Catch-22. Milieueisen voorkomen klimaatacties (GeenStijl)

Allemaal de schuld van vleermuizen.


We zijn er eindelijk achter wie er verantwoordelijk zijn voor de klimaatverandering en het zijn vleermuizen. De duistere fladderaars zijn de reden dat over een paar jaar Appelscha overstroomt, een bosbrand het centrum van Amsterdam verwoest en we allemaal een pijnlijke klimaatdood sterven omdat de thermometer twee graden hoger uitslaat. Een wereldwijde ramp die wij als het kleine Nederland eigenhandig kunnen voorkomen, ware het niet dat die vuile vleermuizen roet in het eten gooien. Die nestelen heel soms in uw spouwmuren en daarom moeten van de Raad van State alle spouwmuren nu een ecologisch onderzoek ondergaan voordat u ze kunt isoleren. Een onderzoek dat zo'n 5.000 tot 6.000 euro kost en meer dan een jaar kan duren en daarmee voorkomt dat ieder weldenkend mens ooit nog spouwmuurisolatie overweegt. Met als gevolg dat er onnodig veel energie verbruikt wordt, de aarde opwarmt en we binnenkort allemaal sterven zoals staat geschreven in de A12-profetieën. En dat is dus de schuld van de vleermuizen. En misschien een heel klein beetje de schuld van de groene brigades die zo veel milieumaatregelen in het leven riepen dat deze regelbrij inmiddels de eigen doelen tegenwerkt en de normale burger door het aangeplante bureaucratische bos de echte bomen niet meer ziet. Maar laten we vooral de vleermuizen de schuld geven, dat is veel makkelijker. 

https://www.geenstijl.nl/5172536/catch-22-milieueisen-voorkomen-klimaatacties/

Feynman en/of Feiten – Stikstofslot definitief (GeenStijl)

Alsof je een glas water op een bosbrand gooit...

https://image.gscdn.nl/image/4952a7ac5d_plaatje2.jpg?h=True&w=880&s=518b468835780e69c0eb42f283792d6a

https://image.gscdn.nl/image/f8e7d2aaef_Nitrogen_dioxide_over_Europe_pillars.jpg?h=True&w=880&s=6a0b61547cde0c844029860b7311c2be

Onze natuur blijkt volgens de VN nog gevoeliger voor stikstof. De kritische depositiewaarden moeten nog verder omlaag. Vorig jaar legde het Planbureau voor de Leefomgeving al een vernietigend rapport neer dat zelf het uitkopen van ALLE boeren in 95% van Nederland niet zal leiden tot een oplossing van de stikstofcrisis. (PDF p4) Die beschouwing mag opnieuw, en zal dus nog slechter uitvallen.

Alleen rond Breskens, Hoogkarspel, Franeker, Delfzijl en Ravenstein zou wat ruimte ontstaan om nieuwe steden te bouwen voor een miljoen woningen. De rest van Nederland houdt zelfs na het uitkopen van alle boeren en het behalen van alle doelen uit het klimaatakkoord in alle andere sectoren haar fatale bouwstop. De uitzichtloosheid van deze impasse is nog nergens doorgedrongen.

Tegen die achtergrond is het uitkopen van 500 boeren nogal beperkt. Alsof je een glas water op een bosbrand gooit. Alleen kost dat glas water tientallen miljarden euro's en verdampt gelijk. Het maakt niet meer uit of je dit financieel of vanuit milieubelang bekijkt, het slaat nergens meer op. Het milieueffect is verwaarloosbaar op het geheel, de kennis- en kapitaalvernietiging is extreem.

https://image.gscdn.nl/image/840a0f8d38_plaatje2.jpg?h=True&w=880&s=fecc515bd3977728c9a3eef1a21e2e6c

Die berekeningen zijn behoorlijk incompleet. Van industrie wordt maar een klein deel van de uitstoot meegenomen, meer dan driekwart van stikstofoxiden slaat pas na de afkapgrens van 25 kilometer neer. Alle verkeersvluchten boven de 914 meter hoogte worden niet meegenomen. Daarvoor is geen wetenschappelijke basis, want die uitstoot vormt salpeterzuur en komt met regen naar beneden.

