Brandweer-docu ‘Brandmeester’: hoogopgeleid dedain voor de werkvloer (ThePostOnline)

Brandweer Amsterdam.

(Door Dieuwertje Kuijpers, TPO, 21 december 2023) – De Nederlandse praktische werkvloer wordt vermorzeld door overheidsmanagers die geautomatiseerde empathie (“wat heb je van mij nodig om jou in je kracht te zetten?”) verwarren met een menselijke maat. En vervolgens verbaasd zijn dat bijna niemand voor ze wil werken. Nergens wordt dat zo duidelijk als in de documentaire van Saskia Gubbels, Brandmeester.

‘Monoculturele, hogeropgeleide kantoorklerken wiens zalvende management-retoriek en geautomatiseerde empathie de dwingelandij niet verbloemen’

Een blik Kanis & Gunnink. De mosterdkleurige gemêleerde grondtegels. Grote lichtgrijze tafelbladen zoals die in menig middelbare school in de aula staan. Bluspakken die meuren naar roet en je haren ook na drie keer wassen nog naar gerookte bacon. Met een beetje geluk hangt er in de kantine nog een zweem van oud frituurvet. Sowieso is die van matige koffie – uitgeschonken in Duralex glazen – altijd aanwezig.

De openingsbeelden van de documentaire Brandmeester zijn dermate treffend dat ze bij ondergetekende – die vijftien jaar geleden in een Velsens ‘blikkie (jargon voor opleiding) zat – levendige herinneringen oproepen.

Brandweerkazerne Dirk

Documentairemaakster Saskia Gubbels volgde twee jaar lang de Amsterdamse bevelvoerder Gerrie van brandweerkazerne Dirk, die te maken krijgt met het nieuwe speerpunt van de korpsleiding: diversiteit. Er bestaat namelijk een beeld over de Amsterdamse brandweer als een gesloten mannenbolwerk dat vrouwonvriendelijk en racistisch zou zijn. Daarnaast moet het hoge ziekteverzuim en hoge aantal PTSS-gevallen worden tegengegaan, want de brandweer kampt al jaren met een lage bezetting. Goed personeel is niet alleen moeilijk te vinden, maar nog lastiger te behouden.

Opvallend in de documentaire is dat de korpsleiding, commandant Thijs van Lieshout in het bijzonder, zichzelf vooral ziet als vernieuwend. Als een managementschakel tussen de nieuwe tijden en de oude garde. Waarbij een zeker ongeduld richting die laatsten (“Jij bent de doelgroep niet, Gerrie. We zoeken jonge mensen, niet allemaal van die ouwe lullen”) niet kan worden onderdrukt.

Meermaals werpt Van Lieshout de uitrukdienst voor de voeten dat als de nieuwe lijn ze niet bevalt, ze beter een andere baan kunnen zoeken. De Amsterdamse brandweer moet meer een afspiegeling van de stad worden, meer vrouwen en meer mensen met een biculturele achtergrond.

Van Lieshout: “Verder heb ik niet zoveel beleid. Diversiteit kan je boeken over volschrijven en dat doe ik niet, ik doe het gewoon”.

Toch zien we hier geen botsing tussen oud en nieuw, maar een botsing tussen een politiek gemodelleerde spreadsheet-realiteit en de praktische onuitvoerbaarheid hiervan op een werkvloer. Tussen politieke paradepaardjes en een beroepsgroep die de luxe niet heeft om in dat circus op te treden.

Toekomstbestendig kapotbezuinigen

Wat de nieuwe lijn precies is, wordt – los van dingen roepen over het aannamebeleid – niet helemaal duidelijk. Wel dat het met brandweerwerk weinig te maken heeft. De gesprekken tussen de uitrukdienst en de korpsleiding gaan bijvoorbeeld niet over hoe in de hens vliegende elektrische auto’s aan laadpalen het werk kunnen veranderen, en of technologische ontwikkelingen vragen om aanpassingen aan materieel of werkwijze. Het personeel wordt weinig gevraagd, wel veel meegedeeld – tot grote ergernis van de uitrukdienst.

“Er worden auto’s gemaakt die tegen het miljoen lopen, waar dingen op zitten die ik op de werkvloer nog nooit van mijn leven gebruikt heb maar die er blijkbaar wel op moeten komen”, verzucht bevelvoerder Gerrie in een gesprek.

Het ‘toekomstbestendig maken’ van de brandweer zorgt niet alleen in de Amsterdamse kazerne voor gemor, en blijft niet beperkt tot de beroeps. Vakbonden en vakverenigingen waarschuwen dat onder het mom van ‘toekomstbestendig maken’ de afgelopen jaren vooral veel is gesneden in het budget.

Steeds meer kazernes hebben slechts één tankautospuit in plaats van twee, specialistische taken zijn afgeschaft en aanvullend materieel is verdwenen. Het aantal vrijwilligers is gedaald van 22.000 naar 19.000 en per kazerne zijn er nog maar zestien tot achttien over. Dit zorgt voor personeelstekorten, met name tijdens kantoortijden en in vakantieperiodes.

De vakvereniging brandweervrijwilligers ziet hier geen “maatschappelijk verschijnsel, maar een weeffout die is ontstaan uit bezuinigingsdrift.”

In 2022 stemden 148 van de 150 Tweede Kamerleden voor een motie van SP en PvdA om de werkvloer meer zeggenschap te geven over de uitvoering van nieuw beleid, zij moeten immers het werk doen.

Benodigde middelen wegbezuinigd

De vraag is in hoeverre de brandweer überhaupt nog in staat is haar werk fatsoenlijk te doen. Onder het management-mom ‘de brandweer van morgen’ werd ingezet op preventie (rookmelders in keukens ophangen), met het idee dat je dan minder hoeft uit te rukken. Er werd vast voorgesorteerd op de ‘voorkomen is beter dan genezen’-winst door brandweervoertuigen weg te halen die toch al niet zo veel meer werden gebruikt. De brandverzekering werd opgezegd omdat de keuken de afgelopen jaren niet in de hens had gestaan.

Gevolg: toen de vlam daadwerkelijk in de pan sloeg, in de vorm van twee forse natuurbranden in de Zuid-Limburgse Hoge Venen, moest de Nederlandse brandweer de Belgische en Duitse collega’s om hulp vragen omdat de benodigde middelen waren wegbezuinigd.

Niet heel verwonderlijk dat de Amsterdamse uitrukdienst steevast om twee dingen vraagt: de juiste spulletjes en voldoende handjes om ermee te werken. Vanuit de korpsleiding krijgt het personeel vooral politieke buzzwords terug: diversiteit, transparantie, toekomstbestendigheid, verjonging, kwetsbare doelgroepen. Vanaf kantoren worden er ‘ontwikkelbehoeftes’ geformuleerd waarbij diversiteit een speerpunt is. De nieuwe brandweer moet een afspiegeling van de stad Amsterdam worden, met meer vrouwen, meer jongeren, meer mensen met een biculturele achtergrond.

“We hebben mensen nodig en degenen die voldoen aan de eisen – die kunnen morgen bij de brandweer werken”, roept bevelvoerder Gerrie verbaasd uit.

Glazen kazerne

Commandant Van Lieshout – die op werkbezoek aan komt rijden in een rode Tesla – heeft duidelijk andere prioriteiten dan de tankautospuiten. Zo had hij “zelfs het fantastische idee om een glazen kazerne te bouwen. Midden op het Museumplein, als teken van transparantie”, vertelt documentairemaakster Gubbels.

