (grote) natuurbranden die er in Nederland hebben gewoed en de kenmerken daarvan.

Op basis daarvan kan worden vastgesteld waar de brandweer logischerwijs rekening mee moet houden in de voorbereiding op grote natuurbranden. In de rapportage zijn verschillende realistische scenario’s uitgewerkt.

https://www.beveiliging.nl/nieuws/brandweer-ontwikkelt-scenarios-voor-grote-natuurbranden

Geen tijd meer om te polderen (geannoteerd verhaal) (Investico)

http://files.platform-investico.nl/app/uploads/2023/03/08180735/ANP-448740609-875x655.jpg

Een boer is zijn akker aan het sproeien met water ivm de droogte

Klimaatverandering zet ons watersysteem aan alle kanten onder druk. Waterschappen staan voor grote uitdagingen, maar bewandelen liever samen met de boeren de weg der geleidelijkheid. En als het Rijk nieuw waterbeleid wil opleggen, lobbyt de landbouw de concrete maatregelen eruit.

Een zwarte auto met een natgeregende rode zakdoek aan de achterbak draait het parkeerterrein van Kinderdijk op. Verderop, achter de dijk staan de negentien molens die in de achttiende eeuw de achterliggende Alblasserwaard droog pompten en tegenwoordig UNESCO Werelderfgoed zijn. In deze oer-Hollandse komen acht aspirant-politici van de BoerBurgerBeweging vandaag op werkbezoek bij de moderne versie van een molen: het J.U. Smitgemaal.

Corine Peek, gestoken in sjaal en jas voorzien van het felgroene partijlogo, is bij de aankomende waterschapsverkiezingen lijsttrekker voor waterschap Rivierenland, Dat waterschap strekt zich uit langs de grote rivieren over de breedte van Nederland, van de Biesbosch tot de Duitse grens. Zelf woont Peek in de Betuwe, waar ze 250 melkkoeien houdt.

STEUN INVESTICO

‘Ik had niet verwacht dat ze me meteen lijsttrekker zouden maken’, zegt ze. Ze was nooit politiek actief, maar door de discussie over of boeren nog wel verzekerd zouden blijven van zogenoemde ‘geborgde zetels’ in het waterschap, stelde ze zich kandidaat. ‘De kennis van de boeren moet behouden blijven’, zegt ze, ‘je gaat ze missen als ze niet meer in het waterschap zitten.’ Ze is duidelijk wat de kerntaken van de waterschappen zouden moeten zijn: ‘Hoogwaterbescherming en zorgen voor schoon water. Niet allerlei natuurprojecten.’

Peek vreest voor al te veel Haagse bemoeienis met hoe het watersysteem hier wordt onderhouden. ‘Geen landelijke normen voor het waterpeil’, staat bijvoorbeeld in het verkiezingsprogramma1 van BBB Rivierenland. De toenemende droogte in ons land is ook voor de boeren een probleem, zo zegt het programma: ‘Bij extreme droogte is het besproeien van gewassen noodzakelijk voor een goede opbrengst.’

Veranderend klimaat, veranderend beleid

En extreme droogte wordt steeds gebruikelijker. De zomer van 2018 was de droogste sinds de jaren 70. Er viel zo weinig regen dat boeren hun gewassen zagen verpieteren, vaarwegen te ondiep werden voor de binnenvaart, en bos- en heidegebieden in brand vlogen. Zomers als deze komen eens in de dertig jaar voor, berekende het KNMI toen. Maar de zomers van 2019, 2020 en 2022 waren ook uitzonderlijk droog2. Eind vorig jaar stelde het KNMI officieel vast3 dat hier sprake is van gevolgen van klimaatverandering. En hoe meer het klimaat verandert, hoe droger het zal worden. Tegelijkertijd neemt de kans op rampzalige overstromingen, zoals in 2021 in Limburg toe.4

Afgelopen najaar kondigde minister Harbers van Infrastructuur en Waterstaat daarom nieuw waterbeleid aan dat radicaal breekt met het verleden. Waar Nederland eeuwenlang het watersysteem aanpaste aan de landbouw, woningbouw en industrie, moet dit nu andersom, schrijft de minister. Het grondwaterpeil moet omhoog, en regen moet langer worden vastgehouden in de bodem5.

“Concrete maatregelen en doelen werden uit de plannen van de minister gelobbyd door de landbouwsector”

Grote woorden, maar concrete maatregelen en doelen werden uit de plannen van de minister gelobbyd door de landbouwsector, blijkt uit onderzoek van Platform Investico voor De Groene Amsterdammer, Trouw en De Gelderlander. De minister speelt de bal voor moeilijke keuzes zo door aan de lagere overheden: provincies en waterschappen moeten de beslissingen gaan nemen wie waar nog ruimte krijgt in ons land6.

Maar de waterschappen komen voort uit een traditie van consensus met het boerenland, dus zetten ze vooral in op proefprojecten, met de partijen die dat willen. De echt pijnlijke keuzes blijven buiten beeld, ook omdat provincies, gemeenten en waterschappen op elkaar wachten bij het nemen van de eerste stap. Dat is dankzij klimaatverandering simpelweg niet langer houdbaar, zeggen betrokkenen. ‘Je kunt niet blijven polderen tot Sint-Juttemis.’

Natuurbehoud

‘Hier is het allemaal om te doen,’ zegt Wim van Opbergen. Hij zit op zijn knieën in het hoge gele gras tussen de dorre struiken, aan de rand van een kleine vijver. Van Opbergen is de voorman van actieclub Werkgroep Behoud de Peel, en probeert het natuurgebied met bezwaarschriften en rechtszaken te beschermen. Hij strekt zich uit, grijpt met twee handen in het water en vist er een stuk groen mos uit. Het is het enige stukje groen in een verder droge, bruine omgeving. Hij knijpt zijn handen samen en het water stroomt uit het mos alsof hij een spons uitwringt. ‘Dat water moet hier overal weer terugkomen.’