Dit is dus weer een stukje struisvogelpolitiek, waarbij er een peperduur ad-hoc beleid wordt gevoerd, waar iedereen van kan natellen dat het niet toereikend zal zijn. Het is wachten op een activistische Raad van State die besluit zulke fictieve afkapgrenzen weer eens te schrappen en we kunnen terug naar de tekentafel. Zonder stabiele regelgeving krijg je geen investeringen in de klimaattransitie.

Hier profileren politici zich dat ze “moeilijke” besluiten durven nemen en de geldkraan wagenwijd openzetten om zieltjes te winnen, maar wie het narekent, ziet de schatkist leegbloeden terwijl de natuur niet zal herstellen. De tijd dat we kunnen denken aan inspanningsverplichtingen is echt voorbij, we hebben keiharde resultaten nodig op een manier die op de lange termijn geld oplevert.

Politici delen liever geld uit aan armoedige kiezers om bijvoorbeeld hun energierekening te betalen. Dat is een indirecte fossiele subsidie, waarom hebben huurwoningen nog geen muurisolatie of dubbelglas!? Dat had de samenleving inmiddels terugverdiend. Waarom is dit klimaat- en armoedebeleid niet gelukt in de jaren zonder verkiezingscampagne? Was het controversieel?

Fossiele subsidies afbouwen klinkt leuk, het zal vooral geld kosten. Zware industrie wordt een fiscale vluchteling en zal elders herbouwen. Ondertussen stijgt de vraag naar hun producten tot in het onmogelijke, dezelfde industrie is nodig in de klimaattransitie om woningen voor anderhalve ton te verbouwen, het elektriciteitsnetwerk te verzwaren en ons wagenpark te vervangen.

Nederland heeft de meest milieuvriendelijke boeren ter wereld, die dankzij veel innovatie op de wereldmarkt goed mee kunnen komen. We kunnen kiezen tussen twee soorten natuurbeleid. De Nimby-variant waar we op onze postzegel alle boeren uitkopen en deze opgebouwde kennis verloren laten gaan, of onze kennis internationaal uitrollen en zo wereldwijd duurzamere landbouw uitrollen.

Boeren uitkopen, een Europees beroepsverbod geven en daarna 15% van hun oude stikstofruimte bieden om nieuwe activiteit te ontplooien begrijp ik niet. Dan eis je tegen enorme kosten 85% reductie, terwijl de eerste commerciële versie van de stikstofkraker al 80% reductie geeft, en geld oplevert. Over die winst gaan die boeren ook nog eens netjes belasting betalen...

Gaan we echt een bevolkingsgroep, levenswijze en gezonde sector van onze economie slopen om die laatste 5%-punt verschil? Er was ooit een visie dat we met innovatie een kenniseconomie gingen opbouwen en daarmee de wereld gingen verbeteren terwijl we een stevige boterham gingen verdienen. Waarom laten we die visie los in de klimaatdiscussie? Wat wordt ons verdienmodel?

Een Europees beroepsverbod is veel te breed. Binnen Portugal, Spanje, Zuid-Frankrijk, Zuid-Italië, Oostenrijk, Slovenië, Kroatië. Bosnië, Servië, Albanië, Griekenland, Hongarije, Bulgarije, Roemenië, Letland, Litouwen, Estonia, Ierland, Schotland, Noorwegen, Zweden en Finland zijn grote gebieden waar stikstof geen probleem is. Waarom mogen onze boeren niet binnen Europa verhuizen!?

De Universiteit Wageningen kwam ook zelf met een “oplossing”. Kort samengevat: niet al te gedetailleerd te werk gaan, ongebruikte vergunningen direct vernietigen en het mes in de landbouw. Dan gaan we minder voedsel produceren, voedsel over een langere afstand transporteren (meer diesel- & stikstofoxiden-uitstoot) om daarna last te krijgen van extra buitenlandse stikstofuitstoot.

Het is nogal logisch dat de voedselconsumptie constant blijft, of meestijgt met de bevolkingsgroei. Dan kan je hier wel afscheid nemen van onze landbouw, maar dat geeft binnen de Europese markt louter een waterbedeffect, waarbij dezelfde productie vlak over de grens door een andere boer en onder minder milieuregels alsnog komt en tot meer uitstoot leidt. Dat beleid werkt averechts.

