Je baard laten staan is meer dan een trend (het is een crisis) (Vrij Nederland)

Moest er een mantype worden aangewezen dat de huidige cultuur het best verzinnebeeldt, dan is de lumbersexual waarschijnlijk de juiste keuze. De term is in Nederland niet erg bekend, terwijl hij toch al een paar jaar in omloop is. Hij verdient de aandacht, want de lumbersexual (of vernederlandst: lumberseksueel) is diep doorgedrongen in de mainstream. Met zijn baard en zijn tatoeages, zijn geruite flanellen overhemd en zijn bootcut jeans bemant hij straten, cafés en parken. Hij is een bonafide standaard geworden – in elk geval voor mannen boven de vijfentwintig (daaronder overheerst de joggingbroek met sportschoenen als kostuum).

Gaat er geen belletje rinkelen, dan voldoet een blik op het Instagramaccount @lumbersexual, alwaar bebaarde, getatoeëerde, vaak gespierde en soms geheel ontblote mannen poseren. Het liefst in de natuur (bos, beek) en in de nabijheid van een dier (hond, maar gans mag ook). En van cabins, houtvuurtjes, kano’s en vishengels. Dit is een uiterste, natuurlijk, een ideaalplaatje ter inspiratie. Met baard en bierbuik in een werkmansjasje is de vibe ook al goed. Met een barbecue of een boswandeling in boots. Het gaat om het uitdrukken van je identiteit met een aantal lumberseksuele kenmerken, waarvan gezichtshaar het belangrijkste is.

De lumberseksueel moet dan ook worden bezien in het verlengde van de metroseksueel.

De baard kenden we al van de hipster, maar de lumberseksueel is net wat anders. Hij verlegt de hipsterstijl naar een ruigere, stoerdere versie. Zonder echt ruig en stoer te hoeven zijn, het is hoofdzakelijk een verbeelding ervan. De lumberseksueel moet dan ook worden bezien in het verlengde van de metroseksueel, zoals we rond de eeuwwisseling mannen noemden die veel deden aan uiterlijke verzorging. Gladde, haarloze en welriekende mannen die niet bang waren een beetje vrouwelijk over te komen.

De lumberseksueel is een houthakkersversie hiervan (het woord komt van lumberjack, wat houthakker betekent). Hij doet zich mannelijker voor, maar mag op eenzelfde manier met zijn uiterlijk bezig zijn: ‘grooming’ is een van de trefwoorden op @lumbersexual. Er hoort olie in de baard en gel in het haar, uit een alfamannelijk vormgegeven potje. En net als zijn voorganger speelt de lumberseksueel (al dan niet bewust) met genderstereotypen.

Queer look

Dat leverde hem een beschuldiging van culturele toe-eigening op. Journalist Tim Teeman schreef in 2014 dat heteromannen hem zo wel erg deden denken aan de bears en cubs van de homoscene. ‘Eerst kwamen de hetero’s voor de gladde, mooie gay look,’ – de metroman – ‘en nu komen jullie voor onze harige broeders.’ In een interview met de Huffington Post vertelt Teeman dat het ruitenshirt-met-spijkerbroek-tenue al decennia een manier is voor mannen om te seinen dat ze homo zijn. Daardoor wist Teeman andere homo’s te herkennen toen hij in de jaren tachtig net uit de kast was gekomen.

Maar de queer look die Teeman beschrijft was zelf natuurlijk ook een speelse toe-eigening van een hypermannelijk uniform. Dat uniform is terug te leiden tot Paul Bunyan, een geliefde houthakkende reus uit de Amerikaanse folklore. Google het maar eens: op afbeeldingen draagt Bunyan standaard een ruitenhemd, een spijkerbroek en een dikke baard. (En in veel gevallen zelfs een beaniemuts. Hoe 21ste-eeuws kun je het hebben?)

Ook dat is typisch iets van deze tijd: het romantiseren en toe-eigenen van primitief leven.

