Beri Shalmashi zag de aandacht voor Irans revolutie komen en gaan (OneWorld)

Het is 13 september 2022. De 22-jarige Jina (Mahsa) Amini wordt opgepakt door de Iraanse zedenpolitie, omdat haar hoofddoek volgens hen niet naar behoren zit. Drie dagen later is ze dood, vermoord door het regime. De woede die vanaf dan door het land en de wereld raast, had niemand kunnen hopen en iedereen kunnen voorzien. Veertig jaar aan opgekropte pijn gutst door de aderen van heel Iran. Het kost het leven van Jina en van zoveel anderen, maar het volk staat op. En met dat opstaan komt ook weer bloedvergieten. Jonge meisjes verdwijnen. Kleine jongens worden doorzeefd met kogels. Mannen worden midden op straat gedood. Huilende vaders aan het graf van hun kind. Militarisering van steden. Arrestaties. Executies. Het haalt de journaals over heel de wereld.

Tweet dit

Hoe check je feiten zonder ooggetuigen in gevaar te brengen?

Tweet dit

Het bewind van de Islamitische Republiek wordt een jaar geleden het bewind van de Islamitische Republiek on crack. Maar het volk is nu eenmaal opgestaan. Schoolmeisjes werpen hun hoofddoek af. Ze stampen op portretten van de ayatollahs. Er is iets gebroken in Iran. Iets onomkeerbaars. Iets vanuit de diepste pijn en woede van het volk. Jin, jiyan, azadî (vrouw, leven, vrijheid), een leus geboren in het Koerdisch verzet, slaat met vonken over op het hele land en de rechten van de vrouw worden symbool voor mensenrechten in Iran en Iraniërs over de hele wereld.

 

 

Macht en onmacht

Er wordt veel geschreven over de protesten, iets minder over de hardhandigheid die met name de meest gemarginaliseerde gebieden raakt. Met een bloedbad waar 95 demonstranten bij omkomen in Baluchistan, in het zuidoosten van Iran meteen al eind september. En de militarisering van Koerdistan, in het noordwesten in november. Het is dan ook moeilijk journalistiek te bedrijven in een land waar dit soort verhalen verboden zijn. Hoe check je feiten, hoe verifieer je ooggetuigenverslagen zonder die ooggetuigen verder in gevaar te brengen? De media buiten Iran doen hun best in ieder geval.

Tweet dit

Iedereen wil met me spreken. Ik leg mijn bloedend hart op tafel bij Op1

Tweet dit

En de Iraniërs die hiernaartoe vluchtten na de revolutie van 1979, waar de situatie van de dag van vandaag nog het resultaat van is, hadden zichzelf begraven in het zand van hun nieuwe leven, maar ontspruiten overal in de maanden na Jina’s dood. Eerste, tweede, derde generatie Iraanse Nederlanders delen een overweldigende emotie van macht en onmacht tegelijk. Er heerst een gevoel van: misschien is de tijd van verandering eindelijk aangebroken. Maar ook het besef dat dat gevoel er al vaker was. We denken aan onze gemartelde moeders, vermoorde ooms, aan de gevluchte kinderen. Het is alsof iemand tot bloedens aan toe aan onze littekens pulkt.

 

Het dagelijkse leven dendert door. Met in één hand onze telefoontjes, en met de andere een ziel onder de arm geklemd, scrollen we door social media als een soort portaal naar de hel. Ik sta op met slecht nieuws, ik ga slapen met de angst voor nog erger nieuws en tussendoor bel ik me schor met redacties, politici, gladjakkers en praatjesmakers. Maar ook met kennissen. Met vrienden die bebloede foto’s sturen. Collega’s die op de lip worden gezeten door de geheime dienst. Familie die ik alleen maar via likes en hartjes durf te spreken.

 

Iedereen wil met me spreken. Ik leg mijn bloedend hart op tafel bij Op1, drink gemberthee bij de koningin, spreek met een brok in mijn keel op demonstraties en ga met actiepunten op een briefje langs bij premier Rutte en vicepremier Hoekstra en de Tweede Kamer. De Iraanse Revolutionaire Garde (IRGC) zou op de terroristenlijst van de EU gezet kunnen worden, staat onder andere op het lijstje. Wie ben ik, denk ik, als ik niets voor de mensen daar kan betekenen?

Tweet dit

Als je goed luistert, hoor je de lijven van de jongens aan de touwen in de wind

Tweet dit

Ik zie diezelfde vraag in de ogen van elke Iraniër in diaspora die ik in dit bizarre jaar ontmoet. Er is een vuur ontstoken en als het moet, dragen wij dat met blote handen voor hen. Met de blaren naar ons werk, naar de kroeg, naar tafeltennis of naar een verjaardag. Want Iran hangt aan de lopende band de jeugd aan hijskranen. Jonge benen in de wind van extremisme en vrouwenhaat. De revolutie die vorig jaar begon, was zo sterk en het regime zo luguber, dat de hele wereld wel moest kijken. Tot ander nieuws, dat óók de aandacht verdient de berichten overwoekerde.

