Discussie rondom schoolvakanties en extreem weer: kortere zomervakantie, langere mei- en najaarsvakantie? (TravelPro)

ANVR-directeur Frank Oostdam zegt dat het onvermijdelijk is dat er opnieuw gekeken moet worden naar de indeling van de schoolvakanties.

De Telegraaf heeft van de discussie rondom de schoolvakanties (en het extreme weer) zelfs hét voorpagina-artikel gemaakt van haar weekendeditie. Naast Oostdam komen in het artikel ook Arjan Kers (TUI Nederland), Steven van der Heijden (Corendon) en Erik Jan Reuver (SGR) aan het woord. De discussie rondom de schoolvakanties is een discussie die al jarenlang wordt gevoerd en waar vanuit het onderwijs niet enthousiast op wordt gereageerd.

Gebonden

"Als jij met je gezin op vakantie wilt, ben je gebonden aan schoolvakanties. Die zijn nu eenmaal in juli en augustus. Dan kun je wel die extreme temperatuur willen mijden, maar dat is wel de periode dat je kinderen vakantie hebben”, aldus Van der Heijden.

Snipperdagen

"We moeten over de indeling van de vakanties praten. Op de langere termijn moet je naar het zogenoemde schouderseizoen, kort voor of na het hoogseizoen, gaan kijken", aldus Oostdam in een interview met De Telegraaf. "Als tussenstap kun je denken aan een flexibeler schoolsysteem met snipperdagen. Het zal niet volgend jaar geregeld zijn, maar we zullen er ook niet aan ontkomen.”

Geen goed idee

Vorig jaar april vroeg Travelpro haar lezers nog naar de ideeën van de overheid met betrekking tot de schoolvakanties. Ruim 75% van de ruim 140 reisprofessionals, die op de besloten Facebook-pagina ‘Travelpro’s Only’ hebben gereageerd op de stelling over de vakantieplannen van de overheid, vinden het geen goed idee om de zomervakantie met een week in te korten en een week toe te voegen aan de kerstvakantie.

Afschrikken

Waar aan de ene kant in het artikel wordt gezegd dat de reiswereld de discussie rondom de indeling van de schoolvakanties wil oppakken gezien de discussie rondom extreem weer, wordt aan de andere kant benadrukt dat het extremere weer nog steeds relatief weinig reizigers treft én dat de massa zich niet écht laat afschrikken door de hitte of de kans op extremer weer. "Als de klant het wil, dan bieden wij het aan", aldus Kers.

Foto: Bosbranden in Turkije. © Bekir Vahit Telli / Shutterstock.com.

https://www.travelpro.nl/discussie-rondom-schoolvakanties-en-extreem-weer-kortere-zomervakantie-langere-mei-en-najaarsvakantie/

Hoe hebben de boekingen het gedaan in juli? (TravelPro)

Bosbranden en overstromingen overheersten het nieuws en in Nederland regende het, maar hoe hebben de boekingen het gedaan in juli?

In juli was er sprake van een toename van het aantal boekingen, een stijging van 17% vergeleken met dezelfde periode vorig jaar, zo blijkt uit de ANVR/Gfk Boekingsmonitor. "Natuurlijk moeten we deze groei wel in perspectief plaatsen met de capaciteitsbeperkingen op Schiphol van het voorgaande jaar. Echter, vergeleken met het jaar voor de coronacrisis, 2019, is er zeker sprake van groei", zo schrijft de ANVR. Daarnaast wordt genoemd dat het verhoogde aantal reisreserveringen waarschijnlijk ook deels toe te schrijven is aan het weer in juli.

Groei

Spanje stond aan de top met een groei van 44%. De Scandinavische landen Noorwegen en Denemarken lieten ook dubbelcijferige groeipercentages zien. Turkije kende eveneens een positieve ontwikkeling, met een stijging van 14% na een periode van stagnatie.

Buiten Europa

Boekingen vanuit alle continenten buiten Europa namen aanzienlijk toe. Azië liet een indrukwekkende groei zien van 74%. Ondanks dat er nog enige achterstand is in vergelijking met het pré-corona jaar 2019, hebben Zuid-Amerika (met name dankzij Curaçao en Bonaire) en Afrika al betere resultaten behaald dan in 2019.