Vijf meter verderop staan de zwartgeblakerde restanten van een boom. ‘Die heeft het niet overleefd’. Twee jaar geleden woedde hier in De Peel de grootste natuurbrand ooit in Nederland. 800 hectare van het beschermde Natura2000-gebied ging daarbij verloren7. Om de boom staan dorre, bruine varens. Ook de regen van de afgelopen wintermaanden heeft het gebied niet doen opleven. Staatsbosbeheer heeft de bomen gerooid om een meters brede ‘brandbaan’ aan te leggen, die moet een eventuele volgende natuurbrand afremmen. Het is een naar gezicht, die kale strook, vindt Van Opbergen. ‘Je kunt er ook voor zorgen dat het hier nat genoeg is, dan fikt het niet.’

“Terwijl zij overleggen welke maatregelen nodig zijn, ligt de natuur er ieder jaar droger bij.”

De droogteproblematiek in de Peel is niet uniek, noch is die nieuw of onbekend. Al in 1989 formuleert toenmalig minister van Verkeer en Waterstaat Neelie Kroes de ambitie om het verdrogen van de natuur in tien jaar tijd met 25 procent terug te brengen8. Vier jaar later concludeert het volgende kabinet al dat dit doel niet zal worden gehaald9. In plaats daarvan komt er een ambitieuzer doel, voor later in de tijd: het verdroogde oppervlak moet nu in 2010 met 40 procent zijn teruggebracht10. In 2005 schrijven wetenschappers dat het effect van de bestrijding van verdroging ‘niet waarneembaar’ is.

In 2010 maakt staatssecretaris Henk Bleker de provincies verantwoordelijk voor het natuurbeleid11. Droogtebestrijding wordt een gedeelde taak van 12 provincies en 24 waterschappen. Terwijl zij overleggen welke maatregelen nodig zijn, ligt de natuur er ieder jaar droger bij.

Onbeperkt oppompen

‘Niemand weet precies hoeveel grondwater wordt opgepompt, en niemand houdt bij wanneer het op is,’ zegt hydroloog Gé van den Eertwegh12. Het klinkt heel basaal: om droogte te bestrijden zou het waterschap in ieder geval moeten weten hoeveel water er wanneer wordt onttrokken. En voor de echt grote hoeveelheden, die worden opgepompt door bijvoorbeeld drinkwaterbedrijven of grote fabrieken, is het betrekkelijk goed geregeld, zegt hij. Die hebben een vergunning van de provincie. Boeren die hun gewassen willen besproeien hoeven daarvan meestal slechts melding te maken13 bij het waterschap. Hoeveel ze daadwerkelijk oppompen controleert vrijwel niemand.

Waterschappen hebben die meldingen bovendien slecht in beeld, blijkt uit een uitvraag14 die Investico deed onder alle waterschappen die kampen met droogte. De regels voor wanneer een onttrekking een vergunning nodig heeft, en waar een boer een waterpomp mag plaatsen verschillen 15per waterschap. De waterschappen Limburg, en Vallei en Veluwe kunnen bijvoorbeeld niet vertellen hoeveel water in totaal is opgepompt in zulke kleine onttrekkingen16. Het waterschap Hunze en Aa’s, in Drenthe en Groningen, weet überhaupt niet om hoeveel meldingen het gaat: ‘Veel meldingen worden gedaan op basis van direct contact tussen een onttrekker en een van onze peilbeheerders, bijvoorbeeld via een appje of een belletje.’

Al die ‘kleine’ onttrekkingen tellen op tot een groot volume, zegt Van den Eertwegh. Hij berekende samen met collega-wetenschappers hoeveel water boeren en tuinders in Brabant in de droge zomer van 2018 nodig hadden voor hun gewassen17, en vergeleek dat met de administratie van de Brabantse waterschappen. Uit hun berekeningen blijkt dat boeren bijna 40 procent meer grondwater onttrokken om hun gewassen te beregenen dan in de registratie van de waterschappen stond. ‘Dat gaat om tientallen miljoenen ongeziene kubieke meters water. Iemand moet gaan boekhouden.’

Omgang met de droogte

Sinds de historisch droge zomer van 2018 beseffen de waterschappen in ieder geval dat maatregelen nodig zijn. ‘Elk waterschap heeft droogtebeleid, Maar het gaat om wat er echt gebeurt,’ zegt Piet Verdonschot, zoetwaterecoloog en zelfverklaard ‘luis in de pels van de waterschappen’. Zijn leerstoel aan de universiteiten van Amsterdam en Wageningen wordt deels betaald door STOWA, het kenniscentrum van de verzamelde waterschappen18. ‘Dat heb ik maar opgevat als reden om extra kritisch te zijn.’ De opgave is duidelijk, zegt hij: het grondwaterpeil moet omhoog. ‘Maar dat wordt nauwelijks aangepakt. Het zijn vooral pilots, kleine snippertjes, niet landschapsbreed19.’

Investico vroeg20 alle waterschappen die kampen met droogte wat zij doen om het grondwaterpeil structureel te verhogen. Waterschappen zeggen bijvoorbeeld stuwen te plaatsen, verstelbare barrières om zo meer water in sloten en greppels vast te houden. Ze laten begroeiing in de sloten staan, en sluiten leidingen af met planken, zandzakken of ballonnen om te voorkomen dat het water wegstroomt.

‘Goed bedoeld’, zegt Verdonschot daarover, ‘maar heel lokaal, en dus onvoldoende.’ De maatregelen vinden vooral binnen de natuurgebieden plaats, zegt hij, terwijl waterschappen het hele jaar door, in het hele gebied meer water moeten vasthouden. ‘Dan moet je echt stukken landbouwgebied natter gaan zetten’

“In veel gebieden speelt een grotere vraag, zegt ze: moet alle landbouw nog wel overal kunnen?”

Mirjam Hack is positiever over de droogte-aanpak van waterschappen. Zij is teamleider Bodem, Water en Landgebruik  aan de Wageningen Universiteit. ‘Er is sinds 2018 in ieder geval steeds meer bewustwording dat droogte een groot probleem is. Er wordt steeds meer gedaan om water te vast te houden, maar zulke veranderingen kosten tijd21.’

