Er zijn niet meer maar mínder natuurbranden. Ze hebben wel een andere oorzaak (Welingelichte Kringen)

Uit alle hoeken van de planeet komen beelden van afschrikwekkende bosbranden. Met de hevige vuren in Griekenland kwam het niet vaak zo dichtbij. Toch zijn er in totaal niet méér branden dan vroeger. Wel zijn ze heviger én het gevolg van klimaatverandering.

Guido van der Werf, fysisch geograaf en hoogleraar aan de Vrije Universiteit Amsterdam, legt in de Volkskrant uit dat de branden zijn veranderd: “Twee jaar terug zagen we opvallend veel branden in de toendra’s van het Arctisch gebied, hoger dan 67 graden noorderbreedte, waar het normaal donker en koud is. Het jaar daarna zagen we daar echter nog heviger branden. Dat betekent dat veranderingen snel kunnen gaan en de extremen heviger worden. Maar het is niet zo dat er nu driemaal zoveel bosbranden zijn als pakweg twintig jaar geleden. De langere termijn blijft lastig te overzien: het kan best dat het volgend jaar rustiger blijft in de regio’s waar branden nu zo hevig woeden.”

Van der Werf, die al 20 jaar onderzoek doet naar bosbranden, heeft een eenvoudige verklaring voor het afnemen ervan: “De meeste branden vinden plaats in Afrika en Australië. Dat zijn continenten waar van oudsher veel savannes liggen – graslandschappen met hier en daar wat bomen. Zulke vlaktes zijn zeer gevoelig voor branden, dat hoort echt bij dat type landschap. Nu wereldwijd de vraag naar landbouwgrond stijgt, gaat dat vaak ten koste van de savannes. Hun oppervlakte neemt dus af, en daarmee ook de kans op brand daar.”

Er is volgens de wetenschapper wel een toename van het aantal branden in Noord-Amerika, Siberië en het Arctisch gebied. “Die gebieden warmen relatief sneller op dan gebieden dichter bij de evenaar. Door stijgende temperaturen en bijvoorbeeld eerder smeltende sneeuw in boreale gebieden drogen bomen en bodem sneller uit en wordt het brandseizoen verlengd. Zeker wanneer periodes zonder neerslag ook langer worden – wat nu het geval is.”

Door de opwarming van de aarde ontstaan de bosbranden nu dus op andere plekken waar ze meer impact hebben en verdwijnen ze – eveneens door menselijk toedoen – op de savanne.

https://www.welingelichtekringen.nl/natuur-en-milieu/2937969/er-zijn-niet-meer-maar-minder-natuurbranden-ze-hebben-wel-een-andere-oorzaak.html

Nederland laat Afghaans personeel aan lot over, andere landen veel ruimhartiger (Welingelichte Kringen)

Afghanen die voor de Nederlandse Defensie werkten, verkeren in doodsnood, nu de taliban oprukt en Nederland maar blijft aarzelen om ze op te vangen. Andere landen zijn veel ruimhartiger.

In totaal heeft Nederland 273 Afghaanse tolken ingehuurd tijdens militaire missies in Afghanistan. Daarnaast is er allerlei ander personeel zoals bewakers die ook voor de Nederlandse overheid werkten. Die laatste groep komt helemaal niet in aanmerking voor opvang en van de tolken zijn er nog maar een stuk of honderd nu in Nederland.

Verschillende betrokkenen laken de trage reactie van Den Haag. Nu de westerse troepen zich hebben teruggetrokken uit Afghanistan rukt de taliban snel op en is de nood hoog bij het Afghaanse personeel dat nog in het land is.

Treurig
Daarnaast is Nederland minder ruimhartig met de opvang dan andere westerse landen concludeert politicologe Sara de Jong van de Universiteit van York, die al sinds 2017 de bescherming van Afghaanse en Iraakse tolken onderzoekt. “Het is treurig om te zien dat Nederland pas na veel druk door onder anderen veteranen, bereid is tolken in aanmerking te laten komen voor een asielaanvraag,” zegt ze in de Volkskrant. “Terwijl nog veel meer soorten lokale medewerkers mogelijk gevaar lopen.”