Van Lieshout is hiermee – zonder het zelf door te hebben – het perfecte product van een overheidssysteem dat selecteert op managers die politieke wensen naar beneden toe kunnen opleggen (top down) in plaats van vanuit de organisatie de vertaalslag naar de politiek maken die nodig is om de organisatie te laten voldoen aan waarvoor deze wettelijk is opgericht (bottom up).

Het gebouw van de Amsterdamse brandweer (kazerne Dirk) is aan renovatie toe en zal hierna moeten gelden als een ‘visitekaartje’. Het rijksmonument krijgt nieuwe leidingen, nieuwe bedradingen, asbestsanering en het metselwerk wordt in oude staat hersteld. Niet alles: de voormalige ontspanningsruimte wordt opnieuw ingericht tot kantoor.

“Hier stond een werkbankje, wat werkkastjes. Dus als je thuis een tafeltje had wat stuk ging, of je fietsie stuk was, kon je hier rommelen”, vertelt bevelvoerder Gerrie tijdens een rondleiding op de kazerne.

De ontspanningsruimte werd door de vorige (en omstreden) commandant Leen Schaap ontmanteld: het had niets met brandweerwerk te maken en werd gezien als het zoveelste bewijs van een in zichzelf gekeerde kazerne waar men zich allerlei buitensporige vrijheden veroorloofde.

Iedereen aan de mindfulness

Toch had de werkplaats volgens de brandweerlui wel degelijk een functie. “Thijs, als ik iets heb met heel veel bloed onder een auto, weet ik veel wat. Ik wil dan altijd wat doen daarna. Iets met mijn handen, maar dat kan nu helemaal niet meer”, vertelt een brandweerman. “Ik weet niet precies wat ‘iets doen’ is, maar we gaan geen werkplaatsen inrichten”, badineert commandant Thijs van Lieshout hem direct. “Ja maar dat bedoel ik, dat is mijn manier om mijn hoofd leeg te maken”, roept de brandweerman uit. Van Lieshout houdt zijn poot stijf: er komen geen werkplaatsen. Wel wordt de uitrukdienst – die 24 uurs-diensten draait waarin ze regelmatig ’s nachts ook moeten uitrukken – om 09:00 ’s ochtends een cursus mindfullness aangeboden.

Het is typerend voor de kloof tussen managementleiding en de praktische werkvloer. Iedereen moet aan de mindfullness, maar wel volgens het beeld dat hoogopgeleid kantoorpersoneel daarvan heeft. Ongetwijfeld iets met de Headspace-app en ademhalingsoefeningen. Rommelen met de handen om gedachten op een rij te zetten? “Daar beginnen we gewoon niet aan”, aldus de commandant.

Gebrek aan empathie en inlevingsvermogen

De korpsleiding heeft nog meer mooie plannen. Zo wordt de uitrukdienst – die nota bene kampt met personeelstekort door ziekteverzuim, onder andere door PTSS – te kennen gegeven dat als ze straks in de “mooiste en misschien ook wel duurste kazerne van Nederland” komen te zitten, zij ook nog wat extra werkzaamheden moeten verrichten.

Er is nog een zolderverdieping die perfect zou zijn voor een werkplaats deze taken, zoals het begeleiden van kwetsbare jongeren die problemen hebben, en hen op te leiden tot hulpverlener. Om iets terug te doen voor de samenleving.

“Feit blijft dat we straks op een prachtige locatie zitten. Het zou zonde zijn als we in zo’n mooi gebouw gaan zitten en niks voor de samenleving gaan doen”, aldus veiligheidsregio clustermanager Ayten Polat, die hiermee feilloos laat zien dat ook een vrouw met een biculturele achtergrond in haar denken net zo monomaan kan zijn als de hoogopgeleide managementlaag waarbinnen ze zich begeeft. Haar denken sluit naadloos aan op dat van middelbare witte man Thijs van Lieshout: beiden stellen een compleet gebrek aan empathie en inlevingsvermogen tentoon.

Iets te snelle Arie Boomsma-powerpraat

Over middelbare witte mannen gesproken, het wordt nog mooier. In een ‘Hello there fellow kids‘-poging is iemand van het Korps Mariniers aangeschoven, die zich nog het best laat omschrijven als de typische Korps Consultant: iets te fris kaalgeschoren, iets teveel knoopjes los op het overhemd, iets te omvangrijk operationeel horloge om de pols en iets te snelle Arie Boomsma-powerpraat.

De brandweer wordt niet gevraagd om te hulpverlenen, nee nee: om “basecamp instructor” te worden. Zodat ze “in hun kracht” kunnen worden gezet, de bedoeling is “niet hun kampvuur te blussen, maar juist aan te wakkeren.” Uiteraard wel in lijn “met de ambities van commandant  Thijs.” Die ambities zijn helder: “Als je denkt ‘laat maar lekker Thijs’, nou dan ga je lekker naar een andere kazerne en selecteren we een groep mensen die daar wel zin in heeft.”

Deze toondoofheid voor een praktisch opgeleide werkvloer begint bij de managementlaag, maar volgt hierin slechts de politieke opdrachtgever. Hieraan wordt immers niet teruggekoppeld dat de zoveelste bezuinigingsoperatie onverantwoord is.

Sterker nog, commandanten leveren met regelmaat argumenten voor nog meer bezuinigingen zelf op een gouden dienblaadje aan. Voormalig commandant Leen Schaap zei bijvoorbeeld dat “brandweermannen 95% van de tijd met de handen over elkaar zitten te wachten op een brand.” Een politicus denkt op zo’n moment niet ‘hoe kan ik die 95% inkleden zodat ze die 5% van hun tijd optimaal kunnen knallen’, maar die ziet 95% verspilde tijd – en dus budget.

Meer vrouwen, maar dan wel die precies zeggen wat je wilt horen

Waar iedere extra streep op de schouder soms gecorreleerd lijkt aan groeiende toondoofheid, moet je voor de echte Oost-Indische doofheid uiteraard bij de politiek zijn. Wanneer enkele brandweervrouwen aan burgemeester Femke Halsema (GroenLinks) vertellen over hun werk,  neemt ze die praktische kennis niet van hen aan, maar concludeert dat ze het “niet overal mee eens is.” Terwijl de vrouwen duidelijk aangeven dat ze zich veiliger voelen met “drie grote mannen in de auto”, dan in een volledig vrouwenteam.

Zeker, ze kunnen de klus op zichzelf ook wel klaren, maar door verschil in fysieke sterkte zullen ze er wat langer over doen. Halsema reageert alsof de vrouwen hiermee zichzelf te kort doen, alsof het een verschil van inzicht is in plaats van keiharde (biologische, fysieke) realiteit.

Dat fysieke verschil is er en dat heb ik toevallig vijftien jaar geleden zelf mogen ervaren. Op één enkel punt haalde ik mijn fysieke keuring bij de brandweer niet: te weinig kracht in de armen. Iets wat ze vaker hadden gezien bij kandidates, dus al een standaard oplossing voor hadden. Ik kreeg een trainer toegewezen die het fenomeen optrekken en opdrukken introduceerde en enkele maanden later haalde ik de test alsnog met gemak. Met wat extra inspanning (dus niet door het verlagen van de eisen) voldeed ik.

