De redeloze mens en het reddeloze dier (Joop)

Hoeveel dieren zijn er de afgelopen dag, de afgelopen maand of het afgelopen jaar omgekomen, geslacht of vermoord? Wereldwijd op jaarbasis ten minste 150 miljard ‘consumptie’-dieren, 1,8 miljoen dieren per dag in Nederlandse slachthuizen en meer dan 1 miljard dieren bij de recente bosbranden in Australië.

De getallen doen de meesten niet eens meer duizelen. Het heeft eerlijk gezegd weinig zin ze te noemen. Het dier blijft immers object van ons denken, de mens is het middelpunt van het bestaan. De politieke en maatschappelijke discussies gaan zelden of nooit over fundamentele vragen in de mens – dierrelatie. Waarvoor mag de mens het andere dier gebruiken, wat betekent het dat dieren een eigenwaarde hebben, heeft het dier rechten en welke belangen moeten we tegen elkaar afwegen?

https://joop.bnnvara.nl/content/uploads/2019/10/varkens-1-370x247.jpg

Cc-foto: Michael Strobel

In 2020 is de mens nog steeds redeloos, zijn de activisten radeloos en de dieren reddeloos. Het debat over de intrinsieke waarde van het dier, de integriteit en rechten van dieren mag eindelijk wel eens worden gevoerd. Zo niet, laten we dan eerlijk zijn en definitief vastleggen dat dieren gewoonweg voor altijd en eeuwig goederen zijn. De onbeschaafde bezetting van de aarde door de mens is dan de realistische werkelijkheid waarbij slavernij, uitbuiting en vernietiging van dieren de geldende norm is.

Het is echter goed om niet alleen stenen historische standbeelden van hun voetstuk te halen maar de levende mens uit de hoogte te halen en neer te laten dalen binnen de natuur waar hij onderdeel van is en blijft.

Afscheid van het antropocentrisme
We leven nog steeds in de collectieve waan dat handelingen ten opzichte van dieren geen morele consequenties hebben. Veel verder dan het strafbaar stellen van individuele dierenmishandeling en het vastleggen van wat welzijnsregels is de (westerse) samenleving nog niet gekomen. Institutionele, culturele, religieuze en wetenschappelijke wreedheden tegen dieren zijn gemeengoed. Je zou het zelfs een universeel cultureel erfgoed kunnen noemen. Slachthuizen zijn de grootste plekken waar bloed van jonge dieren vloeit, wie van stierenvechten houdt gaat naar Spanje, om een haan drie dagen op een paal te zien is er wel een eiland te vinden, onverdoofd het mes laten snijden onder een gebed laten we toe en het testen van witte konijntjes om te zien of batterijen giftig zijn is geen enkel moreel probleem. De afgestompte mens die vervreemd is van de levende natuur en zich alleen nog begeeft binnen de muren van een gecreëerde culturele wrede wereld waar het gaat om mensenbelangen.

Daar waar natuur in beeld komt is deze er voor de mens. Debatten over wel of geen vlees eten zijn voornamelijk gerelateerd aan de klimaatcrisis. Zelfs bij klimaat-, milieu- en natuurthema’s is er de valkuil van het antropocentrische paradigma. Laten we de crises aanpakken voor ons, de mensheid, om de kinderen een toekomst te geven. De niet menselijke dieren zijn bijkomende schade. Het afscheid van het antropocentrisme is te pijnlijk voor de moderne mens. God is in het Westen doodverklaard, weliswaar springlevend daarbuiten, de rationele wetenschap is omarmd, maar dieren handelen nog steeds in ons denken op basis van hun instincten. Mensen zijn losgekomen van hun goden, zichzelf als een nieuwe god gaan gedragen met heerschappij over alle biologische resultaten van de evolutie. De mens wordt door de mens zelf gezien als bovennatuurlijke creatieve kracht met ‘rede’ en ‘vrije wil’.

Wat willen we niet weten en waarom niet?

