Nederlands satellietinstrument onderzoekt rol wolken en aerosolen in klimaat (NOS journaal)

Een Nederlands instrument voor een klimaatsatelliet is klaar voor transport naar NASA in de VS. Met de SPEXone hopen wetenschappers meer kennis te krijgen over de grootste onzekerheid die er nog altijd is in het klimaat: de rol van wolken en aerosolen.

Omdat hier nog zoveel onduidelijkheid over bestaat, weten klimaatwetenschappers niet of deze eeuw de temperatuur met 3 of 5 graden stijgt, als de uitstoot van broeikasgassen niet snel daalt. De satelliet moet helpen die onzekerheidsmarge kleiner te maken. Ook willen ze weten of aerosolen de ernst van klimaatverandering maskeren.

"Sommige aerosolen warmen de aarde op, andere koelen juist af", vertelt Aaldert van Amerongen van ruimtevaartorganisatie SRON. "Het netto-effect is dat ze afkoelend zijn. Aerosolen kunnen een kern vormen voor een druppeltje en uiteindelijk tot wolkenvorming leiden. De wolken reflecteren het zonlicht en dan werken ze verkoelend."

De grote vraag is hoe groot dat verkoelende effect is, omdat het misschien een deel van de opwarming van de aarde 'verstopt'.

De industrie en het transport zijn belangrijke veroorzakers van aerosolen, net als bosbranden. In de vorm van luchtvervuiling zijn ze belangrijk voor de volksgezondheid en het klimaat. Het hoofddoel van de nieuwe satelliet is klimaatonderzoek. Als luchtvervuiling wordt verminderd, kan zonlicht de aarde gemakkelijker bereiken. Dat kan leiden tot een sterkere opwarming. Voor een deel verklaart dit waarom Europa sterker is opgewarmd dan andere continenten.

"Van vulkaanuitbarstigen zoals de Pinatubo in 1991 weten we dat de kleine stofdeeltjes een grote rol kunnen spelen in het klimaat. Na de uitbarsting van de Pinatubo was de hele wereld het jaar erna wat koeler", zegt Van Amerongen. "Ook regenpatronen kunnen door aerosolen verstoord raken. Het is dus belangrijk om te weten hoe groot hun effect is."

Effect sterker dan gedacht

In de huidige computermodellen voor klimaatvoorspellingen, worden aan aerosolen verschillende waarden toegekend, bij gebrek aan kennis. Omdat er zoveel verschillende soorten aerosolen zijn, in herkomst en grootte, is hun totale effect onzeker. Sommige zijn bijvoorbeeld niet in staat om wolken te beïnvloeden omdat ze te klein zijn of geen water kunnen opnemen. Wel geven recente onderzoeken aan dat het effect van aerosolen op het klimaat sterker is dan eerder werd gedacht.

Volgens aerosol-onderzoeker Otto Hasekamp van SRON is het belangrijk om nauwkeuriger klimaatmodellen te krijgen. "Als blijkt dat het afkoelende effect van aerosolen heel sterk is, moeten we nog sneller ons best doen om de uitstoot van broeikasgassen terug te brengen. Voor het klimaat zou het dus beter zijn als ze maar een kleine rol spelen, want dat zou betekenen dat de opwarming er niet sterk door gemaskeerd wordt."

Aan de SPEXone is door Nederlandse onderzoekers drie jaar lang gesleuteld. Eerder werkten dezelfde wetenschappers aan een ander satellietinstrument, Tropomi. Voor een deel is de techniek van Tropomi nu hergebruikt in de SPEXone. Na vandaag gaat het apparaat in een doos, op weg naar de VS.

Als daar de SPEXone eenmaal op de satelliet PACE is geschroefd, volgt nog een periode van uitgebreid testen, om te zien of het bestand is tegen trillingen, schokken en koude en warme temperaturen. Over twee jaar wordt de kunstmaan de ruimte in geschoten.

Trump wilde satelliet niet

Het is bijzonder, zeggen de wetenschappers, om nu uitgebreid contact te hebben met Amerikaanse collega's bij de NASA. Bovendien zijn ze blij dat het oud-president Donald Trump niet is gelukt om deze satelliet tegen te houden.