In veel gebieden speelt een grotere vraag, zegt ze: moet alle landbouw nog wel overal kunnen? ‘Aardappelen telen op droge zandgronden in het zuiden van Brabant bijvoorbeeld, die boeren beregenen zich helemaal suf.’ Verdonschot is het daarmee eens. Stel dat één boer op een perceel gladiolen teelt, zegt hij, dan moet het waterschap het waterpeil verlagen, anders gaan de bloembollen rotten. ‘Maar dan staat het water dus overal in dat gebied laag.’

Waterschappen denken nog steeds vooral mee met de boer. ‘Wij doen het met de omgeving’, zegt Chrit Wolfhagen22 van Waterschap Limburg. ‘Als iemand vroeg in het jaar bieten wil zaaien, en het peil staat daar te hoog voor, dan laten we het peil zakken.’ ‘Een fruitteler moet zelf uitmaken of hij kan blijven boeren’, zegt ook Bert de Groot, van hoogheemraadschap Stichtse Rijnlanden, ‘daar hebben wij als waterschap weinig over te zeggen, al maken we wel afspraken met ze over bijvoorbeeld waterkwaliteit23.’

“Door klimaatverandering lopen we tegen grenzen aan.”

‘Het is niet onze taak om ons te bemoeien met de ruimtelijke ordening’, zegt Rogier van de Sande, dijkgraaf van Hoogheemraadschap Rijnland, en voorzitter van de Unie van Waterschappen. Op papier klopt dat. De provincie en gemeente stellen voor elk gebied in bestemmingsplannen vast waar het land voor mag worden gebruikt, en de waterschappen moeten het daarbij passende waterpeil verzorgen24. Maar dat geldt ook voor natuurgebieden: als die verdrogen dan moet het waterschap dus ingrijpen. ‘Door klimaatverandering lopen we tegen grenzen aan. We moeten assertiever worden,’ erkent ook Van der Sande.

‘Je moet dit combineren met de aanpak van de stikstofcrisis’, zegt hydroloog Gé van den Eertwegh. Stel dat een veeboer nu stopt omdat die naast een natuurgebied te veel stikstof uitstoot, en er komt bijvoorbeeld een boomteler voor terug. ‘Die stoot dan misschien weinig stikstof uit, maar vraagt veel grondwater, juist wanneer er weinig regen valt.’ En dan krijgt die boomteler over een paar jaar te horen dat hij vanwege een grondwatertekort weg moet. ‘Dan weet ik al wat de reactie op het platteland zal zijn. Als je het allebei tegelijk doet, dan doet het ook maar één keer pijn.’

De proefprojecten

Honderden ganzen stijgen luid gakkend op uit een Fries polderlandschap, gestoord door de mensen die over de naastgelegen akker komen aanlopen. De vogels vliegen een rondje door de grijze lucht en strijken één perceel verder neer. ‘Ik hoop dat ze snel weer doorvliegen’, zegt Marten Dijkstra, ‘die beesten eten al het gras weg.’ Dijkstra is zesde generatie melkveehouder, hier op boerderij De Skâns in Oldeboorn houdt hij zeventig biologische melkkoeien25. In de Friese veenpolders spelen andere problemen dan in de verdroogde beekdalen van Limburg en Brabant. Maar ook hier wordt het klimaatprobleem alsmaar dringender.

We lopen naar een met houten paaltjes afgezette rechthoek op een van Dijkstra’s weides. Hij wijst naar een aantal kastjes met kleine zonnepanelen erop: ‘Sensoren, die meten het grondwaterpeil, bodemvocht, en de uitstoot van CO2.’ Op zijn akkers experimenteert het Friese waterschap Wetterskip Fryslan met een hoger grondwaterpeil, om de veengrond waarop we staan minder snel te laten vergaan. De lage grondwaterstand zorgt er namelijk voor dat er zuurstof bij het veen komt en de boel begint te rotten26. Hierdoor ontstaan bodemdalingen en verzakkingen, en bij het rottingsproces komt bovendien veel broeikasgas vrij.

Jaarlijks stijgt ruim 6 megaton CO2 op uit de Nederlandse veengronden27, evenveel broeikasgas als uit twee kolencentrales28. In 2019 werd in het landelijke Klimaatakkoord afgesproken dat die uitstoot met 1 megaton teruggebracht moest29. Daarom moeten de waterstanden in de veengebieden omhoog. Maar boeren zijn bang dat hun koeien en trekkers wegzakken in drassige weiden. Het Friese waterschap ging daarom op zoek naar boeren die open stonden voor een pilot. In boer Dijkstra, tevens Statenlid voor de VVD in Friesland, vond men een enthousiaste deelnemer30.

“Terwijl dit soort proefprojecten lopen zijn er in Friesland geen gebieden waar het Wetterskip structureel een hoger waterpeil heeft ingesteld.”

‘Dat is echt een verkenning samen met de boeren. Het is heel complex, zegt Frank Jorna, bestuurslid bij het Wetterskip, binnen in de Skâns aan de keukentafel.’ In vijf andere gebieden bleken de boeren minder enthousiast. ‘Die kijken wat meer de kat uit de boom. Daar doen we dus nog even niks.’ Terwijl dit soort proefprojecten lopen zijn er in Friesland geen gebieden waar het Wetterskip structureel een hoger waterpeil heeft ingesteld.

Ook in andere waterschappen op het veen blijft het voornamelijk bij kleinschalige projecten, blijkt uit een uitvraag van Investico31. Zo laat hoogheemraadschap Schieland en Krimpenerwaard weten dat het vooral aan ‘passieve verhoging’ van het grondwater doet: door de waterstanden niet verder te verlagen als de bodem zakt. In de Zuidplaspolder bij Nieuwerkerk aan den IJssel bijvoorbeeld, al kon het daar ook niet anders: Zuidplas is de laagste plek van ons land, waar de bodem zo snel daalt dat de grond openbarst.

Hoogheemraadschap Stichtse Rijnlanden, dat het zuiden van Utrecht en een stukje Zuid-Holland beslaat, geldt als voorloper als het gaat om het verhogen van het waterpeil. Maar ook hier gebeurt dat niet zonder overleg, zegt dagelijks bestuurslid Bert de Groot. ‘Dan voeren we een heleboel keukentafelgesprekken. Je wil er altijd met het gebied uit komen.’