Bunyan representeert voor Amerikanen het ouderwetse houthakkersleven. Het is makkelijk je daarbij allerlei romantische voorstellingen te maken, maar de vroegere houthakkers waren geenszins te benijden. Ze bevonden zich ‘op de bodem van de kapitalistische economie,’ schrijft historicus Willa Brown in The Atlantic. Het was hard werken voor weinig geld en zonder perspectief. De houthakkers hadden, in tegenstelling tot de lumberseksueel, weinig op met de natuur: die was voor hen levensgevaarlijk, met omvallende bomen en bosbranden. Ze waren er doodsbang voor.

Ook dat is typisch iets van deze tijd: het romantiseren en toe-eigenen van primitief leven. We dromen van rondtrekken in een busje (#VanLife), het bewonen van hutjes en yurts en tiny houses. Een paar jaar terug was het onder rijkelui in Silicon Valley een trend om ongefilterd water drinken.

Mannelijkheidscrisis

Het opmerkelijke aan de lumberseksueel is zijn volharding, vooral wat de baarden betreft. Gewoonlijk nemen de early adopters een nieuwe afslag zodra hun trend mainstream wordt. Voor de baard zou dat rond 2013 moeten zijn geweest. Toen constateerde het voorwaartse magazine Fantastic Man dat de baard de ‘one-size-fits-all mask of choice voor alle mannen boven de achttien’ was geworden. Tijd om te scheren, dus. ‘It is time for the new!’

Sindsdien is de baard nog veel verder genormaliseerd − zelfs Willem-Alexander heeft er een laten staan, en nóg is niemand geneigd hem af te scheren. De lumberseksuele behoefte zit blijkbaar diep.

Het is ook geen trend meer te noemen, eerder een toestand van de moderne man. Waarom die nu heerst? Historicus Willa Brown ziet het antwoord in ‘de mannelijkheidscrisis’. Toen de houthakkersmythe werd uitgevonden, een dikke eeuw geleden, heerste net als nu de gedachte dat de man in crisis was. Destijds had men het over neurasthenie, een soort mannelijke vorm van hysterie.

Metro werd ons teveel, we keren terug tot lumber – van gehaaste stad naar troostrijke natuur.

Waar vrouwen werd geadviseerd uit te rusten, moesten mannen hun vitale krachten terugvinden in de wijde natuur. Nu zit de crisis in de afschaffing van de traditionele mannenrol, als kostwinner en gezinshoofd. ‘Het is erg toepasselijk dat overwegend witte, jonge, stedelijke middenklasse mannen een symbool oppikken dat ooit is uitgevonden door mannen zoals zijzelf,’ schrijft Brown.

Buitenbehoefte

Maar volgens mij zitten er nog andere, sterkere gevoelens achter, die juist dit coronajaar zijn uitvergroot. Zoals ons snakken naar natuur. De plaatjes op @lumbersexual van hutjes in de sneeuw en blote billen in koud natuurwater drukken een verlangen uit dat al vóór de pandemie wijdverspreid was. Vorig jaar is eens te meer duidelijk geworden hoe onwenselijk dicht we op elkaar zitten, en na maanden opsluiting willen we weg van de schermen die alomtegenwoordig zijn. Naar buiten.

Vanzelfsprekend is dat verlangen niet aan mannen voorbehouden. Vrouwen geven uitdrukking aan lumbergevoelens met kabeltruien en hippe outdoorwear, of gewoon met het Bunyan-uniform in een kleinere maat. De buitenbehoefte is ook merkbaar aan de interieurs die we vullen met planten, dierenvellen en ruwe houten meubels. De lumberseksueel lijkt me eerder een reactie op het stedelijke dan op het feminiene aspect van de metroseksueel. Metro werd ons teveel, we keren terug tot lumber – van gehaaste stad naar troostrijke natuur. Op een gecontroleerde en verzorgde manier, dat wel.

Altijd op de hoogte blijven van de beste verhalen? Schrijf je in op onze nieuwsbrief.

Meld je aan en ontvang de beste verhalen van Vrij Nederland in je mailbox.

