Verkiezingspodcast: “Verduurzamen van huizen moet veel eenvoudiger worden zonder gekke regels” (Oog TV)

Het verduurzamen van huizen moet snel worden aangepakt, waarbij de oplossing ligt in het eenvoudiger maken. GroenLinks-PvdA en BBB vinden beide dat de regelgeving nu nodeloos ingewikkeld is.

In de aanloop naar de Tweede Kamerverkiezingen op 22 november presenteert OOG Tv verschillende podcastafleveringen waarin Groningse kandidaat-Kamerleden met elkaar in debat gaan. Bij elke uitzending staat er één thema centraal. In de derde aflevering gaat het over klimaat. Moet er in Groningen een kerncentrale komen? Moeten er meer windmolens en zonneparken komen? En waar plaatsen we die dan? In deze uitzending zijn Herma Hemmen, de nummer 17 van de BBB, en Julian Bushoff, de nummer 8, van GroenLinks-PvdA te gast. Meer informatie over de verkiezingen vind je ook op onze Groningen Kiest-website.

Beluister hier de podcast:

In deze podcast-serie werd bij eerdere afleveringen gesproken over:

Klimaatakkoord

Zware regenbuien zorgen steeds vaker voor problemen. Foto: Rick ten Cate – tencatefotografie.nl

Julian Bushoff (Groenlinks-PvdA): “Klimaatveranderingen zorgen steeds vaker voor problemen”
In het klimaatakkoord is afgesproken dat we 50 procent minder CO2 uitstoot gerealiseerd moeten hebben in 2030. In 2050 moet die uitstoot met 95 procent zijn teruggebracht. Bushoff: “Als we kijken naar het klimaat, dan gaat het daar niet goed mee. In onze directe leefomgeving zien we de gevolgen. Steeds vaker zorgen klimaatveranderingen voor grote problemen. Extremer weer bijvoorbeeld, maar ook enorme droogte en bosbranden. De noodzaak om dit aan te pakken is groot, maar tegelijkertijd zien we dat er nog te weinig stappen worden gezet. Na deze verkiezingen zullen we echt meer meters moeten gaan maken. Belangrijk daarbij is dat we dat op een rechtvaardige manier gaan doen, zodat ook mensen met een kleine portemonnee hier van gaan profiteren. Daarom moeten we als de wiedeweerga huizen gaan verduurzamen. Dat is goed voor het klimaat, maar ook goed voor de portemonnee van de mensen zelf.”

Herma Hemmen (BBB): “We moeten realistischer kijken naar de uitvoerbaarheid”
De BBB denkt dat de doelen van het klimaatakkoord niet haalbaar zijn. “Als partij zullen we er alles aan doen om deze doelstellingen te halen. Maar het is wel belangrijk om realistisch te kijken naar de uitvoerbaarheid van de maatregelen, en naar de draagbaarheid. Kunnen we bepaalde maatregelen wel vragen aan de inwoners? Neem de hybride warmtepomp. Vanaf 2026 wordt het verplicht om zo’n pomp aan te schaffen. Maar voor veel huishoudens is zoiets helemaal niet betaalbaar. Daarom zeggen wij: kijk wat kan, wat is haalbaar?”

“Er wordt de laatste jaren vooral naar boeren gekeken”
Bij de partij van Hemmen is het motto dat wie rood staat niet groen kan doen. Terwijl ondertussen niet ontkent kan worden dat de klimaatklok de 12.00 uur gepasseerd is. “Op het gebied van CO2-doelen is er al best iets bereikt. Maar inderdaad, het gaat niet goed met het klimaat. Er zal een bijdrage geleverd moeten worden. Door boeren, door burgers, door bedrijven en door vliegmaatschappijen. Mijn partij is ontstaan doordat er de afgelopen jaren een beeld is geschapen waarbij we vooral naar de boeren kijken. Feit is dat het overgrote deel van het beleid bij boeren wordt gelegd. Daar moet de oplossing vandaan komen. En dat is niet terecht. Aan de CO2-resultaten die bereikt zijn, daar hebben boeren aan grote bijdrage aan geleverd. De landbouw en veeteelt telt voor 16 procent mee in de totale uitstoot. We moeten ook wat gaan verwachten van de industrie en de vervoersector. Het moet realistischer, het moet eerlijker.”

Julian Bushoff (GroenLinks-PvdA): “Grote vervuilers moeten de grootste bijdrage leveren”
Bushoff is het daar wel mee eens: “De constatering is dat we een groot probleem hebben. En om dat op te lossen zal iedereen een bijdrage moeten doen. Het vraagt wat van boeren, maar het vraagt ook wat van de industrie. En eens: de industrie is te vaak, en te lang, ongemoeid gelaten. En ik snap ook dat onrechtvaardigheidsgevoel dat ontstaan is. Boeren en mensen met een kleine beurs moeten iets doen, terwijl de grote vervuiler ongemoeid wordt gelaten. Wij vinden dat het klimaatbeleid rechtvaardiger moet. Grote vervuilvers moeten ook de grootste bijdrage leveren. Ook vliegtuigmaatschappijen. Mensen die meerdere keren per jaar vliegen, of privéjets tot hun beschikking hebben, die betalen nu bijna geen belasting. Op dat vlak moeten we aan knoppen gaan draaien. En nee, ik heb het niet over iemand die eens in de vijf jaar op vliegvakantie gaat. Wat ik betoog is dat het vooral eerlijker moet.”

Herma Hemmen (BBB): “Het klimaatprobleem gaat over grenzen heen”
Hemmen wil het nog wat scherper hebben. “Waar ik niet blij van word is de spagaat. Bedrijven, die grote vervuilers zijn, bieden tegelijkertijd ook veel werkgelegenheid. Ze maken producten die we allemaal nodig hebben. We kunnen strenger beleid voeren, maar het risico is dat zulke bedrijven dan naar het buitenland gaan, waar minder strenge regels zijn. Dit onderwerp, het klimaatprobleem, dat gaat over grenzen heen. Wij zijn voor een sterke maakindustrie. Waarbij we vooral de innovatie, op het gebied van klimaat, willen stimuleren. We willen bedrijven niet wegjagen.”

Tekst gaat verder onder het kader:

Wie is Julian Bushoff?
Julian Bushoff werd geboren in Groningen in 1997. Hij werkte als biologische groenteverkoper op de markt en als arbeidscoach voor Vluchtelingenwerk Noord Nederland. Hij studeerde Economie en Internationale Betrekkingen aan de Rijksuniversiteit Groningen. In 2018 kwam hij in de gemeenteraad terecht, waarbij hij vanaf 2019 fractievoorzitter was. Vorig jaar riep Den Haag. Met het vertrek van Khadija Ariben kwam er een stoel vrij, die door Bushoff in werd genomen.

Julian Bushoff reageert op een vraag van presentator Maarten Siepel. Foto: Lianne Darmeveil

Julian Bushoff (GroenLinks-PvdA): “Tegen bedrijven als Chemours moet je hard op treden”
De GroenLinks-PvdA wil ook geen bedrijven wegjagen: “Maar er is wel een klein verschil. Neem nu een bedrijf als Chemours. Mensen die in de omgeving van dit bedrijf wonen zijn ziek geworden. Tegen zulke bedrijven moet je hard gaan optreden. Je moet zeggen: of je gaat nu iets doen, of de deur gaat dicht. Het is onacceptabel dat mensen in de omgeving ziek worden.” Hemmen: “Daar zijn we het mee eens. Het is schandalig dat mensen ziek worden van uitstoot. Maar we vinden ook dat toezichthouders daar veel beter op hadden moeten toezien. Het heeft plaatsgevonden onder onze ogen. Hoe zorg je dat de uitstoot van een bedrijf schoner wordt?”

