Dit is waarom broers en zussen zo vaak ruziemaken (Ouders van Nu)

‘Veilig’ ruziën

‘Meestal geldt: hoe meer contact, hoe meer conflict,’ zegt orthopedagoog Sheila van Berkel die aan de Universiteit Leiden onderzoek doet naar opvoeding, kindermishandeling en broers en zussen. Daarnaast is een belangrijk aspect in ruzies volgens haar rechtvaardigheid. ‘Kinderen zijn daar heel gevoelig voor. Als een broertje langer mag opblijven, vinden ze dat alleen goed als daar een goede reden voor is.’

Bovendien, zegt van Berkel, lopen ruzies binnen het gezin vaak hoog op, omdat het ‘veilig’ is. Je weet dat je toch wel weer met elkaar geconfronteerd wordt. ‘Als je een vriendje uitscheldt, wil hij je misschien nooit meer zien. Maar met je zus zit je dezelfde avond nog aan de eettafel. ­Andersom kun je niet weglopen van ruzie met een familielid.’

Handige leerschool

Volgens systeemtherapeut en ontwikkelingspsycholoog Steven Pont is ruziën met broers of zussen daarom een handige manier om je sociale vaardigheden te oefenen. ‘Volwassenen hebben net zo vaak conflicten, alleen gaan we er anders mee om. Met broers en zussen kunnen we in een veilige setting oefenen met assertiviteit: we leren opkomen voor onze belangen, zonder de relatie met de ander te schaden.’

Veel ruzie wil volgens Pont niet zeggen dat er sprake is van een slechte verhouding: ‘Juist een warme band kan gepaard gaan met veel conflicten. Als er tegenover de ruzies voldoende positieve ­interacties staan, zit het goed.’

TIP! Lees meer over de band tussen broers en zussen in een van deze boeken

Het was in de oertijd al zo

Behalve dat kinderen veel waarde hechten aan rechtvaardigheid, hebben veel broer-zusconflicten volgens Pont ook te maken met liefde en aandacht van de ouders en een oerinstinct. ‘Ouders weten dat liefde oneindig is, maar kinderen zien dat niet zo. In de oertijd betekende de komst van een nieuw kind dat je van de borst gestoten kon worden. Vogels donderen daarom regelmatig een broertje of zusje het nest uit. Daar staat tegenover dat jij wel de hersens van je broer mag inslaan, maar een buitenstaander niet. De familieband is onze existentiële basis.’

Lees ook: Ruzie tussen kinderen: 5 tips om het op te lossen

Meisjes ruziën politieker

Dat broertjes vaker met elkaar overhoop zouden liggen dan zusjes, betwijfelen beide deskundigen. Pont: ‘Waar jongens elkaar eerder fysiek te lijf gaan, zijn conflicten tussen meisjes vaak politieker. Een ruzie tussen broers is als een strovuur. Het loopt hoog op, maar daarna gaan ze net zo makkelijk een potje voetballen. Bij meiden is het een veenbrand die van tijd tot tijd opsteekt.’

Hoe jonger hoe meer ruzie

Jongere kinderen blijken vaker conflicten te hebben, vooral als het leeftijdsverschil klein is. Van Berkel: ‘Dat komt ook weer doordat er dan meer contact is. Broers en zussen met een ­groter leeftijdsverschil hebben ieder hun eigen leven. In de puberteit richten kinderen zich meer op hun vrienden en nemen de ruzies thuis af.’

Niet in hokjes

Toch vindt Van Berkel dat we ruzies niet te veel aan hokjes als geslacht, leeftijd of rol binnen het gezin kunnen wijten. ‘Het gaat niet om het geslacht, maar om ­iemands persoonlijkheid. Anders dan vaak wordt gedacht, is de jongste niet altijd de rebel en de oudste de leider. Mensen gedragen zich wel naar dit soort ideeën. Dan wordt het een self-fulfilling prophecy die zelfs van ­invloed kan zijn op de latere carrièrekeuze. Stop kinderen niet in hokjes, maar zie het unieke in ieder kind en pas de opvoeding daarop aan’, adviseert Van Berkel daarom.