Beleid en de boerenlobby

Na jaren van koffiedrinken en draagvlakgesprekken lijkt er in november 2022 eindelijk een doorbraak te komen. Minister Harbers, van Infrastructuur en Waterstaat (I&W) trekt het waterbeleid naar zich toe. Hij stuurt dan een langverwachte brief naar de Tweede Kamer over het nieuwe water- en bodembeleid van het Rijk32.

De inleiding van de brief liegt er niet om. De ‘maakbaarheid’ van het Nederlandse landschap heeft z’n langste tijd gehad, niet alles kan meer overal: het water en de bodem moeten ‘sturend’ worden bij hoe we het land inrichten. Maar zo ambitieus als de inleiding van de brief is, zo weinig concreet zijn de maatregelen. De enige harde eisen zijn dat Europese wetgeving moet worden gevolgd33, van alle andere doelen kan door lagere overheden in ‘gebiedsprocessen’ worden afgeweken.

Interne documenten34 die tegelijk met de Kamerbrief werden gepubliceerd bieden een eerste verklaring hoe dat kan. Ambtenaren van I&W schrijven dat twee maatregelen ‘zeer belangrijk voor LNV/LTO’ zijn. Boerenlobbyorganisatie LTO en landbouwministerie LNV zijn namelijk tegen een vergunningplicht voor alle onttrekkingen van grondwater, en een verbod op onttrekkingen rondom kwetsbare natuurgebieden. In de uiteindelijke brief zijn die passages geschrapt, of sterk afgezwakt.

“De eerdere versies van het beleid waren veel ambitieuzer”

Die geschrapte maatregelen zijn nog maar het begin, blijkt uit vertrouwelijke conceptteksten35 van de brief van Harbers, die in handen zijn van Investico. De eerdere versies van het beleid waren veel ambitieuzer, en explicieter over de gevolgen van nieuw waterbeleid voor de landbouw.

‘Landbouw mag, mits’, staat er bijvoorbeeld in de eerste conceptversie van de brief. En die landbouw zal een ‘transformatie’ moeten ondergaan en ‘extensiever’, ofwel minder intensief, moeten. Het heeft de brief allemaal niet gehaald. ‘Sommige teelten zullen praktisch niet meer te realiseren zijn’ is afgezwakt tot ‘het is nodig goed te kijken wat je teelt’. Van bijna alle ‘structurerende keuzes’ die Harbers maakt, kan bovendien per gebied worden afgeweken: die verantwoordelijkheid legt de minister bij de provincies en de waterschappen.

‘Zo wordt de suggestie gewekt dat we hier pijnvrij uit kunnen komen, terwijl dit veel partijen pijn gaat doen’, zegt Bas Breman, onderzoeker klimaatadaptatie aan de Wageningen Universiteit. Hij was betrokken bij een wetenschappelijke commissie die het ministerie adviseerde in aanloop naar de Kamerbrief. De wetenschappelijke commissie schrijft dat het afschuiven naar lagere overheden nieuwe geitenpaadjes op dreigt te leveren: ‘Voorkomen moet worden dat uitzonderingen makkelijk worden en daardoor de regel worden36.’

“LTO is niet blij met de bemoeienis vanuit Den Haag. We hebben zeker onze mening hierover gegeven richting ambtenaren en de minister.”

‘De doelen die Harbers stelt, worden nauwelijks juridisch vastgelegd. Straks halen we Europese verplichtingen niet, en belanden we in een volgende crisis.’ Dat zegt Marleen van Rijswick37, hoogleraar Europees en nationaal waterrecht aan de Universiteit Utrecht. Natuurlijk is elk gebied anders, zegt ze, en werkt niet alles overal. Maar provincies en waterschappen die bij het oude willen blijven, of willen vertragen, kunnen de brief naast zich neerleggen. In dit soort gebiedsprocessen worden de doelen vaak naar beneden bijgesteld, zegt ze. ‘En de enige die echt tijd en geld heeft om in zulke gebiedsprocessen te participeren en invloed uit te oefenen is de landbouw.’

LTO laat in een schriftelijke reactie weten dat er geen ‘formeel bestuurlijk overleg’ is geweest met het ministerie. Maar in een webinar aan haar leden laat zegt LTO-bestuurder Joris Baecke, boerenzakdoek in zijn borstzak: ‘We hebben zeker onze mening hierover gegeven richting ambtenaren en de minister38.’ LTO is niet blij met de bemoeienis vanuit Den Haag, zegt hij in het webinar: ‘Het is heel veel top-down’. Maar het had allemaal een stuk erger kunnen zijn, legt hij uit als hij opsomt welke maatregelen de brief niet hebben gehaald. Geen vergunningplicht, geen verbod op onttrekkingen rondom de natuur, en geen aparte doelen voor het waterverbruik in de landbouw.

LTO is blij dat er veel verantwoordelijkheid bij de lagere overheden in de ‘gebiedsprocessen’ wordt neergelegd. Daar zien ze kansen voor ‘maatwerk’. We hebben met veel waterschappen contact, zegt Baecke tijdens het webinar. ‘Die lijn zullen we voortzetten.’

De eindeloze weg der geleidelijkheid

Wie waterschappen vraagt wat ze gaan doen tegen de gevolgen van klimaatverandering, krijgt antwoorden over zandzakken in greppels en maaibeheer langs sloten. Ze bewandelen de weg van de geleidelijkheid, terwijl de opgave waar ze voor staan enorm is. Net als in de stikstofcrisis gaat de oplossing hier waarschijnlijk niet komen van kleine innovaties of technische verbeteringen. Als het water en de bodem echt ‘sturend’ worden voor hoe ons land is ingericht, dan zullen er boeren moeten worden uitgekocht, en zullen bouwplannen voor wijken moeten worden stopgezet, zeggen deskundigen. Toch blijft het taboe voor dijkgraven en heemraden om te zeggen dat er geen ruimte is voor waterslurpende landbouw naast een verdroogd natuurgebied.