Ter vergelijking: de VS lieten al 20.000 tolken en andere medewerkers van USAid overkomen met hun gezinnen. Sinds vorige week krijgen ook de partners van andere ontwikkelingsorganisaties asiel. Het Verenigd Koninkrijk hanteert dezelfde norm: Afghaanse ambassademedewerkers, bewakers van kampementen en fixers van journalisten zijn welkom in het VK. Ook Duitsland neemt meer Afghaans personeel op, zoals plaatselijke ontwikkelingswerkers.

Het is een politieke keuze van Nederland om de Afghanen aan hun lot over te laten. “In andere landen bestaat brede steun om deze groep Afghanen, die hebben geholpen onder moeilijke omstandigheden, asiel te verlenen. En ik vermoed dat veel Nederlanders er ook zo over denken.”

https://www.welingelichtekringen.nl/politiek/2937952/nederland-laat-afghaans-personeel-aan-lot-over-andere-landen-veel-ruimhartiger.html

Hoe houden we hoop in de klimaatcrisis? (OneWorld)

https://www.oneworld.nl/app/uploads/2021/05/asha-ten-broeke-875x505.jpg

Onze klimaatkoers maakt zelfs rationele onderzoekers bang, ziet Asha ten Broeke. Volgens haar is er maar één remedie: politiek verzet. “Hoop kun je alleen verdienen door in actie te komen.”

Toen ik moeder werd, sprak ik met mezelf af dat ik niet cynisch mocht worden; ik had immers de verantwoordelijkheid voor een nieuw leven op me genomen en daarmee mezelf ertoe verplicht om nooit op te geven. Maar hoe blijf je hoopvol? Hoe blijf je geloven dat de klimaatcatastrofe iets is wat we kunnen afwenden als de leiders van je land maar blijven treuzelen en uitstellen? Als je ziet dat we bijna geen tijd meer hebben om de aarde zoals ze is te behouden voor onze kinderen? Ik worstel met deze vragen.

Makkelijk is anders. Soms lees ik iets, een stukje in de krant, een boek, en ontglipt de hoop me. Zoals laatst, toen ik op academische nieuwssite The Conversation een lang artikel las van drie klimaatwetenschappers over de plannen om rond 2050 het punt te bereiken waarop landen als de onze netto geen CO2 meer uitstoten. Het idee is dat we zo de opwarming van de aarde onder de 1,5 graad kunnen houden, conform het Akkoord van Parijs.

Onze klimaatkoers maakt zelfs rationele onderzoekers bang

De onderzoekers zijn tot een pijnlijk besef gekomen: het gaat niet lukken. En wel hierom: elk scenario dat leidt tot een CO2-neutrale samenleving leunt zwaar op technologie om CO2 af te vangen of uit de lucht te slurpen en daarna voorgoed op te slaan. Maar deze technologie is speculatief: ze bestaat nog niet of kan nooit op grote schaal toegepast worden. Achter de schermen noemen wetenschappers het Parijsakkoord daarom onmogelijk, onhaalbaar. De vertwijfeling van de auteurs is voelbaar. Dat raakte me: rationele onderzoekers die toegeven dat de huidige koers hen bang maakt.

Hoop moet je verdienen, door politiek verzet

Alleen als we onmiddellijk onze CO2-uitstoot gigantisch laten dalen, valt de boel nog te redden. En daar lijkt vooralsnog geen enkele regering toe bereid. Maar als wetenschappers niet geloven in het Parijsakkoord en politici niet onverwijld groots en meeslepend ingrijpen, waar kan ik dan nog op hopen?