"Hij heeft tot drie keer toe geprobeerd om deze satellietmissie te annuleren", zegt Hasekamp. Trump had weinig op met klimaatonderzoek en wilde dat de NASA vooral ruimteonderzoek zou doen. "We zijn blij dat het congres in de VS er telkens voor gezorgd heeft dat het toch door ging."

http://feeds.feedburner.com/~r/nosnieuwsbinnenland/~4/rdlEpcx11LU

http://feeds.nos.nl/~r/nosjournaal/~3/rdlEpcx11LU/2369773

Satellieten speuren naar gaslekken en ontbossing (Elsevier)

Steeds preciezer houden satellieten de aarde in de gaten. Vanuit de ruimte speuren ze naar gaslekken, stiekeme vervuilers en illegale bomenkap. Nederlandse innovaties spelen daarbij een belangrijke rol vooral in de ontwikkeling van meetinstrumenten. En die ontwikkelingen gaan in razend tempo door.

Amerikanen konden eind ­jaren vijftig horen hoe de Sovjet-Unie ze in de ruimte voorbijstreefde. Hun radio’s vingen de pieptoon op die de Spoetnik uitzond, de allereerste satelliet.

Uw cookieinstellingen laten het tonen van deze content niet toe. De volgende cookies zijn nodig: marketing. Wijzig uw instellingen om deze content te zien.

Ruim zestig jaar later is het leven onvoorstelbaar zonder de circa zesduizend navolgers van Spoetnik. Dankzij satellieten navigeren we met gps en kunnen we wereldwijd communiceren. Maar de apparaten houden ook de aarde in de ­gaten. Dat is handig wanneer observatie vanaf de grond onpraktisch is. Of wanneer je ergens niet kan of mag komen.

Minder luchtvervuiling tijdens lockdown

Satellieten kwijten zich steeds beter van hun spionnentaak. Wetenschappers zien preciezer dan ooit waar bomen worden omgehakt. Ze krijgen elke dag verse gegevens over luchtvervuiling. En jaarlijks lanceren ze nieuwe satellieten met nog meer mogelijkheden.

Afname van luchtvervuiling in Nederland door Corona-maatregelen:
Tropomi NO2-metingen van 22-26 maart 2020 vergeleken met 23-27 februari 2019 (een periode met vergelijkbare meteorologische omstandigheden).https://t.co/JmX57zGFeT pic.twitter.com/WV234uSlWf

— Helga van Leur ☀ (@helgavanleur) March 28, 2020

Nederland speelt hierin een belangrijke rol. Aan het begin van de coronapandemie gingen kaartjes de wereld over met daarop de door de lockdown extreem afgenomen luchtvervuiling in Wuhan en Noord-Italië. De kaartjes waren gemaakt met Tropomi, van Tropospheric Monitoring Instrument, een apparaat grotendeels bedacht en gebouwd in Nederland. In 2017 ging de meetapparatuur met een satelliet van het Europese ruimtevaart­agentschap ESA de ruimte in.

Vooral de technologie zet stappen vooruit

Dat satellieten steeds krachtiger worden, is vooral te danken aan technologische vooruitgang, zegt Ilse Aben (56), ­verantwoordelijk voor Tropomi bij het Nederlands ruimtevaartinstituut SRON en hoogleraar aan de Vrije Universiteit.

Elke keer als er een satelliet met een nieuw of verbeterd snufje de ruimte in gaat, groeien de mogelijkheden. Tropomi is daarvan een goede illustratie. Voorheen kon de luchtkwaliteit maar beperkt worden gemeten, maar Tropomi gaat dagelijks de hele wereld af voor metingen op stadsniveau. ‘Buitenlandse collega’s noemen Tropomi een game changer,’ zegt Aben. Zij en haar team gebruiken het instrument om enorme gaslekken op te sporen (zie ‘Zoeken naar gaslekken vanuit de ruimte’).

