Struikelblok in Glasgow is sociale ?ongelijkheid (Nederlands Dagblad)

Ongelijkheid is op de klimaatconferentie in Glasgow de olifant in de kamer. Niet iedereen heeft in gelijke mate schuld aan de klimaatcrisis. Niet iedereen wordt in gelijke mate geraakt. En niet iedereen praat in gelijke mate mee. En dat voorspelt weinig goeds voor de uitkomst.GlasgowMet nog enkele dagen te gaan zijn de stellingen voor de eindstrijd op de klimaattop in Glasgow betrokken. De woensdag gepubliceerde ontwerp-slotverklaring laat zien dat er nog heel wat moet gebeuren. Qua ambitie, als we de opwarming willen beperken tot 1,5 graad. En qua steun voor arme landen, als we de lasten eerlijk willen verdelen. COP26 maakt duidelijk dat de klimaatcrisis niet in de laatste plaats een ongelijkheidscrisis is.De rijkste 1 procent moet zijn uitstoot met 97 procent reduceren.De klimaatcrisis: de rijke landen zijn de veroorzakersDe klimaatcrisis wordt op de top in Glasgow, die vrijdag officieel zijn laatste dag ingaat, zozeer gepresenteerd als een mondiaal gezamenlijk probleem dat je bijna zou vergeten dat zij vooral is veroorzaakt door de rijke, ontwikkelde landen. Zij maakten als eerste het industrialisatieproces door en werden zo de afgelopen twee eeuwen verantwoordelijk voor het leeuwendeel van de historische CO2-emissies.Deze disbalans tussen rijk en arm bestaat nog steeds. De gemiddelde Nederlander veroorzaakt met zijn huis, auto en vliegvakanties acht keer meer uitstoot dan de gemiddelde Afrikaan, de gemiddelde Amerikaan zelfs 14 keer meer. De rijkste 10 procent van de wereldbevolking (met een jaarinkomen van 55.000 dollar of meer) is volgens de Verenigde Naties verantwoordelijk voor meer dan de helft van de uitstoot van de afgelopen 25 jaar.Volgens onderzoek van Oxfam zal de rijkste 1 procent van de wereldbevolking (jaarinkomen 172.000 dollar of meer) in 2030 met zijn exorbitante levensstijl 16 procent van de wereldwijde uitstoot voor zijn rekening nemen, twee keer zoveel als de armste 50 procent. Hun voetafdruk is 30 keer groter dan mag om de opwarming op 1,5 graad te houden. In andere woorden: de rijkste 1 procent moet zijn uitstoot met 97 procent reduceren.De klimaatschade: de arme landen krijgen de problemenHeel anders is het beeld als we kijken naar de gevolgen van de klimaatcrisis. Dan zijn het juist de arme landen die het kwetsbaarst zijn voor klimaatschade (en nu al meer dan rijke landen erdoor getroffen worden). Volgens een rapport van Christian Aid verliezen zij 20 procent van hun bruto binnenlands product (bbp) in 2050 en 64 procent in 2100 bij een opwarming van 2,9 graden (waar we met het huidige beleid op afkoersen), en nog altijd respectievelijk 13 procent in 2050 en 33 procent in 2100 als de opwarming beperkt blijft tot 1,5 graad.Deze ramingen zijn gebaseerd op de verwachte opwarming alleen. Als ook de gevolgen van extreem weer (zoals cyclonen en bosbranden) worden meegenomen wordt de schade navenant groter. De totale klimaatschade voor ontwikkelingslanden zal tegen 2030 volgens onderzoek van de Duitse Heinrich-Böll-Stiftung tussen de 400 en 580 miljard dollar per jaar bedragen. Tegen 2050 zal de schade zijn opgelopen tot 1,8 biljoen dollar per jaar.Het is dan ook niet vreemd dat de ontwikkelingslanden (in Glasgow verenigd in de allianties van Least Developed Nations, het Climate Vulnerable Forum en de Association of Small Island States) op de klimaattop aandringen op ambitie: de rijke landen moeten zich houden aan de 1,5 procent en dus snel en drastisch terug met hun emissies, en daarom voortaan jaarlijks hun klimaatplannen aanscherpen, in plaats van om de vijf jaar zoals nu.Daarnaast willen de arme landen meer en sneller geld voor klimaatactie, met name adaptatie. Concreet gaat het om de 100 miljard dollar per jaar die de rijke landen in 2009 voor de periode 2020-25 toezegden, maar vooralsnog slechts ten dele leverden (en dan nog vooral in leningen, niet in giften), en om een financiële