Edmontosaurus regalis-beenderlagen (Wikipedia – Recente wijzigingen)

Doodsoorzaak

← Oudere versie Versie van 4 mrt 2020 22:47
Regel 45: Regel 45:
 
Het is moeilijk om te achterhalen wat de precieze doodsoorzaak van de hadrosauriërs is geweest. Ofwel zijn de drie beenderlagen het resultaat van natuurlijke sterfte over grote tijdsperioden, ofwel zijn ze het resultaat van plotse, catastrofale gebeurtenissen waarbij talrijke dieren gelijktijdig omkwamen. Maar er zijn een aantal aanwijzingen waardoor we de hypothese van plotse massale sterfte kunnen lanceren en toetsen. Vele onderzoekers suggereren dat bij hadrosauriden kleinere jonge dieren ecologisch gescheiden bleven van groepen grotere jongvolwassen en volwassen dieren.<ref>Forster, C.A. 1990. Evidence for juvenile groups in the ornithopod dinosaur Tenontosaurus tilletti Ostrom. Journal of Paleontology, 64: 164–165.</ref><ref name="Eberth2013"/><ref name="Gangloff2010">Gangloff, R.A., and Fiorillo, A.R. 2010. Taphonomy and paleoecology of a bonebed from the Prince Creek Formation, north slope, Alaska. PALAIOS, 25: 299–317. doi:10.2110/palo.2009.p09-103r. Gibson, D.W. 1977. Upper Cretaceous and Tertiary.</ref><ref name="Lauters2008">Lauters, P., Bolotsky, Y.L., Van Itterbeeck, J., and Godefroit, P. 2008. Taphonomy and age profile of a latest Cretaceous dinosaur bone bed in far eastern Russia. PALAIOS, 23: 153–162. doi:10.2110/palo.2006.p06-031r.</ref><ref>Scherzer, B.A., and Varricchio, D.J. 2010. Taphonomy of a juvenile lambeosaurine bonebed from the Two Medicine Formation (Campanian) of Montana, United States. PALAIOS, 25: 780–795. doi:10.2110/palo.2009.p09-143r.</ref> De ''Prehistoric Park''- en ''Bleriot Ferry''-beenderlagen worden door grote volwassen dieren gedomineerd. Alhoewel zeldzame grote beenderen van ongeveer half volgroeide dieren voorkomen en beenderen van jongvolwassen dieren algemeen zijn in de ''Bleriot Ferry''-beenderlaag, zijn nestdieren en kleine jonge dieren afwezig. In de ''Fox Coulée''-beenderlaag komen jonge en jongvolwassen dieren meer algemeen voor, maar er is meer onderzoek nodig om het afmetingprofiel van de [[thanatocoenose]] te bepalen. De overvloed van volwassen dieren in de ''Prehistoric Park''- en ''Bleriot Ferry''-beenderlagen wordt het best geïnterpreteerd als de accurate weergave van de eens levende, plaatselijke levensgemeenschap ([[levensgemeenschap|biocoenose]]), niet als dieren die door de locatie passeerden.
 
Het is moeilijk om te achterhalen wat de precieze doodsoorzaak van de hadrosauriërs is geweest. Ofwel zijn de drie beenderlagen het resultaat van natuurlijke sterfte over grote tijdsperioden, ofwel zijn ze het resultaat van plotse, catastrofale gebeurtenissen waarbij talrijke dieren gelijktijdig omkwamen. Maar er zijn een aantal aanwijzingen waardoor we de hypothese van plotse massale sterfte kunnen lanceren en toetsen. Vele onderzoekers suggereren dat bij hadrosauriden kleinere jonge dieren ecologisch gescheiden bleven van groepen grotere jongvolwassen en volwassen dieren.<ref>Forster, C.A. 1990. Evidence for juvenile groups in the ornithopod dinosaur Tenontosaurus tilletti Ostrom. Journal of Paleontology, 64: 164–165.</ref><ref name="Eberth2013"/><ref name="Gangloff2010">Gangloff, R.A., and Fiorillo, A.R. 2010. Taphonomy and paleoecology of a bonebed from the Prince Creek Formation, north slope, Alaska. PALAIOS, 25: 299–317. doi:10.2110/palo.2009.p09-103r. Gibson, D.W. 1977. Upper Cretaceous and Tertiary.</ref><ref name="Lauters2008">Lauters, P., Bolotsky, Y.L., Van Itterbeeck, J., and Godefroit, P. 2008. Taphonomy and age profile of a latest Cretaceous dinosaur bone bed in far eastern Russia. PALAIOS, 23: 153–162. doi:10.2110/palo.2006.p06-031r.</ref><ref>Scherzer, B.A., and Varricchio, D.J. 2010. Taphonomy of a juvenile lambeosaurine bonebed from the Two Medicine Formation (Campanian) of Montana, United States. PALAIOS, 25: 780–795. doi:10.2110/palo.2009.p09-143r.</ref> De ''Prehistoric Park''- en ''Bleriot Ferry''-beenderlagen worden door grote volwassen dieren gedomineerd. Alhoewel zeldzame grote beenderen van ongeveer half volgroeide dieren voorkomen en beenderen van jongvolwassen dieren algemeen zijn in de ''Bleriot Ferry''-beenderlaag, zijn nestdieren en kleine jonge dieren afwezig. In de ''Fox Coulée''-beenderlaag komen jonge en jongvolwassen dieren meer algemeen voor, maar er is meer onderzoek nodig om het afmetingprofiel van de [[thanatocoenose]] te bepalen. De overvloed van volwassen dieren in de ''Prehistoric Park''- en ''Bleriot Ferry''-beenderlagen wordt het best geïnterpreteerd als de accurate weergave van de eens levende, plaatselijke levensgemeenschap ([[levensgemeenschap|biocoenose]]), niet als dieren die door de locatie passeerden.
   