Oeps! Voer een geldig e-mailadres in.
Op onze nieuwsbrieven is ons cookiestatement van toepassing.
Timmerhout

Het thuiswerken maakt deze voorkeur des te logischer. De opkomst van de lumberseksueel wordt wel gelinkt aan de kredietcrisis van 2008, waarna veel jonge mensen zonder werk kwamen te zitten, of met een ‘nieuwgevonden professionele vrijheid’ (ze werden zzp’er). Met meer thuiswerkende mensen werd het dragen van informele, outdoorsy kleding gangbaarder. Het wakkerde ook de hedendaagse zoektocht naar authenticiteit aan. Naar iets wat echt voelt in deze onbegrijpelijke geglobaliseerde wereld vol bullshit jobs. Iets als timmerhout, dat je kan aanraken, bewerken, in bouwsel of brandstof kan omzetten.

De authenticiteit van de lumberseksueel zelf is natuurlijk twijfelachtig. (‘Je wilt toch niet dat een man speelt dat hij ruig is, wanneer hij dat niet echt is,’ zegt Tim Teeman. ‘Dat is wel het minst sexy dat een gozer kan doen.’) Maar het verlangen lijkt me onvervalst, en vast niet slecht voor de wereld.

Het bericht Je baard laten staan is meer dan een trend (het is een crisis) verscheen eerst op Vrij Nederland.

https://www.vn.nl/baard-lumbersexual/

GGD-directeur gelooft niet in vaccinatiedwang: ‘Medici en de overheid moeten vertrouwen wekken’ (Omroep Brabant)

Ellis Jeurissen ziet in het coronavaccin dé stip op de horizon om ‘vrij’ te zijn. Tegelijkertijd maakt de directeur van GGD Brabant-Zuidoost zich zorgen om polarisatie: “Wat gaat het met een samenleving doen als je privileges krijgt als je bent ingeënt?”

Het is juni 2021. Na een jaar zonder Groots met een zachte G van Guus Meeuwis, is het tijd om dubbel zo hard het Philips Stadion uit haar voegen te laten barsten. Wie naar binnen mag, is afhankelijk van wie ingeënt is tegen het coronavirus. GGD-directeur Ellis Jeurissen in Brabant-Zuidoost vreest voor dit scenario in dit door haar aangehaalde fictieve voorbeeld.

“Stel, je krijgt zo’n maatschappij: dat het vaccinatieboekje bepaalt waar je naartoe mag. Daar ben ik angstig voor: wat gaat het met een samenleving doen als je privileges krijgt als je bent ingeënt? Daar vind ik moreel wat van.”

Jeurissen, nu drie jaar directeur, vertelt digitaal via Teams over de stand van zaken bij ‘haar’ GGD. Over 24/7 ‘aan’ staan, de complexiteit van corona en het veelbesproken vaccin. Om daarmee te beginnen: volgens haar zijn GGD’s dé organisaties die Nederland moeten inenten. Althans: degenen die willen. Veel Nederlanders zijn sceptisch over het coronavaccin.

Snapt u dat mensen twijfelen over het vaccin?
Ik denk in maart corona te hebben gehad en ik hoop echt nooit meer zo ziek te worden. Dus ik sta vooraan zo gauw ik aan de beurt ben, ook omdat ik niet weet of ik nu immuun ben. Daarnaast kan ik niet tegen vaccineren zijn als Directeur Publieke Gezondheid. We vergeten weleens: mazelen is een dodelijke ziekte voor kinderen. Maar we zijn nu zo rijk dat er eigenlijk niemand meer aan dood hoeft te gaan, omdat we dit goed geregeld hebben. Hoe minder mensen zich vaccineren, hoe minder effectief dat is om groepsimmuniteit te krijgen.

Maar ik snap wel dat het echt een vraagstuk is. Toen mijn dochter 13 werd, heb ik me heel erg verdiept in de vaccinatie tegen baarmoederhalskanker. Ik dacht: wat ga ik nou doen? Er was veel twijfel over de betrouwbaarheid ervan. Ik merk dat dit nu ook weer opspeelt. Het is heel gemakkelijk om als Directeur Publieke Gezondheid te zeggen: dat gaan we doen. Ieder moet daar zelf over nadenken.