Dieren zijn geen machines en mensen geen goden – misschien op Pele, Maradona, Cruijff en Messi na – want het staat echt wel vast dat veel andere ‘hogere’ dieren exploratiedrang hebben en leergierig zijn op een wijze die veel verder gaat dan hun instinct. Het dier is een voelend, wetend en willend wezen. U mens bent minder uniek dan u denkt. Andere dieren dan u voelen pijn, ervaren stress en angst. Een dier heeft kennis over zijn omgeving en handelt om te onderzoeken en te vinden. Het dier heeft ook een intrinsieke waarde.

Dit betekent dat dieren onafhankelijk van het nut voor de mens een eigenwaarde hebben die niet automatisch ondergeschikt is aan de belangen van de mens. Deze wettelijke erkenning betekent dat het belang van het dier inzichtelijk moet worden gemaakt en moet worden meegewogen tegen andere relevante belangen.

Ook als dieren niet lijden is het maar de vraag of alles mag wat de mens wil. Het gaat dan over respect en integriteit. Integriteit betekent dat de heelheid en gaafheid van een dier moeten worden gerespecteerd. De eigenheid van het dier respecteren om te voorkomen dat het een onderdelenfabriek is voor de doelen van de mens. En niet te vergeten het soortspecifieke gedrag van het dier: kunnen bewegen, spelen, voortplanten, onderzoeken en noem maar op. Alles wat dieren niet of nauwelijks kunnen in de intensieve veehouderij. Het gaat om meer dan het vlees alleen. Over de gehele relatie van de mens tot andere dieren.

Mag het over meer dan een onsje vlees gaan?
In deze eerste 20 jaar van de nieuwe eeuw zijn de termen intrinsieke waarde, integriteit, soorteigengedrag naar de verre achtergrond verschoven en vergeten. Om over de echo van dierenrechten maar te zwijgen, wat is dat ook alweer? Gezondheid en welzijn komen soms even aan bod maar het gaat vooral om het redden van de planeet zodat binnen een redelijk klimaat de mens naar pret- en natuurparken kan gaan in 2050 en daarna waarschijnlijk kweekvlees, 3D-geprint vlees of plantaardige vleesvervangers eten met de smaak en bite van vlees.

Het debat over de eigenwaarde van dieren, hun integriteit, de rechten van dieren en de afwegingen tussen belangen moet worden gevoerd. Terug van weggeweest in het westen en natuurlijk blijft de aarde redden en de klimaatcrises bestrijden belangrijk maar doe het dan niet alleen voor de eigen soort. Wat missen we binnen de sociale beweging?

In Nederland is er een aantal uitstekende dierenbelangenorganisaties. De Dierenbescherming en Wakker Dier die mensen tot bewuster consumeren aanzetten. Ja, we weten het, diervriendelijk vlees bestaat niet maar u gelooft toch ook niet in spiegelsprookjes dat iedereen vegan wordt? Alleen ‘Go Vegan’ roepen redt de planeet niet en ook weinig dieren. Er zijn tal van organisaties die zich op vele manieren in het veld van het dierenleed begeven om een verandering teweeg te brengen. Omdat er veel soorten consumenten zijn en daarom veel strategieën ook broodnodig.

Maar de sociale beweging mist iets. Er is een politieke tak, de PvdD, maar daarbuiten is iets nodig. Een (inter)nationale organisatie die dierenrechten op de agenda zet en meer successen boekt. Een bekende man of vrouw die met hulp van velen, in een professionele structuur en open cultuur, de discussie losmaakt van de antropocentrische oude klassieke blik. Het maakt mij niet zoveel uit wie in het gat springt binnen de sociale beweging. Al hoor ik een lied in mijn hoofd: Ga, Ga, Marianne, voer ons aan, verlos de dieren, nu van de tirannen en maak ons vrij! En maak ons vrij! Misschien dat een nieuwe buitenparlementaire vereniging of stichting, met een al bekend gezicht, veel meer bereikt dan vrij herhalende discussies met ingenomen standpunten binnen een politiek systeem.