Het antwoord is: op mensen. Op mezelf. ‘Je kunt niet gewoon een beetje gaan zitten wachten op hoop’, zei Greta Thunberg. ‘Hoop is iets wat je moet verdienen.’ En dat verdienen, dat doe je door iets te doen. En dan heb ik het niet over een ledlampje indraaien, maar over politiek verzet. Gebruik je stem elke keer dat je de kans krijgt. Sluit je aan bij een actiegroep. Mail een Kamerlid, raadslid, waterschapslid, Provinciale Statenlid of andere volksvertegenwoordiger. Ga na corona weer met al je vrienden demonstreren. Bezet een kruispunt. Want hoop komt voort uit actie. Desnoods tegen de klippen op.

Deze column verscheen eerder in OneWorld magazine.

 

De apocalyps-verzekering van de superrijken

Elk jaar meer vuur (tot de bossen op zijn)

Asha ten Broeke

Het bericht Hoe houden we hoop in de klimaatcrisis? verscheen eerst op OneWorld.

https://www.oneworld.nl/lezen/column/hoe-houden-we-hoop-in-de-klimaatcrisis/

Hoe bereid ik me voor op een klimaatramp? (OneWorld)

https://www.oneworld.nl/app/uploads/2020/01/doomsday_prepping_ingekleurd3-875x712.jpg

Het klimaat is opgewarmd door de mens, zegt het nieuwste IPCC-rapport. Waarom lukt het dan toch niet om mijn gedrag te veranderen? vraagt journalist Rosa Boland zich af. Ze gaat op zoek naar inspiratie om in actie te komen.

Ik behoor tot de inmiddels grote groep mensen die weet dat klimaatproblemen in belangrijke mate door mensen worden veroorzaakt, dat er in mijn leven nog voelbare gevolgen van klimaatverandering zullen zijn en dat gedragsverandering noodzakelijk is. Toch kom ik niet in actie, maar kruip ik apathisch onder een dekentje als ik het zoveelste onheilspellende klimaatrapport lees. Ik kan me geen wereld voorstellen waarin we doen wat nodig is om de temperatuur niet verder te laten stijgen dan twee graden. Met als gevolg dat ik zelf ook weinig doe.

Dat kan liggen aan het feit dat wij mensen onze toekomstige ik als een complete vreemdeling zien; we zijn niet in staat ons in te leven in zijn of haar problemen en gevoelens. In een onderzoek waarin mensen beslissen hoeveel slokjes van een smerige cocktail zij respectievelijk zichzelf en hun toekomstige ik laten nemen, moet de toekomstige ik steevast meer slikken. Ook als het aankomt op klimaatverandering is duidelijk dat we niet veel geven om onze toekomstige ik.

Klimaatverandering is een ongeopende rekening die we lieverniet onder ogen willen zien

In een ander onderzoek worden mensen die zijn getroffen door orkaan Sandy onder de loep genomen. Het blijkt dat zelfs deze mensen niet zijn te porren voor een duurzame levensstijl. Ze willen terug naar de normaliteit van vóór de ramp, ook al weten ze dat ‘normaal’ ook een fossiele economie betekent, die de kans op een volgende natuurramp verhoogt. Klimaatverandering is een soort ongeopende rekening die we maar niet onder ogen willen zien.

De rijkste mensen op aarde lijken ondertussen wél rekening te houden met hun toekomstige zelf. Grote verdieners uit Silicon Valley laten bunkers bouwen in Nieuw-Zeeland, vele anderen laten safe rooms bouwen in hun huizen. Sommigen gaan contracten aan om hun lichaam na hun dood te laten invriezen, met het idee dat ze in betere tijden weer tot leven gewekt kunnen worden.

Ik heb geen geld voor dat soort fratsen en pak het liever wat fantasierijker aan. Maar hoe bereid ik me voor op een nieuwe wereld, of kan ik me in ieder geval wat meer inleven in de vreemdeling die mijn toekomstige ik nu nog is? Ik geef mijn verbeelding een kick-start met kunstwerken uit landen waar al (klimaat)chaos heerst.