Een app helpt oerwoudbeschermers in Congo

Naast de ‘hardware’ verbeteren wetenschappers ook de analyse van data en weten ze deze slim te combineren. Zo worden radarsatellieten, waarmee je ontbossing door de wolken heen kunt zien, steeds nauwkeuriger. Het aantal pixels dat die naar de aarde sturen, neemt toe. En wetenschappers lukt het steeds beter om die gegevens te analyseren met kunstmatige intelligentie.

Johannes Reiche (37) en zijn team aan Wageningen University & Research maakten een algoritme dat ontbossing opspoort. Vorig jaar lanceerden zij het Radar Meldingen Systeem voor Detectie van Ontbossing (RADD) dat palmolie­leveranciers als Unilever een melding stuurt als er in Indonesië oerwoud wordt gekapt of platgebrand. In januari volgde een alarmsysteem voor het Congobekken (zie ‘Automatische melding als bomen worden gekapt’ ).

Maar ook de technische innovatie blijft doorgaan. SRON werkt momenteel onder meer aan de Sentinel-5. Die moet volgend jaar 817 kilometer de lucht in en vervangt de Sentinel-5P. De satelliet meet door middel van Nederlandse technologie de troposfeer, het laagste deel van de atmosfeer. Zo meet het methaan, koolmonoxide en andere broeikasgassen. ‘Dit is belangrijke informatie over de aarde en het klimaat,’ zegt Aaldert van Amerongen (43), hoofd van het aard­observatieprogramma van SRON.

In de ruimte wordt het steeds drukker

Weer een andere satelliet – SPEXone – gaat het stof in de lucht analyseren. ‘Door uitvindingen in samenwerking met onder meer de Universiteit Leiden, Airbus Defence and Space Netherlands, en TNO Delft kunnen we nu fijnstof met een factor 10 nauwkeuriger meten,’ zegt Van Amerongen. ‘We zien nu niet alleen het stof, maar ook wat voor stof het is: zeezout, zand of roet.’ In 2023 moet de SPEXone de lucht in, zo’n 676 kilometer.

Het is in de ruimte wel drukker dan in de tijd van de Spoetnik. Al lang lanceren niet meer alleen overheden de satellieten, maar ook commerciële partijen, zoals SpaceX, het ruimtevaart­bedrijf van Tesla-topman Elon Musk. Zijn ruim zeshonderd satellieten (op 346 kilometer hoogte) maken internet mogelijk, en dat worden er nog duizenden meer.

Voorbeeld 1: Zoeken naar gaslekken vanuit de ruimte

In Turkmenistan was in 2019 iets vreemds aan de hand. Een Canadees bedrijf zag met een proefsatelliet enorme wolken methaan – het voornaamste bestanddeel van aardgas – de lucht in gaan. Midden in de woestijn, waar niemand woont. En niemand had enig idee hoelang dit al gaande was.

Dus klopten de Canadezen bij Nederland aan. Hier hadden wetenschappers een jaar eerder het Tropomi-instrument gelanceerd, dat naast luchtvervuiling ook methaan kan ‘zien’. Uit de gegevens bleek dat in de Centraal-Aziatische woestijn al veel langer methaan lekte, zegt Ilse Aben (56), hoogleraar aan de Vrije Universiteit en onderzoeker bij ruimtevaartinstituut SRON. Boosdoener was een pijpleiding bij een compressorstation. Deze informatie werd doorgespeeld aan de Turkmenen, en warempel, vanuit de ruimte zagen Aben en haar collega’s dat het lekken stopte.

‘Lekken zijn vaak geen kwade opzet’

Het dichten van zulke lekken is nuttig, zegt Aben. Veel methaan komt vrij bij de gaswinning – uit lekke leidingen of bij boorputten en compressors die niet goed werken. Dit kost bedrijven geld. ‘Veel lekken zijn geen kwade opzet,’ zegt Aben. ‘Ze weten het gewoon niet.’ Dat komt doordat infrastructuur vaak afgelegen ligt en na de aanleg zelden wordt gecheckt. En de kennis is beperkt. Recent onderzoek in Mexico, zegt Aben, liet zien dat daar bij olie- en gaswinning op zee veel minder methaan lekt dan op het land. Terwijl de Mexicaanse overheid het tegenovergestelde dacht.