regeling ter compensatie van nu al geleden klimaatschade (loss and damage). Dat laatste punt is uit den boze voor de VS en de EU, die vrezen voor hoge kosten en aansprakelijkheid. Het gaat daarnaast ook om de klimaatfinanciering voor de periode na 2025. Zo eisen Afrikaanse landen tot 2030 de som van 1,3 biljoen dollar per jaar.De klimaatoplossing: een compromis lost weinig op Omineus voor een bevredigende oplossing van al deze kwesties van climate justice is dat de klimaatongelijkheid ook op de top in Glasgow zelf bestaat, getuige het selecte gezelschap dat in de Blue Zone aan tafel zit. COP26 is volgens veel critici de minst inclusieve COP-klimaattop ooit. Delegaties uit ontwikkelingslanden en kleine eilandstaten zijn veel minder aanwezig dan andere jaren, net als vertegenwoordigers van actiegroepen en ngo’s (een derde van het aantal op andere COP’s). Gevolg van covidmaatregelen (lockdowns, reisverboden en strenge Britse vaccinatie-­eisen), en extreem hoge reis- en verblijfskosten, met hotelprijzen van duizenden ponden per nacht.Onderzoek van Global Witness toonde deze week bovendien aan dat andere partijen juist massaler dan ooit zijn uitgerukt, met name het internationale bedrijfsleven, tuk op een deal over CO2-markten. De fossiele industrie is de grootste lobby in Glasgow. Ze is present met meer dan 100 bedrijven en belangenclubs, samen ruim 500 personen, meer dan welk land ook, en groter dan de delegaties van de acht kwetsbaarste landen samen, zoals Bangladesh, Haïti en Mozambique. Omdat ngo’s en activisten dit jaar ondanks hun waarnemersstatus beperkt toegang hebben tot onderhandelingsruimten wordt de stem van de kwetsbaarsten nog minder gehoord.Geen wonder dat het niet opschiet. Terwijl landen en bedrijven vorige week over elkaar heen buitelden om ambitieuze maar papieren CO2-reducties en zero carbon-beloften te proclameren, bleef het op financieel vlak akelig stil. De 100 miljard dollar per jaar, zoveel is duidelijk, wordt pas in 2023 gehaald (en heel misschien 2022), en onzeker is of de achterstallige betalingen sinds 2020 worden ingehaald. Op het vlak van loss and damage zit de zaak muurvast. De arme landen hopen nu maar dat ­minimaal wordt afgesproken dat zo’n regeling er op de volgende COP komt. Maar afgaande op de concept-slotverklaring zit meer dan een vage belofte er niet in. <ambities voor schoon transportAlle nieuwe vrachtwagens en bussen die vanaf 2040 worden verkocht, moeten op schone energie rijden. Die ambitie spreken zeker dertien landen uit op de klimaattop in Glasgow. De verklaring waar het doel in staat is een initiatief van Nederland. Ook diverse bedrijven en steden spreken hun steun uit.‘Omdat vrachtwagens gemiddeld zo’n tien jaar rondrijden, is de overeenkomst een mooie stap om de uitstoot van broeikasgassen door vrachtwagens en bussen wereldwijd naar nul te krijgen in 2050’, vindt het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. Staatssecretaris Steven van Weyenberg, die deze dagen in Glasgow is, noemt de overeenkomst ‘een mooi begin’. Hij hoopt dat meer landen zich nog zullen aansluiten.De landen die meteen met Nederland meedoen zijn het Verenigd Koninkrijk, Denemarken, Noorwegen, Oostenrijk, Turkije, Nieuw-Zeeland, Luxemburg, Finland, Canada, Chili, Zwitserland en Uruguay. Ook bedrijven als Unilever, IKEA, Volvo, Scania, UPS, Amazon en Siemens hebben zich aangesloten. Verder hebben Schotland en Wales ook nog zelfstandig hun steun uitgesproken, net als New York, Delhi en het stedennetwerk C40, waar onder meer Amsterdam en Rotterdam lid van zijn.De doelstelling is in lijn met afspraken uit het Nederlandse klimaatakkoord. Daarin staat het streven naar volledig schoon wegverkeer in 2050. ‘Het is belangrijk om daar samen met andere landen voor te gaan, zodat de markt zich sneller gaat ontwikkelen’, zegt Van Weyenberg. Zijn ministerie wijst erop dat Nederlandse bedrijven ‘goed zijn in de bouw van uitstootvrije bussen en vrachtwagens’...