Last minute

Meer dan 50% werd geboekt voor vertrek in dezelfde maand of de maand augustus. Deze last minute boekingenpiek lijkt niet sterk afwijkend vergeleken met de 'normale' last minute piek in juli.

Foto copyright: Shutterstock.com.

https://www.travelpro.nl/hoe-hebben-de-boekingen-het-gedaan-in-juli/

Niks mis met een beetje klimaatstress (Kennislink)

Een schuldgevoel als je een vliegreis boekt? Het is een ongemakkelijke emotie, maar ook een nuttige. Ecostress kan aanzetten tot klimaatvriendelijker gedrag. “Dat is de constructieve kant ervan: eco-emoties kunnen motiverend werken.”

Eerste hulp bij klimaatstress

Na twee zomers kamperen in je tentje in Nederland wil je eindelijk weer eens op een verre vliegvakantie. Maar je schaamt je om het aan anderen te vertellen. Wil je lang douchen, maar vindt jouw partner dat niet goed voor het milieu? Twijfel jij ook weleens aan wat je nou echt kan doen voor een beter klimaat en ben je daar soms gestrest over? Of valt het in jouw ogen allemaal wel mee? In de inspiratiesessie ‘Eerste hulp bij klimaatstress’ op donderdag 13 oktober gaan we in gesprek over persoonlijke ervaringen met klimaatverandering. Houd je hoofd koel en ontdek samen met klimaatpsycholoog Jeanine Pothuizen hoe je het beste omgaat met emoties rondom het klimaat. Lees meer en reserveer tickets

Er was een tijd waarin iedereen zoveel energie, kleding en voedsel kon gebruiken als maar voorhanden was. Dat kan nu nog steeds, mits je een goedgevulde bankrekening hebt, maar er is wel wat veranderd. Een hamburger eten zonder schuldgevoel lukt negen procent van de Nederlanders niet meer. Stedentripje met het vliegtuig? Twaalf procent van de Nederlanders voelt zich daar slecht over. Toegegeven: de overgrote meerderheid heeft die schuldgevoelens niet, maar dat betekent niet dat klimaatverandering hen koud laat. Volgens het CBS maakt driekwart van de bevolking zich zorgen over de gevolgen van klimaatverandering voor toekomstige generaties.

Nooit eerder waren we ons zó bewust van de impact van onze leefstijl op de planeet. Op de redactie van NEMO Kennislink ervaren we het ook. Werkend aan dit thema over klimaat en energie zijn we steeds meer gaan nadenken over onze eigen keuzes. “Vroeger had ik nooit last van vliegschaamte”, merkte een redacteur peinzend op. Bij een andere collega schiet elke keer als hij iets weggooit in de vuilnisbak dezelfde gedachte door het hoofd: “Weer afval.”

Berichten over stijgende zeespiegels, bosbranden en overstromingen als gevolg van een samenleving die draait op kolen en olie, maken bij meer mensen ongemakkelijke emoties los. Piekeren, schuldgevoelens, schaamte, boosheid, moedeloosheid; klimaatpsychologen scharen het onder de noemer ‘ecostress’ of ‘klimaatstress’. Wat moeten we met die verwarrende emoties?

Bezorgd over het klimaat

‘s Nachts verlamd van angst wakker liggen, denkend aan een naderende apocalyps? Zó serieus hoeft ecostress niet te zijn. Ja, er zijn mensen die diep ongelukkig worden van de groeiende klimaatproblemen en daar professionele hulp voor zoeken. Maar bij het gros van de eco-emoties gaat het volgens Thijs Bouman, omgevingspsycholoog aan de Rijksuniversiteit Groningen, bijvoorbeeld om worry, bezorgdheid. Mensen zijn – vaak terecht – bezorgd om bijvoorbeeld de natuur of de toekomst voor hun kleinkinderen. In wezen is dat een goed teken. We maken ons zorgen over dingen die ons aangaan, waar we waarde aan hechten. “Deze gevoelens illustreren dat klimaatverandering en de consequenties die eraan vastzitten, belangrijke thema’s voor veel mensen zijn.”

Er is dus ook een groep mensen bij wie de klimaatcrisis totaal geen emoties oproept: 25 procent van de Nederlanders is niet bezorgd. Waarom niet? Volgens Bouman zijn er verschillende redenen. “Misschien hechten deze mensen weinig waarde aan natuur en milieu. Of ze zijn er wel mee begaan, maar zien de dreiging van klimaatverandering niet. Het kan ook zijn dat mensen meer in het hier en nu leven en denken ‘het zal allemaal wel’.”