 

Lange adem

Als je goed luistert, hoor je nog steeds de lijven van de jongens aan de touwen in de wind. Het is een stilte waarin arrestaties oplopen, evenals de executies. Exacte aantallen zijn moeilijk te vinden, maar mensenrechtenorganisatie Hengaw komt regelmatig met schrikbarende cijfers. De laatste trend is dat familieleden van gedode jongeren worden opgepakt. En er worden nog steeds mannen doodgeschoten. Vrouwen verkracht. Bossen in de brand gestoken. En in de wind schuurt met zachte kraak wat touw tegen wat metaal.

Tweet dit

De overheid stuurt voor haar sterfdag preventief troepen naar Jina’s geboortestad

Tweet dit

Ondertussen sluit de Verenigde Staten een grote deal met Iran. Ze ontdooiden in augustus zes miljard dollar voor de Islamitische Republiek in een gevangenisruil waarover jaren werd onderhandeld. Het werd een handjeklap met de bebloede tengels van de ayatollahs. De Belgen bevrijden eerder op die manier ook een landgenoot en twee Denen. En er zit een Zweedse diplomaat vast in de beruchte Evin-gevangenis – waar zoveel intellectuelen en activisten zitten dat het de bijnaam ‘universiteit’ heeft gekregen – die schijnt te hebben gedacht dat hij wel even op vakantie kon naar Iran.

 

Dat de revolutie er één van de lange adem zou zijn, dat wisten we al. Zo gaat dat. We wisten al dat als je heel dichtbij bent, je dan juist nog geduld moet hebben. En daarom is het belangrijk om zo’n omwenteling niet alleen te duiden aan de hand van protesten, maar te accepteren dat zoiets in golven komt en gaat. Qua demonstraties is het stil de afgelopen maanden. Maar qua stil protest absoluut niet. Je ziet het aan de foto’s van vrouwen zonder hoofddoek in Teheran, van vrijwilligers in Koerdistan die door het regime aangestoken bosbranden zelf doven. Je ziet het aan de subtiele posts van de ouders van Jina op Instagram, waarin ze vredig aankondigen op haar sterfdag haar te vieren op haar graf.

Tweet dit

Het lijkt stil, een jaar na Jina’s arrestatie en gruwelijke dood

Tweet dit

Het ware protest lees je tussen de regels door. En dat het leeft, zie aan hoe de overheid reageert, zoals door preventief troepen naar Jina’s geboortestad Seqqiz te sturen. De vorige keer dat ze dat deden toen Jina na 40 dagen werd herdacht, verschenen 100.000 mensen op de begraafplaats. Mensen liepen vanaf andere steden, dwars door bergen en rivieren.

 

Het lijkt stil, een jaar na Jina’s arrestatie en gruwelijke dood. Maar dat is hoe het simpelweg gaat met revoluties, de pamfletten raken bedolven onder op het oud papier. Ik zag op Telegram een video van een uitgedroogde schildpad in een bos dat door het regime in brand werd gestoken. Ze kreeg uit handen van een vrijwilliger water uit een plastic flesje. En de liefde die daaruit sprak voor de bomen, de dieren, de verkoolde aarde waar we vandaan komen en simpelweg op een dag naar terug willen keren, deed mij geloven dat deze revolutie voortduurt tot die grond weer van de mensen is. Het is niet stil in Iran. We moeten blijven luisteren en delen en aanmoedigen. Tot de Islamitische Republiek Iran is opgedoekt.

Het bericht Beri Shalmashi zag de aandacht voor Irans revolutie komen en gaan verscheen eerst op OneWorld.

https://www.oneworld.nl/mensenrechten/beri-shalmashi-zag-de-aandacht-voor-irans-revolutie-komen-en-gaan/

Platform voor Crisismanagement editie 7: Toekomstverkenning crisisbeheersing en brandweerzorg (NCTV)

Crises worden steeds complexer. Van pandemieën tot grote, gelijktijdige bosbranden en van hoogwater tot gevolgen van oorlogen. Die complexiteit vraagt om een duidelijk stelsel van crisisbeheersing. De vraag hoe we dit gaan realiseren staat centraal in de Contourennota Versterking Crisisbeheersing en Brandweerzorg. Hoe zorg je ervoor dat alle veiligheidsregio’s, het Rijk, publieke en private partners optimaal samenwerken als een crisis zich voordoet?

https://www.nctv.nl/actueel/nieuws/2023/03/22/platform-voor-crisismanagement-editie-7-toekomstverkenning-crisisbeheersing-en-brandweerzorg

Klimaatemoties aanpakken met klimaatfictie: hoe werkt dat? (Motherboard Vice)

“happy new year, de wereld staat in de fik en ik zou het willen blussen maar het vuur is groter dan ik en ik stik in, the time’s time’s ticking, de tijd tikt maar door en je sluit je ogen naar voorGroter dan Ik van Froukje weergalmt de laatste tijd vaker in mijn hoofd. We leven in onzekere tijden. Als je het nieuws bekijkt krijg je beeld na beeld te zien van steden die ofwel overstromen, uitdrogen, in brand staan of aardbevingen meemaken. Italië heeft het te warm en in Australië is het te nat. Deze zomer brandde al 659.000 hectare van Europa af in bosbranden.