Volgens het Planbureau voor de Leefomgeving komt het merendeel van onze stikstofdepositie uit het buitenland. Satellietbeelden van stikstofoxiden in de lucht laten keurig de bijdrage van het Ruhrgebied en Antwerpse haven zien. De VN kan haar rapport beter aan Brussel en Berlijn sturen, dat Nederland hulp nodig heeft, en geen open riool is voor gebrekkige handhaving elders.

Deze uitdaging wacht al jaren op de eerste valide oplossing.

https://www.geenstijl.nl/5172470/feynman-en-of-feiten-stikstofslot-definitief/

Crisisbeheersing en Brandweer beter voorbereid op toekomst (BeveiligingNieuws)

Hoe zorgen we dat de crisisbeheersing in Nederland toekomstbestendig blijft? De minister van Justitie en Veiligheid heeft vandaag de contourennota Versterking Crisisbeheersing en Brandweerzorg, het Nationaal Handboek Crisisbeheersing en het kader modernisering staatsnoodrecht, aangeboden aan de Tweede Kamer. Deze plannen laten zien hoe partijen in het crisisdomein de komende jaren samenwerken.

De afgelopen jaren is in Nederland veel ervaring opgedaan met complexe (crises)situaties, zoals COVID-19, de opvang van ontheemde Oekraïners, of de natuurbrand in De Peel. Hierbij is volgens de overheid veel goed gegaan, op alle niveaus.
Maar de maatschappij verandert in hoog tempo. Hedendaagse crises zijn in toenemende mate complex en grensoverschrijdend. Dat vraagt om extra inspanning en versterking van ons stelsel. Dat tonen verschillende onderzoeken, evaluaties én ervaringen van de afgelopen jaren ook aan. De commissie Muller evalueerde in 2020 de Wet Veiligheidsregio’s en zegt hierover dat Nederland beter op de rampen en crises van de toekomst voorbereid moet zijn en dat een verbeterslag noodzakelijk is in de samenwerking tussen regio’s, crisispartners en Rijk bij de aanpak van interregionale en (inter)nationale crises.

Actie- en wetgevingsprogramma
Daarom start nu, als uitwerking van de contourennota, een actie- en wetgevingsprogramma om de plannen en ambities te realiseren. Alle fases van de crisisbeheersing, van voorbereiding tot en met nafase, worden wettelijk verankerd. Zodat ons stelsel van crisisbeheersing en brandweerzorg goed voorbereid blijft op veranderingen en dreigingen in de toekomst.
De contourennota schetst hoe de organisatiestructuur en samenwerking bij interregionale, nationale en internationale risico’s en crises worden versterkt. Het uitgangspunt is om als één overheid te opereren, ongeacht geografische of organisatorische grenzen en negatieve gevolgen van crises zoveel mogelijk te beperken. Daarom komt er één landelijk dekkend stelsel voor crisisbeheersing, met onder meer een knooppunt coördinatie tussen de Regio’s en het Rijk, het zogenoemde KCR2.

Voorbereid op nieuwe incidenten
De brandweer vormt een belangrijke spil in het stelsel van incidentbestrijding, rampenbestrijding en crisisbeheersing. De brandweer van de toekomst moet zijn voorbereid op nieuwe (grote) incidenten met impact buiten de eigen veiligheidsregio. De overstromingen in Limburg en de ervaringen met recente natuurbranden laten het belang zien van een brandweer die over regiogrenzen heen opereert. Er wordt ingezet op een toekomstbestendige brandweer met voldoende capaciteit en slagkracht om naast kwalitatief hoogwaardige lokale en regionale basisbrandweerzorg het hoofd te bieden aan grootschalige en nieuwe incidenttypen. Met een goede wettelijke verankering. Daarbij wordt ook ingezet op structurele samenwerking met de andere crisispartners, zoals politie, waterschappen, Defensie, industriële brandweerkorpsen, de Reddingsbrigade Nederland en de milieu-ongevallendienst van het RIVM.