Motiverende gevoelens

Bouman onderzoekt wat die andere groep mensen, die zich wél betrokken voelt bij het probleem, motiveert om in actie te komen. Daarbij richt hij zich ook op schuldgevoelens die naar boven kunnen komen als iemand minder duurzaam handelt dan hij of zij eigenlijk zou willen. Bouman: “Je schuldig voelen is erkennen dat jouw gedrag consequenties heeft voor iets wat je belangrijk vindt, of wat door de maatschappij belangrijk wordt gevonden.”

Klimaatstress wordt meestal als iets slechts gezien, iets waardoor mensen zich machteloos voelen en denken ‘dit gaan we nooit oplossen’ en daarom liever wegkijken. Maar het kan ook anders gaan. Psychologen vermoeden dat een zekere mate van angst en stress nodig is om in actie te komen. Bij actie kun je denken aan klimaatbewuster leven, zoals korter douchen of vegetarisch eten, maar ook aan demonstreren of ‘groen’ overheidsbeleid steunen. Bouman: “Dat is de constructieve kant ervan, dat ecostress motiverend kan werken.”

Vliegschaamte

Bij vliegschaamte lijkt dat het geval, blijkt uit het promotieonderzoek van onderzoeker Nadja Zeiske aan de Rijksuniversiteit Groningen. Zij liet een paar honderd Nederlanders vragenlijsten invullen over hun (toekomstig) vlieggedrag en opvattingen erover. Deelnemers die aangaven vliegschaamte te ervaren, waren vaker bereid om in de toekomst minder te vliegen en wilden het vliegtuig best vervangen door bus of trein.

“De link tussen vliegen en klimaatverandering is zo vaak aangehaald in de media en maatschappij, dat het een morele kwestie is geworden”, zegt Zeiske. Nog niet zo heel lang geleden was de keuze voor vervoer puur praktisch. Was vliegen het snelst, goedkoopst of gemakkelijkst, dan koos je voor het vliegtuig. Nu niet meer: vliegen staat inmiddels bekend als een onduurzame manier van reizen. Vanuit moreel perspectief is zo min mogelijk vliegen het juiste om te doen. Mensen die met schaamte op het vliegtuig stappen, hebben die standaard geïnternaliseerd, maar voldoen er niet aan. Zeiske: “Hier komt schaamte vandaan: het gevoel dat je iets immoreels hebt gedaan.” Geen fijn gevoel, maar in principe is het een nuttige emotie. “Schaamte kan iemand ertoe aanzetten ander gedrag te vertonen, om weg te komen van dat nare gevoel.”

Aan schaamte aanwakkeren zit echter ook een risico. Om dat vervelende gevoel te omzeilen kunnen mensen redenen gaan bedenken waarom hun gedrag wel oké is. ‘Hoezo niet vliegen? Die vlucht gaat sowieso. En dat vlees ligt toch al in het schap? Als ik het niet eet, doet iemand anders het wel.’ In plaats van de bevolking schaamte aan te praten, wat niet erg ethisch is, zouden beleidsmakers ook op het positieve kunnen inspelen, denkt Zeiske. “Zeg niet alleen wat er verkeerd is aan vliegen, maar biedt een oplossing , een alternatief.” Ze zegt het zuchtend, want dat is nou juist het complexe bij het klimaatprobleem. Een trein naar Barcelona die twee keer zo veel kost als de vlucht, is geen oplossing. En voor wie familie wil opzoeken in Canada, bestaat er geen alternatief voor een intercontinentale vlucht.

Actie die ertoe doet

Wat Zeiske mat bij haar deelnemers was de bereidheid om minder te vliegen. Duurzamere keuzes maken begint met een intentie, maar de stap naar doen is niet makkelijk. Hoeveel we ook om het milieu geven, op weg naar ‘groen doen’ lopen veel mensen tegen barrières op. Waardeconflicten, om maar iets te noemen. Ook al is duurzaamheid voor velen een belangrijk thema, we vinden geld, comfort, plezier en zekerheid bijvoorbeeld ook belangrijk. Al die waarden verenigen in je gedrag lukt vaak niet.

Als je om je heen weinig duurzaams ziet gebeuren, is het makkelijk om te denken dat alleen jij om het klimaat geeft.