Groot methaanlek gedicht na ontdekking vanuit de ruimte door o.a. het Nederlandse @tropomi instrument: https://t.co/jD8iPqaW8g pic.twitter.com/efzjXo5L4f

— SRON Space Research (@SRON_Space) November 22, 2019

Ook voor het klimaat is het dichten slim. Methaan is over twintig jaar bezien zo’n 86 keer zo effectief als CO2 in het vasthouden van warmte. Na CO2 is methaan het voornaamste broeikasgas. De hoeveelheid in de atmosfeer groeit, deels door onnodige lekkages. Al komt ook methaan vrij door boerende koeien en uit moerassen.

Al weer tal van nieuwe lekken gevonden

Na Turkmenistan werkt Abens team nog altijd met het Canadese bedrijf. Tropomi houdt de hele wereld in de gaten. Als ze iets verdachts zien, seinen ze hun collega’s in. De nieuwe Canadese satelliet observeert maar kleine oppervlakten, maar kan lekken wel tot op 30 meter nauwkeurig lokaliseren. Aben vond al diverse nieuwe lekken, maar ze werkt nog aan de officiële publicatie.

Omdat Tropomi elke dag de wereld afgaat, is het geschikt om kortdurende lekken te spotten. Een voorbeeld is de Ohio blowout, een immens lek dat in 2018 ontstond na een ongeluk. In een kleine drie weken stootte het meer methaan uit dan de Nederlandse olie- en gassector in een jaar. Tropomi was de enige die kon meten hoeveel methaan de lucht in ging.

Voorbeeld 2: Klimaatbeleid: vertrouwen is goed, controle is beter

De ambities zijn ­af­gelopen jaar flink opgevoerd in het klimaatbeleid. Steeds meer landen willen in 2050 geen broeikasgassen meer uitstoten – zelfs China wil in 2060 naar nul. Nu moet blijken of die woorden worden omgezet in ­daden.

Om hun voortgang te volgen, houden landen een immense klimaatboekhouding bij. Daarin staat hoeveel steenkool er de hoogovens in gaat, hoeveel kilometers auto’s rijden, hoeveel gas cv-ketels verstoken en nog veel meer. Alle broeikasgassen die zo vrijkomen, tellen op tot de totale uitstoot. Die dus veel sneller moet gaan dalen.

Veel landen werken met tegenzin aan klimaatbeleid

Tot dusver moeten landen elkaar ‘op hun blauwe ogen geloven’. Naast de boekhouding zijn er geen onafhankelijke metingen van de CO2-uitstoot. Ook niet voor landen die met frisse tegenzin meewerken aan het klimaatbeleid, zoals Rusland en Brazilië. Of die, zoals China, geen goede reputatie hebben bij het aanleveren van statistieken.

Er zijn diverse initiatieven om de CO2-uitstoot vanuit de ruimte te gaan meten. Een van de meer ambitieuze is van de ­Europese Commissie. Vanaf 2025 gaan er drie CO2M-satellieten de ruimte in om de uitstoot van CO2 te meten. Dat levert nuttige inzichten op voor de welwillenden. Welk beleid helpt de uitstoot succesvol naar beneden? Waar neemt de ­natuur weer CO2 op?

Vals spelen gaat steeds meer lonen voor klimaatbeleid

Maar er kan ook worden gekeken of landen hun beloftes nakomen. En ook of er bedrijven zijn die zich niet aan de regels houden. Naarmate het klimaatbeleid meer tanden krijgt, loont het steeds meer om vals te spelen. Het verleden illustreert dat. Een paar jaar geleden betrapten wetenschappers nog Chinese ­fabrieken op het produceren van cfk’s. Deze stoffen tasten de ozonlaag aan en zijn al decennia verboden.

Uw cookieinstellingen laten het tonen van deze content niet toe. De volgende cookies zijn nodig: marketing. Wijzig uw instellingen om deze content te zien.