Dat betekent dus dat als vrouwen zich aanmelden, ze het echt super graag moeten willen en in zekere zin beter gemotiveerd moeten zijn dan mannen. De barrière voor vrouwen is er wel degelijk maar – in mijn bescheiden ervaring – vooral fysiek en écht niet te wijten aan een ‘vrouwonvriendelijk’ aannamebeleid bij de brandweer.

Racistisch en seksistisch

De reden om meer vrouwen bij de brandweer te willen is dan ook niet operationeel, maar politiek. Met meer vrouwen zal de “Amsterdamse bevolking het vertrouwen krijgen”, zegt burgemeester Halsema in het gesprek, maar ook de interne cultuur veranderen want “de brandweer werd racistisch en seksistisch genoemd. Die gedachte verander je niet door alles bij het oude te laten.”

Oftewel: omdat mensen dénken dat de brandweer racistisch en seksistisch is, moet die veranderen.

Terwijl er toch wel degelijk wat aan de hand was bij de Amsterdamse brandweer. Nergens verwijst Halsema naar onderzoeksrapporten, die er niet om logen: brandweermannen naakt voor de deur van vrouwelijk personeel, wc-brillen die werden ondergeplast, expres keiharde porno opzetten, een gekleurde kazerne ‘apenrots’ noemen of Marokkaanse collega’s stug Jan of Piet noemen.

Dat er het een en ander moet gebeuren, staat buiten kijf. Dat onder commandant Leen Schaap – die orde op zaken moest stellen – enkelen de laan uit zijn gestuurd en ook huidig commandant Van Lieshout vorig jaar iemand moest ontslaan wegens racistische uitingen op het intranet, is dan ook geen verrassing.

Toch zit er nog wel wat ruimte tussen ingrijpen bij grensoverschrijdend gedrag en het steevast wegzetten van ‘de oude garde’ als achterhaald, ouderwets, in de weg zittend, niet met de tijd mee willen gaan. Commandanten kunnen wel de grote broek aantrekken en melden dat als het brandweerpersoneel niet meer bevalt, ze maar een andere baan moeten zoeken – maar de realiteit is dat ze zich die luxe helemaal niet kunnen veroorloven.

De beoogde ‘cultuurverandering’ wordt hiermee een van boven opgelegd decreet, met de ideologische aanname dat wanneer je maar zoveel mogelijk diverse kleurtjes en geslachten in de organisatie pompt, deze automatisch meebeweegt richting de ‘inclusieve’ toekomst. Louter in een denkwereld waarin een glazen gebouw gelijk staat aan publieke transparantie, kan deze aanname floreren.

Gaslighten van kritisch personeel

Het is dan ook veelzeggend dat burgemeester Halsema enerzijds meer vrouwen bij de brandweer wil voor een cultuurverandering, maar vervolgens niet wil horen wat ze hebben te zeggen over diezelfde brandweer. Want zodra de brandweervrouwen beginnen over werkomstandigheden, drukt de burgemeester haar spreekwoordelijke snor.

“Er zijn belangrijkere dingen dan diversiteitscijfers. Er zijn gebouwen niet in orde, ik zit in eentje: dat is…” Abrupt wordt de brandweervrouw onderbroken door de burgemeester: “Zo vervelend, ik moet nu gaan rennen!” Het wekt irritatie op bij de achtergebleven vrouwen: “De gemiddelde bankdirecteur trekt zijn secretaresse erop, en dan zou alleen hier bij de brandweer seksisme zijn?”

Verpakt onder eufemismen als ‘gezamenlijke verkenning’ worden dienstopdrachten kil medegedeeld door monoculturele, hogeropgeleide kantoorklerken wiens zalvende management-retoriek en geautomatiseerde empathie (“wat heb je van mij nodig?”) de dwingelandij niet verbloemen. Het brandweerpersoneel heeft feilloos door dat het niet klopt, dat er eigenlijk niet naar ze wordt geluisterd. Ze voelen zich dientengevolge onrechtvaardig behandeld. “Het doet me pijn”, zegt bevelvoerder Gerrie.

Het is dan ook een pijnlijke documentaire. Los van het gebrek aan empathie en inlevingsvermogen is daar vooral het schaamteloos wegpoetsen van elke kritiek. Niet door deze inhoudelijk te weerleggen, maar door met hoogopgeleid duur managementjargon als wapen al het praktische personeel in een hoek te drukken.

Het brandweerpersoneel is deze beleidstaal niet machtig, wat overblijft is het gevoel van genaaid worden – maar niet precies kunnen uitdrukken hoe dan. Want hoe weerleg je ‘opbouwende managementtermen’ als ‘de schouders eronder’, ‘teamwork‘ en ‘gezamenlijk’, geframed in positief gepsychologiseer over vuurtjes aanwakkeren in je hart?

Het werkvolk wordt dus continu ge-gaslight door managers. “Ben jij een goede mentor?”, wordt bevelvoerder Gerrie gevraagd als hij aangeeft dat hij graag zijn collega Joyce wil bijstaan in haar ambitie om ook bevelvoerder te worden. Hij gaat hier letterlijk op in, maar wordt al vrij snel onderbroken. “Nee, nee, ik leg hem even terug bij je. De vraag is of jij aangesloten bent op de ontwikkelbehoefte van de brandweer, en of jij de juiste tools hebt”, stelt de leidinggevende. Wat hij er precies mee bedoelt, zegt hij niet. Dat zeggen ze nooit.

Streng handhaven op rotte appels

In een volgende scene wordt Gerrie op het matje geroepen. Hij heeft samen met Joyce een interview gegeven waarin zij verwijst naar de politieke ambitie van burgemeester Halsema en vorige commandant Leen Schaap om meer vrouwen bij de brandweer te krijgen: “Terwijl ik juist denk, het maakt niet uit wie je bent. Als je maar goed genoeg bent.”

In plaats van haar te corrigeren in het interview geeft Gerrie haar gelijk en dat wordt hem niet in dank afgenomen. “Je bent leidinggevende. Je geeft leiding, welk voorbeeld geef je?”, wordt Gerrie gevraagd. Immers, straks gaan mensen nog denken dat het werven van meer vrouwen een politieke doelstelling is, in plaats van iets dat volledig in “samenspraak met de werkvloer is vormgegeven als ambitie”.

Het lijkt de vloek van de overheidsmanager: slim genoeg om lagergeschoolden retorisch in een hoek te drukken, maar niet intelligent genoeg om te beseffen dat er meer facetten aan het brandweerwerk zitten die ze niet begrijpen dan wel. Dat leidt tot een totaal gebrek aan nederigheid, soms zelfs een ronduit neerbuigende houding, ten aanzien van kennis die niet voortkomt uit lekker kunnen werken met Excel of de juiste beleidsbingo kunnen reproduceren.

Dit resulteert vervolgens in de arrogantie dat er weinig valt te leren van de werkvloer, maar wel veel bij te sturen. Terwijl het draaiend houden van een uitvoeringsorganisatie (zoals de brandweer) juist vereist dat je je kunt inleven in het uitvoerende werk, de mensen, het materieel. Kennis en ervaring die voortkomen uit handwerk niet serieus nemen, is in veiligheidsberoepen (zoals bij de brandweer maar ook de politie en defensie) potentieel dodelijk.