Mens, God, Darwin en Dier. In 2020 kan de mens opnieuw starten met het neerhalen van vastgeroeste mensplakkaten waar we ons 100 jaar later over gaan schamen. Het leven is alles waard en bij het leven gaat het erom dat er kwaliteit van leven is voor mensen en voor alle andere dieren.

Laten we eens een traan wegpinken bij al het dierenleed en dan besluiten dat we het anders, beter en vooral moreler gaan doen. Het dier heeft er recht op. Het gaat om meer dan een ons vlees of een plakje vegaworst.

https://joop.bnnvara.nl/opinies/de-redeloze-mens-en-het-reddeloze-dier

Vrijemarktdenken EU leidt tot euroscepcis (Joop)

Genoeg is er over gezegd en geschreven: hoe neoliberalisme ons huidige politiek denken heeft beïnvloed en ons systeem heeft vervormd. De vloek van het vrijemarktdenken, het individualisme en sociale ongelijkheid hebben onmiskenbaar tot grote breuklijnen geleid in de samenleving – in de politiek, en onder burgers zelf. Een ander, minder veelbesproken gevolg is de toename van Europese integratie dankzij het vrijemarktdenken van de afgelopen dertig jaar. Dat is ook waar algemene politieke verbanden door elkaar heen gaan lopen.

De Europese Unie – voortkomend uit de Europese Economische Gemeenschap – is een bastion dat in beginsel al voornamelijk heeft gedraaid om het bevorderen van handel, globalisering en de vrije markt. Uitgegroeid tot een politiek fenomeen vervult het tegenwoordig ook veel sociale functies: dankzij de EU hebben we vrij dataverkeer en kunnen we zonder extra kosten bellen met familie in Bulgarije of Portugal, vet relaxed.

https://joop.bnnvara.nl/content/uploads/2020/01/euro-370x241.jpg

cc-foto: Capri23auto

Het zou echter naïef zijn om dankzij bepaalde voordelen op sociaal vlak – Europa-wijde roaming, vrij doorreizen – meteen een voorstander te zijn van verregaande Europese integratie – iets wat vaak voorkomt onder progressieve partijen, zoals D66 of GroenLinks. Europese integratie zou een enorm voordeel kunnen zijn als het inderdaad voornamelijk om sociale en culturele integratie zou gaan. Een mooi voorbeeld hiervan is het DiscoverEU-project waarmee jongeren van 18 gratis door de EU kunnen treinen. Echter, op economisch vlak heeft Europese integratie onze samenlevingen misschien wel minder dicht bij elkaar gebracht dan op het eerste gezicht logisch zou lijken.

Want, in plaats van dat de Europese Unie een hechte gemeenschap is waarin wij vrolijk op straat een praatje maken met Polen of Bulgaren die hier wonen en werken, heeft de EU er vooral toe geleid dat het voor bedrijven makkelijker is geworden om werknemers uit andere landen goedkoop hier te laten werken. Vervolgens treedt in Nederland (of in andere “westerse” landen) dermate veel segregatie op dat de verschillende bevolkingsgroepen of nationaliteiten voornamelijk gescheiden van elkaar leven. Dat leidt op zijn beurt weer tot de toename van stereotypes en wantrouwen tegenover elkaar.

Bedenk maar eens: heeft u in de buurt een camping of iets dergelijks waar veel arbeidsmigranten wonen? Grote kans dat dat een “Polenkamp” wordt genoemd, en dat er vaak wordt gesproken over alcoholgebruik, vandalisme of zelfs misbruikers. Het grote merendeel van deze mensen, werkt echter in Nederland om een familie in het thuisland te kunnen verzorgen en is hier naartoe gekomen onder de voorwendselen van goede arbeidsvoorwaarden en salarissen. Eenmaal in Nederland (of Frankrijk, België, het VK, etc.) worden ze bij elkaar gezet en gescheiden van de autochtone bevolking. Integreren lukt vaak niet, een sociaal leven opbouwen al helemaal niet en depressie is schering en inslag. Op deze manier is “het Europese project” van vrij kunnen samenleven voornamelijk het in de kaart spelen van kapitalistische uitbuiters.