Buitenlandse investeerders kopen grond met waterbronnen terwijl niet alle Ghanezen schoon drinkwater hebben

Zo toonde De Kerk in Arnhem een expositie over sociale rechtvaardigheid en klimaatverandering. Onder de titel Stormy Weather uitten kunstenaars over de hele wereld er hun zorgen. Dat levert geen clichébeelden op van vervallen steden en een apocalyptisch land vol zombies, maar een reële blik op de sociale problemen die ontstaan wanneer een samenleving door schaarste en chaos genoodzaakt is opnieuw te bepalen wie waar recht op heeft – wat me een goede voorbereiding op de toekomst lijkt.

Kunstenaar Serge Attukwei Clottey heeft jerrycans in stukjes gesneden en die vervolgens aan elkaar gesmolten tot een groot geel gordijn dat midden in de kerk hangt. In Ghana worden deze gele jerrycans Kufuor gallons genoemd, naar de voormalige president van Ghana, John Agyekum Kufuor, die ze massaal liet verspreiden tijdens de veelvuldige perioden van droogte in het land. Inmiddels dragen de plastic tanks zelf bij aan een milieuramp; de grote hoeveelheid verloren geraakt plastic verstopt het riool in de grote steden en brengt dieren op het strand en in de zee in gevaar.

Clottey wil met zijn werk de rol aantonen die privilege speelt bij milieurampen. Per e-mail laat hij weten: ‘Op dit moment wordt er veel grond met waterbronnen opgekocht door buitenlandse investeerders. Ondertussen hebben niet alle Ghanezen schoon drinkwater. Mijn werk symboliseert de scheidslijn tussen de stedelijke ruimte, waar nog altijd veel zwerfafval ligt, en de nieuwe, moderne woonwijken.’

Klimaatverandering zorgt ook dat mensen hun handen uit de mouwen steken en samenwerken

Het is een mooie illustratie van hoe mensen met de minste middelen het hardst getroffen (zullen) worden door klimaatchaos. Het dwingt me om na te denken over mijn rol als inwoner van een welvarend land. (Ik heb mijn plastichuishouding bepaald niet op orde.)

Een ander tentoongesteld werk laat zien hoe een ramp ook in staat is mensen te verbinden. In Deep Weather van de Zwitserse videokunstenaar Ursula Biemann zien we hoe duizenden mensen in Bangladesh samen de strijd aangaan tegen de stijgende zeespiegel door met de hand dijken te bouwen van modderzakken. Het grijpt me aan dat klimaatverandering niet alleen voor verdeeldheid zorgt, maar er ook voor zorgt dat mensen de handen uit de mouwen steken en samenwerken.

Geen historische wortels

Niet alleen beeldend kunstenaars, ook sommige schrijvers wagen zich aan de vraag waarom het zo moeilijk is om actie te ondernemen tegen klimaatverandering. Zoals Lieke Marsman, met haar boek Het tegenovergestelde van een mens. Ze weet daarin goed het verlammende effect van klimaatverandering te beschrijven: ‘Het rare aan angst is dat de wereld in angst nog precies zo is als hij daarvoor was, en toch lijkt alles voorgoed veranderd, juist omdat het voelt alsof alles voor altijd hetzelfde zal zijn. Hoe zal ik het zeggen, het is alsof de lucht voor je ogen beweegt: wat je ziet is wat er is, maar je kijkt door een waas.’

De hoofdpersoon uit de roman is een klimaatwetenschapper die worstelt met de vraag hoe ze zich moet verhouden tot de opwarming van de aarde. Het is een van de weinige fictieboeken over klimaatverandering waarin een dystopisch spektakel uitblijft. En het is fijn om te lezen over iemand die ook constant de psychologische druk voelt van dat onheilspellende probleem dat ‘klimaatverandering’ heet.

Volgens Marsman is het lastig om over klimaatverandering te schrijven. “Het is een heel abstract begrip”, zegt ze. “En het ligt ook nog eens voor een deel in de toekomst. Dat maakt het ongrijpbaar. Hoe schrijf je over een stijgende zeespiegel? Of over CO2-deeltjes? Het zijn nieuwe begrippen en ze hebben dus geen historische wortels die verhalen of mythen met zich meebrengen. Die moeten allemaal nog bedacht worden. Zodra de omvang van de gevolgen van klimaatverandering toeneemt, zal denk ik ook het aantal fictieromans volgen.”