Ecostress kan bovendien alleen aanzetten tot klimaatbewuster leven als mensen het gevoel hebben dat hun duurzame actie ertoe doet. Stel: jij neemt met je goede bedoelingen de trein, maar ziet op straat overal slurpende SUV’s rijden. Bouman: “Op zo’n moment kun je denken dat je er alleen voor staat. Als je om je heen weinig duurzaams ziet gebeuren, is het makkelijk om te denken dat het niemand wat kan schelen. Je denkt dat jij meer om het klimaat geeft dan anderen, terwijl dat niet het geval hoeft te zijn.” Bij andere mensen zien we vooral wat er níét goed gaat. Maar misschien gedraagt die SUV-bestuurder zich op andere gebieden wel veel duurzamer dan jij. “Het is belangrijk te weten dat jij niet de enige bent die iets wil doen. Hoe meer je denkt dat anderen om het klimaat geven – burgers, maar ook bedrijven en overheden – hoe aanstekelijker dat werkt.”

Wat ecostress is helemaal zo slecht niet, zeggen klimaatpsychologen, zolang je je zorgen, schaamte en schuldgevoelens weet om te zetten in iets positiefs. Doe er iets mee. Bouman: “Onderzoek suggereert dat mensen die om duurzaamheid geven, wat er dus veel lijken te zijn, gelukkig worden van duurzaam handelen. Het maakt dat ze zich goed voelen over zichzelf.” In actie komen voor het klimaat levert dus ook iets op voor jezelf.

Bronnen:

https://www.nemokennislink.nl/publicaties/niks-mis-met-een-beetje-klimaatstress/

Niks mis met een beetje klimaatstress (Kennislink)

Een schuldgevoel als je een vliegreis boekt? Het is een ongemakkelijke emotie, maar ook een nuttige. Ecostress kan aanzetten tot klimaatvriendelijker gedrag. “Dat is de constructieve kant ervan: eco-emoties kunnen motiverend werken.”

Eerste hulp bij klimaatstress

Na twee zomers kamperen in je tentje in Nederland wil je eindelijk weer eens op een verre vliegvakantie. Maar je schaamt je om het aan anderen te vertellen. Wil je lang douchen, maar vindt jouw partner dat niet goed voor het milieu? Twijfel jij ook weleens aan wat je nou echt kan doen voor een beter klimaat en ben je daar soms gestrest over? Of valt het in jouw ogen allemaal wel mee? In de inspiratiesessie ‘Eerste hulp bij klimaatstress’ op donderdag 13 oktober gaan we in gesprek over persoonlijke ervaringen met klimaatverandering. Houd je hoofd koel en ontdek samen met klimaatpsycholoog Jeanine Pothuizen hoe je het beste omgaat met emoties rondom het klimaat. Lees meer en reserveer tickets

Er was een tijd waarin iedereen zoveel energie, kleding en voedsel kon gebruiken als maar voorhanden was. Dat kan nu nog steeds, mits je een goedgevulde bankrekening hebt, maar er is wel wat veranderd. Een hamburger eten zonder schuldgevoel lukt negen procent van de Nederlanders niet meer. Stedentripje met het vliegtuig? Twaalf procent van de Nederlanders voelt zich daar slecht over. Toegegeven: de overgrote meerderheid heeft die schuldgevoelens niet, maar dat betekent niet dat klimaatverandering hen koud laat. Volgens het CBS maakt driekwart van de bevolking zich zorgen over de gevolgen van klimaatverandering voor toekomstige generaties.

Nooit eerder waren we ons zó bewust van de impact van onze leefstijl op de planeet. Op de redactie van NEMO Kennislink ervaren we het ook. Werkend aan dit thema over klimaat en energie zijn we steeds meer gaan nadenken over onze eigen keuzes. “Vroeger had ik nooit last van vliegschaamte”, merkte een redacteur peinzend op. Bij een andere collega schiet elke keer als hij iets weggooit in de vuilnisbak dezelfde gedachte door het hoofd: “Weer afval.”

Berichten over stijgende zeespiegels, bosbranden en overstromingen als gevolg van een samenleving die draait op kolen en olie, maken bij meer mensen ongemakkelijke emoties los. Piekeren, schuldgevoelens, schaamte, boosheid, moedeloosheid; klimaatpsychologen scharen het onder de noemer ‘ecostress’ of ‘klimaatstress’. Wat moeten we met die verwarrende emoties?