Het is daarom juist de plicht van leidinggevenden in dit soort organisaties om het personeel in bescherming te nemen. Dat betekent inderdaad streng handhaven op rotte appels, maar tegelijkertijd wijsheid vanaf de werkvloer serieus te nemen. Deze inzichten vervolgens naast de politieke wensen leggen en die grote broek (“anders zoeken we andere mensen die het wel willen”) ook eens aantrekken tegenover een burgemeester of de korpsleiding, zodra die iets teveel gaan luchtfietsen.

Door, kortom, ook gewoon eens een “nee” naar bóven toe te verkopen.

Ronduit cynisch

Wat rest na het zien van deze documentaire is de pijnlijke realisatie dat overheidsorganisaties uitstekend in staat zijn om hun eigen toekomstige kuil te graven. Wetenschapper Joost Kampen aan de Vrije Universiteit, gespecialiseerd in verwaarloosde organisaties, zag overeenkomsten met de verziekte brandweercultuur en die van het Gemeentevervoerbedrijf eind jaren ’90, toen deze ‘out of control‘ was en het personeel door ‘arbeiderszelfbestuur’ de feitelijke macht had.

Tegen het Parool vertelde hij dat ook daar “lang geen leiding was gegeven en er sprake was van destructieve groepsprocessen, waarin groepsdruk en elkaar niet verklikken de norm waren.”

In zijn proefschrift legde hij de link tussen gedrag binnen verwaarloosde organisaties en gedrag van verwaarloosde kinderen: “Waar kinderen lijden onder gebrek aan normering en aandacht van ouders, vertonen organisaties dezelfde symptomen bij gebrekkig leiderschap.”

Het is ronduit cynisch dat de Veiligheidsregio met een directieve houding, waarbij ze de carrière-oren zó hard laat hangen naar het politiek-ideologisch wensdenken en de dito maakbaarheidswaan, vergeet te luisteren naar hun eigen personeel.

De papieren realiteit over de ‘Brandweer van Morgen’ mag dan wel ronkend klinken, in de praktijk is de brandweerleiding vooral hard bezig met het voeden van de sluimerende veenbrand die de reeds bestaande verwaarlozing is.

Brandweer-docu ‘Brandmeester’: hoogopgeleid dedain voor de werkvloer

https://tpo.nl/2023/12/21/brandweer-docu-brandmeester-hoogopgeleid-dedain-voor-de-werkvloer/

Niet de natuurramp, maar je economische positie bepaalt je klimaatkwetsbaarheid (Vrij Nederland)

Onlangs verscheen de VPRO-documentaire Kan vi leve med deg?, Noors voor ‘Kunnen we bij jou wonen?’ Documentairemaker Nicolaas Veul verkende daarin de opties van een toekomst voor Nederlanders in Noorwegen, mocht het water ons op een gegeven moment écht aan de lippen staan. Uit onderzoek van de Amerikaanse University of Notre Dame kwam Noorwegen uit de bus als veiligste bestemming in het geval van een globale klimaatcatastrofe. De meeste Noren die Veul sprak in zijn documentaire – van willekeurige passanten tot een lokale burgemeester – hadden er wel oren naar: miljoenen Nederlanders zouden in zo’n doemscenario van harte welkom zijn in het hoge noorden. Noorwegen heeft net als wij te maken met een groot personeelstekort en Nederlanders ‘lijken van alle volken misschien wel het meest op Noren’.

Win-win dus: als klimaatmitigatie de komende jaren niet effectief blijkt en een opwarming van 3 graden Celsius realiteit wordt, kunnen we in ieder geval terecht in Noorwegen. Niet iedereen is het ermee eens dat migratie nodig zal zijn, en Nederland kan nog een flinke poos vooruit met de huidige bescherming van het land (dijken, gemalen, dammen, keringen, en die kunnen allemaal groter), maar een gecontroleerde terugtrekking behoort zeker tot de toekomstscenario’s. Dit houdt in dat we hogerop gaan wonen wanneer het te duur of onveilig wordt om Nederland droog te pompen. Maar is klimaatgerelateerde migratie echt zo makkelijk te realiseren als Veul in zijn documentaire doet vermoeden? Ja en nee. Het ligt eraan wie de groep migranten is en hoe de volksverhuizing wordt georganiseerd.

De kanarie in de kolenmijn

Een land waar dit vraagstuk al veel langer leeft, is Kiribati, een eilandstaatje in de Grote Oceaan dat slechts een paar meter boven zeeniveau ligt. Op papier zitten zij in een vergelijkbaar klimaatschuitje als Nederland, maar voor de krap 120.000 inwoners is zeespiegelstijging nu al een existentiële bedreiging. Stukken land zijn al onbewoonbaar geworden, er zijn overstromingen en zoet water is schaars. ‘Iedereen heeft een zelfgemaakte zeewering van zandzakken voor z’n deur. Anders wordt je huis weggespoeld bij vloed,’ zegt oud-president Anote Tong over een haperige Zoom-verbinding vanwege slechte weersomstandigheden op Kiribati.

De zeventigjarige Tong was van 2003 tot 2016 president van het eilandstaatje en maakte zich als een van de eerste wereldleiders hard voor een strenge klimaataanpak. ‘In 2004 zei ik het al bij de Verenigde Naties: we moeten nú handelen. Ik ging naar huis denkend dat ik mezelf voor schut had gezet, want niemand leek te luisteren. Ze waren allemaal te druk met het bestrijden van internationaal terrorisme.’

‘Het is te laat voor mijn land. Kiribati zal in zee verdwijnen, ook al gaat de globale CO2-uitstoot naar nul.’

Uit een prognose van het laatste IPCC-rapport van het VN-klimaatpanel blijkt dat Kiribati – naast de Malediven, Tuvalu, de Marshalleilanden en Nauru – mogelijk in het jaar 2060 al volledig onbewoonbaar zal zijn. ‘Het is te laat voor mijn land. Kiribati zal in zee verdwijnen, ook al gaat de globale CO2-uitstoot naar nul’, zegt Tong. Hij heeft zich neergelegd bij deze wrede realiteit, maar blijft denken in oplossingen. ‘Ik wil een veilige toekomst voor mijn kleinkinderen.’

Voor de inwoners van Kiribati wordt migratie noodzakelijk. En ze zijn niet de enigen. Naar schatting zijn er in 2050 wereldwijd tussen de 31 en 143 miljoen mensen die zich elders moeten vestigen vanwege klimaatverandering. Vooral mensen in Sub-Sahara-Afrika (vanwege hitte en droogte) en de Caraïben en Pacifische Eilanden (vanwege verzilting en zeespiegelstijging) zullen in de komende decennia tot migratie worden gedwongen.

Preventief handelen

Maar hoe organiseer je dat als staat? Idealiter heb je vrijwillige migratie in plaats van gedwongen migratie. ‘Als we wachten tot het laatste moment, zal migratie gehaast en ongecontroleerd gaan met alle gevolgen van dien. Kijk hoe dat bij jullie gaat op de Middellandse Zee,’ zegt Tong. Helen Adams, klimaatwetenschapper en socioloog aan King’s College in Londen, stelt dat mensen zeggenschap moeten hebben over hun eigen migratie. 'Van een noodlijdende, dwangmatige of onveilige migratie ondervindt iedereen schade.’