Besluit MCCb en Handboek crisisbeheersing
Het nieuwe Besluit MCCb en het Nationaal Handboek Crisisbeheersing vervangen de verouderde versies uit 2016. Ze leggen de veranderingen vast die op basis van lessen, ervaringen en aanbevelingen uit evaluaties (zoals crisisaanpak corona) zijn doorgevoerd en beschrijven de huidige, staande praktijk bij situaties met een bovenregionale en landelijke impact. Daarbij is het essentieel nadrukkelijk oog te hebben voor mogelijke en verwachte brede maatschappelijke gevolgen met name voor kwetsbare groepen, de uitvoeringspraktijk, de handhaafbaarheid, de financiële haalbaarheid en de uitlegbaarheid van eventuele maatregelen. Daarom zijn de aanpak en de organisatie van de crisisbeheersing van begin af aan gericht op een intensieve en flexibele samenwerking met medeoverheden, overheidsdiensten en betrokken publieke en private partners, als samenstellende delen van een landelijk dekkend stelsel.
Zo kunnen op uitnodiging een burgemeester, voorzitter veiligheidsregio of voorzitter van een ander openbaar lichaam met raadgevende stem aan vergaderingen deelnemen. Verder kunnen ook andere operationele partners en inhoudelijke deskundigen als adviseur deelnemen. Denk daarbij aan politie en Koninklijke Marechaussee, krijgsmacht, inlichtingen- en veiligheidsdiensten, private partners zoals aanbieders van vitale processen of kennisinstituten of kennisnetwerken.

Kader modernisering Staatsnoodrecht
Recente gebeurtenissen, zoals de bestrijding van de covid-19-epidemie en de toestroom van ontheemden uit Oekraïne, hebben laten zien hoe belangrijk het is dat de overheid in tijden van nood kan terugvallen op het (staats)nood- en crisisrecht. Het staatsnoodrecht is echter op veel punten verouderd, waardoor goed gekeken moet worden of het staatsnoodrecht nog wel aansluit bij de huidige en toekomstige dreigingen. Dit blijkt ook uit een ongevraagd advies van de Raad van State. Zij adviseert een inhoudelijke modernisering van het crisis- en noodrecht, in samenhang met de ontwikkelingen ten behoeve van de versterking van crisisbeheersing en brandweerzorg.

Fasering en prioritering
Het geheel van (staats)nood- en crisiswetgeving is zeer omvangrijk. Het kabinet past daarom fasering en prioritering toe bij de modernisering en herinrichting van het (staats)nood- en crisisrecht. De brief kader modernisering staatsnoodrecht schetst een helder en eenduidig kader dat daarbij als leidraad gebruikt kan worden. Met het voorgestelde kader wil het kabinet meer duidelijkheid en zekerheid creëren voor de samenleving over de wijze waarop het (staats)nood- en crisisrecht geregeld is in Europees en Caribisch Nederland. Het is daarnaast van belang om ontbrekende noodbevoegdheden en/of noodwetgeving te inventariseren, in de context van de Rijksbrede Veiligheidsstrategie die in het eerste kwartaal van 2023 naar de Kamer wordt gezonden.

The post Crisisbeheersing en Brandweer beter voorbereid op toekomst first appeared on BeveiligingNieuws.

Dit bericht Crisisbeheersing en Brandweer beter voorbereid op toekomst verscheen eerst op BeveiligingNieuws.

https://beveiligingnieuws.nl/crisisbeheersing-en-brandweer-beter-voorbereid-op-toekomst/?utm_source=rss&utm_medium=rss&utm_campaign=crisisbeheersing-en-brandweer-beter-voorbereid-op-toekomst&utm_source=rss&utm_medium=rss&utm_campaign=crisisbeheersing-en-brandweer-beter-voorbereid-op-toekomst

Waarom de EU haar strenge begrotingsregels los moet laten (Vrij Nederland)

Dit is een verhaal van Progressief Café. Deze groep van denkers focust zich de komende tijd op de Europese Unie en solidariteit. Hier vind je meer van hun verhalen.