We weten ook al langer dan vandaag wat er aan de hand is: het klimaat is kapot. We weten ook aan wie we dat te danken hebben: onwetendheid over de impact van onze moderne en hoogtechnologische, see-it buy-it have-it levensstijl. Maar weten we ook goed hoe we er mee moeten dealen? Naast de veggie-diëten en waterbesparende douchekranen, het openbaar vervoer en fairphones, kun je je nogal snel nutteloos voelen oog in oog met de komende storm. Uit studies blijkt dat we ook door klimaatverandering stress kunnen ervaren. Climate anxiety, heet dat. Wat het precies is en hoe lezen je daarbij kan helpen, dat zocht ik even uit.

Klimaat-wadde?

Klimaatverandering is een vorm van traag geweld. We voelen ons bedreigd, weten niet goed hoe we het kunnen stoppen, maar zien geen onmiddellijke veranderingen in onze omgeving. Dat maakt het zo moeilijk om te vatten. Climate anxiety is een soort knagend angstgevoel dat in verschillende gradaties kan worden ervaren. Voor sommigen werkt het verlammend, terwijl anderen het gebruiken als een drijfveer voor hun klimaatactivisme.

Klimaatpsycholoog Christof Abspoel legt uit dat er vier types klachten zijn: “De klachten zijn veelal gericht op doemscenario’s en de zekerheid dat die scenario’s zullen uitkomen. Je hebt het gevoel alsof we nu al in die sombere toekomst zitten. Daarnaast is er de stemmings- en rouwtak van klachten. Daarin zit vooral een gevaar om vast te lopen in een rouwstemming.” De derde tak slaat op het individu, “dat gaat meer over het zelfbeeld: wie ben ik als mens, machteloos, draag ik hier aan bij?” Een laatste facet van climate anxiety waar mensen mee kunnen kampen is in hun contact met anderen, “het gevoel dat je samen iets slecht hebt gedaan, woede tussen generaties of het gevoel dat de vorige generatie de volgende in de steek heeft gelaten.” Abspoel voegt daaraan toe dat “hoewel er vier categorieën zijn, zoomt de berichtgeving meestal in op één iets, klimaatanxiety of depressie, alsof dat het enige probleem is. Maar mensen kunnen in vele aspecten van de problematiek vastlopen.”

Maar omdat we spreken over een angst voor wat er nog moet komen, het einde van de wereld en nog van die dingen, benoemen academici dit als pre-traumatische stress.

Solastalgia is een andere term om de gevoelens te vatten rondom klimaatverandering. Solastalgia is een heimwee of nostalgie naar een plek die je als thuis ziet, maar die verwoest is - of zal worden - door gevolgen van de klimaatcrisis. Dat brengt gevoelens van woede en verdriet over een plek die er niet meer is of zal zijn. Een soort misplaatste nostalgie dus. Abspoel hoort dat ook zijn praktijk: “Ik had laatst een ouder echtpaar die me vertelden dat ze ergens waren gaan fietsen in de buurt van waar de vrouw was opgegroeid. Ze vertelden me hoe pijnlijk het voor haar was om het landschap van haar jeugd zo aangetast te zien.” Deze vrouw was in rouw voor een verloren landschap. Dat is een beetje zoals een dierbare verliezen.

Een groot probleem met climate anxiety is dat het moeilijk bespreekbaar is in onze maatschappij. Onder gelijkgestemden kun je als bezorgde ziel zeker gehoor krijgen, maar daarbuiten lijkt het wel een luxeprobleem. En misschien is het dat ook. Mensen die getroffen worden door de gevolgen van de klimaatcrisis rollen mogelijk hun ogen als ze horen dat wij - zittend in onze luie zetel - ons zorgen maken over het einde van de wereld zoals we ze kennen. Want de waarheid is dat vele plekken al de zware gevolgen voelen van die crisis en te druk bezig zijn hun leven op te pakken en te verhuizen of hun huis herop te bouwen, zoals in de Vesder vallei.

Toch is er geen ontkennen aan dat ongemakkelijke gevoel dat klimaatverandering met zich meebrengt. De gure mix van schuldgevoelens, nutteloosheid, woede en machteloosheid klinkt sommigen misschien wel bekend in de oren. Er is onderzoek dat speculeert dat deze climate anxiety niet veraf staat van post-traumatische stress. Maar omdat we spreken over een angst voor wat er nog moet komen, het einde van de wereld en nog van die dingen, benoemen academici dit als pre-traumatische stress. Dat slaat op het idee van het gevoel dat je het trauma al hebt doorleefd nog voor het eigenlijk gebeurt.

Klimaatliteratuur

Oké, nu je dat nare gevoel in je keel, wanneer je een zoveelste keer hoort dat Australië in brand staat of onder water - take your pick -, kunt benoemen als climate anxiety, vraag je je misschien af wat je eraan kunt doen. Hoewel activisme, een beter aangepaste levensstijl en je omgeving informeren legitieme manieren zijn om je gevoel van nutteloosheid weg te werken, is het niet voor iedereen zo simpel. Daar komt literatuur - en kunst of film - te pas.