In elke beenderlaag hebben de beenderen min of meer dezelfde tafonomische kenmerken die door korte termijn biologische invloeden ontstonden, kenmerken zoals de graad van disarticulatie, tandsporen, breuk van de beenderen en krassen. Deze factoren ondersteunen de hypothese van plotse catastrofale massa-sterfte en zijn moeilijker in verband te brengen met het normale natuurlijke overlijden van dieren in levensgemeenschappen (zoals door ziekte, ouderdom, droogte) waar seizoensgebonden en jaarlijkse [[milieu]]-omstandigheden zouden moeten variëren in de loop van de tijd,<ref name="Eberth2012"/> en waardoor de beenderen dus verschillende tafonomische kenmerken zouden moeten hebben. In deze contexten kan dus besloten worden dat de dieren uit alle drie de beenderlagen het slachtoffer werden van plotse massa-sterfte. Soortgelijke argumenten werden aangevoerd ter ondersteuning van de interpretatie van andere monodominante Hadrosauride beenderlagen.<ref name="Gangloff2010"/><ref name="Lauters2008"/><ref name="Eberth2014/> Alhoewel het eigenlijke fenomeen dat de massa-sterfte veroorzaakte onbekend blijft, is het plausibel dit te relateren aan een overstroming op een [[riviervlakte]] gelegen aan een kust. Een gelijkaardige overstroming verplaatste de beenderen van de Hadrosauriërs toen de kadavers ontbonden waren en zorgde ook voor de inbedding in sediment. De bekende monodominante [[Centrosaurus apertus-beenderlagen]] in ''[[Dinosaur Provincial Park]]'' in Zuid-Alberta (Canada),<ref name="Eberth2005"/><ref>Eberth, D.A., Brinkman, D.B., and Barkas, V. 2010. A centrosaurine megabonebed from the Upper Cretaceous of southern Alberta: implications for behaviour and death events. In New perspectives on horned dinosaurs: the Royal Tyrrell Museum ceratopsian symposium. Edited by M.J. Ryan, B.J. Chinnery-Allgeier, and D.A. Eberth. Indiana University Press, Bloomington, IN. pp. 495–508.</ref><ref name="Eberth2015">Eberth, D.A. 2015. Origins of dinosaur bonebeds in the Cretaceous of Alberta, Canada. Canadian Journal of Earth Sciences, 52: This issue. doi:10.1139/cjes-2014-0200.</ref> vele spectaculaire fossielen in de [[Dinosaur Park-formatie]] en andere fossiele [[levensgemeenschap]]pen ([[thanatocoenose]]n) in de [[Horse Shoe Canyon-formatie]]<ref name="Eberth2015"/> zijn ook het resultaat van zulke overstromingen. Volgens Hamblin, 2004<ref name="Hamblin2004"/> en Eberth & Braman, 2012<ref name="Eberth2012"/> wijzen [[sedimentologie|sedimentologische]] gegevens op de nabijheid van de kust voor de ''[[Horsethief Member]]'' te Drumheller. Overstromingen vanuit dit kustgebied waardoor laaglanden overspoeld werden en rivieren op de [[kustvlakte]] buiten hun oevers traden werden veroorzaakt door tropische stormen en kunnen ook het leven van de Edmontosauriërs beïnvloed hebben. Het ''[[Albertosaurus]]''-''bonebed'' dat [[stratigrafie|stratigrafisch]] hoger ligt in de [[Horseshoe Canyon-formatie]] kan ook ten gevolge van zulke overstromingen gevormd zijn.<ref name="Eberth2010"/>
+
In elke beenderlaag hebben de beenderen min of meer dezelfde tafonomische kenmerken die door kortetermijn biologische invloeden ontstonden, kenmerken zoals de graad van disarticulatie, tandsporen, breuk van de beenderen en krassen. Deze factoren ondersteunen de hypothese van plotse catastrofale massa-sterfte en zijn moeilijker in verband te brengen met het normale natuurlijke overlijden van dieren in levensgemeenschappen (zoals door ziekte, ouderdom, droogte) waar seizoensgebonden en jaarlijkse [[milieu]]-omstandigheden zouden moeten variëren in de loop van de tijd,<ref name="Eberth2012"/> en waardoor de beenderen dus verschillende tafonomische kenmerken zouden moeten hebben. In deze contexten kan dus besloten worden dat de dieren uit alle drie de beenderlagen het slachtoffer werden van plotse massa-sterfte. Soortgelijke argumenten werden aangevoerd ter ondersteuning van de interpretatie van andere monodominante Hadrosauride beenderlagen.<ref name="Gangloff2010"/><ref name="Lauters2008"/><ref name="Eberth2014/> Alhoewel het eigenlijke fenomeen dat de massa-sterfte veroorzaakte onbekend blijft, is het plausibel dit te relateren aan een overstroming op een [[riviervlakte]] gelegen aan een kust. Een gelijkaardige overstroming verplaatste de beenderen van de Hadrosauriërs toen de kadavers ontbonden waren en zorgde ook voor de inbedding in sediment. De bekende monodominante [[Centrosaurus apertus-beenderlagen]] in ''[[Dinosaur Provincial Park]]'' in Zuid-Alberta (Canada),<ref name="Eberth2005"/><ref>Eberth, D.A., Brinkman, D.B., and Barkas, V. 2010. A centrosaurine megabonebed from the Upper Cretaceous of southern Alberta: implications for behaviour and death events. In New perspectives on horned dinosaurs: the Royal Tyrrell Museum ceratopsian symposium. Edited by M.J. Ryan, B.J. Chinnery-Allgeier, and D.A. Eberth. Indiana University Press, Bloomington, IN. pp. 495–508.</ref><ref name="Eberth2015">Eberth, D.A. 2015. Origins of dinosaur bonebeds in the Cretaceous of Alberta, Canada. Canadian Journal of Earth Sciences, 52: This issue. doi:10.1139/cjes-2014-0200.</ref> vele spectaculaire fossielen in de [[Dinosaur Park-formatie]] en andere fossiele [[levensgemeenschap]]pen ([[thanatocoenose]]n) in de [[Horse Shoe Canyon-formatie]]<ref name="Eberth2015"/> zijn ook het resultaat van zulke overstromingen. Volgens Hamblin, 2004<ref name="Hamblin2004"/> en Eberth & Braman, 2012<ref name="Eberth2012"/> wijzen [[sedimentologie|sedimentologische]] gegevens op de nabijheid van de kust voor de ''[[Horsethief Member]]'' te Drumheller. Overstromingen vanuit dit kustgebied waardoor laaglanden overspoeld werden en rivieren op de [[kustvlakte]] buiten hun oevers traden werden veroorzaakt door tropische stormen en kunnen ook het leven van de Edmontosauriërs beïnvloed hebben. Het ''[[Albertosaurus]]''-''bonebed'' dat [[stratigrafie|stratigrafisch]] hoger ligt in de [[Horseshoe Canyon-formatie]] kan ook ten gevolge van zulke overstromingen gevormd zijn.<ref name="Eberth2010"/>
   