Er waait een nieuwe wind door het ministerie van Financiën als het gaat om Europa: de nadruk op zuinigheid, discipline en striktheid is vervangen door een focus op investeren en hervormen. Waar de voormalig ministers van financiën Jan Kees de Jager (CDA), Jeroen Dijsselbloem (PvdA) en Wopke Hoekstra (CDA) bekend stonden om hun harde houding richting ‘het Zuiden’ en een coalitie van landen aanvoerden die hamerden op strikte naleving van de begrotingsregels, de zogenaamde ‘vrekkige’ landen, slaat de nieuwe minister van Financiën Sigrid Kaag (D66) een heel andere toon aan.

Terwijl Hoekstra zich als minister van Financiën bij de start van de pandemie nog met man en macht verzette tegen een Europees coronaherstelfonds – Zuidelijke lidstaten moesten maar leren de eigen broek op te houden – noemde Kaag het fonds dat er uiteindelijk toch kwam in haar Europalezing van 9 maart ‘een van de bouwstenen’ om de Europese economieën sterker te maken en benadrukte ze het belang van snellere groei van relatief arme landen.

In een brief aan de Kamer stelde Kaag zelfs onomwonden dat ‘draagvlak voor strikte toepassing van regels en effectieve handhaving’ niet alom aanwezig is onder de Europese ministers van Financiën – een erkenning van formaat gezien de Nederlandse traditie van havikachtig begrotingsbeleid. Tot verrassing van vriend en vijand deelde Kaag begin april een paper dat ze samen met haar Spaanse ambtsgenoot Nadia Calviño had opgesteld. Hierin pleiten de ministers onder andere voor specifieke, per land verschillende, ‘groei-vriendelijke’ plannen – een flexibiliteit die duidelijk een breuk vormt met het verleden van ‘regels zijn regels’.

Deze toon sluit aan bij een bredere trend die gaande is in Europa, namelijk de roep om flexibeler begrotingsregels en meer investeringsruimte. Eind mei maakte de Europese Commissie bekend dat de zogenaamde ‘ontsnappingsclausule’ voor de Europese begrotingsregels tot 2024 actief blijft. Dat betekent dat de limieten van 3 procent voor het begrotingstekort en 60 procent voor de staatsschuld, die tijdens de pandemie tussen haakjes werden gezet, tot 2024 niet zullen gelden. Daarmee houden landen de ruimte om de gevolgen van de coronacrisis te bestrijden.

De ontsnappingsclausule was niet de enige maatregel die de EU nam tijdens de pandemie om landen te ondersteunen. Een doorbraak was zeker ook het al eerdergenoemde coronaherstelfonds waarvoor de EU-lidstaten gemeenschappelijk lenen. Een pot geld waarmee de Europese Commissie bijna 750 miljard aan subsidies en leningen beschikbaar stelt. Inmiddels is bijna al dit geld verdeeld en zal het de komende jaren worden besteed. Dit geld moet naast het bestrijden van de economische gevolgen van de pandemie ook bijdragen aan andere grote uitdagingen waar de EU voor staat, zoals de duurzame energietransitie en de digitale transitie.

Ook heeft de Commissie de herziening van het Europees economisch bestuur, waaronder de begrotingsregels, na een coronapauze weer opgepakt. ‘Never waste a good crisis’ klinkt het nu door Europa: er is momentum om nieuwe afspraken met elkaar te maken over flexibeler regels die herstel stimuleren en het mogelijk maken te investeren in duurzaamheids- en technologische transities.

hoogoplopende spanningen

Met de hierboven genoemde noodmaatregelen koos de EU tijdens de pandemie voor een andere aanpak dan bij de Eurocrisis, waar de strenge maatregelen zorgden voor hoogoplopende spanningen tussen de noordelijke en zuidelijke lidstaten, en binnen de landen zelf, waar de werkloosheid snel opliep (het Zuiden) of luid werd geklaagd over het vergooien van belastinggeld aan potverteerders (het Noorden).

Bij de herziening van het Europees economisch bestuur zijn drie veranderingen noodzakelijk, in het verlengde van de coronanoodmaatregelen.