Natuurlijk kunnen de waterschappen die keuzes niet alleen maken, en zijn ze afhankelijk van Rijk, provincies en gemeenten. En de waterschappen, de typisch Nederlandse bestuurslaag, hebben ook een echt Nederlandse vorm van besturen. Vooral op basis van vertrouwen, ieder met zijn eigen beleid en eigen administratie. Maar nu het ministerie de moeilijke keuzes van zich afschuift, is het toch weer aan provincies en waterschappen om de vlucht naar voren te nemen. Lukt het ze om te breken met een eeuwenlange traditie van polderen?

Wat betreft de Unie van Waterschappen wel: ‘Je kunt niet blijven polderen tot Sint-Juttemis’, zegt voorzitter Rogier van der Sande. ‘Als er op een plek iets niet meer kan, is het beter dat men het nu en snel weet. Wij zijn als waterschap eeuwenlang de facilitator van andermans wensen geweest. Maar de watertekorten nemen toe. We moeten ook een keer nee gaan verkopen.’

Dit onderzoek is tot stand gekomen in samenwerking met De Groene Amsterdammer, Trouw en De Gelderlander. Het verkorte nieuwsbericht is hier te vinden.

Bijou van der Borst, Romy van Dijk, Emiel Woutersen

  1. Het verkiezingsprogramma voor BBB Rivierenland is hier te lezen. De twee geciteerde uitspraken staat in paragraaf 2 ‘Gezond en voldoende zoet water’.

    https://s.w.org/images/core/emoji/14.0.0/72x72/21a9.png

  2. KNMI, ‘Meerjarige droogtes in Nederland waterland’, 2 augustus 2022

    https://s.w.org/images/core/emoji/14.0.0/72x72/21a9.png

  3. KNMI, ‘Droge zomer op noordelijk halfrond waarschijnlijker door klimaatverandering’, 5 oktober 2022.

    https://s.w.org/images/core/emoji/14.0.0/72x72/21a9.png

  4. Wikipedia, Overstromingen in Europa in juli 2021

    https://s.w.org/images/core/emoji/14.0.0/72x72/21a9.png

  5. Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, Kamerbrief ‘Water en Bodem Sturend’, 25 november 2022.

    https://s.w.org/images/core/emoji/14.0.0/72x72/21a9.png

  6. In zijn Kamerbrief legt de minister heel veel verantwoordelijkheden bij de zogenaamde ‘gebiedsprocessen’, waarin provincies, waterschappen en gemeenten per gebied kijken wat er daar precies nodig is. Van de meeste structurerende keuzes die de minister formuleert, kan in zo’n gebiedsproces nog worden afgeweken.

    https://s.w.org/images/core/emoji/14.0.0/72x72/21a9.png

  7. Lees er bijvoorbeeld over in het Eindhovens Dagblad

    https://s.w.org/images/core/emoji/14.0.0/72x72/21a9.png

  8. De Kamer verzocht de regering haar beleid te richten op een vermindering van het areaal verdroogde bodem in het jaar 2000, met tenminste 25% ten opzichte van 1985.”

    https://s.w.org/images/core/emoji/14.0.0/72x72/21a9.png

  9. Rijkswaterstaat, Evaluatienota water: nota van antwoord op inspraak en adviezen, 1994.

    https://s.w.org/images/core/emoji/14.0.0/72x72/21a9.png

  10. Ministerie van VROM, Nationaal milieubeleidsplan 3. 1997.

    https://s.w.org/images/core/emoji/14.0.0/72x72/21a9.png

  11. Bleker was staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie in het kabinet Rutte I. Dat kabinet legde het natuurbeheer bij de provincies neer, en Bleker voerde die taak met verve uit. Vanaf 2014 werden de provincies ook daadwerkelijk verantwoordelijk voor de natuur, en met beduidend minder geld dan daarvoor, schrijft De Volkskrant bijvoorbeeld: er werd 600 miljoen euro bezuinigd op natuurbeleid.

    https://s.w.org/images/core/emoji/14.0.0/72x72/21a9.png

  12. Interview met Investico, 21 december 2022

    https://s.w.org/images/core/emoji/14.0.0/72x72/21a9.png

  13. Er zijn grofweg 4 categorieën. De grootste onttrekkers, die meer dan 150 miljoen liter per jaar oppompen, moeten daarvoor een vergunning aanvragen bij de provincie. Grondwateronttrekkers die minder gebruiken moeten bij het waterschap zijn, dat weer onderscheid maakt tussen vergunde en gemelde onttrekkingen. Bij de meeste waterschappen ligt de grens daartussen op 60 duizend liter per uur: daaronder volstaat een melding, daarboven is een vergunning nodig bij het waterschap. Van hele kleine onttrekkingen, bijvoorbeeld om een tuin te sproeien met water uit een put, hoeft ook geen melding gemaakt te worden.

    https://s.w.org/images/core/emoji/14.0.0/72x72/21a9.png

  14. Investico vroeg de waterschappen Vallei en Veluwe, Brabantse Delta, Aa en Maas, Hunze en Aa’s, De Dommel, Vechtstromen, Limburg, en Rijn en IJssel naar hun registratie van grondwateronttrekkingen. Dit zijn alle waterschappen die zandgronden bevatten die het meest vatbaar zijn voor droogte.

    https://s.w.org/images/core/emoji/14.0.0/72x72/21a9.png

  15. Sommige waterschappen leggen de meldingsplichtige grens op een hoeveelheid per uur (variërend tussen duizend en 60 duizend liter per uur), terwijl sommige een jaarhoeveelheid aanhouden.

    https://s.w.org/images/core/emoji/14.0.0/72x72/21a9.png

  16. Een aantal organisaties vroeg bij Waterschap Vallei en Veluwe op hoeveel water werd onttrokken uit waterputten rond Ede, Wageningen en Renkum tussen 2010 en 2022. Een verzoek met beroep op de Wet open overheid liep op niets uit: het waterschap weet het simpelweg niet. Lees er hier meer over.