Bezorgd over het klimaat

‘s Nachts verlamd van angst wakker liggen, denkend aan een naderende apocalyps? Zó serieus hoeft ecostress niet te zijn. Ja, er zijn mensen die diep ongelukkig worden van de groeiende klimaatproblemen en daar professionele hulp voor zoeken. Maar bij het gros van de eco-emoties gaat het volgens Thijs Bouman, omgevingspsycholoog aan de Rijksuniversiteit Groningen, bijvoorbeeld om worry, bezorgdheid. Mensen zijn – vaak terecht – bezorgd om bijvoorbeeld de natuur of de toekomst voor hun kleinkinderen. In wezen is dat een goed teken. We maken ons zorgen over dingen die ons aangaan, waar we waarde aan hechten. “Deze gevoelens illustreren dat klimaatverandering en de consequenties die eraan vastzitten, belangrijke thema’s voor veel mensen zijn.”

Er is dus ook een groep mensen bij wie de klimaatcrisis totaal geen emoties oproept: 25 procent van de Nederlanders is niet bezorgd. Waarom niet? Volgens Bouman zijn er verschillende redenen. “Misschien hechten deze mensen weinig waarde aan natuur en milieu. Of ze zijn er wel mee begaan, maar zien de dreiging van klimaatverandering niet. Het kan ook zijn dat mensen meer in het hier en nu leven en denken ‘het zal allemaal wel’.”

Motiverende gevoelens

Bouman onderzoekt wat die andere groep mensen, die zich wél betrokken voelt bij het probleem, motiveert om in actie te komen. Daarbij richt hij zich ook op schuldgevoelens die naar boven kunnen komen als iemand minder duurzaam handelt dan hij of zij eigenlijk zou willen. Bouman: “Je schuldig voelen is erkennen dat jouw gedrag consequenties heeft voor iets wat je belangrijk vindt, of wat door de maatschappij belangrijk wordt gevonden.”

Klimaatstress wordt meestal als iets slechts gezien, iets waardoor mensen zich machteloos voelen en denken ‘dit gaan we nooit oplossen’ en daarom liever wegkijken. Maar het kan ook anders gaan. Psychologen vermoeden dat een zekere mate van angst en stress nodig is om in actie te komen. Bij actie kun je denken aan klimaatbewuster leven, zoals korter douchen of vegetarisch eten, maar ook aan demonstreren of ‘groen’ overheidsbeleid steunen. Bouman: “Dat is de constructieve kant ervan, dat ecostress motiverend kan werken.”

Vliegschaamte

Bij vliegschaamte lijkt dat het geval, blijkt uit het promotieonderzoek van onderzoeker Nadja Zeiske aan de Rijksuniversiteit Groningen. Zij liet een paar honderd Nederlanders vragenlijsten invullen over hun (toekomstig) vlieggedrag en opvattingen erover. Deelnemers die aangaven vliegschaamte te ervaren, waren vaker bereid om in de toekomst minder te vliegen en wilden het vliegtuig best vervangen door bus of trein.

“De link tussen vliegen en klimaatverandering is zo vaak aangehaald in de media en maatschappij, dat het een morele kwestie is geworden”, zegt Zeiske. Nog niet zo heel lang geleden was de keuze voor vervoer puur praktisch. Was vliegen het snelst, goedkoopst of gemakkelijkst, dan koos je voor het vliegtuig. Nu niet meer: vliegen staat inmiddels bekend als een onduurzame manier van reizen. Vanuit moreel perspectief is zo min mogelijk vliegen het juiste om te doen. Mensen die met schaamte op het vliegtuig stappen, hebben die standaard geïnternaliseerd, maar voldoen er niet aan. Zeiske: “Hier komt schaamte vandaan: het gevoel dat je iets immoreels hebt gedaan.” Geen fijn gevoel, maar in principe is het een nuttige emotie. “Schaamte kan iemand ertoe aanzetten ander gedrag te vertonen, om weg te komen van dat nare gevoel.”