Toch zijn hiermee nog niet alle problemen opgelost. Want de schulden van veel lidstaten zijn zeer hoog. In Griekenland is de staatsschuld 193 procent van het bbp, in Italië 151 procent. Ook laat de klimaatcrisis zich steeds heviger voelen, met bosbranden in het Zuiden en overstromingen hier. De klimaatverandering zal Zuid-Europa ook aanzienlijk harder treffen. Het is daar al heter en droger dan in het Noorden, en de temperatuur loopt daar naar verwachting ook sneller op. Ondertussen vergrijst de EU, blijft de productiviteit achter en stijgt de ongelijkheid over het hele continent.

Tegelijkertijd kampen de landen van de EU bij elkaar opgeteld met een groen financieringstekort van maar liefst 520 miljard per jaar. Lidstaten moeten dus veel meer geld gaan uitgeven om hun klimaatdoelen op tijd te realiseren en om zich te wapenen tegen de veranderingen die al hebben plaatsgevonden in het klimaat.

Om dit soort uitdagingen het hoofd te bieden, zijn de begrotingsregels cruciaal. Bij de herziening van het Europees economisch bestuur zijn drie veranderingen noodzakelijk, in het verlengde van de coronanoodmaatregelen: flexibelere en per lidstaat specifieke begrotingsregels, duurzaamheidsindicatoren en doelen naast de huidige macro-economische doelen en in vervolg op het coronaherstelfonds dat in 2026 afloopt tijdelijke transitiefondsen die ook de meest schuldbeladen lidstaten in staat stellen om de benodigde investeringen te doen.

In de eerste plaats dienen de strenge en arbitraire begrotingsregels te worden aangepast. De regels stammen uit de jaren 90 en zijn gebaseerd om de toenmalige EU-gemiddelden. Een tijd dat de rente op staatsschuld in Nederland 10 procent was. Inmiddels schommelt die alweer jaren rond de 0 procent. Daarmee zijn aanzienlijk hogere schuldniveaus houdbaar. Zelfs een land als Italië betaalt ondanks zijn hoge schuld nu jaarlijks veel minder aan rente dan in de jaren 90. Toen piekte deze op meer dan 25 procent van de overheidsinkomsten. Nu is dat 8 procent.

Ook konden de opstellers van het Verdrag van Maastricht zich geen voorstelling maken van de schade die klimaatverandering de economie doet. Dit voorkomen is de best denkbare investering mogelijk voor de EU. Net als investeren in de kracht van de Europese economie. Daardoor kan de afhankelijkheid van de VS afnemen, die een veel minder betrouwbare partner is gebleken dan na de val van de muur werd gedacht, en ook van China en andere landen die alsmaar autocratischer opereren.

De EU zou indicatoren en doelen gericht op vervuilende overheidsuitgaven en subsidies die het klimaat en biodiversiteit schaden moeten opstellen.

In het Verdrag van Maastricht is vastgelegd dat er limieten moeten zijn voor het overheidstekort en de staatsschuld. Dit gebod afschaffen zou een Verdragswijziging impliceren – voorlopig nog een taboe aan de Europese onderhandelingstafel. Bovendien zijn gemeenschappelijke regels ook verstandig, gegeven de onderlinge afhankelijkheid tussen de eurolanden.

Uit een rapport van de Raad van State van februari blijkt echter dat de hoogte van deze limieten, de 3 procent voor het begrotingstekort en de 60 procent voor de staatsschuld, wel kunnen worden verruimd en per land op maat gemaakt. Daarmee kunnen landen meer tijd krijgen om hun schulden af te bouwen. Per land kan gekeken worden naar wat realistisch en haalbaar is. Om het protocol bij het Verdrag waar deze getallen in zijn vastgelegd te wijzigen is wel unanimiteit in de Raad van ministers van Financiën vereist.

Ten tweede is drastische vergroening van het Europees economisch bestuur vereist. Dat begint met de vergroening van de zogenaamde macro-economische onevenwichtighedenprocedure (MEOP). De MEOP is bedoeld om macro-economische problemen in Europa te identificeren en aan te pakken. Op dit moment richt dit instrument zich nog niet op klimaat of de circulaire economie. Dat terwijl deze wel grote macro-economische gevolgen hebben. De EU zou indicatoren en doelen gericht op vervuilende overheidsuitgaven en subsidies die het klimaat en biodiversiteit schaden moeten opstellen en hardere afspraken maken over het beprijzen van vervuilende activiteiten.