De Amerikaanse ruimtevaartorganisatie NASA heeft al ervaring met het meten van CO2. In 2014 lanceerde zij een satelliet, genaamd OCO-2. Deze bewees dat compacte steden per inwoner echt minder broeikasgassen uitstoten. Ook kon de satelliet inschatten hoeveel CO2 vrijkwam bij een grote bosbrand.

Ambities zijn wel heel groot

Aangezien de EU-plannen veel ambi­tieuzer zijn, moet er nog flink wat vooruitgang worden geboekt. Zelfs veel experts zijn sceptisch of het gaat lukken om de klimaatboekhouding te doen met echte waarnemingen. En dan is er ook nog grote haast. Het lanceerjaar 2025 lijkt ver weg. ‘Maar voor satellietbouw is dat gevoelsmatig overmorgen,’ zegt Aaldert van Amerongen (43), hoofd van het aardobservatieprogramma bij ruimtevaartinstituut SRON.

Ook hier kan Nederland een bijdrage gaan leveren. Zo wordt de meting van CO2 op diverse manieren verstoord. Denk aan kleine deeltjes in de lucht. Door deze deeltjes precies te meten – iets wat Nederlandse ingenieurs goed kunnen – valt daarvoor te corrigeren en worden de CO2-metingen nauwkeuriger.

Voorbeeld 3: Automatische melding als bomen worden gekapt

In het Congobekken, een gebied dat zich uitstrekt over de Democratische Republiek Congo, de Republiek Congo, de Centraal-Afrikaanse Republiek, Gabon en Kameroen, wil de strijd tegen de bomenkap nog niet zo lukken. Het tempo van ontbossing is sinds 1990 gelijk gebleven en de laatste jaren zelfs versneld.

De lokale autoriteiten hebben er een middel bij gekregen in hun strijd tegen illegale bomenkap: de app RADD (Radar Meldingen Systeem voor Detectie van Ontbossing). Twee jaar werkten de wetenschappers van Wageningen University & Research (WUR) daaraan onder leiding van ­Johannes Reiche, en in januari is de app gelanceerd.

De Europese radarsatelliet Sentinel-1 (die op 693 kilometer hoogte draait) kan door het wolkendek heen kijken, wat gunstig is boven een tropisch regenwoud. Elke zes tot twaalf dagen stuurt de satelliet foto’s op een schaal van 10 bij 10 meter. Het is niet te doen om deze beelden handmatig te controleren op gaten in het bosgebied. Dat proces is door de WUR nu geautomatiseerd. ‘Het systeem vergelijkt de nieuwe foto met de eerdere foto,’ legt Reiche uit. ‘Als er een afwijking is, stuurt het automatisch een alert die je krijgt in de app.’

‘Veel bomenkamp is illegaal’

Met de app is het mogelijk om tot op hectareniveau te zien wat er gebeurt. Zo worden specifieke boomsoorten gekapt omdat ze ‘tropisch hardhout’ op­leveren. En waar dat gebeurt, ontstaan opeens wegen. ‘Veel bomenkap is illegaal,’ zegt Reiche.

Uw cookieinstellingen laten het tonen van deze content niet toe. De volgende cookies zijn nodig: marketing. Wijzig uw instellingen om deze content te zien.

Hij hoopt dat het alarmsysteem meer transparantie zal brengen. Een uitdaging in een land als Congo, dat op de corruptielijst op plaats 168 (van de 180) staat. ‘De gegevens zijn nu bijna realtime beschikbaar,’ zegt Reiche. Hij hoopt dat de ­lokale autoriteiten er daardoor sneller bij zijn. Door de samenwerking met Global Forest Watch, een onlineplatform dat de wereldwijde ontbossing laat zien, is de ontbossing voor ­iedereen te volgen.

Bevolking blijft maar groeien in het Congobekken

Volgens Reiche is het belangrijk om het Congobekken in de gaten te houden, omdat dit het grootste tropisch regenwoudgebied ter wereld is. Maar dat staat onder druk door de bevolkingsgroei. In Congo alleen al is de verwachting dat er in 2100 zo’n 362 miljoen mensen wonen, tegen nu 90 miljoen.