    https://s.w.org/images/core/emoji/14.0.0/72x72/21a9.png

  17. Perry de Louw, Janneke Pouwels (Deltares), Flip Witte (FWE), Gé van den Eertwegh (KnowH2O), Effecten van beregening uit grondwater op het watersysteem tijdens de droogte van 2018, 3 maart 2022.

    https://s.w.org/images/core/emoji/14.0.0/72x72/21a9.png

  18. Piet Verdonschot, Universiteit van Amsterdam, 22 augustus 2013

    https://s.w.org/images/core/emoji/14.0.0/72x72/21a9.png

  19. Interview met Investico 4 januari 2023

    https://s.w.org/images/core/emoji/14.0.0/72x72/21a9.png

  20. De selectie waterschappen die Investico ondervroeg is dezelfde als bij de eerdere uitvraag over grondwateronttrekkingen: Vallei en Veluwe, Brabantse Delta, Aa en Maas, Hunze en Aa’s, De Dommel, Vechtstromen, Limburg, en Rijn en IJssel.

    https://s.w.org/images/core/emoji/14.0.0/72x72/21a9.png

  21. Interview met Investico 3 januari 2023

    https://s.w.org/images/core/emoji/14.0.0/72x72/21a9.png

  22. Interview met Investico 27 januari 2023

    https://s.w.org/images/core/emoji/14.0.0/72x72/21a9.png

  23. Interview met Investico 31 januari 2023. Lees hier meer over de afspraken die Stichtse Rijnlanden maakte met de fruittelers in haar omgeving.

    https://s.w.org/images/core/emoji/14.0.0/72x72/21a9.png

  24. Meer specifiek stelt de provincie de ruimtelijke ordening vast in een Structuurvisie en geeft de gemeente daar meer invulling aan in een Omgevingsvisie.

    https://s.w.org/images/core/emoji/14.0.0/72x72/21a9.png

  25. Lees hier meer over Marten Dijkstra en De Skâns.

    https://s.w.org/images/core/emoji/14.0.0/72x72/21a9.png

  26. Kenniscentrum Bodem en Funderingen, Waarom is bodemdaling een probleem?

    https://s.w.org/images/core/emoji/14.0.0/72x72/21a9.png

  27. Lees er hier meer over op de website van het CBS.

    https://s.w.org/images/core/emoji/14.0.0/72x72/21a9.png

  28. Het hangt er natuurlijk vanaf hoe groot de kolencentrale in kwestie is. We hebben hier gekozen voor die van de Onyx-centrale op de Maasvlakte, een gemiddeld grote. De uitstoot daarvan is ongeveer 3 megaton per jaar.

    https://s.w.org/images/core/emoji/14.0.0/72x72/21a9.png

  29. Lees er hier meer over op de website van het Klimaatakkoord.

    https://s.w.org/images/core/emoji/14.0.0/72x72/21a9.png

  30. In het programma ‘Foarút mei de Fryske Feangreiden’ identificeren de provincie en het Wetterskip twee gebieden die aan de slag willen ‘Aldeboarn - De Deelen’ (waar Marten Dijkstra boert) en ‘Hegewarren’. Vijf andere gebieden (Idzegea, Brekkenpolder, Groote Veenpolder en Grouster Leechlân) zijn ook kansrijk om de peilen te verhogen, maar daar willen de boeren er nog niet aan.

    https://s.w.org/images/core/emoji/14.0.0/72x72/21a9.png

  31. Investico stuurde een uitvraag aan alle waterschappen met veengronden in hun gebied, te weten Wetterskip Fryslan, Noorderzijlvest, Drentse en Overijsselse Delta, Rijnland, Schieland en Krimpenerwaard, Delfland, Amstel, Gooi & Vecht en Stichtse Rijnlanden. Hieruit blijkt dat veel waterschappen aan ‘passieve verhoging’ van het grondwaterpeil doen, en dat actief verhogen eigenlijk alleen in natuurgebieden gebeurt.

    https://s.w.org/images/core/emoji/14.0.0/72x72/21a9.png

  32. Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, Kamerbrief ‘Water en Bodem Sturend’, 25 november 2022.

    https://s.w.org/images/core/emoji/14.0.0/72x72/21a9.png

  33. Zo moet Nederland in 2027 voldoen aan de Europese Kaderrichtlijn Water, de Nitraatrichtlijn, en de Natura 2000-doelen.

    https://s.w.org/images/core/emoji/14.0.0/72x72/21a9.png

  34. Het gaat hier om de zogenoemde Beslisnota’s, die in het kader van de ‘nieuwe bestuurscultuur’ sinds juli 2021 worden gepubliceerd bij grote Kamerbrieven. Deze door ambtenaren geschreven documenten bevatten meer achtergrondinformatie op basis waarvan de ministers en staatssecretarissen hun keuzes maken. In de beslisnota van 3 november staat te lezen dat deze twee maatregelen ‘zeer belangrijk voor LNV/LTO’ zijn, en dat de ‘tekst van de structurerende keuze is verzacht’ c.q. ‘de maatregel niet in de brief is opgenomen’.

    https://s.w.org/images/core/emoji/14.0.0/72x72/21a9.png

  35. Het gaat om twee conceptteksten voor de Kamerbrief, van 4 augustus 2022 en 20 september 2022. Met name de tekst van het eerste concept is een stuk vergaander en explicieter.

    https://s.w.org/images/core/emoji/14.0.0/72x72/21a9.png

  36. Lees het kernpuntenverslag van de wetenschappelijke reviewcommissie hier terug. De geciteerde passage staat onder paragraaf 5 ‘Doorwerking’.

    https://s.w.org/images/core/emoji/14.0.0/72x72/21a9.png

  37. Interview met Investico 10 februari 2023

    https://s.w.org/images/core/emoji/14.0.0/72x72/21a9.png

  38. LTO, Webinar over de Kamerbrief ‘Water en Bodem Sturend’ , 2022

    https://s.w.org/images/core/emoji/14.0.0/72x72/21a9.png

The post Geen tijd meer om te polderen (geannoteerd verhaal) appeared first on Investico.

https://www.platform-investico.nl/artikel/geen-tijd-meer-om-te-polderen-geannoteerd-verhaal/

ExxonMobil wist 40 jaar geleden al exact in welke klimaatramp we nu zouden zitten (Motherboard Vice)

Onderzoekers hebben schokkende nieuwe details blootgelegd over hoe ExxonMobil, een van de grootste olie- en gasbedrijven ter wereld, meer dan 40 jaar geleden de rampzalige gevolgen van de klimaatverandering door het verbruik van fossiele brandstoffen al voorspelde, ondanks dat de leiding van het bedrijf haar eigen interne gegevens publiekelijk ontkent, zo blijkt uit een nieuw onderzoek. 