 
De drie beenderlagen bevinden zich op verschillende stratigrafische niveaus. Dit terugkerend stratigrafisch patroon van beenderlaagverspreiding duidt op herhaalde of zelfs cyclische afzetting van hadrosauride beenderlagen als gevolg van een complexe interactie van tafonomische, biologische- en omgevingsfactoren. Overstromingen en daaruit volgende lokale tot massale [[sediment]]- en [[modderstroom|modderstromen]] worden algemeen erkend als fenomenen die op locaties over heel de wereld [[dinosauriërs]] massaal doodden en in sediment begroeven.<ref>Liu, Y.Q., Kuang, H.W., Peng, N., Ji, S.A., Wang, X.R., Chen, S.Q., Zhang, Y.X., and Xu, H. 2010. Sedimentary facies and taphonomy of Late Cretaceous deaths of dinosaur, Zhucheng, eastern Shandong. Geological Review, 56: 457–468.</ref><ref name="Eberth2006"/><ref>Rogers, R.R. 2005. Fine-grained debris flows and extraordinary vertebrate burials in the Late Cretaceous of Madagascar. Geology, 33: 297–300. doi:10.1130/G21036.1.</ref><ref>Myers, T.S., and Storrs, G.W. 2007. Taphonomy of the Mother’s Day Quarry, Upper Jurassic Morrison Formation, south-central Montana, USA. PALAIOS, 22: 651–666. doi:10.2110/palo.2005.p05-123r.</ref><ref>Zaleha, M.J. 2005. Hyperconcentrated flows and gastroliths: sedimentology of diamictites and wackes of the upper Cloverly Formation, Lower Cretaceous, Wyoming, U.S.A. Journal of Sedimentary Research, 75: 43–54. doi:10.2110/jsr. 2005.005.</ref><ref name="Britt2009"/><ref name="Lauters2008"/> In beenderlagen uit het [[Krijt (periode)|Boven-Krijt]] van ''[[Dinosaur Provincial Park]]'' (Zuid-Alberta) werd houtskool aangetroffen afkomstig van bosbranden. De hieruit volgende vernietiging van [[vegetatie]] kan de gevolgen van overstromingen vergroot hebben.<ref>Brown, S.A.E., Scott, A.C., Glasspool, I.J., and Collinson, M.E. 2012. Cretaceous wildfires and their impact on the Earth system. Cretaceous Research, 36: 162–190. doi:10.1016/j.cretres.2012.0 2.008.</ref>
 