https://www.nd.nl/nieuws/buitenland/1069036/struikelblok-in-glasgow-is-sociale-ongelijkheid

Brandweer krijgt hulp vanuit de lucht (Nederlands Dagblad)

In Twente wordt geëxperimenteerd met de inzet van drones bij de bestrijding van calamiteiten. De mogelijkheden zijn groot, maar privacy is nog wel een punt. ‘Wat doet die drone boven mij?’Op de voormalige vliegbasis Twenthe zal de komende tijd geregeld zogenaamd een brand uitbreken of een verkeersongeval plaatsvinden. Geen reden voor paniek, want dat is precies de bedoeling van het vorige week gelanceerde proefproject Uiver op de Twente Safety Campus. Bij elke gesimuleerde calamiteit zal een onbemande drone opstijgen. Die brengt met camera’s en sensoren de situatie zo goed mogelijk in kaart. ‘De omgeving is zo ingericht dat we allerlei scenario’s kunnen toetsen’, zegt Martijn Zagwijn, drone-expert bij Brandweer Twente en projectleider van Uiver. ‘Op die manier kunnen we op een veilige manier onze techniek verder ontwikkelen.’Het doel is een dekkend drone-netwerk aanleggen dat in 2025 kan worden ingezet bij tal van situaties: van het monitoren van een brand tot het opsporen van een drugslab. ‘Zodra een melding binnenkomt bij de regionale meldkamer, kan de centralist een drone naar het incident sturen’, zegt Zagwijn. ‘Die vliegt daar automatisch naartoe. Vanuit de meldkamer kan live worden meegekeken.’drugslabsMet de vliegende camera krijgt de meldkamer snel overzicht. Voordat hulpdiensten ter plaatse zijn, verstrijken gemiddeld vier tot zes minuten. Een drone is er in minder dan de helft van de tijd. Terwijl politie en brandweer nog onderweg zijn, kan de drone al belangrijke informatie doorspelen. Bij brand: hoe groot is die, zijn er mensen in de buurt, breidt de brand zich uit, welke kleur heeft de rook? Bij een verkeersongeluk kan de drone een 3D-scan maken, waaruit valt op te maken hoeveel voertuigen erbij betrokken zijn en of er nog mensen in de auto’s zitten. ‘Dat vergroot ook de veiligheid van onze hulpverleners’, zegt Zagwijn. ‘Die weten wat ze zullen aantreffen en kunnen het juiste materieel inzetten.’In het proefproject wordt ook geëxperimenteerd met de inzet van drones bij het opsporen van drugslabs. Bij de fabricage van synthetische drugs komen stoffen vrij die het toestel kan detecteren.langzaam uitbreidenDoor hun zelflerende systeem zullen drones steeds slimmer worden en uiteindelijk zelfs volledig autonoom op incidenten af kunnen vliegen, zonder dat iemand op een knop hoeft te drukken. Maar dat is toekomstmuziek.Een eerste stap is dat halverwege volgend jaar vanaf het hightech droneplatform van de gloednieuwe brandweerkazerne in Glanerbrug de eerste operationele vluchten in de publieke ruimte worden gemaakt. ‘Vandaar uit willen we langzaam uitbreiden, door op meer strategische plekken in Twente een dronesysteem in te richten’, aldus Zagwijn. Daarvoor wordt subsidie aangevraagd bij het Europese fonds voor Regionale Ontwikkeling. De Brandweer Twente was in 2015 het eerste korps in Nederland dat beschikte over een drone voor hulp bij calamiteiten. Inmiddels experimenteren meer organisaties ermee. Onlangs introduceerde het Veluws Bosbrandweer Comité de met camera’s en infrarooddetectie uitgeruste drone Imbe, die bosbranden vroegtijdig moet opsporen.De politie maakt al langer gebruik van drones voor opsporing en handhaving, Rijkswaterstaat zet vliegende camera’s in voor de inspectie van bruggen, sluizen en waterkeringen. Deze toestellen worden gefabriceerd door het Chinese bedrijf Da Jiang Innovations (DJI), wereldwijd marktleider op het gebied van onbemande commerciële toestellen.Vorige maand onthulde het platform voor onderzoeksjournalistiek Investico dat niet valt uit te sluiten dat de data via deze drones op Chinese servers belanden. Zo zou gevoelige informatie bij de Chinese overheid terecht kunnen komen.Ook Brandweer Twente maakt gebruik van drones van deze Chinese fabrikant, maar Zagwijn maakt zich geen zorgen over de veiligheid. ‘Ons systeem is autonoom en werkt los van internetverbindingen.’Wel een punt van zorg is de regelgeving. De regels voor het vliegen met drones zijn vastgelegd in Europese wetgeving, die steeds soepeler is geworden. Nog maar een paar jaar geleden was het bijvoorbeeld verboden om met een drone boven bebouwing te vliegen, inmiddels mag dit wel. ‘Maar uiteraard moeten we ons aan de afspraken houden’, zegt Zagwijn. ‘Dat betekent dat we duidelijk moeten maken wat we met de informatie doen, wie inzage daarin hebben, hoe de gegevens van A naar B worden gestuurd en hoe we dit beveiligen.’privacyOmdat Brandweer Twente de beelden niet opslaat, zijn de regels hiervoor iets soepeler. Toch is het belangrijk om goed na te denken over de privacy, vindt Wiebe de Jager, oprichter van Dronewatch.nl. ‘Je kunt alles volgens het boekje doen, door gezichten te blurren en geen data op te slaan die herleidbaar zijn naar personen, maar dan nog kunnen mensen het als heel indringend ervaren als er een drone boven hun wijk vliegt.’Dit is volgens De Jager te ondervangen door met lichten duidelijk te maken bij welke hulpdienst een drone hoort. ‘Bijvoorbeeld: blauw knipperlicht is de politie, rood de brandweer. Je zou ook een app kunnen maken waarmee mensen via hun telefoon kunnen volgen van wie een drone is en wat die aan het doen is. Dan krijgen mensen in de gaten dat de drones worden ingezet om levens te redden.’Maatschappelijk draagvlak is belangrijk, beaamt Zagwijn. ‘Ik kan me voorstellen dat een burger denkt: wat doet die drone boven mij? We moeten de mensen goed informeren wat ons doel is, zodat ze niet denken dat we voor de lol rondjes vliegen.’ ◀achtergron...