Preventief handelen dus, tijdig verkennen waar je in de toekomst droge voeten kunt halen. ‘Maar een plek voor onze mensen vinden is niet makkelijk,’ zegt Tong. Toch schoot één land Kiribati te hulp. Tong werd in 2012 wereldnieuws toen bekend werd dat Kiribati een stuk land van Fiji had gekocht. Het landoppervlak is ruim 22 vierkante kilometer, ongeveer de grootte van de gemeente Delft, en kostte een kleine 8,5 miljoen euro. Fiji ligt ook in de Grote Oceaan, maar is een vulkanisch eiland en vanwege de hogere ligging een stuk minder kwetsbaar voor zeespiegelstijging. Dit gebied kan op de lange termijn dienen als vluchtheuvel. ‘En het was een boodschap aan de internationale gemeenschap: terwijl jullie blijven uitstoten, leven wij aan de frontlinie,’ zegt Tong.

Het probleem is: hoe de volksverhuizing eruit zou moeten komen te zien is niet duidelijk en tot op de dag van vandaag is er nog niemand naar het gebied in Fiji verhuisd. Net zoals een Nederlandse exodus naar Noorwegen hoogstwaarschijnlijk voelt als een surrealistisch toekomstbeeld, hebben de inwoners van Kiribati de investering in Fiji ook nooit helemaal omarmd. Volgens Tong voelt het voor velen nog steeds als een ver-van-je-bed-show. ‘Ook al slinkt het land en horen ze de alarmerende verhalen, ze geloven het simpelweg niet.’ Migreren vanwege je veiligheid doe je pas als het echt niet anders kan, stelt Adams. ‘Mensen vertrekken van de een op de andere dag naar het buitenland voor familie, werk of een studie, maar als ze hun huis zijn kwijtgeraakt aan een bosbrand, bouwen ze vaak gewoon een nieuw huis op dezelfde plek. Ook al weten ze dat er nog een bosbrand komt’, zegt de Britse socioloog.

Daarom startte Tong een programma genaamd ‘migreren met waardigheid’: door middel van onderwijs de bevolking voorbereiden op een toekomst buiten Kiribati. Niet alleen inlichten over de pushfactoren (gevaren van klimaatverandering), maar ook de pullfactoren (kansen op een welvarend leven). ‘Maak mensen gekwalificeerd. Met diploma’s op zak ben je als Kiribatiër welkom in landen als Australië of Nieuw-Zeeland. Laat ons de personeelstekorten oplossen.’

Klimaatvluchtelingen hebben nog geen status

Andere Pacifische leiders verklaarden Tong voor gek. Je beste mensen wegsturen? Onzin en onnodig. Volgens Tong zijn de leiders in klimaatontkenning of hopen ze op mogelijkheden van het internationaal recht. Wachten op rechtsbescherming doet Tong liever niet. Op basis van klimaatschade komt een Kiribatiër momenteel namelijk niet zo ver. ‘Als Nederlander kun je je bijna overal ter wereld zonder problemen vestigen, maar als klimaatmigrant uit het globale zuiden loop je tegen een visumplicht aan,’ zegt Evelien Brouwer, docent Publiekrecht, Migratie en Technologie aan de Universiteit Utrecht.

En dat visum krijgt een Kiribatiër die de stijgende zeespiegel probeert te ontvluchten hoogstwaarschijnlijk niet. ‘Afgezien van arbeids- en gezinsmigratie, kun je als je niet vervolgd wordt in het land van herkomst, bijvoorbeeld vanwege je geaardheid of journalistieke werk, moeilijk via de legale weg naar bijvoorbeeld de Europese Unie komen.’

Het huidige VN-Vluchtelingenverdrag stamt uit 1951 en is qua beginselen duidelijk gericht op individuele vervolging. Asiel wordt enkel verleend aan mensen die kunnen aantonen dat zij om politieke of andere redenen vervolgd worden. Klimaatvluchtelingen vallen buiten deze definitie. ‘Een natuurramp wordt immers niet aangemerkt als een situatie van individuele “vervolging” of “bedreiging”’, zegt Brouwer. ‘Het huidige recht moet daarom worden uitgebreid met een juridische regeling van klimaatvluchtelingen.’

‘De grootste vervuilers zijn nog steeds aan de macht en moreel leiderschap zie je maar zelden.’

De juridische erkenning van klimaatvluchtelingen staat al langer op de agenda, staat al langer op de agenda, maar veel landen, onder andere binnen de Europese Unie, stribbelen flink tegen. ‘Steeds vaker wordt het geagendeerd, maar telkens wordt het op de lange baan geschoven. Iedereen is bang voor een aanzuigende werking van migranten,’ zegt Brouwer. ‘Als het Westen in zo’n grote mate verantwoordelijk is geweest voor de uitstoot – waar we rijk van zijn geworden, dan is het wel heel cynisch als we tegen de slachtoffers van klimaatverandering zeggen: jammer voor jullie, maar dit is niet onze verantwoordelijkheid.’

Adams sluit zich daarbij aan. Volgens de Britse wetenschapper heerst er in Europa een irrationele angst voor migratie: ‘Mensen denken dat het tot oorlog zou kunnen leiden, maar er is helemaal geen bedreiging voor de nationale veiligheid of onze economieën. Sterker nog: in het globale noorden hebben we migranten nodig om personeelstekorten op te vullen.’

Anote Tong gelooft niet langer dat het Globale Noorden zijn morele verantwoordelijkheid oppakt en klimaatgerelateerde migratie zal toestaan, laat staan faciliteren. ‘De grootste vervuilers zijn nog steeds aan de macht en moreel leiderschap zie je maar zelden. We moeten de toekomst van onze kleinkinderen niet overlaten aan het grootkapitaal uit het Globale Noorden, die geeft alleen iets om economische groei.’ De noodzaak van zijn experimentele klimaataanpak wordt steeds duidelijker.

Het internationaal recht komt langzaam in beweging

Er lijkt wel iets te gebeuren om de minder bevoorrechten bescherming te bieden voor de gevolgen van klimaatverandering. Het VN-Migratiepact, dat een groot deel van de landen ter wereld in 2018 heeft ondertekend, biedt mogelijkheden. ‘Het verdrag richt zich voornamelijk op het welzijn van de migrant in plaats van de economische voordelen van migratie,’ zegt Adams.

Een recente uitspraak van het VN-Mensenrechtencomité verschaft ook perspectief voor de bescherming van klimaatvluchtelingen en -migranten. In 2020 klaagde Ioane Teitiota, een inwoner van Kiribati, de Nieuw-Zeelandse staat aan bij het Mensenrechtencomité. Teitiota vond dat Nieuw-Zeeland zijn asielaanvraag onterecht afwees. De aanklager eiste asiel omdat Kiribati vanwege de gevolgen van klimaatverandering binnen tien tot vijftien jaar niet meer leefbaar zou zijn.

Het Mensenrechtencomité gaf hem geen gelijk, maar dat zat hem in de tien tot vijftien jaar. Teitiota liep daardoor geen onmiddellijk risico in Kiribati. Was dat wél het geval geweest, dan hadden ze hem niet teruggestuurd. ‘De Teitiota-uitspraak betekent dat wanneer in een bepaald gebied essentiële mensenrechten in gevaar komen als gevolg van klimaatverandering, bijvoorbeeld wanneer er weinig voedsel is en dat tot conflicten kan leiden, iemand niet zomaar naar dat gebied teruggestuurd mag worden’, zegt Brouwer. Aangezien klimaatverandering steeds erger wordt, verwacht de jurist dat het niet lang zal duren voordat de eerste klimaatvluchteling vanwege de Teitiota-uitspraak asiel moet krijgen. Toch is dit nog geen garantie. Ook kan het Mensenrechtencomité geen bindende uitspraken doen. Terwijl de tijd begint te dringen voor de inwoners van Kiribati.