“Politiek moet dwingender zijn”
Nederland is het land van regeltjes. Toezicht is er op allerlei manieren, in de vorm van controles en vergunningen. Dat Chemours zoiets kan veroorzaken, zou eigenlijk onmogelijk moeten zijn. Bushoff: “Er is te lang weggekeken. Een bedrijf heeft een vergunning. Maar ook dat is politiek, en politiek leiderschap tonen. Je zult harde regels op moeten stellen waar bedrijven zich aan moeten houden, en er geen mogelijkheid is waar men zich aan kan onttrekken. Neem de NAM, Shell en Exxon. Zij hebben zich lang onttrokken aan de morele verplichting in de richting van Groningen met betrekking tot de gaswinning. De politiek zal veel harder moeten zijn. Je moet zeggen: wat jullie doen kan niet, en je gaat nu bijdragen aan de ontwikkeling van Groningen. En ben je niet bereid, dan ga je dwingen.”

Herma Hemmen (BBB): “We willen een overheid die er is voor de inwoners”
Het begrip ‘regeldruk’ laat het vuur bij de BBB ontbranden. “Bij grote bedrijven zie je dat het toezicht niet op orde is. Maar ondertussen is de regeldruk voor inwoners wel enorm toegenomen. En dat is een belangrijk speerpunt in ons verkiezingsprogramma. De afgelopen jaren is er een overheid gecreëerd die uitgaat van wantrouwen in plaats van vertrouwen in de richting van de inwoners. Wij willen dat omdraaien. Wij willen een overheid die er is voor de inwoners. Aan deze kant van het spectrum moeten regels geschrapt worden. Aan de andere kant van dat spectrum moeten we er voor zorgen dat de regels voor bedrijven goed op orde zijn. Daar moeten we op controleren. Op die manier zal ook veel sneller duidelijk worden wanneer er negatieve effecten op een omgeving afstralen, waardoor je veel sneller en gerichter in kunt grijpen.”

Landbouw

Hebben boeren in Nederland bestaansrecht? Foto: Sebastiaan Scheffer

Julian Bushoff (GroenLinks-PvdA): “Boeren moeten een groter aandeel krijgen in landschapsbeheer”
Het werd al even genoemd. De boeren. Hoeveel perspectief heeft de landbouw? Bushoff: “Die hebben heel veel perspectief. Er zijn ook heel veel boeren die graag op een andere manier willen boeren, die juist goed is voor het klimaat. Daar zullen ook naar toe moeten. Maar het gaat wel gepaard met vragen. Want als je anders gaat boeren, kun je dan wel een goede boterham verdienen? Die zorgen zijn er. Wij als politiek moeten zeggen, ja, het kan anders en het moet anders. Het is nodig voor het klimaat. En om die boterham te kunnen verdienen, moeten boeren een veel groter aandeel krijgen in landschapsbeheer, waar fatsoenlijke vergoedingen voor gegeven worden. Dat is de toekomst: natuur-inclusief boeren.”

Herma Hemmen (BBB): “Beeld dat geschetst wordt over boerenbedrijven is niet een eerlijk beeld”
De BBB hangt daar een andere definitie aan: “Natuur-inclusief boeren is de weg. Maar de laatste jaren zijn er onmogelijke regels gecreëerd. Boeren zijn enorm geschaad in hun bedrijfsvoering. Er is veel innovatie en creativiteit aan de sector gevraagd. Ik zou ook willen adviseren om de documentaire ‘boeren op het platteland’ te bekijken. Wat heeft dit gedaan met het toekomstperspectief en de bestaanszekerheid van boeren? En GroenLinks-PvdA kan nu zeggen dat de natuur beheerd moet worden, maar dat doen boeren al eeuwen. Daar zijn we ook goed in. Het beeld dat nu geschetst wordt over boerenbedrijven is niet een eerlijk beeld. Dat eerlijke beeld moet terug. We moeten naar uitvoerbare regels, we moeten goed in gesprek, en op basis van feiten moet er beleid worden gemaakt.”

“Er is een beleid bedacht op basis van cijfers en modellen die niet kloppen”
Bushoff: “Het is een antwoord waar je het niet oneens mee kunt zijn. Maar wat wil de BBB nu concreet anders waarmee het klimaatprobleem echt wordt opgelost?” Hemmen: “De stikstofwet moet van tafel.” Bushoff: “Dat gaat het klimaat niet helpen.” Hemmen: “De afgelopen periode ging het over het uitkopen van piekbelasters in de buurt van natuurgebieden. Maar we zien dat de stikstof van deze bedrijven helemaal niet die gebieden neerdaalt. Er is een beleid bedacht op basis van modellen en cijfers die niet kloppen. We zeggen niet dat we niets moeten doen. Maar de landbouwsector heeft de afgelopen jaar de meeste innovatie getoond op het gebied van verduurzaming. Daar gaan we mee door. Maar om bij stikstof alleen te kijken naar de landbouw, dat is niet eerlijk. Je moet ook kijken naar de industrie, naar de vliegmaatschappijen. Met elkaar moet je een plan maken. Niet alleen kijken naar modellen, maar juist ook door met al deze mensen in gesprek te gaan.”

Kernergie

Is het een goed idee om kerncentrales in Groningen te bouwen als oplossing voor het energievraagstuk? Foto: Daniel West from FreeImages

Julian Bushoff (GroenLinks-PvdA): “Een kerncentrale lijkt mij niet handig”
In de energietransitie kan er voor gekozen worden om kerncentrales te bouwen. Op dat vlak staan de partijen lijnrecht tegenover elkaar. Bushoff: “Het lijkt mij niet handig om een kerncentrale in Groningen, of in de Eemshaven, te bouwen. Mensen zitten daar niet op te wachten. Als je nu gaat bouwen is zo’n centrale pas over vijftien of twintig jaar klaar.” Hemmen: “Dat is niet waar.” Bushoff: “Het kost veel geld, waarbij we juist in die tussenliggende jaren veel stappen kunnen zetten.”

Herma Hemmen (BBB): “Wij willen geen extra windmolens op zee”
Uit onderzoek blijkt dat kerncentrales, die in het afgelopen decennium gebouwd zijn, allemaal vertraging hebben opgelopen, waarbij het gemiddeld zeventien jaar duurt voor ze in bedrijf kunnen. Hemmen: “Dat van die vertraging klopt. Maar dat zie je ook bij windmolenparken. Daar kun je dezelfde sticker op plakken. Als je een middelgrote kerncentrale bouwt, dan duurt het zes tot acht jaar, voor het klaar. En dan kun je ‘nee’ schudden, maar zo kan het. Mijn partij vindt het belangrijk dat we kijken naar de complete mix. Dat we kernenergie toevoegen aan de volledige energiemix. Wij willen geen windmolens bijbouwen op de Noordzee. Er wordt daar al genoeg gebouwd, waarbij onbekend is wat dit doet met de biodiversiteit in de zee. We vinden het belangrijk dat de visserij de ruimte houdt. Deze discussie gaat over ruimte. Hoe gaan we met onze beperkte ruimte om? Daarom zeggen wij: niet méér zonne- en windmolenparken.”