Tot slot moeten er nieuwe Europese fondsen in het leven worden geroepen. Het Europees coronaherstelfonds biedt hiervoor een goed model. Deze is gericht op gemeenschappelijke Europese doelen, wordt gemeenschappelijk gefinancierd en kijkt welke landen de meeste steun nodig hebben. Alleen zo kunnen de zuidelijke landen de investeringen doen die uiteindelijk in het belang van alle lidstaten zijn. Deze landen krijgen toegang tot het geld als ze hervormingen doorvoeren die hun economie sterker en duurzamer maakt.

De nieuwe transitiefondsen kunnen focussen op het verbeteren van de productiviteit en het versterken van arbeidsmarkten, groene investeringen die aansluiten bij de Europese Green Deal en sterkere instituties. De Green Deal kampt namelijk nu nog met het eerdergenoemde ‘financieringsgat’ van meer dan 500 miljard euro per jaar.

Alleen zo is het mogelijk om de grensoverschrijdende infrastructuur te bouwen die nodig is om Europa echt als een geheel te laten functioneren. Met hogesnelheidslijnen die vliegen overbodig maken, met pijpleidingen waar nu het gas en straks de waterstof doorheen kan stromen over de landsgrenzen heen.

meer betalen

Deze voorstellen impliceren wel dat rijke lidstaten zoals Nederland meer gaan afdragen. Maar dat is de enige manier om de gemeenschappelijke munt en markt, waar Nederland als open handelsland veel aan te danken heeft, te behouden. Het zal namelijk zorgen voor een stabieler en welvarender Zuid- en Oost-Europa, wat uiteindelijk in ieders belang is.

Bovendien is het alternatieve scenario, terug naar de oude regels en de disciplinerende werking van de markt, geen reële optie. Opnieuw vasthouden aan de beklemmende begrotingsregels zou met name landen met hoge schulden enorme schade toebrengen. De volgende eurocrisis is dan een feit. Daarnaast heeft de markt onvoldoende oog voor wat sociaal en ecologisch houdbaar en wenselijk is. Hier komt nog eens bij dat het onwaarschijnlijk is dat méér marktwerking bijdraagt aan een van de belangrijkste doelstellingen uit het Verdrag van Maastricht: dat de lidstaten economisch meer naar elkaar toe groeien, tegelijkertijd een voorwaarde voor een gezamenlijke stabiele munt.

Door te breken met haar ‘vrekkige’ traditie maakt Nederland een nieuw begrotingspact voor een sociaal en groen Europa mogelijk. Daarmee kunnen de EU-lidstaten weer naar elkaar toegroeien, een voorwaarde voor een stabiel continent, het oude ideaal van de Europese Unie. Daar zijn alleen wel nieuwe regels en instituties voor nodig.

Het bericht Waarom de EU haar strenge begrotingsregels los moet laten verscheen eerst op Vrij Nederland.

https://www.vn.nl/eu-strenge-begrotingsregels/

Hoogveen terug in De Peel? ‘We zijn wel érg druk met de hobby van een paar natuurmannen’ (Omroep Brabant)

Gaat er weer hoogveen groeien in de Deurnese Peel? Brabant werkt op veel plekken aan een vernatting van de natuur. Dat is belangrijk in een tijd van droogte. In een serie van drie afleveringen bekijkt Omroep Brabant wat er allemaal voor nodig is. Vandaag het Leegveld bij Deurne.

Het vergt nu nog wat fantasie. Wie er verstand van heeft, vindt in de Deurnese Peel nog wel wat hoogveen maar het gaat het bijzondere plantje niet voor de wind. De Peel is te droog en te zuur. "Een zwaargewonde patiënt", zegt Piet van den Munckhof van Staatsbosbeheer. Toch ligt er een plan om het hoogveen van vroeger terug te brengen. Daarvoor moet de waterstand in het gebied flink omhoog.

De provincie heeft tot en met 2027 zeventig miljoen euro om Brabantse natuurgebieden natter te maken. Dat zijn de zogenaamde Natte Natuurparels, natuurgebieden die al tientallen jaren langzaam verdrogen.