Je wieg bepaalt je klimaatschade

Hoe anders is de situatie in Nederland. Ons land ligt op veel plekken nog lager dan Kiribati, maar we hebben tal van alternatieven voordat migratie echt het overwegen waard is. En al zou het zover komen, dan zijn er in ieder geval geen juridische obstakels. De relatief makkelijk te verwezenlijken Noorse droom van Nicolaas Veul voelt toch wrang als je beseft hoe benauwend de situatie van Kiribati op dit moment al is.

Adams, die meeschreef aan het laatste IPCC-rapport, benadrukt dat het niet zozeer gaat om de fysieke dreiging van klimaatverandering, maar om de onderliggende kwetsbaarheid van groepen mensen. ‘Het is niet de vloedgolf die je verdrijft, het is je sociaaleconomische positie. De situatie zou aanzienlijk beter zijn in Sub-Sahara Afrika als ze irrigatiesystemen hadden. Kijk naar landen in het Midden-Oosten, daar kan de bevolking zorgeloos leven omdat ze airconditioning kunnen betalen.’

Een ander voorbeeld zijn de laaggelegen Malediven, een bekende huwelijksreis-hotspot in de Indische Oceaan. Het land is geografisch gezien zeer vergelijkbaar met Kiribati. De eilandengroep overwoog in 2012 land te kopen in Australië en India, maar heeft dat plan in de ijskast gezet en is nu met de opbrengsten uit de toerismesector bezig met de creatie van kunstmatige eilanden. Zoiets is voorlopig ondenkbaar in Kiribati. ‘Eén zeewering bouwen is al een reusachtige kostenpost voor ons’, zegt Tong. Met andere woorden: wie het kan betalen, gaat over tot klimaatmitigatie, wie dat niet kan, is aan zijn lot overgelaten.

‘Ik heb altijd gerefereerd aan klimaatverandering als ‘s werelds grootste morele uitdaging. En dat is het nog steeds.’

Dus wat bepaalt je klimaatkwetsbaarheid? Waar je huis staat of welk paspoort je hebt en of je in staat bent om je elders te vestigen? Beleidsmakers in het Globale Noorden zouden zich voornamelijk met dat laatste moeten bezighouden als het gaat om klimaatgerelateerde migratie, stelt Helen Adams. ‘Het gaat om armoede en ongelijkheid.’

Ook binnen Nederland zullen de meest kwetsbare personen de meeste schade ondervinden van klimaatverandering. ‘Belangrijk is dat je probeert gemeenschappen bij elkaar te houden, ook al is dat niet op dezelfde plek,’ zegt de Britse socioloog. ‘Hoe zorg je voor de ouderen, die al hun hele leven lang in een diepe polder wonen? Hoe zorg je voor ongedocumenteerde migranten en thuislozen? Of mensen die simpelweg niet het menselijke kapitaal hebben om hun spullen te pakken en elders een nieuw leven te starten? Dit zijn zaken waar de Nederlandse autoriteiten over na zouden moeten denken.’

Anote Tong is inmiddels gepensioneerd. Zelf zal hij Kiribati niet meer verlaten. ‘De grote klimaatimpact komt pas na mijn dood. En ook al zou het nu zijn, dan zou ik er juist voor willen zorgen dat jongeren een veilig thuis krijgen.’ Volgens de oud-president is de juiste klimaataanpak een kwestie van je belangen op orde krijgen. ‘Ik heb altijd gerefereerd aan klimaatverandering als ‘s werelds grootste morele uitdaging. En dat is het nog steeds.’

Het bericht Niet de natuurramp, maar je economische positie bepaalt je klimaatkwetsbaarheid verscheen eerst op Vrij Nederland.

https://www.vn.nl/natuurramp-economische-positie-klimaatkwetsbaarheid/

Dit zijn de 5 podcast-tips van… Ruben van Haften (Metronieuws)

https://www.metronieuws.nl/wp-content/uploads/2022/09/podcast-tips-ruben.png

Podcasts zijn er te kust en te keur. Om je wegwijs te maken, laat mediaplatform Spreekbuis.nl wekelijks een mediapersoon zijn of haar favorieten selecteren. Met vandaag: de vijf favorieten van Ruben van Haften.

Ruben van Haften werkt als freelance radiomaker en is regelmatig te horen als presentator in de nacht van NPO Radio 1. Hier houdt hij uurgesprekken met de meest uiteenlopende gasten. Van wetenschappers tot ervaringsdeskundigen bij het nieuws.

De podcast-tips van Ruben van Haften:

1. Atlas

Atlas is een bijzondere en prettige wetenschapspodcast van de NTR. Elk thema duurt een paar afleveringen. Petra Grijzen interviewt wetenschappers en verslaggevers gaan op onderzoek uit. Ontzettend gaaf als je van verdieping houdt bij onderwerpen waar je nooit over nagedacht had. Vooral de serie over de rol en arrogantie van de mens in de evolutie is een grote aanrader.

2. In de ban van Rian

Ik ben erg fan van podcasts als De Deventer Mediazaak, podcasts over bizarre waargebeurde situaties. Omdat die al vrij bekend is (en terecht ook), wil ik graag een lans breken voor In De Ban Van Rian. Tubantia-journalist onderzoekt het leven en werkwijze van cyber-charlatan Rian van Rijbroek. In 2018 schoof ze aan bij Nieuwsuur om te praten over verschillende Ddos-aanvallen op Nederlandse banken. Hierbij werd ze door echte experts al snel ontmaskerd als leugenaar en fantast. Ondanks dit alles wist ze de macht te krijgen over het bedrijf van IT-miljonair Gerard Sanderink. Hoe kon dit gebeuren? Ik ben pas net begonnen in de podcast, maar val nu al van verbazing in verbazing. Ik zal verder niks spoilen, je moet vooral zelf luisteren.

3. Kind Kan De Was Doen

Op televisie kan ik me enorm ergeren aan Maxim Hartman, maar in deze podcast is hij op zijn sterkst. Maxim interviewt jonge kinderen over volwassen problemen. Hoe denkt een kleuter bijvoorbeeld over het lerarentekort of bio-diversiteit? In het tweede seizoen geeft hij ze ook nog een rapport waaruit blijkt welke rol ze later in de maatschappij gaan innemen, iets waar ze vaak niks van snappen. De podcast duurt hooguit een kwartiertje per aflevering, maar is snel, strak en bovenal hilarisch gemonteerd. Ik heb zelfs met een vriendin meerdere luistersessies gehouden, omdat we er beiden erg van genieten. Zeker aan te raden als je even uit een dipje wil komen.