Er is weinig Nederlandse literatuur over klimaatverandering

Literair tijdschrift Guernica besteedde al een keer een heel nummer aan ‘cli-fi’ (climate fiction). Ook hier weinig apocalyps. Er is vooral aandacht voor de druk die sociale relaties ondervinden in tijden van (aankomende) rampen en schaarste.

Een verhaal is van Lydia Millet en speelt zich af in een toekomst waarin natuur alleen nog voor de allerrijksten is. De hoofdpersoon werkt in een vakantieresort waar de elite komt kijken naar ‘zeldzame’ bosdieren als herten. Het leven wordt in haar wereld bepaald door een autoritair regime, en ze put hoop uit kijken naar die rijke bezoekers, die laten zien dat er ‘nog steeds mensen bestaan die precies doen waar ze zin in hebben’.

In deze verhalen gaat klimaatverandering over verstikkende lucht, over bosbranden en overstromingen, maar ook over hoe onze geest omgaat met de onzekere toekomst. Zoals in het mooie verhaal van Helen Phillips, waarin een moeder zich zo veel zorgen maakt over de eventuele toekomstige rampen, dat haar relatie met haar jonge dochter dreigt te verzuren. Totdat ze leert om haar gevoelens van angst er gewoon te laten ‘zijn’, zonder ze steeds te willen wegdrukken of te laten verdwijnen.

Excentriekelingen

Je kunt je natuurlijk ook veel concreter voorbereiden op toekomstige rampen. Ik bel met doomsday prepper Jeroen Klaassen. Deze nuchtere psycholoog laat zien dat preppers echt niet altijd tot op de tand bewapende excentriekelingen zijn. Hij verkoopt onder andere spullen waarmee mensen zich thuis kunnen voorbereiden op stroomuitval en overstromingen. “Mensen komen pas in actie als iets dichtbij komt”, zegt hij. “Toen bekend werd dat in het water rond Dordrecht de chemische stof GenX was aangetroffen, zag ik een hoop waterfilters die kant op gaan.”

Zo begon het ook bij hem. Toen hij nog in Rotterdam woonde, werd zijn omgeving een keer getroffen door een stroomstoring. Zijn oudste zoon was net geboren en Klaassen besefte dat hij zonder luxe en moderne middelen niet goed voor zijn kind kon zorgen. In de vriezer ontdooide de moedermelk. Het fornuis om de melk mee op te warmen, werkte niet. “Op dat moment besloot ik om me voor te bereiden op dit soort situaties. Ik dacht: Ik ben niet alleen verantwoordelijkheid voor mezelf, maar ook voor dit kleine hummeltje.”

Met het eten dat ik in huis heb, houd ik het een paar weken vol

Zijn voorbereidingen komen niet alleen van pas in geval van nood, maar dragen ook bij aan een duurzame levensstijl. Zo probeert Klaassen zo veel mogelijk groenten en kruiden uit eigen tuin te eten en heeft hij zijn eigen kippen. “Ik lig niet wakker van klimaatverandering. Ik vind het vooral leuk om na te denken over de toekomst. Stel, de supermarkt is helemaal leeggekocht omdat er een natuurramp aankomt, wat doe ik dan? Ik heb een voorraadkast vol blikken soep zodat ik daar geen last van zal hebben. Met het eten dat ik in huis heb, hou ik het een paar weken vol. Dat is genoeg, ik ben geen doemdenker en geloof dat de boel na een tijdje weer op orde komt.”

Wel probeer hij uit te zoeken of de planten in de moestuin nog goed kunnen groeien als het klimaat verandert. Want onze manier van landbouw is niet erg toekomstbestendig, ziet hij. “Door die enorme velden met steeds dezelfde gewassen raakt de bodem uitgeput en wordt het voedsel steeds slechter.”