Er wordt gesproken over indirecte dwang om mensen te laten vaccineren. Wat vindt u daarvan?
Het is en blijft een persoonlijke afweging die je voor jezelf en je kinderen maakt. Dat past ook wel bij hoe ik denk over vrijheid die je in dit land hebt. Ik geloof niet in een verplichting. Het vaccin kan op die manier polarisatie in de hand werken.

Misschien duurt het nog een jaar voordat het vertrouwen groeit en dat meer mensen die stap zetten. Later die keuze maken mag, maar het betekent wel iets voor de virusbestrijding en de immuniteit. Als straks vijftig procent is ingeënt, dan hebben we er niets aan.

Wat is er nodig hen over de streep te trekken?
Medici en de overheid moeten vertrouwen wekken. We zullen heel goed in lekentaal moeten uitleggen welke stappen er zijn gezet, waardoor we zeker zijn dat het betrouwbaar is en het op de markt komt. Je moet er eerlijk over zijn. Al ga je sommigen nooit overtuigen.

Voor het zover is, gaat er eerst nog een poos overheen. We zitten in de tweede golf. Hoe gaat het met u en GGD Brabant-Zuidoost?
Het houdt niet op, het is hartstikke druk. We hebben nu als het ware twee GGD’s: de ‘gewone’ GGD en een soort corona-GGD. Dat is een parallelle organisatie.

Het wordt steeds complexer, omdat het volume enorm toeneemt. We openen binnenkort een XL-coronateststraat, waar meer tests gedaan worden dan we nu in alle teststraten in ons gebied doen. Gisteren hebben we met mijn twee coronamanagers staan glunderen: dat ons ook dat lukt. Ook al rekt het onze organisatie enorm uit. We kunnen iedereen testen en binnen 24 uur de uitslag geven. Daarnaast zitten we middenin de overname van jeugdgezondheidszorg en reorganiseren we. Ik sta ervan te kijken wat deze organisatie aankan. Dat geeft ook rust.

Hiervoor was u politiechef in Oost-Brabant. Wat is het grootste verschil met de GGD?
De politiewereld bestaat eigenlijk uit twee hoofdprocessen: handhaven en opsporen. De GGD er meer: seksuele gezondheid, toezicht kinderopvang, jeugdgezondheidszorg, infectieziekten, ambulancezorg. Wat het ook complexer maakt, is dat de GGD een bestuur heeft van 21 zorgwethouders. Het is een gemeenschappelijke regeling en dat maakt dat het op- en afschalen bij GGD’s trager gaat. In de zorgkolom gaat het meer om samenwerken en coördineren.

De politie is juist een command & control-gerichte, nationale organisatie. Dat was duidelijk te zien na de tramaanslag in Utrecht. Ik reed toen over de snelweg en op álle op- en afritten stond een politieauto. Dat is mogelijk door te nationaliseren.

Wat kan de GGD daar van leren?
Infectieziektebestrijding moet meer uitgewerkt worden naar zo’n command & control-structuur. Dat zullen we nationaler moeten oppakken. Normaal gesproken moeten GGD’s alleen maar bezuinigen. Nu zitten we in een unieke situatie: wat we ook doen, we krijgen het vergoed. Zo bouwen we een paviljoen in de XL-teststraat in Eindhoven. Dat kost een paar ton en het wordt gewoon betaald.

Laatst was het een weekje rustiger in onze teststraat. Dan vraagt iedereen: zoveel mensen in de teststraat hoef je toch niet te laten werken? Dat vond ik zo’n gekke vraag. De brandweer is ook zo georganiseerd. Niemand moppert op de brandweer die ook betaald wordt als er geen brand is. Dit virus moet je ook zien als een brand, een veenbrand waar wij voor aan de lat staan.

Daarover gesproken, de testcapaciteit: minder mensen lieten zich vorige week testen. Goed nieuws?
Dat weten we niet. Inspelen op het gedrag van mensen is lastig. Zo steeg de testvraag in de zomer eerder dan verwacht. Maar als je kijkt naar het reguliere snotter- en griepseizoen, dan is november normaal ook een dalende maand. Pas halverwege december krijgen mensen normaal gesproken weer klachten. Het is een valkuil om te denken dat een afname aan tests positief is.