Julian Bushoff (GroenLinks-PvdA): “Kerncentrale is voor de korte en lange termijn geen oplossing”
Bushoff: “Je kunt inderdaad in kortere tijd een kerncentrale operationeel maken, maar de praktijk wijst anders uit. Elk project, op dit gebied, kampt met veel vertraging. Als we nu gaan bouwen, dan zou dit betekenen dat we op zijn vroegst in 2040 een kerncentrale hebben. Het duurt te lang, en het is ook de enige energiebron die de komende jaren duurder zal worden. Terwijl wind en zon juist goedkoper worden. Dit is gewoon een slechte oplossing. Zowel voor de korte als de lange termijn, en ook in financieel opzicht, los je niks op.”

Tekst gaat verder onder het kader:

Wie is Herma Hemmen?
Hemmen groeide op in Ter Apel. Ze is werkzaam als adviseur in het Sociaal Domein. In haar vrije tijd maakt ze graag ruimte vrij voor haar twee honden, de tuin en de politiek. Hemmen zat sinds 2014 voor het CDA in de gemeenteraad van Westerwolde. Vorig jaar splitste ze zich, uit onvrede, af van deze partij, maar behield wel haar gemeentezetel. Eerder dit jaar werd bekend dat ze zich aangesloten had bij de BBB, en voor deze partij ook op de kandidatenlijst voor de Tweede Kamer staat.

Herma Hemmen aan het woord tijdens de opnames voor de podcast. Foto: Lianne Darmeveil

Herma Hemmen (BBB): “Wind en zon zijn geen stabiele energiestromen”
De manier hoe er wordt gekeken naar boeren, en het energievraagstuk, lijken de grootste verschillen te zijn tussen de BBB en GroenLinks-PvdA. Hemmen: “Wij vinden dat je goed moet investeren in een goede mix. En daar komt bij. Wind en zon zijn geen stabiele energiestromen. Je bent afhankelijk van de hoeveelheid wind en zon. Daar zul je rekening mee moeten houden.”

Julian Bushoff (GroenLinks-PvdA): “In Groningen zijn mooie stappen gezet op gebied van waterstof”
Bushoff: “Het is belangrijk om te realiseren dat elektriciteit maar een deel van de opgave is. De grootste uitdaging ligt ook niet op dit vlak. Je kunt ook inzetten op waterstof. Hier in Groningen zijn mooie stappen gezet, waarbij vrijwel alle bussen inmiddels op waterstof rijden. Dat is een duurzame oplossing. Kerncentrales zijn niet de oplossing. Wat moet je met al dat kernafval?” Hemmen: “Als je het energievraagstuk volledig bij een kerncentrale ligt, dan is de hoeveelheid energie, die jij als persoon gedurende je hele leven gebruikt, niet groter dan een appel. Daarnaast is het steeds beter op te slaan, en gaat de schadelijkheid op den duur naar beneden.”

Herma Hemmen (BBB): “Wij willen een energiemix waarbij we niets uitsluiten”
Voor GroenLinks-PvdA is dat het moment om duidelijkheid proberen te krijgen: “Het duizelt mij een beetje. De BBB zegt dat het wat wil doen aan de klimaatopgaven. Vervolgens zegt u dat stikstof van tafel moet, waarbij we het bij het oude laten. Bij duurzame energie wilt u niet meer windmolen, maar richt u zich op kernenergie. Wat gaat de BBB doen om de aarde leefbaar te houden?” Hemmen: “Wij willen vasthouden aan de klimaatdoelen. We zetten in op de mix. Dit kan een kerncentrale zijn, maar ook zeker de waterstofontwikkeling. Wij vinden het belangrijk dat die technologie zich kan blijven ontwikkelen. Maar het is goed om ons te realiseren dat het niet slim is om fossiele brandstoffen af te gaan bouwen als er nog geen alternatieven zijn. En in de kantlijn: het moet ook betaalbaar zijn.”

Wind- en zonne-energie

Zonneparken zijn de afgelopen jaren op diverse plekken in onze gemeente verrezen. Moeten we daar mee doorgaan? Foto: Joris van Tweel

Julian Bushoff (GroenLinks-PvdA): “Daken van huizen en gebouwen kunnen nog veel meer benut worden voor zonnepanelen”
De afgelopen jaren zijn windmolens als paddenstoelen uit de grond geschoten. Ook zonneparken zagen op diverse plekken het licht. Dit leidt steeds vaker tot onvrede. Bushoff: “Wij denken dat nog heel veel daken gebruikt kunnen worden voor zonne-energie. Dus wij zeggen: zet in op de daken van huizen en gebouwen, bedrijventerreinen en transferia. Eventueel kun je ook op het land zonneparken bouwen. Maar dan is het belangrijk dat de omgeving daar wel in mee doet.”

Herma Hemmen (BBB): “De ruimte die GroenLinks-PvdA ziet, die is er niet”
Hemmen: “Welk land had u in gedachten?” Bushoff: “Er zijn plekken aangewezen waar dit mogelijk is.” Hemmen: “Er is geen ruimte over. In deze discussie hebben we het nog niet over water gehad. Maar de waterproblemen die ontstaan, veroorzaakt door overvloedige regenval, daarbij wordt het belangrijk dat we water kunnen opslaan. Dat we de garantie kunnen geven dat drinkwater gezond is. Ondertussen moeten er meer woningen komen. De ruimte, die u voor ogen heeft, is er niet. Daarom zeggen wij: geen windmolens meer op het land. Zonnepanelen kunnen prima op daken. Dat zijn we helemaal met u eens. Ook het versnellen van het isoleren van woningen is een opgave. Immers. Alle energie die je niet gebruikt, hoef je ook niet op te wekken.”

Julian Bushoff (GroenLinks-PvdA): “Huizen sneller isoleren”
Bushoff: “We verschillen wat van mening als het gaat om wind en zon. Maar qua energiebesparing kunnen we elkaar de hand schudden. Als het gaat om isoleren komen we ook met een voorstel om particuliere verhuurders te dwingen om te gaan isoleren. Huurders van verhuurders die niet willen isoleren, moeten een tochtkorting krijgen. Bent u ook voor deze korting?” Hemmen: “Dat weet ik niet. Wat belangrijk is, is dat het verduurzamen eenvoudig geregeld moet kunnen worden. Het is nu heel ingewikkeld met allerlei regels en subsidiepotjes. Mensen komen er niet uit. Een drempel is ook de voorfinanciering. Mensen kunnen het gewoon niet betalen. Dat moet anders.” Bushoff: “Daar zijn wij het mee eens.”

https://www.oogtv.nl/2023/11/verkiezingspodcast-verduurzamen-van-huizen-moet-veel-eenvoudiger-worden-zonder-gekke-regels/?utm_source=rss&utm_medium=rss&utm_campaign=verkiezingspodcast-verduurzamen-van-huizen-moet-veel-eenvoudiger-worden-zonder-gekke-regels

Californië sleept oliebedrijven voor de rechter om ‘decennialange misleiding’ (NOS Buitenland)

De Amerikaanse staat Californië gaat bij de rechter de strijd aan met vijf grote olie- en gasconcerns, waaronder Shell en ExxonMobil. De bedrijven hebben zich volgens de openbaar aanklager schuldig gemaakt aan het decennialang bagatelliseren van de risico's van het gebruik fossiele brandstoffen. Ook houdt Californië de concerns verantwoordelijk voor de gevolgen van klimaatverandering, en noemt daarbij overstromingen, extreme hitte en verlies van biodiversiteit.