https://www.nd.nl/nieuws/nederland/1068392/brandweer-krijgt-hulp-vanuit-de-lucht

Brandweer krijgt hulp vanuit de lucht. Maar hoe zit het met de privacy? (Nederlands Dagblad)

In Twente wordt geëxperimenteerd met de inzet van drones bij de bestrijding van calamiteiten. De mogelijkheden zijn groot, maar privacy is nog wel een punt. ‘Wat doet die drone boven mij?’Op de voormalige vliegbasis Twenthe zal de komende tijd geregeld zogenaamd een brand uitbreken of een verkeersongeval plaatsvinden. Geen reden voor paniek, want dat is precies de bedoeling van het vorige week gelanceerde proefproject Uiver op de Twente Safety Campus. Bij elke gesimuleerde calamiteit zal een onbemande drone opstijgen. Die brengt met camera’s en sensoren de situatie zo goed mogelijk in kaart. ‘De omgeving is zo ingericht dat we allerlei scenario’s kunnen toetsen’, zegt Martijn Zagwijn, drone-expert bij Brandweer Twente en projectleider van Uiver. ‘Op die manier kunnen we op een veilige manier onze techniek verder ontwikkelen.’Het doel is een dekkend drone-netwerk aanleggen dat in 2025 kan worden ingezet bij tal van situaties: van het monitoren van een brand tot het opsporen van een drugslab. ‘Zodra een melding binnenkomt bij de regionale meldkamer, kan de centralist een drone naar het incident sturen’, zegt Zagwijn. ‘Die vliegt daar automatisch naartoe. Vanuit de meldkamer kan live worden meegekeken.’drugslabsMet de vliegende camera krijgt de meldkamer snel overzicht. Voordat hulpdiensten ter plaatse zijn, verstrijken gemiddeld vier tot zes minuten. Een drone is er in minder dan de helft van de tijd. Terwijl politie en brandweer nog onderweg zijn, kan de drone al belangrijke informatie doorspelen. Bij brand: hoe groot is die, zijn er mensen in de buurt, breidt de brand zich uit, welke kleur heeft de rook? Bij een verkeersongeluk kan de drone een 3D-scan maken, waaruit valt op te maken hoeveel voertuigen erbij betrokken zijn en of er nog mensen in de auto’s zitten. ‘Dat vergroot ook de veiligheid van onze hulpverleners’, zegt Zagwijn. ‘Die weten wat ze zullen aantreffen en kunnen het juiste materieel inzetten.’In het proefproject wordt ook geëxperimenteerd met de inzet van drones bij het opsporen van drugslabs. Bij de fabricage van synthetische drugs komen stoffen vrij die het toestel kan detecteren.langzaam uitbreidenDoor hun zelflerende systeem zullen drones steeds slimmer worden en uiteindelijk zelfs volledig autonoom op incidenten af kunnen vliegen, zonder dat iemand op een knop hoeft te drukken. Maar dat is toekomstmuziek.Een eerste stap is dat halverwege volgend jaar vanaf het hightech droneplatform van de gloednieuwe brandweerkazerne in Glanerbrug de eerste operationele vluchten in de publieke ruimte worden gemaakt. ‘Vandaar uit willen we langzaam uitbreiden, door op meer strategische plekken