Lees ook: Zo leer je je kind ‘sorry’ zeggen

Conflictbegeleiding

Aan de ouders uiteraard de taak om op de juiste manier in te grijpen of te bemiddelen. Vanaf 4 jaar kun je kinderen ook beter gaan uitleggen waarom iets wel of niet mag. ‘Als ouder moet je aan heuse conflictbegeleiding doen’, zegt Van Berkel. ‘Kinderen handelen volledig vanuit hun eigen gevoel. Je helpt ze door ze te leren inleven in de ander. Bijvoorbeeld door uit te leggen dat een broertje het niet leuk vindt als jij zijn speeltje afpakt. Als ouder moet je begrip opbrengen voor de situatie van de een en de ­gevoelens van de ander benoemen. Dat kan vanaf een jaar of 4, want dan beginnen kinderen empathie te ontwikkelen.’

Begeleiden en bemiddelen

Een conflict kan volgens Van Berkel heel leerzaam zijn, als er door de juiste communicatie/bemiddeling een oplossing ontstaat waar iedereen zich goed bij voelt. ‘Van iets simpelweg verbieden leren kinderen niets. Betrek ze daarom bij de oplossing en laat ze met argumenten komen waarom ze vinden dat het hun beurt is om aandacht te krijgen of te spelen. Ouders voelen dit soort dingen overigens meestal goed aan.’ Pont beaamt: ‘Je verdiepen in de belevingswereld van een ander kan zelfs voor volwassenen moeilijk zijn. Dat leer je in je ­kindertijd.’

Wanneer ruzie mishandeling wordt

Een beetje ruzie is normaal, maar niet alle ruzies zijn even onschuldig zo stelt Pont. ‘Je zusje een keertje treiteren hoort erbij, maar als het dagelijks gebeurt, is er meer aan de hand.’ Van Berkel: ‘De intensiteit van broer-zusconflicten maakt het herkennen van mishandeling soms moeilijk, maar het komt wel degelijk vaak voor. Dat varieert van fysiek ­geweld tot spullen vernielen, of iemand stelselmatig kleineren door steeds te zeggen dat hij of zij dom of lelijk is.’

Voor ouders is het daarom zaak dat soort schadelijke patronen te herkennen. ‘Je ziet dan dat één kind zich steeds meer terugtrekt of de straat opgaat om niet bij een broer of zus te hoeven zijn. Of dat één kind altijd het geweld initieert en de ander het onderspit delft. Geweld tussen broers en zussen kan komen door problemen in het gezin, zoals alcoholisme of chronische stress bij ouders. Soms heeft de geweldpleger een psychische stoornis; een broertje of zusje is daar dan vaak het eerste slachtoffer van.’

Professionele hulp

‘Onderzoek laat zien dat slachtoffers van chronisch geweld van een broer of zus daarvan psychische schade ­oplopen. Bovendien hebben zulke conflicten een grote impact op het hele gezin’, zegt Van Berkel. Professionele hulp zoeken is in het geval van chronisch geweld volgens haar daarom aan te raden.

Lees ook: 9x waarom broers en zussen goed zijn voor de gezondheid van je kind

Bron: Het ParoolBeeld: GettyImages

Het bericht Dit is waarom broers en zussen zo vaak ruziemaken verscheen eerst op Ouders van Nu.

https://www.oudersvannu.nl/nieuws/dit-is-waarom-broers-en-zussen-zo-vaak-ruzie-maken/

Klimaatverandering: gaan we straks met de kano naar de crèche? (Ouders van Nu)

Klimaatsignaal

De kans op een koude Koningsdag is de afgelopen eeuw gehalveerd en de sneeuwklokjes bloeien drie weken eerder dan vijftig jaar geleden. Maar de opwarming van de aarde en de uitstoot van allerlei rommel zorgt voor meer veranderingen in ons klimaat. Neem de overstromingen in Limburg afgelopen zomer: daar viel in twee dagen 182 millimeter regen, op jaarbasis is dat 800 millimeter.

Ook wereldwijd is het hommeles: hele diersoorten sterven uit. Grote droogte in Afrika, massale bosbranden. Smeltende ijskappen op de Noordpool. Snikhete hittegolven lieten vele Zuid-Europese airco’s op tilt slaan.

Een nieuw rapport van het KNMI, Klimaatsignaal 21, stelt dat als het niet lukt om de uitstoot van broeikasgassen te verminderen, de zeespiegel voor de Nederlandse kust eind deze eeuw met mogelijk 1,2 meter stijgt ten opzichte van het begin van deze eeuw.