De bedrijven waar het om gaat zijn Chevron, BP, ConocoPhillips, Shell en ExxonMobil. Ook branchevereniging American Petroleum Institute wordt in San Francisco voor de rechter gesleept. Gouverneur Newsom van Californië zegt dat zijn staat "actie onderneemt om de grote vervuilers verantwoordelijk te houden".

Sinds de jaren 50

Volgens de aanklacht weten de bedrijven sinds de jaren 50 dat het gebruik van fossiele brandstoffen de aarde opwarmt, maar hebben ze ervoor gekozen om dat te ontkennen of te bagatelliseren. "Ze hebben ons leugens en onwaarheden voorgeschoteld om recordwinsten te boeken, ten koste van onze leefomgeving. Genoeg is genoeg", aldus de openbaar aanklager. Zo is er volgens de staat miljarden dollars uitgegeven aan het verspreiden van desinformatie over klimaatverandering.

De oliebedrijven moeten wat de aanklager betreft betalen voor de geleden schade en bijdragen aan een fonds. Daarmee zouden maatregelen moeten worden bekostigd om de gevolgen van klimaatverandering aan te pakken, zoals het beschermen van huizen en infrastructuur tegen de stijgende zeespiegel.

'Greenwashing'

"Al meer dan vijftig jaren liegt Big Oil tegen ons", zegt de Democratische gouverneur Newsom. "De belastingbetalers in Californië zouden niet de rekening gepresenteerd mogen krijgen voor miljarden dollars aan schade: bosbranden die gemeenschappen wegvagen, giftige rook die onze lucht vervuilt, dodelijke hittegolven en droogte waardoor onze waterbronnen opdrogen."

Newsom zegt verder dat de bedrijven nog altijd bezig zijn met greenwashing, bijvoorbeeld door bepaalde soorten brandstof als milieuvriendelijk aan te prijzen.

Branchevereniging American Petroleum Institute zegt tegen persbureau Reuters dat het aan het Amerikaanse Congres is om te beslissen over klimaatbeleid, en niet aan de rechter. Shell komt met een soortgelijke reactie. "Wij geloven niet dat de rechtszaal de juiste plek is om klimaatverandering aan te pakken", aldus het olie- en gasconcern.

https://nos.nl/l/2490725

De Caribische eilanden als het klimaat-voorland voor Nederland (De Erfgoedstem)

Dit interview is onderdeel van een reeks over klimaatverandering en erfgoed. De reeks is een initiatief van het platform Klimaat en Erfgoed. Periodiek verschijnt er een interview met een expert. Dit keer is het woord aan Suzanne Loen. Als landschapsontwerper en onderzoeker initieert ze en is ze betrokken bij projecten in het Caribisch gebied, waar de gevolgen van klimaatverandering acuter zijn dan in Nederland en versterkt worden door menselijk handelen in het verleden en heden.

Heb je vragen over het interview of wil je meer weten? Neem dan contact op met het platform via info@klimaatenerfgoed.nl of bezoek onze website / LinkedIn pagina.

Kan je iets over jezelf vertellen en over jouw betrokkenheid bij het onderwerp van klimaat en landschap?

Op dit moment werk ik onder andere aan projecten in het Caribisch gebied en adviseer ik verschillende gemeenten op het gebied van landschap en erfgoed zoals bijvoorbeeld bij de versterking van de IJsseldijken in de Krimpenerwaard. Daarnaast geef ik ook de minor Heritage and Design bij de sectie Landcape Architecture aan de TU Delft. Dit is een keuzevak dat open staat voor studenten vanaf het tweede jaar van alle universiteiten en faculteiten ook buitenlandse studenten zijn welkom. De studenten onderzoeken historische groen- en waterstructuren, zoals Agnetapark in Delft, en maken een herontwerp. De verschillende visies op groen en watererfgoed van de studenten maken het vak heel inspirerend om te geven. Ik ben destijds ook in Delft afgestudeerd en heb daarna bij de sectie Landschapsarchitectuur met mijn collega Inge Bobbink gewerkt aan de publicaties Land inZicht en Water inZicht. Dit heeft mij in de richting van cultuurhistorische landschappen en watersystemen gestuurd.

Eén van de dingen die ik mijn studenten leer is dat in Nederland de waterhuishouding lang sturend is geweest voor de inrichting van het landschap. Van oorsprong is de watermachine sterk verankerd in het landschap. Het Nederlandse landschap is een grotendeels door mensen gevormd landschap, door toedoen van menselijk handelen en technische ontwikkelingen. Kennis over de ontwikkelingsgeschiedenis van ons landschap is essentieel om onze historische water- en groenstructuren te begrijpen.

Via een collega aan de TU Delft, Mo Smit, ben ik in 2015 betrokken geraakt bij een onderzoeksproject naar de woon-en werkomgevingen van de textielindustrie Indonesië. Hier zag ik dat fabrieken, die grotendeels voor Nederlandse kledingmerken produceerden, extreme hoeveelheden grondwater onttrokken, met bodemverzakkingen en overstromingen tot gevolg, en tegelijkertijd het oppervlaktewater vervuilden. Het ecologische evenwicht en de zoetwatervoorziening wordt hierdoor ernstig bedreigd. Indonesië is hierin niet uniek. Over de hele wereld is sprake van een verstoorde relatie tussen zoetwatermanagement en ruimtelijke ontwikkeling, ook in Nederland. Door dit project ben ik mij gaan toeleggen op onderzoek naar potentie van historische zoetwatersystemen voor een veerkrachtig waterbeheer.

Op de universiteit en in ons vakgebied was nog weinig aandacht voor zoetwatermanagement en drinkwatervoorzieningen; de meeste aandacht ging toen nog uit naar waterveiligheid.

Daarom ben ik het onderzoeksproject ‘Thirsty islands’ gestart. In 2020 startte het project op Curaçao in samenwerking met National Archaeological Anthropological Memory Management (NAAM). Vanaf dit jaar heeft het project vervolg gekregen in het Erfgoed Deal project Awa pa Kòrsou (Water voor Curaçao) in een consortium van Curaçaose natuur- en erfgoedorganisaties. In april van dit jaar ben ik gestart met een onderzoek naar potentie van watererfgoed voor een veerkrachtige zoetwater voorziening op Bonaire in samenwerking met Kenniscentrum Immaterieel Erfgoed (KIEN) en Immaterieel Erfgoed Bonaire (IEB). Het koloniale verleden en handelen speelt natuurlijk ook een belangrijke rol in beide projecten.

Mijn keuze om eilanden te onderzoeken heeft er onder andere mee te maken dat eilanden en eilandgemeenschappen van oudsher op zichzelf waren aangewezen en ook op het gebied van zoetwaterbeheer zelfvoorzienend moesten zijn.