Tot slot: een vooruitblik. Waar staan we over een jaar?
Ik hoop dat sommige dingen blijven. We rijden nu veel minder kilometers met z'n allen. Thuiswerken moeten we blijven stimuleren. Verder hoop ik dat we steeds minder ziek worden van Covid als het zich muteert. Ik zie het zo voor me, dat als je over een jaar corona hebt, je gewoon naar de apotheek kunt gaan en een testje haalt, je dan zelf kan testen, een paar dagen thuis blijft als je het hebt en een paracetamol neemt. Ik hoop dat het ‘normaal’ wordt en dat we er ook zo mee om kunnen gaan.

LEES OOK:

Ziekenhuisdirecteur in crisistijd: 'corona heeft iets van een mindfuck in zich'

'Er is een periode van voor en na corona, zoals mijn ouders spraken over voor en na de oorlog'

https://www.omroepbrabant.nl/nieuws/3296723/ggd-directeur-gelooft-niet-in-vaccinatiedwang-medici-en-de-overheid-moeten-vertrouwen-wekken

Feynman en/of Feiten – Ferd bedankt (GeenStijl)

Hoe verwacht het kabinet een complete bevolking mee te krijgen als ze het verkeerde voorbeeld geven?

https://image.gscdn.nl/image/06989e75cb_1clown.jpeg?h=True&w=880&s=1c81d26d814bf7a7a2d622694c2f5886

https://image.gscdn.nl/image/bf55512b4c_1lalala.jpg?h=True&w=880&s=09faad6b73f74a1502535380230ac8be

Het aantal positief geteste personen en het geschatte aantal besmettelijke mensen was al drie weken stabiel. Het effect van net iets beter naleven was zichtbaar. Net toen de IC opnames en ziekenhuisopnames terugkeerden op de rustigere niveaus van eind juli laat de minister van Justitie en Veiligheid Ferd Grapperhaus een groepsfoto maken.

De nonchalance op dat moment, van die complete verzameling hotemetoten, is gebaseerd op een hele giftige elitaire gedachtekronkel. Als iedereen behalve ik zich aan de regels houdt, dooft het virus alsnog uit. Ze praten het goed, houden de hand boven elkaars hoofd en denken daarna dat hun slechte voorbeeld niet gekopieerd wordt.

Het is helaas nog wachten op de effecten van de scholen die in regio noord en zuid zijn open gegaan, sommige zijn al weer dicht. Deze week gaat regio midden als laatste open. Dat geeft extra contacten en verspreiding. Kinderen en pubers verspreiden het niet zo snel als volwassenen, maar het is onlogisch om aan te nemen dat ze helemaal geen rol spelen.

De ontwikkeling van de jeugd anderhalf jaar verwaarlozen is geen optie. Evenals we de economie niet nogmaals kunnen dichtgooien. Al onze contactmomenten bepalen samen het reproductiecijfer, zien we elkaar vaker, langer of dichterbij, dan stijgt deze. We hoeven elkaar alleen ietsje minder, ietsje korter te zien en een metertje extra afstand te houden om dit op te lossen.

https://image.gscdn.nl/image/7f68e7a566_1clown.jpeg?h=True&w=880&s=32c134e6816a26e03e54147ec63d207d

Het effect van terugkerende vakantiegangers is nog onbekend. Anderhalf procent bleek besmet, maar na 18:00 uur is de teststraat dicht, daarvoor alleen op uitnodiging van de GGD. Terwijl er nog weinig aan de hand is, loopt het bron- en contactonderzoek al vast op capaciteitsproblemen, en lopen mensen onwetend door.

De goedkoopste en minst ingrijpende manieren om dit virus af te remmen wordt uiterst knullig manieren weggegeven. Hoe verwacht het kabinet een complete bevolking mee te krijgen als ze het verkeerde voorbeeld geven, nog steeds te weinig testen, en de testresultaten die er wel zijn niet adequaat kunnen doorgeven?!