Te veel afvalstoffen

Noem me angstig, pessimistisch, maar terwijl ik in de gang mijn natte kleren uittrek na de zoveelste slagregenbui, vraag ik me toch af: is het een gelopen race? En wat betekent deze klimaatverandering voor mijn kinderen? Lopen zij straks elke dag op regenlaarsjes? Zijn hun zomers in een permanente staat van 40 °C? Of loopt het wel los?

Nee, zegt NOS-weerman en klimatoloog Peter Kuipers Munneke, het gaat niet goed met ons klimaat. Heel slecht zelfs, de aarde warmt heel snel op. En dat heeft veel effect op onze kinderen.

Kuipers Munneke: ‘De afgelopen 150 jaar is de aarde ongeveer 1°C warmer geworden. Dat lijkt weinig, maar dat is het niet.’ Want als we zo doorgaan, zitten we wereldwijd in 2050 al op een opwarming van 2°C. Als we zo doorgaan ja, want de aarde warmt niet uit zichzelf op, nee, dat komt door niemand minder dan onszelf. We stoten te veel afvalstoffen uit.

Vervuilers

De twee grootste vervuilers: 1. de CO₂ die (lucht)havens, vieze fabrieken, auto’s en vliegtuigen uitstoten en 2. methaan dat onder andere via mest en scheten en boeren van koeien vrijkomt. Deze gassen blijven in de lucht hangen, laten het zonlicht door, maar houden de zonnewarmte die de aarde terugkaatst vast.

Kuipers Munneke: ‘Vergelijk het met het inruilen van je zomerdekbed voor een winterdekbed, dat houdt je lichaamswarmte langer vast. In het geval van het klimaat: die afvalstoffen fungeren als een dikke laag die de warmte van de aarde vasthoudt.’

Natte zomers, warme winters

Die opwarming van de aarde zorgt voor extremere weersituaties. Kuipers Munneke: ‘Nederland is veel natter geworden. Er valt nu 25 procent meer regen dan honderd jaar geleden. Ook zie je dat koud weer snel zeldzamer wordt en heel warm weer gewoner.’

‘Om een voorbeeld te geven: als je bent geboren rond 1950, dan had je in een gemiddelde winter zo’n dertig dagen sneeuw, dat is nu de helft. Onze winters worden door de klimaat­verandering steeds natter en zachter. Op dit moment vriest het gemiddeld 50 dagen per jaar. Doen we niks aan onze CO₂-uitstoot, dan is dat in 2050 gehalveerd.’

Wat doe jij?

Ik besluit eens rond te vragen in mijn omgeving: wat weet jij van klimaatverandering en wat doe je eraan? En maak je je weleens druk? De reacties zijn uiteenlopend, van zonnepanelen aanschaffen tot minder vaak de auto pakken of geen vlees eten. Van geen idee hebben, fanatiek duurzaam zijn, cynisch worden (‘Als het toch al zo erg is, kan ik wel een SUV kopen’) tot de bal bij de overheid leggen.

Iedere ouder gunt zijn kind de wereld, en als die wereld dringend hulp nodig heeft, moeten we dan niet onze mouwen opstropen? Voor onze kinderen?

Zelf verschil maken

Ja, zegt een rapport van Unicef (uit 2013). ‘Klimaatverandering is een van de grootste bedreigingen waar kinderen over de hele wereld vandaag mee te maken krijgen. De gevolgen van die klimaatopwarming zijn niet langer een vaag probleem in de verre toekomst, maar zullen de kinderen treffen die nu geboren worden,’ schrijft Trouw. ‘Een kind dat vandaag ter wereld komt, is 37 in 2050, als de ergste gevolgen van de klimaat­verandering voelbaar zullen zijn.’

Ai. Aan de slag dus. Maar heeft mijn persoonlijke, kleine gedrag überhaupt effect op het grote eindresultaat? ‘Ja!’ zou journalist Jelmer Mommers soms van de daken willen schreeuwen. Hij schreef het boek Hoe gaan we dit uitleggen, misschien wel speciaal voor iedereen die het liefst zou willen wegduiken als het om klimaatveranderingen gaat.

Groene transformatie

Jarenlang verdiepte hij zich in het onderwerp, sprak wetenschappers, klimatologen, reisde de wereld over en kwam tot een positieve, best wel werkbare oplossing voor elk huis en haard. Namelijk: een groene transformatie, een groene revolutie.

Ook dit klinkt weer heel groots en ingewikkeld, want hoe zorg je dan voor zo’n duurzame omslag? Jelmer Mommers beschrijft in zijn boek onder meer zes acties die langzaam een ­wereld van verschil kunnen gaan maken.