in Twente een dronesysteem in te richten’, aldus Zagwijn. Daarvoor wordt subsidie aangevraagd bij het Europese fonds voor Regionale Ontwikkeling. De Brandweer Twente was in 2015 het eerste korps in Nederland dat beschikte over een drone voor hulp bij calamiteiten. Inmiddels experimenteren meer organisaties ermee. Onlangs introduceerde het Veluws Bosbrandweer Comité de met camera’s en infrarooddetectie uitgeruste drone Imbe, die bosbranden vroegtijdig moet opsporen.De politie maakt al langer gebruik van drones voor opsporing en handhaving, Rijkswaterstaat zet vliegende camera’s in voor de inspectie van bruggen, sluizen en waterkeringen. Deze toestellen worden gefabriceerd door het Chinese bedrijf Da Jiang Innovations (DJI), wereldwijd marktleider op het gebied van onbemande commerciële toestellen.Vorige maand onthulde het platform voor onderzoeksjournalistiek Investico dat niet valt uit te sluiten dat de data via deze drones op Chinese servers belanden. Zo zou gevoelige informatie bij de Chinese overheid terecht kunnen komen.Ook Brandweer Twente maakt gebruik van drones van deze Chinese fabrikant, maar Zagwijn maakt zich geen zorgen over de veiligheid. ‘Ons systeem is autonoom en werkt los van internetverbindingen.’Wel een punt van zorg is de regelgeving. De regels voor het vliegen met drones zijn vastgelegd in Europese wetgeving, die steeds soepeler is geworden. Nog maar een paar jaar geleden was het bijvoorbeeld verboden om met een drone boven bebouwing te vliegen, inmiddels mag dit wel. ‘Maar uiteraard moeten we ons aan de afspraken houden’, zegt Zagwijn. ‘Dat betekent dat we duidelijk moeten maken wat we met de informatie doen, wie inzage daarin hebben, hoe de gegevens van A naar B worden gestuurd en hoe we dit beveiligen.’privacyOmdat Brandweer Twente de beelden niet opslaat, zijn de regels hiervoor iets soepeler. Toch is het belangrijk om goed na te denken over de privacy, vindt Wiebe de Jager, oprichter van Dronewatch.nl. ‘Je kunt alles volgens het boekje doen, door gezichten te blurren en geen data op te slaan die herleidbaar zijn naar personen, maar dan nog kunnen mensen het als heel indringend ervaren als er een drone boven hun wijk vliegt.’Dit is volgens De Jager te ondervangen door met lichten duidelijk te maken bij welke hulpdienst een drone hoort. ‘Bijvoorbeeld: blauw knipperlicht is de politie, rood de brandweer. Je zou ook een app kunnen maken waarmee mensen via hun telefoon kunnen volgen van wie een drone is en wat die aan het doen is. Dan krijgen mensen in de gaten dat de drones worden ingezet om levens te redden.’Maatschappelijk draagvlak is belangrijk, beaamt Zagwijn. ‘Ik kan me voorstellen dat een burger denkt: wat doet die drone boven mij? We moeten de mensen goed informeren wat ons doel is, zodat ze niet denken dat we voor de lol rondjes vliegen.’ ...