Het is geen toeval dat de VVD voorstander is van Europese economische integratie: de EU kan als neoliberaal blok een grote handhaver zijn van een Europa-wijde vrije markt. Deze pro-Europa-lijn zie je ook terug bij de Duitse Freie Demokratische Partei (FDP) en Venstre in Denemarken. Dat terwijl pro-Europese standpunten vaak ook terug te vinden zijn bij progressieve, centrum- en linkse partijen – zie bijvoorbeeld D66 en GroenLinks. En hier zit het grote verschil: waar de VVD, FDP et cetera Europa belangrijk vinden om het neoliberalisme en het vrijemarktdenken in stand te houden, is bij D66 en GroenLinks (en ook de Duitse Grünen, of Scandinavische sociaaldemocraten) een socialer en groener Europa de voornaamste drijfveer.

Het is bijna cru: hoe centrumpartijen en linkse partijen binnen een handelsblok dat van origine is opgericht om de vrije markt te verdedigen en uit te breiden proberen sociale wetgeving en beter milieubeleid te bevorderen en in te stellen. Soms lukt dat: kijk naar de successen van Europarlementariër Bas Eickhout op duurzaamheid. Hij heeft er met zijn werk voor gezorgd dat CO2-uitstoot van vrachtwagens sterk wordt teruggebracht. Dat neemt niet weg dat de EU onvermoeid doorgaat met het bevorderen van vrijhandel en globalisering, want zo zit dat systeem nou eenmaal vanaf het begin in elkaar. Het Mercosur-akkoord, tussen de EU en de Zuid-Amerikaanse landen die zijn aangesloten bij de gelijknamige bond, zorgt ervoor dat de Europese auto-industrie en Zuid-Amerikaanse veeteelt enorm veel in tegenovergestelde richtingen gaan exporteren. De veeteelt, voornamelijk in Brazilië, leidt dan weer tot bomenkap, extra vleesconsumptie en bosbranden. Leuk dat we in de EU dan geregeld hebben dat vrachtwagens minder uitstoten, maar op grote schaal is de EU verantwoordelijk voor veel meer uitstoot dan dat het tracht terug te brengen.

Zodoende bestaan er eigenlijk twee “Europese projecten”: de sociaal-culturele kant en de economische kant. Elk gelinkt aan een eigen stroming, een eigen politieke kant, eigen idealen en eigen ideeën over hoe Europa dient te worden ingericht. En beide zijn ook aan de gang, en helaas ook conflicterend met elkaar. De sociale kant is vrijwel onverenigbaar met de economische kant en vice versa. De vrije-marktideologie staat geen beleid toe waarin mensen een uitgebreid sociaal vangnet hebben. Verduurzaming heeft ook onlosmakelijk consequenties voor de vrije handel: scheepvaart, luchtvaart en productie zal minder moeten uitstoten, en dat gaat ten koste van winst.

De sociale kant heeft tevens als nadeel dat veel Europeanen door de consequenties van de economische kant niet zitten te wachten op sociale of culturele Europese integratie. Ervaringen die zijn opgedaan met arbeidsmigranten zorgen voor tegenstellingen en stereotypes van elkaar. Voor het gevoel zijn de talen en de culturen te verschillend om tot succesvolle integratie te leiden. En ergens klopt dat: als dit fenomeen iets bewijst is het dat culturele integratie tussen volkeren bijna onmogelijk is in een kapitalistische samenleving die bevolkingsgroepen uit elkaar drijft. Het Europese project onmogelijk gemaakt door dat andere Europese project.