  1. Aanjagen van de overheid. Afgelopen jaren zagen we misschien wel meer klimaatmarsen dan eerder. Jelmer Mommers: ‘Veel ingrijpende omwentelingen in de afgelopen eeuwen zijn het resultaat van burgers die geen genoegen namen met de status quo. Succesvol milieubeleid is altijd van boven opgelegd. Je ziet wereldwijd veel protest, dat zet het onderwerp op de kaart, maar dan komt de volgende stap: het beleid. Je hebt dan politici nodig die de juiste maatregelen doorvoeren.’ Stem dus op een partij die klimaatverandering hoog op de agenda heeft.
  2. Je omgeving veranderen. Mommers: ‘Veel verandering begint doordat mensen zelf aan de slag gaan. Onderzoek wijst uit dat mensen sneller geneigd zijn zonnepanelen aan te schaffen als de buren ze ook hebben.’ Je denkt misschien: waar doe ik het voor, als je zelf de duurzame trein pakt en de rest van Nederland aansluit in de file. Mommers: ‘Weet dat je onderdeel bent van een groep. Die groep blijft groeien. En hoe meer je opschaalt, hoe groter het effect.’ Hoe meer druppels er op de gloeiende plaat vallen, hoe sneller ze samen een plas vormen.
  3. Verander je gedrag: eet meer planten en minder vlees. Mommers: ‘Zo’n 15 procent van alle broeikasgassen die we uitstoten is direct terug te voeren op de veeteelt. In een leefbare toekomst kunnen we daarom niet de vleeseters blijven die we nu zijn.’
  4. Kies thuis voor echt groene energie. Mommers: ‘Zo’n 12 procent van de wereldwijde CO₂-uitstoot komt door energiegebruik van gebouwen (verwarming, licht, airco). Stap dus over op een groene energieleverancier. Kies ook voor een groene bank en verzekeraar.’
  5. Vergroen je reispatroon, ook in tijden van corona. Mommers: ‘Om schepen, vliegtuigen en (vracht)auto’s vooruit te helpen, stoten we ongeveer 15 procent van al het broeikasgas uit. Dat heeft niet alleen effect op het klimaat, maar ook op de luchtkwaliteit.’ Dus: minder vliegen en autorijden, en juist meer fietsen, elektrisch rijden of met de trein gaan helpt. Kuipers Munneke: ‘Best gek dat het bijna even duur is om naar Rome te vliegen als van Groningen naar Utrecht te reizen met de trein. Terwijl je in het vliegtuig naar Rome een paar honderd kilo CO₂ uitstoot en met de trein naar Groningen een paar kilo.’
  6. Duurzamer boodschappen doen en minder voedsel verspillen. Want minder weggooien is niet alleen minder belastend voor de afvalberg, er hoeft ook minder geproduceerd te worden. En wil je de massale vleesindustrie tegengaan? Koop dan alleen nog biologisch vlees. Van de plastic berg af? Neem je eigen bidon mee en koop minder plastic speelgoed. Want hoe minder vraag, hoe minder aanbod. Mommers: ‘Het is goed om je te realiseren dat je duurzame keuzes tastbare voordelen opleveren in je dagelijkse leven. Waarom zou je aansluiten in de file als je ook kunt werken in de trein? Als meer mensen de auto laten staan, wordt de lucht schoner.’

Roer om

Goed. Het roer moet om. Zodat we onze kinderen niet achterlaten met de zooi die generaties vóór hen (onbewust) voor ze achterlieten.

Ik ga aan tafel zitten en maak een lijstje: wat doen we al wel? Afval scheiden, minder lang douchen, vegetarisch eten, minder vliegen, elektrisch rijden, stemmen op een partij die zich inzet voor klimaatverandering. En dan het lijstje van wat we nog kunnen doen: van bank wisselen. En dan dit artikel: spread the word. Voor onze kinderen.

Dit artikel is eerder verschenen in Ouders van Nu Magazine – Tekst: Femke Zijlema, Beeld: Getty Images

Artikelen van Ouders van Nu ontvangen in je mailbox?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief.

Het bericht Klimaatverandering: gaan we straks met de kano naar de crèche? verscheen eerst op Ouders van Nu.

https://www.oudersvannu.nl/nieuws/klimaatverandering-gaan-we-straks-met-de-kano-naar-de-creche/