https://www.nd.nl/nieuws/nederland/1068392/brandweer-krijgt-hulp-vanuit-de-lucht-maar-hoe-zit-het-met-de-privacy-

Bewustzijnsverandering rond klimaat is niet genoeg, daardoor is nog geen kilo CO2 minder uitgestoten (Nederlands Dagblad)

Je alleen bewust zijn van klimaatverandering helpt niet. Ons comfort verhindert ons te doen wat gedaan moet worden, terwijl daadkracht nodig is.Het was op een kring over schepping en duurzaamheid. ‘Het gaat om bewustzijnsverandering’, zei iemand. Ik moest er nog lang over nadenken. Het is niet te ontkennen. Er zijn hele volksstammen die nog nooit over klimaat en duurzaamheid hebben nagedacht en er ook niet over willen nadenken. Maar er zijn ook stammen die beseffen dat er wat moet gebeuren en dat we niet op de oude voet kunnen doorgaan. Het moet minder. Minder CO2, minder stikstof, minder PFAS, minder met het vliegtuig, minder autorijden, minder vlees, enzovoort. eigenlijkMaar veel mensen die weten dat het moet, doen het niet. Hun bewustzijn is veranderd, maar hun leefpatroon niet. Hun stopwoord is ‘eigenlijk’. ‘Eigenlijk zouden we…’ ‘Eigenlijk moeten we…’ En vervolgens gaan ze over tot de wanorde van de dag. Blijkbaar is bewustzijnsverandering niet genoeg. Door bewustzijnsverandering is nog geen kilo CO2 minder uitgestoten. Het gaat om de vraag: waarom komt een mens zo moeilijk van inzicht tot omkeer? Het zijn duidelijk twee stappen. Een nieuw inzicht heb je ook niet zomaar. Ook dat is soms hard werken. Maar omkeer, bijbels gezegd: bekering, is toch nog weer wat anders. Een nieuw inzicht leidt niet automatisch tot nieuw handelen. De lastigste stap blijkt toch te zijn: doen. Daadwerkelijke gehoorzaamheid, noemde theoloog Dietrich Bonhoeffer dat. Je kunt blijkbaar met nieuwe inzichten in je oude comfortzone blijven zitten.Moreel besef haalt geen CO2 uit de lucht.comfortHet tegenovergestelde van goed is misschien niet zozeer slecht als wel gemakkelijk. Ons comfort verhindert ons om te doen wat gedaan moet worden. Om het goede te doen. De meeste mensen deugen, zegt Rutger Bregman. Dat zal wel. De meeste mensen zijn niet zo beroerd. De meesten zijn wel bereid om voor een zieke buurvrouw de vuilcontainer aan de weg te zetten. Nog wel meer ook. Dat is het punt niet. De vraag is of we het goede willen doen als we daarvoor uit onze comfortzone moeten komen.Daar gaat het om in het evangelie. Een preek wil volgens Augustinus uiteindelijk moveren, mensen bewegen. Mensen raken. In het hart, zeker, maar ook in hun hoofd, hun handen en hun voeten. Uit een onderzoek van het ND bleek dat predikers volgens de lezers wel iets mogen zeggen over klimaat en milieu, maar mensen niet de wet mogen voorschrijven. Ik begrijp dat wel, want de tijd van dominees die zeiden op welke partij we moesten stemmen en vertelden wat we op zondag al dan niet mochten, ligt nog niet zo ver achter ons. Toch kan dat voorbehoud ook een houding verraden die weigert om de stap van inzicht naar omkeer te maken. Een houding die zich verschuilt achter het woord ‘eigenlijk’. Ik ben ook dominee. Ik zal voorzichtig blijven. Ik ga niet zeggen dat ook de ND-lezers moeten stoppen met die weekendjes Turkije en dat zwembad in de tuin, maar ik leg wel een vraag in het midden: Hebt u ook een groen item waar u het woord ‘eigenlijk’ voor zet? ‘Eigenlijk zou ik…’ Vraag u eens af waarom u niet komt tot de daadwerkelijke stap naar dat wat u naar eigen zeggen verplicht bent. Niet eigenlijk verplicht, maar werkelijk verplicht. Moreel besef en schuldgevoel halen nu eenmaal geen CO2 uit de lucht. Alle klimaatconferenties zijn tot nu toe mislukt doordat we wel weten wat we eigenlijk moeten doen, maar het niet werkelijk doen.bezwarenTussen droom en daad staan praktische bezwaren, zei Willem Elsschot al. Dat zal het punt zijn. Hoe moet het dan met het werk? En met de kinderen? En met de vakantie? Het lijkt me zinnig om die bezwaren te wegen op de balans waar aan de andere kant zeespiegelstijging, bosbranden en overstromingen liggen. Het woord ‘eigenlijk’ mag geen stopwoord worden waarmee we stoppen op het punt tussen inzicht en omkeer. Van ons wordt ascese, onthouding gevraagd. Doen wat gedaan moet worden. Is dat de zelfverloochening en het kruisdragen waar Jezus in het evangelie over spreekt? Of zijn dat te grote woorden voor enige onthouding op het gebied van eten, drinken en mobiliteit? Als die bijbelwoorden daarvoor echt te groot zijn, laten ze wel een ernstige vraag achter: als je die kleine opdracht niet aan kunt, hoe zul je dan ooit, als het nodig is, die grote opdracht kunnen vervullen? Wie niet in het kleine getrouw is… &lt...

https://www.nd.nl/nieuws/opinie/1068151/bewustzijnsverandering-rond-klimaat-is-niet-genoeg-daardoor-is-nog-geen-kilo-co2-minder-uitgestoten

Dankdag kan in het teken staan van respect voor de aarde, voor al wat groeit. Dan gaan danken en doen hand in hand (Nederlands Dagblad)

Hoe te danken in een tijd van klimaatcrisis? Zie deze crisis als een mogelijkheid voor nieuwe creatie. Nu is de tijd om te helen.Woensdag 3 november wordt in veel protestantse kerken dankdag voor gewas en arbeid gevierd. Op deze dag wordt teruggekeken op het afgelopen jaar. Traditioneel tellen we dan onze zegeningen, maar mij valt dat dit jaar zwaarder dan andere jaren. En dan denk ik niet alleen aan dat microscopisch kleine virus dat de wereld al zo lang op z’n kop zet. Ook andere onderdelen van de natuur lieten zich van hun bedreigende kant zien. Overstromingen en bosbranden confronteren ons met de harde realiteit van de klimaatverandering. Voor die realiteit kunnen we niet langer de ogen kunnen sluiten. Vanaf zondag wordt in Glasgow de COP26-conferentie gehouden. Voorafgaand bood paus Franciscus samen met veertig religieuze leiders een oproep aan aan COP26-voorzitter Alok Sharma en Italiaans minister van Buitenlandse Zaken Luigi Di Maio. Eerder vond in Bologna het G20 Interfaith Forum plaats. 400 vertegenwoordigers van regeringen, universiteiten en religieuze organisaties wereldwijd reisden erheen om zich te buigen over de relatie tussen religie en de huidige politieke en maatschappelijke uitdagingen. De G20 - de twintig grootste economieën ter wereld - beschouwen religie als belangrijke factor om sociaal-maatschappelijke verandering te ontketenen. Centraal op die conferentie stond Prediker 3 vers 3: ‘Er is een tijd om te doden en een tijd om te helen, een tijd om af te breken en een tijd om op te bouwen’.code rood Dankdienst kan in het teken staan van respect voor de aarde.Frankrijk, Duitsland, België en Limburg werden