Klaassen snapt wel dat een noodsituatie zo ver van mensen afstaat dat ze veelal het nut van voorbereiding niet zien. “Ik zeg weleens: ‘Je betaalt toch ook je brandverzekering, ook al ga je er niet van uit dat je huis afbrandt?’ Toch komen ze niet zelf in actie. Mensen kunnen nou eenmaal slecht vooruitdenken”, zegt hij laconiek.

Je kunt er ook plezier in hebben: nadenken over hoe je je kunt voorbereiden op een ramp

Klaassen houdt er rekening mee dat anderen zijn kant op komen als ze zonder levensmiddelen komen te zitten. “Ik heb een waterfilter gekocht, dat een paar jaar geleden nog een paar honderd euro kostte, en nu nog slechts drie tientjes. Door de vraag naar waterfilters in ontwikkelingslanden is er veel innovatie geweest op dit gebied. Met dit waterfilter kan ik de hele buurt van water voorzien.”

Hij heeft er vooral veel plezier in: nadenken over de toekomst en hoe hij zich kan voorbereiden op een ramp. “Ik weet dat ik op eigen houtje voor mezelf en mijn gezin kan zorgen en dat geeft me een gevoel van vrijheid.”

Dat is de juiste houding, lijkt me – mijn toekomstige ik moet iets doen wat voldoening geeft. Wat precies, dat is een zoektocht waar ik nu aan kan beginnen.

Dit artikel verscheen eerder in OneWorld-magazine in 2019.

Preppen: zo gek nog niet

‘Als ik kwaad ben, schrijf ik het best’

Rosa Boland

Het bericht Hoe bereid ik me voor op een klimaatramp? verscheen eerst op OneWorld.

https://www.oneworld.nl/lezen/klimaat/hoe-bereid-ik-me-voor-op-een-klimaatramp/

Elk jaar meer vuur (tot de bossen op zijn) (OneWorld)

https://www.oneworld.nl/app/uploads/2020/08/iStock-1189160696-875x583.jpg

Bosbrand in de Amazone.

Bosbranden zijn van alle tijden en soms zelfs noodzakelijk voor verjonging van de natuur. Maar de branden worden niet alleen steeds talrijker en heviger, ze duren ook langer. Zo lang dat de natuur geen kans meer krijgt zich te herstellen.

Jaar na jaar zijn de bosbranden wereldwijd talrijker en heviger. Zuid-Europa lijdt al weken onder grote natuurbranden. In Griekenland woeden honderden bosbranden die niet onder controle te krijgen zijn, maar ook Italië, Albanië en Turkije voeren een uitputtende strijd tegen het vuur. Vorig jaar kwamen er in Australië 34 mensen en 3 miljard dieren om het leven en maakten branden een gebied dat ruim drie keer zo groot is als Nederland met de grond gelijk. In Californië werd in 2020 eveneens een vuurrecord gebroken. Het jaar daarvoor had het vuur de Amazone in zijn greep, ruim 7 miljoen hectaren land gingen verloren. En 2018 was het jaar waarin meer Europese landen dan ooit kampten met bosbranden.

Goede bosbranden

Eerst even dit: bosbranden zijn niet per se slecht. Bepaalde bossen horen zo nu en dan te branden. “Een goed voorbeeld zijn de boreale bossen, waar een brand eens in de honderd tot driehonderd jaar voor verjonging zorgt”, vertelt Guido van der Werf, hoogleraar mondiale koolstofcyclus aan de Vrij Universiteit Amsterdam.” Dan gaat het om bossen in het hoge noorden van Rusland, Scandinavië, Alaska en Canada. Er zijn  zelfs boomsoorten die brand nodig hebben voor voortplanting, legt Van der Werf uit. Doordat bijvoorbeeld alleen bij oververhitting de knoppen met zaden openspringen. “Ook op savannes zijn branden noodzakelijk om het gebied open te houden; zonder brand zou het dichtgroeien met minder biodiversiteit tot gevolg.” Dat klinkt misschien tegenstrijdig, maar as zorgt voor vruchtbare grond en in een uitgedund bos kan de zon jonge begroeiing laag bij de grond bereiken.