De onderzoekers hopen dat het de inspanningen kan ondersteunen om grote namen binnen de olie- en gasindustrie aansprakelijk te stellen voor het misleiden van het publiek over de gevaren van klimaatverandering en het verspillen van kostbare tijd bij de inspanningen om de ergste gevolgen ervan te beperken.  

De schaamteloze hypocrisie van ExxonMobil over de door mensen veroorzaakte klimaatverandering werd in 2015 aan het licht gebracht toen onderzoeksjournalisten interne bedrijfsdocumenten bemachtigden waaruit bleek dat het bedrijf al in 1977 op de hoogte was van de opwarming van de aarde en de oorzaken daarvan. Het rapport veroorzaakte massale ophef, samengevat in de populaire hashtag #ExxonKnew, die activisten, advocaten, politici en andere belanghebbenden ertoe hebben aangespoord gerechtigheid te zoeken voor het bedrog van het bedrijf.  

Deskundigen onder leiding van Geoffrey Supran, wetenschapshistoricus aan Harvard, hebben nu onthuld dat ExxonMobil niet alleen tientallen jaren geleden al wist dat fossiele brandstoffen de oorzaak waren van klimaatverandering, maar dat het bedrijf destijds zelfs enkele van de meest nauwkeurige en kundige voorspellingen deed over de opwarming van de aarde. Deze voorspellingen zijn tot nu toe grotendeels uitgekomen, nu de stijgende temperaturen hebben geleid tot toenemende natuurrampen, verlies van biodiversiteit en andere catastrofes.

Terwijl eerdere rapporten vooral gefocust waren op tekstueel bewijs van de kennis van het bedrijf, presenteren Supran en zijn twee co-auteurs – Stefan Rahmstorf, klimaatwetenschapper aan de Universiteit van Potsdam en Naomi Oreskes, wetenschapshistoricus aan Harvard – het eerste kwantitatieve overzicht van ExxonMobil's vroege numerieke en grafische gegevens over klimaatwetenschap. 

Hieruit blijkt dat “ExxonMobil op de hoogte was van de hedendaagse klimaatwetenschap, aan die wetenschap heeft bijgedragen en de toekomstige opwarming van de aarde correct heeft voorspeld”, aldus het nieuwe onderzoek van het team, dat donderdag is gepubliceerd in het blad Science. Hoewel veel wetenschappers die voor ExxonMobil werkten deze kennis al eerder naar buiten hebben gebracht, heeft de leiding van het bedrijf deze resultaten publiekelijk jarenlang ontkend.

“Dit is #ExxonKnew2.0,” schrijft Supran in een e-mail aan Motherboard. “We hebben nu waterdicht, onweerlegbaar bewijs dat ExxonMobil de opwarming van de aarde nauwkeurig heeft voorspeld, jaren voordat het bedrijf zich omdraaide en de klimaatwetenschap en -wetenschappers publiekelijk aanviel. Onze bevindingen laten zien dat ExxonMobil's publieke ontkenning van de klimaatwetenschap de gegevens van haar eigen wetenschappers tegensprak. Dit bevestigt de eerdere conclusies van wetenschappers, journalisten, juristen en politici en voegt er statistische precisie aan toe.”

Todd Spitler, senior adviseur bij Exxon Mobil Corporation, mailde de volgende verklaring aan Motherboard in reactie op het onderzoek.

“Deze kwestie is de afgelopen jaren verschillende keren aan de orde gekomen en in elk geval is ons antwoord hetzelfde: degenen die praten over dat ‘Exxon het wist’ hebben de verkeerde conclusies getrokken,” zei Spitler. “In 2019 luisterde rechter Barry Ostrager van de NY State Supreme Court naar alle feiten in een verwante zaak en schreef: ‘Wat het bewijs tijdens het proces onthulde, is dat iedereen bij ExxonMobil zich uniform inzet om hun taken rigoureus uit te voeren op de meest uitgebreide en zorgvuldige manier mogelijk… Deze getuigenissen toonden aan dat ExxonMobil een cultuur heeft van gedisciplineerde analyse, planning, boekhouding en rapportage.”

Het nieuwe onderzoek van Supran en zijn collega's kreeg z’n kickstart een paar jaar geleden op Twitter, nadat Rahmstorf een grafiek had getweet waarin de klimaatprojectiegrafiek van ExxonMobil uit 1982 werd vergeleken met de werkelijke temperatuurstijgingen in de afgelopen decennia. 

“Stefan Rahmstorf nam contact met ons op over zijn eerste werk hieraan en samen begonnen we ons te realiseren dat ondanks alle kritiek op de klimaatretoriek van ExxonMobil in de afgelopen jaren, de feitelijke klimaatprojecties van het bedrijf nooit zijn beoordeeld,” aldus Supran. “De gegevens lagen al die tijd onder onze neus zonder dat we het door hadden.” 

“We besloten die meme uit te breiden en er een peer review tegenaan te gooien,” voegde hij eraan toe. “In die zin brengt ons onderzoek nieuwe gegevens in oude documenten aan het licht.” 