in de voorbije zomer slachtoffer van de verwoestende kracht van het water. Beelden van overstromingen in plaatsen als Valkenburg en Pepinster en ronddrijvende auto’s door de straten van Namen bepaalden het nieuws. Enkele dagen later, op 9 augustus, lanceerden de Verenigde Naties een vernietigend IPCC-klimaatrapport, waaruit blijkt dat de klimaatopwarming sneller gaat, wijdverbreider en intenser is dan verwacht. VN-baas Antonio Guterres sprak van ‘een code rood voor de mensheid’. Hoe vieren we dankdag met dat in het achterhoofd? De ecologische crisis is een crisis van ons wereldbeeld en van onze relatie met God en de aarde. Het huidige economische systeem vertoont twee cruciale fouten: enerzijds de mens die zichzelf als maat der dingen ziet, anderzijds een gebrek aan verantwoordelijkheid voor de aarde. Maar terwijl – om met Greta Thunberg te spreken – ons huis in brand staat, is nog altijd niet iedereen te porren voor een onderwerp als het klimaat. De reden laat zich raden. Het klimaatverhaal gaat nogal eens gepaard met doemscenario’s, boodschappen van zonde en schuld en restrictieve maatregelen. Hoe terecht dat ook mag zijn, de nadruk ligt te veel op het negatieve. Als je weet dat zeventig procent van de mensen gewoon een comfortabel leven wil, is het niet verbazingwekkend dat zo’n verhaal weinigen in beweging zet.Dat verandering eveneens hoopvol kan zijn, blijkt uit het boek Groene Theologie van Trees van Montfoort, dat werd uitgeroepen tot Beste Theologische Boek van 2019. Van Montfoort ziet elke crisis als een kans, en zelfs in de grootste chaos ontdekt ze mogelijkheden voor een nieuwe creatie. Eenzelfde hoop spreekt uit de encycliek Laudato Si’, waarin paus Franciscus oproept tot ingrijpende hervormingen van de economie, politiek, maatschappij en kerk om de aarde tot een leefbare plek te maken voor alle volkeren en voor toekomstige generaties. Groene ReformatieWereldwijd klinkt een roep om verandering. Te lang leefden we in een oud verhaal van ongebreidelde economische groei, overconsumptie, antropocentrisme en gestolde tradities. De overstromingen drukken ons andermaal met de neus op de feiten. De noodzakelijke veranderingen zullen niet altijd gemakkelijk zijn. Maar er is hoop: kerken kunnen er in onderlinge verbondenheid aan werken. Als we bereid zijn een ecologische theologie te omarmen, ontstaat ruimte om bijbelteksten opnieuw betekenis te geven. Van Montfoort bepleit een herwaardering van protestantse tradities als dank- en oogstdagen. Een dankdienst voor gewas en arbeid kan in het teken staan van respect voor de aarde, voor al wat groeit. Dan gaan danken en doen hand in hand.De wereld roept om een nieuwe ‘beeldenstorm’. Het is tijd om oude beelden – van hoe een goed lever eruit ziet - te verbrijzelen en te vervangen door frisse idealen. Tijd voor een Groene Reformatie. Er is een tijd om te doden en een tijd om te helen, een tijd om af te breken en een tijd om op te bouwen. Nu is de tijd om te helen.Dit artikel is beschikbaar gesteld door het Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap en verschijnt ook op www.debijbel.nl...

https://www.nd.nl/nieuws/opinie/1067751/dankdag-kan-in-het-teken-staan-van-respect-voor-de-aarde-voor-al-wat-groeit-dan-gaan-danken-en-doen-hand-in-hand