Omdat het beschermde natuurgebieden zijn, moet aan die verdroging wat gebeuren. Maar, er is ook nog een andere reden. Meer natte natuur is belangrijk in een provincie waar door de klimaatverandering de droogte steeds harder toeslaat.

Gaat het lukken? Dat is nog even de vraag. Tegen het plan Leegveld aan de rand van de Deurnese Peel zijn ruim dertig bezwaarschriften ingediend bij de Raad van State. Veel omwonenden zijn bang dat hun omgeving juist té nat wordt. De Raad van State behandelt de bezwaren eind september, mogelijk komt de uitspraak nog dit jaar.

Zo staat de Deurnese Peel in een rijtje van Brabantse natuurgebieden waar al twintig tot dertig jaar over verandering wordt gepraat. Niet omdat het technisch allemaal zo ingewikkeld is maar omdat er veel tijd nodig is om alle neuzen dezelfde kant op te krijgen.

Piet van den Munckhof is ecoloog bij Staatsbosbeheer. Binnenkort gaat hij met pensioen. Hij komt uit Horst aan de Limburgse kant van De Peel en nam er als student zijn studieboeken mee naartoe.

Nieuw hoogveen in De Peel heeft volgens hem veel voordelen. Er ontstaat een natuurgebied met planten en vogels die in Nederland op uitsterven staan. "Maar hoogveen neemt ook veel kooldioxide op. Het kan Nederland helpen in de strijd tegen het broeikasgas en de klimaatverandering."

Hoogveen is een kieskeurig plantje. Het heeft heel veel water nodig en dat water moet dan ook nog eens heel schoon zijn. Eigenlijk 'blieft' hoogveen alleen maar regenwater.

Om de waterstand in De Peel te kunnen verhogen, wordt ook gewerkt in de westelijke rand van De Peel, het Leegveld. Dat moet een overgangszone worden waarin de waterstand ook omhoog gaat maar niet zo hoog als in De Peel zelf. Omdat Het Leegveld agrarisch gebied is met 's zomers een lage waterstand, stroomt nu nog water van De Peel naar het Leegveld, een van de redenen waarom De Peel verdroogt.

Het Leegveld wordt deels natuurgebied. De kosten schat de provincie op ongeveer vijftig miljoen euro. In de afgelopen tien jaar zijn zeven boerderijen opgekocht en er komen er waarschijnlijk nog twee bij; bijna 200 hectare landbouwgrond gaat in de toekomst verder als natuur.

Henk Hikspoors (74) woont al zijn hele leven in Liessel. Het huis waar hij als kind woonde, werd verwarmd met turf uit De Peel. Hikspoors zit in de dorpsraad en praat al jaren mee. "Maar als het in De Bosch eenmaal besloten is..."

Door de hogere waterstand en door de herinrichting van het gebied is De Peel straks minder toegankelijk dan nu. Volgens Hikspoors hebben zijn plaatsgenoten daarom het idee dat hen iets wordt afgepakt. "Moet het echt veranderen in een reservaat waar wij niet meer bij kunnen?"

John Verhoeven werkt al dertig jaar op zijn melkveebedrijf in het Leegveld. Hij stuurde een bezwaarschrift naar Den Haag. Volgens John houden de plannenmakers oprecht alle belangen in het oog. "Ik praat al jaren mee en heb met niemand ruzie."

Maar hij heeft zijn bedenkingen. "Straks gaat die waterstand omhoog. Het blijft toch onzeker wat de gevolgen zijn. Ik wil hier gewoon boeren en niet veel tijd kwijt zijn met het afhandelen van schade. We zijn wel érg druk vanwege de hobby van een stel natuurmannen."

In De Peel laaide ook eerder dit jaar weer een flinke veenbrand op. Die zorgde voor veel onrust en discussies. Maar ook daar kan nieuw hoogveen een oplossing bieden aldus Piet van den Munckhof: "Water brandt niet."

https://www.omroepbrabant.nl/nieuws/3242239/hoogveen-terug-in-de-peel-we-zijn-wel-erg-druk-met-de-hobby-van-een-paar-natuurmannen