Eilanden zijn omringd door zout water, beschikken over relatief weinig natuurlijke zoetwaterbronnen en hebben beperkt ruimte om water op te slaan. Dat maakt dat ze leerzame voorbeelden zijn. Ook voor meer complexe en waterrijke deltagebieden als in Nederland.

In Caribisch Nederland stelde de Nederlandse Staat haar eigen economische belangen eeuwenlang boven het welzijn van de lokale gemeenschap en de natuur. Dat is terug te zien in de manier waarop zoetwater werd geëxploiteerd. De gevolgen van klimaatverandering op de Caribische eilanden zijn ook een voorteken voor de toekomst van Nederland. Vanuit mijn ervaring met dit project kijk ik nu met een andere blik naar Europees Nederland, waar de beschikbaarheid van zoet water lang als vanzelfsprekend is gezien maar dat eigenlijk niet meer is.

data:image/svg+xml,%3Csvg%20xmlns='http://www.w3.org/2000/svg'%20viewBox='0%200%201024%20442'%3E%3C/svg%3E

De Caribische eilanden kennen een lange traditie van het opvangen van regenwater. Deze afbeelding geeft het principe weer van regenwater opvang en distributie systeem van een Bonairiaans landhuis. 
Bewerkte foto van Landhuis Rooi Lamoenchi, Bonaire (juni 2023). Fotograaf Jet Bakels/Kien. Beeldbewerking LILA Living Landscapes.

Wat merk jij nu al van klimaatverandering en landschap?

De laatste tijd is er natuurlijk veel in het nieuws over extreme hitte en bosbranden in Zuid Europa. Ik heb het idee dat de prognoses worden ingehaald door de actualiteit.

Het aantal piekbuien en langdurige periodes van de droogte en hitte nemen enorm toe. Op de Caribische eilanden is nu al te zien dat de impact van klimaatcrisis versterkt wordt door de aantasting van de natuurlijke veerkracht van de eiland ecosystemen. In het verleden heeft bijvoorbeeld onder koloniaal gezag overexploitatie van watersystemen en grootschalige ontbossing plaatsgevonden. Dit leidt tot op de dag van vandaag tot erosie en beperkt vermogen om regenwater vast te houden in de bodem. Tegenwoordig legt het toerisme ook een groot beslag op de zoetwatervoorziening. Het beleid en de inrichting van de leefomgeving zijn nog niet goed aangepast aan de nieuwe werkelijkheid.

Een ander probleem is de verzilting van zoetwaterbronnen en de natuur langs de kust als gevolg van de stijgende zeespiegel. Dit probleem is al langer bekend. De vraag naar zoet water overstijgt al lange tijd het aanbod. Al vroeg is op de eilanden begonnen met desalinatie van zeewater. De oudste desalinatie-installatie ter wereld staat dan ook Curaçao.

Juist door de beperkte beschikbaarheid van zoet water kennen de Caribische eilanden een lange geschiedenis van cisternen en opslag van regenwater in bakken of kruiken. Uit angst voor ziektes die door muggen kunnen worden overgedragen werd dit, ook door de komst leidingwater, steeds meer actief ontmoedigd door de overheid.

Volgens mij moeten we meer terug naar een combinatie van centrale stedelijke systemen en decentrale huisgebonden systemen. We zouden veel meer regenwater kunnen opslaan, uiteraard rekening houdend met de grondwaterspiegel, en moeten afkicken van onze verslaving aan de voortdurende beschikbaarheid van 100% gefilterd drinkwater.

Vroeger gebruikten we ook in Nederland drie soorten waterstromen: putwater (grondwater), oppervlaktewater en regenwater. De kwaliteit en beschikbaarheid bepaalde of het gebruikt werd als drinkwater, kleding wassen en/of bewateren van gewassen. Waar mogelijk ving men zelf zijn eigen regenwater.

Wat is je toekomstverwachting ten aanzien van de gevolgen van klimaatverandering voor landschap?

Van oudsher heeft de industrie op de Caribische eilanden een grote invloed op de drinkwatervoorziening. De eerste zoetwaterbronnen in het Caribische gebied werden geconfisqueerd door Shell. Shell en Nederlandse Staat waren in die tijd twee handen op één buik. In tijden van nood kon Shell dan zoetwater verkopen aan inwoners. In Nederland hadden bierproducenten hadden een vergelijkbaar monopolie op drinkwater in de 16e en 17e eeuw. Het is mijn overtuiging dat drinkwater een gemeengoed is, voor het algemene nut. Commerciële ondernemingen, boeren en industrie mogen hierin niet bevoordeeld worden. Het water dient eerlijk verdeelt te worden. Ook de natuur, planten en dieren hebben recht op water. Eigenlijk is dat een politieke discussie. Laatst was in het nieuws dat Uruguay, dat met extreme droogte en drinkwater tekorten kampt, een data centrum van Google wil gaan voorzien van koelwater. Dit water wordt onttrokken uit de publieke drinkwatervoorziening. Een commerciële gigant wordt hierin bevoordeeld en zet de overheid voor het blok. Uruguayanen verzetten zich terecht tegen dit misbruik van de publieke watervoorziening. Ik vind dat een heel angstaanjagend scenario. We moeten uitkijken dat we niet teruggaan naar een neokoloniaal systeem, waarin drinkwatervoorzieningen worden onttrokken aan het publieke domein door machtige commerciële bedrijven.

Daarnaast zie ik dat we eigenlijk allemaal wel weten dat er drastisch iets moet gebeuren. Alleen wil de één sneller veranderen dan de ander. Zie bijvoorbeeld de weerstand die de activisten van Extinction Rebellion oproepen. Vanuit dezelfde wetenschap kun je op verschillende manieren reageren. Soms ontkennen mensen de klimaatcrisis omdat ze nu al onzeker zijn over hun bestaan. Niet iedereen kan van het gas af en zich een huis veroorloven op de heuvelrug veilig boven NAP. We moeten daarom oog hebben voor de zwakste groepen in de samenleving en sensitief te werk gaan, want de ongelijkheid wordt alleen nog maar vergroot door klimaatverandering.

data:image/svg+xml,%3Csvg%20xmlns='http://www.w3.org/2000/svg'%20viewBox='0%200%201024%20724'%3E%3C/svg%3E

Handreiking ‘Ruimte voor de Rooi’ / Room for the Rooi
Een erfgoed- en natuurinclusieve benadering voor ruimtelijke ontwikkeling die het Curaçaose historische watersysteem van rooien en dammen als uitgangspunt neemt. 
Afbeelding LILA Living Landscapes.

Welke maatregelen moeten we nemen om de schade te beperken?

Historische groen- en waterstructuren zijn steeds harder nodig, aan de andere kant verzwakken ze door exotische plagen en weersextremen. Het waterpeil fluctueert, oevers storten in en inheemse beplanting kan de hitte en verdroging niet aan.

Volgens mij moeten we bij het behoud van deze structuren veel meer rekening houden met de gevolgen van klimaatverandering en soms ook afscheid durven nemen van een bepaalde historische, inheemse plantensoorten.