Aan schaamte aanwakkeren zit echter ook een risico. Om dat vervelende gevoel te omzeilen kunnen mensen redenen gaan bedenken waarom hun gedrag wel oké is. ‘Hoezo niet vliegen? Die vlucht gaat sowieso. En dat vlees ligt toch al in het schap? Als ik het niet eet, doet iemand anders het wel.’ In plaats van de bevolking schaamte aan te praten, wat niet erg ethisch is, zouden beleidsmakers ook op het positieve kunnen inspelen, denkt Zeiske. “Zeg niet alleen wat er verkeerd is aan vliegen, maar biedt een oplossing , een alternatief.” Ze zegt het zuchtend, want dat is nou juist het complexe bij het klimaatprobleem. Een trein naar Barcelona die twee keer zo veel kost als de vlucht, is geen oplossing. En voor wie familie wil opzoeken in Canada, bestaat er geen alternatief voor een intercontinentale vlucht.

Actie die ertoe doet

Wat Zeiske mat bij haar deelnemers was de bereidheid om minder te vliegen. Duurzamere keuzes maken begint met een intentie, maar de stap naar doen is niet makkelijk. Hoeveel we ook om het milieu geven, op weg naar ‘groen doen’ lopen veel mensen tegen barrières op. Waardeconflicten, om maar iets te noemen. Ook al is duurzaamheid voor velen een belangrijk thema, we vinden geld, comfort, plezier en zekerheid bijvoorbeeld ook belangrijk. Al die waarden verenigen in je gedrag lukt vaak niet.

Als je om je heen weinig duurzaams ziet gebeuren, is het makkelijk om te denken dat alleen jij om het klimaat geeft.

Ecostress kan bovendien alleen aanzetten tot klimaatbewuster leven als mensen het gevoel hebben dat hun duurzame actie ertoe doet. Stel: jij neemt met je goede bedoelingen de trein, maar ziet op straat overal slurpende SUV’s rijden. Bouman: “Op zo’n moment kun je denken dat je er alleen voor staat. Als je om je heen weinig duurzaams ziet gebeuren, is het makkelijk om te denken dat het niemand wat kan schelen. Je denkt dat jij meer om het klimaat geeft dan anderen, terwijl dat niet het geval hoeft te zijn.” Bij andere mensen zien we vooral wat er níét goed gaat. Maar misschien gedraagt die SUV-bestuurder zich op andere gebieden wel veel duurzamer dan jij. “Het is belangrijk te weten dat jij niet de enige bent die iets wil doen. Hoe meer je denkt dat anderen om het klimaat geven – burgers, maar ook bedrijven en overheden – hoe aanstekelijker dat werkt.”

Wat ecostress is helemaal zo slecht niet, zeggen klimaatpsychologen, zolang je je zorgen, schaamte en schuldgevoelens weet om te zetten in iets positiefs. Doe er iets mee. Bouman: “Onderzoek suggereert dat mensen die om duurzaamheid geven, wat er dus veel lijken te zijn, gelukkig worden van duurzaam handelen. Het maakt dat ze zich goed voelen over zichzelf.” In actie komen voor het klimaat levert dus ook iets op voor jezelf.

Bronnen:

https://www.nemokennislink.nl/publicaties/niks-mis-met-een-beetje-klimaatstress/

Niks mis met een beetje klimaatstress (Kennislink)

Een schuldgevoel als je een vliegreis boekt? Het is een ongemakkelijke emotie, maar ook een nuttige. Ecostress kan aanzetten tot klimaatvriendelijker gedrag. “Dat is de constructieve kant ervan: eco-emoties kunnen motiverend werken.”

Eerste hulp bij klimaatstress

Na twee zomers kamperen in je tentje in Nederland wil je eindelijk weer eens op een verre vliegvakantie. Maar je schaamt je om het aan anderen te vertellen. Wil je lang douchen, maar vindt jouw partner dat niet goed voor het milieu? Twijfel jij ook weleens aan wat je nou echt kan doen voor een beter klimaat en ben je daar soms gestrest over? Of valt het in jouw ogen allemaal wel mee? In de inspiratiesessie ‘Eerste hulp bij klimaatstress’ op donderdag 13 oktober gaan we in gesprek over persoonlijke ervaringen met klimaatverandering. Houd je hoofd koel en ontdek samen met klimaatpsycholoog Jeanine Pothuizen hoe je het beste omgaat met emoties rondom het klimaat. Lees meer en reserveer tickets

Er was een tijd waarin iedereen zoveel energie, kleding en voedsel kon gebruiken als maar voorhanden was. Dat kan nu nog steeds, mits je een goedgevulde bankrekening hebt, maar er is wel wat veranderd. Een hamburger eten zonder schuldgevoel lukt negen procent van de Nederlanders niet meer. Stedentripje met het vliegtuig? Twaalf procent van de Nederlanders voelt zich daar slecht over. Toegegeven: de overgrote meerderheid heeft die schuldgevoelens niet, maar dat betekent niet dat klimaatverandering hen koud laat. Volgens het CBS maakt driekwart van de bevolking zich zorgen over de gevolgen van klimaatverandering voor toekomstige generaties.