4. Alledaagse Vragen

Stiekem zijn nutteloze vragen de leukste vragen. En die vragen proberen Elif, Ilan, Merel en Aron voor BNNVARA te beantwoorden in deze podcast. Hebben vliegen pijn als ze tegen het raam botsen? Mag een kindacteur zijn eigen horrorfilm zien? En hoeveel snoep wordt er gestolen bij de Jamin? Maar ook belangrijke vragen zoals wanneer Artsen Zonder Grenzen in actie komt of hoeveel CO2 er bij bosbranden vrijkomt, komen voorbij. Het luistert lekker weg en je maakt gelijk weer indruk bij de koffieautomaat. En het leukste: er verschijnt dagelijks een nieuwe aflevering!

5. Song Exploder

Deze Engelstalige podcast is speciaal voor de muziekfans. Ik ben een enorme muzieknerd, dus verslind deze. Hrishikesh Hirway praat met verschillende muzikanten over één van hun favoriete nummers uit eigen werk. Deze wordt vervolgens compleet ontleden, maar ook de geschiedenis van het nummer komt ter sprake. Het leidt tot verrassende gesprekken met artiesten als Björk, Black Pumas, Hozier en Jon Batiste. Aangezien er van alles wordt besproken, van pop tot filmmuziek (Hans Zimmer!), zit er ongetwijfeld iets bij wat je aanspreekt. En voor de lezers: er is ook een variant over boeken.

De podcast-tips van vorige week

Ook vorige week tipte een mediapersoon een aantal podcasts, die keer was de beurt aan Wais Shirbaz. Lees zijn tips hier.

https://www.metronieuws.nl/entertainment/podcasts/2022/09/podcast-tips-van-ruben-van-haften/

Silicon Weiland: 5 startups die de landbouw slimmer maken (MT.nl)

De strijd om de agrarische robot barst los, schreven analisten van ABN Amro vorige maand. Want de manier waarop we nu voedsel produceren, loopt tegen zijn grenzen aan. Ingrediënten voor die krapte zijn een gebrek aan personeel, de stijgende vraag naar duurzaam eten en een tekort aan landbouwgrond door verstedelijking en klimaatverandering.

Een deel van de oplossing schuilt in het vertalen van technologieën – zoals kunstmatige intelligentie, satellieten en sensoren – naar de landbouw. Ondernemers die daarmee de efficiëntie van landbouwbedrijven vergroten, hebben de groeikansen zogezegd voor het oprapen. Op de wereldwijde markt voor agrarische technologie (agritech) claimen Nederlandse fabrikanten – vooral dankzij melk- en voerrobots – nu al een marktaandeel van ruim 11 procent, goed voor 715 miljoen euro omzet. Daar kan volgens ABN Amro nog flink wat omzet bij, mits er aan een paar voorwaarden wordt voldaan.

In de serie De Vijf licht MT/Sprout startups uit die je in de gaten moet houden. Hier vind je ze allemaal.

Zo eisen Europese regels voor ‘veldrobots’ bijvoorbeeld dat er sprake is van continu menselijk toezicht, terwijl autonome tractoren in de VS en Australië wél zonder oppas hun rondjes mogen rijden. Daarnaast zijn agritech-projecten in Nederland nog te versnipperd, en wordt er te weinig kennis en data gedeeld. Tot slot kost het Nederlandse agritech-startups veel tijd en moeite om aan groeikapitaal aan te boren. ‘Je komt aan ondernemen bijna niet toe’, zegt oprichter Martijn Lukaart van onkruidrobot Odd.bot (hieronder uitgelicht) in het rapport van ABN Amro.

Worden die knelpunten een beetje voortvarend aangepakt, dan zou de Nederlandse agritech-omzet kunnen stijgen naar 2,5 miljard euro in 2025. Een selectie van vijf startups die in die groeimarkt een paar flinke graantjes mee kunnen pikken:

1. VanderSat

Terwijl bedrijven als SpaceX satellieten met bosjes tegelijk de ruimte inschieten, geven ruimteagentschappen zoals ESA bedrijven gratis toegang tot (een deel van) de data. Het Nederlandse VanderSat grijpt die kans met beide handen aan. Met de satellietgegevens die het Haarlemse bedrijf binnenhaalt kunnen landbouwbedrijven zowat realtime (zes uur na het maken van de opnames) bijvoorbeeld de temperatuur en vochtgraad van hun grond en groei van hun gewassen in de smiezen houden. Daardoor kunnen ze efficiënter omspringen met water, meststoffen en pesticiden.

Omdat VanderSat kijkt naar de elektromagnetische straling die planten en de aarde uitstralen, worden de opnames van het bedrijf niet gehinderd door wolken of donker (of planten, in het geval van het meten van de ondergrond). Daarmee is het bedrijf van Richard de Jeu vooral voor landbouwbedrijven met grote oppervlaktes ook een alternatief voor het installeren van sensoren op de grond. De doelgroep van VanderSat bestaat daarnaast uit handelaars die de opbrengst in bepaalde gebieden willen voorspellen. Verzekeraars zoals AXA en Swiss Re gebruiken VanderSat om bijvoorbeeld de impact van droogte te meten.

2. In Ovo

https://mtsprout.nl/wp-content/uploads/2021/08/In-Ovo-200x106.jpg

In Ovo-oprichters Wil Stutterheim en Wouter Bruins (oto: In Ovo).

Omdat deze dieren geen eieren leggen, worden in de pluimvee-industrie jaarlijks 6,5 miljard mannetjeskuikens ‘geruimd’. De verontwaardiging daarover vertaalden biomedicus Wil Stutterheim en bioloog Wouter Bruins naar een machine die razendsnel het geslacht kan bepalen van een bevrucht ei. Daarmee behaalde de Leidse startup eerder dit jaar een mijlpaal van 150.000 kippen die werden geboren zonder dat daarbij ook maar een ‘eendagshaantje’ over de kling hoefde te worden gejaagd.

Bestaande aandeelhouders (VisVires New Protein en Evonik Venture Capital) legden afgelopen maart nog eens ‘enkele miljoenen’ euro’s groeikapitaal in. In Ovo komt dit najaar met een nieuwe machine, waarmee een broederij per jaar een miljoen hennen uit kan laten komen zonder haantjes te hoeven doden. Daarmee kan het bedrijf ook de Duitse en Franse markt op. Dit zijn de eerste Europese landen die (vanaf 2022) een verbod hebben ingevoerd op het doden van haantjes.

3. Odd.Bot

https://mtsprout.nl/wp-content/uploads/2021/08/Odd.bot_-200x100.jpg

Het team van Odd.Bot.

De markt voor melk- en voerrobots is al redelijk verzadigd, maar op het ‘veld’ ligt de markt nog grotendeels open. Bijvoorbeeld als je een robot levert die korte metten kan maken met onkruid. Martijn Lukaart klaart dat klusje met autonome onkruidwieder Odd.Bot. Het geheime wapen is een algoritme dat plantjes automatisch kan onderscheiden van bijvoorbeeld wortels. De startup belooft landbouwbedrijven niet alleen een oplossing voor het tekort aan personeel, met mechanisch wieden kan ook het gebruik van chemicaliën drastisch worden teruggeschroefd.

Niet de enige onkruidrobot
De onkruidrobots van Odd.bot hebben met Trabotyx een Nederlandse soortgenoot. De agritech-startup uit Den Bosch haalde in juni nog 460.000 euro groeikapitaal op bij regionale investeringsmaatschappij BOM en een aantal angels.