Daarnaast zouden we ons in de ruimtelijke ordening veel bescheidener en dienstbaarder moeten opstellen ten opzichte van de natuur. We moeten ons verdiepen in hoe we onze leefomgeving aan kunnen passen om ruimte te bieden aan biodiversiteit. Ik zie vaak renders van natuurinclusieve plannen maar die zien er vaak nog generiek uit. We moeten daarin uitkijken voor ‘greenwashing’ van ruimtelijke ontwikkelingen.

“Wij houden de paraplu vast met daaronder alle flora en fauna. Wij hebben de paraplu kapot gemaakt en nu moeten we hem gaan herstellen.”

Welke kansen zie jij in het landschap om bij te dragen aan klimaatadaptatie of klimaatmitigatie?

Ik zie veel kansen voor klimaatadaptatie en herstel van de biodiversiteit door terug te gaan naar schaalverkleining van het landschap en een eerlijkere verdeling van de macht. Het hedendaagse landschap is gevormd door de ruilverkaveling van de 20e eeuw. Hoe grootschaliger het landschap werd ingedeeld, des te minder eigenaren nodig waren. Vroeger hadden we bijvoorbeeld veel meer waterschappen. Het landschap zelf en het beheer waren fijnmaziger. Nu is watermanagement gecentraliseerd en ligt de verantwoordelijk volledig bij de overheid. Waterschappen zeggen juist: ‘We kunnen het niet allemaal meer alleen.’ De inrichting en het beheer van het landschap zou een meer gedeelde en gezamenlijke opgave kunnen zijn.

Wil je nog iets kwijt?

Landschappen zijn dynamisch. Nederland heeft een traditie van alles vastleggen in regels zet op elke postzegel ruimte een stempel (lees: bestemming). We gaan nu een andere fase in. Ik wil graag een oproep doen anders te kijken naar erfgoed en kansen te zien.

Laatst sprak ik een collega uit het buitenland en die zei: ‘Er zijn nauwelijks ruïnes in Nederland!’. Verval wordt nog niet genoeg omarmd. Terwijl ruïnes en scheepswrakken juist ideale kraamkamers zijn voor flora en fauna. We moeten op een andere manier naar de waardes van erfgoed leren kijken en ook afscheid durven nemen. Zolang we de kennis die in ons erfgoed besloten ligt maar ontsluiten voor toekomstige generaties. De vraag is alleen of de erfgoedsector daar klaar voor is.

De Traditionele Ecologische Kennis (TEK) van eilandgemeenschappen is bijvoorbeeld een belangrijke bron van kennis voor de opgaven van nu. Zoals de kennis over het opvangen van regenwater en welke gewassen goed gedijen in een bepaald landschap. Bovendien is het ontsluiten van deze kennis een kans om te komen tot een meer inclusieve- en integrale erfgoedpraktijk, van zowel materieel- als immaterieel erfgoed.

Verder lezen project Thirsty Cities:

Thirsty Islands and Water Inequality: The Impact of Colonial Practices on Freshwater Challenges in the Dutch Caribbean

Room for the Rooi: 3 lessons from the past for future water sensitive planning on Curaçao

The post De Caribische eilanden als het klimaat-voorland voor Nederland appeared first on De Erfgoedstem.

https://erfgoedstem.nl/de-caribische-eilanden-als-het-klimaat-voorland-voor-nederland/

Wie schuld draagt, betaalt (Klimaatverandering blog)

De grootste fossiele bedrijven zijn honderden miljarden dollars aan herstelbetalingen verschuldigd voor de economische schade die klimaatverandering in de aankomende decennia aan zal richten. Dat stelt een recente studie in OneEarth. Het klinkt als veel geld, maar voor de fossiele bedrijven geldt dat de genoemde bedragen minder zijn dan hun recordhoge winsten gemaakt in 2022, het jaar van de energiecrisis. Wanneer zet ‘Big Oil’ de knop om?

Herstelbetalingen?

Rijke mensen in het mondiale Noorden zijn onevenredig veel meer verantwoordelijk voor de opwarmende aarde. En de gevolgen van de klimaatcrisis treffen vooral armere mensen en gemarginaliseerde groepen in het mondiale Zuiden. Klimaatverandering is een groot onrecht. Aan dit onrecht hangt een prijskaartje, en tijdens de jaarlijkse VN klimaattoppen wordt er de laatste jaren steeds vaker over geld voor klimaatschade gesproken. In november vorig jaar leidde dat tot de historische afspraak voor het opzetten van een klimaatschadefonds, ook wel het ‘Loss and Damage’ fonds genoemd. Fatsoenlijke schattingen voor geleden schade zijn echter schaars, en overheden zijn het veelal niet eens over wie voor de kosten zou moeten opdraaien. Nationaal eigenbelang weegt vaak toch zwaarder dan internationale solidariteit, zo blijkt maar weer.

Toch proberen wetenschappers om schattingen van kosten te koppelen aan de vraag wie dat zou moeten betalen. In de recente studie in OneEarth worden schattingen gemaakt van de hoogte van deze herstelbetalingen (in het Engels: ‘reparations’). De auteurs leggen de verantwoordelijkheid bij de grootste uitstotende fossiele bedrijven, en berekenen hoeveel smartengeld zij de samenleving in de toekomst verschuldigd zijn. De methodes en resultaten zijn interessant, en zullen we hier behandelen.

https://lh3.googleusercontent.com/PCuCXocqzxqJ2y3qbQTvPgLmVcWfTk5MHsyE4p7nDBk4ncb61FzuwTlqBoFG_41fsS6feR6cVkiEX8c0KSk36l_enMkTEjVi9I9oTLUBLg21fcm74lIJqbTcyhnQMPjk6u7apn_oszx-YlkNBlvexTo

Olietekorten bij BP in het VK. Foto door Red Dot via Unsplash

De vervuiler betaalt

Fossiele bedrijven zoals Shell en Exxon zijn direct, of indirect, verantwoordelijk voor de uitstoot van broeikasgassen. Ze dragen echter een extra verantwoordelijkheid doordat veel van deze bedrijven al decennialang wisten van de gevaarlijke gevolgen van hun producten, en desondanks hun vervuilende bedrijfsvoering hebben verdedigd en uitgebouwd. Van Shell en van Exxon staat vast dat zij al sinds de jaren ’70 en ’80 wisten van klimaatverandering en actief klimaatbeleid tegen hebben gewerkt door desinformatiecampagnes. Ook in Nederland is deze misinformatie over klimaatverandering het publieke debat in gesijpeld. 

Het weglopen van hun verantwoordelijkheid voor decarbonisatie en het lobbyen voor het voortbestaan van hun fossiele bedrijfsvoering zijn ze overigens nog niet verleerd. Zo is er ook nu nog sprake van innige banden van de fossiele industrie met de politiek (zo hielp Rutte Shell via allerlei geitenpaadjes aan miljoenen euro’s subsidies); de nieuwe CEO van Shell spreekt openlijk uit dat ze hun olie- en gasproductie niet willen afbouwen; en Big Oil’s mooie plannen voor net-zero blijken veelal gestoeld op dubieuze compensatieprojecten.