Vijftien van de twintig meest verwoestende bosbranden in Californië vonden na 2000 plaats

Ook Californië kent bossen die van nature zo nu en dan branden. Denk aan Yosemite National Park en El Dorado National Forest. De daar veel voorkomende dennenbomen hebben er zelfs een natuurlijk afweersysteem voor ontwikkeld: dikke basten beschermen de boom en takken zitten hoog, veilig voor de natuurlijke branden die mede daardoor laag blijven. Gezonde bomen daarom stand, en oude of zieke bomen maken plaats voor nieuwe aanwas.

Toch is het opvallend dat vijftien van de twintig meest verwoestende branden ooit geregistreerd in Californië, na het jaar 2000 plaatsvonden. Tussen 1978 en 2018 vervijfvoudigde bovendien het gebied dat jaarlijks afbrandt. Je kunt dus volgens Van der Werf gerust zeggen dat de bosbranden in Californië inmiddels proporties en frequenties hebben aangenomen die onnatuurlijk en ongewenst zijn.

Slash and burn

“Een ander voorbeeld van ongewenste branden, zijn de branden in tropische bossen; de vegetatie is er niet op berekend”, vertelt Van der Werf. “De branden zijn daar onnatuurlijk en hebben vaak met ontbossing te maken.” Bosbranden zijn namelijk in regenwouden zoals de Amazone van nature bijzonder schaars; zelfs in een droog seizoen is de natuur er te vochtig om op natuurlijke wijze – denk aan blikseminslagen – vlam te vatten. Het overgrote deel van de branden ontstaat dan ook door menselijk toedoen, en is het resultaat van al dan niet illegale ontbossing – vaak voor landbouw. Bomen worden gekapt en te drogen gelegd, waarna de boel in de fik wordt gestoken zodat vruchtbare grond ontstaat. Deze techniek wordt ook wel slash and burn genoemd.

Een uitgedund regenwoud heeft een drogere grond en is een stuk brandgevoeliger

Zo’n aanpak is funest voor een ecosysteem. Een gezond regenwoud zorgt door een een kringloop van veel water opnemen en weer afgeven voor haar eigen regen. Een uitgedunde versie van het woud verliest die functie, heeft drogere grond en is een stuk brandgevoeliger, waardoor de door boeren gestichte brandjes uit de hand kunnen lopen, zoals vorig jaar gebeurde. Van der Werf: “De Amazone had als we naar de afgelopen decennia kijken in 2019 trouwens een vrij ‘gemiddeld’ jaar, maar kreeg enorm veel media-aandacht. Dat kwam ook doordat ontbossing weer is toegenomen, na sterke afnames sinds 2005. En uiteraard is een gemiddeld jaar niet hetzelfde als een goed jaar.”

Nieuwe branden

En hoewel het Wereld Natuur Fonds vorig jaar in een rapport constateerde dat er steeds meer branden zijn, zegt dat nog niet alles. “Wereldwijd zien we juist een afname van verbrand gebied”, gaat Van der Werf verder. Goed nieuws? “Nee, dat komt met name doordat voorheen veel branden op de savannes plaatsvonden. Die savannes horen dan juist weer wel iedere paar jaar te branden, maar worden vooral in Afrika langzaamaan omgezet in landbouwgrond, en dan zijn er minder branden. We zien daarentegen een toename van branden in de bossen in boreale gebieden, in sommige tropische bossen, op de toendra, in de VS en in sommige gebieden met meer gematigde klimaten, zoals delen van Australië.”