Er zijn naar schatting 34 duizend mensen besmettelijk, hoeveel zitten er in quarantaine? Er is een gezegde dat iedere bosbrand ooit te blussen was met een kopje water. Gewoon een kwestie van op tijd reageren. We hebben op de eerste kleine ongunstige getallen van eind juli op tijd gereageerd. Zonder vrijheden in te leveren.

Voor tientallen miljarden wordt voor Sinterklaas gespeeld, maar of je nu 90% of 60% brutoloon vergoed, werkgevers blijven zitten met de huur, de rest van de personeelslasten en gaan gewoon achter elkaar helemaal kapot. Mensen met de rug tegen de muur of enig historisch besef gaan zoals in Berlijn met gigantische aantallen demonstreren. Niet voor corona, maar voor vrijheid.

Ons open handelsland zal altijd een abonnement houden op alle wereldwijde ellende zoals recessies, oorlogen en virussen. Het is niet nodig alle nieuwe besmettingen tegen te houden, zo lang het reproductiecijfer maar net beneden de 1 blijft. We moeten al het laaghangende fruit plukken, omdat we de ladder niet willen betalen.

Het Zweedse model heeft hier de voorkeur, die legde uit welke risico's er waren, hoe je die kan voorkomen en dat leverde een scherpe vrijwillige lockdown. Alles staat of valt bij naleving, niet bij regelgeving of noodwetgeving. Hoe meer supermarkten en horeca je beboet of sluit, hoe drukker het op andere plekken, hoe meer thuisfeestjes. Het moet vanuit de bezoekers zelf komen.

Het is de kunst onze welvaart en welzijn te behouden door wel te leren, werken en samen te zijn, maar dat soms net even anders te doen, zodat we minder overdragen. We hoeven niet iedere besmetting te voorkomen door ons als een kluizenaar af te zonderen, alleen even minder in elkaars persoonlijke zone te komen.

De mensheid heeft in het verleden ook stappen moeten maken qua hygiëne. Eten verhitten, toiletten, riolen, waterleidingen, drinkwaterzuivering, badkamers in huizen, afvalwaterzuivering, het zijn allemaal ingrijpende stappen geweest om een steeds hogere bevolkingsdichtheid mogelijk te maken. Een beetje afstand is een kleinere stap. Eentje die werk of een goed gesprek niet uitsluit.

Als 1 op de 8 werknemers anderhalve dag per week thuiswerkt, scheelt dat 3 miljard kilometer per jaar. Dat scheelt 78 miljoen uur reistijd, koolstofdioxide, files, stikstof en zo verder. Eigenlijk is voor veel werknemers tweemaal daags in de heilige koe bidden voor een beetje extra doorstroom een ontkenning van 35 jaar technische vooruitgang.

Afrika heeft polio uitgeroeid, het kan wel.

Video

https://www.geenstijl.nl/5155113/feynman-en-of-feiten-ferd-bedankt/

Met deze inheemse volken werken we samen (Greenpeace)

Inheemse volken zijn bewezen de beste bosbeschermers ter wereld. Daarom werken we al jaren met verschillende inheemse groepen samen om bossen in de wereld te beschermen tegen een zelfzuchtige houtkap- landbouw- en mijnindustrie. Afgelopen weekend was het de Internationale Dag van de inheemse volken. Maar wat ons betreft is het iedere dag World Indigenous Day. Want hun strijd tegen ontbossing is cruciaal om de klimaat- en natuurcrisis te beteugelen.

Maak kennis met de beste bosbeschermers ter wereld

In dit artikel introduceren we enkele groepen met wie we samenwerken in Brazilië en Afrika. Maar we werken wereldwijd met veel meer lokale groepen, volken en gemeenschappen.

Baka, Kameroen
De Baka, de grootste inheemse groep van Kameroen, wordt al jaren bedreigd door industriële boskap door het bedrijf Sudcam, een dochteronderneming van het in Singapore gevestigde rubberbedrijf Halcyon Agri . Zo werden de Baka van voorouderlijk land gegooid om plaats te maken voor plantages. De Baka verzetten zich met man en macht tegen de vernietigingsdrang van Sudcam.