Fossiele bedrijven worden steeds vaker aansprakelijk gesteld voor hun schade, bijvoorbeeld via rechtszaken, maar nu is er ook een uitgebreide berekening gemaakt van de kosten die ze verschuldigd zijn aan de gemeenschappen die het meest geraakt worden door decennia uitstoot en leugens. De studie in OneEarth stelt dat de 21 grootste vervuilers, waaronder bedrijven als BP, Shell en ExxonMobil, verantwoordelijk zijn voor zeker 5,4 biljoen (!) dollar aan schade door extreme droogtes, bosbranden, zeespiegelstijging en veel meer dat aan klimaatverandering kan worden toegekend, over de periode 2025 tot 2050. 

Wie betaalt wat en waarom?

De data die de studie gebruikt zijn gegevens over de uitstoot van fossiele bedrijven, en een raming van de kosten van klimaatverandering. De historische uitstoot van fossiele bedrijven komt uit de Carbon Majors database. Dat levert uitstoot per bedrijf op. De auteurs houden vervolgens 1988 aan als startjaar van de emissies die ze meenemen in de berekening van verantwoordelijkheid. 1988 is het jaar dat het IPCC werd opgericht (en van de getuigenis van klimaatwetenschapper James Hansen voor de senaat van de VS). Vanaf dat moment worden claims van de industrie dat ze geen verantwoordelijkheid hadden voor klimaatverandering, of dat het allemaal niet zo erg was, onhoudbaar geacht.

https://lh6.googleusercontent.com/CrkSvszBDQO8wB34Wmn-CNwaAwoaRZZBDn_rArJzHpgoMtQ9DFmiaABFRcDepYsFOyKq1538s7M49ASzO3NWd6sJgnNyZZws4yBq9fgpads7wFgCG-vZN0jB6rF97iFHaFD6j0cn3DLmCo8uCAG7UYc

Het aandeel CO2 emissies en de hoeveelheid te betalen herstelbetalingen voor de top 21 uitstotende fossiele bedrijven. Data van de studie, figuur via The Guardian

De te betalen bedragen zijn berekend op basis van een consensusverklaring van economen over de kosten van klimaatverandering. Zij schatten de te verwachten mondiale economische kosten op zo’n 99 biljoen dollar tussen 2025 en 2050. De uitstoot van fossiele brandstoffen is verantwoordelijk voor zo’n 69,6 biljoen. De studie kiest ervoor om een derde van deze toekomstige kosten aan de fossiele industrie toe te kennen. Ze kennen de andere twee derdes toe aan overheden en consumenten. Het is een redelijk arbitraire keuze, en misschien zelfs wel een beetje conservatief. Uiteindelijk houdt het in dat de mondiale fossiele industrie verantwoordelijk wordt gehouden voor ten minste 23,2 biljoen dollar aan klimaatgerelateerde economische verliezen over 25 jaar. Of, bijna 900 miljard per jaar. 

De auteurs kiezen ervoor om een dimensie aan rechtvaardigheid mee te nemen in de toekenning van de kosten aan de top 21 vervuilers. Vervuilers gevestigd in lage inkomenslanden, zoals Coal India, worden vrijgesteld van herstelbetalingen. Bedrijven uit midden inkomens, zoals PetroChina, worden de halve kosten toegekend, en de top vervuilers uit rijke landen, waaronder Exxon en Shell, mogen het volledige bedrag uitkeren. Deze top 21 vervuilers worden gezamenlijk dus voor 5,4 biljoen dollar (van die 23,2 biljoen dollar in totaal) aansprakelijk gesteld, waarbij die vrijstellingen zijn verrekend. 

Gezien de rijkste 1% van de wereld voor meer dan 2 keer zo veel uitstoot verantwoordelijk is dan de armste 50%, is het meenemen van rechtvaardigheid in de berekeningen een goed voornemen, mijn inziens. Toch vind ik het wel een beetje arbitrair waar je dan de grens precies trekt. Je zou ook een soort glijdende schaal kunnen definiëren, waarbij de hoogte van de herstelbetalingen afhankelijk is van het BNP van een land. Of niet het land van vestiging, maar de landen van de aandeelhouders of bedrijfstop aanhouden. Daarnaast zou het ook rechtvaardiger zijn om al die uitstoot van voor 1988 wel mee te nemen, maarja, dan kun je weer stellen dat de Shells en BPs niet ‘wisten’ dat hun producten voor gevaarlijke klimaatverandering zouden zorgen… Uiteindelijk zijn dit ook allemaal ietwat arbitraire keuzes. Voor de auteurs was het vooral van belang om in hun methodes de bedrijven uit landen in ontwikkeling enigszins vrij te stellen.

https://lh6.googleusercontent.com/HZQZGQgrw4bgjyzeU7tKfu07dP5iD8rGT4DMLhtUydpy5y_HdGeEX61yDBl2fVdqalbKMaPdcUvXqH31p-_fAVQNZ1Ssb1DtZ36bCM46M29GJWXfcG2TDWvhctuwu2Ikn5KOkFqRDGMMxHA_1FXuUvI

Percentage van de mondiale emissies tussen 1988 – 2022 versus het BNP van het land waar het bedrijf gevestigd is. Data van de studie, figuur via The Guardian

We zien dat Saudi Aramco met kop en schouders bovenaan staat in termen van emissies. Aramco alleen is voor bijna 5% van de mondiale CO2 emissies vanaf 1988 tot nu verantwoordelijk. Op basis daarvan zou het meer dan 1 biljoen dollar aan herstelbetalingen verschuldigd zijn, over de periode 2025 – 2030. ExxonMobil en Shell staan op plek 5 en 6 van meeste uitstoot, maar op plek 3 en 4 in termen van de meeste herstelbetalingen, omdat de grote uitstoters Coal India en National Iranian Oil volgens de methodes van de studie worden vrijgesteld. 

Het geld is er 

Het klinkt als grote bedragen waar de studie mee aan komt zetten. Maar als we kijken wat een aantal van deze grote bedrijven in het afgelopen jaar aan winst hebben geboekt, dan is het absoluut niet onbetaalbaar. De oliereuzen BP en Shell hebben in 2022 respectievelijk zo’n 28 miljard en 40 miljard dollar winst gemaakt, voor beide een record. Samen zouden ze ongeveer 31 miljard dollar per jaar aan herstelbetalingen moeten uitkeren. ExxonMobil gaat daar flink overheen en heeft een recordwinst van 56 miljard dollar geboekt in 2022. Ze worden voor 18 miljard dollar per jaar aan klimaatsmartengeld verantwoordelijk gehouden. Saudi Aramco, het staatsbedrijf dat qua emissies én qua herstelbetalingen absoluut bovenaan staat met een geschatte 43 miljard dollar per jaar, heeft in 2022 een zodanig kolossale winst gemaakt dat het vier jaren aan herstelbetalingen in één jaar zou kunnen uitkeren. Hun recordwinst van zo’n 161 miljard dollar is bijna de helft van de begroting van Nederland in 2022

https://lh6.googleusercontent.com/zM9cKVWMsjrcouKQqYJG3rrz4x_13FTw2JA8qKhQ-Ir3VWurAZE_fUkLAr1v_zCdEGDli4N38UcXa_KPLDExspLzfriLMTpobLYCMRTQUY8BKFsq7eTz_cYOBXjLbq62lhquB6_e878js4pjxIaHgFQ

De recordhoge winsten van ExxonMobil, Shell, Chevron en BP samen zijn nog minder dan de torenhoge winst van Saudi Aramco in 2022. Via CarbonBrief.