Klimaatliteratuur heeft een aantal doelen dat ze voorop stelt. Zo wil ze de lezer een beeld geven van wat er is gebeurd en wat er kan gebeuren in de toekomst, en de gevolgen van die gebeurtenissen. Dan hebben we het vaak over post-apocalyptische of dystopische klimaatfictie. Dit genre geeft vaak een beeld van verwoesting weer en hoe de overgebleven inwoners omgaan met de nasleep van ecologische rampen. Klimaatpsycholoog Christof Abspoel gaat niet helemaal akkoord met de hyperbolen die post-apocalyptische literaturen weergeven: “Misschien moet je niet alles willen uitvergroten, maar eerder verkleinen en zo intiem maken dat mensen eraan kunnen relateren, zodat ze bij zichzelf kunnen blijven. Van zodra het abstractieniveau te hoog ligt, of de locatie te ver weg, of het verhaal spreekt over mensen die je nog nooit hebt ontmoet, is dat moeilijk te vatten op emotioneel niveau. Eigenlijk hebben mensen het al lastig om rekening te houden met hun buren.” Hij ziet een gebrek in motivatie bij dit soort werken, hoewel empathie opwekken zeker een goede manier van handelen is, “moet er een handelsperspectief worden gegeven. Wat kunnen mensen doen? Want hoe kunnen mensen streven naar iets als ze niet weten hoe? Dan voelen ze zich misschien gewoon incompetent en zullen ze het aan de kant schuiven.”

We leven in het antropocene tijdperk, een tijdperk waarin de mensheid een impact heeft op het klimaat en de ecosystemen. Omdat wij als mens heel individueel gericht zijn, is het soms moeilijk te vatten dat we een impact hebben op zo’n grote schaal. Daarom staan het antropoceen en schaalvergroting centraal in veel klimaatliteratuur. Dit doen schrijvers om lezers te helpen denken in termen van het grote plaatje in plaats van op lokale schaal. Wat we doen, hoe we leven, dat heeft een impact op alles en iedereen. Omgekeerd zijn we ook een deel van het grotere geheel, die schaalvergroting heeft dus niet alleen als doel de volledige consequenties van onze acties bloot te leggen, maar ook aan te tonen dat ook wijzelf een link zijn in de keten van het wereldorganisme. Het is dan ook niet vreemd om binnen klimaatliteratuur ook werken te vinden die de focus leggen op de planeet, de natuur, of dieren, in plaats van een menselijk personage.

Een andere manier waarop klimaatliteratuur werkt is om ons bewust te maken. Ze plaatst de lezer in de schoenen van een ander. Zo word je geconfronteerd met alle aspecten van de klimaatcrisis. Misschien stond je er nog niet bij stil, maar de klimaatcrisis is bijvoorbeeld racistisch. De gebieden die nu al getroffen worden zijn vaak plekken die als ‘ontwikkelingslanden’ worden beschouwd. Met verhalen over - onder andere - inheemse volkeren die kampen met de gevolgen van de consumptiemaatschappij, wil klimaatliteratuur de urgentie aantonen van het trage geweld. En vooral dat het geweld niet overal even traag is.

Origin story

“In de jaren ’60 verscheen er al fictie over klimaatverandering,” vertelt Stef Craps. Hij is professor Engelse literatuur aan de UGent, waar hij een vak over klimaatliteratuur doceert. “Die wordt ‘proto-klimaatfictie’ genoemd. ‘Proto’ verwijst naar het feit dat er dus wel al fictie bestond waarin klimaatverandering een belangrijke rol speelde, maar waar het antropogene karakter daarvan nog afwezig was. Dat de mens specifiek verantwoordelijk is, werd nog niet expliciet benoemd.” Een goed voorbeeld is de roman The Drowned World van de Britse sci-fi-auteur J.G. Ballard, die aan de basis lag van wat later cli-fi of climate fiction zou worden genoemd. “Vanaf de jaren ’70 had je genrefictie waarin klimaatverandering niet alleen wordt gethematiseerd maar op basis van wetenschappelijke kennis ook ondubbelzinnig wordt toegeschreven aan menselijke activiteiten.”

The Lathe of Heaven van Ursula Le Guin wordt vaak gezien als de eerste echte klimaatroman. Daarnaast was er ook The Sea and Summer van George Turner, Heat van Arthur Herzog en Parable of the Sower van Octavia Butler.” Dat zijn bekende klimaatwerken tussen de seventies en de nineties volgens professor Craps. “Die bleven wel beperkt in aantal en weerklank. Het is pas de laatste 10 à 15 jaar dat er een ware golf van klimaatfictie op gang is gekomen. Dat heeft met allerlei factoren te maken,” vertelt hij. “De meest evidente zijn natuurlijk de steeds meer zichtbare gevolgen van de klimaatverandering. Het is niet langer een puur abstract, theoretisch of vaag gegeven. Doordat de impact concreter en tastbaarder is geworden, is er ook meer aandacht voor in de literatuur.”