Nooit eerder waren we ons zó bewust van de impact van onze leefstijl op de planeet. Op de redactie van NEMO Kennislink ervaren we het ook. Werkend aan dit thema over klimaat en energie zijn we steeds meer gaan nadenken over onze eigen keuzes. “Vroeger had ik nooit last van vliegschaamte”, merkte een redacteur peinzend op. Bij een andere collega schiet elke keer als hij iets weggooit in de vuilnisbak dezelfde gedachte door het hoofd: “Weer afval.”

Berichten over stijgende zeespiegels, bosbranden en overstromingen als gevolg van een samenleving die draait op kolen en olie, maken bij meer mensen ongemakkelijke emoties los. Piekeren, schuldgevoelens, schaamte, boosheid, moedeloosheid; klimaatpsychologen scharen het onder de noemer ‘ecostress’ of ‘klimaatstress’. Wat moeten we met die verwarrende emoties?

Bezorgd over het klimaat

‘s Nachts verlamd van angst wakker liggen, denkend aan een naderende apocalyps? Zó serieus hoeft ecostress niet te zijn. Ja, er zijn mensen die diep ongelukkig worden van de groeiende klimaatproblemen en daar professionele hulp voor zoeken. Maar bij het gros van de eco-emoties gaat het volgens Thijs Bouman, omgevingspsycholoog aan de Rijksuniversiteit Groningen, bijvoorbeeld om worry, bezorgdheid. Mensen zijn – vaak terecht – bezorgd om bijvoorbeeld de natuur of de toekomst voor hun kleinkinderen. In wezen is dat een goed teken. We maken ons zorgen over dingen die ons aangaan, waar we waarde aan hechten. “Deze gevoelens illustreren dat klimaatverandering en de consequenties die eraan vastzitten, belangrijke thema’s voor veel mensen zijn.”

Er is dus ook een groep mensen bij wie de klimaatcrisis totaal geen emoties oproept: 25 procent van de Nederlanders is niet bezorgd. Waarom niet? Volgens Bouman zijn er verschillende redenen. “Misschien hechten deze mensen weinig waarde aan natuur en milieu. Of ze zijn er wel mee begaan, maar zien de dreiging van klimaatverandering niet. Het kan ook zijn dat mensen meer in het hier en nu leven en denken ‘het zal allemaal wel’.”

Motiverende gevoelens

Bouman onderzoekt wat die andere groep mensen, die zich wél betrokken voelt bij het probleem, motiveert om in actie te komen. Daarbij richt hij zich ook op schuldgevoelens die naar boven kunnen komen als iemand minder duurzaam handelt dan hij of zij eigenlijk zou willen. Bouman: “Je schuldig voelen is erkennen dat jouw gedrag consequenties heeft voor iets wat je belangrijk vindt, of wat door de maatschappij belangrijk wordt gevonden.”

Klimaatstress wordt meestal als iets slechts gezien, iets waardoor mensen zich machteloos voelen en denken ‘dit gaan we nooit oplossen’ en daarom liever wegkijken. Maar het kan ook anders gaan. Psychologen vermoeden dat een zekere mate van angst en stress nodig is om in actie te komen. Bij actie kun je denken aan klimaatbewuster leven, zoals korter douchen of vegetarisch eten, maar ook aan demonstreren of ‘groen’ overheidsbeleid steunen. Bouman: “Dat is de constructieve kant ervan, dat ecostress motiverend kan werken.”

Vliegschaamte

Bij vliegschaamte lijkt dat het geval, blijkt uit het promotieonderzoek van onderzoeker Nadja Zeiske aan de Rijksuniversiteit Groningen. Zij liet een paar honderd Nederlanders vragenlijsten invullen over hun (toekomstig) vlieggedrag en opvattingen erover. Deelnemers die aangaven vliegschaamte te ervaren, waren vaker bereid om in de toekomst minder te vliegen en wilden het vliegtuig best vervangen door bus of trein.