En al die mensen moeten eten. ‘Je ziet dat er bomen “verdwijnen” voor zelfvoorzienende landbouw,’ zegt Reiche. ‘Maar er is armoede. Dus wie zijn wij om te zeggen dat ze hun familie niet mogen voeden?’ Hij richt zich dus vooral op de illegale bomenkap en op mijnbouw, de derde belangrijke oorzaak van ontbossing in het Congobekken. Daarbij gaat het om kleine ­boeren die zoeken naar onder meer mineralen die worden gebruikt in telefoons. Vanuit de lucht is deze activiteit te herkennen aan wat Reiche open pit mining noemt. De handel in delfstoffen uit het Congobekken is schimmig, maar de vindplaatsen zijn nu goed te zien.

The post Satellieten speuren naar gaslekken en ontbossing appeared first on EWmagazine.nl.

https://www.ewmagazine.nl/kennis/achtergrond/2021/02/satellieten-speuren-naar-gaslekken-en-ontbossing-227594w/

Reactie op Sargasso café door Hans Verbeek (Sargasso reacties)

Een long-read voor de zondag: https://ourfiniteworld.com/2020/12/23/2020-the-year-things-started-going-badly-wrong/
Gail Tverberg legt uit hoe “diminishing returns” op allerlei gebieden in de wereld werken. Bijvoorbeeld bij het blussen van bosbranden.

Today’s citizens have never been told that many of the services we take for granted today, such as suppression of forest fires, are really services provided by fossil fuels.
In fact, the amount of energy required to provide these services rises each year. We expect these services to continue indefinitely, but we should be aware that they cannot continue very long, unless the energy available to the economy as a whole is rising very rapidly.

Vroeger of later zullen we bepaalde activiteiten gaan schrappen omdat we de energie nodig hebben voor andere dingen (gezondheidszorg, ouderenzorg, entertainment (Netflix)). We zijn al gestopt met supersoon vliegen en vrijwel gestopt met bemande ruimtevaart. Wat zal er in de komende vijf jaar tot stilstand komen?

https://sargasso.nl/sargasso-cafe/#comment-1065117

‘We vertrouwen op aarde ongemerkt steeds meer op ruimtevaarttechnologie’ (Rijksoverheid)

Veilige communicatie tussen militairen, het voorspellen van bosbranden, realtime beelden van luchtverontreiniging, precies weten hoeveel water gewassen nodig hebben, en snelle signalering van dreigende dijkverzakkingen. Dit is een selectie van toepassingen die mogelijk gemaakt worden door satellieten die in een baan om de aarde cirkelen.

https://www.rijksoverheid.nl/actueel/nieuws/2020/11/10/%E2%80%98we-vertrouwen-op-aarde-ongemerkt-steeds-meer-op-ruimtevaarttechnologie%E2%80%99

Onder het ijs smeulende ‘zombievuren’ teisteren het Noordpoolgebied (New Scientist)

Het lijkt er sterk op dat de ongekende vlammenzeeën die afgelopen zomer huishielden in het Noordpoolgebied de winter hebben overleefd in de vorm van ‘zombievuren’. En nu zijn ze weer opgelaaid.

Dankzij fikse branden stootte het bevroren noorden vorig jaar een hoeveelheid koolstofdioxide uit die te vergelijken is met de uitstoot van een land als België. Deze uitstoot versterkt de klimaatopwarming die bijdraagt aan de omstandigheden waaronder dit soort branden kunnen ontstaan.

Nu de temperaturen in Siberië stijgen en de sneeuw zich terugtrekt, laat een vergelijking tussen satellietbeelden van gebieden die vorig jaar in brand stonden en vuren die deze maand uitbraken zien dat het gebied gebukt gaat onder zombievuren.

‘Ze bestaan echt en ze zijn behoorlijk zeldzaam. Daarom is het interessant dat ze in Siberië nu op zo veel plekken optreden. De satellietbeelden zijn verbluffend, vooral als je kijkt naar hoe de vuren direct volgen op het dooien van de sneeuw ’, zegt milieugeograaf Thomas Smith van de London School of Economics.