Waar het al helemaal door elkaar heen gaat lopen is op de uiterst rechtse flank. Hier vinden we partijen terug als de PVV, FvD, het Rassemblement National van Marine le Pen, Lega van Matteo Salvini in Italië, de Conservatieven onder Boris Johnson in het VK en de Zweedse Democraten. Deze partijen ruiken onvrede over Europa onder bepaalde bevolkingsgroepen, en dan vooral de autochtone, wat oudere bevolking die arbeidsmigranten of andere bevolkingsgroepen over het algemeen wat sneller wantrouwt. Voor electoraal gewin geven deze partijen de “schuld” van dat wantrouwen aan Europa ende EU, en aan migranten – leidend tot euroscepcis en broedend racisme. Het verwarrende hier is dat de meeste van deze partijen niet alleen sociaal-cultureel op de rechterflank zitten, ook economisch is dat het geval. Echter zou het verlaten van de EU voor praktisch alle lidstaten een economische ramp zijn – zie ook prognoses voor het Verenigd Koninkrijk. En hier zit ook gelijk de paradox van het economische Europese project.

Want wat gebeurt er: economisch vindt er steeds meer Europese integratie plaats. Er wordt veel onderling gehandeld. Daarnaast zetten landen grenzen open voor gastarbeiders en vrije handel. Vanwege het gebrek aan een sociale kant, en met het doel om winst te maken en zoveel mogelijk geld te verdienen in plaats van humaniteit in het oog te houden, integreren Europese bevolkingsgroepen echter niet onderling – alleen de handel doet dat. De onvrede die ontstaat is voer voor populistische, vaak radicaal-rechtse politici die het gebruiken om euroscepcis aan te wakkeren – met in het Verenigd Koninkrijk de brexit als ultieme gevolg. Zo leidt het Europa-wijde vrijemarktdenken tot euroscepcis.

Dat komt voornamelijk omdat er geen sociale kant aan zit. Of eigenlijk, beter gesteld, omdat de integratie niet om de sociale kant draait. Als “het Europese project” in beginsel had gedraaid om sociaal-culturele integratie hadden we een heel ander Europa gehad. Natuurlijk, met de geschiedenis van de Europese Gemeenschap van Kolen en Staal is dat niet echt aan de orde geweest, maar dat idee was er wel degelijk. Neem bijvoorbeeld Robert Schuman, één van de founding fathers van de voorloper van de EU. Hij sprak, vrij vertaald:

“De Europese mentaliteit bestaat uit het bewustzijn van het deel uitmaken van een culturele familie, en de bereidheid om die gemeenschap te dienen in de geest van volledige wederkerigheid, zonder enige verborgen beweegredenen of de zelfzuchtige uitbuiting van anderen.”

Willen we écht iets doen aan onvrede over Europa, dan is het een kwestie van de focus verleggen van de economische kant naar de sociale kant. In de geest van Schuman, in de geest van volledige wederkerigheid, elkaars raakvlakken opzoeken en uitwisselen. Onderwijs Europees oriënteren, een Europees sociaal vangnet creëren, een Europees treinennetwerk (het liefst betaalbaar) zodat Europese burgers makkelijk kunnen reizen, en investeren in taallessen. Het liefst in Nederland ook Spaans of Italiaans in het curriculum erbij. Of Pools.

Daarnaast is het tijd – zeker met het oog op duurzaamheid – om afscheid te nemen van het marktdenken en winst als enige doel. Nee, we moeten niet terug naar de gulden, en de Europese economie moet niet volledig worden afgeschaft, maar er zal wel hervormd moeten worden. Het Mercosur-verdrag moet niet geratificeerd worden, en Europa moet gaan focussen op een leiderschapsrol in de wereld wat betreft duurzame productie. Producten die Europa in- of uitkomen dienen ook te voldoen aan standaarden voor duurzaamheid en mensenrechten. Veel landen zijn voor export afhankelijk van de EU, dus die standaarden afdwingen gaat minder moeizaam dan het lijkt.