De overeenkomsten tussen de klimaatvoorspellingen van Exxon en wat er werkelijk is gebeurd zijn zo bizar opvallend dat politicus Alexandria Ocasio-Cortez het werk van Rahmstorf gebruikte om Martin Hoffert, een klimaatwetenschapper die in de jaren tachtig als consultant voor ExxonMobil werkte, te ondervragen tijdens een hoorzitting van de House Committee in 2019 (Oreskes was ook een getuige tijdens de hoorzitting). Hoffert maakte toen een memorabele grap door te beweren dat hij en zijn collega's nou eenmaal “uitstekende wetenschappers” waren die het traject van de antropogene klimaatverandering nauwkeurig hadden voorspeld

“We leverden echt kwaliteit af en ik was erg blij met wat we deden,” zegt Hoffert in gesprek met Motherboard. “Ik was ook erg blij dat we een groot energiebedrijf, een oliemaatschappij, bij het onderzoek konden betrekken omdat ik dacht dat dat de geloofwaardigheid van klimaatverandering zou vergroten in een tijd waarin klimaatverandering een politiek controversieel onderwerp begon te worden.”

Hoffert is nu een gepensioneerde professor emeritus in de natuurkunde aan de New York University, maar hij is zich blijven uitspreken over zijn ervaring met de samenwerking met ExxonMobil, net als veel andere wetenschappers die vanaf de jaren zeventig klimaatonderzoek voor het bedrijf uitvoerden.  

Supran en zijn collega's verwijzen veelvuldig naar het werk van Hoffert en zijn collega's in hun nieuwe onderzoek, dat is gebaseerd op een uitgebreide analyse van 32 interne documenten die wetenschappers van ExxonMobil tussen 1977 en 2002 hebben geschreven en 72 peerreviewed wetenschappelijke publicaties waaraan wetenschappers van ExxonMobil tussen 1982 en 2014 hebben meegewerkt.

Uit de resultaten blijkt dat de prognoses van ExxonMobil over de gemiddelde temperatuur aan het aardoppervlak grotendeels accuraat waren en dat de onderneming “het vooruitzicht van een komende ijstijd correct verwierp, nauwkeurig voorspelde wanneer de door de mens veroorzaakte opwarming van de aarde voor het eerst zou worden waargenomen en een redelijke schatting maakte van het ‘carbonbudget’ om de opwarming onder de 2 graden te houden,” aldus het onderzoek.

De onderzoekers onthulden ook dat de klimaatvoorspellingen die in 1982 tijdens een interne briefing onder de titel “CO2 ‘Greenhouse’ Effect” werden gepresenteerd, vervolgens op grote schaal werden verspreid binnen het management van ExxonMobil en hierna werden bestempeld als “vertrouwelijke informatie voor uitsluitend geautoriseerd bedrijfsgebruik”.

“Exxon was in het geheim erg expliciet over het doel van haar betrokkenheid bij klimaatwetenschappelijk onderzoek, dat in wezen een combinatie was van het verzamelen van informatie en het opbouwen van legitimiteit,” aldus Supran. 

Deze informatie “maakte deel uit van een bredere strategie van het bedrijf om de potentiële bedreiging van de opwarming van de aarde voor zijn zakelijke belangen in te zetten,” vervolgt hij. “Toen zij en de bredere fossiele brandstofindustrie eind jaren tachtig hun massale campagne lanceerden om de klimaatwetenschap en wetenschappers in diskrediet te brengen, lijken ze dat te hebben gedaan terwijl ze volledig op de hoogte waren van de opkomende consensus over door de mens veroorzaakte opwarming van de aarde.”

In een interview zei Hoffert dat het “steeds vervelender” werd om te zien hoe leiders van ExxonMobil, zoals voormalige CEO Lee Raymond, “ongelooflijk slecht geïnformeerde” dingen verspreidden die de wetenschappelijke consensus over klimaatverandering verhulde. 

“Lee Raymond vertelde tijdens lezingen dat het grootste deel van de CO2 in de atmosfeer afkomstig is van de biosfeer, die zoveel koolstof in de atmosfeer uitstoot, zonder te zeggen dat die biosfeer ook bijna dezelfde hoeveelheid koolstof absorbeert,” zei Hoffert. “Als ik een afgestudeerde student zoiets zou beweren tijdens een examen, zou hij het niet erg goed doen.” 

Vandaag hebben mensen en ecosystemen over de hele wereld te lijden onder de toenemende schade van de door mensen veroorzaakte klimaatverandering. Door de opwarming van de aarde nemen natuurrampen zoals bosbranden, orkanen en hittegolven toe. Door de stijging van de zeespiegel worden gemeenschappen letterlijk van de kaart geveegd. Het tempo van de veranderingen duwt soorten over de hele wereld over hun grenzen heen, waardoor de biodiversiteit en de wereldwijde voedselvoorziening worden bedreigd. De toekomst die ExxonMobil zo nauwkeurig heeft voorspeld en waarover zij zo gewetenloos in het openbaar heeft gelogen, is uitgegroeid tot een zeer reëel en catastrofaal heden.

Supran en zijn collega's hopen dat hun werk kan bijdragen aan het ter verantwoording roepen van ExxonMobil en soortgelijke organisaties die opzettelijk het gesprek over klimaatverandering naar hun hand zetten. De nieuwe studie biedt meer kostbaar bewijs voor deze inspanningen, waaronder rechtszaken, politieke bewegingen en burgeractivisme.

“Ik ben natuurlijk geen jurist, maar de indruk die ik krijg van advocaten die ik heb gesproken, is dat kwantitatief bewijs zoals het onze overtuigend kan zijn,” zei Supran. “Ons eerdere onderzoek, dat ook een kwantitatieve benadering heeft gekozen voor een onderwerp dat traditioneel wordt gedomineerd door kwalitatieve historische en journalistieke technieken, wordt aangehaald in veel lopende zaken op het gebied van klimaatverantwoordelijkheid, waaronder rechtszaken, politieke onderzoeken en belangenbehartiging vanuit de achterban. Dus het zou me niks verbazen als ons nieuwe onderzoek potentie heeft om te helpen bij verdere inspanningen om verantwoording af te dwingen.”

“En dan heb je natuurlijk ook nog de publieke opinie, waarbij ik vermoed dat eenvoudige beelden die bewijzen dat Exxon alles wist en ons allemaal misleidde over het klimaat, krachtig kunnen zijn,” besloot hij.

Dit artikel verscheen oorspronkelijk op Motherboard. 


Volg VICE België en VICE Nederland ook op Instagram.

https://www.vice.com/nl/article/y3p7wk/exxonmobil-wist-het-klimaatcrisis