Wat wellicht ook een invloed heeft gehad, is het feit dat bezorgdheid over het klimaat in de loop van het eerste decennium van deze eeuw meer mainstream is geworden dankzij succesfilms als The Day after Tomorrow en An Inconvenient Truth met Al Gore. Die hebben van de klimaatopwarming een legitiem gespreksonderwerp gemaakt. “Je zou bovendien kunnen stellen dat het klimaat de literatuur een nieuwe missie heeft gegeven en haar daarmee heeft gered van de irrelevantie waartoe ze zich steeds meer veroordeeld zag binnen onze sterk visueel georiënteerde cultuur. Ook dat is een mogelijke verklaring voor het enthousiasme waarmee veel auteurs de klimaatthematiek recent hebben omarmd.” Nu ook bekende literaire auteurs aandacht geven aan de problematiek, wordt het genre serieus genomen.

Woede, herkenning en hoop

Klimaatliteratuur gaat in wezen over een vorm van trauma. Post-apocalyptische en dystopische werelden vormen daar een goed beeld van. De wereld ondergaat een gigantische verandering ten gevolge van een impactvolle gebeurtenis en de wereldorde vervalt in chaos. In sommige romans, zoals The Day of the Triffids van John Wyndham en The Road van Cormac McCarthy, zie je hoe de mens in survival mode gaat nadat een apocalyptisch event plaatsvindt. De emoties die de personages vertonen in deze romans komen voort uit een collectieve ervaring, een collectief trauma dat ze moeten verwerken om verder te kunnen in het leven. Dat uit zich in gevoelens van angst, onzekerheid en eenzaamheid. Zo’n soort literatuur was helemaal niets nieuws in de literaire wereld. Het ligt dicht bij traumaliteratuur. En in de mensengeschiedenis hebben we onszelf al heel veel opportuniteit gegeven om trauma te creëren. Denk maar aan kolonialisme, diaspora en genocides zoals de Holocaust en the trail of tears. Al die vormen van geweld hadden hun weg al gevonden naar de literatuur, het was dus maar een kwestie van tijd tot ook de klimaatcrisis zijn sporen ging achterlaten in de literaire wereld.

Climate anxiety en ecological grief zijn tegenwoordig hot topics, maar tegelijkertijd moeilijk bespreekbaar. Die gevoelens zitten toch nog altijd wat in de taboesfeer. Als mensen over hun klimaatverdriet en -angst spreken, worden ze vaak weggezet als iemand die zich aanstelt of overgevoelig is; ze worden niet echt serieus genomen. Literatuur, en kunst in het algemeen, is een ruimte waarin er wel plaats is om het over zulke emoties te hebben.” Een soort safe space dus voor wie lijdt aan het klimaat. Professor Craps beschouwt literatuur en kunst als “een cultureel laboratorium waarin er geëxperimenteerd kan worden met manieren om klimaatverdriet en -angst te articuleren en te verwerken. Dat zie je in tal van romans en films waarin protagonisten worden opgevoerd die worstelen met dergelijke gevoelens. Je ziet dat trouwens ook bij activistische groepen zoals Extinction Rebellion, die een heel open relatie hebben met ecologische emoties. Zo heeft Extinction Rebellion grief circles waar ze hun leden uitnodigen om in besloten kring uitdrukking te geven aan hun klimaatgevoelens, vanuit het idee dat mensen door met hun eigen emoties in het reine te komen wellicht betere activisten zullen worden.” Literatuur en kunst kunnen helpen betekenis geven aan die klimaatemoties - vaak aanschouwd als negatief - waardoor mensen ze misschien gemakkelijker kunnen verwerken. “Dat is uiteindelijk de functie van verhalen in elke cultuur,” voegt Abspoel toe.

Niemand is uiteindelijk immuun voor de problematiek. Honestly, ik probeer er niet te veel aan te denken zodat ik niet heel de tijd met een gezicht tot op de grond loop. Professor Craps heeft er zelf ook last van: Mijn manier om ermee om te gaan is er onderzoek naar doen en er les over geven. Ik ervaar persoonlijk ook veel woede en onbegrip. Zeker als je weet wat er gaande is en merkt hoe de politieke wereld ermee omgaat: dat is wraakroepend. Maar het heeft niet veel zin om te roepen tegen je tv. Als lesgever en onderzoeker bereik je mensen die je op een bepaalde manier wakker schudt of op zijn minst iets bijbrengt, en heb je dus toch een zekere impact. Mijn studenten zitten met dezelfde gevoelens, en door die literatuur te bespreken krijgen ze als het ware permissie om hun ervaringen en emoties te articuleren.”

Ook voor klimaatpsycholoog Christof Abspoel heeft het kanaliseren van zijn klimaatgevoelens hem geholpen. Dat doet hij via zijn praktijk: “Tijdens de coronacrisis wou ik actiever aan de slag gaan voor de klimaatcrisis, dus ben ik vrijwilligerswerk gaan doen bij de Milieudefensie. Maar ik dacht ‘hoe kan ik als psycholoog hier het meeste in betekenen?’ Het is voor mij heel fijn en hoopgevend omdat het je acties zinvoller maakt en je maakt opeens dan ook deel uit van een collectief van mensen die zich met hetzelfde bezighouden. ” Abspoel behandelt mensen met psychische klachten gelinkt aan de klimaatcrisis en helpt hen “in de samenleving op een flexibele, veerkrachtige en effectieve manier te reageren op de klimaatcrisis.”