Enkel wanneer de Europese economische integratie hand in hand gaat met de sociaal-culturele integratie valt er wat te doen aan euroscepcis en onvrede. Europees idealisme is gedoemd te verzanden in mooie woorden en statistiekjes wanneer we blijven focussen op de vrije markt als het ultieme doel en het grote goed van deze wereld. In plaats van ultieme “vrijheid” – voor zover dat nog het streven is van hedendaagse liberalen – mag geluk en de zorg voor de aarde op de eerste plaats komen te staan.

https://joop.bnnvara.nl/opinies/vrijemarktdenken-eu-leidt-tot-euroscepcis

Australische boeren blijven achter met verkoold land (NieuweOogst)

De beelden en foto’s die ons bereiken van de bosbranden in Australië tarten ieder voorstellingsvermogen. Uitgestrekte zwartgeblakerde weilanden met verkoolde karkassen van rundvee en kangoeroes. De vrees is dat de branden de genadeklap zullen betekenen voor veel melkveehouders in het land.

https://www.nieuweoogst.nl/nieuws/2020/01/11/australische-boeren-blijven-achter-met-verkoold-land

Branden rukken op tot hart Australische melkveesector (Boerenbusiness)

Dat de Australische provincies New South Wales en Victoria getergd worden door enorme bosbranden is waarschijnlijk  niemand ontgaan. Ook (melk)veehouders in het land worden getroffen door de brandhaarden. Zo'n 2,3 miljoen runderen lopen gevaar. 

http://www.boerenbusiness.nl/melk/artikel/10885217/branden-rukken-op-tot-hart-australische-melkveesector

Linda (36): ‘Ik help het klimaat door geen kinderen op de wereld te zetten’ (VIVA)