Wat was er in Australië vorig jaar aan de hand? De bosbranden die het continent in de greep hielden, waren het gevolg van een buitengewoon droge herfst en winter, gevolgd door een buitengewoon hete zomer. Het overgrote deel van Australië kampte in de herfst en de winter van 2019 met extreem weinig regenval. Voor enkele gebieden werd zelfs de minste regenval sinds 1900 gemeten, meldt het Bureau voor Meteorologie van de Australische overheid. Aansluitend werden er tussen september en november voor grote gebieden bovengemiddelde temperaturen of zelfs de hoogste temperaturen ooit gemeten. En nee, er is geen sprake van een warme uitschieter; de temperaturen in Australië zien we de afgelopen decennia gestaag stijgen.

Global Fire Emissions

Wetenschappers zijn het erover eens: bosbranden zijn heviger en duren langer door een veranderend klimaat, nog eens versterkt door ander menselijk handelen op het vlak van ontbossing en natuurmanagement – het gebeurt soms ook dat brandweerlieden in bepaalde bossen te veel branden blussen, zoals in onderstaande video te zien is, evenals andere voorbeelden van geslaagd en niet-geslaagd natuurmanagement in de VS.

Ruim driehonderd experts kwamen in een rapport in opdracht van de Amerikaanse overheid tot de conclusie: ‘Klimaatverandering vergroot de kwetsbaarheid van veel Amerikaanse bossen door branden, insectenplagen, droogte en uitbraken van ziekte.’ De Australische klimaatwetenschapper Lesley Ann Hughes zei in 2018 tegen The Guardian: ‘Klimaatverandering gaat over ongekende omstandigheden die normaler worden. Wat twintig jaar geleden normaal of gemiddeld was, is nu niet langer normaal of gemiddeld. Die ongekende omstandigheden, dat is waar klimaatwetenschappers voor gewaarschuwd hebben.’

In een opwarmende wereld kunnen bosbranden vaker voorkomen

Ook Van der Werf ziet dat het oude normaal niet meer terugkeert. Hij is een van de wetenschappers achter de Global Fire Emissions Database. De database brengt bosbranden wereldwijd in kaart en bekijkt hun impact op de hoeveelheid CO2 in de lucht. Hij zegt: “In een opwarmende wereld kunnen dit soort branden vaker voorkomen en daarmee zal de tijd tussen twee branden minder worden. Het gevolg is dat er minder tijd is voor aangroei, waardoor er netto koolstof van de biosfeer naar de atmosfeer gaat.” Dat zit zo: bij verbranding van bomen komt door die bomen opgeslagen CO2 vrij, die niet door nieuwe bomen kan worden opgeslagen doordat er te snel een nieuwe brand woedt. “De vegetatie zoals we die nu kennen in bijvoorbeeld het zuidoosten van Australië, kan dan veranderen in een savanne-achtig landschap – meer grasvlakten, minder hoge bebossing – waardoor je vaker branden hebt, maar met een lagere intensiteit.”

De wrange conclusie: hevige bosbranden zullen in de toekomst uiteindelijk minder vaak voorkomen, simpelweg doordat de bossen er dan niet meer zijn.

Elk jaar een recordjaar

Uit een rapport van het Wereld Natuur Fonds (WNF) uit 2020 blijkt dat het aantal natuurbranden niet alleen toeneemt, de branden zijn ook heviger en duren langer.  Ook zijn er elk jaar meer bosbranden dan het jaar ervoor. 75 procent van alle natuurbranden wordt bovendien veroorzaakt door de mens. De gemiddelde duur van het bosbrandenseizoen is door steeds extremere temperaturen en weersomstandigheden de afgelopen 35 jaar met 19 procent gestegen. Daardoor heeft de natuur te weinig tijd om te herstellen en komen vooral jonge dieren in de problemen, omdat er onvoldoende voedsel overblijft.

Een eerdere versie van dit artikel verscheen op OneWorld.nl in augustus 2020.

En de branden in Centraal-Afrika dan?

Voor Bolsonaro zijn boeren belangrijker dan bomen

Channa Brunt

Het bericht Elk jaar meer vuur (tot de bossen op zijn) verscheen eerst op OneWorld.

https://www.oneworld.nl/lezen/klimaat/zijn-ook-verwoestende-bosbranden-het-nieuwe-normaal/