De drie beenderlagen bevinden zich op verschillende stratigrafische niveaus. Dit terugkerend stratigrafisch patroon van beenderlaagverspreiding duidt op herhaalde of zelfs cyclische afzetting van hadrosauride beenderlagen als gevolg van een complexe interactie van tafonomische, biologische- en omgevingsfactoren. Overstromingen en daaruit volgende lokale tot massale [[sediment]]- en [[modderstroom|modderstromen]] worden algemeen erkend als fenomenen die op locaties over heel de wereld [[dinosauriërs]] massaal doodden en in sediment begroeven.<ref>Liu, Y.Q., Kuang, H.W., Peng, N., Ji, S.A., Wang, X.R., Chen, S.Q., Zhang, Y.X., and Xu, H. 2010. Sedimentary facies and taphonomy of Late Cretaceous deaths of dinosaur, Zhucheng, eastern Shandong. Geological Review, 56: 457–468.</ref><ref name="Eberth2006"/><ref>Rogers, R.R. 2005. Fine-grained debris flows and extraordinary vertebrate burials in the Late Cretaceous of Madagascar. Geology, 33: 297–300. doi:10.1130/G21036.1.</ref><ref>Myers, T.S., and Storrs, G.W. 2007. Taphonomy of the Mother’s Day Quarry, Upper Jurassic Morrison Formation, south-central Montana, USA. PALAIOS, 22: 651–666. doi:10.2110/palo.2005.p05-123r.</ref><ref>Zaleha, M.J. 2005. Hyperconcentrated flows and gastroliths: sedimentology of diamictites and wackes of the upper Cloverly Formation, Lower Cretaceous, Wyoming, U.S.A. Journal of Sedimentary Research, 75: 43–54. doi:10.2110/jsr. 2005.005.</ref><ref name="Britt2009"/><ref name="Lauters2008"/> In beenderlagen uit het [[Krijt (periode)|Boven-Krijt]] van ''[[Dinosaur Provincial Park]]'' (Zuid-Alberta) werd houtskool aangetroffen afkomstig van bosbranden. De hieruit volgende vernietiging van [[vegetatie]] kan de gevolgen van overstromingen vergroot hebben.<ref>Brown, S.A.E., Scott, A.C., Glasspool, I.J., and Collinson, M.E. 2012. Cretaceous wildfires and their impact on the Earth system. Cretaceous Research, 36: 162–190. doi:10.1016/j.cretres.2012.0 2.008.</ref>
https://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=Edmontosaurus_regalis-beenderlagen&diff=55787608&oldid=55787543