Nu was 2022 een uitzonderlijk jaar voor ‘Big Oil’. Door de Russische invasie in Oekraïne schoten de energieprijzen de lucht in. Dat heeft in Nederland en vele landen om ons heen voor een ‘cost of living’ crisis gezorgd. Wij konden de gasrekening niet meer betalen, er werden fondsen opgetuigd om mensen met hun torenhoge energierekeningen te helpen, en ons werd aangeraden om wat korter te douchen en de verwarming lager te zetten. Ondertussen boekte Big Oil ongekende recordwinsten en werden er gretig bonussen uitgedeeld aan de top van de fossiele energieconcerns. Ik vind dat een grove schande.

Van plicht naar praktijk

Vanuit een moreel standpunt kun je begrijpen dat de grote vervuilers een reparatieverantwoordelijkheid hebben voor schade die is en zal worden aangedaan door emissies waar zij voor verantwoordelijk zijn. Dit onderzoek laat zien dat de top uitstoters een behoorlijke kluif aan herstelbetalingen zouden moeten betalen, maar dat dat met hun recente recordwinsten geen probleem hoeft te zijn. Ja, er is wat af te dingen op de methodes die de onderzoekers gebruiken, maar ook met andere keuzes in de methodologie is het duidelijk dat onbeperkt olie oppompen niet zonder gevolgen mag zijn. Het is echter de vraag of we nu en in de toekomst een redelijk niveau van rechtvaardigheid of moreel besef kunnen verwachten van Big Oil. In het afgelopen jaar hebben onder meer BP, ExxonMobil en Shell hun toezeggingen om olie- en gasproductie af te schalen, zelfs teruggedraaid… Met het soort onderzoek dat we in deze blog hebben behandeld, kan de fossiele industrie wel meer en meer op een onderbouwde manier ter verantwoording worden geroepen. Want maak mij maar wakker wanneer ze vanuit zichzelf een reparatiebesef gaan voelen. 

https://klimaatveranda.nl/2023/07/17/wie-schuld-draagt-betaalt/

Leiden alle wegen naar Parijs? (Klimaatverandering blog)

Gastblog van Mathieu Blondeel (VU Amsterdam)

https://klimaatverandering.files.wordpress.com/2023/07/bosbrand-1.jpg?w=799

Foto: US Department of Agriculture / Flickr (cc)

Sinds enkele jaren buitelen overheden, bedrijven, investeerders en anderen over elkaar om ‘net-zero’ (of netto-nuluitstoot) beloftes te maken. Ook heel wat fossiele energiereuzen, zoals Shell en BP, willen ten laatste tegen 2050 netto-nuluitstoot bereiken. Maar wat houdt zo’n net-zero strategie eigenlijk in? En, bovenal, voor grote olie- en gasconcerns rijst de vraag hoe deze beloftes te rijmen vallen met een bedrijfsstrategie die de verkoop van olie en gas prioriteit blijft geven? Dat is de basis van ons artikel ‘Do all roads lead to Paris?’, dat recent verscheen in het wetenschappelijke tijdschrift Climatic Change.

CO2 compensaties – een noodzakelijk kwaad?

Om deze vragen te beantwoorden, onderzocht ik samen met collega’s van de Kyoto en Tohoku universiteiten in Japan de net-zero strategie van vier olie- en gasbedrijven: Shell, BP, Chevron en ExxonMobil. Het resultaat is een unieke dataset die inzicht geeft in de haalbaarheid van claims van bedrijven als Shell om tegen 2050 CO2 neutraal te zijn.

Hun ‘net-zero’ claims houden in dat ze de CO2 emissies van hun productieactiviteiten, én die van de producten die ze verkopen, zo dicht mogelijk bij nul moeten brengen en alle resterende emissies moeten compenseren (‘offsetting’ in het Engels).[i] Voor die moeilijk uit te faseren, resterende emissies kan dan een ‘(carbon) credit’ gekocht worden voor elke ton CO2 die vermeden of uit de lucht gehaald wordt. Die credits zijn gelinkt aan een compensatieproject, zoals, bijvoorbeeld, bosbeheer in Brazilië of een windmolenproject in Turkije.

‘Get out of jail free’

Offsetting is ook een controversiële praktijk. Dr. Thales West, mijn collega bij het Instituut voor Milieuvraagstukken (IVM) van de VU, heeft dit  in eerder onderzoek al aangetoond. Tijdens de recente bosbranden in Canada, bijvoorbeeld, gingen er nog stukken bos die gebruikt werden in zo’n compensatieproject, in vlammen op.

De overgrote meerderheid (73%) van de 116 onderzochte compensatieprojecten is gebaseerd op het vermijden van emissies (‘avoidance’), zoals behoud van bossen. Maar om een échte impact te hebben zou er eerder sprake moeten zijn van projecten die daadwerkelijk CO2 uit de lucht halen (‘removal’), zoals het aanplanten van nieuwe bossen. Van alle credits die Shell kocht in de periode 2020-22, was 85% gelinkt aan vermijden, terwijl dit voor BP en Chevron zelfs 100% was.

Een tweede cruciale bevinding is dat de meeste compensatieprojecten al geruime tijd geleden gestart werden. De Carbon Offsetting and Reduction Scheme for International Aviation (CORSIA) van de Verenigde Naties hanteert een standaard dat er enkel credits van projecten gekocht mogen worden die na 2016 gestart werden. Oudere projecten linken aan emissies van vandaag is op z’n minst problematisch en bovendien is het te moeilijk om de kwaliteit ervan te controleren en garanderen. 92% van de projecten van BP, 89% van Chevron en 72% van Shell’s projecten startten vóór 2016 en zouden dus eigenlijk niet gebruikt mogen worden.

Hoe geraken we in Parijs?

Ondanks hun claims dat ze ‘kwaliteitsvolle’ credits aankopen, toont onze analyse aan dat de compensatiepraktijken van Big Oil op z’n minst een dubieuze klimaatimpact hebben.

In de eerste plaats moet elke transitiestrategie een gecontroleerde, maar versnelde uitfasering van olie- en gasproductie inhouden. Dit moet uiteraard ook gepaard gaan met een consumptiereductie. Anders komen we in een prijscrisis terecht zoals we die het afgelopen anderhalf jaar gekend hebben.

Enkel voor de héél moeilijk uit te faseren residuele emissies, kan er gekeken worden naar ‘offsetting’. Maar ook dan is er nood aan veel betere regulering en strengere kwaliteitscontrole op de daadwerkelijke acties die worden genomen om de CO2-uitstoot te compenseren.

—–

Het onderzoek ‘Do all roads lead to Paris?’ werd in juni gepubliceerd in het wetenschappelijke tijdschrift Climatic Change.

[i] Andere bedrijven en overheden gaan nog een stap verder en willen net-zero voor uitstoot voor een heleboel andere broeikasgassen (zoals methaan) bereiken. Dit wordt ook omschreven als ‘klimaatneutraliteit’. Het verschil tussen een klimaatneutraliteit en koolstofneutraliteit is dus de hoeveelheid broeikasgassen waarvoor je naar netto-nuluitstoot streeft.

https://klimaatveranda.nl/2023/07/11/leiden-alle-wegen-naar-parijs/