Lukaart had eerst een autonoom bezorgwagentje in gedachten, maar de landbouw bleek een meer realistische optie dan de streng gereguleerde openbare weg. Odd.Bot startte dit jaar de eerste betaalde pilots. Volgend jaar wordt een eerste serie van acht Weed Wackers geproduceerd, een aantal dat in 2025 moet groeien naar 1.000 stuks (tegen die tijd mogelijk voorzien van 5G). De autonome wieders worden on demand verhuurd. Het Haagse bedrijf werd eind vorig jaar door Europese Unie uitgeroepen tot een van de drie beste agritech-startups van Europa, met een subsidieprijs van 100.000 euro als beloning.

4. ReNature

https://mtsprout.nl/wp-content/uploads/2021/08/ReNature-200x108.jpg

ReNature-oprichters Marco de Boer en Felipe Villela.

Met behulp van (oude en nieuwe) technologie en agroforestry kun je beschadigde bossen en landbouwgronden nieuw leven inblazen, bewijst ReNature. Het bedrijf van Marco de Boer en Felipe Villela wil binnen tien jaar een miljoen hectare door monocultuur en erosie uitgeputte grond herstellen. Uitgangspunt is de manier waarop inwoners van de Amazone jaren landbouw bedrijven, en waarbij het natuurlijke evenwicht in stand blijft. Het twee jaar oude ReNature heeft momenteel 42.000 hectare onder beheer, verdeeld over zo’n 4.000 boeren in onder meer Brazilië, Kenia en India.

‘Regeneratieve landbouw’ is oeroud, maar voor het opschalen ervan doet de Amsterdamse startup een beroep op nieuwe technologie. Om boeren aan extra inkomsten te helpen, werkt ReNature samen met Acorn. Dit is een online marktplaats voor CO2-credits die dit jaar werd gelanceerd door Microsoft en Rabobank. Over geld gesproken: het in 2019 opgerichte ReNature haalde in januari 677.000 euro groeigeld op. Daarmee opent de startup onder meer een nieuw kantoor in Brazilië, en kan het projecten uitbreiden in onder meer Brazilië, ­Indonesië, Kenia en Ivoorkust.

5. AVL Motion

https://mtsprout.nl/wp-content/uploads/2021/08/AVL-Motion-200x100.jpg

Old MacDonald had a farm(bot) (AVL Motion).

Hoeveel mensen zullen het niet hebben gedacht, terwijl ze met hun handen in de aarde wroetten op zoek naar asperges: kan dit niet makkelijker? Oprichter van AVL Motion Arno van Lankveldf (32), zoon van een aspergeteler, beantwoordt die vraag met een oogstrobot die – zonder pauzes of rugpijn – 9.000 asperges per uur uit de grond plukt. Een opbrengst die gelijkstaat aan die van dertig seizoensarbeiders. Met die (bijna) automatische ‘baantjestrekker’ kan een kweker 80 procent van zijn (lastig op te vullen) arbeidsuren besparen.

De oogstrobot speurt met ingebouwde camera’s van bovenaf naar aspergekopjes. Dankzij slimme software kan de machine vervolgens zelf bepalen of de asperges oogstrijp zijn. De coördinaten van die asperges worden in het geheugen opgeslagen, waarna een molen met stekers de felbegeerde groentestengels te grazen neemt. Voor die techniek betaalt een kweker 4 ton per machine. AVL mikt de komende vijf jaar op een afzet van tachtig oogstrobots. Om te kunnen opschalen, groeit het aantal medewerkers van zeventien naar 35 mensen.

Als uitsmijter (met asperges), deze gelikte trailer die AVL vorige maand in de bioscoop uitbracht:

https://mtsprout.nl/startups-scaleups/silicon-weiland-5-startups-die-de-landbouw-slimmer-maken

Wekdienst 25/10: EU-ambassadeurs praten over brexit en protest tegen gijzeling NOS-journalist (NOS Binnenland)

Goedemorgen! De rechtbank in Rotterdam beslist vandaag of NOS-journalist Robert Bas langer vast blijft zitten en de EU-ambassadeurs praten over de brexit.

Het blijft vandaag vrijwel overal droog en af en toe breekt de zon door. Het wordt 15 of 16 graden. De zuidelijke wind neemt in de loop van de dag toe en vooral in het noordwestelijk kustgebied gaat het in de avond hard tot stormachtig waaien en komen zware windstoten voor.

Ga je op pad? Hier vind je het overzicht van de werkzaamheden en files en de situatie op het spoor.

Wat kun je vandaag verwachten?

Journalisten demonstreren in Rotterdam tegen het besluit van de rechter-commissaris om NOS-journalist Robert Bas te gijzelen. Vanmiddag beslist de rechtbank of Bas langer blijft vastzitten. Het is de laatste dag van de estafettestaking van boeren in Noord-Brabant. Ze gaan naar het provinciehuis, waar 's middags het Statendebat begint over de stikstofmaatregelen. In Brussel komen alle EU-ambassadeurs bijeen om te praten over de brexit. De vraag is of zij bereid zijn het Verenigd Koninkrijk opnieuw uitstel te geven, en voor hoelang dan.

Wat heb je gemist?

Volgens de kiescommissie van Bolivia heeft zittend president Morales de verkiezingen vannacht gewonnen. Met 99,99 procent van de stemmen geteld staat Morales op 47,07 procent. De belangrijkste rivaal van de president, Mesa, erkent zijn verlies niet. Hij roept zijn aanhangers op de straat op te gaan. Die oproep zorgt vandaag mogelijk voor meer onlusten.

Sinds de start van de verkiezingen zondag is het onrustig in het Zuid-Amerikaanse land. Die onrust komt mede doordat de kiescommissie het tellen van de stemmen maandag plotseling staakte. Toen de telling werd hervat, had Morales een grote voorsprong. Volgens tegenstanders is er bij het tellen van de stemmen gefraudeerd.

Anders nieuws uit de nacht:

Vakbonden verliezen in twee jaar tijd 100.000 leden: Steeds minder mensen zijn lid van een vakbond. In 2019 waren er 100.000 vakbondsleden minder dan twee jaar eerder. 'Overvolle klassen in speciaal onderwijs veroorzaken onveilige situaties': Volgens specialisten is het lerarentekort een van de oorzaken. Californië geteisterd door bosbranden, duizenden mensen geëvacueerd: De branden verspreiden zich snel vanwege de wind en de hoge temperaturen in de staat aan de westkust.

En dan nog even dit:

Het is vandaag een jaar geleden dat het Slotervaartziekenhuis failliet ging. Een dag na het faillissement werden patiënten al overgeplaatst naar andere ziekenhuizen. De sluiting van het ziekenhuis in Amsterdam riep destijds veel emoties op. Veel verpleegkundigen en artsen werkten er namelijk al jaren. Naast artsen demonstreerden ook patiënten tegen de sluiting.

Volgens zorgverzekeraar Zilveren Kruis kon het Slotervaart destijds dicht omdat er elders in Amsterdam genoeg capaciteit was. Artsen trekken dat achteraf in twijfel. Oud-behandelaars van het ziekenhuis kijken met weemoed terug: "Het Slotervaart was een oud ziekenhuis met veel gebreken, maar wel ons oude ziekenhuis", zegt voormalig arts Edward Donkers.

Fijne dag!

http://feeds.feedburner.com/~r/nosnieuwsbinnenland/~4/5VGFed8uXfQ

http://feeds.nos.nl/~r/nosnieuwsbinnenland/~3/5VGFed8uXfQ/2307559