Overlap

Smith maakte voor New Scientist een analyse van beelden van de Sentinel 2, een satelliet van de Europese ruimtevaartorganisatie ESA. Hij keek naar littekens in het landschap die veroorzaakt zijn door de branden in 2019 en naar hotspots van 2020. Hierin ontdekte hij een overlap. De gebieden omvatten bekende veengebieden in de toendra ten noorden van de taiga, waar veen ondergronds kan blijven smeulen tijdens de winter. ‘Ik denk dat er vrij sterk bewijs is voor zombievuren’, zegt hij.

De aanwijzingen hiervoor vallen samen met een rapport van het Alaska Fire Science Consortium van eerder deze maand, waarin staat dat de brandweer in Alaska dit soort branden de afgelopen twee decennia steeds vaker tegenkomt. Met de huidige situatie in het achterhoofd is het met name interessant dat het consortium ontdekte dat zombievuren vaker voorkomen in een jaar na een grote brand. Nieuwe vlammenzeeën dienen zich doorgaans binnen vijftig dagen aan nadat de sneeuw is gesmolten.

Als meer branden de winter overleven, is dat slecht nieuws voor de klimaatverandering, zegt Smith. ‘De koolstofuitstoot stijgt doordat de overwinterende vuren bestaan uit smeulende bodem en veenbranden. Er verbrandt koolstof dat lange tijd in de grond opgeslagen is geweest.’

Cumulatief effect

Het idee dat hier sprake is van een domino-effect vindt weerklank bij Mark Parrington, die als onderzoeker verbonden is aan het European Centre for Medium-Range Weather Forecasts in het Verenigd Koninkrijk. ‘Als dit inderdaad zombiebranden zijn die veel voorkomen in gebieden die vorige zomer in brand stonden, dan kan onder de juiste omstandigheden een cumulatief effect optreden. Het vorige brandseizoen werkt dan door in het huidige seizoen, wat opnieuw kan leiden tot grootschalige en langdurige branden’, zegt hij.

Zonder rapportages vanaf de grond weten we volgens Smith niet zeker of we echt te maken hebben met zombievuren of dat het om nieuwe branden gaat die na het smelten van de sneeuw zijn aangestoken. Maar, zegt hij: ‘De vuren lijken zo plotseling de kop op te hebben gestoken en zo wijdverspreid te zijn, dat er in dit dunbevolkte gebied op al die plekken heel veel mensen tegelijkertijd aanwezig moeten zijn geweest. Dat kan ik moeilijk geloven.’ Een andere reden om zombievuren te verdenken is dat de vuren op losse plekken zijn ontstaan en niet – wat je zou verwachten als mensen de vuren hebben aangestoken – in een aaneengesloten lijn of langs bepaalde grenzen in het landschap.

Monitoren

Deze aanwijzingen ten spijt is Anton Beneslavskiy van de Russische afdeling van Greenpeace niet overtuigd. Hij vindt het waarschijnlijker dat er opzet in het spel is, aangezien uit eerdere onderzoeken blijkt dat de meeste branden in de buurt van wegen en houtkaplocaties ontstaan. Hij zegt dat zombievuren weliswaar mogelijk zijn, maar voegt toe: ‘Er is geen duidelijk bewijs dat zombievuren de branden van deze maand hebben veroorzaakt.’

‘Een manier om zombievuren de kop in te drukken, is ze vanaf de grond beter te monitoren en ze in de winter te blussen’, zegt geograaf Jessica McCarty van Miami University in Florida. ‘De meeste zombievuren in Alaska zijn ontdekt door jagers of mensen op sneeuwscooters, die de locatie doorgaven aan de Alaska Forest Service. Met alleen satellietgegevens zouden we de branden nooit hebben kunnen opsporen – ze liggen immers vaak nog deels verborgen onder de sneeuw.’

Het bericht Onder het ijs smeulende ‘zombievuren’ teisteren het Noordpoolgebied verscheen eerst op New Scientist.

https://newscientist.nl/nieuws/onder-het-ijs-smeulende-zombievuren-teisteren-het-noordpoolgebied/?utm_source=rss&utm_medium=rss&utm_campaign=onder-het-ijs-smeulende-zombievuren-teisteren-het-noordpoolgebied