Linda (36) heeft een sterk verantwoordelijkheidsgevoel voor het klimaat. Ze worstelt dagelijks met haar keuzes: zijn deze duurzaam genoeg? Om haar ecologische voetafdruk binnen de perken te houden, wil ze geen kinderen. ‘Ik hou van reizen, paardrijden door Kirgizië, hiken door Ethiopië. Ik vlieg twee keer per maand voor mijn werk. Ik rijd auto. Allemaal activiteiten die mijn ecologische voetafdruk vergroten. Waar ik me dagelijks schuldig over voel, want het klimaat lijdt eronder en ik moet beter mijn best doen om mijn impact hierop te verkleinen. Maar als dat schuldgevoel weer eens opspeelt, kan ik dat wel enigszins goedpraten voor mezelf: zo’n milieubarbaar ben ik nou ook weer niet, want ik heb in elk geval geen kinderen en wil ze ook niet. Dat weet ik al sinds ik me kan herinneren. Maar een twaalfjarige die stellig verklaart geen kinderen te willen, wordt door haar omgeving natuurlijk niet serieus genomen. Dat gevoel zou vanzelf wel komen, werd me keer op keer verteld. Ook toen ik ouder werd en mijn kinderwens uitbleef, was het: wacht maar, je verandert nog wel van mening. Andere mensen wisten blijkbaar precies hoe mijn toekomstige ik zich zou voelen. Maar bij mij is het gevoel géén kinderen te willen alleen maar versterkt naarmate ik ouder werd. Wat mij betreft is de wereld al vol genoeg en ik heb niet de behoefte om hier nog meer mensen aan toe te voegen. Mensen die gericht zijn op meer en nog meer: meer spullen, meer geld, meer succes, meer vakanties. Waardoor we de aarde leegzuigen. Je hoeft het nieuws maar aan te zetten om te zien wat de gevolgen hiervan zijn: temperatuurstijging, droogte, hittegolven, overstromingen, bosbranden, schade aan ecosystemen, mislukte oogsten. Als de voorspelling uitkomt dat de aarde in 2050 10 miljard mensen telt, die blijven consumeren en verbruiken zoals we nu doen, zal de aarde dat niet kunnen opbrengen. Dat ik geen kinderen heb, zal voor de wereldwijde klimaatproblemen niets uitmaken maar voor mij wel. Ik kan het niet verantwoorden voor mezelf om een kind toe te voegen aan de wereld. Ik zou veel meer voor het milieu kunnen doen, maar na mij, als ik er niet meer ben, houdt mijn klimaatimpact in elk geval op.’ ‘Ik zou veel meer voor het milieu kunnen doen, maar als ik er niet meer ben, houdt mijn klimaatimpact in elk geval op’ Red de wereld ‘Het milieu ging me altijd al aan het hart. Ik ging Veeteelt studeren in Wageningen met het idee: weg met de intensieve veeteeltindustrie, weg met de megastallen. Ik had niet de illusie dat de hele wereld vegetariër, laat staan vegan, zou worden. Vlees, kaas en eieren zullen op het wereldmenu blijven staan, dus de veeteeltsector blijft ook bestaan. Ik kon me hiertegen verzetten en weigeren daaraan mee te werken of ik kon het proberen te verbeteren en de boel in elk geval diervriendelijker te maken. Tijdens mijn studie had ik er vertrouwen in: ik zou de wereld gaan veranderen. Naïef, weet ik nu. Door de jaren heen en door verschillende – internationale – banen kreeg ik door dat de wereld niet zo simpel in elkaar steekt en je deze ook niet zomaar verbetert. Tijdens mijn eerste baan bij de overheid ervoer ik hoe langzaam besluitvorming ging, hoe traag regels ingevoerd werden op wereldschaal. Ik was hard aan het werk, maar het meeste wat ik deed was vrij zinloos en had geen enkel effect op het verminderen van de bio-industrie. Dus nu probeer ik op mijn kleine schaal met ander werk toch iets bij te dragen. Als regiomanager bij een veevoerbedrijf leid ik grote projecten. Doel is om dieren superefficiënt te voeren en met supplementen gezond te houden zodat er minder sterfte is. Toen ik begon met werken, stierf bij sommige bedrijven wel dertig procent van de veestapel. Met de juiste begeleiding kunnen deze bedrijven zonder antibiotica en met een enorm gereduceerde uitval van dieren, hun bedrijf draaiende houden. Ja, die dieren sterven alsnog omdat de wereld vlees blijft eten. Maar er is in elk geval minder onnodige sterfte. Dus ik heb wel het gevoel dat ik iets bijdraag. Ik vind mijn werk echt fantastisch, maar twijfel bijna wekelijks of ik hier wel mee door kan gaan omdat het haaks staat op mijn principes: ik werk wel in een industrie met een gigantische CO2-uitstoot. Als ik dan door een groot rundveebedrijf in Oeganda loop, voel ik me een soort Jekyll and Hyde. Aan de ene kant sta ik echt te genieten van mijn werk en de landen die ik voor mijn werk mag bezoeken, maar aan de andere kant zie ik elke keer ook weer hoe kapot de wereld hiervan – en van wat ik dus doe – gaat.’ Frikandellen ‘Ik probeer altijd goede duurzame keuzes te maken. Ik ben vegetariër. Vegan lijkt me bijna onmogelijk want in bijna alles zit dierlijke ingrediënten: in snoep zit gelatine wat van varkens afkomstig is, in koekjes zit melkpoeder en eigeel. Als vegan zou ik me constant schuldig voelen en stressen of ik toch niet per ongeluk iets dierlijks heb verorbert. Dus ik richt me op wat voor mij haalbaar is. Wat niet altijd bevorderlijk is voor smakelijke gerechten. Van de zomer at ik van die taaie vegaburgers op de barbecue die helemaal niet lekker waren. Ik sloot me aan bij Facebook-groepen die producten redden van de markt om verspilling tegen te gaan.

Het bericht Linda (36): ‘Ik help het klimaat door geen kinderen op de wereld te zetten’ verscheen eerst op V!VA - Niets te verbergen.

https://www.viva.nl/tijdschrift-viva/klimaat-duurzaam-geen-kinderen/