Opvatting en herdefiniëring

Klimaatliteratuur mag dan misschien beschouwd worden als een niche - misschien zelfs elitaire - hoek in een op zich al avantgardistische studie, toch heeft ze zeker een meerwaarde. Zo vinden heel wat klimaatwetenschappers tekorten in de standaard communicatiekanalen. Massamedia hebben volgens mij noch tijd, noch zin om het gros van de klimaatcrisis te communiceren naar het grote publiek. En wanneer dat toch gebeurt, heeft het weinig impact. “Hoewel misvattingen vaak worden rechtgezet in de krant, is er toch maar weinig rol voor emoties,” vertelt Abspoel. Professor Craps schuift klimaatfictie naar voren als een alternatieve en misschien wel meer effectieve vorm van klimaatcommunicatie: “Literatuur stelt mensen ertoe in staat zich in te leven in de ervaringen van mensen uit andere tijden, culturen, landen en situaties. Ze confronteert hen ook met de gevolgen van klimaatverandering op de niet-menselijke wereld. Ze maakt die aanschouwelijk, concreet en tastbaar.” Klimaatwetenschappers die de literatuur steunen hopen dat het mensen kan raken op een manier die de wetenschap zelf niet kan, en hen aanzet actie te ondernemen.

“Dat nieuwe normaal dreigt het gevoel van urgentie te doen verdwijnen om de klimaatverandering aan te pakken”

De term ‘natuur’ is zelf ook een abstractie geworden. Er is haast een tweedeling tussen twee leefomgevingen - stad en natuur. “Auteur Eva Meijer wijst er vaak op dat ‘natuur’ een verraderlijk en diffuus begrip is. Mensen zien de natuur als een hobby, iets optioneels of externs. Terwijl in heel veel gevallen waar we ‘natuur’ zeggen, we eigenlijk gewoon de realiteit of bestaande wereld bedoelen,” vertelt Abspoel. Het is zo abstract dat mensen de natuur niet langer ervaren als deel van de leefwereld maar iets waar we naartoe gaan en in ontsnappen. Maar ook wij mensen zelf zijn deel van de natuur: “Er zijn een aantal psychologen die zeggen dat we ons er meer van bewust moeten zijn dat de natuur ook je lichaam is,” zegt Abspoel.

We moeten de natuur herdefiniëren. In heel wat boeken krijgt ze dan ook een verschillende rollen: de actieve verwoester, het toevluchtsoord, iets wat door de mensheid kan vernietigd worden. Interessant is dat ze vaak in een onderdanige rol terechtkomt. Dat speelt in op het heersende paradigma dat de mens heer en meester is van de natuur en komt gedeeltelijk voort uit het idee dat wij de natuur hebben getemd en nu ook verwoesten. Volgens Abspoel moet er meer ruimte zijn “voor literatuur waar we de natuur niet als vijand zien.” We zien de natuur niet genoeg als iets waar we mee kunnen samenwerken en -leven. Dat is in zekere mate een reflectie van onze huidige maatschappij.  “Ik denk dat er iets van de intrinsieke waarde, de veerkracht van de natuur, uit beeld verdwijnt. In serieuze vergaderingen wordt er niet op zo’n manier gesproken, enkel de economische en eventueel recreatieve waarde wordt meegewogen (bijeenkomsten die vergaderen over klimaat, zoals COP, maar ook binnen regeringen n.v.d.r.).” Daar komt literatuur dan weer te pas, waar men wel op een andere manier over de natuur en onze visie erop kan praten, alsook onze relatie ermee kan beïnvloeden.

Een symbiose tussen mens en natuur is misschien de ultieme weg naar onze redding. Een mogelijk scenario van die symbiose kun je lezen in  Annihilation van Jeff VanderMeer - een echte aanrader trouwens, my god die man heeft mij een nieuwe liefde voor literatuur ingeblazen.

Utopie of dystopie - de toekomst komt

Ik heb alvast geaccepteerd dat de toekomst niet gewonnen zal worden zonder slag of stoot. Soms leg ik me zelfs liever neer bij het idee dat het al te laat is. Ik beeld me dan ook graag in dat de wereld zichzelf zal herstellen na onze ondergang. Een beetje zoals in Annihilation waar de natuur wraak neemt op de mens. Toch is niet iedereen - gelukkig - zo’n doemdenker als ik dat ben. Zo schrijft Kim Stanley Robinson in The Ministry for the Future een best-case scenario.

Het idee om grote bedrijven met een nog grotere ecologische voetafdruk omver te blazen, lijkt mij alleszins heel bevredigend.