“Voordat SudCam arriveerde, hadden we toegang tot bos, waar we ons land verbouwden, jaagden, visten en zaken als honing, mango’s en njansang verzamelden. Alles wat we uit het bos haalden, was bedoeld voor het voeden van onze gemeenschap en als een bron van inkomsten”, vertelt een Baka-vrouw. Vandaar hun Slogan: No Forest, No Baka.”  Lees meer over de strijd van de Baka tegen ontbossing bij Greenpeace Africa en teken de petitie voor het behoud van het Congobekken.

© Greenpeace

Karipuna, Brazilië
Het grondgebied van de Karipuna, een kleine groep van nog geen 60 mensen, ligt midden in het Amazonewoud. De afgelopen jaren hebben zij verschillende officiële klachten ingediend – zowel in Brazilië als bij de VN – over de invasies in hun grondgebied, wat leidde tot een enorme toename van ontbossing. Door de regering van Bolsonaro zijn de instanties die de Amazone moeten beschermen uitgekleed en nemen de invasies in hun gebied toe. Door de Coronapandemie verergert de situatie. De houtkappers doen immers niet aan thuiswerken en zien nu hun kansen schoon om ongezien door te gaan met hun illegale acties. Bekijk deze video over de Karipuna ( in Engels) en teken de petitie.

Lokolama, DR Congo
De Lokolama, een kleine groep in DR-Congo is volledig afhankelijk van het bos. “Wij zijn bosvolken. Wij geloven in de kracht van de natuur en in onze voorouders, die altijd over ons waken en ons te allen tijde steunen”, vertelt Valentin Engobo van de Lokolama. Ook de Lokolama Groep krijgt dagelijks te maken met boskap. Iets wat de Lokolama met man en macht bestrijden. Engobo: “Als het bos ooit wordt vernietigd, kunnen de geesten van onze voorouders naar elders migreren en kunnen we onze verbinding met hen verliezen. Daarom werken we aan een gemeenschaps-bosbouw om dit bos gericht te beschermen.” Lees meer over de strijd van de Lokoloma op de website van Greenpeace Africa en teken de petitie voor het behoud van het Congobekken.

APIB, koepelorganisatie voor Braziliaanse Inheemse Volkeren
“Articulação dos Povos Indígenas do Brasil (Braziliaanse Inheemse volksarticulatie) is een grassroots-organisatie die de rechten van de Inheemse bevolking van Brazilië wil beschermen en promoten. Vorig jaar hebben wij samen met APIB een Europatour georganiseerd; een groep Inheemse leiders uit de Amazone en elders in Brazilië bezochten diverse Europese bedrijven en overheden om hen te vertellen over het geweld tegen Inheemse groepen in Brazilië, wat ernstig is toegenomen sinds Bolsonaro aan de macht is. Ook vertelden zij wat deze bedrijven en overheden moesten doen om de Inheemse groepen te steunen, zoals openheid geven waar hun soja en vlees vandaan komt, zodat de Inheemse groepen kunnen vertellen wat daar in het veld gebeurt. De Inheemse leiders bezochten ook Nederland en spraken o.a. met AHoldDelhaize, FrieslandCampina en een delegatie Tweede Kamerleden.  

Maar illegale invasies in hun beschermde gebieden, houtkap en bosbranden zijn niet de enige bedreigingen waar de Inheemse bevolking van Brazilië mee moet dealen. Het coronavirus is ook diep de Amazone en andere afgelegen Braziliaanse gebieden ingetrokken, met alle risico’s voor de Inheemse Volken van dien. Sinds het begin van de coronapandemie is de Articulation of Indigenous Peoples of Brazil (APIB) in beweging en zorgt zij voor hulp, educatie en ondersteuning. Samen met hun basisorganisaties en supporters hebben ze de campagne “Maracá – Inheemse noodsituatie” gelanceerd. Ook jij kunt deze campagne van APIB steunen. 

https://www.greenpeace.org/nl/natuur/41437/met-deze-inheemse-volken-werken-we-samen/