“De link tussen vliegen en klimaatverandering is zo vaak aangehaald in de media en maatschappij, dat het een morele kwestie is geworden”, zegt Zeiske. Nog niet zo heel lang geleden was de keuze voor vervoer puur praktisch. Was vliegen het snelst, goedkoopst of gemakkelijkst, dan koos je voor het vliegtuig. Nu niet meer: vliegen staat inmiddels bekend als een onduurzame manier van reizen. Vanuit moreel perspectief is zo min mogelijk vliegen het juiste om te doen. Mensen die met schaamte op het vliegtuig stappen, hebben die standaard geïnternaliseerd, maar voldoen er niet aan. Zeiske: “Hier komt schaamte vandaan: het gevoel dat je iets immoreels hebt gedaan.” Geen fijn gevoel, maar in principe is het een nuttige emotie. “Schaamte kan iemand ertoe aanzetten ander gedrag te vertonen, om weg te komen van dat nare gevoel.”

Aan schaamte aanwakkeren zit echter ook een risico. Om dat vervelende gevoel te omzeilen kunnen mensen redenen gaan bedenken waarom hun gedrag wel oké is. ‘Hoezo niet vliegen? Die vlucht gaat sowieso. En dat vlees ligt toch al in het schap? Als ik het niet eet, doet iemand anders het wel.’ In plaats van de bevolking schaamte aan te praten, wat niet erg ethisch is, zouden beleidsmakers ook op het positieve kunnen inspelen, denkt Zeiske. “Zeg niet alleen wat er verkeerd is aan vliegen, maar biedt een oplossing , een alternatief.” Ze zegt het zuchtend, want dat is nou juist het complexe bij het klimaatprobleem. Een trein naar Barcelona die twee keer zo veel kost als de vlucht, is geen oplossing. En voor wie familie wil opzoeken in Canada, bestaat er geen alternatief voor een intercontinentale vlucht.

Actie die ertoe doet

Wat Zeiske mat bij haar deelnemers was de bereidheid om minder te vliegen. Duurzamere keuzes maken begint met een intentie, maar de stap naar doen is niet makkelijk. Hoeveel we ook om het milieu geven, op weg naar ‘groen doen’ lopen veel mensen tegen barrières op. Waardeconflicten, om maar iets te noemen. Ook al is duurzaamheid voor velen een belangrijk thema, we vinden geld, comfort, plezier en zekerheid bijvoorbeeld ook belangrijk. Al die waarden verenigen in je gedrag lukt vaak niet.

Als je om je heen weinig duurzaams ziet gebeuren, is het makkelijk om te denken dat alleen jij om het klimaat geeft.

Ecostress kan bovendien alleen aanzetten tot klimaatbewuster leven als mensen het gevoel hebben dat hun duurzame actie ertoe doet. Stel: jij neemt met je goede bedoelingen de trein, maar ziet op straat overal slurpende SUV’s rijden. Bouman: “Op zo’n moment kun je denken dat je er alleen voor staat. Als je om je heen weinig duurzaams ziet gebeuren, is het makkelijk om te denken dat het niemand wat kan schelen. Je denkt dat jij meer om het klimaat geeft dan anderen, terwijl dat niet het geval hoeft te zijn.” Bij andere mensen zien we vooral wat er níét goed gaat. Maar misschien gedraagt die SUV-bestuurder zich op andere gebieden wel veel duurzamer dan jij. “Het is belangrijk te weten dat jij niet de enige bent die iets wil doen. Hoe meer je denkt dat anderen om het klimaat geven – burgers, maar ook bedrijven en overheden – hoe aanstekelijker dat werkt.”

Wat ecostress is helemaal zo slecht niet, zeggen klimaatpsychologen, zolang je je zorgen, schaamte en schuldgevoelens weet om te zetten in iets positiefs. Doe er iets mee. Bouman: “Onderzoek suggereert dat mensen die om duurzaamheid geven, wat er dus veel lijken te zijn, gelukkig worden van duurzaam handelen. Het maakt dat ze zich goed voelen over zichzelf.” In actie komen voor het klimaat levert dus ook iets op voor jezelf.

Bronnen:

https://www.nemokennislink.nl/publicaties/niks-mis-met-een-beetje-klimaatstress/