“Het is een hoopvolle klimaatroman,” vertelt professor Craps. “Robinson probeert met dat boek een best-case scenario te schrijven voor de ontwikkeling van het klimaat gedurende de komende 30 jaar waarin zelfs een sceptische lezer nog kan geloven. Het is dus niet zomaar pie in the sky; hij biedt echt een plausibel toekomstbeeld. Dat is best wel straf, eigenlijk. Hij slaagt erin een beeld te schetsen van een wereld waarin het goed komt met het klimaat tegen het midden van de eenentwintigste eeuw, maar dat gaat niet vanzelf. Er staan ons nog allerlei rampen te wachten.” Zo begint het boek met de beschrijving van een vreselijke hittegolf die India treft in 2025 en waarbij 20 miljoen mensen om het leven komen in amper twee weken tijd. Die ramp werkt als een soort katalysator, die ervoor zorgt dat de klimaatproblematiek eindelijk serieus wordt genomen: er komen allerlei verregaande maatregelen, en de hele financieel-economische orde wordt heruitgevonden, waardoor de wereld naar een postkapitalistisch systeem evolueert. “Er zijn ook technologische innovaties zoals geo-engineering, en er is een rol weggelegd voor ecoterrorisme. Denk maar aan aanslagen op CEO’s van oliebedrijven en andere klimaatcriminelen, een gecoördineerde reeks aanslagen op vliegtuigen die een einde maakt aan de burgerluchtvaart.”

Het idee om grote bedrijven met een nog grotere ecologische voetafdruk omver te blazen, lijkt mij alleszins heel bevredigend. Volgens professor Craps was “Robinson ervan overtuigd dat hij geen best-case scenario kon schrijven waarin dat soort vreselijke dingen niet gebeuren. De marxistische literatuurwetenschapper Fredric Jameson zei ooit dat het moeilijker lijkt je het einde van het kapitalisme in te beelden dan het einde van de wereld. Robinson wou dat eerste toch proberen, en het is hem nog gelukt ook, maar het gaat dus zeker niet allemaal zonder slag of stoot.”

Maar eigenlijk leven we ook al in de toekomst, zonder dat we - toch zeker de jongere generatie - er veel van beseffen. Professor Craps vertelde me over het shifting baseline syndrome en environmental generational amnesia. “De huidige generatie heeft een ander referentiekader dan de vorige op vlak van bijvoorbeeld biodiversiteit. Als je in de jaren ’70 of ’80 met de auto reed, zat je voorruit binnen de kortste keren vol met dode insecten die ertegen te pletter waren gevlogen. Dat doet zich nu niet meer voor omdat die rijkheid aan insecten sterk verminderd is. Er bestaat zelfs een naam voor dat verschijnsel: het ‘windshield phenomenon.’ Maar millennials zijn zich er doorgaans niet van bewust dat het niet ‘normaal’ is dat er nog maar zo weinig insecten zijn, want zij weten niet meer hoe rijk en divers de natuur was tijdens de generaties die voor hen kwamen. Het referentiekader is verschoven.” Abspoel benoemt het als “je weet niet wat je mist. En dat kan wel gevolgen hebben. Het gekke is dat je er als individu geen last van hebt, maar de maatschappij wel.

We beseffen dus eigenlijk niet dat de realiteit al anders is. Een kind nu begrijpt niet hoeveel het sneeuwde toen ik diezelfde leeftijd had. Dat lijkt bijna absurd. Maar ook de hittegolven en veel nattere herfstmaanden zijn voor jonge kinderen de norm, terwijl wij beseffen dat dit niet zo is. “Dat nieuwe normaal dreigt het gevoel van urgentie te doen verdwijnen om de klimaatverandering aan te pakken”, concludeert Craps.

Op aanraden van de prof

Ik leerde heel veel tijdens mijn uren in de colleges van professor Craps. Ik kon mijn gevoelens herkennen in de personages en werd ook geconfronteerd met de urgentie van de klimaatproblematiek. Ik wou beter leven en beter zorg dragen voor onze dierbare planeet. Het heeft me anderzijds ook was cynischer gemaakt ten opzichte van marketing-strategieën zoals greenwashing en de dure - maar lege - woorden van veel politici. Toch wil ik meegeven dat klimaatliteratuur kan helpen, voor eender wie het een kans wil geven. Ongelovigen, stressenden of gewoon geïnteresseerden. Daarom vroeg ik hem om enkele boeken die hij zou aanraden aan beginnende klimaatlezers.

https://video-images.vice.com/_uncategorized/1669888172686-weather.png

Weather van Jenny Offill is een heftig maar tegelijk heel grappig boek. Het verhaal speelt zich af in het heden en gaat over een gewone vrouw die wordt verteerd door klimaatangst. De auteur slaagt erin een zware thematiek op een luchtige manier te verwerken.

https://video-images.vice.com/_uncategorized/1669888886313-flight-behavior.png

Flight Behavior van Barbara Kingsolver is een vlot weglezende roman die verschillende soorten vluchtgedrag beschrijft: dat van een kolonie verdwaalde monarchvlinders en dat van de hoofdpersoon die zich opgesloten voelt in haar monotone huwelijksleven, maar ook dat van haar conservatieve gemeenschap in de Appalachen in de VS voor de realiteit van de klimaatverandering.

https://video-images.vice.com/_uncategorized/1669888549021-lost-words.png

The Lost Words van Robert Macfarlane en Jackie Morris ontstond als protest tegen de verwijdering van een aantal natuurwoorden uit een gezaghebbend kinderwoordenboek ten voordele van termen uit het dagelijkse leven van de internetgeneratie. Het is een wondermooi poëzie- en prentenboek voor kinderen, maar eigenlijk ook voor volwassenen, over die geschrapte woorden. Het bevat 20 gedichten over planten en dieren die in de vergetelheid dreigen te geraken of al geraakt zijn. Het boek verzet zich subtiel tegen de teloorgang van de natuur en de verloedering van het leefmilieu.

Volg VICE België en VICE Nederland ook op Instagram.

https://www.vice.com/nl/article/dy7j9j/klimaatemoties-aanpakken-met-klimaatfictie-hoe-werkt-dat

Regen helpt natuur uit de brand: niet langer verhoogd risico op natuurbrand (NH)

De regen van de afgelopen dagen zorgt ervoor dat het risico op natuurbranden flink is afgenomen. Dat zorgt ervoor dat voor het eerst sinds juni er geen hoog risico meer op natuurbranden is. Voor de hele provincie is het 'dreigingsniveau' afgeschaald door de brandweer. 

"Ook de komende dagen blijft het regenen, dus het zal waarschijnlijk niet meer opgeschaald worden," vertelt weerman Jan Visser. Afgelopen zomer was er door de hitte en droogte brand in meerdere natuurgebieden, zoals in Castricum en IJmuiden

Het risiconiveau stond de hele zomer op fase 2, wat betekent dat er een groter risico op brand is. Dit heeft voornamelijk invloed op hulpdiensten, die bij deze fase met meer voertuigen uitrukken. Ook letten natuurbeheerders extra op het ontstaan van brandjes. Voor inwoners is er vrijwel geen verschil in wat je wel en niet kunt doen.

De brandweer bepaald het risico op basis van windsnelheid, temperatuur, droogte en luchtvochtigheid. Ook kijken ze naar de weersvoorspelling voor de aankomende dagen en overleggen ze met de natuurbeheerders over wat zij zien in het natuurgebied.

Droogte nog niet voorbij

De regen en het afgenomen risiconiveau betekent niet dat hiermee de droogte weer voorbij is. Visser: "Dat is nog lang niet voorbij, de regen bevindt zich nu alleen op de bovenste laag van de grond." Om de droogtesituatie echt te verbeteren moet het langdurig regenen. 

https://www.nhnieuws.nl/nieuws/308363/regen-helpt-natuur-uit-de-brand-niet-langer-verhoogd-risico-op-natuurbrand

Hitterecords in West-Europa, ook branden op diverse plekken (NOS journaal)

West-Europa heeft een uitzonderlijk hete dag achter de rug. In het Verenigd Koninkrijk steeg de temperatuur voor het eerst sinds de metingen tot boven de 40 graden. Ook in Frankrijk sneuvelden talloze lokale hitterecords. In buurlanden België en Duitsland was het eveneens tropisch.

In en om Londen waren meerdere branden, onder meer in huizen, restaurants en in bermen. Ook stond een park ten zuiden van Londen enige tijd in lichterlaaie. Vanwege de hoge druk op de brandweer riep burgemeester Khan een "groot incident" uit, een term die wordt gebruikt wanneer er grote rampen of terroristische aanslagen plaatsvinden.

Deze plaats net buiten Londen wordt getroffen door het vuur:

Ook in Frankrijk was het - opnieuw - uitzonderlijk warm. In Parijs steeg de temperatuur tot 40,5 graden. Het is de derde keer dat het zo warm is in de Franse hoofdstad sinds de temperatuur officieel wordt bijgehouden. Volgens Météo France zijn in 64 Franse gemeenten vandaag hitterecords gebroken, met name in gebieden langs de westkust.

In de Gironde, de regio rond Bordeaux, is inmiddels 19.300 hectare bos verwoest door branden. Zo'n 2000 brandweerlieden zijn uitgerukt om de bosbranden tegen te gaan. In totaal zijn al 34.000 mensen geëvacueerd. President Macron bezoekt het rampgebied morgen, meldt BFMTV. Een man is opgepakt vanwege zijn mogelijke betrokkenheid bij een van de branden.

Jeugdkamp geëvacueerd

Ook in België moest de brandweer uitrukken voor twee natuurbranden. In de duinen van badplaats De Haan woedde korte tijd een brand, waardoor vijf geparkeerde auto's uitbrandden. Zes andere voertuigen zijn zwaar beschadigd geraakt.

In de gemeente Oudsbergen (Belgisch-Limburg) had de brandweer de handen vol aan een natuurbrand. Een gebied van vijf hectare stond in brand, waardoor een jeugdkamp moest worden geëvacueerd. Inmiddels is de brand onder controle. Op een ander kamp raakten tien kinderen bevangen door de hitte, van wie vier naar het ziekenhuis moesten worden overgebracht.

Bekijk hier dronebeelden van de natuurbrand:

Nabij het stadje Sundern, ten oosten van Dortmund, is een bosbrand uitgebroken in een gebied met een oppervlakte van 4 hectare. Het lukt de brandweer niet om het vuur onder controle te krijgen, schrijft de Sauerland Kurier. "De wind komt uit alle richtingen, de vlammen laaien steeds weer op."

De komende dagen wordt het iets minder warm in West-Europa. De warmte trekt oostwaarts en zal voor tropische dagen in Centraal-Europa zorgen. Het VK zet zich schrap voor ander heftig weer: vanwege verwachte onweersbuien is voor morgen code geel afgegeven.

https://nos.nl/l/2437484